Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
20-10-2007
JEZUS HELPT
JEZUS HELPT
Toen ik op een morgen op weg was naar mijn werk, zag ik een groot aanplakbiljet met een uitnodiging voor een evangelisatiesamenkomst. Als blikvanger stond er met duidelijke letters op: 'Jezus helpt!' Wat een mooie woorden,' dacht ik, 'en zo goed leesbaar.' De dag daarop las ik: 'Jezus helpt toch niet!' Iemand had met een viltstift eronder geschreven: 'toch niet!' Hier moest ik over nadenken. Wie zou die iemand geweest zijn? Een jongeman misschien die moedeloos was, omdat hij niet meer op kon tegen de zonde, de verleiding van drugs of van alcohol? Een moeder van een groot gezin, die te maken had met allerlei zorgen en problemen? Een gehandicapte? Iemand met een kwaal, zonder uitzicht op herstel? Ik zou die voor mij onbekende 'iemand' willen toeroepen: 'En toch helpt Jezus!' Hij helpt verloren mensen om de weg naar God te vinden. Hij is in de wereld gekomen om zondaren zalig te maken. Als wij Hem aangenomen hebben, helpt Hij ons door voor ons te bidden. Hij is een Helper groot van kracht, altijd bereid te helpen, hoe de omstandigheden ook zijn.
De gereedschappen van de Timmerman waren in conferentie.
Broeder Hamer was voorzitter. De vergadering deelde hem mee dat hij maar beter kon vertrekken, omdat hij veel te luidruchtig was. Maar hij zei: 'Als ik deze werkplaats moet verlaten, dan moet broeder Boortje ook verdwijnen. Hij is zo onbetekenend, dat hij heel weinig indruk maakt.' Broeder Boortje stond op en zei: 'Goed, maar broeder Schroef moet ook gaan. Je moet hem maar ronddraaien en nog eens ronddraaien om hem ergens te krijgen.' Toen zei broeder Schroef: 'Als u dat werkelijk wilt, zal ik gaan, maar dan moet broeder Schaaf ook verdwijnen. Hij werkt maar aan de oppervlakte, daar zit geen diepte in.' Daarop antwoordde broeder Schaaf: 'Als ik me terugtrek, dan moet broeder Duimstok hetzelfde doen, want hij is altijd bezig anderen te meten, alsof alleen hijzelf maar juist is.' Broeder Duimstok beklaagde zich op zijn beurt over broeder Schuurpapier: 'Hij is veel te ruw en hij is altijd tegen de draad in.'Terwijl de discussie nog volop aan de gang was, kwam de Timmerman van Nazaret de werkplaats binnen. Hij trok zijn werkkleed aan en ging naar de werkbank om een tafel te maken. Hij gebruikte de zaag, de schaaf, de hamer, het schuurpapier, het boortje, de schroef en alle andere gereedschappen. Aan het einde van de dag was de tafel klaar. Toen stond broeder Zaag op en zei: 'Broeders ik heb gemerkt dat wij allemaal medewerkers van God zijn.'
Alle kritiek in deze gelijkenis mocht op zichzelf waar zijn, maar toch kon de Meester hen allen gebruiken. Ieder werd gebruikt voor het doel waartoe hij bestemd was. De schaaf werd niet als hamer gebruikt, noch de schroef als duimstok.
Wij gedragen ons vaak net zo als de gereedschappen in deze gelijkenis. Wij maken ons druk over anderen, omdat zij de dingen niet doen op de manier waarop wij denken dat zij het moeten doen. Laten we toch voorzichtig zijn met het afkeuren van de gereedschappen van God. Laten wij in nederigheid de ander uitnemender achten dan onszelf (Filippenzen 2:3).
Ik raakte in gesprek met een man over de reden waarom hij zijn kerkelijke gemeente had verlaten. Hij was jarenlang zeer actief geweest in vele opzichten, maar hij begon te zien dat het allemaal eigenlijk om de eigen gemeente draaide.
Het was een klein groepje christenen waar hij bij hoorde, ze hadden zich afgescheiden en kerkten in een zaaltje van een bestaande kerk. Dus de diensten waren 's middags. Aan het begin van de middag moest alles klaargezet worden, de stoelen, de muziekinstrumenten, en na de dienst moest alles weer afgebroken worden. Ze waren er haast de hele zondag mee bezig en zo was het ook met veel andere activiteiten. Het vroeg veel tijd en geld, maar kwam eigenlijk alleen maar de gemeente ten goede.
Hij begon in te zien dat dit niet de manier was om licht en zout voor de wereld te zijn en zo hadden hij en zijn vrouw om zich heen gekeken naar een gemeente die wat meer openstond voor het 'dienstbaar zijn in de wereld'. Zo kwamen ze uiteindelijk bij een levendige evangelische gemeente terecht waar ook de kinderen aansluiting vonden bij veel andere kinderen.
Maar ondanks dat ze zich erg thuisvoelden in deze gemeente, probeerden hij en zijn vrouw ervoor te waken om niet weer 'alleen maar' met de gemeente bezig te zijn. Bewust zochten ze ook activiteiten buiten de gemeente.
Hun verhaal sprak mij erg aan. Ik vertelde dat ik eens uitgenodigd was om voor te gaan in een kerkdienst in een dorpje waar drie kerken met elkaar concurreerden. Ik hoorde dat pas later, was welgemoed naar de kerk getogen die mij had uitgenodigd en was heel verbaasd om daar slechts een handjevol mensen te zien zitten. Het waren de koster en zijn vrouw, een dienstdoende ouderling, een diaken en enkele bejaarden.
Ik vroeg na de dienst hoe ze het konden betalen om nog diensten te houden, maar het geld was geen probleem, werd mij verteld. Toen heb ik gezegd, dat ik het niet verantwoord vind om geld op deze manier uit te geven en dat ik er daarom ook niet meer wilde voorgaan.
Later vroeg ik mijzelf af of het geen hoogmoed van mij was geweest, omdat het niet leuk is om een dienst te houden voor een handjevol mensen. Maar dat was het niet. Het was, omdat ik gewoon zeker wist dat God niet blij is met deze manier van gemeente zijn. Geld van God voor zijn werk in de wereld wordt zo slechts gebruikt om het eigen gelijk en gemak in stand te houden.
We zijn gezegend om tot zegen te zijn, niet om in kringetjes om ons eigen gelijk te draaien.
Het deed mij een beetje denken aan de parketschuurmachine die we eens hadden gehuurd. Het ding schuurde zo krachtig op de plek waar je hem liet draaien dat je goed heen- en weer moest blijven lopen en ook vooral in alle uithoeken moest schuren. Lette je even niet op en bleef je staan op dezelfde plek, dan ontstond daar zomaar een soort kuil.
Zo moet ook een gemeente geen zitkuil voor het eigen gemak worden!
In een park van een grote stad in Duitsland staat een reusachtig schaakspel van ongeveer vijf bij vijf meter. De figuren van het spel reiken tot de knie. Je loopt op de zwarte en witte vierkanten en verplaatst de figuren zet na zet. Twee mannen speelden een partijtje op dit grote bord. Een kring van mensen stond toe te kijken. Zwart was aan de winnende hand en wit scheen hopeloos te verliezen. Dan komt een jongeman naar voren en vraagt of hij aan de witte kant mee mag spelen. Beide partners vinden het goed. De speler met zwart voelt zich zeker van zijn zaak. Maar na een paar zetten is de partij door wit gewonnen. De derde man was een internationaal schaakgrootmeester! Je zou kunnen zeggen: een onverwachte redding van een hopeloze partij.
Dit illustreert wat in 2 Timoteüs 1:10 staat: 'Jezus Christus, die de dood van zijn kracht heeft beroofd en leven en onvergankelijkheid aan het licht heeft gebracht.' Jezus is de echte Overwinnaar. Toen alles hopeloos leek, overwon Hij de hel en al zijn machten!
Het gebeurde tijdens een evangelisatiecampagne. Iedere avond werd ik keurig begroet door een oude dame en door haar hond, die bij haar was. Als het 'vrouwtje' mij een hand gaf, sprong hij tegen me op en gaf pootjes. De oude dame zat altijd op de eerste rij en de hond zat aan haar voeten. Ze waren allebei opmerkzame toehoorders. Als we voor het gebed opstonden, dan keek het dier naar het vrouwtje en stond ook op. Als wij gingen zitten, dan ging de hond ook zitten. Hij had zich zo goed aangepast aan zijn omgeving dat hij helemaal meedeed.
Veel mensen lijken op die vrome hond. Ze gaan naar de kerk, ze doen in alles mee, ze hebben zelfs kerkelijke tradities en godsdienstige gewoonten. Maar ze zijn geen echte gelovigen, ze passen zich alleen maar aan, ze doen alsof. Ze zijn niet wederom geboren. Nu is een schijnbaar vrome hond geen arme hond, maar een schijnbaar vroom mens is wel een arm mens. Want hij heeft geen zekerheid van de vergeving van zonden. Die krijg je ook niet door braaf mee te doen, maar alleen door het geloof in Jezus Christus!
Wij leven eigenlijk 'op krediet'. Wij mogen gebruik maken van ons leven, maar er komt een keer een afrekening. 'Koop nu, betaal later', zeggen stemmen om ons heen. Ze laten ons via allerlei reclame weten dat we slechts hoeven te genieten. En dat genieten schijnt dan altijd alleen maar te kunnen door middel van duur betaalde zaken. Maar dán komt de afbetaling... Maand na maand komen de rekeningen binnen. Het ene gat wordt met het andere gedicht, tot er niets meer te dichten valt. Dan vallen letterlijk de gaten in het bestaan en zijn er alleen nog maar schulden. Zo kan ons leven er ook uit gaan zien als we er te zorgeloos mee omgaan en als we ons laten verleiden door al die stemmen om ons heen. Dan zijn we als het ware overgeleverd aan een corrupte geldschieter en zakkenvuller. Eerst wil hij ons vriendelijk van dienst zijn, maar langzamerhand komt zijn ware aard boven en worden we uitgeknepen als een citroen. God heeft een heel ander leven voor ons op het oog. Van Hem krijgen we ons leven zelfs niet op afbetaling, maar gratis. Genade heet dat, en dat is voor iedereen die zich tot Jezus wendt. Die mag zijn leven op afbetaling en vol schulden inruilen voor een echt leven als rijk mens.
Misschien zijn wij geneigd - bijna gedachteloos - de schriftgeleerden te veroordelen. Maar hier komt de vraag ook op ons af: hoe zit het met ons hart? Is onze godsdienst misschien ook een uiterlijke dienst en moet het er vooral van de buitenkant goed uitzien? Zijn we uit op een complimentje of op aanzien? Het is wel eens goed op dit punt je eigen hart te onderzoeken. Onze dienst moet geen uiterlijke schijn zijn. Laten we ons niet beter voelen dan anderen, maar ons bewust zijn van de genade die de Heer ons wil geven om Hem oprecht te dienen.
Philippus van Macedonië, de vader van de beroemde Alexander de Grote, werd tijdens een worstelwedstrijd in het zand geworpen. Toen hij weer opstond en de afdruk van zijn lichaam in het zand zag, merkte hij op: 'Wat een klein stukje grond is voldoende om ons te omvatten als we dood zijn. En wat sloven we ons uit om de hele wereld te bezitten, terwijl we nog leven.' Deze wijsheid weerhield de zoon van Philippus er echter niet van om toch maar een zo groot mogelijk stuk aarde aan zich te onderwerpen.
Velen zijn hem in dit streven gevolgd. Wat is het doel van ons leven? De verwachting van christenen reikt verder dan het graf. Wij hebben tot voorbeeld de geloofsgetuigen van Hebreeën 11. Zij leefden met een belofte die tijdens hun leven niet verwerkelijkt werd. Hun oog was gericht op de toekomst, op de stad waarvan God de architect en bouwmeester is. Dat bewaarde hen ervoor in deze wereld naar macht en invloed te streven. Zij beleden dat ze hier op aarde vreemdelingen en bijwoners waren. Dat is ons tot voorbeeld.
De rijke overste kon geen afstand doen van zijn bezittingen. De discipelen hebben dat wel gedaan. De Here Jezus vertelt hun nu dat ze daar geen spijt van zullen krijgen, hoewel hun beloning niet in geld is uit te drukken. Dat geldt ook voor ons. Tegenover alles wat en allen die we hebben verlaten, staat de Here Zelf. Als Hij niet het motief is voor de dingen die we doen, komt er ook voor ons een moment dat we afhaken. We zullen in de keus om Hem ten koste van alles te volgen getest worden. We volgen namelijk een verachte en verworpen Christus. Dat wil zeggen dat we niet hoeven te rekenen op de waardering van de mensen om ons heen. Hebben wíj dat begrepen?
Soms lees ik over mensen die grote dingen voor God doen. Het lijkt alsof bepaalde dingen hen moeiteloos afgaan. Neem bijvoorbeeld Petrus die rustig kon slapen in de nacht voordat hij ter dood veroordeeld zou worden (al werd hij uiteindelijk die nacht door een engel bevrijd). Of denk aan mensen die ondanks martelingen en gevangenschap vast konden houden aan bepaalde waarheden. Je vraagt je dan af hoe jij het er in zo'n situatie vanaf zou hebben gebracht.
Er zijn grote Godsmannen en -vrouwen die tot heel bijzondere daden kwamen. Daar is echter wel het een en ander aan vooraf gegaan, waar wij meestal geen zicht op hebben. Denk bijvoorbeeld aan Abraham die notabene zijn eigen zoon moest offeren. Of aan de profeten Jesaja, Jeremia, of Jona. Of Johannes de Doper: wat een bijzondere figuren waren dat.
God stelt strenge eisen aan zulk 'personeel'. Dat bleek wel bij de zonen van Aäron, die als priesters verkeerd vuur offerden.
Die dingen overdenk ik soms, als ik lekker comfortabel in mijn warme bed lig. Ik weet niet of het voldoende is, maar ik troost mij dan met de woorden uit Efeziërs 4:7: 'Aan ieder van ons is de genade gegeven naar de maat van de gave vanChristus.'Ik doe dan maar zo goed mogelijk wat mijn hand te doen vindt en tel mijn zegeningen. God ging zijn weg met hen en zodoende zijn zij als het ware in de 'vuurlinie' terechtgekomen. Maar daar, in de vuurlinie, moeten strenge eisen gesteld worden. Daar redden grote Godsmannen of -vrouwen het ook niet met wat gebeden en met op zondag naar de kerk gaan. Er hoort een heel ander leven bij.
Dat geldt ook in de maatschappij, bij de ME of bij de brandweer of bij bepaalde legeronderdelen. Daar kun je niet zomaar deel van uitmaken Er hoort een intensieve training en opleiding bij, naast een aantal specifieke karaktereigenschappen.
Zo leidt God, denk ik, ook zijn mensen op die Hij in de vuurlinie wil hebben. En dan kan het er soms ongewoon aan toegaan.
We zien het lang niet altijd aan de dingen om ons heen. Als we oppervlakkig kijken naar de dingen die in de wereld gebeuren, kunnen we gaan twijfelen. Maar hier staat het duidelijk: Gods liefde duurt eeuwig. Hij is de Alpha en deOméga.Die is, die was en die komt. De Onveranderlijke. En zo kunnen we nog veel meer namen voor Hem vinden. Als we Hem namen toedichten, brengen we onder woorden wie Hij in wezen is. En daarmee maken we zijn naam groot. God heeft zijn grote trouw bewezen door zijn daden door de eeuwen heen. Een voorbeeld? Hij schenkt verlossing aan zijn volk, ondanks hun steeds weer terugkerende ontrouw. Dat deed Hij in de tijd van het Oude Testament, maar dat doet Hij ook nu, bij u en bij mij. Hij verloste de Israëlieten uit Egypte, Hij verloste ons uit de macht van de duisternis. Hoeveel geduld heeft Hij niet dagelijks met ons. Merken we zijn liefdevolle handelen met ons wel voldoende op? Laten we opmerkzaam zijn en Hem dagelijks de eer brengen die Hem toekomt.
Gisteren kreeg ik van mijn moeder een artikel toegestuurd. Het betrof een interview met auteur Joep Schrijvers, die een voorstander is van het zogenaamde lummelen. De bedoeling van mijn moeder was duidelijk; ze heeft zich vaker bezorgd uitgelaten over mijn drukke bestaan - en gelijk heeft ze. Daarom citeer ik hier uit het betreffende interview; misschien hebt u er ook wat aan.
'Genot en vreugde horen bij de huidige economische orde. We worden voortdurend opgehitst en geprikkeld. Vraag is echter: ben je slaaf of meester van je emoties? Word je voortgedreven en opgejaagd of ben je nog in staat zelf keuzes te maken wat je wel of niet gaat doen? Kun je nog wel echt genieten?
We willen het maximale uit het leven halen. Onder het mom dat het leven een eenmalige aanbieding is en de opiatenfabriek in onze hersenen de hele tijd in bedrijf is, willen we voortdurend pieken. We willen kinderen, een baan, promotie maken, consumeren. Zelfs in de vakantie houden velen ditzelfde tempo aan: we willen er alles uithalen en zo veel mogelijk beleven. We genieten niet meer echt en rusten niet uit. Dus komen we bekaf thuis. Veel beter zou het zijn om maar wat te lummelen. Als je daar een licht schuldgevoel bij hebt - ik moet eigenlijk nog zoveel - dan ben je op de goede weg.''Dat laatste, genieten en uitrusten, schiet er tegenwoordig vaak bij in. Ook als ze op vakantie zijn, willen mensen zo veel mogelijk doen, zien, en ervaren. Omdat we in een belevenis-economie leven, hebben we namelijk voortdurend prikkels nodig. We willen overal iets bij voelen en we willen geprikkeld worden tot het ervaren van allerlei dingen. Maar wat is er met de rust gebeurd? Ga eens gewoon in de tuin zitten, kijk om je heen en rust uit. Doe je dat niet, dan blijf je voortjakkeren.
Het alternatief is ont-prikkelen. Lummel maar eens wat aan! Doe eens een week geen horloge om, en kijk wat er gebeurt. Spreek met jezelf af dat je vandaag alleen 'vage' dingen doet. Lekker lummelen brengt je namelijk in contact met de schepping. Dat creëert rust. Daarmee breng je je emoties tot bedaren, en dat geeft weer ruimte voor reflectie. En daar rust je van uit.'
Tot zover het verrassende interview in mijn moeders krant. Ik heb het allemaal met instemming gelezen. Want ja, wat zijn we tegenwoordig allemaal druk, druk, druk...we worden voortgedreven door onze overvolle agenda, we staan onder druk om te presteren, en stress en spanning veroorzaken allerlei lichamelijke en psychische aandoeningen. Het aantal mensen dat worstelt met een depressie, een burn-out of een overspanning, is nog nooit zo hoog geweest als nu. We leven 'opgejaagd en afgemat, als schapen die geen herder hebben.'
Wat denkt u, had Abraham wel eens last had van een burn-out? Kwamen er in het grote gezin van Jakob overprikkelde (en onhandelbare) kinderen voor? Ik denk dat heel veel moderne problemen te maken hebben met onze ongezonde levensstijl...
We zijn inmiddels ver afgedwaald van het ritme in de schepping. God heeft immers op heel veel manieren rust in de schepping ingebouwd. En niet voor niets, hoor: wij hebben dat nodig! Denk maar eens aan het feit dat slaap noodzakelijk is voor een lichaam om te functioneren. Denk ook maar eens aan de graankorrel die de boer zaait; die 'rust' in de aarde tot de tijd gekomen is om te ontkiemen.
God haast niet, jakkert niet, forceert niet. Hij neemt overal de noodzakelijke tijd voor. Zelf rustte Hij ook uit, nadat Hij de schepping voltooid had - dan hebben wij toch zéker rust nodig, denkt u ook niet? Waarom denkt u anders dat Hij een rustdag instelde?
Maar nee, wij moderne mensen weten het allemaal beter: een 24/7 economie lijkt ons veel handiger. Dus we rennen maar door...
Wat een verademing om te weten dat wij geliefd zijn door de Vader, die heel goed weet hoe wij in elkaar zitten: geneigd om in alles te ver door te slaan...
Dus als u moe bent van al het gejakker en gejaag - weet dan dat er Eén is die klaar staat om uw ziel 'als een gespeend kind bij zijn moeder tot rust (én stilte!) te brengen' (Psalm 131:2) en Hij nodigt u uit:
'Komt tot Mij allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven' (Matteüs 11:28).
In onze maatschappij lossen we de meeste problemen op met geld en techniek. Maar wat doe je als je blind bent? Deze arme man beseft dat hij alleen maar op genade kan rekenen, want hij heeft geen geld en geen middelen. Dit inzicht is zijn redding. De Heer beloont zijn geloof. Wanneer erkennen wij dat we het zicht kwijt zijn en dat we hulp nodig hebben, en tot wie roepen wij dan? Durven wij ook toe te geven dat we alleen maar op Gods genade kunnen rekenen? Hij wil ons zo graag helpen, maar dan moeten wij wel eerst ophouden met proberen onszelf te redden.
De discipelen lieten alles achter om de Heer Jezus te volgen. Als Petrus daar een opmerking over maakt, verwijt de Heer hem niets, integendeel. Hij belooft het eeuwige leven. De Heer wil ons overvloedig zegenen, als wij Hem onvoorwaardelijk volgen. Maar Hij vertelt de discipelen wel wat er allemaal voor nodig is, en wat het Hem zal kosten om dit alles mogelijk te maken: Hij werd gehaat, verworpen, bespuwd en mishandeld. Uiteindelijk heeft het Hem zijn leven gekost.
Deze overste stelt hier een heel goede vraag. Hij denkt na over de eeuwigheid. Veel mensen willen daar niet aan. En áls we al in de eeuwigheid geloven, zijn we toch gauw geneigd ons daar minder druk om te maken. We leven liever bij de dag. Jawel, natuurlijk moet je je best doen, zo goed mogelijk leven, rekening houden met elkaar. Dat had deze jongeman ook allemaal gedaan. Maar hij was er niet zo zeker van. Jezus volgen ten koste van alles? Dat gaat wel erg ver.
Na de dood van Jozef werden de Israëlieten in Egypte zwaar verdrukt. Maar God zond Mozes om hen uit die slavernij te bevrijden. De bevrijding kwam nadat God de Egyptenaren met tien plagen had getroffen. Na de laatste plaag, de dood van alle eerstgeborenen van Egypte, liet Farao hen gaan. De eerstgeborenen van Israël bleven in leven, omdat ze schuilden achter het bloed van het Paaslam. Daarna voerde God zijn volk uit de slavernij. Het leger van Farao verdronk in de Schelfzee. Mozes zong samen het hele volk Israël Gods lof.
Toen begon de zware tocht door de woestijn, waarin God iedere dag (en dat veertig jaar lang!) voorzag in al het nodige. Na veertig jaar vervulde God zijn belofte en ging Israël - opnieuw jubelend - het beloofde land binnen.
Kent u de parallellen tussen onze redding en die van de Israëlieten? Ook ons Paaslam is geslacht: Jezus Christus. Zijn bloed reinigt ons van alle zonden: als we schuilen achter zijn bloed, zijn wij veilig voor het oordeel. We zijn geen slaven van de zonde meer: Hij heeft ons bevrijd uit die slavernij!
Ook wij zijn onderweg naar het Beloofde Land: Hij heeft Zelf daar voor ons een plaats bereid. We reizen niet zomaar op eigen kracht een eigen route: we gaan onder zijn leiding. Hijzelf heeft ons beloofd dat we eenmaal veilig zullen aankomen in het Vaderhuis.
Onderweg voorziet Hij in alles wat we nodig hebben. Zoals de Israëlieten gevoed werden met manna, brood uit de hemel, zo mogen wij ons voeden met het Woord van God. Het water uit de steenrots volgde hen als een brede rivier; zo geeft de Heilige Geest ons steeds weer nieuwe kracht. Daarbij verwijst de rots naar Christus: zoals Mozes de rots sloeg, is ook Christus Jezus, de Rots, voor ons geslagen.
De weg die we gaan, is niet zonder hindernissen. Maar in de strijd tegen de vijand mogen we het Woord van God als een zwaard gebruiken.
En ook wij kunnen zingen. We trekken verder, terwijl we onze Redder danken!
9 Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde hij de volgende gelijkenis. 10 Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een Farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De Farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af. 13 De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich op de borst en zei: God, wees mij zondaar genadig. 14 Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.
Hoe bidden we tot God? De farizeeër in de gelijkenis vond zichzelf goed genoeg, en zijn gebed was als een lofrede op eigen deugden. De tollenaar daarentegen wist dat hij bij God diep in de schuld stond en bad beschaamd, met neergeslagen ogen: 'O God, wees mij, de zondaar, genadig.' Dit korte gebed veranderde zijn leven. God vergaf hem en rechtvaardigde hem. Waarom? Omdat hij niet in eigen gerechtigheid geloofde, maar die van God verwachtte.
Toen de tollenaar naar huis ging, bleven de mensen hem misschien nog steeds een gemene oplichter noemen. Maar als God rechtvaardigt, kan niemand veroordelen. Op grond van het werk van Christus wordt iedereen gerechtvaardigd die, zoals de tollenaar, zijn vertrouwen niet in zichzelf en eigen kunnen, maar op Hem stelt.
De Heer vertelt ons de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter om ons te leren om met volharding te blijven bidden. We hoeven niet moedeloos te worden: onze liefdevolle Vader in de hemel hoort zijn kinderen echt. Hij zal zeker op zijn tijd antwoorden. Zolang onze gebeden nog niet verhoord zijn, wil Hij ons overvloedig zijn vrede in het hart geven.
Bidden en geloven horen bij elkaar. Bidden is uiteindelijk een kwestie van overgave. De Heer leert ons immers te bidden: 'Uw wil geschiede', en gaf gaf Zelf het mooiste voorbeeld aan het begin van zijn lijdensweg. Hij bad: 'Abba Vader, alles is U mogelijk, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt.'
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….