Rotterdam . Bron : Schuttevaer.nl
Havenmanoeuvres zijn ieders passie
Kunnen kapiteins en stuurlui van zeeschepen eigenlijk wel manoeuvreren?
Hoe staat het met hun stuurmanskunst?
Zomaar een vraag uit de binnenvaart, waar men vaststelt dat loodsen en havenslepers te hulp schieten zodra het zeeschip een haven nadert.
We hebben deze vraag van de werkvloer' voorgelegd aan een aantal mensen van de werkvloer in de zeevaart.
Waar zeeschepen met een lengte boven de 76 meter loodsplichtig zijn, varen er in de binnenvaart koppelverbanden van pakweg 185 meter probleemloos en zonder beloodsing in alle hoeken en gaten van de haven.
De meeste binnenschippers beschouwen dat als de kunst van hun vak.
Het is hun lust en hun leven. Rechtuit varen kan iedereen.
Master van de Volendam
De reactie van kapitein Pieter Visser, master van het 240 meter lange cruiseschip Volendam van de Holland America Line:
Manoeuvreren is ook voor mij mijn lust en mijn leven.
En neem van mij aan: ik manoeuvreer mijn schip altijd zelf, of ik laat dit over aan de eerste stuurman, want die moet ook ervaring opdoen en kennis bijhouden.
Ik heb tot voor zeven jaar bij de Koninklijke Marine gevaren en daar is het credo: je geeft nóóit de con' (controle) over, deze blijft bij de officier van de wacht of de commandant.
Ook al heb je een loods aan boord.
Ook bij de koopvaardij blijft de kapitein altijd de eindverantwoordelijke.
Bij het aanlopen en verlaten van een haven hebben wij altijd een loods aan boord, maar de aanloop en het afmeren doe ik altijd en heel graag zelf.
Mijn schip is overigens nog nooit in Rotterdam geweest.
De Volendam heeft als vaargebied Alaska en down under,
Nieuw-Zeeland en Australië.
Down under is kortgeleden in de plaats gekomen voor het Caribisch Gebied.
Wij doen toch per week wel vijf maal een haven aan, dat is dus vijf maal erin en eruit.
Er komt soms heel wat manoeuvreerwerk bij kijken.
Wij hebben een boeg- en hekschroef, dus in principe hebben we geen sleepboten nodig.
Alleen bij Wellington wil het nog wel eens spoken qua wind en dan doen we er wel een beroep op.
Ik heb trouwens bewondering voor de schippers uit de binnenvaart.
Ze kunnen geweldig met hun schip overweg.
Maar wij manoeuvreren dus ook echt heel veel.
Kapitein Visser over de loodsen:
Wij zijn loodsplichtig over heel de wereld, dit is ook een verzekeringstechnische kwestie.
Het is net als in elk ander beroep: er zijn goede en minder goede loodsen.
Maar de loods is vooral aan boord als adviseur.
Hij is ter plaatse bekend en is ook de aangewezen persoon voor de communicatie met de wal en de omgeving.
Soms komen er ook leerling-loodsen mee.
Ik wil daar graag aan meewerken.
De loods geeft de roerorders en de roerganger volgt die orders.
Maar als we een nauw gaatje door moeten en er staat stroom, dan doe ik dat zelf. De meeste Alaska-loodsen weten dat ook al lang: als de Volendam gaat dokken, neemt de master het over.'
Master van Bro Gazelle
Vanuit de haven van Eastham bij Liverpool doet kapitein Cor Verheul van de gloednieuwe, 116 meter lange chemicaliëntanker Bro Gazelle van Marin Shipmanagent in Groningen zijn verhaal.
De Bro Gazelle is, ook al vanwege de gevaarlijke ladingen, altijd loodsplichtig.
Ze is bezig aan haar maidentrip.
Ze zit prachtig in de verf en dat wil kapitein Verheul graag zo houden.
Het schip als een eitje langs de kant leggen, dat is altijd zijn streven.
Het mooiste is als de machinist boven komt en zegt: Goh, zijn we er al?!'
Dat spreekt al voor zich: ook voor hem is het manoeuvreren met een schip het mooiste wat er is.
Verheul (20 jaar op zee):
Je hebt aan boord tegenwoordig een vrachtwagen aan papierwerk om in te vullen, dus dan is het niet zo gek dat je als kapitein toch graag zelf stuurt.
De loods is aan boord als adviseur en hij weet de weg op de rivieren.
Maar het eigenlijke manoeuvreren doe ik zelf, dat laat ik me niet afpakken.
We lopen per jaar zo'n 200 havens aan.
Er zijn binnenschepen die langer en breder zijn dan deze tanker, maar haar massa reageert toch anders dan een binnenschip, langzamer om te beginnen.
Het verschil zit hem onder meer in de diepgang.
Wij steken 6,75 meter diep.
De Bro Gazelle is het negende schip van een serie van tien G-schepen.
Ik ken de zusterschepen, maar elk schip reageert toch net weer even anders.
Ons vaargebied is West-Europa.
De Bro Gazelle mag ook het ijs in.
Sleepboten hebben wij niet nodig.
Alleen in een van de Noorse havens is dat vereist, dat is een plaatselijke regel.'
Loods Rotterdam-Rijnmond
Tot slot loods Margriet Torpstra van Loodswezen Rotterdam-Rijnmond:
Het is de kunst om de kapitein of stuurman zó bij je navigatie te betrekken dat hij altijd met je mee kan beslissen over je handelen.
Uiteindelijk is het heel erg afhankelijk van jouw stijl van communiceren wat daarvan terechtkomt.
Maar dat is wel een heel belangrijk facet van ons werk.
De boot uiteindelijk langs de kant frommelen is dan vaak geen probleem.
Maar hoe kom je bij de goede ligplaats?
Een beeld hoe iets eruit ziet, is niet aanwezig.
Daarin zijn wij de bevestiging, raadgever en wegwijzer.
In een haven als Rotterdam is dat toegevoegde waarde.
Ik heb altijd veel achting voor "doe het zelvers" en binnenvaartschippers.
Hoe die op de vierkante centimeter kunnen manoeuvreren is verbazingwekkend en indrukwekkend.' (LR)