Een bewogen dag in dat autoke te snorren doorheen t land.
Hoei is schoon. De ontmoeting met mijn broer zalig. Ik leef met hem mee, zon
kerel als hij is vol moed en zo intelligent. We hebben de krop in den keel als
we afscheid nemen en hopen hem vlug weer onder ons te mogen hebben. Ik wil dit
zeker! 9 ½ uur thuis. 25 Augustus 1938 Donderdag. Weer een
verjaardag van onze kennismaking. We zijn nu ver van elkaar verwijderd
zogezegd maar met elkaar tenslotte innig verbonden! Leve onze verhouding. Dillie en Frans kennen elkaar nu 3 jaar. 7 September 1938 Woensdag. Kamp.
Verkort aan geld en dat zegt wat. Ik doe geen overdaad en toch Frans is met de trein en zijn legermakkers
vertrokken naar een onbekende bestemming op oefenkamp. Zij logeren in kale
blokken die aandoen als een gevangenis. Gelukkig duurt het kamp niet te lang.
24 September 1938Zaterdag.
Verlof! Maar nu komt de explosie een telegram ´Onmiddellijk kamp vervoegen`
Met Bus van 9 ½ uur. Den gansen dag over en weer geloop, van d een kazerne
naar d andere. Vader is er s avonds, met de fiets aan de kazerne maar ik mag
niet buiten. Ben een gevangene. Hitler dreigt een stuk van
Tsjecho-Slowakije in te nemen. In dit uiterst gespannen klimaat wordt het Belgisch leger in staat van
versterkte vrede gebracht. De elite-eenheden (de grenswielrijders en de Ardense
jagers) staan paraat; gespecialiseerde genie-eenheden ondermijnen zowel bruggen
als talrijke andere bouwwerken; in het algemeen worden verschillende eenheden
versterkt met manschappen of materiaal en goederen worden voor onbeperkte duur
opgeëist.
13 Juli 1938 Woensdag. Ons Theo heeft prijsuitdeling maar moet naar Hoei...
naar LHeureux Abri in Chateau de Solières. Wat me dat doet als broer is niet te verwoorden. We houden van elkaar en begrijpen ons goed in wel en wee. Als hij maar vlug gezond is. Broer Theo heeft een zwakke gezondheid. Hij was op het nippertje genezen van kroep (difterie) door middel van één van de eerste antiserums tegen deze ziekte en dient weer een gezondheidskuur te volgen, dit maal in de Ardennen. Hij was al eerder voor enkele maanden in Wenduine geweest. 14 Juli 1938Donderdag. Nachtmarsj mobilisatie 26 Juli 1938Dinsdag. Schrijven is een hersteller! Frans is recent ziek geweest en put kracht uit zijn schrijftalent.
Zaterdag 21 Mei 1938: We komen deerste maal naar huis...
Wees zeker dat is me een weerziens. Daar is dien
spiegel aan de corps de garde, hoe we onszelf daar in bekeurden, hoe smal ik
mijn broek vond en hoe mottig het geheel met daarboven op die idiote stoomboot
met kwispel. In elk geval t was gauw vergeten thuis.
Frans is in het geheel niet opgezet met het feit
dat hij onder de wapens moet. Hij is steeds fier en verzorgd gekleed geweest en
heeft een hekel aan het soldatenkostuum, zeker aan het hoofddeksel dat hij
ronduit belachelijk vindt. 27 Mei 1938Vrijdag. Van t leger kan je niets goeds vertellen. 3 Juni 1938Vrijdag. We
hebben al weer hoop maar ze pikken mijn horloge. Betrouw de makkers maar. Ik
ging naar de waschzaal deed mn horloge af en vergat ze daar n uur. Iemand nam
ze weg. Ik verwittigde de sergeant die van wacht was. Hij doorzocht de
valiezen, zonder resultaat. De korporaal vroeg om de vinder ze eerlijk op de WC
te leggen tegen s morgens maar ook zonder gevolg. Ik was mijn goede, trouwe
vriend en waker kwijt! 6 Juni 1938Maandag.
Nog n dagske thuis. Naar tante Jos. Om 10 uur min 10 minuten alweer
vertrekken. t Is erg hoor. Dat vertrekken is me steeds zwaar. Afscheid nemen
van alles wat je lief is om niet in de klauwen van t monster te loopen. Ik
stel het me weeral te cynisch voor maar ik hou zo veel van thuis en alleen wat
me ergert is dat ik eenmaal het zoo aanvoel!
Tante Jos
is de vrouw van Gabriël Van Cammeren, een halfbroer van Frans vader Jan. Zij
wonen op De Schomme eveneens een gehucht van Boom, richting Aartselaar. 9 Juni 1938Donderdag
Heb bij mijn inenting veel slameur ondervonden. Ik rijd naar Boom en telefoneer
voor de eerste maal. Ginds is er geen al te goede ontvangst nopens de wijze en
schrikgevende raad van een vader als de mijne. 18 Juni 1938 Zaterdag. Militiaan
Van Cammeren Frans 107.87591 neemt mee naar huis: paar kousen en een broek
Frans is gekazerneerd
in Mechelen en gaat veel op oefening naar Battel waar hij wordt opgeleid als
lijnenlegger bij de veldtelefonie, de zogenaamde TS-en.
30 Juni 1938Donderdag. Ons
marsj van 19 kilometer. Dat wil wat zeggen hoor met al dat gedoe op je schouders! 9 Juli 1938 Zaterdag. March van 16 kilometer.
Strombeek. Slecht weer - toch goed om te marsjeren. Korvé. s Avonds op t
onverwacht meisje. Met ze naar t Vrijboek. Daar is de natuur prachtig. Dit
park met bloemen, die frisse geur vergeet ik nooit en dan die zoete
gewaarwording van alles te vergeten rondom je en alles te bezitten wat je
bezitten kunt: je meisje!
Het
Vrijbroekpark is een groene long van 50 ha, gelegen aan de rand van de stad
Mechelen.
Zaterdag 7 Mei 1938: Ik ga naar t Laarkapelleke met broer.
Het is een jaarijkse gewoonte dat de familie te voet naar de kapel trekt. De Laarkapel, omringd door bomen, is gelegen in een zeer rustig, landelijk gebied in de Laarhofstraat te Schelle. Die kapel van Onze-Lieve-Vrouw van zeven Weeën dateert uit de 17deeeuw en is prachtig. De gevels zijn volledig wit geschilderd met een zwarte plint. Boven de toegangsdeur is er een boognis met een O.-L.-V.-beeld. Binnenin bevinden zich een barokaltaar en bas-reliëfs met een voorstelling van de zeven smarten. Ze toont naast de toegangsdeur een zeer merkwaardige tekst: "Al degenen die hier een offerande geven zullen tot behoef van reparatie dezer kapel zullen verdienen den aflaat begrepen in een bulle van Rome, 800 dagen" Maandag 16 Mei 1938: Ik word soldaat. Arme zondaars
We zijn al een heel eindeken verder gezeild! De tijd staat niet stil.
Frans heeft van eind augustus 1936 tot begin januari 1938 zijn dagboek onderbroken.
Vrijdag 31 December 1937:We brengen de laatste dag in leute door. t Is voor ons slechten tijd in t diamantwerk. Van dit jaar moet ik soldaat worden. We worden stillekes aan oud! Mijn Dillie wordt 20! Zis nu ook wat thuis. Dat doet me goed. Ik voel me veel gezonder Aan nonkel Bert heb ik schilderwerk geleverd (100 frank). We eten thuis bij ze. Tot 2 ½ uur feesten we."
Frans zit al een tijdje zonder werk. Hij en Dillie zijn nog steeds een koppel en ze komen ondertussen bij elkaar aan huis.
Zaterdag 1 Januari 1938: Dillie heeft voor moeder een kussen gemaakt
Vrijdag 7 Januari 1938:Thuis
wat schrijven. We blijven laat in bed. Dat komt omdat we werkloos zijn
Donderdag 7 April 1938: Ik schrijf mijn dagboek in. Er is heel wat gebeurd tussen de 2 datums.
Op 14 Februari ben ik bij Peper en Lam gaan werken tot 23 maart op de middag.
Op 22 februari werd ik 19 jaar en dus mijn dagboeksken viert zn 2de
verjaardag. Ik heb een mooi kaartje van Dillie en t stadsjuffertje ontvangen.
Voor mijn verjaardag kreeg ik ook een mooi hemd en een das van mijn Dillietje.
Wat een flink meisje, niet ?
Op 26 maart, de dag na Mariaboodschap in al het plezier van n
vastenavondzotheid verliezen we onze jonge, dierbare vriendin. Mitteke is van
ons weggegaan voor eeuwig. Nooit praten we meer met heren, nooit zie ik die
lichtende kijkers. Ze is weg en met heren verdwijnt n zacht een eerlijk
figuurtje. Wij zullen heren altijd indachtig blijven en steeds op heren peinzen
want ze was n waardige mensenfiguur en z heeft op het beetje tijd dat men
heren gunde heren best gedaan om een fatsoenlijk mens te wezen en het
maatschappelijk leven wat hoger te houden. We buigen voor heren neer. Dat ze in
vrede ruste en de stomme wereld vergete ! Op 30 maart wordt ons Mitteke begraven t Werkloos zijn pakt me weer geweldig beet. We moeten maar wachten, nog 6 weken en 16 Mei is er !" Donderdag 14 April 1938: Verjaardag. 20 jaar. t Is niet al te bestig weertje. Ik rijd naar de stad Dillie wordt 20. Frans gaat naar Antwerpen om werk in de diamant.
Dinsdag 19 April 1938:Ik
smeer mijn schijf in. Ik werk mijn eerste dag terug bij Peper & Lam. t
Zijn geen slechte steentjes."
Dinsdag 25 Augustus 1936: Vandaag vieren we een verjaardag. Och arme!
Toen ik achter Veerdam kwam komt er zoal wat in mijn
hart storen. Zis geweest te Antwerpen om betrekking. Nu bij heren in Pelikaanstraat.
Het doet me heel wat leed. Er is ook heel wat gebeurd de laatste tijd en af en
toe wordt er al eens een verkeerd woordeken onder ons gewisseld. Natuurlijk na
een beetje regen komt zonneschijn en ik moet maar in ze betrouw stellen. Zis
het waard ook. Bedtijd 10 uur omtrent." Dillie en Frans hebben nu één jaar verkering. De vooroorlogse situatie (bron: internet) In Duitsland wordt tot op heden zonder
de minste terughoudendheid een politiek van herbewapening gevoerd. In feite was
deze politiek, in weerwil van het Verdrag van Versailles, al ingezet voor de
machtsovername van Hitler. In maart 1936 schendt Duitsland het Verdrag van Locarno
door het Rijnland opnieuw te bezetten. Duitse troepen houden zich dus op aan de
poorten van België, dat buiten een nieuw conflict wil blijven en kiest voor een
politiek van strikte onafhankelijkheid. In het geval van een invasie berust
de verdediging van de integriteit van het nationale grondgebied bij de
mogendheden die zich borg hebben gesteld voor de Belgische soevereiniteit. In 1936 is het geheime akkoord van een militair samenwerkingsakkoord met
Frankrijk opgezegd en met de steun van de koning beslist de Belgische regering
over te stappen naar een politiek van onafhankelijkheid. Concreet betekent
dit dat België een principiële neutraliteit in acht neemt om niet automatisch
te worden meegesleurd in een oorlog. De verdediging van het land wordt
toevertrouwd aan een massaleger dat in de eerste plaats fungeert als
afschrikkingsmacht. Het leger kan steunen op een reeks versterkte bolwerken,
die voornamelijk kunnen worden gesitueerd langs de Duitse grens en rond de
steden Luik, Antwerpen en Namen. Het Albertkanaal en de Maas verbinden deze
drie steden en beide waterwegen zijn op hun beurt voorzien van talrijke bunkers.
Om deze maatregelen te realiseren, moet de duur van de dienstplicht worden
verlengd en dienen de verdediging- en terugplooiing lijnen te worden versterkt.
De forten, waarvan sommige uit de late 19de eeuw dateren, worden heringericht
en nieuwe militaire bouwwerken worden opgetrokken.
De crisis in de diamantsector,
begonnen in 1930, duurt onverminderd voort.
Zondag 16 Augustus 1936: Zondag. Kermis. Mariastoet...
S Avonds dansen maar ze maakt herrie en is
droevig. Ze wil zelfs, doordat ik alleen maar bevelen gegeven heb, dat ik zou
direkt naar huis gaan, maar ik ga mee. Ze zeer triestig en wil niet zoenen. Bedtijd
12 ½ uur omtrent.
Tot voor de Franse Revolutie was Boom een Mariale bedevaartplaats en in vele straten sieren Mariabeelden nog altijd sommige huisgevels. De Maria Ommegang van Boom, de Mariastoet werd voor de eerste keer ingericht in 1922 en ging
jaarlijks uit tot in 1965.
Het ontstaan van Boom(bron: Ten Boome - Voordracht gehouden op
9/10/91 door kanunnik R. Roelandts)
Zichtbaar van op de Rupel diende een boom als een plaatsaanduiding op de voetweg tussen Schelle en Rumst, de twee oudste woonkernen. Hij stak boven het kreupelhout uit, ergens op het pad waar nu de Hoogstraat en de Blauwstraat liggen. Maar toen stond er geen enkel huis omtrent. Het moet een opvallende, maar niet bepaalde boomsoort geweest zijn, want in 1309 vermeldt een brief "de parochie van den Naemloosen Boome". De oude plaatsnaam bleef bewaard,
zelfs toen er al enkele huizen stonden. Een Onze-Lieve-Vrouwbeeldje aan die boom werd
waarschijnlijk aangebracht door de eerste geloofsverkondigers. Zo gaven ze een
christelijke duiding aan bomen die, zoals bronnen, bijgelovig werden vereerd
door passanten. Dat bijgeloof bleef nog voortleven in stichtende legenden en
wonderverhalen. Nadat de oude "Naemeloosen Boome" verdwenen was, bleef de herinnering bewaard door het "onse-lievevrouwe boomken" (1616) op de hoek van de O.L.Vrouwstraat en de Blauwstraat. Op die plaats werd later het kapelleken gebouwd, als
bidplaats op de processieweg. Later werd de Onze-Lieve-Vrouw figuur opgenomen
in het wapenschild van de gemeente.
In het zog van de dokwerkers lanceerde de Communistische Partij in Antwerpen een oproep voor een loonsverhoging van 20%. Vandaag, een maand na de tweede wilde staking op één jaar tijd, organiseert de Bond een algemene staking van de diamantbewerkers in Antwerpen en "den buiten". Die oproep verspreidt zich snel onder de werkmakkers. De vakbond betaalt een karig stakersloon. Donderdag 23 Juli 1936: Staking.
Niettegenstaande het slechte weer rijden we toch uit en dit is onze eerste
gezamenlijke reis. Voor ze is het heel wat hoor. We zijn bijna tot Wijnegem
gereden... Reizen doet men niet veel in die tijd en rekening houdend met de beschikbare vervoermiddelen is Wijnegem, op 23 km van Boom een daguitstap. Een flinke fietstocht voor Frans en zijn lief.
Zaterdag 25 Juli 1936:Staking. t Is slecht weer, donder en bliksem. Doch ik zie ze en in een hoekje
heel apart praten we en maken een gewichtige planning zo vind ik het zeer
gezellig Zondag 26 Juli 1936:Sint Anna kermis. Deze dag is een gewichtige. Vanaf de vroege uren na de mis kom ik met ze achter de Veerdam. s Namiddags zal er iets ernstig gebeuren. Va en moe en gans de familie van ze is van huis. René en Nini naar zee, d andere op voyagie. Nu hebben we het plan opgevat bijeen, alleen, vanaf 2 uur. En dan leuk en amusant, dat kun je wel denken Bedtijd 12 uur omtrent. Zondag 2 Augustus 1936 Willebroek kermis Zondag 8 Augustus 1936 Boom kermis
Zaterdag 13 Juni 1936: Er broeit iets onder de diamantbewerkers...
Gisteren is er vergaderd door de paritaire commissie. Nu
verwacht men een staking daar de eischen van ons niet zijn ingewilligd. Vader
naar Antwerpen. Ons huis is gekuist en behangen.
In Antwerpen is het nog steeds onrustig met de stakingen. Vanaf 14 juni zeggen vakbondsleiders dat de voornaamste eisen ingewilligd zijn, maar in feite waren er slechts vage regeringsbeloftes. Op 16 juni komt het tot zware gevechten met de stakers van Klein Moskou in Quaregnon. De stakers zijn er samengekomen in het Volkshuis en worden een half uur lang beschoten door de Rijkswacht. Er zijn meerdere gewonden. Dan ontruimt de Rijkswacht het Volkshuis en valt de huizen binnen. Vrouwen, zieken, kinderen, iedereen krijgt van de matrak in zijn eigen huis. In Henegouwen zijn vanaf 17 juni alle meetings, betogingen, debatten in open lucht, samenscholingen op de openbare weg verboden. Opnieuw een feitelijke staat van beleg! Ook is het weer verboden te fietsen.
Zondag 21 Juni 1936:Noeveren
kermis. Muziekles na de mis. De weertjes zijn kolossaal heet Uitgaan met de
harmonie. s Avonds vlaagachtig weer. Bedtijd 9 ½ uur omtrent.
Noeveren is een Booms gehucht langs de Rupel, richting Hellegat en Niel.
Zondag 12 Juli 1936: Zondag. Rumst kermis.(Walenhof) Zaterdag 18 Juli 1936:Zaterdag. Elza trouwt.
Elza, de
tante van Frans, huwt in Boom op haar 25ste met Jef De Cloedt, een
scheepshersteller op de zaat, een scheepswerf aan de Rupel. Elza en Jef (zie foto) wonen
in bij Rozalia en Theodoor, Elzas ouders, in de Vrijheidshoek in Boom.
Zondag 17 Mei 1736: We hoeven, daar den strijd door alle partijen hardnekkig is ingezet, dapper ons best te doen.
Is het niet als volledig socialist, we behoren tot de partij en spelen in d harmonie en laveren mee naar t Sportpaleis. In de stad gaan we naar het Bondsgebouw amuseren ons op uitbundige wijze door ons in de Antwerpse parklanen en in een café te laten horen. Op de trein maken we nog flink muziek en bijna
gaan we tot aan t Feestpaleis...
Zaterdag 23 Mei 1936: Eerste dag dat ik nu eens mag zeggen: ik ben in de hoogste hemel.(Verdien 70.28 frank bruut loon) Nota: Weekloon!
24 Mei 1936 Zondag. Dag der verkiezingen. Beweging en bedrijvigheid. Door hun monsterscore bij de parlementsverkiezingen van 1936 bemachtigen de extreemrechtse partij Rex en de Vlaams-nationalistische partij VNV (Vlaams Nationaal Verbond) respectievelijk 21 en 16 zetels in de Kamer, terwijl de communisten 9 zetels behalen. Om deze politieke vloedgolf in te dijken wordt een regering van nationale eenheid gevormd onder leiding van de katholiek Paul Van Zeeland. In Antwerpen dachten bepaalde fascisten dat ze zich nu alles konden permitteren. In de nacht van 25 op 26 mei vermoordden ze twee syndicalisten: Albert Pot en Leo Grijp. De dag na de moord, op 26 mei 1936, komt het tot een algemene staking aan de haven van Antwerpen, geleid door dokwerkers. Scheepsherstellers, diamantbewerkers en de arbeiders van het transport gaan mee in staking. Op 2 juni bezetten de dokwerkers verschillende boten waarop nog gewerkt wordt. Aan de Paardenmarkt ziet het op 3 juni zwart van de stakers.s Avonds luisteren 10.000 arbeiders in het Sportpaleis naar de stakingsleiders. De bond erkent de staking. Op 12 juni gaan de mijnwerkers mee in staking en op de schachten van de mijnen zowel als op de terrils wapperden rode vlaggen. In Herstal, in de FN-fabriek zijn het de vrouwen die de fabriek stilleggen. De grootste algemene staking tot dan was een feit: op 21 juni zijn er 500.000 stakers. Het eisenprogramma: 1. Teniet doen van de loonsverlagingen. 2. Aanpassing van de lonen. 3. Een minimumloon van 32 frank. 4. 40-urenweek. 5. Volledige syndicale vrijheid. 6. Een week betaald verlof. De regering haalt de repressie boven...
4 tot 7 Mei 1936: Prijskampen in de avondschool...
De lessen van Jupiter zijn niet al te wel meegevallen. De andere zullen wel gaan.
Jupiter is de bijnaam van de leraar Nederlands aan de vakschool (Provinciale Technische Scholen te Boom).
Maandag 11 Mei 1936: Werkdag. Nu beginnen de kiesmeetings en de muziekkorpsen krijgen hun werk, elke avond uitgaan. Zo eens een gelegenheid om buiten te komen. Op 24 mei 1936 zijn
het parlementaire verkiezingen. Bovenop de grote economische crisis van de vroege jaren dertig komen enkele politiek-financiële schandalen die de onvrede bij een groot deel van de bevolking nog doen toenemen.
Zaterdag 16 Mei 1936 Werkdag. s Namiddags op t geleeg
meehelpen, dan naar Jefke over mijn bevindingen spreken, dan rap naar de tram
naar Rumst. Terug thuis en Veerdam. Bedtijd 10 ½ uur omtrent."
Geleeg is dialect voor gelaag, de steenbakkerij. Steenmakers werden per stuk betaald en konden familie inschakelen om te helpen zodat ze meer stuks produceerden. Grootvader Theodoor kon die hulp van tijd tot tijd best gebruiken.
Steentjes door Jefke mee afgemaakt 11 kleintjes
school. Dan met Lowieke naar t Feestpaleis. We komen boven en men is al volop
aan het toneelspelen na het eerste bedrijf weet ik tot mijn plaats te komen
Jefke is de leermeester die Frans het diamantslijpen bijbrengt. Lowieke is een vriend. In Boom waren destijds minstens 3 toneelverenigingen, meestal gebonden aan een politieke strekking (Katholieken, Liberalen en Socialisten).
Vrijdag 1 Mei 1936: Feest van de
Arbeid. Als is het er ook zo vurig niet toegegaan, al was iedere arbeider niet
aanwezig - het was edel, het feest, heel alleen omdat achter zulke viering iets
schuilt: waardig en groots, eerbied dwingend. In de
Rupelstreek, een streek van werklieden, werd het feest van de Arbeid uiteraard
duchtig gevierd. Tot een jaarlijkse 1 mei-viering werd besloten
op 21 juli 1889 op het oprichtingscongres van de Tweede Internationale in
Parijs, een internationale organisatie van socialistische arbeiders met als doel internationale solidariteit. Het doel was met de 1 mei-viering de strijd voor de achturige werkdag te versterken. Op 1 mei 1890 vonden in veel omringende landen de eerste vieringen plaats. Foto: verkiezingsaffiche uit 1936
Jan, de vader van Frans, verloor zijn moeder kort nadat hij huwde. Zijn vader Gommaar, de grootvader van Frans, woonde dan een tijdje bij het koppel in de Vrijheidshoek. Gommaar (1866-1940) had al een vrij bewogen leven achter de rug. Hij huwde een eerste maal in 1889 toen zijn echtgenote Anna, die enkele jaartjes ouder was, ging bevallen van haar 4de kind. De twee eerste daarvan waren uit een eerdere relatie, maar die man sneuvelde jong in een of ander conflict. Gommaar gaf zijn naam aan die kinderen. Anna overleed in 1893, kort na het verlies van haar zesde, amper enkele maanden oude baby, Maria. Gommaar huwde 5 jaar later een tweede maal met zijn dienstmeid toen hun beider zoon Jan reeds bijna 2 jaar oud was. Maria hielp Gommaar reeds enkele jaren in het moederloos huishouden hetwelk 5 kinderen telde. De fotos van Gommaar en Maria werden genomen bij fotograaf Edward in de Brederodestraat in Antwerpen in 1906. Gommaar was toen 40 jaar oud.
Dinsdag 14 April 1936: Verjaardag Dillie. s Morgens post ik mijn zelfgemaakt kaartje.
Dillie is het koosnaampje van het vriendinnetje van Frans. Het is de eerste maal dat hij haar naam voluit noemt in zijn dagboek. Ze heet Odile Keppens en wordt 18. Woensdag 15 April 1936:Gewone dag. Werk. Ik maak mijn eigen steentjes... Bedtijd 9 uur omtrent.
Frans is, sinds hij stopte met schoolgaan, in opleiding als diamantslijper in het atelier in Boom, waar ook zijn vader Jan werkzaam is. In een kleine kamer staan verschillende slijpmolens in één rij opgesteld. De slijpers en hun helpers zitten er dicht op elkaar gepakt en ademen de ganse dag diamantstof in. Toch verdienen ze goed in verhouding tot de arbeider van o.a. de steenbakkerijen. De foto dateert van omstreeks 1925. De persoon meest rechts op de foto is vader Jan, op dat ogenblik diamantzetter-versteller.
Zondag 26 April 1936: Mis.
Muziekschool. Thuis wordt het bijna niet om uithouden Vader drinkt en wij
allen worden even treurig als t weer dat ons een sijpelende vervelende regen
schenkt
Zondag 5 April 1936: Ik die mijn zinnen al had scherp gezet, ...
gedacht dat ik eens een gedrukt stukje kon zien van mij. Nu is alles in t water geplonsd. t Boekje verscheen, het stukje
niet. O, wat een miserie! In al mijn buien, ik erheen en k begon daar te
parlementeren.
Alle begin is moeilijk maar van jongs af is Frans beginnen tekenen, schilderen en schrijven en dit heeft hem gans zijn leven veel vreugde en ontspanning gebracht. Hij had een tekst opgestuurd naar een magazine maar die werd niet opgenomen.
Zondag 12 April 1936: Pasen. We zetten onze Pasen in met een vreesaanjagend weertje. Goed en slecht wisselen elkaar af. Om 2 uur als we moeten uitgaan begint het te hagelen en te sneeuwen. t Is een ijslucht en koud aan de handen. Na onze uitstap ontmoet ik ze. sAvonds gaan we even naar de kermis en vandaar naar t Feestpaleis. Bedtijd 12 uur."
Uitgaan doet Frans met de harmonie. Dat is gebruikelijk met Pasen, evenals de Kermis. Het Feestpaleis is de ontmoetingsplaats van de socialisten van Boom. Het is een goed trekkend café met feest- en toneelzaal dicht bij de grote markt en het is er iets goedkoper dan elders.
Als deze dag weerspiegeld heeft was ons nog te verwachten staat dan hebben we mooie hoop. De lente zet in. Het weer is magnifiek. Bedtijd 9 ½ omtrent.
Donderdag 26 Maart 1936: Wat regenachtig. Ontmoet ze. Naar de Veerdam, aangenaam is zulk een avond. Onder die boom met bloesems, heerlijk vol geur en kleur. Een schoon en romantisch leven leiden zonder ruwheid is men gelukkig. Bedtijd 10 ½ uur omtrent.
De Veerdam is een langgerekte plaats waar boten kunnen aanmeren die de Rupel bevaren. Er staan toen bomen en weinig huizen. Bij springtij overstromen de oevers en s avonds is het er stil. Bij dag draait de brouwerij Lamot er op volle toeren en is er ook heel wat activiteit bij de bloemmolens van Rijpens. Nu, anno 2011, is het er heerlijk toeven; er zijn nu wandeldijken, mooie appartementen met zicht op de rivier en ontspanningsgelegenheden allerlei.
Zaterdag 28 Maart 1936: Met tram tot Rumst. Ginder veel volk buiten en dwars erdoor met ze. In die omgeving is er heel wat ander temperament, leert men wel wat meer. Lantaarns worden opgestoken en ik vind zo t nachten sfeer goed. Fijne regen valt en we hoeven ons een veilig plekje uit te zoeken. Tot we heen gaan duurt de regen. Naar huis. Bedtijd 10 ½ uur omtrent.
De tram was destijds het vervoermiddel bij uitstek. De lijn liep van Rumst via Terhagen, Boom, Aartselaar en Wilrijk tot in Antwerpen op de Rooseveltplaats. Ze werd op 21 mei 1966 afgeschaft om plaats te maken voor de voorloper van de A12 en vervangen door een busdienst.
Zondag 30 Maart 1936: Vader verjaart. Niet pluis.
Vader Jan wordt die dag 40. Hij huwde in 1918 met Celine. Deze foto werd genomen in de Vrijheidshoek vlak tegenover de voordeur van het koppel. Aan die kant waren de opslagplaatsen van de openbare werken van de gemeente Boom.
s Avonds naar school ½ uur. Vader niet pluis. Theo revolutionair. Ruzie. Bedtijd 10 uur omtrent.
"Vader niet pluis" is een uitdrukking die regelmatig in de dagboeken voorkomt. Vader Jan, geboren in 1896, werkt in de Boomse diamantnijverheid als versteller en gaat (té) dikwijls op café. Elk café heeft één of meerdere spaarkassen en Jan is lid van die van het cafeetje in het begin van de Vrijheidshoek. De naam ervan Meer dorst dan vaak spreekt voor zichzelf . Soms komt hij dronken naar huis en dat geeft de nodige spanningen in het gezin.
Frans stopte met zijn studies aan de dagschool op zijn 16de en liet zich inschrijven in de vakschool om er s avonds nog wat bij te leren.
Theo, die
in 1949 mijn vader zal worden, werd geboren in 1924 en is bijna 12 jaar. De foto hiernaast werd genomen begin 1928 toen mijn vader Theo 3 en mijn nonkel Frans 8 jaar oud waren.
Zondag 1 Maart 1936: Mis 7 uur. Naar de muziekles. Nadien bij grootmoe. Tot 12 uur...
Eet graag pap bij grootmoe en blijf. De gasten maskeren zich. Naar t lof. Kinema Plaza. s Avonds naar variéte tot 11 uur.Gelukkig naar huis. Bedtijd 11 ½ uur.
Alhoewel het gezin diep socialistisch is gaat Frans geregeld naar de mis. Hij volgt muziekles en speelt klarinet in een plaatselijke harmonie.
Grootmoe Rozalia (°1876) en Grootva Theodoor (°1873), grootouders (zie foto) van Frans langs moeders zijde wonen ook in de Vrijheidshoek, enkele huizen verder op nummer 19, in gelijkaardige omstandigheden. Grootmoeder werkt thuis en breit soms sloffen. Grootvader werkt op zijn 63ste nog als steenmaker in een steenbakkerij op Noeveren.
Alles gebeurt daar nog met de hand en het is zwaar, seizoensgebonden werk. Zij
hebben 4 kinderen Celine, Bertha, Albert en Elza. De jongste dochter Elza, een
tante van Frans, woont nog thuis bij hen in en ontfermt zich over de 2 kinderen van haar
zuster Bertha. Die stierf in 1934 aan baarmoederkanker, amper 37 jaar oud en
haar man Gust zit liever in de kroeg dan zich om zijn kinderen Jos en Hubert te
bekommeren. Mensen kennen mensen en men helpt elkaar waar men kan.
Het Booms verenigingsleven
draait op volle toeren, de cinemas doen gouden zaken, alle kermissen in de
buurt worden platgelopen en er zijn massas goeddraaiende cafés.
Gewone werkdag (zaterdag). Met ze naar het werk. Moet lopen. t Gaat wel. Naar de kleine fabriek. Hoop op s avonds ze af te halen.
Ze is een jaartje ouder en bijna 18. Ze woont met haar familie in de Bassinstraat op een boogscheut van de Vrijheidshoek, is deel van een arbeidersgezin met 4 kinderen (Nini, Roger, René en Odile), volgde snit- en naadopleiding en werkt in een klein Booms naaiatelier.
Iedereen werkt op zaterdag, de meesten slechts een halve dag.
Ik kreeg felicitaties van ouders en verwanten
s Avonds fijne motregen. t Wordt toch beter. Kan weg. Wandel met ze. Bedtijd:
9 ½omtrent.
Ze is zijn vriendinnetje sinds 25 augustus
1935. Hun relatie wordt thuis nog verzwegen, daarom geen voornaam in zijn dagboek. Frans, zie foto, woont
met zijn ouders en 5 jaar jongere broer Theo in Boom, in de Vrijheidshoek op
nummer 6, de Calversroot in de volksmond, een dialectische verbastering van
de naam van de oprichter van de arbeiderswoningen, een zekere Caluwaerts.
De
wijk ligt in een doodlopende straat die uitgeeft op den beemd, een
braakliggend terrein begroeid met heesters, wilde bomen en gras . De huisjes worden
achteraan geflankeerd door een steenbakkerij. Als het weer tegenzit komen de
zwavelige dampen van het steenbakken de woningen binnengedreven.
Het zijn een
30-tal rijwoninkjes van amper 4 meter breed, met een halve verdieping waar de kleine
ramen gelijk komen met de vloer en op het gelijkvloers is er naast de gang een
voorplaats en een half uitgegraven kelder met daarboven een opkamertje van 3
bij 3 meter.
Je kan een smalle, steile trap op en bovenaan is een valluik dat uitgeeft op 2 slaapkamers.
Je slaapt er direct onder de pannen.
In de voorplaats, ook zon 3 bij 3 meter staat de chainslon (chaise longue), de vitrinekast met het schone porselein, een kleine tafel en enkele stoelen.
Men komt daar enkel als men volk ontvangt of al men ziek is want het is de
enige plaats waar je beneden liggend kan rusten. Ook een stoof, maar die brandt
maar sporadisch.
De elektriciteitsvoorzieningen zijn pover en water neem je met een emmer aan een haak op een stok uit een gemetste put waarin het regenwater van het dak verzameld wordt; stromend water is er niet en ook geen bad. Het toilet is op t koerke, een kleine plaats achter de woning, buiten en afgesloten met een planken deur
die noch bovenaan, noch onderaan dicht is. Binnenin ligt een horizontale plank
met een groot gat en gazettenpapier aan een nagel. Het gevoeg valt rechtstreeks
met een plons in de, gelukkig diepe, put.
Koken gebeurt op een Leuvense stoof in het opkamertje, een geval met opzij vakken met deurtjes en bovenaan heel wat concentrische ringen die je kan verwijderen zodat je er potten van diverse maten kan in hangen en die zodoende dichter bij of verder af van de gloeiende kolen brengt.
Boom is dan
vooral een gemeente met handarbeiders die werken op steenfabrieken, in de
metaal-, glas- en diamantnijverheid en de scheepsbouw. Er wonen dan ongeveer
19500 mensen, het toppunt in haar geschiedenis.