WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    18-08-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leren en veranderen bij volwassenen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BOLHUIS, S., Leren en veranderen bij volwassenen. Een nieuwe benadering. Bussum, Uitg. Coutinho, 2001(2e dr.), 313 pp. – ISBN 90 6283 177 X


    Leren is veranderen. De auteur vraagt zich af wat er dan wel verandert, in welke richting, hoe diepgaand en met welke gevolgen.

    Zij vat leren op als betekenisgeving of verandering van betekenisgeving. Iedere persoon heeft een referentiekader waarbinnen hij nieuwe ervaringen een plaats geeft. Leren houdt verband met het vormen en veranderen van dit referentiekader. Vooral in dat laatste situeert de auteur het leren van volwassenen.


    Het boek bevat 5 hoofdstukken. In de eerste 3 hoofdstukken wordt, telkens vanuit een ander gezichtspunt, het leerproces in bovenstaande betekenis besproken: soorten leerprocessen, de invloed van (sub)cultuur, de ontwikkeling van het leervermogen. Deze thema’s worden uitgebreid en diepgaand besproken. In een 4e hoofdstuk komt het leren bij volwassenen aan de orde. Toch blijft dit thema hier onderbelicht. Dit hoofdstuk lijkt mij eerder een samenvatting van de vorige. Het boek besluit met een laatste hoofdstuk, waarin de voornaamste theorieën over leren binnen de psychologie worden belicht. Interessant hierin is dat ook benaderingen, die traditioneel niet met leren in verband worden gebracht, besproken worden.


    Het geheel blijft echter vrij theoretisch en beschouwend. Wat ik vooral miste: de expliciete vertaling van de voorgaande inzichten naar het leren door volwassenen, en de mogelijke toepassing ervan voor de praktijk van vorming en opleiding.


    Alle hoofdstukken kunnen ook afzonderlijk gelezen worden. Dit biedt natuurlijk voordelen, maar het brengt ook veel herhaling mee. Op het einde van het boek zijn voor elk hoofdstuk vragen en opdrachten opgenomen. Dit suggereert dat het boek als studieboek is bedoeld. Hierin valt nogal wat inspiratie op te doen voor verwerkingsopdrachten in de opleiding.


    Mijn algemene beoordeling is positief: het boek heeft mijn kijk op leren verrijkt en coherenter gemaakt. De inhoud ervan sloot voldoende aan bij mijn eigen referentiekader om dit aan te vullen en te differentiëren.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-08-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet meer maar beter
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GELDOLF, D., Niet meer maar beter. Over zelfbeperking in de risicomaatschappij. Leuven/Leusden, ACCO, 2002 (2), 223 pp. – ISBN 90 334 5181 6


    De postindustriële maatschappij is een risicomaatschappij. In een risicomaatschappij draait de sociale strijd steeds meer om de verdeling van risico’s. Deze betreffen 3 soorten: sociaal-economische, ecologische en tijdsrisico’s.

    In de eerste hoofdstukken wordt het concept zelf uitgewerkt, en de 3 soorten toegelicht. Vervolgens verkent de auteur alternatieven voor de risicomaatschappij. Hierin staat volgens de auteur zelfbeperking centraal. In de rest van het boek wordt dit concept uitgewerkt, gefundeerd en besproken.


    Het concept zelf is heel goed herkenbaar, en wordt degelijk en verstaanbaar uitgewerkt. De theorie is goed gedocumenteerd, de gedachtegang goed te volgen.

    Als lezer blijf je wel lang op je honger zitten waar het concrete oplossingen betreft. De theorie klinkt mooi, de vraag is echter hoe dit concept vertaald kan worden in beleidsopties. Individuele initiatieven zijn immers niet voldoende. Geldolf stelt hiervoor twee ombouwscenario’s voor: arbeidsverkorting en –herverdeling enerzijds en een loskoppeling van arbeid en inkomen door invoering van het basisinkomen anderzijds.

    ©  Minervaria


     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-07-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geboren aanpasser
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MULDER, T., De geboren aanpasser. Over beweging, bewustzijn en gedrag. A’dam, Uitg. Contact, 2001, 406 pp. – ISBN 90 254 9588 5


    Dit boek is een studie van de motoriek, waarin de relatie tussen hersenen en gedrag een centrale positie inneemt. De auteur gaat uit van de stelling dat de mens zich van het dier onderscheidt door zijn verregaand vermogen om zich aan te passen aan veranderende en gewijzigde omstandigheden. Dit vermogen heeft een evolutionaire oorsprong, en heeft te maken met de wijze waarop onze hersenen werken. Er zijn echter mensen die zich beter en sneller aanpassen dan anderen.


    Het onderwerp van dit boek heeft betrekking op ons vermogen om onze bewegingen aan te passen, bv. bij letsels. Als grondvraag wordt gesteld hoe het komt dat de ene persoon zich snel aanpast, snel herstelt en snel weer een behoorlijk  vaardigheidsniveau bezit, terwijl iemand anders met een zelfde aandoening en een vergelijkbare situatie, niet of veel langzamer herstelt of zich veel slechter kan aanpassen.


    Het antwoord zoekt de auteur in het vermogen van onze hersenen om flexibel te reageren op gewijzigde input. Deze flexibiliteit is volgens de auteur een weinig beïnvloedbaar vermogen, dat voor ieder individu verschillend is.

    Ondanks het uitgebreid gebruik van vakterminologie toch een zeer instructief werk.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-07-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De virusinvasie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GOUDSMIT, J., De virusinvasie. Over de overleving van virussen en de menselijke soort. A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2003, 256 pp.


    De auteur is hoogleraar armoedegerelateerde infectieziekten in Amsterdam. In dit boek probeert hij uit te leggen welke virussen er bestaan, hoe zij zich gedragen en vermenigvuldigen en hoe zij het leven van andere organismen beïnvloeden. Voor mij slaagt hij slechts gedeeltelijk in zijn opzet.

    Het boek bevat een schat aan gegevens over dit onderwerp, maar deze blijven toch vrij ontoegankelijk voor een leek in deze materie. De gegevens zijn erg onoverzichtelijk gepresenteerd, en de auteur gebruikt te veel vakterminologie. Daardoor is de tekst moeilijk te volgen, en kan je als lezer slechts algemene inzichten opdoen. Een leesbaarder bewerking zou echt welkom zijn, want het thema is zeer actueel.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-06-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zeven dochters van Eva
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SYKES, B., De zeven dochters van Eva. Van welke oermoeder stammen wij af? Baarn, Uitg. De Kern, 2002, 303 pp. – ISBN 90 325 0862 8

    Waar kom ik vandaan? Op deze vraag kennen de meesten onder ons het antwoord tot een paar generaties terug. We weten wie onze voorouders zijn, maar dan houdt het spoor vaak op. Wij dragen echter allemaal in elke cel van ons lichaam een boodschap van onze voorouders, die ligt opgesloten in ons DNA, ons genetisch materiaal. In het DNA wordt niet alleen onze geschiedenis als individu geschreven, maar de complete geschiedenis van het menselijk ras. Met behulp van recente ontwikkelingen in de genetische technologie, heeft Sykes hierover zijn licht laten schijnen.

    Brian Sykes is als geneticus verbonden aan het beroemde Institute of Molecular Medicine van Oxford. Hij baseert zich voor zijn theorie op de wetenschap dat mitochondriaal DNA nagenoeg onveranderd wordt overgeërfd via de vrouwelijke lijn. Door de kennis en studie over de mutaties in dat DNA, en onderzoek van het mitochondraal DNA van mensen over de gehele wereld, komt hij tot de theorie dat wij allemaal afstammen van slechts zeven oermoeders. Deze zeven DNA-varianten zijn te herleiden tot het DNA van volkeren die tussen 40.000 en 50.000 jaren geleden Europa binnen trokken. Op basis van de bevindingen van archeologisch onderzoek beschrijft Sykes deze stammen en waar en in welke tijd zij kunnen geleefd hebben.

    Het boek is zeer inzichtelijk geschreven, zodat ook de leek op het gebied van erfelijk materiaal en mutaties goed kan volgen. De korte hoofdstukken, en de duidelijke samenhang en gedachtegang maken deze toch wel ingewikkelde materie zeer vlot leesbaar.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-06-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Redactiewijzer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    van der HORST, P.J., Redactiewijzer. Den Haag, SDU, 2001 (7e herz. dr.), 205 pp. – ISBN 90 5797 049 X

    Als een tekst waardevol of interessant genoeg is voor verspreiding, is die ook waard om goed verzorgd te worden. Er moet heel veel met een tekst gebeuren vooraleer die naar de drukker kan. Daarvoor is de redacteur verantwoordelijk. Een redacteur is diegene die zich bekommert om de kwaliteit van een tekst in de breedste zin van het woord. Vooraleer deze instelling komt, kan een goede voorbereiding de schrijver zelf ook veel tijd en eventueel kosten besparen. Het uiteindelijke resultaat zal waarschijnlijk ook beter zijn.

    Redactiewijzer gaat uitvoerig in op de taalkundige, inhoudelijke én typografische verzorging van teksten. Vorm en inhoud zijn immers sterk verbonden: de toegankelijkheid en leesbaarheid van een tekst wordt voor een groot deel bepaald door de vormgeving.

    Dit boek is nuttig voor iedereen die zich bezighoudt met teksten die voor verspreiding bedoeld zijn, o.a. rapporten, scripties, artikelen, boeken. Het bevat een keur aan adviezen (geen  voorschriften), en meestal worden verschillende mogelijke oplossingen voor een probleem aangegeven, soms met de voorkeur van de auteur.

    Er zijn veel sprekende voorbeelden opgenomen, die deze adviezen mooi ondersteunen. In de zevende herziene druk is ook de nieuwe speling verwerkt, en het boek is uitgebreid met de mogelijkheden van de tekstverwerker.

     

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-05-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antiracisme

    BLOMMAERT, J. & J. VERSCHUEREN, Antiracisme. A’pen/Baarn, Uitg. Hadewijch, 1994, 157 pp. – ISBN 90 5240 275 2


    Jan Blommaert heeft verschillende werken over dit onderwerp op zijn palmares.

    In dit boek onderzoeken de auteurs racistische handelingen en taaluitingen. Zij vertrekken hierbij van een zeer ruime omschrijving van racisme: het gaat om uitsluiting van mensen op basis van kenmerken die worden gezien als bepalend voor zijn of haar groepsgebonden identiteit.

    Deze omschrijving beperkt zich dus niet tot anekdotisch handelen en spreken, maar plaatst racisme in een machtscontext. Het gaat om de uitsluiting van een minderheid door een meerderheid, waarbij de minderheid sociaal, economisch en vooral politiek machteloos is en wordt gehouden (bv. door het ontzeggen van stemrecht). Het betreft dus structurele discriminatie. In hun analyse gaan zij resoluut uit van het standpunt van het slachtoffer.


    Door middel van ontkenning- en herdefiniëringstrategieën maken  groepen en actievoerders echter deze politieke ideologie aanvaardbaar en houden ze verborgen. Zo proberen ze voor zichzelf het beeld te bewaren van een tolerante en democratische maatschappij, Deze strategieën doen hun werk door middel van specifiek taalgebruik.

    De auteurs analyseren en illustreren deze strategieën aan de hand van (frappante) reële gebeurtenissen. Ook antiracistische bewegingen en actiegroepen laten zich (mis)leiden door deze strategieën. Daardoor vermindert hun slagkracht. Het wordt echter de hoogste tijd dat men de ogen opent voor de discrepantie tussen het retorisch in stand gehouden zelfbeeld en de sociale werkelijkheid.


    Aan het einde van het boek doen de auteurs een aantal suggesties om racisme effectiever te bestrijden. Antiracistische actie moet uitmonden in een discours dat zich concentreert op principes van democratie en inspraak.

    Ook al is dit boek bijna 10 jaar eerder geschreven, de vraagstelling en de inzichten zijn nog steeds erg actueel. 

    ©  Minervaria



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-05-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sport voor mensen met een beperking

    van der WOUDE, L.V.H. (red.), Sport voor mensen met een beperking. Houten/Diegem, Bohn Stafleu van Loghum, 2001, 319 pp. – ISBN 90 313 3447 2


    Dit boek gaat over sportbeoefening voor mensen met een beperking.

    Er wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van sport voor mensen met een beperking en de huidige stand van de organisatie van de gehandicaptensport in Nederland.

    In een tweede deel wordt ingegaan op de mogelijke bijdrage van sport voor personen met een beperking. Dit gebeurt vanuit verschillende invalshoeken.


    Vervolgens behandelen verschillende auteurs een aantal sportdisciplines met hun sportspecifieke kenmerken. In een laatste deel tenslotte wordt sport bekeken vanuit de hoek van de aard van de beperking. Voor zes specifieke beperkingen wordt ingegaan op de mogelijkheden en belemmeringen voor sportbeoefening.


    Voor wie met sport bezig is bij mensen met een handicap, biedt dit boek wellicht een goede basis. Men moet zich wel realiseren dat het boek vooral ingaat op de specifieke sportgelieerde aspecten van sportbeoefening, en veel minder op de psychosociale aspecten.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Euthanasie en de Eed van Hippocrates
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ADMIRAAL, P.V., Euthanasie en de Eed van Hippocrates. Herinneringen van een anesthesioloog. A’dam, Van Gennep, 1998, 168 pp. – ISBN 90 5515 170 X


    Deze pionier op het gebied van euthanasie (in Nederland) beschrijft in dit boek hoe de ontwikkelingen in zijn beroep en de lotgevallen van individuele patiënten vorm gaven aan zijn gedachten over leven en dood, en over euthanasie als waardig sluitstuk van palliatieve zorg.

    Hij beschrijft hoe hij zelf arts is geworden en hoe hij als anesthesioloog steeds meer betrokken raakte bij pijnbestrijding en terminale zorg. Hij speelde in discussies over het onderwerp euthanasie een centrale rol, nam deel aan talloze congressen over de hele wereld, en werd door veel patiënten buiten Nederland geconsulteerd.


    Het is een sober boek, waarin de bekommernis om het welzijn en welbevinden van de patiënt centraal staan, zowel bij leven als bij sterven. De dialoog staat bij hem steeds centraal, de patiënt heeft voor hem zijn leven en sterven in eigen handen.


    Het boek is chronologisch opgebouwd. De korte hoofdstukken worden telkens gevolgd door het verhaal van een individuele persoon. Het is een zeer leesbaar en ontroerend boek.


    ©  Minervaria

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-05-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De larf
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DEKKERS, M., De larf. Over kinderen en metamorfose. A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2002, 288 p. – ISBN 90 254 1296 3


    Wie nog eens een oorspronkelijk boek over kinderen, ouders en opvoeden wil lezen, kan aan De larf niet onderuit. Het is geschreven door een bioloog vanuit een wel heel onverwachte invalshoek.


    Metamorfose intrigeert de mens: literatuur en volksverhalen zitten vol met duivels en weerwolven. Iedereen weet dat veel dieren ook een metamorfose kennen: insecten bijvoorbeeld beginnen hun leven uit het ei als larve, verpoppen, en worden pas later hun imago. Niemand beseft echter dat ook de mens twee gedaanten heeft, maar iedereen gedraagt zich ernaar. Kinderen leven gescheiden van volwassenen in een eigen wereld van crèches, scholen en clubs, ze lezen kinderboeken en bezoeken een eigen kinderboerderij. Het wordt zelfs steeds erger in onze moderne maatschappij. In de puberteit verpoppen ze, in een explosie van popmuziek en pukkels.


    Het kind en de volwassene zijn verschillende wezens, met belangen die soms overeen komen, maar lang niet altijd. Het woord larf is dus niet willekeurig gekozen, en wordt in het boek van Dekkers niet alleen maar in een overdrachtelijke betekenis gebruikt. Deze anarchistische zienswijze druist op het eerste zicht in tegen ons gevoel van de waarde van het kind. Toch zit er veel waars in, en dat kan Dekkers op overtuigende wijze, met veel humor en spitsvondigheid, aanbrengen. Zijn observaties van het menselijk gedrag zijn dan wel heel non-conformistisch, maar ze zijn raak en doen je als lezer vaak glim-, en schaterlachen. Voor wie houdt van een provocerende stijl, is het lezen van dit boek een festijn!


    En de pret kan niet op: het boek is ook nog voorzien van uitgebreide literatuurlijst, een lijst van illustraties en een register, waarin alle vermelde diersoorten en gehanteerde begrippen netjes alfabetisch een plaatsje krijgen.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-04-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marktzegen

    VAN OVERTVELDT, J. Marktzege(n). Zes aanklachten tegen het antiglobalisme. Kapellen, Uitg. Pelckmans, 2002, 165 pp. – ISBN 90 289 3203 8


    De kritiek van de antiglobaliseringsbeweging is vaak zeer goed bedoeld maar slecht bedacht, stelt M. Eyskens in zijn uitgebreid voorwoord van dit boek. Niet gehinderd door enige bescheidenheid, stelt hij dat de auteur in feite een pleidooi houdt voor de visie die hij zelf sedert jaren heeft verdedigd.


    Het boek van Van Overtveldt gaat hoofdzakelijk over de economische aspecten van de globalisering, hun sociale gevolgen en de wijze waarop de socio-economische implicaties ervan leiden tot een intellectuele en politieke stellingenoorlog. Dat de globalisering enorm  ingrijpende gevolgen heeft voor mensen, ontkent de auteur niet. Maar hij vindt dat de bezwaren van de antiglobalisten onterecht zijn en niet gebaseerd op objectieve gegevens.


    In zes hoofdstukken weerlegt hij de evenveel belangrijkste aanklachten van de antiglobalisten tegen de mistoestanden die de globalisering en de vrije martkteconomie zouden creëren. Hij baseert zich hiervoor op de bezwaren zoals die door de harde kern van de beweging worden geformuleerd. Hij vindt dat de vrije markteconomie (veel) meer voordelen biedt dan nadelen. Zijn argumenten zijn van economische aard, en hij gebruikt nogal eens de geëigende vakterminologie. Het vraagt dus van een niet-econoom regelmatig enige inspanning om het betoog te volgen.


    In een afsluitend hoofdstuk geeft hij een ‘alternatieve agenda’ mee. Daarin komen een aantal beleidssuggesties aan de orde die de maatschappelijke voordelen van een vrijemarkteconomie nog verder kunnen doen toenemen, ook voor de landen die voor hun sociaal-economische ontwikkeling nog een lange weg te gaan hebben.


    Het was interessant om als afwisseling op de werken van critici van de globalisatie, een werk van de tegenpartij te lezen. Het moet gezegd: de argumentatie van Van Overtveldt is goed gestructureerd en degelijk onderbouwd. Zijn kritiek is vaak terecht. Toch kan hij mij niet echt overtuigen van zijn standpunt, hij heeft hoogstens bijgedragen tot nuancering en aanvulling ervan.

    In zijn analyse gaat hij uit van een utilitaristisch gezichtspunt. Dit stelt globale toe- of afname van welvaart centraal, maar negeert de verschillen tussen mensen en groepen mensen en hun kansen om welvaart te verwerven. Ook al zeggen de cijfers dat er globale vooruitgang is in een samenleving, ze zeggen niets over hoe deze groei er is verdeeld. De realiteit achter de cijfers kan er voor verschillende groepen en personen wel eens heel anders uitzien. Als macro-econoom hanteert hij vooral cijfers over lange periodes en grote gehelen. Die cijfers kunnen dan correct zijn, maar ze verdoezelen de menselijke factor waaraan de economie volgens mij dienstbaar dient te zijn. Ik mis ook de wederkerige en complexe beïnvloeding van de economische realiteit, i.c. de vrijemarkteconomie, en talloze andere persoonlijke en maatschappelijke bestaanscondities (bv. de noodzaak aan steeds meer flexibiliteit van werknemers, de invloed op de verschillende levenssferen, het verschil tussen mannen en vrouwen) die betrekking hebben op het welzijn.

    Macro-economie houdt geen rekening met de schommelingen in het bestaan van mensen hier-en-nu en op korte termijn. Dit is nochtans waar de mensen in de loop van hun leven mee te maken hebben. Als mensen alleen het vooruitzicht hebben dat het binnen enkele generaties beter zal gaan, waarvoor dient dan de economie?


    Typerend voor de rabiate voorstanders van de vrijemarkteconomie is de triomfalistische  (de titel is veelzeggend) en vrij arrogante terminologie die de auteur gebruikt t.a.v. het antiglobalistische gedachtegoed en zijn voorstanders. Hij verwijt hen ideologische kortzichtigheid en misleiding. Hij suggereert en stelt dat zij cijfers en onderzoeksgegevens manipuleren in functie van verborgen en misleidende ideologische doeleinden: de antiglobalisten zijn in hoofdzaak collectivisten met een totalitaire agenda, oftewel communisten après la lettre. Volgens mij zijn dat vooronderstellingen, waarvoor hij geen bewijs levert. Er is ook geen bewijs dat de cijfers die hij zelf naar voor schuift wél degelijk objectief zijn. Ze zijn zelfs vaak afkomstig van een instantie die inzake globalisering een toch beperkte credibiliteit heeft, nl. de Wereldbank.


    Van Overtveldt ontkent niet de uitwassen van de vrijemarkteconomie en de globalisatie, en kent aan de overheid een taak toe om het systeem in goede banen te leiden (net zoals Stiglitz). Maar hij gaat niet in op het reële probleem dat eender welke overheid momenteel heel veel moeite heeft om zich onafhankelijk genoeg op te stellen ten aanzien van financiële en handelsbelangen om de belangen van de burgers volledig te behartigen. Ik denk hierbij aan de huidige trend van privatisering van dienstverlenende overheidsbedrijven. Concurrentie is vaak gunstig voor innovatie, maar niet altijd. Er moeten altijd voldoende garanties zijn voor een rechtvaardige verdeling van goederen en diensten.
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-04-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De positieve kracht van endorfine
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BLOOM, W., De positieve kracht van endorfine. Voel jezelf gelukkig en gezond dank zij het ‘voel je goed’-hormoon. Aartselaar, Zuidnederlandse Uitgeverij, 2002, 304 pp.

    Een zelfhulpboek zoals er waarschijnlijk nogal zijn (al meent de auteur van niet). Het lijkt tegenwoordig ‘out’ om wonderen te beloven als je een bepaalde methode volgt. Integendeel, de lezer wordt juist aangemaand zeer kritisch en voorzichtig te blijven. Anderzijds wordt hem toch voorgespiegeld dat hij/zij met de geboden methode/training betere en meer duurzame resultaten zal behalen dan met een andere (maar je moet het wél doen). Gespeelde bescheidenheid dus van de auteur in functie van reclame voor de eigen ‘weg’.

    De auteur staat een holistische benadering voor van gezondheid en welzijn. Tot op zekere hoogte kan ik hem volgen, wanneer hij de werking van endorfine in de hersenen en het lichaam toelicht. Wanneer hij echter gaat spreken over energetische velden (o.a. gelukzaligheidsvelden) en al dan niet geblokkeerde stromen van goedgunstige energie haak ik af. In de rest van het boek wordt kwistig gestrooid met metaforische taal zoals onze aardbeien (bv de voetbalaardbei), het opgerold hert, vibraties, …

    Wat houd ik over? De twee eerste hoofdstukken over de stof endorfine, de werking ervan en de wisselwerking met ervaringen zijn interessant. De rest van het boek kan je gewoon naast je neerleggen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-04-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rawls. Een inleiding in zijn werk
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    TINNEVELT, R. & G. VERSCHRAEGEN ( red.), Rawls. Een inleiding in zijn werk. Kapellen, Uitg. Pelckmans, 2002, 192 pp. – ISBN  90 289 3214 3


    John Rawls wordt de belangrijkste politieke filosoof van de twintigste eeuw genoemd. Hij heeft slechts 1 hoofdwerk geschreven, A Theory of Justice. Daarvoor en ook daarna heeft hij steeds gezocht naar de beginselen waarop moderne, democratische maatschappijen dienen te worden gebaseerd. Hij heeft daarmee het denken over sociale gelijkheid nieuw leven ingeblazen. Het kernbegrip van de filosofie van Rawls is (sociale) rechtvaardigheid. Het uitgangspunt is de ‘sluier der onwetendheid’: in de veronderstelling dat een groep mensen niet op de hoogte is van hun eigen en elkaars uitgangspositie, hoe zouden zij dan het begrip rechtvaardige samenleving opvatten?

    De idee en uitwerking van de ‘actieve welvaartstaat’ van minister Vandenbroucke (SP.A) is op het denken van Rawls geïnspireerd.


    In dit boek geven Vlaamse en Nederlandse wetenschappers, politicologen en wetenschappers een breed opgezette en kritische inleiding in het denken van Rawls.

    Vooral de bijdragen over burgerschap en tolerantie hebben mij geboeid.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-04-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Publieke tranen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BEUNDERS, H., Publieke tranen. De drijfveren van de emotiecultuur. A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2002, 304 pp. – ISBN 90 254 1722 1


    Mensen uiten zich blijkbaar in het openbaar op sommige momenten emotioneler dan vroeger het geval was. De samenleving is emotioneler geworden, zegt men. Maar in welke opzichten is dit dan het geval? En hoe kunnen we dat dan verklaren? Dit zijn de belangrijkste vraagstellingen die de auteur poogt te beantwoorden.


    Zijn stelling: de emotionalisering van de samenleving is deels een emancipatie van voorheen binnenshuis gehouden uitingen van gevoelens, en dus de voltooiing van de emancipatie van de burger, en deels een reactie op de grote veranderingen in de (Nederlandse) samenleving.

    Het boek blijft noodgedwongen bij een verkenning van het domein. Als historicus legt de auteur verband met belangrijke historische veranderingen, zoals het einde van de Koude Oorlog, en de opmars van de media.


    De uitwerking van het thema is gericht op de evoluties in Nederland, en daardoor niet altijd  makkelijk te volgen, omdat het gaat om specifieke gebeurtenissen. Hier en daar wordt ook verwezen naar evoluties in andere landen (bv. de Witte Mars in België) of in Europa.


    Op grond van de titel had ik hoge verwachtingen. Daarin ben ik teleurgesteld. De auteur blijft naar mijn mening teveel bij het beschrijven van ontwikkelingen, verklaringen blijven naar mijn mening eerder oppervlakkig. Op de drijfveren van de emotiecultuur wordt eigenlijk niet zoveel gezegd.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-04-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nijlpaard in huis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    HELLSTEN, T., Een nijlpaard in huis. Over mede-afhankelijkheid en over kind mogen zijn zolang je leeft. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2002, 160 pp. – ISBN 90 269 2526 3



    Mede-afhankelijkheid (VS: co-dependency) treedt op bij (volwassen) kinderen van alcoholisten. Zoals de alcoholverslaafde vader of moeder afhankelijk is van de alcohol, zo worden de kinderen mede-afhankelijk. Wat verzwegen wordt en weggestopt in het gezin, stoppen de kinderen weg voor zichzelf: gedachten en gevoelens over de situatie en vooral over zichzelf.


    De auteur heeft jarenlang gewerkt met alcoholverslaafden, en is zelf kind van een verslaafde vader. Hij heeft dit proces dus aan den lijve ondervonden. Dat het boek niet spreekt over drugverslaafden, houdt verband met het feit dat deze problematiek in Finland (thuisland van de auteur) nog marginaal was toen het geschreven werd.


    Het kind van een alcoholverslaafde heeft een nijlpaard in zich, dat een afspiegeling is van het nijlpaard in huis, waarvan het bestaan ontkend moet worden. Dit leidt ertoe dat het kind ook zichzelf gaat ontkennen, en geen contact meer heeft met het kind in zichzelf. Het moet vroegtijdig volwassen worden, het ontwikkelt een valse ik, en met dit valse ik zet het zijn bestaan voort.

    Een gelijkaardig proces valt echter ook te onderkennen in elke opvoedingssituatie waarin een kind niet zichzelf mag of kan zijn. Vanuit dat standpunt zijn de inzichten van de auteur evenzeer toepasselijk op de opvoedingssituatie in het algemeen. Die omschrijft de auteur als “het gebeuren waarin twee generaties bijeen zijn, het gebeuren dat we gewend zijn opvoeding te noemen”.

    Daarom gaat een deel van dit boek ook over ouderschap, en de functie van ouderschap in de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind. Het ouderschap vormt de spiegels waarin het kind kijkt om zich een opvatting en een beeld te vormen van zichzelf. De auteur beschrijft dit proces op een tegelijk inzichtelijke en poëtische wijze. Hij heeft ook aandacht voor de storingen in dat proces, die verband houden met het feit dat de kinderlijkheid van de vorige generatie ook al slecht is behandeld. We zien hier dus elementen uit de contextuele visie in een ander kleedje gestoken en anders uitgewerkt.


    Zeker de eerste hoofdstukken uit dit boek zijn de moeite waard om te lezen, in het vervolg valt de auteur naar mijn mening nogal eens in herhaling. Het laatste deel, waar hij de 3 fasen van het herstelproces uitlegt en verantwoordt, is dan weer interessanter.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-03-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van een andere planeet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DUMORTIER, D., Van een andere planeet. Autisme van binnen uit. A’pen, Houtekiet, 2002, 140 pp. – ISBN 90 5240 659 6

    Dominique is anders, ze heeft autisme. In dit autobiografische verslag vertelt zij wat het leven in onze wereld voor haar betekent. Het is een zeer heldere uiteenzetting over de hinder van autisme bij dagelijkse bezigheden en opgaven, communicatie en nog zoveel meer. Een leerrijke kennismaking met autisme ‘van binnen uit’. Achter gedrag van mensen zit zoveel meer dan we niet (kunnen) vermoeden!

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kansarmoede en opvoeding
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    VANHEE, L., LAPORTE, K. & J. CORVELEYN, Kansarmoede en opvoeding: wat de ouders erover denken. Mogelijkheden en moeilijkheden in het opvoedingsproces bij kansarme gezinnen. Leuven/Apeldoorn, Garant, 2001, 383 pp. – ISBN 90 441 1222 8


    In dit onderzoeksverslag wordt gepeild naar het opvoedingsgebeuren in gezinnen die in situaties van sociale achterstelling en uitsluiting (moeten) leven, en dit meestal sinds verschillende generaties. De informatie is verzameld door in de eerste plaats de direct betrokkenen zelf aan het woord te laten, de ouders. Men heeft gekozen voor een insider-perspectief, het is dus een participatief onderzoek geworden. Behalve de ouders komen ook hulpverleners aan het woord.


    Doelstelling van het onderzoek was, meer zicht te krijgen op het proces dat de balans tussen draagkracht en draaglast uit evenwicht brengt. Daarnaast wilde men ook zicht krijgen op de positieve krachten en protectieve factoren die dit proces kunnen ombuigen.

    Het is een zeer boeiend en veelzijdig verslag geworden. De onderzoekers beperken zich niet tot de conclusies van hun onderzoek, maar geven werkelijk een grondige analyse van de verschillende factoren die het leven van kansarme mensen moeilijk maken, en de factoren die hen kunnen ondersteunen. Hun bevindingen worden rijkelijk gesteund door de soms ontroerende getuigenissen van de participanten en begeleiders.


    Vooral het laatste opzet heeft mij aangesproken: de nadruk op de positieve intenties en de inspanningen die ouders leveren in hun eigen opvoedingsproject. Dit is iets wat vaak te weinig wordt gezien, en begeleiders geven ook toe dat dit niet altijd makkelijk is. Maar het is noodzakelijk om mensen hun waardigheid als mens en ouder (terug) te geven, en dit is de basis voor een min of meer succesvolle opvoeding van hun kinderen.


    Het verslag eindigt met duidelijke vraagstellingen en aanbevelingen voor het beleid. Zelden heeft een onderzoeksverslag mij in die mate kunnen boeien. Zeker aan te raden, niet alleen voor wie met kansarme mensen werkt, maar voor iedereen die professioneel met mensen omgaat!
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-03-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wortelen in andere aarde

    MEURS, P. & A. GAILLY (red.), Wortelen in andere aarde. Migrantengezinnen en hulpverleners ontmoeten cultuurverschil. Leuven/Amersfoort, ACCO, 1998, 239 pp. – ISBN 90 334 3533 0


    Hulpverlening aan migrantengezinnen heeft niet zelden een specialistische bijklank. Vaak wordt die geplaatst in een culturele context: men ziet vooral het verschil met autochtone gezinnen. Uiteraard is de zoektocht van allochtonen naar welzijn meestal ook een zoektocht naar culturele identiteit.
    Bij migrantengezinnen gaat het vaak om verlies van culturele vanzelfsprekendheid, terwijl tegelijk een verlangen naar verwevenheid met de cultuur van herkomst leeft.


    De ontmoeting met migrantengezinnen noopt tot grondige reflectie over de relatie tussen cultuur, sociale (gezins)groep en individu.
    En er valt een wijsheid te ontdekken in de  hulpverlening aan mensen van allochtone herkomst: iedereen is cultureel gesitueerd. Met deze wijsheid wordt de dimensie cultuur ook in de hulpvraag van autochtonen duidelijker.


    Dit boek zoekt naar een evenwicht tussen culturele antropologie en klinische psychologie. Het wil de gelijkenis tonen met hulpverlening aan autochtone gezinnen, zoals onder meer bij de verwerking van verandering of verlies, en tegelijk recht doen aan de specifieke vragen die verband houden met de culturele context.


    Er zitten schitterende theoretische bijdragen bij, geschreven vanuit verschillende therapeutische modellen. Elke theoretische bijdrage is ook geïllustreerd vanuit de klinische praktijk. De auteurs komen uit de verschillende echelons van de geestelijke gezondheidszorg, zowel ambulant als residentieel.
    Het is een boek om regelmatig te herlezen.
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-03-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moderne papoea's
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    CLITEUR, P., Moderne Papoea’s. Dilemma’s van een multiculturele samenleving. A’dam, Uitg. De Arbeiderspers, 2002, 223 pp. – ISBN 90 295 0971 6


    Dit boek is een bijdrage aan de discussie over de multiculturele samenleving, vanuit het standpunt van een jurist en (rechts)filosoof. In elk hoofdstuk wordt een thema aan de orde gesteld, onder de vorm van een vraag of stelling. Passeren de revue o.a. tolerantie, gelijkwaardigheid van culturen, afschaffing van de doodstraf, de hoofddoekjes. De auteur neemt controversiële stellingen in, weegt voor en tegen zorgvuldig af met behulp van argumenten van filosofen, maar ook van politici en andere betekenisvolle figuren uit verleden en heden.


    De rode draad doorheen dit boek is de vraag of we ‘moderne Papoea’s’ kunnen worden. Papoea’s staat voor een afgesloten cultuur. De auteur vindt van niet, de monoculturele samenleving is voorgoed voorbij. Maar ook de gangbare opvattingen over een multiculturele samenleving vindt hij verkeerd. Die vormen ook een soort systeem, en dat systeem probeert hij in het boek bloot te leggen.


    Het is een boeiend betoog geworden, en sommige hoofdstukken een voorbeeld van zorgvuldig en genuanceerd redeneren. De auteur besteedt veel aandacht aan definities: een juist begrip van terminologie is naar zijn mening onontbeerlijk voor een degelijke discussie. Het is in dat opzicht ook een verhelderend boek. De auteur slaagt er bovendien in om de lezer ertoe te bewegen de eigen vanzelfsprekendheden kritisch te beschouwen (in elk geval bij mij).


    Ondanks de complexe materie, is het geheel zeer leesbaar. De verschillende hoofdstukken zijn goed afzonderlijk te lezen. Een boek om regelmatig ter hand te nemen.


    ©  Minervaria

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-03-2003
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De grote babyoorlog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BAKER, R. & E. ORAM, De grote babyoorlog. De ware achtergronden van het gezinsleven. A’dam/A’pen, De Arbeiderspers, 1999, 364 pp. – ISBN 90 295 0350 5


    Met ouderschap en gezinsleven heeft iedereen te maken. Bovendien ondergaan de meeste mensen, eerst als kind en twintig of dertig jaar later als ouder, beide kanten van deze ervaring. Velen zullen prettige herinneringen hebben aan het gezinsleven en vele anderen zullen herinneringen hebben die ze liever vergeten. Kind noch ouder zijn is eenvoudig, en van tijd tot tijd komen zelfs in de rustigste gezinnen de spanningen en druk van het dagelijks leven aan de oppervlakte. Voor sommige mensen is het gezinsleven zelfs weinig anders dan een eindeloos gevecht. In meerdere of mindere mate echter betekenen baby’s of kinderen, voor alle gezinnen, oorlog.


    Dit boek toont aan dat deze interne gezinsconflicten een normaal, onvermijdelijk en belangrijk aspect zijn van het ouderschap en het gezinsleven. Deze conflicten zijn heel begrijpelijk vanuit het standpunt van de evolutiebiologie. Deze legt de evolutionaire oorsprong bloot van alle facetten van het menselijk leven, waarvan het gedrag van ouders en het gezinsleven er slechts twee zijn.

    Het boek begint met een inleiding, waarin kort de essentiële uitgangspunten van de evolutiebiologie worden uitgelegd. Het gaat om voortplantingssucces: ieder individu is in de eerste plaats gericht op het doorgeven van het eigen genetisch materiaal. Dit brengt mee dat de belangen van ouders (onderling) en kinderen niet noodzakelijk, en overigens meestal niet, gelijk lopen, en dus aanleiding geven tot meer of minder belangenconflicten tuisen de betrokken partijen.


    Vervolgens komen achtereenvolgens de verschillende fasen in het leven van de mens aan de orde, gezien vanuit het standpunt van ouderschap en  gezinsvorming. De auteur doorloopt daarbij chronologisch de levensloop van de mens. Hij begint elk nieuw thema met een verhaal om zijn uiteenzetting te funderen en levendiger te maken. Soms lijkt me dat nuttig, andere keren is het volgens mij nogal overtrokken. De keuze van de terminologie voor de protagonisten in het verhaal is eerder saai en onpersoonlijk.


    Ik vind zelf de  uitgangspunten van de evolutiebiologie erg zinvol en plausibel voor het verklaren van gedrag, maar heb vaak moeite met de wijze waarop zij in publicaties worden voorgesteld. Het lijkt telkens alsof mensen (en dieren) zich bewust en doelgericht gedragen met het oog op voortplantingssucces. Dit is echter niet zo: het gaat hier om onbewuste biologische drijfveren die aanzetten tot gedrag, dat bepaalde genetische disposities al dan niet laat voortbestaan. Ik moet echter het eerste werk nog lezen dat volledig in deze geest is geschreven. Het boek dat het best aan die criteria beantwoordt is Moederschap van HRDY.


    Ook onderhavig boek lijdt aan hetzelfde euvel. Jammer, want vanuit dit standpunt zijn moreel afgekeurde gedragingen als kindermoord, verwaarlozing, verwerping of bevoordeling van kinderen beter te begrijpen. Wanneer je daar als hulpverlener inzicht in hebt, lukt het vaak beter om minder met een beschuldigende vinger te wijzen naar ouders die hun ‘plichten’ ten aanzien van hun kinderen niet nakomen. 
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!