O deugd, die mij in
vervoering brengt,
hoe zoet klinkt niet Uw
stem,
U die Uw hand
uitsteekt naar een stakker zoals ik.
Eens was ik verloren,
en nu weergevonden.
Ik was blind, maar nu
kan ik weer zien.
Eens zullen wij hier
op aarde vertoeven
meer dan tienduizend
jaar,
helder schitterend als
de zon.
En even vele dagen
als toen wij begonnen
zullen ons resten om
te zingen
de lof van God.
Zijn woord leidt ons
veilig langs
de vele gevaren, valstrikken en verleiding,
Hij is ons schild,
Ons hele leven lang.
Het was deugd, die mij
beschermde,
en het is deugd, die
ons thuis brengen zal.
|