Het stemt mij droef te moede, wanneer ik weer eens over al dat gekrakeel binnen onze Belgische regering moet lezen. Kan het nu echt niet anders ?
Mens
de stad, een ruïne.
in hun kromheid
streven de zuilen
naar hogere sferen.
zij torsen timpanen
die een eeuwigheid trotseren
van niets.
barsten lopen doorheen
het marmer, en eren
de massa,
verpletterd onder het gewicht
van de diamant
die zich mens noemt. Uomo
la città, una rovina
nelle loro curvatura
le colonne aspirano
a sfere più alte.
portano con sforzo timpani
che affrontano un' eternità
di niente.
le fenditure attraversano
il marmo, e onorano
la massa,
schiacciate sotto il peso
del diamante
che si chiama uomo.
|