kampeerreis via omwegen naar Provence en Zwarte Woud
10-09-2014
de staart van de ezel
Deze morgen leek het of de dag verknoeid was. Dikke wolken bleven in de bergen rondom ons steken. Maar al gauw klaarde het op. De auto bleef staan en ik trok dus naar de stad Saint-Claude, een drietal kilometerjes vanaf de camping Le Martinet. Saint-Claude is een mooie stad met prettige winkeltjes. Na een gezellige babbel met de dame van het bureau de toerisme ben ik gewapend met de kennis van de wandel- en trekpaden in de omgeving. De stafkaart gaf me een duidelijk zicht op wat kan en wat niet kan. Er zijn paden vernield door de overvloedige regen, en ook het talud aan de hoofdweg moest er aan geloven (zie foto).
De stapschoenen konden terug gebruikt worden voor een tripje naar de "queue de l'âne", de staart van de ezel: een van de vele watervallen. Het pad was redelijk lastig. Later doen we nog een meer indrukwekkende waterval: de "queue du cheval".
Deze morgen zijn we rond 08.30 uur vertrokken uit Faucon, Vaison-La-Romaine. Doeiii, Hollanders! Na 5 uur rijden en 350 kilometers zijn we op de camping Le Martinet in Saint-Claude, in de Jura, aangeland. Het is een mooie camping aan de rivier Tacon, omgeven tussen bergen. Morgen gaan we een stafkaart kopen en het belooft goed weer te worden. Maar na de installatie is het wat beginnen regenen. Dit is niet verwonderlijk in dit vochtrijk gebied. Het zal wat anders worden dan de dorre en hete Provence.
Vermits het nog steeds geen weer is om een klop uit te steken en omdat we morgen toch verdwijnen om ons te verplaatsen naar meer frisse oorden, beperk ik mij tot een korte technische beschrijving van onze camping de l’Ayguette te Faucon tegen Vaison-La-Romaine.
We hebben hier een perceel van zowat 100 m². Niet alle percelen zijn gelijk en ze liggen op verschillende hoogte. Vele trekauto’s zijn niet sterk genoeg om een caravan op de het perceel te krijgen. Daarom zet de campingbeheerder de installatie op de voorziene plaats met een tractor. Met mijn Kia heb ik geen probleem om mijn 1.500 kilo wegende Fendt te verplaatsen. We hebben hier 10 ampère, wat comfortabel is. Er zijn twee sanitaire blokken, waarvan een met een afvoerinstallatie voor het chemisch toilet van de caravan. Verder zijn hier stacaravans en chalets te huur en verblijven hier zowat 200 tot 300 mensen, waarvan 90% met een gele nummerplaat. De Noord-Nederlandse taal blijft onze oren gonzen. Wifi hebben we in het centraal gebouw. De camping is open van half april tot het voorlaatste weekend van september.
35 graden! Nog steeds te warm voor een voettocht. We hadden nog Marseillezeep tekort. Dan is een trip naar de zondagse markt te Coustellet tegen Maubec de beste plaats om savon de Marseille te vinden. Via Apt is er een prachtige weg naar Sault. En altijd is de kale Mont Ventoux in de buurt. In Sault hebben we aangename gesprekken gehad met mensen van de streek. Wist je dat de Provençalen Montélimard reeds als “le Nord” beschouwen? Montélimard ligt in het naburige departement Drôme ook te baden in de zon!
De lezer zal opmerken dat er met ons niet veel te beleven valt in de Provence. De hitte verhindert ons om grootse dingen te doen. Morgen is het maandag en dan gaan we wat opruimen, want dinsdag trekken we met de caravan noordwaarts, wel 350 kilometer ver!
Het oorkussen en nog vele ander beddengoed moet vandaag gewassen worden. Na drie weken wordt het tijd voor een wasdag. Bea houdt zich bezig met de was en de plas: vuil goed in de machine, muntje erin, na een half uur eruit en dan een uurtje laten drogen. Ik rijd naar de supermarkt voor de obligate aanvulling van de voedselreserves. Verder is het een luie dag met temperaturen ver boven de 30 graden. Trektochten in bos en hei kunnen niet wegens brandgevaar: het zijn rode zones geworden voor de gendarmerie en de boswachters. De boetes wegen bijzonder zwaar voor wie zich op de afgelegen wandelpaden bevindt. Het blijft dus een dagje lezen en puffen.
Onze vriendelijke Duitse buren uit Ingolstad zijn vertrokken en nu zijn we omsingeld door het volk van Oranje. Aan de receptie deed een Nederlander zijn beklag omdat de campingbeheerder geen Nederlands spreekt. “Je verwacht toch dat men de taal spreekt van de klanten, niet?” zei hij tegen mij. “Mijn reactie: “nu, dat is dan goed nieuws voor de Chinezen en de Spanjaarden, die als toerist in Nederland op bezoek zijn. Dan worden zij ook geholpen in het Chinees of Spaans”. Maar zo had hij het niet begrepen.
Een paar druppels regen ’s nachts en dan terug 30 graden
We zijn vandaag niet naar de Dentelles de Montmirail getrokken. Het heeft vannacht een heel klein beetje geregend en in de hoge Dentelles tussen de rotsblokken en de bergspleten is het dan te vochtig en wordt het klimmen op de rotsbodem gevaarlijk. Dan is het eten van worsten op de gasbarbecue iets veiliger. Deze namiddag was een tripje naar Buis-les-Baronnies in het departement Drôme niet erg denderend. Bovendien is het veel te warm om in de auto te zitten ondanks een goed werkende airco.
Wat doet een mens bij 30 graden? Juist, hij zorgt voor de afwas en gaat een plekje zoeken in de schaduw. Een alternatief is het zwembad van de camping, maar er liggen teveel dames met blote borsten als overrijpe peren. Ik weet dat we veel zorg en aandacht moeten besteden aan onze peren, omdat Putin ze niet meer wil, maar ik lust geen overrijp fruit. Dan maar een partij jeu de boules met Joop. Straks ga ik nog grasduinen in de brochures en stafkaarten, omdat we morgen wellicht naar de Dentelles de Montmirail trekken. En de avond zal eindelijk wat verkoeling brengen.
De Mont Ventoux is niet alleen de koning van de bergen voor de wielertoerist. Hij is ook een kuitenbijter voor de bergwandelaar, al is “wandelen” hier niet op zijn plaats, want je moet goed uitgerust zijn, zoals technisch als fysiek. Het GR-pad vanuit Mont Serrein (1410 meter) is nijdig en steil en je mag de markeringen niet missen. Wij dachten dat wij als rustend verpleegster en langdurig werkloze met bedrijfstoeslag een bijzondere prestatie aan het doen waren tot we een flink koppel van ruim in de 70 tegen kwamen met dezelfde bestemming. “On fait des vitamines pour l’hiver” en het stappen en klimmen in deze bosrijke omgeving met zuivere lucht is meer waard dan een namiddagje terras zitten. Hier zie je de verpleegster op rust in actie op de bergflank. Na twee uren en half zwoegen en 500 meter klimmen waren we boven, 1911 meter hoog. En dan heb je prachtig uitzicht over de Rhônevallei, de pieken van de Drôme en de Alpen.
De wekelijkse markt op dinsdag in Vaison-La-Romaine
Veel volk, vooral toeristen, en geen parkeerplaats meer vanaf 10 uur: het is de wekelijkse dinsdagmarkt in Vaison. Ik wil de dames en heren een tip geven om efficiënt en planmatig te gaan markten. Download de avond voor de marktdag de plattegrond van de stad. Maak concentrische cirkels, lussen of zigzaglijnen op het plan. Bepaal de route. Maak een lijstje van de producten, die je wenst te vinden. Bereken de tijd, die je nodig hebt om van het ene segment naar het andere te stappen en houd rekening met de drukte. Schat het risico van pickpockets en gauwdieven in: zet daarom je tas nooit op de grond en berg je geld en kredietkaart op in een buideltasje. Wees voorzichtig bij het betalen en controleer het wisselgeld. Enfin, de toeristen krijgen in Vaison kans genoeg om hun vakantiebudget op te souperen. Voor een kilootje look rekent men op de markt al gauw 8 euro, terwijl een boer dezelfde look aan 2 euro verkoopt. Maar het dagmenu van het restaurant op de marktplaats was goed: voor 15 euro heb je een degelijk voor- en hoofdgerecht.
Zelden doe je twee dorpen in één voettocht. Deze namiddag liet de mistral zich goed voelen. Voor ons, noorderlingen, is een het welgekomen verfrissende wind. De bewoners van de Vaucluse verschijnen met een stevige fleece of een stoere jas. “Il fait froid”, terwijl het 25 graden is.
De Mont Ventoux domineert over de hele streek en we zitten aan de rand van de Vaucluse met de Drôme. Puyméras is een ingeslapen dorpje met twee cafés.
Op de markt in Bédoin was het behoorlijk druk. Je hoort er Gents, Limburgs, Duits, Engels en Hollands praten. Een Provençaalse markt is altijd leuk en de toerist is er welkom, maar zijn geldbeugel nog meer.
De Dentelles de Montmirail en de flanken van de Toulourenc liggen nog te wachten om beklommen te worden. We blijven nog een week in de Vaucluse.
Een heerlijk verfrissende wind waait door de camping. Het is de mistral. De lucht blijft heerlijk blauw en de temperatuur blijft hoog genoeg om zonder t-shirt rond te lopen. Vandaag eten we sardientjes op de gasbarbecue. En dan plaats ik hier nog een foto van het uitzicht vanop onze kampeerplaats.
De weergoden zijn ons goed gezind. Het blijft nog een week warm rond de 30 graden. De zolen van onze stapschoenen zullen in de Vaucluse niet veel verslijten. Vandaag hebben we dan een tripje gedaan van 9 kilometertjes ten zuiden van Faucon in de volle zon en met stevige hellingen naar de samenvloeiing van de Ouvèze en de Toulourenc. Het aantal kilocalorieën in ons lijf smolt met het uur. Diarmuid was ook super content omdat het frisse water van de Ouvèze er voor hem was. En de rustende verpleegster was weerom proactief voorbereidingen aan het treffen om de voorraad confituur aan te vullen. Morgen is het zondag, rustdag.
Vele Nederlanders zijn vertrokken. Kinderen moeten naar school. Onze nieuwe buren zijn leuke Duitsers uit Ingolstadt. De gezinnen vertrekken allemaal en ruimen plaats voor de senioren. Ik zei aan de campingbaas dat hij straks een “maison de retraite en plein air” gaat runnen.
Op vrijdagmorgen vallen er wat regendruppels. Dat is best aangenaam bij een buitentemperatuur van 22 graden. Volgens Meteo France wordt het een dag met bewolking. Maar de bewolking bleef uit en het werd weer een dag vol zon en hitte. Wifi hebben we aan de gezellige buitenbar, waar mensen zitten te chillen met een drankje, een tabletje of een stevige laptop.
Faucon is een klein dorpje op een goede kilometer van de camping. Via een lastig pad kom je er. Hier een foto van het gemeentehuis. Ik moest ook twee keer kijken om te zien dat het huis werkelijk het administratief en maatschappelijk centrum van de gemeente Faucon blijkt te zijn. Overal liggen de wijngaarden, zelfs binnen de camping. Deze morgen begon de boer zijn veld te sproeien door met zijn tractor tussen de ranken te rijden. Een Nederlander had zijn schotelantenne in het wijnveld geïnstalleerd. Nooit heb ik iemand sneller een schotelantenne zien verplaatsen.
Bij 31 graden doe je geen voettocht van 18 kilometer in de volle zon tussen de wijnvelden. Zelfs het koelwagentje op de kampeertafel aan de voortent geeft nauwelijks verkoeling. En toch is de Mont Ventoux dichtbij, dicht genoeg voor een stevige voettocht. Vorige jaren hadden we al een reeks tochten gedaan op en rond de beroemde kale berg van de Vaucluse. Onze IGN-kaart en “guides des randonnées” geven nog vele mogelijkheden aan. Misschien moeten we met de auto een stukje omhoog rijden om vanuit de bergflank, de Noordelijke kant (Mont Serrein) de tocht aan te vatten. Eenmaal je op de crête van de Ventoux bent, krijg je afkoeling. De top van de berg ligt op 1.911 meter. Massa’s wielertoeristen doen de Ventoux ofwel vanuit Malaucène, ofwel vanuit Bédoin, ofwel vanuit Sault. Helaas worden auto’s toegelaten op de route, die aan de moedige fietsers en stappers overlast geven wegens de uitlaatgassen. Er is een heel zinvolle denkpiste om de auto’s niet meer toe te laten.
Voor actievelingen zit het weer niet mee: 31 graden! Daarom heeft de verpleegster op rust besloten om ten volle te genieten van haar hoedanigheid als gepensioneerde ambtenaar. Terwijl de caravan bovenaan de camping prijkt, ligt de verpleegster in haar hangmat. De afwas werd gedaan door haar wederhelft.
Vaison-La-Romaine is niet alleen een stadje waar souvenirs en prullaria te koop zijn, je kan er ook nog de Romeinse bouwwerken bekijken. Zo is er de Pont Romain, die na een overstroming van de Ouvèze een twintigtal jaar geleden vernield werd en herbouwd is in de oorspronkelijke vorm. Dan prijkt in de zone van de Romeinse opgravingen (sedert 1907) de matrone van de wrede keizer Dometianus. Aan haar gelaat is goed te zien dat ze niet op de eerste rij stond toen ze levensvreugde en blijdschap aan het uitdelen waren.
Na een rit van meer dan 6 uren door departementale wegen vol bochten, hellingen, cols en puëches (zo noemt men hier de bergen), zijn we aangekomen in Faucon, camping L’Aiguette, in de buurt van Vaison-La-Romaine. We kregen een mooie en ruime plek toegewezen. De voortent opzetten bij een schaduwtemperatuur van 25 graden was aangenaam. Maar de bodem is zo hard als beton. Gelukkig dat ik een stel stalen nagels bij heb om deze in de grond te dreunen met mijn klauwhamer. Verder is de camping voor 90% bezet met Nederlanders, allemaal brave mensen.
Vandaag was het een dag van opruimen en klaarmaken voor de doorreis naar de Provence. Morgen trekken we van dorp naar dorp over Nasbinals, Marvejols, de col de Montmirat, Florac, de Cévennes, Alès, Bagnols-sur-Cèze, Pont-St.-Esprit, Bollène, naar Vaison-la-Romaine: een tochtje van 280 km over 7 uur.
Op de camping staat een clubje motorcrossers uit Perpignan. Zij zijn lid van de Mutuelle des Motards. Jammer dat ik nu bijna 62 ben, anders had ik in ons dierbare Vlaanderen ook een ziekenfonds gesticht voor motards of voor campeurs. Misschien een idee voor onze jonge mutualisten?
En de biefstuk van meester beenhouwer Lucien Conquet was weer fantastisch. Bij de hete gasbarbecue staat dan weer het frisse koelwagentje.
Bij de wandeling van gisteren merkten we op dat er veel teveel braambessen in de struiken hangen. We zagen ons genoodzaakt er enige van te plukken en mee te nemen om er confituur van te maken. En zo had Bea weer wat te doen.
Het zal de lezer misschien al opgevallen zijn dat wij weinig spectaculaire uitstappen ondernemen. We zijn niet erg gewonnen voor het autotoerisme. We koersen niet van stad naar stad, niet van terras naar terras, en evenmin van de ene toeristische topper naar de andere. Kilometervreten, terrassen en asfalt bewonderen is niet voor ons. We hebben het meer voor het ontdekken van de kleine merkwaardige dingen. Wie te voet is, kan langs het pad best kleine wonderen ontdekken, zoals een afgelegen kapelletje, een fraaie gevel, de rust van het platteland en de natuur in volle glorie. Het kost ook veel minder. De auto dient bij ons enkel voor de grote verplaatsingen van de caravan en de boodschappen twee maal per week. Wie meerdere weken reist als (brug)gepensioneerde, kan best rekening houden met budget en zo zijn trektochten met bergschoenen ook veel interessanter en leuker dan asfalt en terrassen.
Dus zijn we vandaag naar de Roc de Cabres getrokken, ook weer een hoogplateau van 1.130 meter hoog. We passeerden langs Montmaton, een minuscuul gehuchtje met een oud romaans kerkje en een seigneurie van de heren van Bérangers met een merkwaardige gevel. En de verpleegster op rust stapte weer stevig door berg en dal, van weide naar weide. Het was prachtig weer en na 5 uurtjes waren we terug aan de caravan.
En stilaan moeten we ons ook voorbereiden op een verplaatsing van ons basiskamp naar andere oorden. Dinsdag koppel ik de Fendt aan de Kia. Vanavond ga ik de route goed studeren op de Michelinkaart. De Gps doet dinsdag de rest.
Ik ga op reis en neem mee: mijn i-pad en mijn modelwagonnetje
Er zijn zo van die dingen die een mens in zijn leven nooit kan missen. Een publieke wifi hebben we in Laguiole rond het bureau de tourisme. Je moet er elke dag een wandelingetje voor maken en dat is goed voor de mens.
En wie dacht dat ik mijn modeltreinen volledig in de steek ging laten, zit goed fout. Mijn stokoud koelwagentje uit 1962 is mee. Het is er nog eentje uit de tijd dat het gerief nog niet zo modelgetrouw was als nu. Het koelwagentje zorgt voor het evenwicht tussen het mediterrane klimaat en de verkoeling. Het zal nog vele keren op de foto’s in een vergeten hoekje te zien zijn. Het houdt mijn hoofd koel, zorgt voor afkoeling, en is ook helemaal cool.
Een tocht van 14 kilometer met stralende zon boven ons hoofd
Vanuit Laguiole loopt het pad naar Les Abiouradous (wat een naam). Les Abiouradous geeft aan dat er sinds eeuwen een drinkplaats is voor het vee. Langs het pad vinden we de “burons”: stokoude verblijfplaatsen van de buronniers, die in de bergen verbleven om kaas te maken. Het pad gaat van 995 meter naar 1.226 meter eerst over een pad zonder schaduw en in de volle zon. Het tweede stuk gaat langs de rand van het bos van Laguiole en even later loop je door de weiden, waar ook de stevige goudbruine koebeesten liggen.