WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    06-08-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gaat er in dat hoofdje om

    GREENSPAN, S. & N. BRESLAU LEWIS, Wat gaat er in dat hoofdje om? Hoe het denken van uw baby, peuter en kleuter zich ontwikkelt. (Vert. Building healthy minds) Utrecht/A’pen, Kosmos-Z&K, 2003 (3e dr.), 320 pp. – ISBN 90 215 9771 3


    Bovenaan het verlanglijstje van de meeste ouders staat de wens dat hun kinderen zowel verstandig zijn als sociaal vaardig. We hopen ook dat ze weten hoe ze zich moeten gedragen en weten wat goed en slecht is. We willen ook dat ze zelfvertrouwen hebben, doorzettingsvermogen en flexibiliteit.


    Deze verschillende vaardigheden staan niet los van elkaar. Leren en denken doen we niet alleen met ons verstand, maar ook met ons gevoel. En voor het omgaan met onze gevoelens gebruiken wij ons verstand. De emotionele en verstandelijke ontwikkeling van een kind zijn heel nauw met elkaar verweven. Emotionele interacties spelen immers een veel grotere rol bij het verstandelijk functioneren dan men ooit heeft gedacht. Dit is de kernboodschap van de auteurs. En meteen ook reiken zij het belangrijkste pedagogische hulpmiddel aan: de relatie met de ouder of opvoeder.


    Door meer dan 25 jaar van observaties en onderzoek hebben de auteurs de mijlpalen in de ontwikkeling leren onderscheiden. Het gaat om 6 typen essentiële ervaringen die zich voordoen in een fase van de eerste zes levensjaren van een kind. Ze lopen parallel met de groei van belangrijke gebieden in de hersenen.


    Hiervan hebben de auteurs een schema gemaakt, de ontwikkelingsgroeicurvekaart. Dit schema laat zien hoe goed een kind zijn verstandelijke en emotionele capaciteiten gebruikt om problemen op te lossen. Met behulp van deze kaart kan de ontwikkeling van een kind gevolgd worden, maar ze is vooral nuttig om te detecteren wanneer een kind een zetje kan gebruiken. Dit is zeer belangrijk voor de opvoeding en begeleiding van kinderen bij wie de ontwikkeling niet vanzelf gaat. De auteurs hebben hun inzichten met succes toegepast bij kinderen met leer- en gedragsstoornissen. Deze ervaringen worden in het boek dan ook regelmatig beschreven.


    In het boek krijgt elke fase een apart hoofdstuk toebedeeld. Hier wordt verhelderd wat er gebeurt, waarop je als ouder dient te letten en waarom, welke problemen zich kunnen voordoen en hoe je deze kan aanpakken. In bijlage zijn de ontwikkelingsgroeicurvekaart opgenomen en een overzicht van de zes belangrijke ontwikkelingsfasen en de groei van de hersenen.


    Dit is zeker een belangrijk boek, zowel voor ouders als voor professionele begeleiders van jonge kinderen of van oudere kinderen en volwassenen met een ontwikkelingsvertraging. De verschillende fasen worden nauwgezet en gedetailleerd uitgewerkt.


    Het geheel nodigt echter niet echt uit tot lezen. Een overvolle bladspiegel, relatief kleine letters, en dito regelafstand plegen een behoorlijke aanslag op de aantrekkelijkheid. Het boek is bovendien nogal dik, je moet er al heel wat tijd voor uit trekken. Dat is nu net waar jonge ouders, die er hun voordeel mee kunnen doen, zo’n gebrek aan hebben. Een meer leesbare versie zou dan ook heel welkom zijn, want het is een waardevol werk. Voor professionele begeleiders echter wel een degelijk naslagwerk.


    ©  Minervaria


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het raadsel van het kompas
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ACZEL, A.D., Het raadsel van het kompas. A’dam, Prometheus, 2002, 150 pp. – ISBN 90 446 0024 9


    Aczel is wiskundige en hoogleraar statistiek. Met zijn vader heeft hij als kind ettelijke jaren doorgebracht op een zeevaartschip, waar hij heeft leren navigeren.


    De uitvinding van het kompas was bepalend voor de westerse geschiedenis. Een van de oorzaken van de bloeiende koopmanschap van naties als Venetië, Engeland en Holland was het gebruik van het magnetische kompas. Hierdoor verbeterden navigatiemogelijkheden zodanig dat goederen veel sneller konden vervoerd worden. Het kompas was het eerste instrument dat het handelsreizigers mogelijk maakte om op het land, ter zee en veel later in de lucht hun richting te bepalen, onder vrijwel alle mogelijke omstandigheden, zowel overdag als ’s nachts.


    Het verhaal van het kompas is een verhaal van menselijke intelligentie en vindingrijkheid, een verhaal van uitvindingen, innovaties en kansen.

    In dit boek onderzoekt ACZEL het mysterie achter die uitvinding, en legt uit hoe die de wereld veranderde. Het staat ook vol wetenswaardigheden over de wijze waarop in de voorbije eeuwen mensen onbekende gebieden verkenden, en exploreerden.


    Het boekje leest heel vlot en blijft interessant tot het einde.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mens, moraal en vrijheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MIDGLEY, M., Mens, moraal en vrijheid. Over goed en kwaad bij een denkende primaat. Baarn, Ten Have, 1998, 255 pp. – ISBN 90 259 4725 5

    Mary Midgley is gepensioneerd docent filosofie aan de universiteit van Newcastle. Haar interesse gaat vooral uit naar de verhouding tussen mens en dier, evolutie en het verband tussen wetenschap en het dagelijks leven.


    Het hoofddoel van dit boek is een duidelijk verband te vinden tussen ons evolutionaire en ons morele denken. Haar vraag is of de wetenschap een antwoord kan geven op de oorsprong en betekenis van de menselijke moraal en vrijheid.

    Allereerst maakt Midgley een kritische analyse van de wetenschap en haar methodes. Zij stelt vast dat de wetenschappelijke methode vooral gekenmerkt wordt door reductionisme. Dit is misschien wel een handige methode om inzicht te krijgen in de aard en de werking van de verschillende elementen van een verschijnsel. Maar er zitten een aantal addertjes onder het gras.


    Complexe verschijnselen worden aldus onterecht versimpeld. Bepaalde verklaringen krijgen een soort monopolie waardoor niet alle dimensies van een fenomeen in de verklaring worden betrokken. En er ontstaat een asymmetrische relatie: wat gereduceerd werd wordt niet meer samengevoegd.

    Voor de natuurwetenschappen is dat nog niet zo erg, alhoewel het in de biologie al voor problemen zorgt. Maar voor de sociale wetenschappen is dit gevaarlijk. Dit is heel duidelijk in de economie, waar het utiliteitsbeginsel heeft geleid tot ongebreideld enthousiasme voor een ongecontroleerde vrije markt.

    Moraal en menselijke vrijheid behoren tot het domein van de menselijke geest, de vraag is nu hoe deze kan verzoend worden met de bevindingen van de moderne wetenschap, en meer bepaald de studie van dierlijk gedrag en de evolutietheorie.


    Na deze lange introductie, soms met veel herhaling maar achteraf bezien wel noodzakelijk, spitst de auteur zich toe op resp. moraal en vrijheid.

    Zij gaat hierbij uit van de aard van de mens en het menselijk handelen. Nu volgt een boeiende uiteenzetting. Hieronder volgt een uiteraard onvolledige en subjectieve samenvatting van de gedachtegang van de auteur.


    Een cruciaal punt in haar redenering lijkt mij het onderscheid tussen oorzaken en redenen. Mensen handelen en laten niet zonder meer krachten op hen inwerken, die hun handelen zouden veroorzaken. De vergelijking met een vulkaan is hierbij zeer illustratief. Ook al spelen zich in de hersenen gebeurtenissen af, die veroorzaakt worden, het menselijk handelen wordt gestuurd door redenen. Die redenen resulteren uit die gebeurtenissen, maar vallen daar niet mee samen. De mens handelt vanuit een subjectieve evaluatie van keuzemogelijkheden.

    Wat tonen ethologische studies aan over moraal en vrijheid? In de eerste plaats is duidelijk dat de mens essentieel een sociaal dier is, gericht op samenwerking. Het leven in groepsverband is slechts mogelijk op basis van diepgewortelde sociale gevoelens en afhankelijkheid. Verder zijn voor de samenwerking sociale regels nodig. Deze vormen de grondslag voor de moraal. Maar de aanwezigheid van een moraal betekent nog niet dat men kan kiezen.


    Bij elke vorm van samenwerking is bovendien instemming vereist. Instemming onder de vorm van wederzijdse emotionele afhankelijkheid en welwillende aanvaarding gebeurt op basis van op zijn minst het rudiment van een (vrije) wil.

    Wat maakt het dan mogelijk dat de mens een vrije wil heeft?

    Hiervoor keert Midgley terug naar het onderscheid tussen oorzaken van gedrag en redenen voor het handelen. De mens is subject en object tegelijk, en kan min of meer bewust de keuzemogelijkheden evalueren.


    Hij is zich ook bewust van zichzelf en conflicterende neigingen in zichzelf, nl. concurrentie of coöperatie. Maar om toch als geheel op te treden, en dit conflict te verzoenen, kan en moet hij wel kiezen.

    Haar besluit: vrijheid is gelegen in de poging om eenheid te brengen in het innerlijke conflict, om –als gehele persoon – te kiezen wat men zal doen.


    Dit was al bij al zeer boeiende en uitdagende lectuur. Vlot te lezen, zeker de laatste delen. Een aanrader voor al wie geïnteresseerd is in de oorsprong en betekenis van de menselijke moraal en vrijheid.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Praktisch verstand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KARS, T., Praktisch verstand. Klein handboek voor non-conformisten. A’dam, Querido, 2003, 192 pp. – ISBN 90 214 7002 0


    De titel van dit handzame boekje is ontleend aan de Griekse wijsgeer Epicurus, die praktisch verstand als het hoogste goed beschouwde.


    Kars heeft de raad van Seneca opgevolgd: ‘wat wij de filosofen horen verkondigen, en wat wij in hun geschriften aantreffen, moeten wij toepassen bij ons streven een gelukkig leven te leiden.’

    In dit boekje heeft Kars de som van zijn lees- en levenservaringen weergegeven, een soort vademecum voor een gelukkig leven. Zoals de titel zegt: het is een handboek voor non-conformisten, voor wie zich niet gebonden acht aan onzinnige sociale regels. Het resultaat is een sublieme verzameling van  wijsheden, waarin iedereen zichzelf wel een beetje zal herkennen. Het is een compilatie van korte en minder korte bespiegelingen over de meest verscheidene onderwerpen uit het dagelijks leven, en een bonte verzameling van praktische ideeën en wenken. Kars baseert zich hiervoor op een beperkt aantal tenoren uit de wereldliteratuur. Een aansporing om een paar van deze werken ook zelf te lezen.


    Door zijn handig formaat valt het boekje makkelijk mee te nemen naar elke gelegenheid waar je vermoedelijk zal moeten wachten. De verschillende onderwerpen zijn bovendien achteraan nog eens in een lijst opgesomd, zodat je heel eenvoudig iets kan terugvinden over een onderwerp dat aan de orde is.


    Leest als een trein, en je wordt er ook nog wijzer van. Een luchtige aanrader!
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het land van de stilte
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BROKS, P., Het land van de stilte. Neurologische vertellingen. A’dam, De bezige Bij, 2003, 263 pp. – ISBN 90 234 1271 0


    Paul Broks is neuropsycholoog en docent klinische psychologie. In dit boek geeft hij een aantal beschouwingen over de rol van de hersenen in ons gedrag. Deze worden opgehangen aan case-studies. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar de oorsprong van gedachten en gevoelens, van bewustzijn en zelf(besef).

    De stijl is eerder associatief: objectieve gegevens worden afgewisseld met eigen ervaringen. Vlot leesbaar boek.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-06-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mensentuin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MORRIS, D., De mensentuin. Utrecht, Bruna Uitg. B.V., 2002, 223 pp. – ISBN 90 449 8003 3


    Dit is een ietwat late Nederlandstalige uitgave van het in 1969 verschenen boek The Human Zoo.


    Morris gaat ervan uit dat de huidige verstedelijkte en sedentaire mens in essentie toegerust is om als jager-verzamelaar te leven, maar door een culturele revolutie een verstedelijkt bestaan leidt. Hij vergelijkt dan ook het gedrag van de moderne mens met dat van dieren in een dierentuin.


    Zijn onderzoek bestrijkt de meeste domeinen van het menselijk leven, en zijn visie is gesteund op nauwkeurige observaties. Ondertussen zijn bepaalde elementen in deze theorie echter achterhaald, en sommige gedragingen kunnen ook op een andere manier verklaard worden. In elk geval zijn een aantal inzichten volgens mij nog steeds actueel, zoals de regels voor dominantie (ook al is het getal 10 wat te gladjes).


    Niettemin is het een interessant boekje, het leest vlot en geeft toch heel wat inzicht in het menselijk gedrag vanuit de ethologische en evolutionaire invalshoek.

     

    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-06-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onvermijdelijke illusies

    PALMARINI, M.P.,  Onvermijdelijke illusies. Hoe beredeneringsfouten ons denken beheersen. Utrecht, Het Spectrum, 1996, 224 pp. – ISBN 90274 4761 6


    Wanneer mensen beslissingen nemen of oordelen uitspreken, denken zij meestal dat zij dat doen op een rationele basis. Cognitief psychologisch onderzoek heeft echter uitgewezen dat dit niet klopt. Mensen beslissen over soms heel belangrijke zaken intuïtief op basis van de illusie van rationaliteit. Dit gaat niet alleen op voor de gewone, maar evenzeer voor de hoger opgeleide mens.


    In zijn boek noemt Palmarini deze cognitieve illusies “tunnels van de geest”. Deze manier van denken is vastgeankerd in de wijze waarop ons brein werkt en hoort daarom tot ons cognitieve onbewuste. Mensen denken en oordelen niet spontaan op grond van rationele en logische wetmatigheden, maar op basis van intuïtie die zij ten onrechte als rationeel beschouwen.

    Deze tunnels werden ontdekt en onderzocht in verband met kansberekening waarin mensen de uitkomst van een situatie moeten beoordelen op basis van een paar beperkte gegevens. Dit is ook de gang van zaken in het dagelijks leven: mensen moeten vaak keuzes maken in situaties van onzekerheid, ze richten hun gedrag op een onbekende toekomst, en gebruiken hiervoor een beperkt aantal gegevens uit verleden en heden.


    Uit de experimenten over kansberekening van Tversky en Kahnemann blijkt dat mensen beslissingen nemen op basis van verschillende cognitieve illusies of tunnels, waarvan zij zich niet bewust zijn. Sterker nog, zij zijn er meestal van overtuigd dat hun beslissing een hoge mate van rationaliteit en logica bezit.

    In een omvangrijk hoofdstuk bespreekt de auteur acht verschillende mentale tunnels waarin mensen bij kansberekening verzeild raken.

    Een ander hoofdstuk is minstens even interessant. Hier bespreekt de auteur de consequenties van deze cognitieve illusies voor het redeneren van alledag. Hij noemt ze de zeven hoofdzonden, omdat ze volgens hem de meest ernstige en verraderlijke gevaren vormen voor onze kennis. Dit is meteen het meest leesbare hoofdstuk, en de inhoud is zeer herkenbaar.


    Ook al is het intuïtieve denken in ons brein geankerd, toch is de conclusie optimistisch. Als wij ons bewust worden van ons cognitieve onbewuste, kunnen wij redeneringsfouten vermijden. Dit doet sterk denken aan de conclusie van de psychoanalyse m.b.t. het (emotionele) onbewuste.

    Logica en rationaliteit zijn in het menselijk denken niet vanzelfsprekend, maar het feit dat wij deze ontdekt hebben wijst ons op de mogelijkheid om er gebruik van te maken. We kunnen rationaliteit oefenen, onze grenzen herkennen en daardoor onze oordelen verbeteren.
    Als afsluiter presenteert de auteur de “supertunnel”, waar zelfs Nobelprijswinnaars en illustere professoren in de wiskunde zich laten bedotten.


    Naar inhoud zeer interessant en leerrijk, naar vorm minder geslaagd. Een meer systematische benadering van het onderwerp was nuttig geweest.

    Hier en daar worden zaken gezegd die tegengesteld zijn aan de gepresenteerde theorie. Slordige vertaling? Of een cognitieve illusie? 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-06-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ontdekkers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BOORSTIN, D., De ontdekkers. De zoektocht van de mens naar zichzelf en zijn wereld. A’dam/Brussel, Elsevier, 1987, 798 pp. – ISBN 90 10 05931 6


    Een monumentaal boek over de geschiedenis van de menselijke ontdekkingen. Deze wordt behandeld over 4 grote domeinen: de ontdekking van de tijd, de aarde, de natuur en de samenleving.


    Die reis, die vaak als één grote triomftocht wordt voorgesteld, blijkt toch veel kronkeliger dan gedacht. Grote figuren passeren de revue, en naast hun baanbrekende inzichten en ontdekkingen huldigden zij vaak (zoals Newton) conservatieve uitgangspunten. Minder gekende ontdekkers waren soms meer visionair en revolutionair, maar hebben geen prominente plaats veroverd in de geschiedenisboeken. De auteur geeft ons ook een beeld hoe dat komt.


    Het is een zeer boeiend boek, maar echt niet in één ruk uit te lezen. Gelukkig maakt de vlotte schrijfstijl het mogelijk om op ieder moment de draad weer op te pakken na een paar hoofdstukken. Het was heel leerrijke lectuur.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-05-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De anatomie van de hoop
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GROOPMAN, J., De anatomie van hoop. Over de rol van hoop en optimisme bij ziekte en genezing. Utrecht, Kosmos-Z&K Uitg., 2004, 252 pp. – ISBN 90 215 9747 0

    Groopman is oncoloog, arts en hoogleraar. In prachtig vertelde verhalen uit zijn artsenpraktijk en ook over zijn eigen genezingsproces van een ernstige en pijnlijke aandoening, leert hij ons dat er meer is dan wetenschap en techniek. Hoop is vaak een cruciale factor in het genezingsproces. In twee interessante hoofdstukken belicht de auteur ook de biologische grondslag van hoop en veerkracht.

    Het is een vlot leesbaar boek. De persoonlijke ervaringen en het leerproces van de auteur vormen het uitgangspunt voor doorleefde en doordachte inzichten m.b.t. het opwekken en stimuleren van hoop bij mensen die geconfronteerd worden met een ernstige bedreigende levensopdracht.

    Het is ook een ontroerend boek. Een aanrader voor wie geïnteresseerd is in de beleving van ziekte en gezondheid.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-05-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrouwenkloosters in Venetië
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LAVEN, M., Vrouwenkloosters in Venetië. Slotzusters en gebroken geloftes in de Renaissance. A’dam, Contact, 2004, 320 pp. – ISBN 90 254 1500 8


    Tussen 1500 en 1700 behoorde Venetiê tot de 10 grootste steden in Europa. Aan bijna elk kanaal stond een vrouwenklooster en nonnen doken overal op in het dagelijks leven. Niet alleen vrouwen met een religieuze roeping werden non; ook dochters van de Venetiaanse upper class werden in een klooster gedumpt  om versnippering van het familiefortuin te voorkomen. Zij kregen dan een jaarlijkse toelage van de familie.


    Het dagelijkse leven in een klooster was daardoor ook doortrokken van familiale belangen, en de onderlinge verhoudingen tussen de nonnen was een weerspiegeling van de sociale verhoudingen buiten de kloosters. Er werd feest gevierd, gedanst en men ging er modieus gekleed.

    In de loop van de zestiende eeuw werden de vrouwenkloosters, als gevolg van de Contrareformatie, veel strenger. Er werden visitatiecommissies georganiseerd, en de nonnen werden streng beperkt in hun mogelijkheden. Dit had vooral desastreuze gevolgen voor zij die onvrijwillig in het klooster hun leven moesten slijten.


    Aan de hand van deze visitatierapporten en rechtbankverslagen schetst de auteur een beeld van de verborgen wereld van de nonnen. Het boek is zeer goed gedocumenteerd, met een uitgebreide noten- en bronnenlijst. De auteur slaagt er ook in om de lezer even te laten aanvoelen hoe de leefsfeer in die tijd kan geweest zijn: o.a. het tijdsbesef, de referentiepunten die de mensen toen hanteerden, de mentaliteit.

    Leest vlot.  

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ruimte om te sterven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LEGET, C., Ruimte om te sterven. Een weg voor zieken, naasten en zorgverleners. Tielt, Lannoo, 2003, 199 pp. – ISBN 90  209 51545 9


    De auteur van dit boek is theoloog, en is nu docent medische ethiek te Nijmegen.

    Zijn beweegreden voor dit boek hangt samen met de wijze waarop het levenseinde de afgelopen jaren in Nederland in beeld gekomen is. In tegenstelling tot de technische discussie over de dood, wil de auteur aandacht besteden aan het sterven. Hij wil de vragen die opkomen bij het einde van het leven plaatsen in het kader van de vragen naar ‘het goede leven’: zoals de levenskunst is er ook een stervenskunst.


    Hij kiest hiervoor een originele inspiratiebron: de oude traditie van de middeleeuwse ‘ars moriendi’. Die stelt vijf spanningen centraal die in vrijwel ieder sterfbed aan de orde zijn.

    De auteur maakt van deze oude traditie een creatieve vertaling. In het middeleeuwse model ging het telkens om 2 polen die elkaar uitsluiten, waarbij de stervende moest kiezen voor de ‘goede’ pool. Leget benadrukt het belang van beide polen en belicht het stervensproces in het licht van een spanningsveld tussen beide polen. Dit noemt de auteur de innerlijke ruimte om te sterven. De taak van de andere is om de stervende te helpen deze innerlijke ruimte te verwerven en te exploreren.


    De auteur heeft een tijdlang meegewerkt in twee verpleeghuizen. Het boek is dus de neerslag van een visie die getoetst is aan praktische ervaring.

    Leget schrijft vanuit een christelijk geïnspireerde visie, maar vertrekt in elk hoofdstuk vanuit een algemeen humanistische beschouwing. De vertaling van de spanningen voor gelovige mensen wordt in elk hoofdstuk afzonderlijk besproken. Het is dus mogelijk dit over te slaan als men dat wil, zonder dat het boek aan waarde verliest.


    Een aanrader voor wie wil stilstaan bij een zeer menselijke en agogische benadering van het stervensproces. Minpunt: het soms wollig taalgebruik valt gaandeweg meer op (waarschijnlijk een verzadigingseffect). Niettemin toch vlot leesbaar.

    Voor wie, al dan niet als hulpverlener, regelmatig of zelfs af en toe met stervende mensen te maken heeft toch een aanrader. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-05-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Problemen met het gedrag van mensen met een verstandelijke handicap
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KARS, H. & J.H.J. ZWETS, Problemen met het gedrag van mensen met een verstandelijke handicap. Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 1998. – ISBN 90 313 2478 7


    Een goed toegankelijk inleidend boek over het onderwerp. Uitgangspunt is dat problemen met het gedrag nooit op zichzelf staan, maar zich altijd voordien in relatie tot andere mensen en binnen de context van een bepaalde leefomgeving. Hieraan wordt uitvoerig aandacht besteed.


    Het onderwerp wordt systematisch en volledig behandeld. Ook de neurologische basis van (probleem)gedrag wordt belicht. In afzonderlijke paragrafen komen een hele rij algemene en specifieke gedragsproblemen aan de orde, met hun achtergronden en behandeling. Het boek besluit met en algemene systematische visie op de omgang met gedragingen die als problematisch worden ervaren. Medicatie komt hierbij ook uitgebreid aan de orde.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bouwen aan zelfvertrouwen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BISSCHOP, M., Bouwen aan zelfvertrouwen. Als tiener anders denken over jezelf. Tielt, Lannoo, 2004, 125 pp. – ISBN 90 209 5723 6


    Als een schoolkind tiener wordt verandert er heel wat op korte tijd. Niet alleen het lichaam verandert, maar ook de wijze waarop de tiener in het leven staat. Daar zijn die jonge mensen, en evenmin hun ouders, vaak nauwelijks op voorbereid.

    Tieners gaan ook anders denken. Hun hersenen zijn nog in volle ontwikkeling. Pas de laatste jaren is hier aandacht aan besteed.

    Voor veel tieners breekt een chaotische tijd aan. De dingen zijn niet meer vanzelfsprekend. Ze denken meer na, over gebeurtenissen, anderen en zichzelf. Vooral meisjes hebben het er nogal eens moeilijk mee en verliezen vaak veel van het zelfvertrouwen dat ze in hun lagere schooltijd hebben opgebouwd.


    Marijke Bisschop schreef daarom dit boekje voor de tiener zelf. Op een zeer bevattelijke wijze legt ze uit wat er op deze leeftijd allemaal verandert en hoe een tiener zelf de chaos in zijn/haar hoofd beter te lijf gaat. Tieners hebben vaak sombere gedachten over zichzelf en anderen.

    Stap voor stap legt ze uit hoe je als tiener met de sombere gedachten en gevoelens kan omgaan, en hoe je ze kan laten plaats maken voor meer positieve gedachten en gevoelens. De recepten zijn niet alleen toepasselijk voor tieners maar voor ons allemaal.


    Het boekje is geschreven op de maat van jonge tieners, van 11 tot 14 jaar. Het is geïllustreerd met de leuke tekenfiguurtjes Posi en Nega.

    Een aanrader voor tieners én voor hun ouders!


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Statusangst
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    de BOTTON, A., Statusangst. A’dam/A’pen, Uitg. Atlas, 2004, 335 pp. – ISBN 90 450 1049 6


    Statusangst omschrijft de Botton als de kwellende gedachte dat we mogelijk niet in staat zijn te voldoen aan het succesideaal zoals geformuleerd door onze samenleving en dat we dientengevolge het risico lopen te worden gespeend te blijven van waardigheid en respect.


    Het boek bestaat uit 2 delen.

    In het eerste deel bespreekt de auteur 5 oorzaken van statusangst in het algemeen en in onze moderne samenleving in het bijzonder. Vooral  in samenlevingen waar een ideaal van gelijkheid heerst, en waar vooropgesteld wordt dat iedereen in principe dus dezelfde resultaten zou moeten bereiken, heeft statusangst een grote invloed op het wel en wee van elke persoon. De auteur onderscheidt 5 oorzaken van statusangst: liefdeloosheid, snobisme, verwachting, meritocratie en afhankelijkheid.


    Het tweede deel gaat over mogelijke oplossingen om aan statusangst het hoofd te bieden. Hierin wordt plaats geruimd voor verschillende levenshoudingen, die elk in een bepaald gebied hun concretisatie vinden: de filosofie, de kunst, de politiek, de religie en de bohème.

    Is het toevallig dat ook hier 5 oplossingen worden gepresenteerd? In elk geval geeft mij de laatste de indruk erbij te zijn gesleept.


    Niettemin is het een boeiend boek. De auteur slaagt erin om inzichten uit verschillende invalshoeken te bundelen tot een zeer vlot leesbaar en begrijpelijk geheel. De logische opbouw en didactische stijl dragen sterk bij aan de inzichtelijkheid van het betoog.


    Het boek levert een kritische kijk op de wijze waarop wij in onze maatschappij vaak overdreven bezig zijn met het verwerven van status en bezorgd om het (mogelijke) verlies daarvan.

    Door de vlotte schrijfstijl en de herkenbaarheid van de thema’s is dit boek in één adem uit te lezen.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het nut van God
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JANSEN, H., Het Nut van God. A’dam/A’pen, De Arbeiderspers, 281 pp. – ISBN 90 295 2289 4


    Moderne intellectuelen verwachten de spoedige komst van een godsdienstloos tijdperk. Naar het zich laat aanzien zullen ze echter een teleurstelling te verwerken krijgen. Aan het eind van de twintigste eeuw is de godsdienst immers met kracht teruggekomen, soms in wonderlijke vermommingen. Net waar traditionele godsdienstige organisaties het laten afweten, zijn nieuwe religieuze bewegingen het sterkst. Kennelijk blijven ondanks de secularisatie ook moderne mensen verlangen naar wat niet van deze wereld is.

    Waarom lopen zoveel mensen in de val die godsdienst volgens velen is? Wat heeft godsdienst dan wel te bieden? Waarom zijn er nog steeds zoveel gelovigen en wat houdt hen vast aan hun godsdienst?


    Op deze vragen probeert Jansen, universitair docent Arabisch en Islamkunde in Leiden, een antwoord te geven. En daar slaagt hij naar mijn mening ook ruimschoots in. Zoals de titel suggereert: God en godsdienst zijn nuttig in verschillende opzichten.

    Godsdiensten voorzien in de vervulling van fundamentele menselijke behoeften. Eerst en vooral bekijkt J. het beeld dat mensen hebben van God. Hij komt tot de conclusie dat God compenseert waar de wereld de mens tekort doet. Vervolgens analyseert hij de godsdienst zelf. De telkens terugkerende ingrediënten van een godsdienst zijn: het geloof in de oncontroleerbaarheid van de leerstellingen, rituelen, gedragsregels en een organisatie. Om levensvatbaar te zijn, moet een godsdienst deze elementen bevatten in een uitgebalanceerde dosis. Die elementen hebben elk op zich een functie in het leven van mensen. Ze geven houvast in een onstabiele situatie, ze verschaffen iemand veiligheid in een sociale groep en een groepsidentiteit, ze sluiten aan bij de behoefte aan loyaliteit en leiderschap, ze bieden een grond voor politieke actie, met als doel de maatschappelijke ordening te ondersteunen hetzij te veranderen, en ze verschaffen vooral hoop op een betere wereld.


    In de verschillende hoofdstukken toont Jansen aan hoe binnen verschillende godsdiensten en (pseudo)-religieuze bewegingen deze behoeften al dan niet succesvol gerealiseerd werden/worden. Hij biedt een consistente en coherente verklaring, en zodoende ook begrip, voor fenomenen als fundamentalisme, collectieve zelfmoorden, eindtijdbewegingen en de afwijzing van de Universele Mensenrechten. Een volledig hoofdstuk gaat over wat hij ‘substituut-religies’ noemt: het marxisme, de antroposofie, de psychoanalyse, de alternatieve geneeswijzen, de New-Agebewegingen.

    Hij stelt onomwonden dat gelovigen met betrekking tot hun geloof niet voor rede vatbaar zijn. Rationele argumentatie gaat zonder meer aan hen voorbij op die punten die essentieel zijn voor hun geloof. Immers, geloof is gebaseerd op oncontroleerbaarheid van de uitgangspunten. Alleen wie toch al twijfelde kan eventueel tot het kamp der ongelovigen overgaan. Dit gebeurt echter alleen voor zover een twijfelaar niet door zijn sociaal netwerk overgehaald wordt tot een andere belijdenis.

    Die oncontroleerbaarheid is volgens J. meteen de grens met de wetenschap: die houdt zich bezig met het controleerbare. Toch is het bedrijven van wetenschap niet zonder gevaar voor religieuze invloed. Elke vorm van wetenschap kan makkelijk ten prooi vallen aan religieuze visioenen. Dit resulteert vaak in grootse projecten, al dan niet met het oog op het welzijn van de hele mensheid, ten koste van de dienstbaarheid aan het ordinaire menselijke bestaan. Hij illustreert dit treffend aan de hand van de wapenwedloop. Jansen geeft een efficiënte remedie: “Het zou voor het algemeen menselijk welzijn misschien niet verkeerd zijn wanneer onderzoekers zich meer bewust zouden zijn van hun godsdienstige bevlogenheid. Het zou ze misschien wat bescheidener maken.” (p. 260)

    Ook en zeker voor politici is bovenstaand citaat enorm toepasselijk. Zonder veel fantasie vallen de gebeurtenissen na 11/9/2001 hier moeiteloos in te passen: eenmaal het wereldwijde terrorisme overwonnen is, breekt voor de hele mensheid een paradijselijke wereldvrede aan.


    Het betoog van Jansen sluit goed aan bij andere invalshoeken. Ik herken o.a de biologisch-antropologische benadering (Ridley -de mens is een conformist). Het is een mooie aanvulling op het boek van Lernout (inconsistenties en tegenstrijdigheden in de heilige teksten).

    Het betoog is uitermate degelijk gedocumenteerd, en gefundeerd op een grondige kennis van de bijbel en de koran. De auteur schrijft helder en genuanceerd, spitsvondig en gevat. Zijn oordeel is mild en hij getuigt van veel psychologisch inzicht. Zijn talrijke humoristische uitdrukkingen hebben mij vaak doen schaterlachen.


    Jansen besluit zijn boek met volgende slotalinea, die meteen een idee geeft van de gehanteerde stijl. “De beste Nederlandstalige regels over godsdienst zijn nog altijd niet verbeterd, en ze zijn te vinden in het verzameld werk van Multatuli: ‘De godsdienst is een schone zaak, en schenkt de mensheid veel vermaak.’” (p. 265)

    Het is eigenaardig dat dit boek niet meer bekendheid geniet, want het is een boeiend en waardevol werk.

     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bange ouders

    FUREDI, F., Bange ouders. Opvoeden zonder zorgen. Leuven, Uitg. Van Halewijck, 2001, 216 pp. – ISBN 90 5617 363 4


    Ouders zijn tegenwoordig overbezorgd om de veiligheid van hun kinderen. Furedi spreekt over paniekerig ouderschap. Die overbezorgdheid komt echter niet voort uit de concrete levensomstandigheden van de kinderen. Kinderen in onze maatschappij zijn nooit zo veilig geweest als in deze tijd.

    Bijna alle factoren die het paniekerige ouderschap in de hand werken, volgen uit onopgeloste spanningen in de leefwereld van de volwassenen.


    In zijn boek bespreekt Furedi deze spanningen. Centraal staat de mythe van het kwetsbare kind, dat voor het leven gedetermineerd wordt door de opvoeding. Die wordt verzorgd door ouders die eigenlijk perfect horen te zijn, aangezien zij het leven van hun kinderen zo ingrijpend kunnen bepalen. Beide factoren noemt Furedi respectievelijk de gedetermineerde kindertijd en het determinerende ouderschap. Ouders krijgen daardoor een enorme verantwoordelijkheid op hun schouders. In het besef daarvan verliezen ze hun zelfvertrouwen en zelfzekerheid als opvoeders. Dit heeft natuurlijk negatieve gevolgen voor de wijze waarop ze gezag en discipline tegenover hun kinderen hanteren.


    Verder bespreekt hij de factoren die de veranderende ideeën over ouderschap de laatste decennia in deze richting hebben gestuurd. Zeer verhelderend is ook zijn uiteenzetting over hoe deze ideeën de professionele opvoedkundigen in hun greep hebben, en hoe zij de politieke beslissingen inzake opvoedings- en gezinsbeleid bepalen. Die hebben op hun beurt dan weer invloed op de ideeën over ouderschap en de wijze waarop ouders deze taak vervullen.


    Het betoog van Furedi is gegrond in en ook bestemd voor de Angelsaksische landen, maar heel wat ervan is ook in onze samenleving herkenbaar. Het is kritisch, zeer goed gedocumenteerd en geïllustreerd met tal van herkenbare voorbeelden. Als socioloog bekijkt Furedi het opvoedingsfenomeen verfrissend vanuit een maatschappelijke context.


    Het boek is alleen al lezenswaard omdat het fundamentele vragen oproept over opvoedingsadvies en de wijze waarop professionelen vaak denken over en omgaan met ouders en hun kinderen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-03-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geheugenbijbel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SMALL, G., De geheugenbijbel. Een nieuwe manier om uw hersenen fit te houden. A’dam, Forum, 2003, 310 pp. – ISBN 90 225 3579 7


    De titel van dit boek maakte mij al wantrouwig. Het blijkt het zoveelste (Amerikaanse) zelfhulpboek voor geheugentraining, hersenfitness genoemd. Zoals we gewoon zijn van dergelijke lectuur, is de voorgestelde methode revolutionair en gegarandeerd succesvol, mits nauwgezet uitgevoerd. Een van de technieken om dit te illustreren is de contrastwerking: van een bijna uitzichtloze situatie gaat iemand met de juiste aanpak naar een beloftevolle toekomst.


    De woordkeuze en combinatie van termen roept enig wantrouwen op. Met behulp van de oefeningen in de geheugenbijbel kan men immers, volgens de auteur, onmiddellijk de conditie van de hersenen verbeteren, en de hersenen fit houden.

    Gelukkig krijgt de lezer ook de mogelijkheid om bepaalde oefeningen en zelfs hoofdstukken gewoon over te slaan, indien hij merkt dat het met hem nog niet zo erg gesteld is.


    Toch is niet alles in dit boek zonder meer al eens geschreven. Er wordt, zeker in de eerste hoofdstukken, op een vlot leesbare wijze inzicht gegeven in de neurologische aspecten van het geheugen. Verderop worden soms wel interessante invalshoeken belicht. Ook de bijlagen zijn interessant, onder andere de uitgebreide verklarende woordenlijst, bibliografie en register.

    Het is een boek dat je diagonaal kan lezen, en waaruit je hier en daar wel relevante informatie kan pikken.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-03-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dochter van Galilei
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SOBEL, D., De dochter van Galilei. Een verhaal van wetenschap, geloof en liefde. A’dam, Anthos, 1999, 416 pp. – ISBN 90 263 1602


    Weinig mensen weten dat er een opmerkelijke briefwisseling bestond tussen Galileo Galilei en zijn dochter Virginia. Zij verbleef in een klooster dicht bij de woning van Vallei in Irene. Als zuster Maria Geleste volgde zij de loopbaan van haar vader, adviseerde hem en sprak hem moed in doorheen zijn wetenschappelijke carrière en zijn wedervaren met de Inquisitie. Uit de brieven komt naar voren dat zij de belangrijkste bron was waaruit hij in moeilijke tijden kracht putte. Dava Sobel ontdekte de brieven en zorgde voor de  Engelse vertaling ervan.


    Dit boek is een biografie van Galilei, de ‘vader van de moderne fysica’. Vaak weet men niet meer over hem dan dat hij werd veroordeeld tot gevangenschap omwille van zijn opvatting dat de aarde rond de zon draait. Uit de biografie blijkt dat hij een heel veelzijdig man was, die zich ook tijdens zijn leven op verschillende vlakken duidelijke onderscheidde.


    De brieven vormen een ruggengraat voor een boeiend en vaak ontroerend verhaal over zijn leven en werk, binnen de vaak moeilijke context van zijn tijd. Galilei was blijkbaar ook een innemend mens, die vele vrienden had, die hem zoveel mogelijk probeerden te beschermen, en dank zij wie zijn werk niet verloren gegaan is.


    Het einde van het boek onthult tenslotte hoezeer zijn lot en dat van zijn dochter verstrengeld waren.

    Het verhaal wordt gevolgd door een tijdsoverzicht van de belangrijkste wetenschappelijk relevante gebeurtenissen vanaf de publicatie van het werk van Copernicus tot 1999, het jaar waarin het ruimtevaartuig Galileo de planeet Jupiter en omgeving verkent.


    Het boek is voorzien van een uitgebreide notenlijst, bibliografie en register.

    Een echte aanrader, temeer omdat het heel vlot leest en zeer boeiend geschreven is.


    ã  Minervaria 

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-03-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manisch-depressief
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SIENAERT, P. & Els D., Manisch depressief. Een gids voor patiënt, familie, hulpverlener en geïnteresseerde. Tielt, Lannoo, 2003, 215 pp. – ISBN 90 209 5258 7


    Manisch-depressiviteit komt bij veel mensen voor en kent een langdurig verloop.

    In dit boek nemen een psychiater en een ervaringsdeskundige beurtelings het woord. Het resultaat is een bijzonder informatief boek over de jongste stand van het onderzoek, gekoppeld aan een beklijvend verhaal. Het boek biedt een antwoord op vragen als: hoe is het om manisch-depressief te zijn? Wat weten we van de ziekte? Welke geneesmiddelen zijn er voorhanden? Hoe is het voor de omgeving? Wat kunnen we aan menisch-depressieve stoornissen doen?


    Het is een zeer leesbaar boek. Noodzakelijke kennis over neurofysiologische processen en de werking van medicatie wordt op eenvoudige en inzichtelijke wijze voorgesteld. Interessant is ook de informatie over mogelijke effecten van medicatie tijdens de zwangerschap.

    Het geheel sluit af met een lijst van bronnen over de manisch-depressieve stoornis op internet, toegankelijke Nederland- en Engelstalige boeken, en een ruime bronnenlijst van het boek zelf. Een aanrader.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-03-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In vrije val
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DEMYTTENAERE, B., In vrije val. Armoede in België. A’pen, Manteau/De Standaard, 2003, 229 pp. ISBN – 90 223 1796 x


    In dit boek worden zowel mensen in de armoede, ervaringsdeskundigen als professionelen aan het woord gelaten. De mechanismen waarmee mensen in de armoede verzeilen, gehouden worden komen zonder veel theoretische omkadering aan de orde. Ook de knelpunten in het armoedebeleid worden belicht.


    Vlot leesbaar, en met ruim voldoende diepgang geschreven. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!