De kippen eten geven is iets wat ik graag doe, want anders leggen de kippen geen eieren.
Van den haan ben ik toch een beetje bang!
Frieda Van Wuytswinkel
Magda Van Wuytswinkel
De geschiedenis van de familie Van Wuytswinkel
15-01-2006
De Sint Antoniusviering in Oosthoven
Sint Antoniusviering in Oosthoven
De feestdag van Sint Antonius met zijn varken wordt gevierd op 17 januari .Deze dag is al eeuwen een dag waarop van de omliggende dorpen de landbouwer naar Oosthoven afzakten om hun geliefde patroon te eren en zijn bescherming aftesmeken.
Sint Antonius is de beschermer van het vee en de veldgewassen.
De oudste documenten over de verering in Oosthoven dateren van de zestiende eeuw. In 1757 verwierf de kapel relikwieën van Sint Antonius.
Die dag was het ook de gewoonte van varkenskoppen te offeren en deze werden na de mis verkocht, kwestie van de kerkkas ook wat te gunnen. Nu zondag 22 januari is het weer viering en er staat heel wat te gebeuren in het anders rustig gehuchtje van Oud Turnhout.
Op vrijdagavond trekken de kinderen van de plaatselijke lagere school er op uit om geld optehalen voor hun school. De Sint Antoniustocht is gestart in 1977 en had de bedoeling om de werkingsmiddelen van de school te verbeteren. Dit jaar hebben de kinderen van de school beslist om de helft van de opgehaalde gelden te schenken aan de daklozen van Pakistan.
Op zondag is er dan de eigenlijke viering, deze start met een H. Mis met zegening van de varkenskoppen, na de Mis is er een zegening van de paarden. De ruiters komen met hun paarden van de omliggende dorpen en zijn op hun paasbest of zegt men om hun Sint Antoniusbest.
Daarna worden tradioneel de varkenskoppen en andere offerandes verkocht per opbod.
s Middags kunnen de mensen die willen aanschuiven aan de tafel in de parochiezaal. Voor dit laatste staan er onderandere mosselen en frietjes op het menu. Het gebeuren is om het onderhoud van de parochiezaal te ondersteunen. In de namiddag is er koffie en lekkere pannenkoeken, dit alles aan schappelijke prijzen.
Weet u die dag niet wat te doen en ziet u graag een stukje folklore uit ons eigen Kempenland komt dan in de voormiddag naar Oosthoven en je zult niet de enigen zijn.
Het is voor veel mensen een droom om een rijke oom in Amerika hebben. Niet dat er in de familie van mijn vrouw een rijke oom in de USA zou hebben geweest maar een aardig verhaal is het allerminst.
Het betreft hier Verhulst Fransiscus, geboren te Beerse op 24 juni 1879.
Hij was de zoon van Verhulst Petrus, geboren te Beerse op 8 mei 1840 en overleden te Baarle Hertog op 7 februari 1911.Zijn moeder was Servaes Anna Maria, geboren te Rijkevorsel op 5 november 1853 en overleden te Oud Turnhout Kijkverdriet op 4 mei 1941.
Zijn vader Petrus was een eerste maal gehuwd geweest met Matheeussen Regina, geboren te Vosselaar op 26 mei 1840. Zij overleed te Beerse op 24 februari 1878 in het kinderbed.
Het gezin heeft gewoond te Beerse, de Hout, meer bepaald op de Corsendonkse hoeve tot 1909. Op 30 december van dat jaar verhuisden zij naar Baarle Hertog, Oosteneind.
Rond 1900 was het voor de gewone mensen een harde tijd. Het gezin Verhulst had de pacht of huur van de hoeve te Beerse opgezegd met de bedoeling om met zijn allen te emigreren naar Amerika. Doch na wijs overleg werd er besloten dat de oudste zoon uit het tweede huwelijk eerst op verkenning zou gaan. Het gevolg hiervan was dat het vertrek naar Amerika niet kon doorgaan zij een andere woonst moesten vinden.
Frans is vertrokken naar Canada in 1908. Later belanden hij in Californie Los Angeles. Door briefwisseling met Frans vernam de familie dat het ginder in Amerika niet zo goed was als men het hier voorspiegelde. De zoon ontraadde zijn familie om de overtocht naar Amerika te maken en in België te blijven. Hetgeen dan ook gebeurde en waardoor de familie uiteindelijk verhuisde naar Baarle Hertog.
Enkele malen is nonkel Frans overgekomen van Amerika om zijn familie te bezoeken. Een eerste maal gebeurde dit kort na de eerste wereldoorlog. Hij heeft toen zijn broers en zusters elk een dollar muntstuk gegeven.
Hij was gehuwd met een vrouw van Duitse nationaliteit (Scheele Eleie ?). Zij was afkomstig van Neuss. Zij zou samen met de zoon een tweede bezoek gebracht hebben aan de familie in België omstreeks augustus 1938. Ze logeerde bij tante Paulina, deze had een groot huis in Turnhout en kon de gasten gemakkelijk laten logeren. De zoon protesteerde toen er verder moest gereisd worden naar Duitsland om haar familie te bezoeken. Omdat het in Turnhout in augustus kermis was en dat sprak een jonge gast meer aan dan een verder familiebezoek..
Op de terugweg naar Amerika is de echtgenote ziek geworden. Bij aankomst in New York is ze opgenomen in een hospitaal, waar ze uiteindelijk is overleden.
Frans Verhulst had een kippenkwekerij. Later is hij als arbeider werkzaam geweest aan waterwerken.
Hij is overleden te Van Nuys ( Los Angeles) op 2 mei 1941.
Het is niets meer geweten van zijn zoon. Als iemand van de lezers een tip kan geven om met de nakomelingen in Amerika in contact te komen, dat is altijd welkom.
Bron Josepha Verhulst Oosthoven en Staf Wijnants Beerse
Het gezin van Petrus Verhulst
I Petrus Verhulst, geb. Beerse 8 mei 1840 Landbouwer Baarle Hertog 7 febr. 1911 gehuwd. 1e Beerse 13 jan. 1869 Regina Matheusen geb. Vosselaar 26 mei 1840 Beerse 24 febr. 1878 dr. van Frans Matheusen en Anna Catharina Leys; gehuwd. 2e Turnhout 23 aug. 1878 Anna Maria Servaes geb. Rijkevorsel 5 nov. 1853 Landbouwster Oud Turnhout(kijkverdriet) 4 mei 1941 dr. van Petrus Servaes en Carolina Boeckx.
Uit het eerste huwelijk:
1. Maria Carolina Verhulst, geb. Beerse 29 sept. 1869 gehuwd met Alphonsus Oris
2. Franciscus Verhulst, geb. Beerse 1872 Beerse 5 mei 1878. 3. Carolus Verhulst, geb. Beerse 24 juli 1873. gehuwd met Maria Loomans 4. Josephus Verhulst, geb. Beerse 13 mei 1875
Uit het tweede huwelijk:
1. Franciscus Verhulst, geb. Beerse 24 juni 1879 Van Nuys(Los Angelos USA) 2 mei 1941
2 Ludovicus Verhulst, geb. Beerse op 5 juni 1881, overleden te Beerse op 3 okt.1885.
3 Gustavus Verhulst, geb. Beerse op 7 september 1883 4. Vitalis Verhulst, geb Beerse op 8 sept 1885 gehuwd met Rosalia Sauvilliers
5. Victor Verhulst, geb Beerse op 5 januari 1888 en overleden te Beerse op 9 mei 1892 6. Franciscus Josephus Verhulst geb Beerse op 21 febr 1890 gehuwd met Maria Catharina Laurijsen en Maria Van Oeckel 7. Petrus Jozef Verhulst geb beerse op 21 febr 1890, gehuwd met Maria Theresia Van Deun en Rasalia Sauvilliers 8. Maria Paulina Verhulst, geb. Beerse 4 juni 1892 gehuwd met Ludovicus Sebastianus Luyten
9.. Maria Catharina Verhulst geb Beerse op 29 april 1894, gehuwd met Petrus Emilius Horemans
Jacobus Leysen geboren te Lichtaart op 31 juli 1770 en gehuwd met Anna Catharina Peenen.
Kinderen:
1. Petrus Franciscus Leysen geboren te Lichtaart op 9 december 1793, overleden te Turnhout op 11 maart 1883 op de Markt.
Hij is gehuwd te Kasterlee op 13 mei 1826 met Anna Maria Leysen, geboren te Lichtaart op 7 augustus 1799 en overleden Te Turnhout op 8 juni 1878 op het Heizijde, dochter van Joannes Franciscus Leysen en Anna Maria Vervecken.
2. Joanna Catharina Leysen, geboren te Lichtaart op 4 oktober 1795, overleden te Lichtaart (Achterlee) op 12 december 1853.
Zij is getrouwd te Kasterlee op 24 februari 1821 met Josephus Janssens, geboren te Turnhout op 1 september 1790, overleden te Lichtaart (Achterlee) op 1 oktober 1855, zoon van Gerardus Janssens en Joanna Van Gelder.
3. Anna Maria Leysen, geboren te Lichtaart op 24 juni 1797, overleden te Lichtaart (Plaats 13) op 21 maart 1889.
Zij is getrouwd te Lichtaart op 9 mei 1828 met Joannes Vervecken, geboren te Kasterlee op 20 juni 1799, overleden te Lichtaart ( Plaats) op 27 maart 1872, zoon van Joannes FranciscusVervecken en Anna Maria Eyckens.
4.Jan Baptist Leysen, geboren te Lichtaart op 6 december 1798.
5. Maria Elisabeth Leysen, geboren te Lichtaart op 19 april 1801, overleden te Lichtaart (Plaats) op 6 oktober 1863.
Zij was gehuwd met Joannes Cornelius Govaerts, geboren te Lichtaart op 28 december 1899, zoon van Joannes Franciscus Govaerts en Maria Elisabeth Coolbonders.
6 Jan Geraart Leysen, geboren te Lichtaart op 18 augustus 1802. Hij is getrouwd te Kasterlee op 15 februari 1819 met Adriana Hermans geboren te Lichtaart op 25 februari 1800, overleden te Kasterlee ( Terlo) op 8 januari 1853, dochter van Franciscus Hermans en Maria Catharina Janssens.
7.Anna Catharina Leysen, geboren te Lichtaart op 3 december 1804, overleden aldaar op 2 december 1806.
8.Petrus Josephus Leysen, geboren, te Lichtaart op 11 januari 1807, overleden te Kasterlee (Houtum) op 2 mei 1861.
Hij is getrouwd te Kasterlee op 24 april 1841 met Anna Maria Lathouders, geboren te Kasterlee op 7 maart 1814, overleden te Kasterlee ( Houtum) op 15 juni 1886, dochter van Adrianus Lathouders en Maria Elisabeth Geudens.
9. Dorothea Leysen, geboren te Lichtaart op 29 maart 1808, overleden aldaar op 4 april 1808.
10. Maria Anna Leysen, geboren te Lichtaart op 22 april 1809, overleden te Lichtaart (Hukkelbergen) op 8 maart 1884.
Zij is getrouwd te Lichtaart op 6 januari 1839 met Jan Baptist Lambrechts, geboren te Itegem op 9 februari 1797, overleden te Lichtaart (Hukkelbergen) op 12 april 1882, zoon van Jacobus Lambrechts en Anna Maria Valenberghs.
11. Franciscus Ferdinand Leysen, geboren te Lichtaart op 30 juni 1812, overleden te Mons (Militair Hospitaal) op 23 september 1831.
12. Joanna Leysen, geboren, te Lichtaart op 13 mei 1814
De stamreeks Leysen Lichtaart is in stand gekomen dank zij HUGO VAN DE WATER specialist genealoog van Lichtaart.
De reeks begint met Petrus Leysen, overleden te Lichtaart op 24 oktober 1788.
Hij was gehuwd met Catharina Van Herck, overleden te Lichtaart op 8 januari 1782.
Kinderen:
1. Petrus Leysen, geboren te Lichtaart op 6 november 1762, overleden te Lichtaart ( Stenenstraat) op 2 april 1826.
Hij is getrouwd te Herentals op 17 januari 1786 voor de kerk met Joanna CatharinaVerwerft, geboren te Itegem op 23 december 1761, overleden te Kasterlee ( Terlo) op 12 december 1841.
2.Maria Elisabeth Leysen, geboren te Lichtaart op 4 februari 1765.
3.Joanna Catharina Leysen geboren te Lichtaart op 3 december 1767, overleden te Lichtaart op 8 mei 1812.
Zij is getrouwd te Lichtaart op 3 mei 1810 met Laurentius Soontiens, geboren te Lichtaart op 10 augustus 1759, overleden aldaar op 22 mei 1819, zoon van Joannes Soontiens en Maria Van Den Broeck.
4. Jacobus Leysen, geboren te Lichtaart op 31 juli 1770, overleden te Lichtaart (Hukkelbergen) op 23 maart 1843.
Hij is gehuwd te Lichtaart op 27 mei 1793 voor de kerk met Anna Carharina Peenen, geboren te Poederlee 26 augustus 1773, overleden te Lichtaart (Hukkelbergen) op 9 november 1864, dochter van Petrus Peenen en Anna Jacobs
In Turnhout heeft men aan dit aloudgebruik een nieuwe start gegeven. Op de markt zijn er dan worstenbroden en appelbollen te verkrijgen.
Dit alles wordt opgeluisterd door muziek en drank.
Weet men wel vanwaar dit gebruik komt?
Het feest is ouder dan men denkt. Het stamt uit de tijd van de Germanen die jaarlijks een volksvergadering inrichten om een nieuw bestuur te kiezen. Dit jaarlijks gebruik is afgeschaft door de Franse overheersing en is wel blijven voort bestaan in de gilden.
Jaarlijks op de maandag na het jaarbeging of de maandag na Driekoningen kwamen de gegoede burgers van een dorp of gemeenschap in de voormiddag bijeen om een nieuw bestuur te kiezen.
De plaats van bijeenkomst was bij goed weer op het marktplein onder de lindebomen en bij slecht weer in het genechthuis of bij gebrek aan dit laatste een herberg.
De vergadering begon met het voorlezen van de grenspalen en het keurboek. Dit gebeurde omdat de grenspalen voor iedereen duidelijk zou zijn en het keurboek bevatten de wetten waaraan ieder inwoner van de gemeenschap onderworpen was.
Daarna stelden de drossaard al vertegenwoordiger van de Heer drie schepenen aan, die op hun beurt de vier andere aanduiden.
De burgemeesters van de verschillende gehuchten werden door de aanwezigen gekozen. Dit was een ambt dat niemand graag deed omdat de burgemeester instond om de belastingen optehalen en hij was ook verantwoordelijk voor dat bedrag, kwam hij te kort dat moest hij het verschil uit eigen zak bij passen. Daar tegen stond wel dat hij vijf procent kreeg van de opgehaalde gelden.
De zavelmeesters werden ook door het volk gekozen. Hun taak bestond erin van de wegen te laten onderhouden.
Het laatste punt van de vergadering bestond uit een mogelijkheid van geschillen op te lossen die er tussen de burgers leefden. Zoals het bepalen dat men niet over iemands erf mocht komen.
Verder werd er die dag navergaderd in de herbergen van het dorp en van werken kwam er die dag niet veel meer in huis. Vandaar de benaming Verloren maandag.
Ons gezin Staf Van Wuytswinkel en moeder Maria Van Ostade, Frieda Van Wuytswinkel en Magda Van Wuytswinkel en in de kinderwagen Ludo Van Wuytswinkel. Vader en moeder zijn in de rouw wegens het afsterven van de moeder van vader Antonia Gladines
De dag dat mijn vader vrolijk was!
Staf Van Wuytswinkel was niet de vrolijkste van de klas, maar met nieuwjaarsdag was hij steeds goed gezind. Het stuurs kijken ligt in de aard van de Van Wuytswinkels. Ze waren en zijn in de omgang anders best te genieten, we hebben dat kijken in onze aard en daar kunnen we ook niets aan verhelpen.
Maar die dag even niet, vader kleden zich morgens op zijn zondags en vertrok naar zijn schildersbaas. Deze was Van Houtven in de Paterstraat in Turnhout en daar werden de gasten verwacht voor hun nieuwjaar en een borreltje.
Vader kwam middags thuis eten en in de namiddag na zijn dutje moesten we mee naar zijn broer en zusters. Wij de kinderen en moeder deden dat niet zo graag omdat we die kant van de familie niet gewoon waren. Moeder trok haar familie voor. Langs haar kant kenden we de achterneven en nichten allemaal met naam en toenaam. De kant van vader werd enkel bezocht op nieuwjaar, niet dat het niet boterde tussen de familie maar dat was zo.
De eerste statie was bij tante Tres ( Maria Van Wuytswinkel) en nonkel Oscar (Oscar De Coster). Zij hadden een winkel op de hoek van de Grimstestraat en de Herentalsestraat. Gegoede middenstanders en brave mensen, de tafel was rijkelijk versiert en wat op tafel kwam was niet mis.
Na een uurtje togen we naar nonkel Jan ( Jan Van Wuytswinkel) en tante Wisa (Wisa Jacobs). Zij bewoonden en klein proper huisje in de Appostelliekestraat in Turnhout op een boogscheut van Tante Tres.
Op een nette tafel stond de drank al te wachten. Dat was de gewoonte, de tafel werd morgens reeds klaar gezet om de bezoekers op een gepaste wijze te ontvangen.
Op een proper tafellinnen stond in het midden van de tafel een glazen serveerblad met daarop de drankflessen, zoals advocaat, witte jenever-Hertekamp, citoenjenever en voor de jonge gasten zoals ik boerenjongens, dit was porto met daarin krenten. Dit laatste en de advocaat werd met een lepeltje gedronken. Moeder dronk hier bij nonkel Jan haar jenevertje met daarin een klontje. Beter gezegd het klontje dopte ze in de jenever en dan zoog ze het vocht uit het suikerklontje.
Bij tante Wisa moesten we steevast de fotos bekijken van haar zoon, Ernest Van Wuytswinkel als koloniaal in Congo.
Daarna trok het vrolijk gezelschap naar de lievelingszuster van mijn vader Tenne (Tante Anna Van Wuytswinkel) en naar nonkel Jan ( Jan Brenders). Hier werd er gegeten want ondertussen was het al vijf uur en de magen knorden. Samen met de koffie kwam de pekelharing met brood om tafel. Kwestie van even terug nuchter te worden ( vooral bij vader).
Savonds gingen we naar de Christelijke Bond in de Korte Begijnenstraat eveneens in Turnhout waar vader en moeder een danspasje waagde. Mijn zusters konden eveneens niet blijven zitten bij die mooie muziek en ik verlaten aan een tafeltje dronk de overschotjes leeg van de glazen die nog op de tafel stonden. Zelf weet ik dat niet meer maar mijn oudste zuster heeft dat verhaaltje meermaals verteld, tot algemeen jolijt van haar kinderen.
Op een laat uur vertrokken we dan huiswaarts de kinderen eerst hand in hand gevolgd door vaderen moeder. Vader die al zingend op onze zenuwen werkte. We geneerden ons dood.
De dag daarop was hij weer vader zoals we hem kenden. Zwijgzaam en hard werkend voor vrouw en kinderen.
Bijna is het Kerstmis en rond deze tijd dwalen mijn gedachten naar de tijd van mijn jeugd, noem het jeugdsentiment, maar in een warm nest uw jeugd doorbrengen maakt een mens gelukkig.
Mijn moederke leefde nog en op Kerstavond trokken mijn vader met zijn drie kinderen naar de middernachtmis. Voor mij klein ventje duurde de plechtigheid veel te lang en eindigde op vadersschoot, vechtend tegen de vaak. De kerk was koud maar warmingeduffefd konden we wat verdragen. Na de mis trokken vader en kroost blij gezind terug naar huis waar de geurige wafels en dito chocomelk ons stond op te wachten. Mijn moeder kon wafels bakken en dat samen met de warme en zelfgemaakte chocomelk , geen kalkoen kon en kan er tegen op. Geld hadden we niet teveel maar die ogenblikken vergeet men niet zolang men leeft.
De eerste autos verschenen in ons straatje en gezien de verdiensten van onze vader in het begin van de gouden jaren zestig niet onaardig uitviel. Voelden we ons verplicht van ook zo een blinken ding aan te kopen. Iedereen zetten op zondag zijn wagen voor de deur, tot zware ontgoocheling van de kinderen want op straat spelen was er niet meer bij. In de namiddag vertrok dan de ganse straat met hun karretjes, naar de familie of naar Scherpenheuvel. Men kwam is ergens.
Na lang zoeken en bekijken viel de keuze op een toen razend populaire DAF. Een verkoper kwam zijn waarde aanprijzen en een proefrit overtuigden onze vader om een dafke aan te kopen.
DAF staat voluit voorVan Doorn Automobiel Fabriek. Vier mensen konden er juist zich in bewegen. De officiële naam was Daffodil 30.
Zijn kleur was grijs en aan die kleur is een verhaal aan verbonden. Je moet weten dat onze overgebeur ook een daf had en krak in de zelfde kleur behalve dat het dak in het zwart was. Het was winter en een sneeuwtapijt bedekte de wagens die voor de deur stonden. Ik en mijn verloofde besloten om een ritje te maken. De auto werd in die periode niet afgesloten,wie zou hem meenemen? Bleek toen we ingestapt waren dat de autosleutel niet in het slot pasten, nogmaals geprobeerd en het lukte weer niet. Tot mijn meisje opmerkte dat de zetels een andere kleur hadden. Onze frank was gevallen we zaten in een verkeerde wagen.
Na tien jaar trouwe dienst hebben we het dafke met pijn in het hard moeten afdanken. De bodem bleek doorgeroest te zijn en het regende binnen. De kleinkinderen hebben er mee nog rondgetoerd op een bosdomein tot hij zijn geest gaf.
Het is een eenvoudig geschildert werkje en stelt een bosweggetje geflankeerd met dennen voor. De naam van het doekje getuigd van de eenvoud van het schilderijtje,Int bosch, oude spelling. Heeft de schilder bewust de naam in de oude spelling op het schilderijtje geschreven, wel zullen het niet meer te weten komen. Het is gepenseeld rond de jaren dertig van vorige eeuw. Dus echt oud is het ding niet.
De maker heeft er ook zijn naam onder gezet. P. van Tongerloo. Ik heb altijd gedacht dat het was Pater van Tongerloo en dat mijn ouders beide zeer katholiek het gekregen hadden van een pater op een of andere missietentoonstelling. Een tombola had ook gekund.
De waarheid was helemaal anders dan ik het had voorgesteld.
Het schilderijtje lag bij ons thuis in een schuif van een kast, netjes verpakt in een gekleurde omslag. Op een dag kwam het werkje in mijn aandacht en vroeg aan mijn vader of ik het kreeg. Voor hem was het goed en meer vertelden mijn vader er niet over, hij is steeds een man van weinig woorden geweest. Zo kwam het werkje in mijn bezit. Het verdween tussen mijn persoonlijke spullen op de zolder. En gebeurde het toch dat het met een grote kuisaktie te voorschijn kwam, en werd het eenvoudig ding geschat naar waarden, om het uiteindelijk het steeds terug teleggen bij de spullen die mochten blijven Ook als de jeugdbeweging jaarlijks rondkwam om hun Amerikaanse opbod te spijzen met afgedankte zaken, dacht ik even om het mee te geven, maar ergens zij een innerlijke stem om dat vooral niet te doen. Zo bleef het jaren ongemoeid op de zolder liggen. Tot op een dag ik en mijn vrouw werden uitgenodigd voor de jaarlijkse receptie bij te wonen van de plaatselijke kunstschilderskring. De tentoonstelling had als thema de Oud Turnhoutse Kunstschilders.Bleek dat Peter (Peer) Van Tongerloo in dit rijtje thuisoorden en dat hij een kunstschilder bleek te zijn met enig faam en naam. De dag daarop trok ik met het schilderijtje naar mijn iets oudere zuster die bleek er meer van te weten. Mijn vader heeft het doekje vroeger gekregen van Peer Van Tongerloo als precentje. Samen hebben ze jaren gewerkt bij eenzelfde schilderbaas.
Nu hangt het netjes ingekaderd al jaren in onze woonkamer. Voor mij is het van onschatbare waarde, eenvoudig doekje maar een van de weinige zaken die tastbaar nog van mijn vader zijn geweest.
De nakomelingen van Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel
Nakomelingen van Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel
1 Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel is geboren op 07-01-1871 om 23:00 in Mol-Postel, zoon van Petrus Franciscus Vanwuytswinkel en Catharina Bosmans. Van de geboorte is aangifte gedaan op 09-01-1871. Henricus Carolus Maria is overleden op 14-11-1951 inTilburg Nederland, 80 jaar oud. Henricus Carolus Maria trouwde, 25 jaar oud, op 20-05-1896 inTilburg Nederland met Maria Van Doorn, 21 jaar oud. Maria is geboren op 15-08-1874 inTilburg Nederland, dochter van Gerardus Van Doorn en Antonia Vermeulen. Maria is overleden op 29-07-1918 inTilburg Nederland, 43 jaar oud.
Kinderen van Henricus Carolus Maria en Maria:
1 Cornelia Francisca Maria Henrica Van Wuijtswinkel, geboren op 09-03-1897 inTilburg NederlandVolgt 1.1. 2 Antonia Maria Henrica Van Wuijtswinkel, geboren op 27-03-1898 inTilburg-Oerle NederlandVolgt 1.2. 3 Franciscus Johannes Carolus Van Wuijtswinkel, geboren op 20-06-1900 inTilburg NederlandVolgt 1.3. 4 Wilhelmina Martina Van Wuijtswinkel, geboren op 27-07-1902 inTilburg NederlandVolgt 1.4. 5 Carolus Gerardus Van Wuijtswinkel, geboren op 18-09-1904 inTilburg NederlandVolgt 1.5. 6 Gerarda Maria Van Wuijtswinkel, geboren op 29-04-1906. Gerarda Maria is overleden op 28-03-1907, 10 maanden oud. 7 Gerardus Albertus Van Wuijtswinkel, geboren op 09-11-1907 inTilburg NederlandVolgt 1.6.
1.1 Cornelia Francisca Maria Henrica Van Wuijtswinkel is geboren op 09-03-1897 inTilburg Nederland, dochter van Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel en Maria Van Doorn. Cornelia Francisca Maria Henrica is overleden op 25-09-1981 inTilburg Nederland, 84 jaar oud. Cornelia Francisca Maria Henrica trouwde, 25 jaar oud, op 22-08-1922 inTilburg Nederland met Cornelus Timmermans, 29 jaar oud. Cornelus is geboren op 28-07-1893 inBoxtel. Cornelus is overleden op 02-08-1964 inTilburg Nederland, 71 jaar oud.
1.2 Antonia Maria Henrica Van Wuijtswinkel is geboren op 27-03-1898 inTilburg-Oerle Nederland, dochter van Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel en Maria Van Doorn. Antonia Maria Henrica is overleden op 13-04-1967 inTilburg Nederland, 69 jaar oud. Antonia Maria Henrica trouwde, 35 jaar oud, op 18-10-1933 inTilburg Nederland met Johannes Cornelius Antonius Van Trier, 36 jaar oud. Johannes Cornelius Antonius is geboren op 06-07-1897 inTilburg Nederland, zoon van Peter Cornelis Van Trier en Anna Maria Francisca Jansen. Johannes Cornelius Antonius is overleden op 06-07-1962 inTilburg Nederland, 65 jaar oud.
1.3 Franciscus Johannes Carolus Van Wuijtswinkel is geboren op 20-06-1900 inTilburg Nederland, zoon van Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel en Maria Van Doorn. Franciscus Johannes Carolus is overleden op 23-09-1987 inTilburg Nederland, 87 jaar oud. Franciscus Johannes Carolus trouwde, 26 jaar oud, op 04-08-1926 inTilburg Nederland met Adriana Johanna Van Bavel, 26 jaar oud. Adriana Johanna is geboren op 16-07-1900 inTilburg Nederland, dochter van Johannes Van Bavel en Adriana Vermeer. Adriana Johanna is overleden op 12-04-1992 inTilburg Nederland, 91 jaar oud.
Kind van Franciscus Johannes Carolus en Adriana Johanna:
1 Carolus Johannes Cornelis Van Wuijtswinkel, geboren op 27-08-1927 inTilburg NederlandVolgt 1.3.1.
1.3.1 Carolus Johannes Cornelis Van Wuijtswinkel is geboren op 27-08-1927 inTilburg Nederland, zoon van Franciscus Johannes Carolus Van Wuijtswinkel en Adriana Johanna Van Bavel. Carolus Johannes Cornelis is overleden op 04-02-1987, 59 jaar oud. Carolus Johannes Cornelis begon een relatie met Wilhelmina Jonkergouw. Wilhelmina is geboren op 01-01-1930 inTilburg Nederland.
Kinderen van Carolus Johannes Cornelis en Wilhelmina:
1 Paul Alexander Van Wuijtswinkel, geboren op 17-06-1965 inEindhoven. 2 Ronald Carolus Van Wuijtswinkel, geboren op 26-08-1966 inBest. 3 Charlotte Elisabeth Van Wuijtswinkel, geboren op 15-09-1967 inVeldhoven.
1.4 Wilhelmina Martina Van Wuijtswinkel is geboren op 27-07-1902 inTilburg Nederland, dochter van Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel en Maria Van Doorn. Wilhelmina Martina trouwde, 18 jaar oud, op 03-11-1920 inTilburg Nederland met Bartholomeus Josephus Alphons Zebregts, 21 jaar oud. Bartholomeus Josephus Alphons is geboren op 03-03-1899 inTilburg Nederland, zoon van Johannes Franciscus Alphonsus Zebregs en Anna Maria Lemmens.
Kind van Wilhelmina Martina en Bartholomeus Josephus Alphons:
1 Alphonsus Joannes Henricus Zebregts, geboren op 05-05-1921 inTilburg Nederland.
1.5 Carolus Gerardus Van Wuijtswinkel is geboren op 18-09-1904 inTilburg Nederland, zoon van Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel en Maria Van Doorn. Carolus Gerardus is overleden op 01-12-1993 inTilburg Nederland, 89 jaar oud. Hij is gecremeerd op 04-12-1993 te Tilburg Nederland. Carolus Gerardus trouwde, 27 jaar oud, op 06-07-1932 inTilburg Nederland met Anna Maria Petronella Van Poppel, 25 jaar oud. Anna Maria Petronella is geboren op 21-10-1906 inTilburg Nederland. Anna Maria Petronella is overleden op 17-05-1986 inTilburg Nederland, 79 jaar oud.
Kinderen van Carolus Gerardus en Anna Maria Petronella:
1 Maria Cornelia Johanna Van Wuijtswinkel, geboren op 24-05-1933 inTilburg Nederland. 2 Francisca Maria Antonia Van Wuijtswinkel, geboren op 14-01-1938.
1.6 Gerardus Albertus Van Wuijtswinkel is geboren op 09-11-1907 inTilburg Nederland, zoon van Henricus Carolus Maria Van Wuijtswinkel en Maria Van Doorn. Gerardus Albertus trouwde, 23 jaar oud, op 21-04-1931 inTilburg Nederland met Maria Johanna Cornelia Cuijpers, 23 jaar oud. Maria Johanna Cornelia is geboren op 31-10-1907 inTilburg Nederland.
In de eerste klas zat ik bij broeder Trudo, een jonge beginnende broeder onderwijzer. Hij heeft ons het lezen, schrijven en rekenen bijgebracht.
Het lezen begon met het opzeggen van het alfabet. De letters met illustratie hingen boven het schoolbord. Het leren van het ABC bestond erin van het afdreunen van een rijmpje dat begon met A is een aapje enz.
Het leesboekje dat gebruikt werd om de eerste zinnen te leren lezen handelde over twee kabouters die allerlei avonturen beleefden.
Die verhalen zijn een start geweest voor een echte leeshonger die zou volgen, honderden boeken heb ik doorgenomen en een kleine bibliotheek aangelegd. Als ik twintig Frank gespaard had dan kocht ik een prismaboekje in de winkel Eureka in de Paterstraat.
Deze kwamen keurig te staan in een zelfgemaakte boekenkast. Nu nog kan ik r geen afscheid nemen van mijn jeugdkleinoden, als zitten ze in dozen op de zolder, regelmatig komt er een te voorschijn om het nog eens te voelen en te lezen..
Schrijven leerden we op een bordje met een griffel, er was ook een sponsje bij om de eerste mislukkingen snel te wissen. Lawaai waren we gewoon maar ik denk dat dit geschrijf op ons bordjes voor de nu lesgevende leerkrachten op hun zenuwen zal werken. Broeder Trudo bleef er uiterst kalm bij en verbeterde met veel overgaven de neer gekraste eerste foutjes.
Toen we naar enkele weken de techniek van het schrijven onder de knie hadden werd er over gestapt naar pen en inkt. Gelukkig was er kladpapier dat de rondspattende inkt netjes opzoog. Rond nieuwjaar schreven we dan onze eerste nieuwjaarsbrieven. De inhoud was niet belangrijk, mooi geschreven en foutloos voorgelezen daar kwam het op aan. Iedereen in de familie prees ons resultaat.
Rekenen oefende met behulp van een telraam Het was een kader met enkele rijen van verschuifbare bolletjes. De rijen bolletjes waren in verschillende kleuren. De broeder had de eerste reken sommetjes op het bord geschreven en samen dreunden de we ze af. Iedereen kent die techniek één plus één is twee enz. Daarna kwam de telraam er aan te pas om dat van buiten geleerd rekenen in de praktijk te brengen.
Tot tien tellen konden we naar het eerste studiejaar de rest zal nog volgen in de hogere jaren. Als ik nu hoor dat ze in de kleuterklas reeds leren tellen dan denk ik toch wel arme Einsteintjes. Laat de kinderen kind zijn.
Broeder Trudo zal wel niet meer bij de schare van de levende behoren, maar nu dat veel van de broeders van Liefde in een slecht daglicht geplaatst worden, wil ik aantonen met dit bijdrage dat de meerderheid van hun het met de jeugd goed voorhadden.
De parochie van het Goddelijk Kind beschikt over een grote en kleine parochiezaal, nu zijn deze omgetoverd tot een parochiecentrum. Een dikke proficiat voor de mensen die er aan gewerkt hebben. Het mag gezien worden.
De kleine parochiezaal werd vroeger gebruikt onder anderen om filmvertoningen voor de parochiale jeugd te brengen. Op donderdagnamiddag zat het zaaltje dan ook tot de nok gevuld met kinderen die met rode kopjes keken naar het machtig toestel dat een filmprojector toen toch wel was. Vooral de spoelen waren indrukwekkend. Als ze gemonteerd werden gaf het een kenmerkend geluid van plastiek dat langs en door radertjes loopt. Eindelijk kon het aftellen beginnen want op de filmdoek verschenen eerst cijfers en die werden door ons mee afgeteld. Op de filmdoek verscheen er wel eens een schaduw van een kinderhoofd en die werd door al de kindermonden aangemaand van te gaan zitten
De filmen in de jaren vijftig handelden over de riddertijd, cowboys en indianen, den dikke en den dunne en avonturenfilms die zich meestal afspeelden in het donkere Afrika. De filmsterren waren in onze ogen echte helden.
Een korte pauze werd gehouden want die was nodig om een nieuw spoel te plaatsen, het plaatsen volgden wij met grote ogen om niets van de techniek te missen en met ongeduld om snel het vervolg van de film te kunnen bekijken.
Na de film speelden we de film nogmaals na bij het naar huis gaan. De indianen schoten we met bosjes van hun paarden en de slechte ridder maaiden we neer met ons zwaard.
Thuis werden we tot rust gebracht en moesten we de film navertellen. Soms waren we zo vol van een film dat we bij het slapen gaan er nog mee bezig waren en in onze dromen bleven ze dan verder duren.
Bedankt Marcel Segers voor de vele uren van film plezier dat je de jeugd van het Goddelijk Kindje toen gegeven hebt.
De goede man is weer in het land, bij zijn intrede in Antwerpen hebben we kunnen zien dat er alleen maar lachende kinderen te zien zijn , dat was in mijn kindertijd niet het geval. Sinterklaas was streng maar rechtvaardig en werd gebruikt om ons kinderen kalm te houden.
Het volgende verhaal is daar een illustratie van.
Ik zal negen jaar geweest zijn en zat bij meester Smets in het tweede studiejaar. Rond de 6 december steeg de spanning in de lagere school want we wisten dat een van deze dagen Sinterklaas met zwarte piet de klas zal binnen vallen, dit vallen moet u letterlijk opnemen want zwarte piet stormden de klas in.
De meesters en de broeders van het Sint Viktor bereiden ons voor met helse verhalen over kinderen die in de zak moesten en tikken kregen van de stok van zwarte piet, die kerel moesten we niet, gelukkig dat Sinterklaas steeds zalvend werd voorgesteld.
De dag van zijn bezoek kondigde zich aan met veel spanning in de klas, veel werd er die dag niet geleerd. Een klaas liedje werd nog gauw ingeoefend, we waren er met onze gedachten niet bij. De zenuwen waren gespannen en we reageerden op elk vreemd geluid.
Plots hoorden we gestommel in de klas voor ons en nu wisten we dat wij de volgende waren. Na een half uur vloog deur open en zwarte piet sprong de klas binnen en wipten gezwind over een bank, roepend waar zijn hier de stoute kinderen. Later hoorden we dat het de turnleraar was van de middelbare school die ieder jaar voor die stunt zorgden en er prat op ging van een ganse klas de stuipen op het lijf te jagen. De meeste van ons waren onder hun bank gekropen en er was een sussende meester nodig van ons er onder uit te halen.
Gelukkig stapten met veel gratie de goede sint de klas binnen, direct zwarte piet aan manend van bij hem te komen en zeggent dat het met die stoute kinderen nogal mee viel in deze klas. De sint vlei zich in de klaarstaande stoel met de meester, de piet en broeder bestuurder naast zich. Een voor een moesten de leerlingen bij hem komen en werd er gekeken in een groot boek welke goede en slechte punten er in stonden over ons. Gebeurde het toch dat er meer slechte dan goede punten waren en de Sint een vermaning uitsprak om het slachtoffer in tranen te laten uitbarsten, op koop toe dreigde zwarte piet met een geopende zak. Gelukkig was er dan de meester om toch een klein voorvalletje aan te halen van een goed cijfer. De sint gaf zijn volmondige goed keuring, de zak verdwijn en de tranen verdwenen met een laatste snik.
Als we deze marteling hadden doorstaan brulden we het aan geleerde Sint liedje uit volle borst, de zenuwen van ons af zingend.
Met een laatste zegening verdwenen de gasten uit onze klas om een volgende met hun bezoek te vereren.
De tijden zijn gelukkig veranderd nu bestaat dat gezelschap alleen maar uit lieve mensen. Die al de kinderen veel geven, soms teveel als ik de bergen speelgoed hier thuis aanschouw dat reeds klaarligt voor één kleinkind.
De Zondag stond in het teken van de Chirojeugd, van s morgens tot s avonds.
De zondag starten met een H.Mis om 8.30. Daar kwamen de meeste chirojongens en meisjes in uniform naar toe. Rechtsachter in de kerk hadden we wekelijks onze plaats. Na de zondagsplicht liepen we bij de bakker binnen om verse broodjes ( pistolets) en bij Jef Heinen de beenhouwer kochten we hespenspek, dat werd thuis traditioneel op zondag klaar gemaakt en gegeten als ontbijt.
Om10 uur moesten we reeds in de lokalen zijn voor de kernvergadering. Dit was een bijeenkomst van de leiders en de vendelleiders van een afdeling. De vergadering had als doel de activiteiten van de namiddag voor te bereiden en het lokaal klaar te maken voor de namiddagbijeenkomst. Veel tijd voor het middagmaal hadden we niet want om 13.30 uur starten de bijeenkomst met een openingsformatie. Dit bestond uit een telling van de leden van de verschillende afdelingen, een inspectie van het uniform en een vlaggengroet, dit laatste werd vergezeld door klaroengeschal. Even terug komen op de uniform inspectie, dit uniform van de jongenschiro bestond uit een smetteloos bruin hemd en das in gelen kleur, een floerenbroek met chiroriem, hoge bottinen en hoge kousen en daarop lage kousen die keurig over de bottinen geplooid werden, pittig detail voor dit laatste was dat van deze kousen de voet afgesneden was. De schoenen waren netjes opgeblonken.
In de formatie werd er ook een thema toegelicht door de hoofdleider of de proost, dit was bij ons de onderpastoor. Het thema dat maandelijks wisselde stond op een bord geschilderd en bleef de ganse namiddag onder de vlaggenmast hangen.
Daarna trokken we naar het lof in de kerk, hier werd gezongen en hulden gebracht aan het H. Sacrament en maandelijks eindigde het lof met een processie in de kerk of Eindelijk konden de verschillende afdelingen naar hun plek vertrekken waar ze spelend de dag rondmaakten. Dit kon zijn pleinspelen, een trektocht, een fietstocht of binnenspelen. Echt te veel om ze allemaal te vernoemen.
Na een namiddag spelen en zingen namen we met een slotformatie afscheid van de jeugdbeweging en gingen moe en voldaan weer naar huis.
Dit spel was echt iets voor de rakkers van de Kwikstraat, brutaal en het kon op straat gespeeld worden. De Lukerstraat ( een zijstraat van de Voorzorgstraat) was nog niet geasfalteerd en ideaal om ons spelletje te ontplooien. De regels worden reeds vaag maar ik denk dat de uitleg nog moet kunnen.
Een conservenblik, leeg natuurlijk werd in een kleine cirkel geplaatst en met een aftellingrijmpje werd er een slachtoffer aangeduid die ons moest aantikken. Iemand trapten het blik (buske) in een bepaalde richting zo ver moegelijk weg en dan stoof iedereen uit elkaar, liefst niet in de richting van het blikje. Op het teken stop dat de jongen die eraan was riep stopten we met weglopen. Iedereen bleef pal staan. Het teken stop kon echter pas geroepen worden als het blikje terug gelegd was in de cirkel. Nu was het de bedoeling van iemand aan te tikken met een kleine bal, de jongen mocht drie passen maken en dan zijn kans wagen om iemand te raken kon hij dat dan was de aangetikte slachtoffer en kon het spel op nieuw beginnen.
We speelden het tot de donkerheid inviel en de moeders ons binnen riepen. Zij moesten het dikwijls driemaal herhalen zo gingen we op in ons spel en soms moesten de vaders er bij te pas komen. Dan wisten we dat het menens was en vlogen we naar huis, om de dag daarop terug te beginnen met meestal het zelfde spel want die hadden zo hun periodes in het jaar.
Nu staat het schooltje er verlaten en verkommerd bij, ik begrijp wel er moeten kinderen zijn om een school te hebben en met een grotere school als het Sint Pietersinstituut in de nabije omgeving is het voor een klein schooltje moeilijk om te overleven
Eens was er een tijd dat er joelende kinderen er in rond liepen, gemengd wat toen uitzonderlijk was. Men kon er les volgen van peuter tot dat men veertien jaar werd en zo de leeftijd had dat men kon gaan werken.
Het schooltje lag aan de Zonneweg, echt een naam om alles plezant te zien. De tucht stond toen nog hoog in het vaandel van al de scholen en dat was in dit schooltje natuurlijk ook het geval. Om een voorbeeld te geven; de moeder moesten op ongeveer honderd meter van de school wachten op hun kroost, die s avonds al marcherend onder begeleiding van een juffrouw over rode steentjes naar hun wachtende moeders liepen. De armen gekruist over de borst en de knieën werden hoog geheven. Dit schouwspel vonden de moeders geweldig.
Laten we een dag een bezoek brengen aan mijn kleuterschool.
s Morgens vertrokken we goed ingeduffeld en voor zien van een boterham en een appel in ons blikkentrommel naar de schoolpoort. Dat goed ingeduffeld bestond uit een grote gebreide sjaal die gekruist over de borst was vastgemaakt met een veiligheidsspelt op onze rug.
Steeds werd ik geflankeerd door mijn beiden veel oudere zussen, die de ganse dag als volleerde waakhonden zich over mij, de veel jongere broer ontfermden.
De eerste kleuterklas was ook het eerste klaslokaal van de schoolgang. In deze gang werden onze jas en sjaal aan een kapstokje gehangen. Wat direct in elke klas opviel was de reusachtige kachel en dito afvoerbuizen, deze kachel stond in het midden van het vertrek en werd omringd door een gesloten hek, zodat de kinderen zich niet konden verbranden aan de stoof. De zandbak was ook een attribuut dat ogenblikkelijk opviel, het was een tafel vergelijkbaar met een biljarttafel maar dan voorzien van zand en meestal had de juffrouw er iets prachtig in gemaakt. Op het grote schoolbord stond een tekening die naargelang de tijd van het jaar veranderde, achter de wegklapbare luifel van het bord stond een geheimzinnige tekening die als ze met een zwier tevoorschijn kwam van al de kindermondjes een ha en ho ontrukten. Wat ik mij nog herinner is het zakje dat aan de zijkant van onze bank hing met diertjes van de boerderij, van elk dier een stuk en toen ik op een bepaald ogenblik in het bezit bleek te zijn van twee koeien, was dat voor de juffrouw het sein om deze jongen te overladen met alle zonden van Israël.
Wat nu denk ik onmogelijk is en door ons met stijl werd opgevolgd was het slaapmoment.
De hoofdjes van de kleuters werden op de armen gelegd en we sliepen of we deden dat we sliepen. Zeker is dat het stil was.
Op de speelplaats speelden we ons jongensspel. De jongens plaagde de meisjes door hun keurig gevouwen strik van hun schort los te trekken. De collectieve straf volgden, we moesten met zen allen tegen de muur gaan staan. gekruiste armen en hoofd tegen de muur. De ogen van de wakende juf hield ons op onze plaats.
Lang duurde de straf niet en op haar teken stoven we juichend de speelplaats weer rond.
Misschien duurde de straf niet zo lang omdat mijn beide zussen, gealarmeerd over het feit dat ik daar zo zielig stond, de juffrouw er op attent maakte dat de straf nu al lang genoeg geduurd had. Wat ze anders niet zouden gedurfd hebben, de juffrouw aanspreken.
Wat we ook geleerd hebben is de techniek van het weven, papieren strookjes werden eerst keurig uit gekleurd papier geknipt en dan onder en boven door elkaar gestoken en zo bekwamen we een mooi gekleurd papieren matje.
De lieve juffrouwen zijnéén voor één reeds gestorven behalve juffrouw bestuurster .Juffrouw Croenen, deze kranige dame van ver in de tachtig breng ik met dit artikel hulden en met haar ook de andere lieve juffrouwen van het schooltje van het Goddelijk Kind.