GEBRUIKSAANWIJZING: daal in de linkse kolom neer tot helemaal onderaan,en klik met de muis op een hoofdstuk dat U interesseert.
Op de groene bladzijde die dan verschijnt,klik met de muis op de afbeelding bovenaan links.Dan kunt U een groot aantal schilderijen bekijken.Indien U niet zoudt uitkomen bij Uw keuze in de linkse kolom,daal dan in de hoofdkolom in het midden van de bladzijde naar beneden met de pijltjes uiterst rechts van het scherm,tot het gezochte gevonden is.
HOW TO USE THIS SITE : choose a chapter in the left column by clicking on it with the mouse.On the green page which appears.click with the mouse on the image in the left corner above.You will be able to view a great number of paintings.If you would not find immediately the chosen item,then scroll down on the main page until you encounter your preference.
26-04-2005
32 Winter-landschappen
In de folder , zitten er 32 schilderijen van winterland- schappen ,als goede voorbeelden voor degenen onder ons die eens een dergelijk onderwerp willen schilderen . De sneeuw kan men het best blauwachtig getint schilderen, en de lucht vaak paarsachtig , met deze kleur weerkaatst in de sneeuw.
Waterlopen stelt men vervroren voor , en daken van huizen het liefst niet volledig bedekt met sneeuw maar gedeeltelijk de dak-struktuur tonend , bijvoorbeeld de dakpannen of schalies van een dakbedekking .
Takken van bomen worden voor de helft besneeuwd voorgesteld (als men aquarel schildert , dan afdekvloeistof gebruiken ) . Er zullen weinig rondlopende dieren kunnen voorgesteld worden in een bittere koude , behalve misschien reeen . Wil men toch dieren voorstellen , dan in een openstaande deur van een stal binnenkijkend op twee paarden , een koe of een geit .En hier en daar een kraai , in de lucht boven de bomen en de velden vliegend.
Harde winters hebben we hier niet meer zoveel . Daarom kan men ook eens zoeken naar voorbeelden van winterse voorstellingen van Skandinavische of Russische schilders .
In de hierbijgaande folder , die U kunt bekijken door met de muis op de afbeelding te klikken , staan er 90 afbeeldingen , schilderijen en ook enkele foto's van tango-dansen . Deze dans ,waarvan men enkele tijd geleden zei ,dat hij enkel bedoeld was voor "ouderen", wint duidelijk ook de voorkeur van de jonge mensen . Men ziet dit als men danskursussen volgt bij de dansschool Marc Spillemaeckers in Brasschaat , of als men elke laatste zondag van de maand gaat dansen bij Pol Van Assche ,om 15 uur in het kultureel centrum :De Luchtbal .
Andere mogelijkheden zijn , de Luna ,in Berchem , niet van van het station , als men naast het groot postgebouw de brug over de autoweg overrijdt , dan de eerste straat onmiddellijk links , enkele huizen verder. Men kan ook tango dansen in het Oude Badhuis , niet ver van het Stuyvenbergplein in Stuyvenberg ,elke derde zondag van de maand om 15 uur , of aan de Kattendijksluis,meestal op een dinsdag , bij Tango aan de Stroom . Dit , om er maar enkele te noemen . Waarom is tango zo populair ? Ten eerste is het nog een dans , waar men met een partner van het andere geslacht danst , dat is bij de moderne dansen een uitzondering geworden . Ten tweede is het een passionele dans , op zeer mooie muziek , meestal in het latijns- amerikaans-spaans gezongen , met onder meer de veel terugkerende termen corazón (hart) , estar enamorado (verliefd zijn ) , amor , tristeza ( treurnis , triestigheid ) , enz . Aanvankelijk werd de tango gespeeld door kleine groepen , zoals een trio met een viool , een dwarsfluit en een guitaar . Achteraf is daar zang bijgekomen , die bijvoorbeeld kan begeleid worden door guitaar ,piano en bandoneon . Dit laatste instrument is een soort verkleinde accordeon . De oorzaak ligt daar , dat de tango ontstaan is in Argentina , een Latijns -Amerikaans land dat na de "conquista " van Zuid-Amerika , vooral groeide door inwijkelingen, en wat de tango-makers betreft , vooral Fransen , Polen en Duitsers.( niet de duitse nazi's die na de tweede wereldoorlog naar Argentina gevlucht zijn , we spreken wel over eeuwen geleden ) . Het bandoneon is vrij laat ontstaan , rond de beginjaren 1900 ,en is duidelijk een afgeleide van de franse accordeon . Nu vandaag nog , spelen de Fransen in Frankrijk ,maar ook muzikanten ,accordeon- spelers bij ons ,daar hun musettes op , en hun tango's . Ook in Nederland had de tango navolging met het orkest van Malando, een echte Hollander, die onder meer "la comparsita" , componeerde of verwerkte .
Hier ter plaatse , kunnen wij zowel de Europese tango met zes passen leren dansen ,als de Argentijnse tango met 8 passen , en een variante op deze laatste is de Milonga . Tal van danskoppels ,meestal jonge mensen uit diverse landen , (en als kers op de taart ,natuurlijk uit Argentina ), geven op tal van plaatsen waar tango gedanst wordt , demonstraties en uiting van hun kunnen , prachtig om aan te zien , temeer daar ze meestal in zeer mooie klederdrachten optreden .
Bent Uzelf nog geen tango-danser ? Probeert U het eens , het is niet zo moeilijk en het verplaatst U in een andere kunst-en -ontspannings-wereld .
El tango : :"La vida es un tango y hay que saberla bailar. El tango es parte de nuestra identidad "
Musicalmente, el tango entronca en su
genealogía con la habanera hispano-cubana y es por tanto hijo del
trasiego mercantil entre los puertos de lengua española de La Habana
(Cuba) y Buenos Aires (Argentina). Sin embargo, estos orígenes explican poco sobre su nacimiento. Inicialmente, el
tango es interpretado por modestos grupos que cuentan sólo con violín,
flauta y guitarra o incluso, en ausencia de ésta, el acompañamiento de
un peine convertido en instrumento de viento con la mediación de un
papel de fumar y un avezado soplador que marca el ritmo. El instrumento
mítico, el bandoneón, no llega al tango hasta un par de décadas después
de su nacimiento, en 1900 aproximadamente, y poco a poco sustituye a la
flauta.
El tango como baile ha sido determinado por la conjunción de tres elementos: un
componente musical negro, la milonga y la habanera, que asume un rol
catalizador. La guajira flamenca aportó su melodía para la formación de
la milonga. La habanera, su ritmo. El tango negro, la danza. Luego
esa milonga ya transformada por su triple influencia, pasa a
denominarse tango por efecto del tango negro y del tango andaluz. Para ese entonces el tango andaluz aporta al nuevo tango en Buenos Aires, melodía y música.
Las danzas sociales surgen de una profunda necesidad física de crear un lenguaje a través del cual la gente pueda comunicarse con el otro sin palabras. El
tango es la danza de la carne, del deseo, de los cuerpos entrelazados.
Es un diálogo nuevo, la seducción hecha movimiento, el ir y venir,
encuentro de dos mundos. Es un baile exhibicionista, estéticamente
bello, y ronda sin temores el universo de lo lúdico. La pareja de
baile roza sus zapatos entre sensuales caricias mientras el atónito
espectador ocasional, eterno voyeur, se fascina y deslumbra con el
ardor del tácito romance entre los bailarines de turno. La primera expresión precursora de lo que sería luego el tango fue, para muchos,la incorporación en los bailes de la pareja enlazada y figuras coreográficas propias de los bailes de los negros.
El tango no es un baile que pueda realizarse
de forma individual, tiene a la pareja como unidad básica e
indivisible. La mujer seduce y el hombre conduce. Es el hombre el que
cobija a la mujer y la sostiene, la dama se desenvuelve en todo el
baile bajo el amparo del mismo, rompiendo el equilibrio para recostarse
sobre su pecho. La actitud de entrega de la mujer la deja en una
posición de dependencia y el que manda es el hombre: él decide cuándo,
dónde y con qué velocidad se generan los movimientos. La tarea de la
mujer no es, sin embargo, menos importante: ella debe acompañar la
propuesta e interpretar a su compañero en un juego de seducción donde
la fragilidad y delicadeza de su desempeño tienen un papel
preponderante. Esta relación es la base del tango.
Danza apasionada :Una corrida elegante tras la vuelta una sentada y un ocho bien compadronasi lleno de emoción ,yo me luci en mil fandangos porque asi se baila el tango
In de folder ,zitten er 104 aquarel- schilderijen van tentoon- stellingen uit Kapellen,Schoten ,Ekeren ,Brasschaat , Wuustwezel , Kalmthout , een gemeente dichtbij Wetteren, Schellebelle , en nog enkele andere .
Als ik de plaats van Uw eigen tentoonstelling vergeten ben , dan mijn excuses , en ik hoop ook dat alle handtekeningen en namen van de schilders/schilderessen ,leesbaar zijn op hun werken .Op het ogenblik zitten er 104 schilderijen in , maar ik zal er nog aan toevoegen .
Zelf volgde ik een paar aquarel-kursussen in het buitenland , vooral in Frankrijk , bijvoorbeeld in dit laatste , onder de leiding van Linda , de echtgenote van Jacob , die de gekende winkel Papermill voor schilders-artikelen heeft in Antwerpen . Ze zijn nu juist verhuisd .
Overal waar ik in het buitenland rondreis ,en dat doe ik veel , naar alle continenten , heb ik aquarel schildersgerief mee en aquarel-papier van 300 gram op de grootte van mijn valies . Dit schilderen , is vooral een dankbare onderneming in de warme landen en eilanden ,waar de zon (bijna) altijd schijnt, zoals Spanje ,Portugal ,Turkije ,Griekenland ,de vele Griekse eilanden ,Frankrijk ,Cyprus , Kreta ,enz. Maar ook in Bulgarije,Roemenie , Czecoslovakije ,Polen ,Hongarije , Oost-Duitsland ,het vroegere Yugoslavie ,heb ik veel geschilderd ,want de zon schijnt daar meer dan men zou vermoeden .
In Hongarije bijvoorbeeld , bekend voor de Pusta , kan men prachtige paarden schilderen of paarden die elementaire houten karren voorttrekken . Die ziet men overal .
In alle landen van Zuid-Amerika kan men schilderen . Daar schijnt de zon altijd , zoals in Egypte , maar het grote verschil met Egypte (waar alleen de Nijl-delta echt vruchtbaar is ), is, dat de Zuid-Amerikaanse landen niet zo zand-stoffig zijn .
Op Malta ontmoette ik een knappe Japanse vrouw ,die , ziende dat ik aquarel schilderde , mij een Japanse schilderdoos cadeau deed . Ik heb ze nog altijd , met mooie aquarel-verven en speciale borstels , die men kan vullen met water . Typisch iets voor de Japanners , om zo iets uit te vinden .
Gedurende de voorbije twee jaren , volgde ik een aquarel- kursus in het kultureel centrum te Wuustwezel . Daarvoor had ik nog een aquarel-kursus gevolgd in een zijstraat van de hoogboomse steenweg te Kapellen .
Keuze genoeg voor degenen onder ons die geinteresseerd zijn in aquarel . Bijvoorbeeld in Kalmthout zijn er minstens drie instellingen waar men aquarel kan schilderen , en in het arboretum zijn er ook regelmatig aquarel tentoonstellingen .....
P.S. U kunt 9 van de schilderijen bekijken , door op de volgende Link te klikken:
Het kubisme begint in 1906-1907 met als pioniers Picasso en Braque .De vijandigheid die het kubisme wekte , is al een voldoende bewijs dat het hier om een revolutie in de kunst ging.Deze manier van schilderen werd in twijfel getrokken als ' misleidend '.
Cezanne (een vriend van Renoir) wou de natuur bekijken in de vorm van cilinders , bollen en kegels , alles in het juiste perspectief ... Zijn waardering van ruimte,kleur en licht bij de heftige primitieve expressie in zijn werken,maakt indruk .Braque en Picasso onderzoeken dit Cezanisme en vernieuwen het .In 1906 vervangt Picasso een gezicht door een masker ,nadat hij Afrikaanse kunst had bekeken op een tentoonstelling. In 1907 schildert hij " les demoiselles d' Avignon (in feite ' tippelende ' meisjes die hij in Barcelona heeft gezien), en hij drukt zijn bewondering uit voor ' het blauwe naakt ' van Matisse met zijn verwrongen lijnen en felle kleuren roze en blauw.Hij begint na Derain's werk te hebben bekeken aan een geometrische vlakindeling in een streven "helemaal opnieuw te beginnen ,waarbij men wel zal begrijpen wat ik bedoelde bij het schilderen". Zijn roze periode vloeit over in de beeldtaal van de " neger-maskers" die hij zelf 'een vorm van exorcisme ' noemt .Hij verlaat zijn levensgezellin ,de mooie Fernande Olivier,die hij verschillende keren schilderde,maar die niet in staat schijnt te zijn hem een kind te schenken.Picasso schildert nu ' 3 vrouwen ' en ' 5 vrouwen ' in waterverf en gouache op hout ,dus gemengde techniek in kleuren van oker tot bruin en groen tot blauw . Hij begint ook te beeldhouwen en etsen te maken . Braque,Picasso en Derain ,hebben elkaar vaak ontmoet.
115 116 117 118 119
Terwijl Braque analytisch,methodisch ,constructivistisch werkt ,blijft Picasso gehecht aan primitivisme met sterke kontrasten.Hij begint nu ook landschappen te schilderen met simpele geometrische vormen , maar niet zo " gevuld met kubussen " (-> kubisme) ,driedimensionaal, als sommige werken van Braque ,die zich begint te concentreren op stillevens , "die hij in hun ruimte kan voelen " ,en ook op landschappen.Aangetrokken door muziek ,schildert hij ' hommage aan Johan Sebastian Bach','de klarinet ' ,' de vrouw met de guitaar (1913) ' , en ' de viool (1914)' .Tussen 1912 en 1924 leggen Picasso en Braque zich ook toe op het maken van collages van stillevens met onder meer stukjes behangpapier en lamellen hout , kranten-knipsels,stukjes spiegel ,die op een ondergrond geplakt werden, bijvoorbeeld in 'de guitaar en de klarinet ' uit 1918 (als kubistische montage) .
120 121 122 123 124 125 126 127 128
In 1911 exposeert Picasso 83 tekeningen en aquarellen in een galerij in New York,voor het eerst zo ver in het buitenland ,terwijl hijzelf samen met Braque, de zomer doorbrengt in Céret .Hij wordt in New York als leider van de kubisten aanzien,met een intuitieve,spontane uitdrukkingswijze, ,meer dan Delaunay , Léger(1881-1955), Juan Gris (1887-1927) ,en de reeds hierboven vernoemden , en volgelingen die ' krachteloze imitaties voortbrengen ' in tegenstelling tot ' de kreatieve spanning die met intensiteit de nieuwe ruimte op doek materialiseert'.
Picasso keert na Céret ,terug naar Parijs en leert er Eva Gouel kennen,die hij prompt schildert ,een felle , betoverende verschijning ,geheel anders dan de evenwichtige Fernande die uit zijn leven verdwijnt , en na publicatie van haar memoires over haarzelf en Picasso ,sterft in 1966. Picasso zal na haar nog 6 andere minnaressen als model kennen , tot op een hoge leeftijd .
---------------------------------------------------------------------------- Naschrift : Pablo Picasso's Love: La Femme-Fleur .
As originally published in The Atlantic Monthly August 1964 Pablo Picasso's Love: La Femme-Fleur The love affair between Pablo Picasso, aged 61, and Françoise Gilot, 21, began in Paris in the spring of 1943 during the German occupation of France. She was a student of art, the only child of a domineering father who brought her up as if she had been his son. In her mood of rebellion she found in Picasso a gentleness and depth of understanding she had not known in any other man. They were to live together for the next ten years; she was to bear him two children. Their relationship forms the substance of a new book, LIFE WITH PICASSO, to be published this winter by McGraw-Hill. This excerpt is taken from the opening part.
by Françoise Gilot and Carlton Lake
I met Pablo Picasso in May, 1943, during the German occupation of France. I was twenty-one, and I felt already that painting was my whole life. At that time I had as houseguest an old school friend named Geneviève, who had come up from her home near Montpellier, in the south of France, to spend a month with me. With her and the actor Alain Cuny, I went to have dinner one Wednesday at a small restaurant then much frequented by painters and writers. It was called Le Catalan and was in the Rue des Grands-Augustins on the Left Bank, near Notre Dame. Return to Flashback: Portraits of Picasso When we got there that evening and were seated, I saw Picasso for the first time. He was at the next table with a group of friends: a man, whom I didn't recognize, and two women. One of the women I knew to be Marie-Laure, Vicomtesse de Noailles, the owner of an important collection of paintings, who is now something of a painter herself. At that time, though she had not yet taken up painting -- at least publicly -- but she had written a poetic little book called The Tower of Babel. She had a long, narrow, somewhat decadent-looking face framed by an ornate coiffure that reminded me of Rigaud's portrait of Louis XIV in the Louvre. The other woman, Alain Cuny whispered to me, was Dora Maar, a Yugoslav photographer and painter, who, as everyone knew, had been Picasso's companion since 1936. Even without his help I would have had no trouble identifying her, because I knew Picasso's work well enough to recognize that this was the woman who was shown in the Portrait of D . . . M . . . in its many forms and variants. She had a beautiful oval face but a heavy jaw, which is a characteristic trait of almost all the portraits Picasso has made of her. Her hair was black and pulled back in a severe, starkly dramatic coiffure. I noticed her intense bronze-green eyes, and her slender hands with their long, tapering fingers. The most remarkable thing about her was her extraordinary immobility. She talked little, made no gestures at all, and there was something in her bearing that was more than dignity -- a certain rigidity. There is a French expression that is very apt: she carried herself like the holy sacrament. I was a little surprised at Picasso's appearance. My impression of what he ought to look like had been founded on the photograph by Man Ray in the special Picasso number of the art review Cahiers d'Art published in 1936: dark hair, bright, flashing eyes, very squarely built, rugged -- a handsome animal. When I saw him now, with his hair graying to white, and with an absent look -- either distracted or bored -- he had a withdrawn, oriental appearance that reminded me of the statue of the Egyptian scribe in the Louvre. There was nothing sculptural or fixed in his manner of moving, however; he gesticulated, he twisted and turned, he got up, he moved rapidly back and forth. As the meal went on I noticed Picasso watching us, and from time to time acting a bit for our benefit. It was evident that he recognized Cuny, and he made remarks that we were obviously supposed to overhear. Whenever he said something particularly amusing, he smiled at us rather than just at his dinner companions. Finally he got up and came over to our table. He brought with him a bowl of cherries and offered some to all of us, in his strong Spanish accent calling them cerisses, with a soft, double-s sound. Geneviève was a very beautiful girl, of French Catalan ancestry but a Grecian type, with a nose that was a direct prolongation of her forehead. It was a head, Picasso later told me, that he felt he had already painted in his work of the Ingresque or Roman period. She often accentuated that Grecian quality, as she did that evening, by wearing a flowing, pleated dress. "Well, Cuny," Picasso said. "Are you going to introduce me to your friends?" Cuny introduced us and then said, "Françoise is the intelligent one." Pointing to Geneviève, he said, "She's the beautiful one. Isn't she just like an Attic marble?" Picasso shrugged. "You talk like an actor," he said. "How would you characterize the intelligent one?" That evening I was wearing a green and brown turban that covered much of my brow and my cheeks. Geneviève answered his question. "Françoise is a Florentine virgin," she said. "But not the usual kind," Cuny said. "A secularized virgin." Everybody laughed. "All the more interesting if she's not the ordinary kind," Picasso said. "But what do they do, your two refugees from the history of art?" "We're painters," Geneviève answered. Picasso burst out laughing. "That's the funniest thing I've heard all day. Girls who look like that can't be painters." I told him that Geneviève was only on holiday in Paris and that she was a pupil of Maillol in Banyuls, and that although I wasn't anybody's pupil, I was very much a painter. In fact, I said, we were having a joint exhibition of paintings and drawings right at the moment in a gallery in the Rue Boissy d'Anglas, behind the Place de la Concorde. Picasso looked down at us in mock surprise. "Well, I'm a painter, too," he said. "You must come to my studio and see some of my paintings." "When?" I asked him. "Tomorrow. The next day. When you want to." Geneviève and I compared notes. We told him we'd come not tomorrow, not the next day, but perhaps the first of the next week. Picasso bowed. "As you wish," he said. He shook hands all around, picked up his bowl of cherries, and went back to his table.
THE following Monday morning, about eleven o'clock, Geneviève and I climbed a dark, narrow, winding staircase hidden away in a corner of the cobblestone courtyard at 7 Rue des Grands Augustins and knocked on the door of Picasso's apartment. After a long wait it was opened about three or four inches, and the pointed nose of his secretary, Jaime Sabartés, came through. We had never seen him before, but we knew who he was. We had seen reproductions of drawings Picasso had made of him, and Cuny had told us that Sabartés would be the one who received us. He looked at us rather suspiciously and asked, "Do you have an appoint- ment?" I said we did. He let us in. He looked anxious as he peered out from behind his thick-lensed glasses. We entered an anteroom where there were many plants and birds: turtle- doves and a number of exotic species in wicker cages. The plants were not pretty; they were the spiky green ones you see frequently in copper pots in a concierge's loge. Here they were arranged more appealingly, though, and in front of the high open window they made a rather pleasing effect. I had seen one of those plants a month before in a recent portrait of Dora Maar that was hung -- in spite of the Nazi ban on Picasso's work -- in an out-of-the-way alcove of the Louise Leiris gallery in the Rue d'Astorg. It was a magnificent portrait, in pink and gray. In the background of the picture there was a framework of panels like the panes of the large antique window I now saw, a cage of birds, and one of those spiky plants. From that room we followed Sabartés into a second one, which was very long. I saw several old Louis XIII sofas and chairs and, spread out on them, guitars, mandolins, and other musical instruments which, I supposed, Picasso must have used in his painting during the Cubist period. He later told me that he had bought them after he painted the pictures, not before, and kept them there now as a kind of remembrance of his Cubist days. The room had noble proportions, but everything was at sixes and sevens. The long table that stretched out before us and two long carpenter's tables, one after the other against the right-hand wall, were covered with an accumulation of book, magazines, newspapers, photographs, hats, and miscellaneous clutter. On top of one of these tables was a rough piece of amethyst crystal, about the size of a human head. In the center of it was a small, totally enclosed cavity filled with what appeared to be water. On a shelf underneath it I saw several men's suits folded up and three or four pairs of old shoes. As we walked past the long table in the center of the room, I noticed that Sabartés moved out around a dull brownish object lying on the floor, near the door that led into the next room. When I came closer to it, I saw that it was a sculpture of a skull cast in bronze. The next room we went into was a studio almost entirely filled with sculptures. I saw The Man With the Sheep, now cast in bronze and standing in the square at Vallauris, but at that time simply in plaster. Then there were a number of large heads of women that Picasso had done at Boisgeloup in 1932. There was a wild disorder of bicycle handlebars, rolls of canvas, a fifteenth-century Spanish polychromed wooden Christ, and a weird and spindly sculpture of a woman holding an apple in one hand and what looked like a hot-water bottle in the other arm. What hit me hardest, though, was a glowing canvas by Matisse, a still life of 1912, with a bowl of oranges on a pink tablecloth against a light ultramarine and brighter pink background. I remember also a Vuillard, a Douanier Rousseau, and a Modigliani, but above all, in that shadowy studio, the glow of color of the Matisse was particularly striking among the sculptures. I couldn't prevent myself from saying, "Oh, what a beautiful Matisse." Sabartés turned around and said austerely, "Here there is only Picasso."
BY ANOTHER little winding staircase, on the far side of the room, we climbed to the second floor of Picasso's apartments. Upstairs the ceiling was much lower. We passed into a large studio. On the other side of the room I saw Picasso, surrounded by a group of six or eight. He was dressed in an old pair of trousers that hung loosely from his hips, and a blue-striped sailor's jersey. When he saw us, his face lighted up in a pleasant smile. He left the group and came over to us. Sabartés muttered something about our having an appointment and then went downstairs. "Would you like me to show you around?" Picasso asked. We said we would indeed. We hoped he would show us some of his paintings, but we didn't dare ask. He took us back downstairs into the sculpture studio. "Before I came here," he said, "this lower floor was used as a workshop by a weaver, and the upper floor was an actor's studio -- Jean-Louis Barrault's. It was here, in this very room, that I painted Guernica." He settled back onto one of the Louis XIII tables in front of a pair of windows that looked out onto an interior courtyard. "Other than that, though, I hardly ever work in this room. I did L'Homme au Mouton here," he said, pointing to the large plaster sculpture of the man holding the sheep in his arms, "but I do my painting upstairs, and I generally work on my sculpture in another studio I have a little way up the street. "That covered spiral stairway you walked up to get here," he said, "is the one the young painter in Balzac's Le Chef-d'oeuvre inconnu climbed when he came to see old Pourbus, the friend of Poussin who painted pictures nobody understood. Oh, the whole place is full of historical and literary ghosts. Well, let's get back upstairs," he said. He slid off the table, and we followed him up the winding staircase. He took us through the big studio, around the group of people, none of whom looked up at us as we passed through, and into a small room in the far corner. "This is where I do my engraving," he said. "And look here." He walked over to a sink and turned on a faucet. After a while the water became steamy. "Isn't it marvelous," he said. "In spite of the war, I have hot water. In fact," he added, "you could come here and have a hot bath any time you liked." About one o'clock the group around us broke up, and everyone started to leave. The thing that struck me as most curious that first day was the fact that Sabartés was obviously a kind of monk of the Picasso religion, and all the people who were there had the air of being completely immersed in that religion except the one to whom it was addressed. He seemed to be taking it all for granted but not attaching any importance to it, as if he were trying to show us that he didn't have any desire to be the central figure in a cult. As we turned to go, Picasso said, "If you want to come back again, by all means come. But if you do come, don't come like pilgrims to Mecca. Come because you like me, because you find my company interesting, and because you want to have a simple, direct relationship with me. If you only want to see my paintings, you'd better go to a museum." I didn't take that remark of his too seriously. In the first place, there were almost no paintings of his to be seen in any of the Paris museums at that time. Then, too, since he was on the Nazi list of proscribed painters, no private gallery was able to show his work openly or in quantity. And looking at another painter's work in a book of reproductions is no satisfaction for a painter. So if anyone wanted to see more of his work -- as I did -- there was almost nowhere to go except 7 Rue des Grands-Augustins. A few days after that first visit I dropped in at the gallery where Geneviève and I were having our exhibition. The woman who ran it told me excitedly that a little earlier a short man with piercing dark eyes, wearing a blue-and-white-striped sailor's jersey, had come in. She had realized, after the first shock, that he was Picasso. He had studied the paintings intently and then walked out without saying anything, she told me. When I got home, I told Geneviève about his visit. I said he had probably gone to see how bad our paintings were and prove to himself the truth of what he had said when he met us at Le Catalan: "Girls who look like that can't be painters." Geneviève took a more idealistic view of it. "I think it's a nice human touch," she said. "It shows he takes a real interest in young artists' work." I wasn't convinced. At best it was curiosity, I felt. "He just wanted to see what we had inside -- if anything." "Oh, you're so cynical," she said. "He seemed to me very kind, open-minded, and simple." I told her I thought he perhaps wanted to appear simple, but I had looked into those eyes of his and seen something quite different. It hadn't frightened me, though. In fact it made me want to go back. I temporized for about another week and then, one morning, with Geneviève in tow, returned to the Rue des Grands-Augustins. It was Sabartés, of course, who opened the door for us again, sticking his head outside like a little sand fox. This time he admitted us without comment. Remembering from our first visit the very pleasant entrance with its many plants and exotic birds in wicker cages lighted by the high window, we had decided to add a little color to the greenery, and so we arrived carrying a pot of cineraria. When Picasso saw us he laughed. "Nobody brings flowers to an old gent," he said. Then he noticed that my dress was the same color as the blossoms, or vice versa. "You think of everything, I can see that," he said. I pushed Geneviève in front of me. "Here's beauty, followed by intelligence," I reminded him. He looked us over carefully, then said, "That remains to be seen. What I see now are simply two very different types of beauty: archaic Greece and Jean Goujon." On our first visit he had shown us only a few pictures. This time he made up for it. He piled them up almost like a scaffolding. There was a painting on the easel; he stuck another on top of that, one on each side, piled others on top of those, until it seemed like a highly skilled balancing act of the human-pyramid kind. As I found out later, he used to arrange them that way almost every day. They always held together by some kind of miracle, but as soon as anyone else touched them, they came tumbling down. That morning there were cocks, a buffet of Le Catalan with cherries against a background of brown, black, and white: small still lifes, some with lemon and many with glasses, a cup, and a coffeepot, or with fruit, against a checked tablecloth. He seemed to be playing with colors as he sorted them out and tossed them up onto the scaffolding. There was a large nude, a three-quarter rear view that one saw at the same time front view, in earth tones, very close to the palette of the Cubist period. There were also scenes of the Vert Galant, that little tip of the Ile de la Cite on the other side of the Pont Neuf. In these paintings there were trees on which each branch was made out of separate spots of paint, much in the manner of Van Gogh. There were several showing mothers with enormous children whose heads, reached the very top of the canvas, somewhat in the spirit of the Catalan primitives. Many of the paintings he showed us that morning had a culinary basis: skinned rabbits, or pigeons with peas, a kind of reflection of the hard time most people were having to get food. There were others almost like papiers collés, with a sausage stuck onto an otherwise carefully composed background; or portraits of women wearing hats topped with forks or fishes and other kinds of food. Finally he showed us a group of portraits of Dora Maar, very tortured in form, which he had painted over the past two years. They are among the finest paintings he has ever done, I believe. Suddenly he decided he had shown us enough He walked away from his pyramid. "I saw your exhibition," he said, looking at me. I didn't have the courage to ask him what he thought of it, so I just looked surprised. "You're very gifted for drawing," he went on. "I think you should keep on working -- hard -- every day. I'll be curious to see how your work develops. I hope you'll show me other things from time to time." Then he added, to Geneviève, "I think you've found the right teacher in Maillol. One good Catalan deserves another." Little else he said that morning registered very deeply with me. I left the Rue des Grands-Augustin feeling very buoyant, impatient to get back to my studio and go to work.
SOON after that second visit, Geneviève went back to the Midi. I wanted to return to the Rue des Grands-Augustins by myself, but I felt it was a little early to show Picasso any new work, even though he had been more than cordial in his invitation to come see him as often as I wanted to. I wondered more than once whether, if he had met me alone, he would even have noticed me. Meeting me with Geneviève, he saw a theme that runs through his entire work and was particularly marked during the 1930s: two women together, one fair and the other dark, the one all curves and the other externalizing her internal conflicts, with a personality that goes beyond the pictorial; one, the kind of woman who has a purely aesthetic and plastic life with him; the other, the type whose nature is reflected in dramatic expression. When he saw the two of us that morning, he saw in Geneviève a version of formal perfection, and in me, who lacked that formal perfection, a quality of unquiet which was actually an echo of his own nature. That created an image for him, I'm sure. He even said, "I'm meeting beings I painted twenty years ago." It was certainly one of the original causes of the interest he showed. When I did go back to see him, it wasn't long before he began to make very clear another side of the nature of his interest in me. There were always quite a few people waiting to see him, some in the long room on the lower floor, where Sabartés held forth, others in the large painting atelier on the floor above. Picasso, I soon noticed, was always looking for some excuse to get me off into another room where he could be alone with me for a few minutes. The first time, I remember, the pretext was some tubes of paint he wanted to give me. Having an idea that there was more involved than just paints, I asked him why he didn't bring them to me. Sabartés, never very far away, said, "Yes, Pablo, you should bring them to her." "Why?" Picasso asked. "If I'm going to give her a gift, the least she can do is make the effort to go after it." Another morning, I had gone there on my bicycle, since that was the only way one could get around conveniently at that period. En route it had started to rain, and my hair was soaking wet. "Just look at the poor girl," Picasso said to Sabartés. "We can't leave her in that state." He took me by the arm. "You come with me into the bathroom and let me dry your hair," he said . "Look, Pablo," Sabartés said, "perhaps I should get Inès to do it. She'll do it better." "You leave Inès where she is," Picasso said. "She's got her own work to do." He guided me into the bathroom and carefully dried my hair for me. Of course, Picasso didn't have a situation like that handed to him every time. He had to manufacture his own. And so the next time it might be some special drawing paper he had uncovered in one of the countless dusty corners of the atelier. But whatever the pretext, it was quite clear that he was trying to discover to what degree I might be receptive to his attentions. I had no desire to give him grounds to make up his mind, one way or the other. I was having too much fun watching him to figure it all out. One day he said to me, "I want to show you my museum." He took me into a small room adjoining the sculpture studio. Against the left-hand wall was a glass case about seven feet high, five feet wide, and a foot deep. It had four or five shelves and held many different kinds of art objects. "These are my treasures," he said. He led me over to the center of the vitrine and pointed to a very striking wooden foot on one of the shelves. "That's Old Kingdom," he said. "There's all of Egypt in that foot. With a fragment like that, I don't need the rest of the statue." Ranged across the top shelf were about ten very slender sculptures of women, from a foot to a foot and a half high, cast in bronze. "Those I carved in wood in 1931," he said. "And look over here." He pushed me very gently toward the end of the case and tapped on the glass in front of a group of small stones incised with female profiles, the head of a bull and of a faun. "I did those with this," he said, and fished out of his pocket a small jackknife, labeled "Opinel," with a single folding blade. On another shelf, and next to a wooden hand and forearm that were recognizably Easter Island, I noticed a small flat piece of bone about three inches long. On its long sides were painted parallel lines imitating the teeth of a comb. In the center, between the two strips of "teeth," was a cartouche showing two bugs meeting in head-on combat, one about to swallow up the other. I asked Picasso what that was. "That's a comb for lice," he said. "I'd give it to you but I don't imagine you'd have any use for it." He ran his fingers through my hair and parted it at the roots here and there. "No," he said, "you seem to be all right in that department." I moved back to the center of the vitrine. There was a cast of his sculpture A Glass of Absinthe, about nine inches high, with a hole cut into the front of the glass and a real spoon on top, bearing a simulated lump of sugar. "I did that long before you were born," he said. "Back in 1914. I modeled it in wax and added a real spoon and had six of them cast in bronze, then painted each one differently. Here, this will amuse you." He put his arm around me and sidled over to another part of the case, drawing me along with him. I saw a small matchbox on which he had painted the head of a woman in a post-Cubist manner. I asked him when he had done that. "Oh, two or three years ago," he said. "These, too." He pointed to a group of cigarette boxes on which he had painted women seated in armchairs. Three of them, I noticed, were dated 1940. "You see, I built them up in relief by pasting other bits of cardboard in various places," he said. He pointed to the one in the center. "For that one, I sewed on the panel that makes the central part of the torso. Notice the hair. It's pretty close to being hair -- it's string. These things are midway between sculpture and painting, I suppose." On the opposite side of the room from the vitrine was a table covered with tools. I walked over to it. Picasso followed me. "These I use in finishing my sculpture," he said. He picked up a file. "This is something I use all the time." He tossed it back and picked up another. "This one is for finer surfaces." One after another he handled a plane, pincers, nails of all kinds -- "for engraving on plaster" -- a hammer, and with each one he came closer to me. When he dropped the last piece back onto the table he turned abruptly and kissed me, full on the mouth. I let him. He looked at me in surprise. "You don't mind?" he asked. I said no -- should I? He seemed shocked. "That's disgusting," he said. "At least you could have pushed me away. Otherwise I might get the idea I could do anything I wanted to." I smiled and told him to go ahead. By now he was thrown completely off the track. I knew very well he didn't know what he wanted to do, or even whether, and I had an idea that by saying, placidly, yes, I would discourage him from doing anything at all, so I said, "I'm at your disposition." He looked at me cautiously, then asked, "Are you in love with me?" I said I couldn't guarantee that, but at least I liked him and I felt very much at ease with him, and I saw no reason for setting up in advance any limits to our relationship. Again he said, "That's disgusting. How do you expect me to seduce anyone under conditions like that? If you're not going to resist -- well, then it's out of the question. I'll have to think it over." And he walked back into the sculpture studio to join the others.
A FEW days later he brought up the question in a similar manner. I told him I could promise him nothing in advance, but he could always try and see for himself. That nettled him. "In spite of your youth," he said, "I get the impression that you've had a lot of experience in that sort of thing." I said no, not really. "Well, then, I don't understand you," he said. "It doesn't make sense, the way you act." I said I couldn't help that. That's the way it was, sense or nonsense. Besides, I wasn't afraid of him, so I couldn't very well act as though I were. "You're too complicated for me," he said. That slowed him down for a while longer. A week or so later, I went to see him. Using the by now familiar technique, he managed to maneuver me into his bedroom. He picked up a book from a pile on a chair near his bed. "Have you read the Marquis de Sade?" he asked me. I told him no. "Aha! I shock you, don't I?" he said, looking very proud of himself. I said no. I told him that although I hadn't read Sade, I had no objection to it. And I had read Choderlos de Laclos and Restif de Bretonne. As for Sade, I could make out without it but perhaps he couldn't, I suggested. In any case, I told him, the principle of the victim and the executioner didn't interest me. I didn't think either one of those roles suited me very well. "No, no, I didn't mean that," he said. "I just wondered if that might shock you." He seemed a little disappointed. "You're more English than French, I think," he told me. "You've got the English kind of reserve." After that his campaign slacked off. He was less friendly whenever I dropped in mornings, but since I hadn't encouraged his early approaches, I was clearly hesitant about attempting further advances. I was just as well pleased. One morning toward the end of June, he told me he wanted to show me the view from the "forest." In French that word is used to refer to the framework of beams that come together to form the support for the roof. He took me into the hallway outside his painting studio on the upper floor. There, at an angle against the wall, was a miller's ladder leading up to a small door about three feet above our heads. He bowed gallantly. "You go first, he said. I had some qualms about it, but it seemed awkward to argue the point, so I climbed the ladder and he followed right behind. At the top I pushed open the door and stepped into a small room, about twelve feet by twenty, under the eaves. On the other side of the room was a small open window, almost to the floor. I walked over to it and looked out on a kind of Cubist pattern formed by the roofs and chimney pots of the Left Bank. Picasso came up behind me and put his arms around me. "I'd better hold onto you," he said. "I wouldn't like to have you fall out and give the house a bad name." It had grown warmer in the last few days, and he was wearing what seemed to be his usual warm-weather outfit for receiving his friends in the morning: a pair of white shorts and his slippers. "That's nice, the roofs of Paris," he said. "One could make paintings of that." I continued to look out the window. Opposite us, a little to the right across a courtyard, an empty building was being remodeled. On one of the outside walls, a workman had drawn in whitewash an enormous phallus, about seven feet long, with very baroque subsidiary decoration. Picasso went on talking about the view and the handsome old roofs against light gray-blue of the sky. He moved his hands up and lightly cupped them over my breasts. I didn't move. Finally, a bit too innocently I thought, he said, "Tiens! That drawing in whitewash on the wall over there -- what do you suppose that represents?" Trying to sound as offhand as he had, I said I didn't know. It didn't seem to me to be at all figurative, I told him.
In deze folder staan er een beperkt aantal schilderijen , vooral uit de periode van het impressionisme.Er staan in totaal ,slechts elf schilderijen in van Gaugain , Monet , Courbet , Waterhouse ,Munch, Schiele .
We verwijzen naar de andere hoofdstukken in de linkse kolom van de bladzijde , om meer over al deze schilders te vernemen .
Bij de afbeeldingen in deze folder , is er bij de molens , slechts 1 watermolen , alhoewel er daarvan in de loop van de kunstgeschiedenis , heel wat mooie geschilderd zijn . We zullen er nog bijvoegen . Wie de gelegenheid had , een windmolen van binnen te bezoeken en te bekijken , heeft niet alleen het groot molenwiel gezien , om het graan te malen ,maar ook het overbrengingsmechanisme tussen de as waar de wieken opzitten en de maalsteen . Daar zijn heel mooie uitvoeringen bij van conische tandwielen ,echte kunstwerken ,gemaakt in hard hout , met grote tanden die in elkaar grijpen .
Wat de vuurtorens betreft , staan deze ofwel op een pier , zoals in Nieuwpoort , of op een soort eilandje in de zee , om minder obstakels voor zich te hebben bij het draaiend licht . Dat licht kan een booglamp zijn , vroeger met twee koolstaven , waarvan de punten op een zekere afstand geregeld werden zodat er een onderhouden , zeer helle elektrische boog kon
overslaan . Achter de lichtbron zit er een of andere vorm van
parabolische reflector , soms in delen gemaakt , soms uit een enkel
stuk .
De vuurtoren is "het licht in de duisternis " , en in sommige gevallen de redder in nood , door de zeelui te orienteren naar de juiste richting.
De meeste muziek-theaters , de arenas ,in de oudheid , waren gebouwd in de vorm van een parabool, omdat wanneer een orkest speelt , of een zanger
zingt in het brandpunt van de parabool , iedere persoon die in het
amphitheater zit , het geluid , de klank , even sterk hoort , hetgeen
de hoofd-eigenschap van de parabool is , ook toegepast in auto-phares .
De lamp ,de lichtbron , in de autolamp , is opgesteld in het
brandpunt , en de parabolische reflector maakt dat de lichtstralen er
horizontaal ,evenwijdig met het wegdek , uitkomen .
Parabolische
reflectoren vindt men ook in radar-antennen van schepen ,vliegtuigen en
afweergeschut in legerapparatuur , alsook in de satellietantenne , die
de meesten onder ons geinstalleerd hebben , en in radiotelescopen , waarmee men zeer verre sterrenstelsels kan bestuderen , verder dan het geval is met de gewone telescopen, nog uitgerust met lenzen en spiegels .
Wanneer U voor deze
laatste materie belangstelling zoudt hebben , dan kunt U de
beschouwingen in de volgende paragraaf misschien verder lezen :
Over het ontstaan van de aarde en van het leven op aarde .
Tijdens mijn 21 maanden
durende militaire dienst , was ik radar-specialist . Ik werkte dus met
apparatuur met klystrons , magnetrons , en draaiende antennen ,
waarachter een parabolische metalen reflector stond , die dus
meedraaide zoals aan boord van schepen . In die tijd was ik geabonneerd op Philips Technisch tijdschrift , waarvan ir. Gradstein in Eindhoven
, de hoofd-redacteur was . Na mijn legerdienst , ben ik , samen met een
groep entoesiasten , een tijdschrift beginnen uitgeven over het zelf
uitzenden van televisiebeelden, ATA (Amateur Televisie Associatie) genoemd . Daaraan deden onder andere mee : Eric Platteeuw uit Gent , Van Maercke uit Zottegem ,Willy Everaert uit Merelbeke , Maurice (met zijn baard ) uit Sint Maertens Lathem ,enz. Via dit tijdschrift kwam ik in aanraking met ir.Gradstein , omdat ik hem gevraagd had zekere Philips artikels over televisie , in ons tijdschrift te mogen opnemen. Ik stuurde hem telkens de publicaties , en van dan af ,nodigde hij mij regelmatig uit naar Eindhoven . Zelf
heb ik trouwens nog gewerkt voor Philips op de Haarmanweg in Terneuzen
, Zeeuws Vlaanderen , en ook voor de kleurentelevisie-fabrikant Barco
in Kortrijk . Toen ir. Gradstein met pensioen ging , nodigde hij mij uit , om zelf hoofd-redacteur van Philips Technisch Tijdschrift te worden . Ik zei dat de verhuis naar Eindhoven mij te zwaar viel en hij was daarover zeer teleurgesteld . Van die weigering heb ik nog steeds spijt . Het tijdschrift is samen met ir.Gradstein verdwenen en heeft opgehouden te bestaan . Ik kende ook ir.Valeton, de baas van de Philips fabriek die microfoons en luidsprekers maakte in Breda , en de Philipsfabriek op de ring in Leuven ,waar ik na studies ( in de ingenieurs-wetenschappen ) aan de universiteiten te Gent en te Leuven , een tijdlang lesgegeven heb.
Ik reed met camions van
Philips Leuven ( nu verdwenen) naar hogescholen in Vlaanderen , waar ik
aan de studenten in de elektronika , Philips- komponenten zoals
transistoren , weerstanden , kondensatoren , printplaten ,
transformatoren , en dergelijke , gratis uitdeelde . In die tijd gaf ik
ook les aan de Jules Jourdainschool in een straat recht tegenover de
beurs in Brussel , de Rijke Klarenstraat , in het kader van een door
Philips -Evere , georganiseerde cyclus over kleuren-televisie en
digitale technieken . Daar kwamen ook werkkrachten van MBLE in de
statiestraat te Anderlecht naar luisteren , een fabriek die samenwerkte
met Philips . Bij MBLE-Philips had ik zelf ook nog kursussen gevolgd ,
en ik had ook goede kontakten met ingenieur Boes van CBRT op de
industrieweg te Brugge ,nog een ander bedrijf dat samenwerkte met
Philips , zoals de lampenfabriek van Philips in Turnhout.
In Eindhoven kende ik
in het Natlab op Strijp II , doctor Tan , die zich bezighield met de
ontwikkeling van onderwater-kleuren-cameras , en toen reeds van
glasvezel -communicatie , en beeld-telefonie , dus zoveel jaren geleden
, ver vooruit op hun tijd . Bij Philips in Eindhoven , werkte ook
doctor Vanderpol , een geleerde van wereldformaat , die zich ook
bezighield met ultra-hoge-frekwentie-technieken en parabool-antennen .
Een eminente Nederlandse sterrekundige , professor Van Oordt had via
radiotelescopen , ( zoals deze die in Engeland staat in Rodrell-bank ,
maar de Hollanders hebben ook een reeks radiotelescopen , zoals deze
die in Chile op de hoogvlakte staan ,waar de hemel altijd onbewolkt is)
, het firmament met zijn miljoenen sterrenstelsels ,gedurende jaren
bestudeerd , en hij kwam tot het besluit ,dat de oorzaak van alles wat
er bestaat in het heelal , een reusachtige waterstofgenerator is , die
kontinu en onophoudelijk , waterstof in de ruimte spuwt , waaruit alle
sterren,planeten en sterrenstelsels ,samen met steengruis en stof in de
ruimte , door samentrekking , ontstaan zijn .Met gewone telescopen en
vooral met radio-telescopen , neemt men ook waar , dat 99,99 procent ,
van alles wat er bestaat , waterstof is . Waterstof zendt een straling
uit op een golflengte van 21 centimeters , dus op een ultra-hoge
frekwentie , maar men heeft nog steeds de boodschap niet kunnen
ontcijferen , die daarin vervat zit.
Door zelfontbranding
ontstaan er zonnen , zoals onze zon , en professor van Oordt (nu
overleden) zei dat hij al minstens 3000 zonnestelsels gevonden had door
zijn waarnemingen , met er ronddraaiende planeten , waarop leven
heerste , zoals het onze op aarde .
Ook eenvoudige statistiek bevestigt dit , dat wij niet de enigen zijn , die leven in dit heelal. In
de miljoenen sterrenstelsels met triljoenen sterren , kan het niet
anders , of er zijn duizenden planeten zoals de aarde , om niet te
zeggen honderdduizenden , waar leven op heerst . Het enige wat ons
scheidt , zijn de kolossale afstanden , waarbij bijvoorbeeld het
licht van verafgelegen sterren ons slechts na honderdduizend jaar
bereikt . Als men dan nog eens nagaat dat het licht zich voortplant met een snelheid van 300000 kilometers per sekonde, realizeren we ons met grote moeite de kolossale uitgestrektheid van het heelal en van de ruimte rondom ons . Geleerden vragen zich af , waar het heelal eindigt , en of het wel eindigt ,ofwel , of het helemaal geen grenzen heeft ? Waar ligt dan de verklaring van die toestand ? De afstanden , in lichtjaren uitgedrukt , tussen de sterrenstelsels en de planeten waar leven op is , is zo groot , dat we elkaar nooit zullen kunnen bereiken of ontmoeten .
Leven onststaat door zonnestraling die water treft en beroert . Plaatsen we een kom water buiten , dan zitten er na enkele weken microscopisch kleine diertjes is , algen , en als men voldoende lang wacht , kleine waterdieren.Hetzelfde
met kunstmatige meren , waar bijna onmiddellijk vissen ,waterplanten en
waterlelies en watervogels en trekvogels in verschijnen . De zon is onze levensschepper en onze levens-in-stand-houder.
Wanneer de zon 14 dagen
zou uitdoven , en dat staat ons na enkele honderden miljoenen jaren
onomstootbaar te wachten , dan sterft alle leven op aarde , omdat er
geen zuurstof meer geproduceerd wordt door de bomen . Alle leven in de
zee vervriest , omdat buiten het water ,de aarde afkoelt tot min 273 graden Celsius .Geen enkele zonnestraal dringt nog door .Het is pikdonker ,want ook de maan krijgt geen licht meer van de gedoofde zon. De
Indianen in Amerika hadden dus de enige juiste godsdienst : ze aanbaden
de zon , en als een familielid stierf , werd het op een draagberrie ,
op vier houten palen , met het gezicht naar de zon gelegd . Ook 1
enkele Farao in Egypte ,heeft alle goden afgeschaft en de zon tot enige
juiste god verheven .
De aarde is een uitgestoten stuk van de zon , volgens de opzoekingen in "Scientific American " ,waar
men spreekt over "the big cigar " , dit wil zeggen een grote uitstoot
van zonneplasma in de vorm van een soort grote sigaar , die zich dan
opgerold heeft tot een bol met een straal van 6300 kilometer , onze
huidige aarde . Dit was een gloeiende massa , die men nu nog terugvindt
in de kern van de aarde , met gloeiend ijzer , dat door de rotatie
van de aarde,zelf wentelend om de zon , gevangen door de
aantrekkingskracht van de zon , het magnetisch veld van de aarde opwekt
. Rond de gloeiende kern zit er nog een laag van de oorspronkelijke
waterstof . De zon zelf staat ook niet stil ,maar beweegt zich op een spiraalvormige baan naar het centrum of de kern van het melkwegstelsel , dit is een verzameling van miljoenen sterren . De
zon bevat miljoenen tonnen waterstof die opbranden onder meer tot
helium , maar bevat verder allemaal dezelfde 111 elementen als de aarde
, die we vinden in de tabel van Mendeliev . Of juister uitgedrukt , de
aarde bevat juist dezelfde elementen als haar moeder , de zon , hetgeen
zeer eenvoudig door spectroscopisch onderzoek kan aangetoond worden .
De aarde is dan gedurende miljoenen jaren niet alleen afgekoeld ,maar
het heeft honderdduizenden jaren onophoudelijk geregend om de aarde
voor twee derden te bedekken met oceanen . Hoe die regen ,( dus dat
water H2O , een verbinding van waterstof met zuurstof) ,in die tijd is
ontstaan , daar is men nog niet helemaal uit ,want vanwaar kwamen de
kolossale hoeveelheden zuurstof , die zich door blikseminslagen
verbonden met de kolossale hoeveelheden waterstof . Tenslotte is er aan
de oppervlakte van de aarde een gestolde korst gevormd uit
silicium-dioxide . Een echte zuurstof-atmosfeer waarin men zou kunnen ademen en leven , was er toen nog niet ,want er waren nog geen bomen die door zonnestraling zuurstof en chlorofil konden produceren .De laag gas rond de aardbol bestond uit moerasgas of methaan , CH4 . Daaruit blijkt dat koolstof ( C ) ook aanwezig was en een belangrijke rol gespeeld heeft.
De eerste dieren die in de zee ontstonden , naast de amino-zuren en de micro-organismen , waren de sponsen en de kwallen .Dus
vrij elementaire strukturen . Ze zijn ontworpen , zoals alle verder
leven op aarde en in het heelal ,door de intelligentie die zit in de
quarks , in elk waterstof-atoom , dat bovendien bestaat uit een
negatief geladen elektron , de vrouw , draaiend rond een positief
geladen proton , de man . De schepping is dus het resultaat van een
man-vrouw kombinatie ,zoals die ook in veel sterrengroepen voorkomt
onder de vorm van een "dipool " .
De scheppings-intelligentie
, is dan gaandeweg ,steeds gecompliceerder modellen gaan ontwerpen ,
ontwikkelen en opbouwen , volgens de geleerden , "basis-pakketten " ,
waaruit door kleine veranderingen in de genen-struktuur , andere
soorten ontstonden , dus verschillende soorten vlinders (want insecten
waren ook bij de eerst ontwikkelde ) , vissen , later vogels , enz .
Alles wat toen tot stand gebracht is , plantte zich nog voort via
eieren , noch zon fantastische uitvinding . En alles ontstond in de
zee , ook bij het later ontwerpen van de zoogdieren en 63 miljoen jaren
geleden de eerste mens , sommigen zeggen slechts 3 miljoen jaar geleden
, met in de baarmoeder van de vrouw ,de nabootsing van de zee , door
het vochtwater waarin elke baby zich ontwikkelt . We zijn dus nog
steeds allen , van de eerste tot de laatste , in de zee geboren .
Nabootsing
,dit heet ook simulatie , is een techniek die door
wetenschappers en ingenieurs , gebruikt wordt om bijvoorbeeld een nieuw
model van motor uit te denken , zoals de wankelmotor , die , vooraleer
hij gebouwd wordt , eerst grondig theoretisch getest wordt op computers
, zoals een toekomstige piloot eerst leert vliegen op een
vliegtuigsimulator op de grond . In het museum van Bernissart , kan men
de skeletten van Iguanodons bekijken , die 20 meter lang waren , en 7
meter hoog . De handen aan hun voorpoten , zien er precies dezelfde uit
als de onze , met dezelfde kootjes-struktuur , behalve dat ze 1,5 meter
lang zijn .Het is duidelijk dat de reusachtige
Iguanodons , de mammoets , de vogels met een vleugelslag van 12 meters
, allen voorbeelden zijn van eerst gesimuleerde modellen ,waarop de
creator de goede werking getest en gekontroleerd heeft , steeds
verbeteringen aanbrengend , in 600 miljoen jaar tijd ,(waterstof
vergaat niet en heeft het eeuwig leven ) tot de werking voldoende goed
was , om tot het ontwerp en de bouw van kleinere modellen over te gaan
. Dat is misschien , hetgeen Mandel ,en Charles Darwin , "de
natuurlijke evolutie " van alle wezens genoemd heeft , maar er is helemaal geen natuurlijke evolutie , maar wel steeds verbeteringen aangebracht met ontwerp-technieken , door het super-genie , de intelligentie in waterstof , die trouwens in gebonden toestand (elke mens bestaat voor 80 procent uit water ) , in elk van ons aanwezig is en in elk ander levend wezen . Dit is de vorm die "monitoring " van op afstand toelaat , door modulatie van de zonnestralen , over hetgeen de mens allemaal doet in zijn leven , om daaruit te leren .
Het verschil tussen dier en mens , is dat het dier kolossaal geprogrammeerd is , om bepaalde taken tijdsgebonden uit te voeren , terwijl de mens veel meer "vrijheidsgraden " heeft , waardoor hij/zij bijvoorbeeld de buurman om het leven kan brengen. Een wild dier doet dat enkel om aan eten te geraken , en een roofvogel om dezelfde reden , of helemaal niet ,zoals de gewone vogels .. .paarden ...koeien ...ga zo maar door .
Van
spontane aanpassingen en veranderingen kan er helemaal geen sprake zijn
. Elk van onze ogen bijvoorbeeld , bestaat uit 60 miljoen kegeltjes en
staafjes , met minuscule zenuwdraden verbonden met onze hersenen , om
zowel gevoelig te zijn voor lichtintensiteit als voor kleur .Het is dus
een minutieus ontwerp dat minstens 1 miljard jaar in beslag genomen
heeft , om dat op punt te stellen . De Chinese doctor-doctor in de
dierengeneeskunde ,Mei Wu , zei mij dat onze huid ,van een hand
bijvoorbeeld , bestaat uit 4 goed bij-elkaar passende boven elkaar
gestapelde lagen . Dit is allemaal minutieus uitgedacht en getest ,en
helemaal niet tot stand gekomen door "evolutie ". Ik heb
trouwens veel geleerd van Mei Wu . De grootste humoristen , zijn degenen ,die indertijd beweerd hebben , dat alles ontstaan was door "toeval ".
Het mensdom is , zoals men vooral in Afrika kan zien , aan het uitsterven door Aids. Dat is geen toeval .Naar onze mening is er reeds een ontwerp-pakket klaar, dat de mens zal vervangen , een volgende intelligenter soort mens ,die niet meer driedimensionaal , maar vier-dimensionaal zal kunnen waarnemen ,met een baby- draagtijd van 18 maanden in plaats van 9 maanden , om niet terug het fenomeen te moeten meemaken van de huidige overbevolking van de wereld . In de middeleeuwen , waren er nog maar 500 miljoen mensen op aarde .
Alles is bovendien aan de tijd gebonden , door de rotatie van de aarde om de zon . Het is deze omwenteling , die het begrip "tijd " voortbrengt , en het scheppend element in waterstof , heeft alles aan de tijd gekoppeld . Denken we ook aan de waterstof-atoom- klok , die de meest preciese tijdbepaler is , die we kennen op aarde . Als ik in de Caraibische zee rondzwem , bij een water- temperatuur van 32 graden Celsius , dan zie ik niet alleen witte haaien en prachtige grote gele vissen met blauwe strepen , ( U kunt gratis tropische vissen bekomen in de universiteit van Leiden , Nederland , waar men ze kweekt en op overschot heeft ) , maar ook koralen ,als ik diep genoeg duik . Bij bijvoorbeeld koralen , komt de tijd-programmering op een fantastische manier tot uiting . Over een afstand van 5000 kilometer , langs de oceaan-kusten , worden er op hetzelfde ogenblik , tot op de sekonde na , duizenden kilos eieren uitgestoten , en tegelijkertijd duizenden kilos zaad of sperma ,dat deze eieren bevrucht .Ook alle mogelijke soorten bloemen gaan op hetzelfde ogenblik open .
Tijd-programmering speelt dus een kolossale rol , in het leven van alle dieren , en ook de temperatuur binnen de eieren . Men heeft door telemetrie , dat is meting op afstand , vastgesteld , dat de temperatuur binnen de eieren van de Adelaide Penguin , konstant op 27 graden behouden lijft , wanneer de vrouwelijke Penguin , afgelost door de mannelijke , daarop zit te broeden . Deze soort onderzoekingen past in het kader van de "Cybernetica ". De winterslaap van de beer is nog zon fenomeen .
De dieren en insecten hebben een ingebouwde klok , kijk naar het ontstaan van de vlinders met de prachtige motieven op hun vleugels .Want dat moet ook gezegd worden , de creator, het scheppend element , is een echte kunstenaar-kunstenares , met een fantastisch oog voor mooie motieven en kleuren , bijna steeds symmetrisch , zoals het systeem van de celdeling om tot een lichaam te komen , dat ook binair of twee-tallig is . Ook onze twee ogen , twee oren , twee handen ,enz. getuigen van dit symmetrie-concept , nogmaals een bewijs dat de creator , die bestaat uit een dipool , dus een twee-systeem , zichzelf hier heeft nagebootst . . Omdat het water , dus de gebonden waterstof , na onze dood , ook nog aanwezig is in de beenderen van de gestorven mens , is het aan te raden , deze niet te cremeren of op te branden , want dan is het scheppend element voorgoed uit ons verdwenen .Wat de duitsers in de concentratie-kampen deden in de verbrandings-ovens , was dus het totaal voor eeuwig wegwissen van de mens . Daarom ook balsemden de Egyptenaren hum mummies om ze toch een vleugje hoop op een "eeuwig leven" te geven .
Op sterk-water of in de formol , heb ik een groot aantal foetussen gezien aan de Penna University in Philadelphia , toen ik daar een zomer-kursus "solid state physics" volgde . Daar heeft men ook aangetoond , (en dat stemt overeen met de hierboven aangehaalde ontworpen pakketten , waar slechts weinig hoefde aan veranderd te worden om een nieuw wezen te vormen ) dat in het beginstadium van de groei , een groot aantal wezens , bijvoorbeeld de eerste zes weken in de baarmoeder , volkomen identiek zijn . Men ziet bijvoorbeeld geen verschil tussen een mens , een aap en een varken . Het is trouwens geweten van dokter Barnhard ,de zuid-Afrikaan ,die hart - transplantaties deed , dat het hart van een varken , precies hetzelfde is ,als dat van een mens . Het is pas na de groei in de tijd , weeral de tijd die daaraan gekoppeld is , dat de verschillen tot uiting komen . Terloops
: aan de Penna univ. hadden ze ook een echte Egyptische mummie . Vandaag , in 2005 , doet een groep astronomie aan diezelfde universiteit opzoekingen omtrent het gedrag van "zwarte gaten", dat zijn speciale sterren , die over duizenden jaren, miljoenen sterren opslorpen en daardoor een zodanig grote energie verwerven dat ze aan beide zijden van hun massa een sterk gebundelde energiestraal beginnen uit te zenden , een soort licht dat miljoenen kilometers ver in het heelal reikt , en nieuwe sterren doet ontstaan.
Ziedaar , geachte lezer(es) , stof om over na te denken .
Bloemen schilderen , is vooral een onderwerp , dat vrouwen aantrekt .Dit ziet men niet alleen vandaag gebeuren in de diverse verenigingen en clubs van schilders en tekenaars , maar ook in de loop van alle voorgaande eeuwen .
Bloemen worden ofwel geschilderd in verband met een stilleven , ofwel in de natuur als deel van een groter schilderij , ofwel fragmentarisch ,met uittreksels en close-ups gecentreerd op enkele bloemen , of op details van bloemen , takken , struiken en bladeren .
Ook in de geneeskunde en in de wereld van de apothekers , de drogisten en de plantkundigen , werden natuurlijk hele collecties van bloemen aangelegd en getekend met uitgebreide referenties en catalogen ernaar.
Vergeten we niet dat er een bloementuin is , verbonden aan de universiteit te Gent , een botanique te Brussel , een bloementuin in de koninklijke serres te Laken , en nog een grote bloemenverzameling dichtbij Brussel , ik meen te Wemmel .
En klikt U eens op de link http://www.natuurlijkerwijs.com/tuinen.htm om een groot aanbod van bloementuinen te zien in Vlaanderen en Nederland. In Nederland bewonderen we de vele tulpen en andere bloemen in Kruidhof. Een
andere volgt nu , en wanneer die niet in het groen zou oplichten,dan
kunt U hem kopieren in de adreslijn van Uw browser en op OK klikken :
http://share.shutterfly.com/action/welcome?sid=8AbOWjVm4cOGEq
Verder , zijn hier in Vlaanderen vele tuinliefhebbers , die bv. in Kalmthout hun inkopen doen , in het arboretum , waar ook heel wat te zien en te beleven is .
In de hierbijgaande folder , staan er meer dan 860 schilderijen , vooral in olieverf-en aquarel -uitvoeringen .Door elkaar , zonder echte ordening, staan schilderijen over landschappen-allerhande , vermengd met maritieme afbeeldingen , d.w.z. veel schepen , havens ,en afbeeldingen , die ook zouden kunnen geklasseerd worden bij de rubriek "17 boten en schepen", die U eveneens in de linker kolom van deze bladzijde vindt .
De schilderijen kunnen zonder twijfel dienen als inspiratie voor landschap -schilders en voor degenen die , zonder zich naar de haven te begeven , thuis of in een atelier , ook al eens een schip of boot op canvas of op papier willen zetten .
Men kan schilderen op papier of op doek (canvas ) .Niet alleen voor aquarel bestaan er speciale papiersoorten , maar er zijn er ook die geprepareerd werden om er met olieverf of met acryl op te schilderen , bijvoorbeeld van het merk Schoellershammer .
In de hierbijgaande folder zijn stillevens afgebeeld , die zowel geschilderd zijn in olieverf als in aquarel .Wanneer U ze zult bekeken
hebben , zult U het mij eens zijn , dat dit prachtige voorbeelden zijn
, om ons aan te zetten ook eens een stilleven te schilderen , het mag ook in acryl zijn , of met pastelkrijtjes getekend en afgewerkt .
In dit laatste geval is het best , over het afgewerkt stuk , een kleurloze vernis te spuiten , bijvoorbeeld uit een metalen haarlak- bus of een andere goede-kwaliteit spray , die de kleuren niet dof maakt .
Uit
de schilderijen kunnen we leren , hoe we voor-en -achtergronden kunnen
voorstellen , en met welke kleuren . Vaak is het ook niet gemakkelijk
een tafelkleed voor te stellen met al zijn plooien en vouwen ,
met de juiste licht-en donker schakeringen .
Sommige schilderijen uit de folder gaan ver terug in de tijd , andere zijn van recenter datum . We hopen dat U de handtekeningen of de namen van de schilders kunt lezen .
Bekijkt U ook deze schilderijen op de volgende URL : http://share.shutterfly.com/action/welcome?sid=8AbOWjVm4cOGEI Indien deze URL niet oplicht in het groen onderstreept, kopieert U hem dan in de ledige adreslijn van Uw browser , en klik OK
Klik op de afbeelding om meer dan 250 schilderijen van paarden te bekijken . Indien de Link niet onmiddellijk opent , klikt U dan dan op de volgende , daar staan er ook 192 schilderijen van paarden op : http://share.shutterfly.com/osi.jsp?i=EeANnLRqzcOHDpY
In 1930 bestond er in elke gemeente slechts 1 auto . Alle vervoer gebeurde met paarden , en voor die tijd natuurlijk ook . Een paard trok een karrestel , waarop een reservoir lag , waaruit de man die er mee rond kwam , petroleum tankte voor de huisvrouwen die hem in de (gekasseide) straat , met een metalen kannetje stonden op te wachten voor de petroleum-lampen en het petroleum-vuurtje . De schepen werden langs de vaart getrokken door 1 of 2 paarden , die op een speciale wegel liepen die daarvoor op de weg langs het kanaal aangelegd was . Ook de paarden-koersen zijn toen ontstaan op de hippodroom in Oostende , alsook het wedden op deze paarden ,bereden door bekwame jockey's .
Paarden zijn prachtige dieren , en dankbare onderwerpen om te schilderen . In de hierbijgaande folder die U kunt bekijken door op de afbeelding te klikken ,staan paarden , geschilderd door een groot aantal auteurs . Soms kan men de naam of de handtekening lezen op het schilderij, soms niet , of er wordt verwezen naar een site .
Bij uitzondering staan tussen de schilderijen een gering aantal foto's . Er is een foto bij , genomen in Bobbejaanland , waar ik ook eens zelf opsta , met een lichtgroene trui en daarboven een grasgroene jas,in gezelschap van een Chinese vriendin (Xiao),en waarbij ik een paard met wit-grijze schimmel- kleur streel. In Bobbejaanland , nu blijkbaar overgekocht door een spaans bedrijf , waren toen de familieleden van Bobbejaan Schouppe , verwoede paarden-liefhebbers , met een stal en weiden met een aantal prachtige raspaarden en veulens .Er staat nog een andere foto op ,van een andere Chinese vriendin , Mei Wu , in een trui met oranje motieven en een lange beige broek aan , die eveneens een paard streelt . Deze foto is genomen in Wallonie , op de weide van een kasteel .Hier in Antwerpen wonen in de Chinese wijk rond het centraal station , 7000 Chinese families .
Maar Xiao en Mei Wu waren Chinese jonge vrouwen , die hier vanuit China met een studiebeurs kwamen studeren aan de universiteit RUCA ( nu opgeslorpt in U.A ) . Beiden hadden reeds een diploma , behaald in China , en beiden hebben hier nog twee jaren doorgebracht met te studeren voor een aanvullend diploma , de ene P.A.M. , de andere dierengeneeskunde . Beiden zijn geslaagd . De Chinezen zijn goede en toegewijde studenten .
In tal van films , hebben we ook paarden zien optreden als echte intelligente acteurs of in de cowboy-films met Gary Grant of de latere president Ronald Reagan op hun rug .In de film " My fair lady " met onder meer Audrey Hepburn , zien we een scene , waarbij paarden voorbij het selecte publiek voorbijrennen in Wimbledon,Engeland .
In de folder staan ook een paar ezels , die we daarbij plaatsten wegens de oorspronkelijkheid van de schilderijen .
In de hierbijgaande folder , staan geen schilderijen , enkel foto's . Ik heb ze genomen in een tentoonstellingszaal in een straat achter de Arenbergschouwburg , waarschijnlijk in 2002.Noch van de straat ,noch van de tentoonstel-lingsruimte , herinner ik mij de naam..
Schelpen, kristallen en fossielen verzamelen is zonder twijfel een boeiende hobby . Men vindt er ook talloze boeken over , met boeiende beschrijvingen en prachtige kleurenfoto's , onder meer in de bibliotheek van het kultureel centrum De Luchtbal , in het Antwerpse.
Vroeger was er een gebouw dichtbij het kasteel van Schoten , met een werkruimte , waar men kon leren kristallen te herkennen en te polijsten . Ik heb er onder meer prachtige blauwe robijnen gezien .Spijtig genoeg ging men dat gebouw verlaten omdat de gemeente er een andere be- stemming wou aan geven , en sedertdien ben ik deze vereniging ,die ook een tijdschrift uitgaf ,uit het oog verloren.
Ook in Wallonie zijn er jaarlijks tentoonstellingen van schelpen , kristallen en fossielen . Men moet echter normaal gezien , zo ver niet lopen , om ook zeer merkwaardige fossielen uit lang vervlogen tijden te bekijken . Op de hierbovenvermelde tentoonstelling heb ik zowel vissen als vogels in steen afgedrukt gezien , alsook de voorloper van een trilobiet van 55000 jaar geleden ,zo'n 40 centimeter lang , en met evenveel poten als de trilobiet kevers van vandaag , 1 centimeter groot , die we onder hout in onze tuinen aantreffen. Spijtig genoeg zetten ze alle hout om tot houtpulver , en zijn dus even schadelijk als houtmijten . Het zijn " opruimers " in de natuur , en dat is niet zo prettig als men bedenkt dat er ook zulke opruimers zijn van kadavers van dieren , vogels en van gestorven menselijke lichamen .
In de Vlaamse Jeugdherberg , dichtbij het Bouwcentrum in Antwerpen ,en naast de autoweg gelegen , waren er vroeger bijna wekelijkse bijeenkomsten van clubleden die schelpen en kristallen verzamelden , alsook kleine fossielen.
Dergelijke clubs bestaan er ook van vlinderverzamelaars , noch zo'n interes- sante hobby , met vlinders in houten kastjes achter glas , waar men niet uitge- keken geraakt op de prachtige kleuren van de motieven op hun vleugels .
De prijzen van schelpen en kristallen varieren vanaf 20 franken tot enkele honderden euro 's . Natuurlijk kan men zelf proberen vlinders te vangen , schelpen en kristallen te zoeken , vooral wanneer men in het buitenland op reis is . Kristallen vindt men bijvoorbeeld in rivieren in Brazilie . Maar het kan natuurlijk ook dichter bij huis , aan de Belgische kust of in het Nederlandse Kadzand of Scheveningen ........
In deze folder komen achthonderd (800)
geschilderde portretten voor , geschilderd door verschillende artisten
in verschillende perioden . Ze kunnen dienen als voorbeeld en
inspiratie , voor degenen onder ons die zich voor dit luik van
de schilderkunst interesseren , en graag zelf een of meerdere
portretten schilderen . En waarom geen zelfportret ? Als voorbeeld
kunnen we Rembrandt nemen , die 83 zelfportretten schilderde en etste .
Nu dat de lente er is , en de zomer
in aantocht is ,kunnen we ons aan mooie zonsondergangen en
zons-opgangen verwachten . De hierbijgaande folder geeft een aantal
voorbeelden , die kunnen gebruikt worden om zo'n toestand te schilderen
.
We hebben natuurlijk de verwijzingen naar auteurs en websites , op de afbeeldingen laten staan .
Jugendstil
,ontmoeten we als kunststijl in de jaren tussen 1880 en 1914 , niet
alleen in de schilderkunst ,maar ook in de architectuur , bouwstijlen
en dagelijks leven , bv. in gebruiksvoorwerpen voor binnenhuisinrichting
De Jugendstil of Art nouveau is een kunststroming die tussen 1880 en 1914 op verschillende plaatsen in Europa opkwam, na ,of parallel met het impressionisme. De beweging stond onder verschillende andere namen bekend: de Franse variant als art nouveau van Alphonse Mucha, de Oostenrijkse als Sezession van Gustav Klimt, of de Engelse modern style. Gemeen hebben ze de golvende lijnen, veelal in de vorm van gestyleerde planten.
In januari 1896 gaf Georg Hirth, in München, het satirische weekblad Jugenduit. Al in het eerste editoriaal brak Hirth een lans voor de kunstvernieuwing. De term Jugendstil verscheen in een tekst van de revue Insel van Rudolf Schröder, in hetzelfde jaar. In de volksmond werd Jugendstil ook spaghettistijl of style nouille (vanwege de lijnen) of nog style Horta (naar de Belgische architect) genoemd. In 1894 al maakte de style Mucha ophef, naar aanleiding van de expositie van zijn Sarah Bernhardt-affiches, in Parijs.In datzelfde 1896 opende Siegfried Bing zijn Parijse galerij L'Art Nouveau, in de Rue de Provence. De stroming is in Frankrijk ,naar zijn galerie genoemd.
In 1897 werd Gustav Klimt de eerste voorzitter van de pas te Wenen gestichte Sezession.
Ondanks de opvallende regionale verschillen zijn er
een aantal kenmerken die deze stromingen verenigen: een optimistisch
wereldbeeld en geloof in de toekomst, een voorliefde voor het gebruik
van nieuwe, moderne technieken (in de architectuur bijvoorbeeld grote
glasoppervlakken), een afkeer van symmetrie , en een voorkeur voor
bloem- en vogelmotieven .
De stroming kende een korte maar hevige bloeitijd. In
West-Europa was de stijl ruim voor 1910 al verleden tijd, in het Oosten
kon ze wat langer overleven.
De Jugendstil manifesteerde zich vooral in gebruiksvoorwerpen : glaskunst, sieraden, meubels , architectuur en de schilderkunst.
Jugendstil
is in vrijwel alle Europese hoofdsteden en ook in de provinciesteden te
vinden ,alsook in de Nieuwe Wereld, bijvoorbeeld in Chicago.
Wenen, Praag, Brussel en Riga mogen de hoofdsteden van de Jugendstil worden genoemd.
Schilderkunst
Schilders die zich lieten inspireren door de Jugendstil waren:
in Frankrijk: Henri de Toulouse-Lautrec, Alphons Mucha
in Oostenrijk: Gustav Klimt
in Nederland: Jan Toorop
in België: Henry Van de Velde
in Duitsland: Otto Eckman, Franz von Stuck
http://www.flickr.com/photos/88317826@N00/
Door op de hierbovenstaande URL te klikken , kunt U tussen de
schilderijen welke zichtbaar worden ,zelf eens uitzoeken of daar ook
nog Jugendstil bijzit.
Klik met de muis op de afbeelding voor een snel doornemen van schilderijen van boten en schepen.
Mijn schippersfamilie lag ,wanneer we niet aan de
vaart waren , in de Strassburger dock te Antwerpen . Meestal kregen we
op de beurs , voor onze twee rijnkassen , den Bob IV en den Bob V , een
kolenlading ,zwavellading , ijzererts ,oud ijzer , enz. mee naar de
verbrande brug in Hasselt of naar een bestemming in Frankrijk ,
Nederland of het ruhrgebied in Duitsland.. Van de kolen mocht
volgens de wet en volgens een overeenkomst met de
opdrachtgever 1 procent verloren gaan , en dat was voldoende om
er dag en nacht mee te stoken in ons Kupperbusch stoofje ,dat in de
keuken stond , net naast de ingang voor de achteronder ,waarin we
sliepen in ingebouwde alkoof-bedden . Er lagen ook veel geillustreerde
tijdschriften ,waarin we voor het inslapen ,lagen te lezen.
Het waren toen koude winters , waarbij het soms min
40 graden vroor en alle kanalen dichtvroren , ook het kanaal
Gent-Terneuzen in Zelzate , waar we soms lagen ,en met de slede en de
schaatsen op het ijs gingen spelen dat 10 tot 20 centimeter dik was .
Die koude toestanden bestaan al tientallen jaren niet meer . Spijtig
,want alle muggen vroren dood .
In Antwerpen kapten we met een bijl , de in het ijs
vastgevroren eenden en ganzen los , niet om ze op te eten , maar om ze
te verzorgen ,want de beesten waren uitgeput van de honger .
In het begin werd het schip getrokken door een
of twee paarden . Later installeerden we een dieselmotor .De
verlichting werd gedeeltelijk,verzorgd door nikkel-cadmium batterijen
,die Walter , een van mijn kozens soms overboord smeet als ze uitgeput
waren . Dat vond ik een verspilling en een watervervuiling. De oom van
Alida , de echtgenote van Walter , had een graanzuiger in de haven
van Antwerpen. De laatste keer dat ik dat reuzenschip met
al zijn installaties bezocht ,lag hij ziek te bed met
een stoflong van al dat overgepompt graan. Hij is daaraan gestorven.
We kochten toen ook onze eerste radio ,op een dikke
,platte " pil " , die naast de radio lag , en later natuurlijk op de
nikkel-cadmium batterijen De verlichting werd
aanvullend verzorgd door gezellige petroleumlampen , ook vooraan
, in de woonst van de zetschipper die we als hulp in dienst hadden
.
In Antwerpen gingen we alle weken ,samen met de
familie van de zetschipper , minstens twee keren naar de cinema . Toen
was er overvloed van keuze in de vele cinema's in de stad.
Iedereen aan boord kon goed zwemmen ,want we beseften dat dit nodig kon zijn in noodgevallen . Toen ik nog zeer klein was , had mijn moeder mij over- boord gesmeten , zeggend " hij moet zo snel mogelijk leren zwemmen zoals zijn broers". Ik was toen bijna verzopen. Dat dit alles nuttig was , is achteraf gebleken , toen bij het laden van ijzererts , de kraanman niet oplette , en het midden van het schip , met alle luiken open , had
volgestouwd . Het schip is toen in het midden doorgebroken en gezonken
. Weken lang heeft het toen in de droogdok in Antwerpen gelegen , om de
twee helften terug aaneen te lassen en te riveteren . De verzekeringen
hebben bijna alles betaald , en alhoewel dit jaarlijks een zeer kostelijke grap was , is geble- ken dat het geen luxe was , bij meerdere verzekeringen een polis te betalen . Het is inderdaad zo,dat geen enkele verzekering het risiko wil nemen , een schip volledig te verzekeren .
Als klein manneken stond ik op de achterplecht , toen
mijn nonkel Raymond , de broer van ons ma riep " Willy ,laat eens het
anker neer " . Terwijl de ankerketting afrolde , kreeg ik de kapstan
waaraan het hele geval vasthing , door wegslaan , op het hoofd tegen de
slaap . Ik ben toen als een steen tegen het achterdek gevallen en kwam
een kwartier later weer bij . Toen ik de ogen opende stond heel de
familie met angstig doodsbleek gezicht over mij gebogen , met de
uitroep " oef , hij leeft nog ".
Sedert die klop op mijn hoofd , ben ik beginnen
schilderen ,eerst olie , dan acryl , dan aquarel en pastel . Het aantal
afgewerkte tekeningen en schilderijen bedraagt op dit ogenblik meer dan
200.
Willy /Schoten.
<>P.S. de voorbije 15 jaren schilderde ik aan 7 kunstacademies in het Antwerpse en stelde tentoon in het Kasteel van Schoten , de Abdij van Hemiksem , te Brussel ,het OCMW te Merksem en in diverse kulturele centra en kastelen van de randgemeenten rond Antwerpen . Zowel olieverf , acryl ,aquarel , als pastel .
Wie de bekende amusements-films en musicals gezien heeft met Fred Astaire en Gene Kelly ,heeft daarin onder de vele getalenteerde danseressen , Cyd Charisse zien optreden.
In de hierbijgaande folder , die U kunt bekijken door met de muis op de foto te klikken ,zitten behalve een aantal schilderijen over dansen,ook foto's en een paar affiches van Cyd Charisse in speelfilms ,vooral met Fred Astaire en Gene Kelly,zoals we die zien uithangen op de voorgevel van de bioscopen die zo'n film vertonen , en aan de ingang bij het loket en binnen in de zaal .
Dat is ook artistenwerk en in Antwerpen kennen we zelfs verzamelaars van dergelijke affiches , en we kunnen ze ook bewonderen in de inkomsthal van cinema Metropolis .
Danskunst gaat samen met schilderkunst en met muziek , het is een goed bijeen-passend trio.
Bij het verdwijnen van filmsterren zoals Fred Astaire ,Gene Kelly en hun vrouwelijke partners ,hebben we naar mijn gevoel , veel verloren.
Willy / mei 2005 __________________________________
16 Een gering aantal schilderijen van grote meesters
Enkele schilderijen van Laermans ,Marc Eemann , Kees van Dongen (83) , Derain (88) ,Fauvist , blue ,Fernand Leger (schilderde ook "de accordeon" ), nacht ,Pissarro.
Klik met de linker muisknop op de afbeelding , links van deze tekst hiernaast . Dan zult U met de pijl onderaan rechts, zes schilderijen van 20-eeuwse schilders kunnen overlopen en bekijken.
Vooraleer te klikken op de afbeelding ,a.U.b. ,leest U de hieronderstaande inleiding :
Geachte lezer / lezeres ,
Wanneer U vroeger door Uw ouders of één of andere
godsdienstleraar zoudt ingeprent zijn , dat naakt "
verkeerd , slecht en vulgair is " , dan vraag ik Umet aandrang de hierondervolgende tekst en vooral de daarbijgaande afbeeldingen van schilderijen over te slaan . Er staan andere hoofdstukken genoeg op deze site , die ,naar onze bescheiden mening , het lezen en bekijken waard zijn .
Wij menen , dat de belg en de Vlaming
gematigd genoeg is ,en vooral rijp en volwassen genoeg is ,om het
begrip "naakt en erotiek" op een objektieve en evenwichtige wijze te
benaderen . Het is alleen voor deze laatste kategorie van personen dat
dit hoofdstuk met zijn twee delen aan tekst en afbeeldingen bedoeld en
bestemd is .
Het aanbod Naakt in de schilderkunst
: vanwege de uitgebreidheid van het onderwerp , is het gesplitst in
twee delen , zowel wat de tekst als de schilderijen betreft . Als de
auteur (hij/zij) het schilderij gesigneerd had ,hebben we dat
natuurlijk laten staan,zoals ook eventuele referenties naar een website
. Als U klikt op de afbeelding ,kunt U om te beginnen 275 schilderijen bekijken.
Het aanbod van schilderijen over het
onderwerp " naakt en erotiek " is zo groot ,dat het moeilijk is een
keuze te maken uit de duizenden schilderijen ,zowel geschilderd door
mannen als vrouwen in de loop der voorbije eeuwen ,en dan vooral vanaf
het impressionisme , zonder enkele honderden megabytes opslagruimte op
de PC te overschrijden.
Bedenken we bijvoorbeeld , dat
Modigliani , om maar één schilder te noemen ,meer dan 1000 olieverf -
naakten schilderde en meer dan 400 aquarel-naakten . Sommigen doen
niets anders,ook vandaag . Zonder namen te noemen ,kan men
schilderessen en schilders aantreffen ,die bijvoorbeeld slechts twee
onderwerpen schilderen : bloemen en naakt . Als men vraagt waarom , dan
is het antwoord : " omdat dit
onderwerpen zijn die altijd verkopen ..... " . Een andere reden dat er
in de loop der tijden zoveel naakt is geschilderd , is natuurlijk dat
men in elke kunst-academie met een vijfjarige opleidings-cyclus ,vanaf
het derde jaar tot en met het vijfde jaar voortdurend (verplicht...)
naakt schildert ,naar levende modellen die meerdere dagen/avonden van
de week komen poseren . Zo verzamelt elke schilder-in-spe ,in feite een
ganse reeks naakt-schilderijen en tekeningen ,van deze laatste soms
drie tot vijf per sessie ,in de verschillende houdingen van het model
,dat geen uren ononderbroken kan stilzitten en verschillende poses
aanneemt .
Het is duidelijk dat ,wat onszelf op deze site
betreft , het hier gaat over aanvaardbaar naakt en erotiek , in de aard
van wat men aan de academie doet ,die niet aanstootgevend zijn en als kunst voor iedereen acceptabel zijn . En eventueel ook in de aard van hetgeen de Kamasutra toont , de Indische naakt-bijbel
met erotische tekeningen en schilderijen , evenals de Japanse
voorstellingen in dezelfde zin , en de muur-en wandschilderingen in het
na de verwoesting , terug zo goed mogelijk gerestaureerd en terug opgebouwd Pompei in Italie. Voegen we hier nog de mooie voorstellingen aan toe , op teruggevonden Egyptische vazen en ceramiek van meer dan 3000 jaar geleden . In deze vier vernoemde gevallen , wordt de "gemeenschap" tussen man en vrouw voorgesteld in verschillende houdingen ,>>>>> dit als verwittiging voor alle duidelijkheid .... ___________________
Naakt en erotiek in de schilderkunst . Deel I .
Naakt , ( en dan vooral naakte vrouwen ) is zonder de
minste twijfel ,het onderwerp dat het meest geschilderd is in de loop
van de kunst-geschiedenis.
Men heeft allerlei voorwendselen gezocht om de
vrouw zo naakt mogelijk voor te stellen : eerst de godinnen uit de oude
mythologieën ,vaak in gezelschap van een of andere god ,vervolgens de
heilige maagden , dan de vrouwen in de oosterse harems ,vrouwen die
een bad aan het nemen waren ,vervolgens de drie gratieën ,of
venussen ; vroeger zelfs drie naakte heksen ; de twee oude
mannen die de jonge (naakte ) vrouw begeren en lastig vallen , en ga zo
maar door. Een mozaïek , opgegraven in Volubilis , een vroegere
Romeinse stad in hetgeen nu centraal Marokko is , stelde een naakte
vorstin voor in een boot , geroeid door drie naakte meisjes , terwijl
rondom de boot 4 naakte nimfen dartelden.(vondst overgebracht naar
Tanger) . Zo zijn er tal van andere mozaïeken gevonden in Sicilië
,Andalusia , Cordoba , de Griekse eilanden...
Het klikken op de volgende Link geeft toegang
tot nog eens 325 of 600 schilderijen volgens de keuze die U
maakt op de bladzijde die verschijnt . Klik na een der twee
afgebeelde mogelijkheden gekozen te hebben,op "view",en daarna op een
icon van een schilderij op de bovenste lijn die zichtbaar wordt .Daarna
kunt U met de pijltjes werken:rechts om naar de volgende
schilderij te gaan en links naar de voorgaande.Indien U een snelle
browser heeft ,kunt U op de tweede lijn hieronder klikken , die
de 600 schilderijen opent ,maar dat zal enkel goed lukken met een
recente PC met zeer snelle processor.
Wanneer U op de volgende Link klikt , kunt U nog eens 398 andere schilderijen bekijken : (eerst
zal U rechts gevraagd worden naam en e-mail in te vullen,maar als U
geen interesse heeft in de desbetreffende site, kunt U daar elke lijn
willekeurig invullen met een willekeurig email adres met bv. als
paswoord blablabla en dan zult U op een werkelijk interessant
aantal schilderijen terechtkomen,nochtans ook soms vrij expliciet
zoals sommige afbeeldingen uit de "kamasutra-indische sex-bijbel ".
De mens verschilt slechts 2% of minder ,van sommige aapsoorten . Deze en andere dieren lopen altijd naakt , of althans beschermd door een pels ,een beharing , een vacht ,een gevederte , een pantserplaat , enz . Maar elk dier loopt met de geslachts-organen bloot , door iedereen te bekijken .
De mens loopt bijna altijd gekleed . Godsdiensten
hebben ons ingeprent dat naakt lopen verkeerd is. Ze hebben ons
opgezadeld met allerlei onterechte vooroordelen , daarbij gesteund door
moralisten . In het bijbelverhaal over Adam en Eva ,moesten deze na het
eten van de verboden appel ,hun naaktheid bedekken en er zich over
schamen .
Miljarden mensen heeft men op deze wijze gestresseerd
en psychisch mishandeld door hen onnodige schuld-gevoelens in te
prenten ,als ze iets " verkeerd" deden , doordat er naaktheid aan te
pas kwam.Aan naakt is men de betekenis gaan toekennen van " verleiding
", reden waarom bijvoorbeeld in de islam,de vrouwen hun gelaat moeten
bedekken , of nog veel verdergaand , met de " burka " hun ganse lichaam
,en zich nooit in badpak mogen vertonen , terwijl de mannen met deze
zelfde religie volop het vrouwelijk (bikini-) naakt kunnen
en mogen bekijken ,dat in onze zwembaden elke zomer aan hen
vertoond wordt . Omdat ze daar blijkbaar niet tegen opgewassen
zijn ,werd het zwembad van Brasschaat daarvoor gesloten.Dus het
naaktbegrip heeft ook nog de discriminatie van de vrouw opgeleverd .
De
bijbel redeneert ook zo , want als Bathseba een bad neemt in de harem ,
dan gluurt de koning met een begerig oog , door een spleet in het
gordijn,naar haar bekoorlijk lichaam , en dat zal verstrekkende
gevolgen hebben .
Gaan we nochtans verder in de geschiedenis terug ,
naar de vôôrbijbelse perioden ,dan zien we " schaamteloze "
voorstellingen van vrouwenlijven ,met althans naar onze smaak ,
overdreven vormen ,zoals wanstaltelijk gezwollen buiken , borsten en
billen,hetgeen er op wijst dat het hier niet te doen was om de
voorstelling van schoonheid , maar van het voortplantings-
en-vruchtbaarheids- ideaal , zoals trouwens ook de reuzenpenissen , die
in allerlei gebruiksvoorwerpen zoals keramische potten en houten
versieringen verwerkt waren . De betekenis was : " laten we ons
voortplanten , laten we baren en laten we daardoor werkkrachten
voortbrengen om voedsel te ontginnen en te oogsten , anders verhongeren
we " . Het ging dus over het voortbestaan van het ras , de clan , de
stam , het volk . De reden hiervoor was ook dat men in die tijd niet
lang leefde , door allerlei ziekten waarvoor geen geneesmiddelen
bestonden , en geen dokters om ze voor te schrijven en toe te
dienen.Iedereen stierf rond 20-jarige leeftijd , denken we bijvoorbeeld
in een latere periode aan de Egyptische Farao Toutenchamon , op nog
vroegere leeftijd gestorven, 19 jaar,alhoewel nu schijnt bewezen te
zijn door scanning van de beenderen van zijn mummie ,dat hij vermoord
werd door een rivaal , die zijn echtgenote wou , hetgeen ook nog gelukt
is . Hij trouwde met Toets weduwe en werd zelf Farao.
Men is een schoonheidsbeginsel beginnen vastknopen
aan naakt , in de Griekse en Romeinse tijd , waarbij men geen
onderscheid maakte tussen mannen-en vrouwen-lichamen .Bij de ene
(wand-) schilder ( in Pompei ) wordt Andromeda keurig gekleed en
Perseus geheel naakt voorgesteld , en bij de andere ( in het Palazzo
Vecchio te Florence) Andromeda geheel naakt en Perseus gekleed. De man
werd kompleet met zijn geslachtsdelen voorgesteld en schaamtegevoel
daarover was geen onderwerp waar drukte werd over gemaakt
Later werd Napoleon als naakte held afgebeeld en
Goethe , Beethoven en Victor Hugo , prijken op een voetstuk buiten ,
als naakte standbeelden .De illustere figuren hebben geslachtsdelen van
beperkt formaat , in tegenstelling tot goden en veldheren uit de
Griekse periode met een mannelijkheid in erectie , die soms vanonder
een tuniek uitkomt en een hengst jaloers zou maken .In die
Grieks-Romeinse tijd kon een heer van stand , ook zijn vermaak zoeken
bij slavinnen , en het is misschien daardoor ,dat gaandeweg de
artistieke smaak , de vrouw mooier is gaan vinden dan de man .Homerus
sprak bij herhaling over de godin van de liefde Aphrodite " met haar
mooie billen " . Mooie en grote borsten komen pas later in de mode .
De Romeinen hebben het ook heel gewoon gevonden , net
zoals de Indiërs ,om " de
geslachtsdaad " af te beelden op allerlei keramische
vazen en op olie-lampjes ,op medailles ,en op huishoudelijke
voorwerpen. Vaak komen taferelen voor ,waarin de naakte vrouw
voorgesteld wordt ,begeerd door een vriend van haar echtgenoot , die
juist afwezig of op reis is.Het gevolg is dat hier en daar ( niet
alleen door de koningen van onze huidige landen) onechte
dochters "geproduceerd werden" . In feite werden in
de Arabische Moslim-landen dergelijke toestanden vermeden door de man
toe te laten , officieel met meerdere (4?) vrouwen te huwen .Dat lijkt
ons zeer positief om " onechte " verhoudingen te vermijden. Het
belgisch Personen-en Familie-Recht , onderwezen in de Faculteit van de
Rechten aan onze universiteiten , heeft ook trachten tegemoet te
komen aan de sukkelaars , jongens en meisjes , die als "bastaard" uit
zo een "onechte" relatie geboren worden , door hun meer rechten
te geven .Sociaal en menselijk , zeer verdedigbaar .En waarom moet een
weerloos kind in sommige gevallen opgroeien , zonder zijn/haar vader te
kennen ?
Ook het naakt samenzijn van lesbische vrouwen werd
meermaals geschilderd .Kan men aan dit alles aanstoot nemen wanneer het
de dagelijkse realiteit is , waarvoor sommigen vroeger de ogen sloten ,
en anderen deze toestanden dan weer openbaarden ?
In de christelijke kunst ,maken de traditionele naakten ,plaats voor naakte "
martelaars" . Opeens is naakt onzedig , een "zonde des vlezes " en dus
verderfelijk .Een lichaam kan niet " zuiver " zijn ,tenzij door
volledige "kuisheid ". Voor het overschilderen van voorstellingen ,
bestemd voor kerken,werden schilders aangesteld , die naakte
geslachtsdelen moesten wegwerken ,door er bedekkingen over te
schilderen .Teruggevonden kopieën van de oorspronkelijke werken , tonen
deze onzin aan .
Het psychisch onheil dat de katholieke kerk door haar
"naakt is onkuis ,slecht en verderfelijk " bij jong en oud heeft
aangericht , kent geen weerga , door het opwekken van
gezondheidsschadende schuldgevoelens . De kruistochten
grepen deze motieven aan ,om inboorlingen in andere
ontdekte landen en continenten uit te roeien als " naakte goddelozen
en zondaars " . Deze overweging geldt ook vooral
voor de spanjaarden ,die na de ontdekkingsreizen van
Christophorus Columbus , ganse kulturen in Zuid-Amerika vernietigd
hebben. Per dag werden soms 2000 inboorlingen vanop het paard
(paarden bestonden niet in Latijns Amerika , ze werden ingevoerd) met
het zwaard afgeslacht. Hun vrouwen waren " dankbare
naakte oorlogstrofeeën" , en al de prachtige gouden kunstvoorwerpen die
de Spanjaarden buit maakten , werden tot goudstaven hersmolten voor de
toenmalige heerseres , de koningin van Spanje. Op die manier is
prachtig kultureel mondiaal kunst-erfgoed ,voor eeuwig verloren gaan .
Naakt moest bedekt worden , eerst door een vijgenblad
, daarna door lendendoeken of andere verzinsels in tekstiel . Of de
naakten moesten achter één of andere struik in de natuur staan , anders
riskeerden ze " de hel".
Gelukkig zijn er kunstenaars die zich in de loop der
tijden aan al deze zinloze conventies niet gestoord hebben, beginnend
met Michelangelo , Leonardo da Vinci en vele anderen na hen , die
realistisch ,weergavegetrouw en ongeremd wilden schilderen en
beeldhouwen . De vele kulturele revoluties , hebben de mens
gaandeweg bevrijd van het juk van kerk en moraal-predikers . Er zijn
nochtans nog genoeg personen die in de kerkelijke
regels-voorschrijvers- en heersers blijven geloven , dat hebben we
gezien bij de begrafenis van de paus in Rome en alles wat daar rond
draaide .De vrijdenker laat zich niet meer onderdrukken door al degenen
die door al hun opgelegde beperkingen , in feite alleen uit zijn op het
uitoefenen van macht . " Gehoorzaam aan de door mij
opgelegde regels ,anders zult ge " boeten " . De juist gestorven paus
bezocht zes keren Mexico. Waarom? Nog niet zolang geleden moesten de
Mexicanen bij het luiden van een of andere kerkklok , op hun
knieën geknield in de straat gaan zitten , en een kruis slaan.Deden ze
dat niet , dan werden ze door kontrolerende politie en soldaten met de
kolf van het geweer tegen de grond geslagen. Dit zijn geen verzinsels ,
ik verbleef onder meer in Mexico , Cuba en Bolivië . Men heeft aan de
bevolkingen in alle Zuid-Amerikaanse landen , met bruut geweld
, doding , foltering en uitroeiing , de zogezegde " christelijke
moraal en waarden " opgedrongen , met al de daarbij horende
schuldgevoelens ten aanzien van "naakt".
De heksenvervolgingen in de jaren 1600 tot 1800 zijn een ander goed voorbeeld van hoe godsdiensten de oorspronkelijke menselijke waardigheid kunnen
vernietigen , in dit geval door het vermoorden door verbranding en
verdrinking ,van een ontieglijk aantal onschuldige vrouwen , soms naakt
geschilderd op een bezemsteel vliegend ,of in gezelschap van een duivel '.
De hooggeplaatste vertegenwoordigers van de kerkelijke inquisitie woonden met sadistisch genoegen de zelf-uitgedachte procedures bij ,waarbij spiernaakte vrouwen in diepe onder-grondse kelders gemarteld werden , tot ze "bekenden",met de vuurdood tot gevolg .Ook daar bestaan schilderijen over , niet alleen van de verbrandings-of verdrinkings-dood ,maar van vrouwen die aan koorden onderste boven ,naakt aan balken opgehangen werden en tegelijkertijd gegeseld, of naakt op houten tafels liggend , aan handen en voeten gebonden, met draaiwielen ,de ledematen uitgerokken werden tot de spieren scheurden, terwijl via een grote trechter in hun mond, water uit een grote kruik gegoten werd , tot hun maag barstte .Er werd trouwens voldoende hard op de gezwollen buik geslagen , om dit proces te bespoedigen en te doen slagen . Over deze wreedheden,begaan door "christenen", bestaan er voldoende gedetailleerde getuigenissen en beschrijvingen in oude geschriften , die deze toestanden voor waar gebeurd , staven .
Gaandeweg hebben de schilders , naakten in alle
mogelijke omgevingen voorgesteld , niet alleen tussen bloemen , of in
een bad , of voor een spiegel ,of gedeeltelijk gekleed zoals " naakt in
een pels " door Rubens , viool of piano spelend ,naakten op een fiets
of op de rug van een paard , en bv. door Delvaux , in een
spoorwegstation. Waarom niet ? De tijd is voorbij dat naakt een
"mysterie" was , ergens verborgen in een kamer achter gordijnen.
Klik met de muis op de hiernaast staande afbeelding om een aantal Dadaisme-schilderijen te bekijken. Indien de oplading te traag zou verlopen, klik dan op de alternatieve Link : http://www.shutterbook.com/albums/willyacke/8953//
Dadaisme of de absolute onzin , vertrekkend van tabula rasa. (na 1917)
Sommigen wilden komaf maken met de voorgespiegelde ideale toestanden van vaderlandsliefde , moed , opoffering , godvruchtigheid ,nationalisme , kapitalisme,die allen in diskrediet vielen , door een revolte tegen deze gevestigde waarden.
Dada is de revolte van de ongelovigen die menen dat ze helemaal aan niemand een "staatsburgerlijk goed gedrag " verschuldigd zijn .Het is een protestbeweging zonder een bepaald programma,zonder discipline en moraal ,waarbij men de burgerlijke facade met de konventionele maskers wil doen vallen .De mensen zijn skeptisch geworden ,en niet meer geneigd in oorlogen ,waarvan ze er al genoeg gezien hebben , te gaan vechten en te sneuvelen voor idealen waarmee ze niets te maken hebben,en waar ze toch de zin niet van verstaan.
Ze houden onder meer in 1921 een internationale expositie ,het "salon Dada " in Parijs en Zürich , waar voor het eerst ook collages te zien zijn , een soort bijeengeplakte ,gemonteerde totaalkunst van onder meer Max Ernst .Men kan aan sommige dada -artisten sensatielust en twijfel verwijten ,en een primitieve verhouding tot de omringende werkelijkheid .Er is wel een sociaal en ideologisch engagement ,een revolutionair subjectivisme ,een metafysische greep naar het irrationele .
Duchamp is waarschijnlijk de meest bekende schilder uit het dadaisme ,samen met Picabia .