Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Na drie jaar gepalaver met het stadsbestuur heeft het
allereerste kattencafé in Oostenrijk de deuren geopend. Struikelblok was
vooral de hygiëne, maar nu heeft de 47-jarige Japanse Takako Ishimitsu
toch groen licht gekregen om haar droom waar te maken.
Neen, dit is geen beeld van het Schlagerfestival voor reptielen. Het lijkt wel alsof deze schildpadden het op een lustige polonaise hebben gezet, maar schijn bedriegt.
De schildpadden hebben deze merkwaardige formatie aangenomen om hun bloed op te warmen in het zonlicht en zo levensbelangrijke
vitamine D op te slaan. Deze vitamine moet dienen om hun schild aan te
sterken. Het bizarre beeld werd geschoten door fotograaf Tony Beck aan
het Opiniconmeer in Ontario, Canada.
Het kleurrijkste eiland ter wereld: Burano (Venetië)
De huisjes werden vroeger geschilderd in alle kleuren
van de regenboog, zodat de stoere vissersmannen na een lange reis op zee
al van ver naar hun vrouwtjes konden zwaaien.
Vanuit de baai van Napels heb je een grandioos uitzicht op de Vesuvius.
's Zomers haasten zich vele tienduizenden toeristen van de luchthaven
van Napels naar de gelijknamige Baai of de spectaculaire Amalfikust.
Maar heb je geen zin in al die drukte? Napels leent zich al in het
voorjaar, met zijn milde temperaturen, uitstekend tot een korte citytrip
vol verrassingen.
Een druk straatje nabij de Pignasecca-markt in het Spaans Kwartier.
De chique winkelgalerij Galleria Umberto, een prachtige architectuur van staal en glas.
Hotel San Francesco al Monte
Napels is met rechtstreekse vluchten vanuit Brussel ook 's winters vlot bereikbaar. De luchthaven ligt op 7
km van het centrum. Met een taxi ben je dus in geen tijd in het oude
centrum, dat begrensd wordt door de Via dei Tribunali en Via San Biagio
dei Librai, die verder overgaat in de Via Benedetto Croce. Daartussen
ligt een wirwar van steegjes die makkelijk te voet te ontdekken zijn.
Maar ook aan de oude haven proef je van de Napolitaanse sfeer. Neem een
stadsplan mee en ga op stap!
Laat je niet afschrikken door het vuilnis. Soms wordt het wekenlang niet opgehaald
door stakingen. Probeer erdoor te kijken, want tussen de stapels
vuilniszakken ligt een prachtige stad. Zo is er het Castel Nuovo, een
burcht aan het water met een witte triomfboog als ingang. Verscheidene
koningen hebben er gewoond, en nu is het een museum waarvan grote delen
gratis kunnen worden bezocht.
Gelato Tijd voor een gelato - een Italiaans ijsje. Waar kan je dat beter opeten dan aan de haven, een van de grootste aan de Middellandse Zee? Hier verzamelen luxejachten en cruiseschepen. Eten met een grandioos uitzicht op de Vesuvius en de Golf van Napels? Bij Antonio & Antonio maken ze de lekkerste melanzane alla parmigiana.
Vlak
bij het Castel Nuovo vind je het Palazzo Reale, het koninklijk paleis,
dat een indrukwekkende traphal heeft. De historische vertrekken kunnen
worden bezocht en zijn volgestouwd met meubels, wandtapijten,
schilderijen en porselein. Na het bezoek moet je zeker een kijkje nemen op de Piazza del Plebiscito, het meest monumentale plein van de stad.
Shopping Uiteraard kom je ook naar Italië om te shoppen.
Een goede start is de Galleria Umberto, een chique winkelgalerij met
een indrukwekkend architectuur in glas en staal. De vlakbij gelegen Via
Toledo is dan weer de Meir van Napels, met zowel kleine boetiekjes als
kledingketens.
Napels staat uiteraard bekend om zijn
pizza, maar de simpelste is de lekkerste: met tomaat, mozzarella en
basilicum. Heel wat restaurants beweren de uitvinder ervan te zijn, maar
Brandi is wellicht
de enige echte thuishaven van de pizza. In 1889 werd hier de allereerste
pizza margherita geserveerd. En die is nog altijd enorm lekker! Maar
ook de pasta van Napels is wereldberoemd: probeer eens de klassieker
spaghetti aglio, olio e peperoncino.
Musea Het
archeologisch museum van Napels is een van de belangrijkste ter wereld.
Het dankt zijn faam aan vondsten uit Pompeii en Herculaneum, en aan de
Farnese-collectie met antieke beeldhouwwerken. Hoogtepunt is de mozaïek
van Alexander de Grote.
Om de innerlijke mens te versterken is een goede lunch welgekomen na je museumbezoek. Ristorante Bellini bestaat al meer dan twintig jaar en heeft heerlijke pizza's en pasta's op de kaart staan.
Het
historische centrum is een wirwar van straten en steegjes waar auto's
verkeerd geparkeerd staan, Vespa's rondtuffen en was te drogen hangt.
Het toppunt
is het Quartieri Spagnoli (Spaans Kwartier), een wijk die 's nachts wat
dreigend kan overkomen. Ten oosten van de Via Toledo worden de straten
iets breder. Hier vind je de belangrijkste kerken: de kathedraal (Duomo
di San Gennaro) met zijn catacomben, de Gesù Nuovo met zijn opvallende voorgevel, het klooster van Santa Chiara met zijn prachtige tuin, een groene oase in de hectische stad.
Nog
een must is het 14de-eeuwse kartuizerklooster van San Martino, dat hoog
boven het oude centrum uittorent in de gezellige wijk Vomero, te
bereiken met de funicolare.
Vomero is een wijk waar ook locals graag komen eten. Pizzeria Acunzo aan de Via Domenico Cimarosa 60/62 is een goede keuze.
Uitgaan doet de jongere garde vaak op straat en in de Calata Trinità Maggiore. Rijkere Napolitanen verkiezen de buurt rond het Piazza San Pasquale, waar je ook de Enoteca Belledonne - met meer dan 400 wijnen en grappa's - vindt.
Wie op cruise vertrekt, stapt gemiddeld zo'n zes kilo zwaarder van het schip. Dat blijkt uit een studie bij cruisepassagiers. En dat gewicht gaat er nadien maar moeizaam weer af.
Op cruise komen passagiers per dag ongeveer 450 gram aan, tenminste als
het een all-inclusive reis is. De reissite Bonvoyage.co.uk voerde een
onderzoek bij duizenden toeristen. Ongeveer 84 procent gaf toe dat ze
zich flink lieten gaan op cruise. Sommigen nemen in die periode dubbel
zoveel calorieën op als normaal. Ongeveer 9 procent komt 1,8 kilo aan, terwijl 6 procent zelfs meer dan 8 kilo's zwaarder wordt.
Een Indonesiër die vanaf zijn vijfde af te rekenen kreeg met een
zeldzame huidaandoening hoopt nu 46 jaar later nog steeds vurig op een
eerste kus. Dat wordt echter een bijzonder lastige klus, want overdag
komt Lauw Tjoan Eng nooit buiten uit angst dat hij mensen zal doen
schrikken. De bubbels die intussen overal op zijn lichaam staan, zijn
het rechtstreekse gevolg van goedaardige tumoren.
In de spiegel kijken doet Lauw al lang niet meer, zo bevreesd is hij
zelf voor wat hij te zien zou krijgen. Intussen is hij het ook gewend om
alleen te leven: shoppen doet hij enkel heel laat 's avonds, en dan nog
met het grootste deel van zijn gezicht bedekt.
"Sinds ik van die
bulten begon te krijgen, heb ik geen enkele foto meer van mezelf",
klinkt het. "Ik haat mijn uiterlijk. Mijn zussen zitten heel ver weg,
dus ik voel me echt eenzaam. Een job heb ik niet omdat niemand me wil
aannemen, gelukkig krijg ik wat geld van mijn zussen om te overleven."
"Als
ik buitenga, bekijken de mensen me altijd heel vreemd. Er zijn er ook
die met mij lachen, maar ze kennen me niet. Oordelen kunnen ze dus niet.
Ik heb geen kinderen en ben zelfs nog niet in de buurt van een vrouw
geweest. Toch blijf ik hopen dat ik op een dag zal genezen en een dame
kan vinden bij wie ik gelukkig kan worden. En waarom niet trouwen? Ik
zou zo graag een normaal leven leiden, zoals al de rest."
Lauw, de eerste van vijf zonen, kwam perfect gezond ter wereld. Met de
jaren werd de aandoening echter almaar erger en op zijn twintigste was
zijn lichaam haast helemaal bedekt met de bulten. Dankzij steun van de
kerk kon hij zich toch eens een doktersbezoek veroorloven. Daar
vertelden ze hem dat hij een erfelijke ziekte had, al heeft noch zijn
moeder noch zijn vader er last van.
"Dat was een verrassing,
want voor zover bekend lijdt geen enkel ander familielid aan deze
aandoening. Ik wou dat er een therapie bestond, maar dan nog zou ik die
niet kunnen betalen. Dus leef ik maar moederziel alleen en zal ik
allicht nooit iemand ontmoeten. Maar ik heb nog steeds hoop en dat is
het belangrijkste", besluit Lauw.
Bij het verlaten van een supermarkt stelt de jonge caissière aan een oudere vrouw voor, dat zij voortaan haar eigen boodschappentas maar mee moet nemen, in plaats van een plastic tas te kopen. "Want plastic tassen zijn niet goed voor het milieu", zo zegt ze.
De vrouw verontschuldigd zich en legt uit:"Wij hadden dat groene gedoe niet toen ik jong was!" De caissière antwoordde:"Ja, en dat is nou juist ons probleem vandaag de dag, jullie generatie maakte zich niet druk om het sparen van het milieu voor de toekomstige generaties!"
Ze had gelijk, onze generatie had dat groene gedoe niet in onze dagen. Toen hadden we melk in flessen, frisdrank in flessen en bier in flessen, die we leeg en omgespoeld terug brachten naar de winkel. De winkel stuurde deze dan terug naar de fabriek en in de fabriek werden deze flessen gesteriliseerd en opnieuw gevuld. Wij deden ècht aan recycling. Maar we deden niet aan dat groene gedoe in die tijd!
Wij liepen trappen, omdat we niet over roltrappen en liften beschikten in elk gebouw. Wij liepen naar de supermarkt en hezen onszelf niet iedere keer in een 300 PK machine, elke keer als we 2 blokken verder moesten zijn. Maar ze had gelijk, wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd!
Babyluiers gingen in de kookwas, omdat wegwerpluiers niet bestonden. We droogden onze kleren aan de lijn en niet in een energieverslindende machine die continue 2000-Watt verbruikt. Wind- en zonne energie droogden onze kleren echt. Vroeger, in onze dagen. Kinderen droegen de afdankertjes van oudere broers en zussen en kregen geen gloednieuwe kleren. Maar de jonge dame heeft gelijk! Wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd.
In die tijd hadden we - misschien - 1 tv of radio in huis en niet 1 op elke kamer. De tv had een klein schermpje, ter grootte van een zakdoek en niet een scherm ter grootte van de bijenkorf. In de keuken werden gerechten gemengd en geroerd met de hand, omdat we geen elektrische apparaten hadden die alles voor ons deden.
Wanneer we een breekbaar object moesten versturen per post, dan verpakten we dat in een oude krant ter bescherming en niet in piepschuim of plastic bubbeltjes folie. In die tijd gebruikten we geen apparaat met een motor die op benzine het gazon maaide. We gebruikten een maaier die geduwd moest worden en functioneerde op menselijke kracht, waren fit, minder dik, geen dibetes-2.
Wij sporten door te werken, zodat we niet naar een fitnessclub hoefden te gaan om op ronddraaiende loopbanden te gaan rennen die draaien op electriciteit, nu is door obesiteit, diabetes bijna volksziekte nr. één !
Maar ze heeft gelijk. Wij hadden dat groene gedoe toen niet.
Wij dronken uit een fontein wanneer we dorst hadden, in plaats van uit een plastic fles, die we na 30 slokken weggooien. Wij vulden zelf onze pennen met inkt,in plaats van elke keer een nieuwe pen te kopen. Wij vervingen de mesjes van het scheermes, in plaats van het hele ding weg te gooien alleen omdat het mesje bot is. Maar wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd.
Mensen namen de trein of een bus en kinderen liepen of fietsten naar school in plaats van hun moeder als 24-uurs taxi servicedienst te gebruiken. Wij hadden 1 stopcontact per kamer en niet een heel arsenaal aan stekkerdozen en verlengsnoeren om een dozijn apparaten van stroom te voorzien.
En wij hadden geen geautomatiseerde gadgets nodig om een signaal op te vangen van een satelliet die 2.000 mijl verderop in de ruimte hing, zodat we contact konden leggen met anderen en uit te vinden waar de dichtstbijzijnde pizzatent zich bevind die we niet bereikten omdat we GSM-bellend de tegenligger niet zagen.....
Maar is het niet in en in triest dat de huidige generatie klaagt over hoe verspillend wij 'oudere mensen' waren, gewoon omdat wij dat groene gedoe niet hadden in die tijd?