Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
12-04-2007
Ik vraag niet dat U hen uit de wereld wegneemt.
Ik vraag niet dat U hen uit de wereld wegneemt.
We zijn nog in de wereld, maar we zijn niet van de wereld. De wereld heeft de Heer Jezus gehaat, de wereld haat ons ook. De Heer Jezus vraagt niet dat we uit deze vijandige wereld weggenomen zullen worden. We hebben hier nog een taak: de Heer Jezus heeft ons in de wereld gezonden om van Hem te getuigen. Gelukkig, we staan er niet alleen voor. De Heer Jezus bidt voor ons. Hij bidt ook dat we geheiligd mogen zijn door de waarheid van het Woord, zodat we onze taak in deze wereld goed kunnen uitoefenen. Dit mogen we doen met blijdschap. De Heer Jezus bidt dat we zijn blijdschap volkomen in ons mogen hebben. Ontroert het u ook, dat Hij zoveel zorg voor ons heeft?
Kun je het je voorstellen: jezelf in de spiegel bekijken en dan totaal vergeten hoe je eruit zag? De meeste mensen gebruiken de spiegel om te zorgen dat ze er zo voordelig mogelijk uitzien. Hoe je werkelijk kijkt, zie je in de spiegel meestal niet - daarom vallen foto's vaak zo tegen.
Er is een betere spiegel! Flatteren doet hij helaas helemaal niet: scherp komen alle rimpels en onvolkomenheden naar voren. Je zou er soms bijna wanhopig van worden. (Daarom lijkt het soms wel prettig om te vergeten hoe je er uitzag.)
Deze spiegel is het Woord van God. Scherp tekent het hoe wij mensen zijn en - voor wie niet bang is om te kijken - je herkent jezelf er menigmaal in.
De mens lijkt wel een hopeloos geval. Er staat niet veel over hoe het was voor de zondeval - maar we kunnen het ons na Auschwitsch en Srebrenica wel voorstellen. Wie de krant leest en zichzelf diep in het hart durft te kijken, zal het mogelijk wel eens zijn met God: het deed Hem pijn in het hart!
Maar dan begint Hij toch weer opnieuw: Hij weet niet van opgeven.
O, kijk nog eens beter! In de spiegel is een tweede portret te zien ... ja: zo zou je wel willen worden. Deze ene Man die totaal anders is. Nee: geen macho, hoewel Hij de geldwisselaars met een zweep van het tempelplein jaagt. Nee: dus ook geen softie. Maar de kinderen voelen zich veilig bij Hem, het uitschot van de wereld gaat voor Hem op de knieën, rijken beginnen hun geld in te leveren. Menigten gaan Hem achterna.
Maar dan gebeurt dat ongelofelijke: Hij wordt gevangen genomen, geslagen, gegeseld (en Hij laat dat allemaal maar gebeuren ...) en tenslotte tussen hemel en aarde gehangen. Daar rekent Hij af met de zonde en bouwt de Grote Brug. Drie dagen later is zijn graf leeg: ook de dood is verslagen!
Hij is niet alleen een prachtig voorbeeld (dat ook), maar Hij zorgt ervoor dat die twee portretten in de spiegel meer op elkaar gaan lijken. Net zoals bij een 'morfing' program op de computer. De akelige trekken van de oude mens vervagen en gaan langzamerhand over in de goede trekken van de nieuwe. Ja, dat vraagt wel investering: maar Hij helpt elke dag.
'Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Here aanschouwen, worden naar hetzelfde beeld veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als door de Here, de Geest' (2 Kor.3:18). Het Griekse woord dat hier vertaald is met 'veranderen' betekent: 'van gedaante veranderen', 'een metamorfose ondergaan'. Hierbij mogen we denken aan de gedaanteverandering (de 'metamorfose') van een rups, via een pop tot een prachtige vlinder. Het is een verandering van vorm en van uiterlijk, van iets heel lelijks tot iets heel moois, maar ook een verandering van gewoontes, van een manier van leven. Mensen die over het leven van Fenelon schrijven, vertellen dat hij in een dergelijk innige gemeenschap met God leefde, dat zijn gezicht straalde. Lord Peterborough, een ongelovige scepticus, was eens door omstandigheden genoodzaakt een nacht met hem door te brengen in een herberg. De volgende morgen maakte de ongelovige dat hij zo gauw mogelijk wegkwam. Hij zei:' Als ik nog één nacht met deze man moet doorbrengen, ben ik een christen en dat wil ik helemaal niet. 'Iemand anders zei van Fenelon: 'Zijn manieren waren vol van genade, zijn stem was vol liefde en zijn gezicht was vol van heerlijkheid.' Ewing, een succesvol zakenman in Glasgow, ging als zendeling naar China. Door zijn innige gemeenschap met de Here Jezus Christus, werden zijn gelaatstrekken zo stralend, dat de mensen hem een nieuwe naam gaven: 'Mr.Glory Face' ('De mijnheer met het stralende gezicht'). Een christelijke voorganger was bekend vanwege vroomheid en beminnelijke omgangsvormen. Op een dag klopte hij aan de deur van een huis om daar een herderlijk bezoek te brengen. Een klein meisje deed de deur open en keek naar de vreemdeling die daar stond. Ze rende naar binnen en riep tegen haar moeder: 'O, kom, mamma, Jezus staat voor de deur'!
-Christus moet gestalte in ons krijgen (Gal.4:19)
-Wij moeten een leesbare brief van Christus zijn (2 Kor.3:3)
-Het leven van Christus moet openbaar worden in ons (2 Kor.4:12)
Er is geen twijfel. Het graf is leeg, en er is geen sprake van diefstal of bedrog. Jezus is sterker dan de dood. Hij leeft. Maar de boodschap gaat verder. Zijn opstanding heeft gevolgen. Heel vergaande gevolgen zelfs. Rond zijn dood en opstanding zijn er al mensen uit hun graven gekomen, maar bij 'de laatste bazuin' zullen alle gelovigen opgewekt worden. Met een onvergankelijk lichaam, geschikt voor de hemel. De gelovigen die op dat moment nog leven, worden op hetzelfde moment ook veranderd. Allen krijgen een onvergankelijk lichaam, net als Hij. Klaar voor de eeuwigheid. Maar er is meer. De zekerheid van de opstanding is niet alleen het weten van een historisch feit, en daarnaast de vaste verwachting van een toekomstige gebeurtenis. Die zekerheid geeft ook zin en inhoud aan ons leven van alledag. Want wedergeboren christenen hebben het nieuwe leven al in zich. Dat leven mag leven, zonder dat het bang hoeft te zijn tekort te schieten of te falen. Het is leven vanuit de armen van de Vader, in het besef dat wat er ook gebeurt, zijn armen voor ons altijd wijd geopend zijn.
We hoeven ook niet passief af te wachten tot 'het zover is'. De zekerheid van de opstanding, de overwinning op de dood, geeft ons ook de zekerheid dat ons leven voor Hem niet voor niets is. Hij ziet het en Hij waardeert het. We mogen aan de slag, sterker nog: we worden ertoe opgeroepen om altijd overvloedig te zijn in het werk van de Heer. Dat betekent leven voor Hem en door Hem, in het besef dat zijn liefde en waardering onvoorwaardelijk en zeker zijn.
Zondagmorgen, in alle vroegte. Een stille, nog koele tuin, net buiten de stad. De tuin geurt van bloemen. Daar doorheen een geur van kruiden. Nog even, en de zon zal alles beschijnen en weer tot leven wekken. Er lopen drie vrouwen. Ze lijken in gedachten verzonken. Pas bij de rotswand kijken ze op. Ze schrikken. Er staan twee engelen voor hen. Die zeggen: 'Hij is de Levende! Hij is niet hier, maar Hij is opgewekt!' De drie vrouwen herinneren zich dat Hij dat een paar keer heeft voorzegd. Hun schrik verandert in blijdschap, en snel gaan ze terug om het de anderen te vertellen.
Zondagavond, tegen het vallen van de avond. Een vrijwel verlaten weg buiten Jeruzalem. Twee mensen lopen zachtjes pratend richting Emmaüs, nog een heel eind lopen. Er is veel gebeurd vandaag. Tamelijk verwarrend allemaal. Ze zijn koud en teleurgesteld. Ze zijn zo druk in gesprek dat ze nauwelijks merken dat een vreemdeling hen heeft ingehaald. Hij komt naast hen lopen en mengt zich in hun gesprek. Hij lijkt slecht op de hoogte te zijn. Ze beginnen Hem uit te leggen wat er allemaal gepasseerd is de afgelopen dagen. Eén grote tegenvaller. Ze dachten nog wel... Dan begint Hij te praten. Hij citeert uit de wet en de profeten, en toont aan dat de Messias moest lijden, en door lijden heen verheerlijkt zou worden. Hij legt nog veel meer uit over Jezus. Ze worden er warm van. Als Hij blijft eten, zien ze aan tafel ineens Wie Hij is. Hij is het Zelf! Maar dan verdwijnt Hij direct. Vol blijdschap kijken ze elkaar aan: het is dus toch waar! Ze staan op, en snel gaan ze terug om het de anderen te vertellen.
Als alles achter de rug is, is het mooi om terug te kijken, en in de gebeurtenissen Gods hand, Gods leiding en Gods zegenrijke genade te zien. Maar op het moment zelf is dat lang niet altijd zo duidelijk. Het beeld van een zwangere vrouw bij wie de bevalling is aangebroken, verduidelijkt dit. Het is allesbehalve leuk, maar na afloop is alles mooier dan het was. Er is nieuw leven geboren. Het wonderlijke is dat Jezus ons dit hier ook voorhoudt, met de bedoeling dat we nu al een 'volkomen blijdschap' hebben: door de zekerheid dat alles oneindig veel mooier wordt, en door ons directe contact met een liefhebbende Vader.
Weinig uitspraken in de geschiedenis van de mensheid hebben zulke verstrekkende gevolgen gehad als deze triomfkreet van de Here Jezus, zo kort voor Zijn sterven. Alles wat God verlangde, was volbracht. De Here Jezus heeft de wil van God volkomen geopenbaard. Hij heeft alles gezegd wat gezegd moest worden, alles gedaan wat gedaan moest worden. Hij was helemaal klaar met de taak die Zijn Vader Hem opgedragen had. De Zoon des mensen die geen steen had om Zijn hoofd op te laten rusten, kon het hoofd buigen en Zich overgeven in de handen van Zijn Vader. Hij wist dat alles volbracht was. In deze drie woorden ligt onze behoudenis voor eeuwig verankerd.
Een minutieuze reconstructie van het lijden van Jezus Christus door prof.dr.B.Smalhout (anesthesioloog te Utrecht en tevens groot Bijbelkenner) in de Telegraaf van 30 maart 1985
HET VERSLAG IN DE BIJBEL 2
WAT IS KRUISIGEN EIGENLIJK? 2
HET SPIJKEREN 3
WAT GEBEURDE MET DE GEKRUISIGDE? 3
DE DOODSSTRIJD 4
VERLENGING VAN DE MARTELING 4
VERKORTING VAN HET LIJDEN 4
NA DE DOOD 4
EEN MEDISCH-HISTORISCHE RECONSTRUCTIE 4
DE GESELING 6
DE BESPOTTING 6
NAAR GOLGOTHA 6
DE KRUISIGING 6
HET STERVEN 7
HET EINDE VAN DE DAG 7
WAT DOEN WE MET PASEN? 8
Om iets te verklaren wat er precies gebeurde met Goede Vrijdag de volgende beschrijving. Het is overgenomen, uit de Telegraaf, en mag onder bronvermelding worden doorgegeven.
DIE VERSCHRIKKELIJKE vrijdag
Een minutieuze reconstructie van het lijden van Jezus Christus door prof.dr.B.Smalhout (anesthesioloog te Utrecht en tevens groot bijbelkener) in de Telegraaf van 30 maart 1985
De Romeinse soldaten die op vrijdagmorgen 3 april van het jaar 33 op de heuvel Golgotha 20 cm lange spijkers door de polsen en voeten van een drietal veroordeelden sloegen, hebben zich niet gerealiseerd dat zij meewerkten aan een drama dat het gezicht van de wereld zou veranderen. Ze wisten zelfs niet dat het 3 april was, want onze tijdrekening bestond toen nog niet. Officieel was het de 14de van de maand Nisan van het Joodse kalender jaar 3793.
Toen de hamerslagen verklonken waren, hingen er even buiten de noordwestelijke stadsmuur van het oude Jeruzalem drie gekruisigde mensen op gruwelijke wijze te sterven.
De middelste van de drie was ene Jezus, 33 jaar tevoren geboren in Bethlehem en opgegroeid in Nazareth. Op een houten bord dat de soldaten aan de bovenkant van zijn kruis hadden bevestigd, was voor een ieder te lezen: Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum (Jezus, de Nazarener, Koning der Joden). Om ieder misverstand uit te sluiten, stond het er in de drie toen meest gebruikte talen: Latijn, Hebreeuws en Grieks.
De presidenten van de Joodse Hoge Raad hadden hiertegen geprotesteerd. De veroordeelde was immers geen koning, hij had het alleen maar beweerd, betoogden ze. Doch Pilatus die al lang spijt had dat hij zich tot een executie had laten dwingen, weigerde resoluut de tekst te herzien. Quod scripsi, scripsi: Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven, antwoordde hij (Johannes 19:22). Het was zijn vorm van protest tegen de gang van zaken. En zo bleef het bord onveranderd aan het middelste kruis bevestigd zitten.
Bij de beide andere gekruisigden was vermoedelijk een soortgelijk bord, een zogenaamde titulus boven hun hoofd bevestigd, want dat was de Romeinse gewoonte bij executies. Zodoende kon eenieder op de titulus lezen waarvoor de veroordeelden gestraft werden. Dat was ter waarschuwing, afschrikking en preventie. In het geval van de buitenste twee gekruisigden, ging het om rovers of dieven die beiden hun legale straf ondergingen. Bij de middelste echter was de wettelijke argumentatie uiterst dubieus en was de toegestroomde menigte in feite getuige van een politiek-religieuze moord die aanleiding zou zijn tot een geheel nieuwe geestelijke stroming: het christendom.
Het is deze gebeurtenis en de daaropvolgende wederopstanding van Jezus uit de dood, die op Goede Vrijdag en Pasen over de hele wereld herdacht en gevierd wordt door meer dan een miljard christenen. En het martelinstrument, het kruis werd het symbool van dit nieuwe geloof, tot op de dag van heden.
HET VERSLAG IN DE BIJBEL
Het drama is nauwkeurig te boek gesteld door de vier evangelisten Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Zij noteerden de namen van alle betrokkenen, de tijden waarop het allemaal gebeurde en de discussies die er gevoerd zijn, zowel in het Sanhedrin, de Joodse Raad, als in het Pretorium, het hoofdkwartier van de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus.
Alleen over de kruisiging zelf zijn de evangelisten, die toch al geen woord te veel schreven, zeer weinig mededeelzaam. Er staat alleen: Pilatus oordeelde het geraden de menigte haar zin te geven... en gaf Jezus, na Hem gegeseld te hebben, over om gekruisigd te worden... En zij kruisigden Hem... (Marc. 15 v. 15-25).
En hoewel deze geschiedenis over de gehele wereld bekend is en gedurende eeuwen aanleiding heeft gegeven tot een onoverzienbare hoeveelheid literatuur, beelden, frescos, schilderijen en muzikale meesterwerken, weet vrijwel niemand wat de dood aan het kruis inhield en waaraan Christus eigenlijk gestorven is.
WAT IS KRUISIGEN EIGENLIJK?
Er is betrekkelijk weinig literatuur over de medische kant van het lijdensverhaal en miljoenen christenen die op de een of andere wijze als uiting van hun geloof een crucifix of kruisje dragen, weten niet van wat voor hels instrument hun vaak fraai bewerkte sieraad de geïdealiseerd afbeelding is. De evangelisten schreven er verder niets over, omdat dit in hun tijd gewoon niet nodig was. Kruisiging was toen de meest toegepaste vorm van doodstraf en iedereen in het Romeinse Rijk wist hoe dat ging en wat dat betekende. Vandaar ook dat het kruis als symbool van het christendom pas heel geleidelijk in gebruik is gekomen, lang nadat kruisiging als methode van terechtstellen in het jaar 337 door Constantijn de Grote was afgeschaft. De kruisdood was nl. zó verschrikkelijk, dat tot ± 400 na Christus niemand op het idee kwam om het kruis als symbool te gaan gebruiken, net zo min als de hedendaagse mens het in zijn hoofd zal halen een zilveren elektrisch stoeltje of een gouden gaskamertje als object van devotie om de hals te dragen.
Het kruisigen was geen Romeinse uitvinding, doch de Romeinen hebben het in Carthago leren kennen bij de Phoeniciërs. Ze hebben het overgenomen en geperfectioneerd tot een bijna wetenschappelijk uitgedachte methode om een maximale pijn te veroorzaken en een in lengteduur te doseren doodsstrijd te bewerkstelligen.
De terechtstelling met behulp van een kruis is bijna 1000 jaar in gebruik geweest. De Romeinen gebruikten het als straf voor slaven en krijgsgevangenen, en bij ernstige misdaden zoals B.V. desertie, hoogverraad en moord.
Romeinse vrije burgers waren bij de wet beschermd tegen deze vorm van terechtstelling die altijd in het openbaar plaatsvond. Bij iedere stad stonden een of meer kruisen permanent opgesteld, zoals vroeger in onze streken het schavot en de galg. Het kruisigen van Christus was op zichzelf dan ook geen opzienbarende gebeurtenis. Zulke terechtstellingen gebeurden met grote regelmaat. Het is van de Romeinen bekend dat bij massa-executies in de circussen, de arena er soms als een woud van kruisen uitzag.
En nadat de zgn. Spartacusopstand in het jaar 71 voor Christus was neergeslagen, werden er alleen al langs de Via Appia, van Capna tot Rome 6472 kruisen geplaatst. Aan elk ervan hing een opstandige slaaf of gladiator.
Er waren diverse modellen, zoals b.v. het X-vormige St. Andrieskruis dankt zijn naam aan de discipel Andreas, die aan een dergelijk kruis zou zijn gekruisigd. Er waren ook kruisen in de vorm van een omgekeerde L, waaraan de veroordeelde met slechts een been werd opgehangen. Doch het meest gebruikte was een T-vormig kruis, de crux commissa. Het bestond uit twee delen: een verticale paal, de zgn. stipes die meestal permanent in de grond was verankerd, en een losse dwarsbalk, het patibulum paste met een eenvoudig pen-en-gat verbinding boven op de stipes.
Het was gebruikelijk dat de veroordeelden geheel naakt deze dwarsbalk zelf naar de plaats van executie droegen. Dat was een extra pijniging, want meestal was het slachtoffer al met beide armen uitgestrekt aan die balk vastgebonden, zodat het gewicht in feite rustte op de uitsteeksels van de bovenste rugwervels en de onderste nekwervels. Mocht de veroordeelde onderweg struikelen, dan werd hij meestal ernstig gewond, want hij viel voorover plat op zijn gezicht, met het gewicht van de balk in zijn nek. Hij kon zijn gezicht niet beschermen, daar zijn handen wijd uitgestrekt aan het stuk hout vastgesnoerd waren. Het is ook niet waar dat Jezus het gehele kruis heeft gedragen. Hij droeg alleen de dwarsbalk, het patibulum. Deze was van cypressehout en zal ongeveer tussen de 30 en 50 kg gewogen hebben. Het gewicht dus van een zak cement. Het gehele kruis woog tussen de 100 en 150 kg en was niet door een persoon te tillen geweest.
Eenmaal op de executieplaats aangekomen, waren er 2 mogelijkheden. De veroordeelde kon met touwen en riemen aan het kruis worden bevestigd, of met behulp van spijkers.
HET SPIJKEREN
In het eerste geval tilden 2 á 4 soldaten de dwarsbalk met de daaraan gebonden veroordeelden ongeveer 50 cm op en plaatsten hem op de top van de verticale stipes. Daarna werden de knien van het slachtoffers enigszins gebogen en de voeten werden eveneens met touwen aan de verticale paal bevestigd.
Meestal werd echter gebruik gemaakt van spijkers. Deze waren 15 tot 20 cm lang, vierkant in doorsnede, spits beginnend en met een maximale dikte van 8 ^ 9 mm. Aan de bovenzijde eindigde de spijker in een bolronde kop.
Het vastnagelen van het slachtoffer ging als volgt in zijn werk. De dwarsbalk of patibulum werd op de grond gelegd. De veroordeelde moest eveneens op de grond gaan liggen en wel met de schouders op de balk. Zijn hoofd hing dan achterover en de armen werden wijduit gespreid. Terwijl een of twee soldaten een arm vasthielden aan hand en elleboog, zette een andere soldaat een spijker met de punt in de pols, precies waar de onderarm overgaat in de hand, onder de duimmuis en exact in het midden. Met een forse hamerslag werd de spijker door de pols geboord en met nog een aantal slagen zat het geheel goed vast aan het hout. Daarna werd de andere pols bevestigd. De gehele procedure kostte slechts enkele minuten.
Het is niet juist dat de spijkers door de palm van de handen werden geslagen. Het is bewezen dat op die plaats het lichaamsgewicht niet konden worden gedragen. De handen scheurden dan gewoon in de lengterichting door. De spijker werd precies in de door de Franse anatoom Destot beschreven spleet tussen de zgn. handwortelbeentjes geplaatst. Deze werden hierdoor als het ware ontwricht en verplaatst doch niet verbrijzeld. Eenieder die weleens de pols heeft ontwricht, verstuikt of gebroken, heeft enig idee hoe dat aanvoelt.
Doch dat was nog niet alles. Door de pols loopt onder meer een belangrijke zenuw, de zgn. nervus medianus. Deze zenuw heeft een dubbele functie. Hij dient zowel voor de beweging van onder meer de duim als wel voor het gevoel in een deel van de hand. Deze nervus medianus werd door de spijker bijna altijd geraakt. Het aanraken en beschadigen van een zenuw veroorzaakt één van de meest heftige pijnen die er mogelijk zijn. De zenuw werd over de scherpe kanten van de spijker gespannen als een snaar over de kam van een strijkinstrument. Bovendien werd door dezelfde zenuwprikkeling de duim in een krampachtige toestand kromgebogen, zodat de duimnagel in de handpalm drukte.
Nadat beide polsen aan het dwarshout waren bevestigd, werd dit door de soldaten opgetild. De veroordeelde moest eerst gaan zitten, daarna overeind komen en met de rug tegen de paal, de stipes, gaan staan. Aan beide uiteinden werd het patibulum, met de veroordeelde eraan, opgetild en op de stipes geplaatst. Het is duidelijk dat de stipes meestal niet zo hoog was. Gewoonlijk niet meer dan twee meter.
Meer was niet nodig, anders werd het erg onhandig voor de soldaten. Zulk een betrekkelijk laag kruis in T-vorm heette dan ook een crux humilis, letterlijk een laag kruis. In bijzondere gevallen kon een hoog kruis worden gebruikt een crux sublimis. Doch dit was een uitzondering, ook al omdat het lastig was de veroordeelde er via ladders aan op te hangen.
Op Golgotha stonden lage kruisen. Ze stonden er al vele jaren en voor de Romeinse legioensoldaten was de kruisiging op Vrijdag 3 April van het jaar 33 dan ook een routinekarwei. Christus werd aan een laag T-vormig kruis gehangen en niet aan een vierarmig kruis, zoals dit in alle kerken te zien is. Zulk een kruis bestond ook wel en het heette crux capitata doch het was onpraktisch en werd zelden gebruikt.
Als de veroordeelde eenmaal aan het dwarshout hing, werden zijn knieën door de soldaten gebogen, totdat één van de voeten plat tegen de stipes gedrukt kon worden. Dan werd een 20 cm lange spijker dwars door de wreef van die voet geslagen, juist tussen het tweede en derde middenvoetsbeentje. Als de spijker er aan de voetzool weer uitkwam, werd het andere been zo gebogen dat de spijker ook door de tweede voet kon worden geslagen tot in het hout van de stipes. Zo hing dan de veroordeelde aan drie spijkers. Het bloedverlies was zeer gering, doch de pijn ondraaglijk en de doodsstrijd begon.
WAT GEBEURDE MET DE GEKRUISIGDE?
De dood trad echter niet snel in. Afhankelijk van de conditie van de veroordeelde en de techniek van het kruisigen, duurde het sterven vele uren en vaak tot de volgende dag. Er zijn gevallen beschreven dat een gekruisigde ruim 2 dagen in leven bleef.
Waaraan stierf het beklagenswaardige slachtoffer tenslotte en wat was medisch gesproken de uiteindelijke doodsoorzaak? Dat is met zeer grote zekerheid te reconstrueren. De wonden in polsen en voeten waren niet levensgevaarlijk, evenmin als het geringe bloedverlies. Neen, de dood trad in door een heel ander mechanisme. Als men iemand aan de polsen ophangt, zakt het lichaam door de zwaartekracht naar beneden. Hierdoor komt er een grote spanning te staan op de spieren van de armen, de schouders en de borst. De ribben worden naar boven getrokken en op die wijze komt de borstkas in maximale inademingsstand te staan. Het is dan erg moeilijk om uit te ademen en de veroordeelde begint het na ± 10 minuten zeer benauwd te krijgen. Hij is dan enigszins te vergelijken met een longpatient die een ernstige astma aanval heeft. De zwaarbelaste arm-, schouder- en borstspieren geraken in een uiterst pijnlijke, kramptoestand. De spierstofwisseling wordt verhoogd, terwijl er door een belemmerde bloedcirculatie onvoldoende zuurstof voor beschikbaar is. Het resultaat is onder meer de produktie van grote hoeveelheden melkzuur, waardoor er tenslotte in het gehele lichaam een verzuringsproces optreedt, dat in de medische wereld bekend staat als een metabole acidose (een door de stofwisseling veroorzaakte verzuring). Deze toestand is niet onbekend bij sportlieden die zichzelf tot totale uitputting hebben overbelast en die kramp krijgen. De situatie wordt verergerd doordat de veroordeelde niet goed kan uitademen en daardoor het door zijn lichaam geproduceerde koolzuurgas niet volledig meer kwijt kan. De hierdoor ontstane zgn. respiratoire acidose (verzuring door onvoldoende ventilatie) versterkt de eerder genoemde metabole acidose. Het slachtoffer begint extreem te transpireren, waardoor letterlijk het doodszweet met stromen langs zijn lichaam loopt.
De lippen worden vaal-blauw, terwijl langzaam maar zeker alle spieren, ook die van de romp en benen in een continue helse kramp geraken. Tenslotte sterft het slachtoffer aan verstikking. Dit kan al binnen het half uur geschieden. De Duitsers pasten deze dodelijke marteling onder meer in het concentratiekamp te Dachau toe.
DE DOODSSTRIJD
Echter was zulk een betrekkelijke snelle dood niet de bedoeling van de Romeinen. Daarom werden ook de voeten vastgespijkerd. De veroordeelde kon dan de dreigende verstikking tijdelijk onderbreken of uitstellen door zich op de voetspijker af te zetten, de benen te strekken, het lichaam omhoog te drukken en zodoende de arm- en borstspieren wat te ontlasten. Dan kon hij weer korte tijd redelijk goed ademhalen. De verzuring van het lichaam werd minder en de vale gelaatskleur verdween. Doch het staan met het volle lichaamsgewicht op een vierkante spijker die dwars tussen het middenvoetsbeenderen is geslagen, veroorzaakt een onhoudbare pijn. De veroordeelde buigt dan weer spoedig de knieën en zakt naar beneden, totdat hij weer aan de spijkers in de polsen hangt. De zenuw in de pols, de nervus medianus, wordt weer over de spijker gespannen, de vlammende pijn jaagt door de beide armen terwijl de verstikking en de krampen weer beginnen. Zo rekt de gekruisigde het armzalige leven. Steeds weer zal hij zich daarna gedwongen door de pijn laten zakken. Op en neer. Tien maal, honderd maal, totdat uitputting hem dat verder onmogelijk maakt en hij aan verstikking sterft.
VERLENGING VAN DE MARTELING
De marteling kon verlengd worden door touwen in plaats van spijkers te gebruiken. Touwen doen nl. niet zon pijn als spijkers. Ook kon men aan de stipes, de verticale paal dus, een soort uitsteeksel bevestigen, juist tussen de benen van de veroordeelde. Hier kon hij een beetje op zitten en zo zijn voeten en armen een weinig ontlasten. Zulk een zitje heette een sedile. De Romeinen, ordelijk als ze waren, hadden voor alles een naam. Met zulk een sedile of sedulum kon de marteling wel twee of drie dagen duren. Meestal werd geen sedile gebruikt, ook al omdat de veroordeelde bewaakt werd door soldaten die het vermoedelijk niet prettig vonden, zo lang op wacht te moeten staan.
VERKORTING VAN HET LIJDEN
Omgekeerd kon de dood ook versneld worden door het de veroordeelde onmogelijk maken zijn lichaam op te drukken en de armen te ontlasten. Dit deed men door beide onderbenen even onder de knie met een ijzeren staaf te verbrijzelen. Ook dit instrument had een naam: crurifragium, letterlijk de benenbreker. Meestal stierf het slachtoffer dan binnen een kwartier. Alle klassieke schrijvers, zoals Cicero en Seneca waren het er over eens dat kruisiging de meest gruwelijke vorm van terechtstelling was.
NA DE DOOD
Nadat de dood was ingetreden bleven de lichamen der veroordeelden vaak aan het kruis hangen tot ze door roofdieren of door vogels werden verslonden of door ontbinding er vanaf vielen. Golgotha betekent niet voor niets schedelplaats. Echter kon de familie van de terechtgestelde het dode lichaam opvragen aan de Romeinse autoriteiten om het te begraven. Dit werd vaak toegestaan zonder dat daarvoor extra kosten in rekening werden gebracht. Alleen moest dan de dood officieel zeker gesteld worden met behulp van een lanssteek dwars door het hart.
EEN MEDISCH-HISTORISCHE RECONSTRUCTIE
Voor ons als mensen uit de twintigste eeuw klinkt dit als een enigszins ijzingwekkend doch medisch-historisch gezien interessante mededeling. Doch voor de inwoners van het Romeinse rijk anno 33 waren dit zeer actuele feiten.
In het licht van deze gegevens is de Passie van Pasen, de lijdensgeschiedenis van Jezus de Nazarener, thans beter te reconstrueren. De feitelijke passie begon op Donderdag 2 April, de dertiende Nisan van de Joodse kalender.
Nadat Jezus om ongeveer 9 uur s avonds met zijn 12 discipelen de maaltijd had beëindigd, die als Laatste Avondmaal de geschiedenis zou ingaan, verliet hij het oude Jeruzalem via een zuidoostelijke stadspoort.
Hij was toen nog maar in gezelschap van 11 volgelingen. Judas, de man uit Kariot, had al tijdens de maaltijd de eetzaal verlaten om zijn leermeester te verraden. Na het in noordoostelijke richting volgen van de vallei van de beek Kidron, kwam de groep na ongeveer 2 kilometer lopen in een tuin genaamd Gethsemane aan de voet van de Olijfberg, van waaruit men de gehele stad kon overzien. De grote tempel van Salomo en de burcht Antonia, waar de Romeinse procurator Pilatus zetelde, was zelfs in het duister nog waarneembaar. In de fraai gelegen tuin overviel Jezus, die wist wat hem te wachten stond, een wurgende angst. Zijn discipelen, verzadigd van de maaltijd, vielen de een na de ander in slaap. Beroofd van iedere menselijke steun werd hij, zoals de medicus-discipel Lucas schrijft, ...dodelijk beangst. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen. (Lucas 22:44).
Het zweten van bloed, medisch bekend onder de naam haemat-hydrosis, is uiterst zeldzaam en schijnt te kunnen voorkomen bij extreme emoties.
Om middernacht vond de arrestatie plaats. Judas verried Jezus met een kus. De discipelen vluchtten, één ervan zelfs praktisch naakt met achterlating van zijn kleding. Via de weg die Jezus gekomen was, werd hij ook weer teruggevoerd. Men bracht hem naar het huis van de hogepriester Caiaphas, vlak bij de zaal van het laatste Avondmaal.
De eerste ondervraging, ten overstaan van de Joodse Raad, vond plaats door de oudste hogepriester Annas. Deze was meer dan 80 jaar oud, een man van grote politieke invloed en schoonvader van de jongere hogepriester Caiaphas. Annas vroeg Jezus wat voor leer hij eigenlijk verkondigde. Vraag het aan degenen die gehoord hebben wat ik heb gesproken, was het antwoord.
Dat werd als een brutaliteit beschouwd en de dienaren van de hogepriester sloegen er op los en spuwden de gevangene in het gezicht. Tegen de dageraad werd hij geboeid naar Caiaphas gebracht, de tweede hogepriester. Deze hield zitting met de grote Joodse Raad, het Sanhedrin, dat, als het voltallig was, uit 72 personen bestond. De taak van dit hoogste rechtscollege was het bewaken en het op de juiste wijze toepassen van de duizend jaar oude joodse wetten, die al stamde uit de tijd van Mozes en die uitgelegd waren in de Talmud. Deze wetten behoorden tot de beste die er tot die tijd waren geweest en vele ervan zijn ook nog vandaag volmaakt actueel. Als zodanig was het Sanhedrin een voorbeeldig en eeuwenoud juridisch instituut. De leden van het Sanhedrin moesten dan ook aan hoge intellectuele en sociale eisen voldoen. Voor het nemen van een belangrijk besluit, zoals een ernstige veroordeling, waren meestal twee zittingen nodig. Die zittingen moesten echter op twee achtereenvolgende dagen plaatsvinden. Er mocht geen dag tussen zitten. Dit was nu een probleem in het geval van Jezus. Het was in de nacht van Donderdag op Vrijdag. Op Vrijdagavond begon zowel de Sabbat als het paasfeest en dan kon er geen recht gesproken worden. Daarom kwam de Raad des ochtends heel vroeg voor de tweede maal bijeen onder voorzitterschap van Caiaphas, die toen al 11 jaar in functie was en die vermoedelijk goede relaties onderhield met de Romeinse procurator Pontius Pilatus.
Het Sanhedrin was zonder enige twijfel bevooroordeeld ten opzichte van Jezus. Dat was ook wel te begrijpen, want de belangrijkste religieuze groeperingen binnen de Raad, nl. de Sadduceeën en de Farizeeër, waren kort tevoren nog het mikpunt geweest van Christus onbarmhartige kritiek. Ze waren zeker niet vergeten dat ze door hem waren vergeleken met witgepleisterde graven, die van buiten wel mooi leken, doch van binnen vol verderf waren(Mattheüs 23). Ze waren uitgemaakt voor blinde wegwijzers, huichelaars, uitzuigers, slangen en addergebroed.
En Annas, die verantwoordelijk was voor de gang van zaken in de tempel, herinnerde zich nog heel goed hoe Jezus daar de geldwisselaars en alle handelaren in offerdieren en religieuze artikelen eruit had gegooid, onder het roepen van: Dit is een bedehuis en geen rovershol! (Marcus 11:15). De Sadduceen, die de sociale en economische aristocratie vormden, hadden bovendien weinig op met een barrevoets lopende armoedzaaier die hun glashard voorhield dat hoeren en tollenaars hen voor zouden gaan in Koninkrijk Gods (Mattheüs 21:31-32).
Het proces werd een schijnvertoning en een zwarte vlek op de eerbiedwaardige traditie van het Sanhedrin. De oude voorschriften werden met voeten getreden. Al de nachtelijke arrestatie was tegen de wet. De beschuldiging werd tijdens het proces wel driemaal veranderd. De getuigen waren vals en spraken elkaar tegen, er werd geen onderzoek verricht naar de juistheid der beweringen en er werd geen verdediging toegestaan. Zo werd dan de doodstraf voorgesteld op grond van godslastering. Het Sanhedrin mocht echter van de Romeinse bezetter niemand ter dood veroordelen. Dat recht had alleen de procurator Pilatus. Zodoende werd Jezus op vrijdagmorgen tussen 6.00 en 8.00 uur naar het hoofdkwartier van Pilatus gesleept, het Pretorium in het fort Antonia.
Pilatus had als Romein echter geen boodschap aan de beschuldiging van godslastering en dus werd de aanklacht wederom een aantal malen veranderd, en wel in aanzetten tot oproer, ontduiken van de belasting, verleiden van het volk en tenslotte ondermijning van het gezag van de Romeinse keizer.
In een vermoedelijk diepgaand privé-gesprek geraakte Pilatus onder de indruk van Jezus persoonlijkheid en integriteit en sprak hem vrij. De joodse leiders begonnen moeilijk te doen en dreigden over Pilatus een klacht in te dienen bij zijn hoogste chef, keizer Tiberius in Rome. Pilatus zag zijn carrière bedreigd. Als afleidingsmanoeuvre zond hij Jezus de Nazarener, die immers uit Judea stamde, naar de Joodse koning van die landstreek: Herodes Antipas, die toevallig vlakbij resideerde. Het was slechts 8 minuten lopen.
De Herodes was de zoon van Herodes de Grote, die ruim 30 jaar tevoren de massale kindermoord te Bethlehem had bevolen. Zèlf had hij een verhouding met zijn schoonzuster Herodias, op wier aandringen hij nog niet zo lang tevoren Johannes de Doper had laten onthoofden. In de ogen van het Joodse volk was Herodes Antipas dan ook een verachtelijk mens. Jezus bracht zijn minachting tot uiting door geen woord te zeggen en op geen enkele vraag te antwoorden. Bij de terugkomst van Jezus in het pretorium verklaarde Pilatus het toegestroomde volk dat ook Herodes niets strafbaars had gevonden.
Het publiek, dat vermoedelijk niet uit de beste elementen bestond, werd hierdoor niet bevredigd. Toen liet Pilatus Christus geselen. Op dat moment was de procurator even ver van het Romeins recht afgedwaald als Caiaphas van het Joodse. Het was niet juist geweest om Jezus naar Herodes te sturen en het geselen van iemand die zo pas onschuldig was verklaard, betekende een grove overtreding van de wet.
DE GESELING
Iedereen weet dat Christus gegeseld is, maar weinigen beseffen wat dat betekende. De veroordeelde werd geheel naakt met touwen aan een stenen pilaar gebonden. De armen gestrekt omhoog, het gezicht naar de pilaar. Er waren meestal twee soldaten die de geseling uitvoerden en ze sloegen om beurten met de zgn. flagrum, een Romeinse zweep. Deze bestond uit een kort handvat waaraan een tweetal taps toelopende leren riemen waren bevestigd. Aan het eind van de riemen waren hazelnootgrote loden kogels of de voetwortelbeentjes van een schaap bevestigd.
Met dit verschrikkelijke instrument werd de huid van de veroordeelde letterlijk aan flarden geslagen. De slagen werden systematisch toegediend vanaf de schouder tot en met de kuiten. Het aantal slagen was bij de Romeinen in wezen onbeperkt. Men keek gewoon hoeveel de veroordeelde kon verdragen.
Soms liep het aantal wel op tot honderd slagen. Dan zat er praktisch geen huid meer op het slachtoffer, dat dan meestal bewusteloos aan de touwen hing, omringd door een grote plas bloed. De geseling was bij de Romeinen een soort traditioneel voorprogramma bij de uitvoering van de doodstraf. De beschadiging van zoveel huid en de kneuzing van zoveel spierweefsel is in ernst te vergelijken met b.v. een zeer diepe verbranding van het halve lichaamsoppervlak. Deze verwonding kan zonder medische hulp na enkele uren tot dagen dodelijk zijn. Daarom had de Joodse wet het aantal slagen tot maximaal 39 beperkt. De Romeinen dachten daar echter anders over.
Na de geseling werd Jezus door de soldaten nog bespot. Ze deden hem een rode mantel aan, zetten hem een soort kroon van gevlochten doornige twijgen op en sloegen hem bovendien in het gezicht en op zijn hoofd.
De kroon, in de vorm van een muts was vervaardigd uit de gedroogde takken van de Zizyphus spina, een boom die vlijmscherpe doorns heeft van 2,5 cm lang, die gemakkelijk dwars door de schedelhuid kunnen boren. Hierna werd Jezus door Pilatus nog publiekelijk tentoongesteld met de beroemd geworden woorden Ecce homo. Ziet den mens! Het moet een deerniswekkend gezicht geweest zijn. Waarschijnlijk was één oog dichtgeslagen. Het bloed stroomde over zijn gezicht en uit zijn gebroken neus. Zijn kleding was met bloed doordrenkt. Mogelijk kon hij zich nauwelijks staande houden. Vermoedelijk hoopte Pilatus met deze vertoning bij het publiek medelijden op te wekken, zodat men hierbij zou laten. Doch dit gebeurde niet. Ook de ruilprocedure met de moordenaar Barabbas ging niet door. En Pilatus, als een echte ambtenaar, bang voor zijn carrière bezweek uit lafheid voor de chantage van het volk. Mattheüs, zelf een gewezen ambtenaar, beschrijft het sober: ...en hij gaf Hem over om gekruisigd te worden.
NAAR GOLGOTHA
De weg van Pilatus pretorium naar Golgotha, later genoemd de Via Dolorosa, is nauwelijks 600 meter lang en kan langzaam lopend in 12 minuten worden afgelegd. De weg is echter smal en hellend, de bestrating slecht en bovendien perste een mensenmenigte er zich nog doorheen. Langs deze weg moest Christus het zware dwarshout op zijn kapotgeslagen schouders dragen. Het lukte hem niet. Vermoedelijk viel hij enige malen en kon hij niet meer overeind komen. Het staat niet in de Schriften. Doch wèl is vermeld dat een willekeurige voorbijganger, genaamd Simon van Cyrene, die juist van het land kwam met zijn beide zonen, door de Romeinse bevelhebber werd gedwongen de dwarsbalk te dragen. De centurion gaf die order vermoedelijk niet uit medelijden, maar omdat hij er verantwoordelijk voor was dat de veroordeelden levend Golgotha bereikten en niet halverwege al door uitputting stierven. Op weg naar de excutieplaats mocht Jezus zijn eigen kleren aanhouden. Dat was een concessie aan de joodse wet, die naaktloperij niet toestond. Romeinse veroordeelden moesten geheel naakt hun dood tegemoet strompelen.
DE KRUISIGING
Het was het derde uur van de dag, naar onze berekening tussen 9 en 10 uur s ochtends, toen de stoet Golgotha bereikte. De groep bestond uit een peloton soldaten onder het bevel van een centurion, vele nieuwsgierigen, huilende vrouwen, wraakbeluste Farizeeën en Sadduceeën, de ontzette familie en vrienden en tenslotte de drie veroordeelden: Jezus en twee dieven die ook gekruisigd zouden.
De militairen boden de ter dood veroordeelden wijn met mirre of gal aan. Vermoedelijk werd dat mengsel beschouwd als een verdovend of pijnstillend middel. Enigszins als de laatste sigaret vóór de fusillering of het glas cognac dat men in Frankrijk de veroordeelden bij de guillotine aanbood.
Christus weigerde te drinken. Toen werden de kleren van zijn lichaam getrokken. Deze plakten zonder twijfel aan zijn kapotgeslagen rug, die vermoedelijk dan ook meteen weer ging bloeden. Met zijn rauwgegeselde schouders moest hij op de houten balk, het patibulum, gaan liggen. De spijkers werden door de polsen geslagen en daarna werd het patibulum waaraan hij hing op de ruwe verticale stipes geplaatst. Enkele ogenblikken later sloeg men met een 20 cm lange vierkante spijker zijn beide voeten aan de paal vast. De doodsstrijd begon. De martelende keuze tussen verstikking en verscheurende pijn. Knieën strekken, adem halen, vlammende pijn in de voeten, knien buigen, lichaam laten zakken, verscheurende pijn in de polsen, heftige benauwdheid en dan toch maar weer de knieën strekken in een langzame, dodelijke cadans. De beide armzalige dieven vochten links en rechts op dezelfde wijze hun uitzichtloze strijd om een beetje lucht.
Opdat moment hing aan de andere kant van de stad even buiten de zuidelijke stadsmuur de discipel Judas al dood aan een boom. Vertwijfeld door wroeging had hij zelfmoord gepleegd.
Op het zesde uur (omstreeks 12.00 s middags) kwam er een duisternis over het gehele land. Dit werd mogelijk veroorzaakt door een zandstorm, een zgn. chamsin, waarvan het stof de zon verduisterde.
De doodsstrijd ging toen naar een climax. Het zweet liep als water langs zijn lichaam, waarvan de temperatuur tot een hoge waarde steeg. Medisch heet die hyperthermie. De spieren verkeerden in een continue kramptoestand. De ontwrichte polsen en voeten deden ondraaglijk pijn. Door bloedverlies, extreem zweet, dorst en oedeemvorming ten gevolge van de geseling, was het circulerend bloedvolume sterk verminderd. De bloeddruk daalde, de hartslag werd steeds sneller. De biochemische samenstelling van het sterk verzuurd bloed was mede door enorm zoutverlies, nauwelijks nog met het leven verenigbaar.
Het hart begon het op te geven. Er ontstond een zogenaamde de compensatio cordis, waardoor er vocht in de longen kwam. Longoedeem heet dat. De ademhaling werd reutelend. Het hart sloeg onregelmatig. Er was een ondraaglijke dorst. Doch voorbijgangers bespotten hem, en onder het kruis verdeelden de soldaten de kleren en dobbelden zij om het overkleed van de Koning der Joden.
HET STERVEN
Mattheüs rapporteert dan verder: Omstreeks het negende uur (± 3.00 uur s middags) riep Jezus met luider stemme zeggende: Eli eli, lama sabachtani? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?
Het is de beginregel van de 22ste psalm van David. Als groot kenner van de Tenach, de Joodse Schrift, moet Jezus deze passage uit het hoofd hebben gekend. De psalm, meer dan 700 jaar voor de kruisiging van Christus geschreven, schildert met profetische helderheid wat op Golgotha geschiedde:
Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten
Verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht...
Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht
mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste...
Een bende boosdoeners heeft mij omsingeld
die mijn handen en voeten doorboren
ze kijken toe, ze zien met leedvermaak naar mij
zij verdelen mijn klederen onder elkaar
en werpen het lot over mijn gewaad....
Tenslotte wendde de stervende zich nog eenmaal tot de soldaten: Ik heb dorst.
Op de executieplaats stond een kruik gevuld met zure wijn zoals de Schrift dit vermeldt. Deze zure wijn werd door de Romeinen posca genoemd. Het was een soldatendrank, die bestond uit een mengsel van wijn, water, azijn en geklutste eieren.
Eén van de legionairs reikte Jezus een spons aan die gevuld was met deze posca. Nadat de stervende Christus ervan gedronken had, zei hij: Het is volbracht. Johannes vermeldt: En Hij boog het hoofd en gaf de geest.
HET EINDE VAN DE DAG
De Vrijdag ging ten einde en de Sabbat, waarop dat jaar tevens het Joodse Pasen viel, naderde. En op Sabbat mochten er geen Joodse lijken aan het kruis blijven hangen. Daarom waren er al leden van het Sanhedrin naar Pilatus gegaan om hem te vragen de executie te beëindigen door de benen van de veroordeelden met het crurifragium te doen verbrijzelen. De ervaring had immers geleerd dat de dood dan spoedig door verstikking intrad. Dit gebeurde bij de beide dieven, doch niet bij Jezus, want die was toen al gestorven. Pilatus wilde dit aanvankelijk niet eens geloven, toen een zekere Jozef van Arimatea, een vooraanstaand lid van het Sanhedrin, hem dat kwam vertellen. Pilatus ontbood de commandant van het executiepeloton, de hoofdman over honderd, zoals de Statenbijbel het woord centurion vertaalt. Die bevestigde de mededeling van Jozef van Arimatea. Hoewel lid van de Grote Raad, had Jozef niet meegedaan met het schijnproces. Hij sympathiseerde in het geheim met de rabbi uit Nazareth en hij vroeg namens de familie het stoffelijk overschot op. Dat werd hem ook gegeven, nadat het hart van de dode met een lans was doorboord. Zo luidden immers de Romeinse reglementen.
Het Schriftwoord was vervuld:
Geen been zal van Hem verbrijzeld worden, en ...zij zullen zien op Hem die zij doorstoken hebben. (Johannes 19:36-37).
WAT DOEN WE MET PASEN?
De verschrikkelijke Passie van Pasen was voorbij. De Joodse wet was ernstig overtreden, evenals de Romeinse. Naast het klassieke Joodse paasfeest, dat de verlossing uit de Egyptische slavernij herdenkt, zou een ander paasfeest ontstaan. En hoewel Jezus Christus als vrome Joodse rabbi was gestorven, werd zijn dood de aanleiding tot het ontstaan van een nieuwe religie, het christendom.
Het is bekend hoe deze twee religies in de loop der eeuwen steeds verder uit elkaar groeiden. Het spanningsveld daartussen heeft aanleiding gegeven tot gruwelen die miljoenen het leven hebben gekost.
Toch heeft de rabbi Jezus van Nazareth niet anders gedaan dan bij voortduring wijzen op het meest waardevolle dat het Joodse volk in zijn wetten de mensheid had aan te bieden. Het belang hiervan werd zelfs aan de orde gesteld door een Farizeeër. Deze vroeg Jezus eens: Meester, wat is het grootste gebod in onze wet?
En de Meester antwoordde, verwijzend naar Leviticus: Gij zult de Here, Uwe God liefhebben met geheel Uw ziel, met geheel Uw hart, uit geheel Uw verstand en uit geheel Uw kracht. En het tweede, daaraan gelijk ? is: Gij zult Uw naaste liefhebben als Uzelf. Een ander gebod, groter dan deze bestaan niet. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de Profeten. (Mattheüs 22:36-40, Marcus 12:30-31).
Het is deze boodschap waarvan de geharde centurion van het executiepeloton misschien een vaag vermoeden kreeg toen hij aan het eind van die verschrikkelijke Vrijdag de dode in het gezicht keek en met militair respect opmerkte: Vere, hic homo iustus erat!:
Waarlijk dèze mens was rechtvaardig! (Lucas 23:47).
Geraadpleegde literatuur:
Barbet, P. A doctor at Calvary, Image Books, New York (1963); Bucklin, R. The legal and medical aspects of the trial and death of Christ, Med. Science and Law p. 14-26 (1970); Bucklin, R. The shroud of Turin: a pathologists viewpoint, Legal Medicine Annual (1981: Humphreys, C.J. and Waddington, W.G. Dating the crucifixion, Nature vol. 306 p 743-746 (1983); Jonhson Ch. D. Medical and cardiological aspects of the passion and crucifixion of Jesus, the Christ, Bol. Asoc. Med. P. Rico vol. 70 no. 3 p. 97-102 (1978); Mannix, D.P. The history of torture, Dell, New York (1983); Wilcox, R.K. The shroud of Turin, Macmillan Pub. Co.
Het avondmaal is niet door mensen bedacht. De Here Jezus heeft het avondmaal ingesteld op de laatste avond die Hij met Zijn leerlingen (discipelen) doorbracht. De volgende dag werd de Here Jezus gevangen genomen, gekruisigd en gedood.
Toen de discipelen en de Heer in een klein zaaltje de Paasmaaltijd vierden, dachten zij terug aan de bevrijding van het joodse volk uit Egypte. Jaarlijks kwamen duizenden joden uit alle windstreken in Jeruzalem samen om dit feest te gedenken. Ook Jezus. Men at dan ongezuurd brood, bittere kruiden in zoete saus, en een stukje van een geslacht lam. Ook ging enkele malen een beker wijn rond. Er werd gezongen, en men vertelde de geschiedenis van de uittocht, dat de joden slaven in Egypte waren geweest, en hoe God wonderen had gedaan en de farao had gedwongen om Zijn volk te laten gaan. Alle eerstgeboren kinderen waren gestorven, behalve bij de Joden die hun deurposten met het bloed van een lam hadden ingestreken. Het waren bittere tijden geweest, en zoete tijden - het Paaslam betekende uitredding. - (Exodus 12)
Tijdens de Paasmaaltijd nam Jezus één van de ongezuurde broden, sprak een dankzegging uit, brak het en gaf het aan de anderen door. Daarbij sprak Hij de woorden: ", eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis". - (Mattheüs 26:26; Markus 14:23 Neemt; Lukas 22:19; 1 Korinthiërs 11:24) Na de maaltijd nam Jezus een beker, sprak ook daarover een dankzegging uit, en zei: "Drinkt allen daaruit, want dit is het bloed van mijn nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden; doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis". - (Mattheüs 26:28; Markus 14:24; Lukas 22:20; 1 Korinthiërs 11:25)
Feitelijk stelt Jezus Zichzelf voor als een Lam dat voor hun zonden werd geslacht. Hij vraagt de discipelen tweemaal om bij de maaltijd aan Zijn dood te blijven denken. De apostel Paulus vat het zo samen: "Zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij komt." - (1 Korinthiërs 11:26) Bij het avondmaal staan we dus stil bij de dood van de Here Jezus. Zijn lichaam en bloed werden geofferd voor vergeving van onze zonden. Daarom denken we bij het eten aan Christus' verbroken lichaam en bij het drinken aan Zijn vergoten bloed - want vergeving van binnen, in ons hart, hebben we nodig. Brood en wijn zijn niet letterlijk Christus' lichaam en bloed. Het avondmaal is een verkondiging, zegt Paulus, ter nagedachtenis.
Wijsheid en ingehouden emotie. Jezus voelt aan dat wat Hij aan zijn discipelen kwijt wil, niet zal overkomen. Het is gewoon te veel. Hij stelt het uit tot later, en laat het over aan zijn Geest. We zijn bevoorrecht dat Gods Geest ons nog zoveel van Hem wil leren. Beseffen we dat, en staan we er open voor? Anderzijds heeft Jezus er behoefte aan zijn hart te delen met zijn vrienden. Het is zijn afscheidsboodschap. Maar ze kunnen het niet aan. Wat moet Hij Zich af en toe ontzettend alleen gevoeld hebben. Laten wij dagelijks naast onze onmacht ook onze bereidheid tot Hem uitspreken.
Het is geen gemakkelijke boodschap. Gelukkig staat de Geest van de waarheid hen en ons terzijde. Hij zal getuigen van de Heer Jezus. Dat geeft ons steun in ons getuigen. Getuigen is trouwens wel heel iets anders dan overtuigen. Overtuigen, daar zijn wij niet toe geroepen. Misschien schiet ons getuigen daar wel eens in door. Wat wij moeten doen, is dicht bij Hem blijven en met Hem leven. En dan alleen anderen vertellen wat we zelf met Hem beleefd hebben. Niet napraten dus, geen aangeleerd getuigenis opzeggen, maar echt getuigen. Dat komt aan.
Wat is de Bijbel toch een verrassend boek. Hoe vaak je het Boek van God ook hebt gelezen, Gods woorden komen telkens opnieuw naar je toe.
Nu, in de adventsdagen, lees ik nog eens in het boek van de profeet Micha. Daarin wordt gezegd hoe de Heer zal handelen met de vijanden van zijn volk: 'Zij zullen stof lekken als een slang, als kruipend gedierte der aarde.'
En dan zet het Woord opnieuw in: 'Wie is een God als U?'
Je zou verwachten dat daar op volgt: '... die met uw en onze vijanden radicaal weet af te rekenen tot het einde toe.'
Maar dát staat er niet.
Er staat héél wat anders:
'Wie is een God als U, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat; die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft aan goedertierenheid!'
Onwillekeurig zeg je dat nog eens na: Een welbehagen aan goedertierenheid!
En dan gaat de profeet verder in forse beelden: 'Hij zal onze ongerechtigheden vertreden.' Hij trapt ze stuk, Hij wil er niets meer mee te maken hebben. Maar nee, dat beeld is nog niet fors genoeg, want dan volgt:
'Ja, U zult al onze zonden werpen in de diepten van de zee.'
De opdracht van de Heer Jezus is kort maar duidelijk: blijft in mijn liefde. Maar wat betekent dat? Hoe doe je dat? We proberen ons in te denken hoe Hij ons liefhad, want daar verwijst Hij naar. Hij had ons zo lief, dat Hij uit de hemel gekomen is, dat Hij als een klein, kwetsbaar kind geboren wilde worden, om uiteindelijk, na alles meegemaakt te hebben wat wij ook zouden kunnen meemaken, te sterven aan het kruis. Om daar in onze plaats Gods oordeel te dragen. Zo lief had Hij ons. Daarin blijven, dat vasthouden, dat steeds beseffen: Híj heeft alles gedaan. En zo elkaar liefhebben, dat hoort erbij.
Myrtle Beach in South Carolina (USA) maakt zich op om van 13 tot 23 mei één van 's werelds grootste massamanifestaties voor motorrijders te organiseren. Er zullen meer dan twee beertjes nodig zijn om broodjes te smeren voor, naar schatting 750 000 bezoekers. Niet meteen de plaats voor doetjes. Wie de bikerwereld kent, weet dat de heel zware jongens niet veraf zijn. Drugs, seks, opzwepende muziek, nooit bang om een robbertje te vechten en graag randfiguur van de maatschappij. In dit ruige wereldje begeven zich de Rugged Cross Riders America, christelijke motorrijders, die hun bekering aanwenden om de "zware jongens" tot Christus en nieuw leven te brengen. Moordenaars, dieven, hoeren, drugs- drank- of gok-verslaafden, het maakt hen niets uit. Ze gaan ervoor, net zoals Jesus toen. Om beter inzicht te krijgen in de aanpak van de Rugged Cross Riders met dergelijke problemen zendt Rugged Cross Riders Belgium een afgevaardigde, om ook in België doelgerichter en efficiënter te kunnen werken.
Daar waar Jezus zich tot alle bevolkingslagen van zijn tijd richtte, met speciale voorkeur voor de verschoppelingen, richten de Rugged Cross Riders zich voornamelijk tot deze laatste categorie. De RCR geeft in Myrtle Beach gratis ontbijt, middag- en avondmaal. Dit geeft hun de kans om tijdens de maaltijden, met deze mensen over God en het verlossend werk van Jezus te praten. Met een tankstation werd afspraak gemaakt, dat ze gratis benzine mogen uitdelen, om onder het tanken over Gods genade te kunnen spreken. Naast deze 'gratis' pakketten zullen de Rugged Cross Riders, in samenwerking met tal van christelijke motorclubs, meermaals een bikerchurch houden, waar mensen in een openluchtdienst het evangelie kunnen horen. De meeste mensen die hierop aanwezig zullen zijn, leven buiten de maatschappij, wat zich uit in de verschillende optredens die in Myrtle Beach plaatsvinden.
POW-MIA
Een andere mega-organisatie is POW - MIA (Prisoners of War - Missing in Action). Hieraan nemen oorlogsveteranen van WO2, Korea, Vietnam, Irak en Afghanistan deel als biker, om met de opbrengsten van het grootste 'goede doel' door motorrijders georganiseerd, de nabestaanden van de gesneuvelden of vermisten te ondersteunen. Het is één grootse, twaalfdaagse optocht/herdenking, die op verschillende plaatsen, over meerdere staten wordt gehouden. Ook hier zijn de RCR en andere christelijke clubs aanwezig om zoveel mogelijk bikers te bereiken met het evangelie.
U-TURN
Dit is een christelijk ontwenningscentrum dat zich richt op zware drugsverslaafden. Vanuit bijbelse principes hebben ze een "twaalf stappen programma" opgezet, vergelijkbaar met de christelijke 'anonieme alcoholiekers'. De verslaafden hebben elke dag bijbelstudie en bidstonde, zodat ze in hun ontwenningsperiode begeleid worden met Gods Woord. Graag zouden we dit systeem in België invoeren, mits een kleine aanpassing aan onze cultuur. Bijbelse principes en omgaan met verslaving kennen internationaal geen verschil. In samenwerking met een Antwerps christelijk centrum voor verslaafden (Nederlandse zendelingen) willen we dit alles in de praktijk omzetten.
Zoals je merkt, zal het een zeer drukke maand worden, waarin we veel mensen kunnen dienen, ons focussen op evangelisatie en vooral veel bijleren over hoe men in de USA allerlei zaken en problemen aanpakt. Problemen kennen geen grenzen, ook bij ons kennen we verslaafden, zware bikers, ...
Daarom sturen we deze brief / e-mail en vragen we of u deze aan iedereen die je kent wil doorsturen. We zijn op zoek naar mensen die heel hard voor ons willen bidden. Gebed is ons sterkste wapen. We kunnen niet genoeg gewapend zijn als we ons met Jezus' vlag zullen begeven op de vijand zijn territorium. Deze maand, alsook nadien zullen we een aparte website (Blog) hebben waarop we alle foto's, info en gebedspunten doorgeven. Website : www.ruggedcrossriders.be/usa Ook willen we na deze periode gerust eens langskomen in jouw kerk of gemeente, om uitleg te geven over wat we daar hebben gezien/ geleerd en hoe we dit zullen toepassen in onze bediening in Vlaanderen.
Mocht de Here het je op het hart leggen om naast gebed ons / of dit project financieel te steunen, kan dat op rekeningnummer : 979-6517706-87 met mededeling : HULP USA . Voor internationale overschrijvingenen : IBAN : BE67979651770687 BIC : ARSPBE22
-- Spider
Call me (from USA) : 1-803-937-4200 (Columbia, South Carolina) Call me (SipPhone) : 1-747-2445-528 (internet phone)
De Korachieten zouden goede Israël-correspondenten zijn. Goede journalisten, met een evenwichtige en eerlijke berichtgeving. Daar hebben we in onze dagen wel eens behoefte aan. Tussen al het verbaal geweld over onrecht, terrorisme, onderdrukking en bezetting, zou het een verademing zijn iets te lezen van een correspondent die de problematiek in de juiste proporties ziet. Maar ja, bestaat die? De Korachieten doen op zijn minst een goede poging in die richting. Hun poging kan ons helpen in de strijd tussen alle pro's en contra's. En misschien zelfs verder: ook de strijd in ons eigen leven.
Ze bezingen Sion, de stad van God, gesticht op heilige bergen. Bergen die zijn toegewijd aan God. Afzondering voor of toewijding aan God is het vaste fundament waarop de stad is gebouwd. Direct die gewetensvraag maar even: hoe is dat bij ons? Waar bouwen wij op? Is het echt heiligheid, afzondering voor en toewijding aan God, of is er nog veel van onszelf en voor onszelf bij? Voor Jeruzalem, voor Sion, is het eerste het geval. Wordt het daar makkelijk van? Nee. De stad ligt vanaf het begin van haar ontstaan in meerdere of mindere mate onder vuur. Iedereen maakt er aanspraak op, en menige partij zou haar liever vernietigen dan in handen van de tegenstander laten vallen. Omdat het een heilige stad is. Misschien is dat het misverstand: Jeruzalem is de stad van God. Geen mens, maar God heeft er recht op! God ziet Jeruzalem als het centrum van zijn bemoeienis met de aarde.
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….