Painting History / Schilderen (olie,acryl,aquarel)
Inhoud blog
  • 40 . Heinrich Hertz
  • 41 Heaviside
  • 38 Kirchoff
  • 39 Henry Joseph
  • 42 Fleming Ambrose
  • 43 Lee de Forest
  • 44. BASIC_Progs.
  • 1 Renaissance
  • 4 Dansen in de schilderkunst .
  • 5 Enkele van de honderden vrouwen die schilderden.
  • 6 Kunst bekijken en interpreteren .
  • 7 Impressionisme .
  • 10 Enkele grote meesters v.d. schilderkunst uit de 20igste eeuw .
  • 12 Het expressionisme .
  • 13 Surrealisme .
  • 3 Muziekinstrumenten
  • 8 Schilderkunst in de 18e eeuw.
  • 9 Schilderkunst in de 19e eeuw : De Romantiek .
  • 11 Abstracte Schilderkunst .
  • 14 Dadaisme
  • 15 Erotiek en naakt in de kunst . Deel I
  • 16 Een gering aantal schilderijen van grote meesters
  • 16 20e eeuw schilderijen
  • 18 Cyd Charisse ,danseres
  • 17 Boten en Schepen
  • 19 Jugendstil
  • 20 zonsondergangen / Sunsets
  • 21 Portretten
  • 23 Schelpen,kristallen en fossielen.
  • 22 Paarden
  • 26 Stillevens
  • 25 Landschappen en Maritiem
  • 24 Bloemen
  • 28 Molens en Vuurtorens+Onstaan van aarde en mens
  • 27 Enkele mooie schilderijen
  • 29 Kubisme
  • 30 Schilderijen van aquarel tentoonstellingen
  • 31 Tango + spaans
  • 32 Winter-landschappen
  • 34 cinema-affiches/movie-posters
  • 37 Radio Amateurs
  • 33 Rococo
  • 38 HITLER
  • 36 Fauvisme en Pointillisme
  • 47 Over mijn schilderijen
  • 2 Barok
  • 46 Grappig+mooi+muziek
  • Basic programma's
    Schilderen vanaf 1400 :Grote Meesters
    GEBRUIKSAANWIJZING: daal in de linkse kolom neer tot helemaal onderaan,en klik met de muis op een hoofdstuk dat U interesseert. Op de groene bladzijde die dan verschijnt,klik met de muis op de afbeelding bovenaan links.Dan kunt U een groot aantal schilderijen bekijken.Indien U niet zoudt uitkomen bij Uw keuze in de linkse kolom,daal dan in de hoofdkolom in het midden van de bladzijde naar beneden met de pijltjes uiterst rechts van het scherm,tot het gezochte gevonden is. HOW TO USE THIS SITE : choose a chapter in the left column by clicking on it with the mouse.On the green page which appears.click with the mouse on the image in the left corner above.You will be able to view a great number of paintings.If you would not find immediately the chosen item,then scroll down on the main page until you encounter your preference.
    14-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 Renaissance
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Schilderkunst van de Renaissance 15e en begin 16e eeuw

    ----------------------------------------------------------------------

    De Renaissance is de uitloper van de Gothiek , die zelf volgde op de Romaanse kunst. Renaissance kunst betekent in feite " herboren kunst uit een nieuwe tijd ".

    Het schilderij heeft niet langer een dienende funktie ,maar daagt de kijker uit met meer perspektief en gedurfde afmetingen , portret als de juiste weergave van het individu en beginnende landschapschilderkunst als juiste weerspiegeling van de natuur. In Italië gebeurt dit onder meer door Botticelli en in de Nederlanden door de gebroeders Van Eyck , Rogier van der Weyden , Memling en Jeroen Bosch ,deze laatste als schepper van spookachtige beelden en kreupele bedelaars .De duitsers worden zich van de nieuwe stijl bewust door de reizen van Albrecht Dürer (1471 -1528 ) naar Italië ,vooral naar het progressieve Florence . Het was de tijd dat oud duits en oud nederlands sterk op elkaar geleken .Ook de Italiaanse architectuur en beeldhouwkunst scheerden hoge toppen met mooie voorstellingen van het menselijk lichaam en daaromheen gedrapeerde gewaden en toga ‘s ,met krachtig gemodelleerde driemensionele massa ‘s .

    Voor het eerst werd over de Rinascitá ,de wedergeboorte van de kunst gesproken , waaronder niet een verwijzing naar de klassieke oudheid werd bedoeld,maar een nieuwe ervaring van de werkelijkheid naar het model van de reeds in 1350 verschenen Decamerone van Giovanni Boccacio . Giotto sprak over de herontdekking van de wereld en de mens ,de ruimte en het landschap.Leonardo Da Vinci voegde er aan toe , dat de natuur niet alleen moest afgebeeld worden ,maar in volmaaktheid moest getoond worden ,perspektief inbegrepen ,d.w.z. niet ontoelaatbaar mocht vereenvoudigd worden,maar voorgesteld naar de juiste zintuigelijke waarneming .Ook met mensen , afgebeeld met hun echte afmetingen en met het zelfbesef dat ze unieke persoonlijkheden waren ,niet meer de vernederende dwerggestalten waarmee ze in de middeleeuwen geschilderd werden om hun landheren te plezieren die hen als ‘ bezit ‘ mochten beschouwen. De wereldlijke schilderkunst van de middeleeuwen bestond vooral uit muurschilderingen in burchten ,kastelen en voorname stadhuizen ,waarbij de verf ‘ a secco ‘ ,d.w.z. op een reeds gedroogde kalkpleisterlaag , werd aangebracht .

    Venetië en Toscana ( met Rafaël :1483-1520 ) , volgden Florence , zoals vele andere steden ,in de ommezwaai van het theocentrisch wereldbeeld naar een anthropo-centrisch wereldbeeld ,met de mens als middelpunt .

    Pierro della Francesca 01                   Giovanni Bellini 02  

    Gent en Brugge waren nijverheids-en handels-centra met internationale faam . Rogier van der Weyden (1400 -1464 ) verwierf in die tijd bekendheid .

    Het Gentse altaarstuk dat bij ons begonnen was door Hubert Van Eyck ,werd na zijn dood in 1426 , afgewerkt in 1432 door Jan van Eyck ( + 1441 ) .Volgens Vasari (1550) was het Jan van Eyck , die de olieverftechniek had "uitgevonden " . Deze bewering was onjuist , alhoewel er in die tijd meer geschilderd werd met verf op basis van eigeel dan van olie , als bindmiddel .

    03           04            05             06            07            08

    Terwijl de Italianen de details vaak ,zonder te veralgemenen ,ondergeschikt maakten aan de grote vorm van het geheel , gaven de ‘ Vlamingen uit die tijd ‘ een overvloed weer van nauwkeurig bestudeerde details .Dit geldt ook voor de 15e eeuwse noord-Nederlandse schilderkunst waarbij het schilderen op houten panelen zich in de 16e eeuw tot een zelfstandig genre zou ontwikkelen ,met naast de vele landschappen , het stilleven . Voor noord-Nederland klopt de stelling , dat de Renaissance de grote kulturele verdienste van de gegoede burgerij was .

    Samengevat ,kan men stellen,dat de Renaissance zich kenmerkt door de overtuigende afbeelding van lichaam,ruimte en landschap met juiste detailleringen .

    Renaissance en Manierisme .

    ______________________

    De verandering van het wereldbeeld door de vooruitgang in de natuurwetenschappen en de grote ontdekkingsreizen ( ontdekking van Amerika ,Oost-Indische Compagnie,... ) ,de politieke en sociale onrust ,de profane meditatie tegenover het religieuze , de stellingen (protestantisme) verkondigd door Luther ( + 1546 ) ,roept spanningen op , die in de schilderkunst worden weerspiegeld . Leonardo da Vinci introduceert vloeiende kleurovergangen inplaats van afgelijnde kleuren . Michelangelo volgt zijn spoor. Titiaan,Tintoretto,Giorgione en Veronese in Venetië , verbinden in hun prachtige schilderijen ,mens en natuur zoals nooit tevoren. In duitsland munten Dürer ,Holbein ,Grünewald ,Cranach en Altdorfer uit door kwaliteit en diversiteit . Hetzelfde kan gezegd worden van El Greco in Spanje . In de Nederlanden excelleert Pieter Breughel . Met de hierboven vernoemde grootmeesters in de late renaissance tot het jaar 1600 ,is de Europese en in het bijzonder de Italiaanse kunst ,een nieuwe weg ingeslagen door detaillering van de compositie en de monumentale schaal van de figuren.

    09      10      11      12

    Voorlopers en voortrekkers waren Piero della Francesca ( + 1492 ) en Giovanni Bellini ( + 1516 ). Titiaan (1490 - 1576 ) bestudeerde het werk van Leonardo da Vinci en van Rafaël . Voordat de duitser Dürer naar Italië reisde in 1507 ,maakte hij vooral houtsneden en kopergravures .Daarna sloeg zijn voorkeur voor deze lijntechnieken om naar het oplossen van contouren , en het moduleren van kleur.

    Er ontstond een uitwisseling tussen noord en zuid , waarbij schilders uit de Nederlanden ( ook Rogier van der Weyden ) naar Milaan , Venetië , Florence en Napels trokken ,hetgeen zich in hun schilderkunst weerspiegelt ,maar ook Italiaanse meesters , ofschoon in beperkter mate , noordwaarts trokken ,een verkeer van kunstenaars dus in beide richtingen.Ook de Franse koningen en hoven nodigden Italiaanse kunstenaars uit om daar een tijdje te komen werken.

    Vasari spreekt over Michelangelo’s " maniera " ( = werken met goede manieren , ook bij de overweldigend tastbare schilderijen op het plafond van de Sixtijnse kapel) , een term , het "manierisme " die doorgewerkt heeft tot in de barok ,waarbij gelet werd op het niet overschrijden van bepaalde esthetische grenzen in de door de kunstenaar geschapen ruimtelijke voorstelling , bestemd voor het kritisch oog van de toeschouwer .Men maakte echter ook voor het eerst afbeeldingen met picturale middelen , die de voorstelling bedrieglijk deed lijken (bv. een trap die niet eindigt..) , de zogenaamde " trompe-l ‘oeil " .

    Het ontstaan van een nieuw wereldbeeld was ook het gevolg van de ontdekkingen in 1409 door Christoforus Columbus,en van de vier ontdekkingsreizen naar  Honduras en Zuid-Amerika van de Florentijn Amerigo Vespucci (1451-1512).

    Vasco da Gamma (1460-1624) slaagde er over zee in , Indië te bereiken.In het derde en vierde decennium van de 16e eeuw wordt het nieuwe continent Amerika nauwkeuriger onderzocht en vanaf 1528 dringen de Spanjaarden vanuit Mexico diep binnen in Noord Amerika.In 1534 bezetten de Fransen , Canada.

    De Pool Nicolaus Copernicus (1473-1543 ) bewijst dat de aarde bolvormig is en rond de zon draait ,idee overgenomen door de Italiaan Galileo Galilei (1564-1642) die ervoor in de ban van de kerk geslagen wordt , welke blijft volhouden dat de aarde een platte schijf is en het centrum van het heelal .

    Michelangelo da Caravaggio (1537-1610) kombineert beweging , vormgeving en kleur ,net zoals Michelangelo Buonarroti (-> " de schepping ",:fresco in de Sixtijnse kapel) en Rafaël (1483-1520) . Leonardo da Vinci (1452-1519) schildert het laatste avondmaal en vele andere figuratieve schilderijen ,zoals ook Giorgione en Andrea del Sarto :

    13          14          15         16         17          18         19            20

    Correggio (1489-1534) schildert taferelen met vrouwelijk naakt in een natuurlijke omgeving van bomen,struiken en landschappen,zoals Tintoretto (1518-1594).

    Titiaan (1473-1576) doet hetzelfde ,maar schildert ook rijkelijk aangeklede " voorname " vrouwen ,zoals "la bella " (1536).

    Vermeldenswaardige niet- Italianen ,zijn  Albrecht Dürer (1471-1528) die ook zelfportretten schilderde ,een uitzondering in  die tijd ,Hans Holbein de jonge (1497-1553),Quentin Massys (1465-1530) traditioneel volgens oud-Nederlandse invloeden schilderend ,Lucas Van Leyden (1494-1533) en Maerten Van Heemskerck (1498-1574).

    Pieter Brueghel de oude (1525-1569) was een meester in de uitbeelding van de menselijke dwaasheden met schilderijen zoals " de blinde leidt de blinde " , zijn " spreekwoorden " ," luilekkerland ",maar ook zijn gekende panelen met ‘de toren van Babel ‘ , ‘de oogst ‘ en ‘ jagers in de sneeuw ‘ ,waarin we hem leren kennen als aanschouwelijk landschapschilder .

    El Greco (1541-1614) schilderde eigenhandig levensgrote figuren met plastisch gemodelleerde gestalten en een verfijnd kleurengebruik , zoals Titiaan .

    21

    In 1600 vertrekt bij ons de 23-jarige Peter Paul Rubens (1577-1640) naar het zuiden om er een dynamische overgangsfiguur te worden tussen de late Renaissance en de Barok .

     

    14-04-2005, 00:00 Geschreven door Willy
    Reageren (1)


    28-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.44. BASIC_Progs.
    Even geduld, de basis programma's komen eraan .

    28-04-2004, 00:00 Geschreven door Willy
    Reageren (0)


    27-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.43 Lee de Forest
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lee de Forest  (1873-1961)               
    Inleidende beschouwingen.
    Strikt genomen , begint het tijdperk van de elektronica , in 1883 ,door de uitvindingen van Edison . Zich inspannend om de koolstofgloeidraad in zijn gloeilamp een langere levensduur te geven , sloot Edison dit filament binnenin een metalen omhulsel ,dat achteraf de plaat of anode zou worden in de diode van Fleming .Nog vóór Fleming ,had Edison ontdekt , dat wanneer er een positieve potentiaal werd toegepast op de plaat , en de negatieve pool van de batterij verbonden werd met de gloeidraad , er stroom vloeide doorheen deze keten , maar niet meer ,wanneer men deze polariteiten omkeerde. Maar verder deed Edison niets met de ontdekking van dit verschijnsel , "Edison-effect " genoemd , dat hij wel neerlegde in een patent .Verder had hij het te druk met andere ontwikkelingen op elektriciteitsgebied ,om zich nog verder in zijn "effect" te verdiepen.

    Lee de Forest.

    Hier :  Lee portret = collage van 4 foto’s

    Lee de Forest werd geboren in Council Bluffs ( Iowa/USA) op 26 augustus 1873 . Zijn moeder , Anna Margaret Robbins , was de dochter van een Minister (zo genoemd: in feite een pastoor, hoog in aanzien) .
    Toen hij nog maar zes jaar oud was , werd zijn vader , Henry Swift de Forest ,   van oorsprong een Hugenoot , benoemd tot direkteur van een school voor zwarten in Talladega , Alabama . Deze school werd toentertijd genoemd "Vereniging van Amerikaanse missionarissen die jonge negers opleiden tot geestelijke ".De ganse familie verhuisde naar Alabama .Daar groeide Lee op ,oorspronkelijk door zijn vader voorbestemd om dominee te worden ,zoals zijn grootvader.
    De Secessie-oorlog was nog maar juist voorbij ,en het feit dat vader  deForest zich met "negers" bezighield was niet van die aard om de sympathie te winnen van grote delen van de Alabama-bevolking.Op school was ook Lee helemaal niet geliefd bij zijn medeleerlingen ,omdat hij altijd op een goed blaadje wilde staan bij zijn leraars , en alles deed opdat ze hem zouden loven en waarderen .Dit is een karaktertrek die hem zijn gehele leven zou bijblijven . Hij voelde zich " beter dan alle anderen",en daardoor werd hij weldra zonder vrienden  "de eenzaamste leerling van Alabama ".Hij stelde vroeg belangstelling in de wetenschappen en vertelde later aan iedereen die het wilde horen,dat hij zijn eerste dollar had verdiend  ,door het opnieuw verzilveren van de vorken en lepels van het keuken-couvert van een buurman . Op 13-jarige leeftijd bouwde hij als vervolg op deze ervaring , een apparaat om grotere voorwerpen te verzilveren. Tegelijkertijd ontwierp hij een stoom-locomotief , veel groter dan een speelgoed-trein , en een fornuis met blaasbalg , om er metalen mee te smelten op hoge temperatuur.
    Lee mocht aan de Yale universiteit studeren voor werktuigkundig ingenieur , en hij verwierf dit diploma in 1896.In 1897 werd hij verplicht als soldaat zijn militaire dienst te vervullen,tijdens de Spaans-Amerikaanse oorlog .In 1898 behaalde hij een doctoraat (Ph.D.) met een proefschrift over de weerkaatsing van de electromagnetische (Hertze) golven , die de uiteinden verlieten van evenwijdig gespannen metalen draden .Dit onderwerp hield verband met de draadloze radio-telegrafie ,een onderwerp waarvoor hij reeds vanin zijn jeugd begeesterd was . Reeds op 16-jarige leeftijd had deForest aangekondigd dat hij uitvinder wou worden . Deze ambitie groeide nog na het verlaten van de universiteit , en weldra verwierf hij als uitvinder , faam en fortuin ,met Nikola Tesla als zijn idiool.Hij heeft ook steeds gezegd dat Marconi en Edison ,voor hem een bron van inspiratie waren .
    Lee de Forest verwierf als uitvinder ,180 patenten op zijn naam .Zijn hoop op een Nobelprijs ging echter nooit in vervulling .
    Wel heeft na de tweede wereldoorlog,de toenmalige president van de VSA ,Dwight D. Eisenhower,hem ter gelegenheid van de vijftigste verjaardig van de uitvinding van de triode, warme persoonlijke groeten gestuurd.Ze luidden : "door U als uitvinder ,zijn de moderne radio , televisie en radar , werkelijkheid geworden .Moge je nog vele jaren voor de boeg hebben ,om de vruchten van Uw werk en arbeid te plukken en er voldoening aan te beleven ".

    Hier  figuur  1956

    Loopbaan.
    Als afgestudeerde van de Yale universiteit,kreeg Lee een baan bij Western Electric in Chicago ,met een aanvangswedde van 8 dollars per week.Het werk lag eigenlijk niet in de lijn van zijn universitair doctoraat,want hij moest opzoekingswerk verrichten op dynamo ‘s .
    Omdat hij niet veel verdiende  ,en hij zijn huishuur moest betalen in Chicago waarnaar hij verhuisd was , probeerde hij wat geld bij te verdienen met de vertaling van technische artikels. Daarmee richtte hij thuis een klein laboratorium in , en om de kosten van het dagelijks leven te kunnen betalen kocht hij geen kleren en geen schoenen meer , en liep er steeds verwaarloosd bij.Een professor  van het "Armor Institute of Technology "  was dit te weten gekomen en bood hem aan ,drie uren les te geven aan dat instituut ,waarvoor hij dan de ganse week  mocht beschikken over het laboratorium van deze inrichting.
    Omdat het hem niet beviel voor anderen te moeten werken,en omdat de radio-telegrafie hem boeide ,wou Lee een eigen radio-systeem ontwerpen dat losstond van de patenten die Marconi verworven had .Hij wou daarvoor een eigen bedrijf stichten ,maar had daarvoor in feite niet de nodige commerciële basis-opleiding .Bij Western-Electric vond zijn streven naar nieuwe radio-ontwikkelingen geen weerklank , en zijn oversten zegden " Luister eens ,  deForest ,nooit zult ge een goede telefoon-ingenieur worden ,want gij lijkt er niet geschikt voor.U kunt beter opstappen  , en doe dan maar uw eigen goesting , en alles wat u belieft  , maar dan niet meer op onze kosten ". Lee nam deze belediging letterlijk.Zijn volgende werkgever had een radio-telegraaf ontworpen en daarom voelde Lee zich daar beter thuis . De Wall-Street- financier Smythe die wel wat in hem zag , financierde hem , en in 1900 nam deForest een patent op een nieuwe hoogfrekwent detector die hij de "responder" noemde .Dit was een elektronische detector ,een soort relais waarin zeer kleine hoogfrekwente stromen ,een veel groter vermogen kontroleerden,afkomstig van een plaatselijke bron. De responder was het deForest ‘s eerste patent .Hij hoopte daarmee enkele Marconi-patenten te omzeilen .Hij startte een eigen bedrijfje met een genaamde Freeman als vennoot ,maar toen ze voor de Marconi Company een schip-naar-kust verbinding moesten verzorgen ,bleek hun zender niet verder te reiken dan 4 kilometers.
    Na deze mislukking hielp (opnieuw) Smythe , hem een nieuw bedrijf te starten : " deForest Wireless Telegraph Company", alweer met Freeman .
    In 1903 kreeg hij van een groot dagblad de opdracht een  telegrafie-bureau te installeren ,hetgeen een snelle overseining van het nieuws mogelijk maakte. In Engeland mocht hij om dezelfde reden een radiodienst oprichten om beter verslag te kunnen uitbrengen over de Russisch-Japanse oorlog .Ook  konden Lee en Freeman  hun produkten verkopen aan het Amerikaans leger en de zeemacht,en ze verdienden goed geld aan de bouw van een radio -verbinding tussen Costa-Rica en Panama .

    hier  figuur 1904 en 1904a

    Men schat dat deForest  aldus op 30-jarige leeftijd ,reeds een kapitaal had opgebouwd van 1 miljoen dollars .Nog 90 andere verbindingen stonden op het programma,maar deForest kon de problemen niet aan en verkocht het bedrijf in 1907 . Met dat geld richtte hij de  " deForest Radio Telephone Company " op ,met een startkapitaal van 2 miljoen dollars . Ondanks aankopen door de Zeemacht , reklame-uitzendingen in 1908 vanop de Eiffeltoren in Parijs , en het uitzenden van de Caruso Opera in januari 1910 , ging het bedrijf failliet in 1911.
    Tot overmaat van ramp werden in mei 1912 , twee medewerkers van deForest , opgesloten in de gevangenis , wegens frauduleuze reklame -praktijken . 

    De triode.
    In 1849 had W.R. Grove , ge-experimenteerd met twee in een glazen buis ingesloten platina-electroden,die verhit werden , terwijl hij een hoeveelheid gas doorheen  de buis joeg.Hij wou met deze proef de elektrische geleidbaarheid van verschillende soorten gassen meten .In 1853 vond de Fransman Becquerel ,dat in een dergelijke opstelling ,een elektrische stroom beter geleidt in de ene zin door het gas in de buis ,dan in de andere zin. De Duitser Wehnelt ontdekte in 1902 dat bepaalde alkalische oxiden , electronen konden uitzenden wanneer ze verhit werden.( cfr. ook : de "wehnelt" in de latere kathodestraalbuizen) .
    Verder bordurend op deze opzoekingen ,was Lee deForest  er van overtuigd ,dat twee metalen elektroden ,verhit in een bunsen-brander,konden gebruikt worden als radio-detector.Hij speelde met het idee van een  " lichtboog-detector ".Hij onderzocht de invloed van een hete vlam op  twee platina-electroden. Ze werden in de antennekring van een radio-ontvanger (voor zover men daarover reeds kon spreken) geplaatst.Eén der plaatjes was bedekt met een stukje chloorkalk. Parallel met deze kring schakelde hij een stroombron of  een "B" (= booster-) batterij ,in serie met een hoofdtelefoon.Hij stelde een gelijkrichting vast , en een geringe versterking. Hij besefte echter snel , dat het gebruik van een vlam,een praktische uitvoering van deze schakeling  in de weg stond .    
                              Figuur   Vlam   met daarnaast  fig.     Vlam1

    Nadat Fleming in 1904 de diode had uitgevonden,dacht De Forest ,dat binnenin een glazen omhulsel , een geïoniseerd gas moest ingesloten worden om de werking van de diode te verbeteren .Hij dacht daarbij ,dat een voldoende grote hoogfrekwente spanning , de gasontlading in gang zou zetten,zodat het systeem dan zou werken als een detector ,op dezelfde wijze als de gekende Branly coherer,waarvan de weerstand zeer sterk veranderde op het ogenblik dat er aanstotende electromagnetische golven op vielen. O.W.Richardson had echter reeds in 1903 verklaard ,dat een gasontlading in een twee-electroden-opstelling ,niet nodig was ,wegens de thermionische emissie door de gloeidraad in een diode.Koppig als hij was , hield De Forest vol , dat hij toch een gasontlading wou veroorzaken in een diode , door een derde electrode aan te brengen binnen het glasomhulsel , die de gasontlading in gang zou zetten of "triggeren".Hij wou daartoe een ingangsspanning toepassen tussen deze nieuwe electrode en de gloeidraad .
    Het plaatsen van hetgeen later een stuurrooster zou genoemd worden , binnenin de lamp , verliep in stappen.Eerst had De Forest een stuk zilverpapier rond de diodelamp gewikkeld , en probeerde daarmee  de electronenstroom te sturen.Daarna plaatste hij binnenin de lamp ,tegenover de gloeidraad , een tweede plaat ,rechttegenover de reeds bestaande anode :

    Figuur                     begin

    Vervolgens zocht hij de beste plaats voor dat nieuw element , en kwam tot het besluit dat deze electrode het best zou opgesteld worden in de electronenstroom tussen de gloeidraad en de oorspronkelijke anode ,maar dan wel in geperforeerde vorm , dus voorzien van gaatjes , om ,zoals hij zei : " de ionen door te laten en te kontroleren ". Hij nam kontakt op met een lampen-vervaardiger ,een genaamde mijnheer Condless , die deze derde electrode uitvoerde onder de vorm van een in zigzag-vorm gewikkelde metalen draad ,met een totale oppervlakte van 15 vierkante centimeters . De eerste aldus vervaardigde triode-lampen sneuvelden reeds na 3 minuten , maar dit was lang genoeg om aan te tonen ,dat een geheel nieuwe , revolutionaire buis was tot stand  gekomen ,die als veel gevoeliger hoogfrekwent -detector kon dienen , dan de Fleming-diode en de kristal-detectoren.Deze buis was geen eenvoudige gelijkrichter meer ,maar een demodulator (begrip dat toen nog niet bestond) voor radiogolven.Candless zou er in de periode tussen 1907 en 1913 , meer dan 800 exemplaren  van verkopen aan allerlei experimenteerders en radio-amateurs.

    Hier                      figuur    vroeg  met  daarnaast figuur 1906

    Toen bleek dat de nieuwe buis , eerst "audion" en later "triode" genoemd , interessante eigenschappen vertoonde,ook zonder gasvulling ,groeide  de aandacht daarvoor , zelfs door David Sarnov ,eerst medewerker , daarna direkteur  van RCA (Radio-Corporation of America).  Sarnov (1891-1971) was geboren in Rusland .In 1900 waren zijn ouders geëmigreerd naar de Verenigde Staten en daar was hun zoon kranten beginnen verkopen in de straten van New York . Op 15-jarige leeftijd bracht hij het tot telegrafist in een postkantoor.Met het verdiende geld begon hij elektriciteit te studeren en hij zou zich later ontpoppen tot elektronen-buis specialist in een "vacuum tube department " en "sound-engineer ", en na de opkomst van de halfgeleiders , als " solid state physicist "  in de elektronica-afdeling van het sterkstroom-bedrijf General Electric . In 1931 zou hij daar meehelpen aan het bouwen van radio-ontvangers met trioden. Van 1946 tot 1948 was hij vice-president van RCA en in 1960 werd hij General Manager van dit bedrijf ,dat in 1986 zou opgekocht worden door General Electric (G.E.) .

    Hier  foto   Sarnoff1 en  daarnaast  gedenkplaat

    De Forest had voortdurend op zijn hoede moeten zijn , om geen inbreuk
    te maken op het Fleming patent dat in het bezit was van de Marconi Company . Fleming had trouwens vanaf de bekendmaking van de uitvinding door De Forest , de uitvinding van deze laatste aangevochten onder het motto " deze charlatan is een plagiaat-pleger, en een bedrieger " . Hij verloor echter het proces voor de Rechtbank . De Forest zei : "deze man probeert mij de uitvinding van de eerste interessante vacuum-buis af te nemen , en op zijn naam te doen plaatsen . Als dat niet overdreven is " . Wij moeten toegeven dat beiden zeer verdienstelijken  waren  ,waaraan de gehele audio-visuele -en telecommunicatie -wereld bijna alles  te danken heeft , en die beiden op hoge leeftijd ,als pioniers de geschiedenis zijn ingegaan.

    Hier figuur  buizen

    De versterking , een geheel nieuw verschijnsel.
    De triode werd in 1906 uitgevonden (octrooi aangevraagd in oktober 1906) en gepatenteerd op 15 januari 1907 (U.S. patent 841387,toegekend voor het "device for amplifying feeble electric currents "). De Forest voegde er nog aan toe ,dat "de uitgangsstroom wordt gekontroleerd door een electrode die zelf geen merkbare stroom trekt ".

    Hier fig original   met daarnaast  1907patent

    Een ander patent " deForest Nr 879532 , een jaar later neergelegd , toont de sturende electrode in de vorm van een rooster tussen de kathode en de plaat . Dit patent beschrijft de schakeling  echter slechts als een detector . De vroege geschiedenis van de elektronenbuis-versterker zit dus vol verrassingen en onduidelijkheden. Merkwaardig genoeg , publiceerde Ambrose Fleming , de grote tegenstander van Lee , op het einde van 1907  , een foto van het deForest audion ,met de volgende korte beschrijving : " deForest oorspronkelijke audion-lamp uit begin 1907.
    De volledige hoogte van de lamp,de basis waarin ze vastgeschroefd wordt inbegrepen , bedraagt 3,75 duim " .

    hier figuur    1907  met daarnaast of daaronder  figuur 1908 brevet  en figuur audio 1 of audion2 of audion3 naar keuze voor
    beste afdrukresultaat .

    Op 22 januari 1908 werd de triode in Frankrijk gebreveteerd onder de benaming " triode-detector-en versterker van Lee de Forest , brevet 386.426 ".
    Dat deForest in die periode de triode had uitgevonden,werd in die tijd door niemand gewaardeerd . Men noemde ze "een waardeloos ding , dat bovendien voor minstens de helft was afgekeken van Reginald Fessenden ,die daarop reeds een patent genomen had ".     Ze werd aanvankelijk beschouwd als een ander soort hoogfrekwent detector dan de kristal-detector,en de diode van Fleming , en niet meer of niet minder.
    Op 30 oktober 1912 gaf De Forest in de Western Electric Co. Labs te New York ,samen met zijn vriend John Stone ,een demonstratie over zijn audion . Hij deed het zelfde , eveneens in 1912 , voor de toenmalige Bell Telephone Labs . In 1912 werkte Lee , zijn "cascade -idee " uit , hetgeen inhield dat hij verschillende trioden in serie boven elkaar plaatste ,en de ganse reeks met een hogere kathode-anode-spanning voedde. Bij een andere opstelling koppelde hij de uitgangswisselspanning van een vorige triode , aan de stuurrooster-kathode ruimte  van de volgende triode via een transformator ,enz. tot hij een grote versterking bereikt had van de ingangs-wisselspanning van de eerste buis .Een dergelijke versterkers-keten  bleek essentieel te zijn voor lange afstands-communicatie op telefoonlijnen .
    De Forest deed  verder niets met zijn "audion" , en concentreerde zijn inspanningen op radio-telefonie. Hij was inderdaad in de jaarwisseling van 1909 tot 1910 benoemd tot hoofd van de "Radio Telephone Company" in New York .

    hier figuren  1910Opera  en 1913 naast elkaar

    Het is slechts nadat opzoekingen vanuit de industrie in 1912 en 1913 aantoonden dat de triode ook kon gebruikt worden als versterker en oscillator,dat ze opgang maakte .Zodra de industriële produktie van de triode aanving , volgden de brevetten elkaar op ,zoals een brevet ,in 1912 neergelegd door Western Electric , het engels brevet 1.113.149 van 25 oktober 1913, het frans brevet 467.747 van 27 januari 1914 (dus op het einde van de eerste wereldoorlog) overgenomen door het Deutsche Gesellschaft für drahtlose Telegrafie mbH .

    Hier figuur  1914 brevet  met daar naast figuur  eerste

    Aanvankelijk had de triode een zo geringe versterking ,dat ze slechts weinig verschilde van de diode.De versterking vergrootte echter merkelijk toen 5 jaar na 1906 , Edwin Howard Armstrong een regeneratieve-of terugkoppelings-schakeling uitwerkte.De positieve terugkoppeling maakte het mogelijk een gevoelige ontvanger voor radio-golven te bouwen ,alsook een niet-mechanische signaalgenerator voor telegrafie-signalen.De hoogfrekwente spanning werd in faze teruggekoppeld van de anodekring naar de roosterketen van de triode,waardoor haar versterking enorm toenam,en Armstrong er zelfs een oscillator mee kon maken (patent van 22 september 1912 , ook neergelegd in Engeland ).
    Alhoewel Edwin Armstrong de uitvinder was van deze eerste oscillator met triode , en van de positieve terugkoppeling ,eiste De Forest , dat de patenten daarvan op zijn naam zouden overgeschreven worden ,een zaak die hij in hogere aanleg won voor de Rechtbank ,en die hij met de steun en de hulp van de machtige AT&T in 1917 nog eens extra liet bevestigen door de Rechtbank , dit tot  groot  ongenoegen van alle radio-ingenieurs in Amerika , die terecht vonden dat Armstrong zeer groot onrecht was aangedaan. Slechts in het begin van de eerste wereldoorlog 1914-1917 ,kwam op de deuren van de radio-cabines op de Amerikaanse schepen , de benaming "radio" voor . In het nu nog steeds zeer conservatieve Engeland , bleef men tegen alles in , het woord "wireless" gebruiken.

    De gerechtszaak tegen Armstrong had de Forest veel geld  gekost , omdat ze door de traagheid van het gerecht aansleepte van 1914 tot 1917 met nog in-beroep-procedures tot in 1934 . De Forest verloor er al zijn (weinige) vrienden door ,die er hem van beschuldigden ,reeds gedurende  vorige jaren , op een oneerlijke manier ,de originele ideeen van anderen gestolen te hebben ,om ze dan voor te stellen als nieuwe uitvindingen , zoals hij reeds in 1902 gedaan had met de "electrolytische detector " die hij gezien had tijdens een bezoek aan het atelier van de uitvinder Reginald Fessenden. (zie Fessenden hierboven onder : "de versterking,een geheel nieuw verschijnsel ".)
    Om al de gerechtskosten te kunnen betalen , verkocht de Forest een riante villa die hij gebouwd had op de oever van de Hudson rivier in New-York . Armstrong was zodanig teleurgesteld door het verlies van het proces , dat hij er nog twintig jaar onder leed ,en tenslotte zelfmoord pleegde in 1954 .

    Hier  figuren  1916 of 1916a  met daarnaast figuur vroeg1

    Na Armstrong werden andere veel gebruikte oscillatoren ontwikkeld (de Colpitts en de Hartley oscillator bv.) door E.H. Colpitts die  werkte bij de Bell Labs en L.Hartley  ,tewerkgesteld bij  Summit . P.H.Pierce had reeds op 16 november 1912 ,nadat hij Edwin Armstrong’s oscillator had bestudeerd , de kristal-oscillator uitgevonden. Ondertussen had Lee de Forest  als eerste in de radio-geschiedenis "honingraat "-spoelen gemaakt met Litze-draad , spoelen met grote zelfinductie en geringe eigen-kapaciteit , die ook konden gebruikt worden als gekoppeld spoelenpaar in terugkoppel-schakelingen .
    In 1916 deed Lee mee aan de verkiezingscampagne in de strijd tussen Wilson en Hughes. Hij zond daarbij uit met een radio-zender die geïnstalleerd was  op High Bridge te New York .In 1920 deed hij hetzelfde met de zender KDKA en WWJ ( the  Detroit- News-station) . En in 1920 mocht Lee een andere versie van zijn zenders opbouwen in een radio-station te San Francisco .

    Hier figuur 1919 ,1920 ,1920tijdens radio-uitzendingen en
    lee de forest (=1929)                 naast of onder elkaar

    Lee de Forest werd op 8 januari 1930 verkozen tot president-voorzitter van de IRE (Institution of Radio-Engineers).
    In 1932 ,zou  Harry Nyquist van de Bell Telephone een verder gevorderde theorie over de terugkoppeling (feedback) ontwikkelen , die ruime navolging vond (met Nijquist diagramma’s).

    Hier figuur 1920a  met daarnaast figuur 1930

    Verdere ontwikkelingen.
    Dat de triode kon versterken ,was van grote betekenis voor de telefonie ,
    waarvan de lijnen en kabels slechts telefoongesprekken ( cfr. Graham Bell , uitvinder van de telefoon) konden overbrengen over een beperkte afstand , en daarna verzwakt , gedempt en onverstaanbaar werden .
      AT&T (American Telephone and Telegraph Company) kocht van deForest , voor 50000 dollars alle rechten op voor het gebruik van de triode in radio-telegrafie,in repeaters en in radio-telefonie (voor deze laatste rechten  kreeg De Forest nog eens 250000 dollars).Ook Western Electric sprong op de triode-kar en bracht  in 1915 een triode HF- versterker uit voor radio-uitzendingen over lange afstand.Western Electric bracht tegelijkertijd twee laagvermogen ontvangst - trioden uit .Tijdens het vervaardigingsproces werd de anode , die twee uitwendige aansluitingen had ,elektrisch opgewarmd gedurende het luchtledig  pompen ,zodat door de warmte ,de gassen  verdreven werden en een beter vacuum bereikt werd. Voor toepassingen in zenders ,plaatste men soms 18 buizen in parallel teneinde een groter vermogen te bereiken .

    figuren  demonstratie  en verscheidene en various naast elkaar of onder elkaar .

    Met de triode-technologie werd op 18 oktober 1913 de eerste telefoon-repeater geïnstalleerd tussen Baltimore en New York. De eerste trans-oceanische radio-telefonie kwam in juli 1914 tot stand , "transcontinentale telefonie " genoemd .
    De eerste telefoonlijn tussen New York en San Francisco werd geopend op 15 januari 1915. Er werd daarbij gebruik gemaakt van deForest ‘s audion als eerste grootschalige toepassing van de electronika.

    Hier figuren naast of onder elkaar   1916c ,1916d

    Wanneer de triode van deForest als detector gebruikt werd , werkte ze met 22,5 volt batterijen , en ze kostte 18 dollars.
    Aan diverse toepassingen van het gebruik van de triode ,werden verbeteringen aangebracht door Irving Langmuir van General Electric en Ph.D. Herald Arnold van Western Electric . Deze laatste had in november 1912 , in alle toepassingen van de triode , de blocking-kondensator laten verwijderen die Lee deForest voor sommige schakelingen  had aangebracht tussen het stuurrooster en de kathode.Een veel betere werking van de versterker was daarvan het gevolg .Arnold had reeds daarvoor opgemerkt , dat een eventuele gasvulling van de triode (oorspronkelijk idee van Lee ) er de werking alleen maar kon van verslechten .Hij had tijdens de werking van de triode, een blauwe schijn van een gas-ionisatie opgemerkt ,en was daar niet gelukkig over .Hij toonde de juistheid van zijn opvatting aan , door de triode extra goed leeg te pompen met een vacuum pomp die hij daarvoor speciaal uit Duitsland  had laten overkomen ,en er bijkomend , een "getter"  in aan te brengen.Dit was een nieuw idee van hem , om de laatste restjes gas en lucht  binnen het glazen omhulsel te laten opslorpen door een stof die  tenslotte als een glanzende metaalfilm neersloeg op de binnenkant van de glazen ballon. Een veel betere triode was het gevolg van zijn ingrepen .
    De meeste volwaardige triode-buizen ,werden gefabriceerd tussen 1950 en 1960. Als uitzondering geldt de 300B -triode , die reeds in 1935 op de markt gebracht werd door Western Electric.

    Hier figuur 1920a met daarnaast  figuur koptelefoon

    Tot besluit   : het privé-en huwelijksleven , en Lee’s  latere jaren.
    1)Lee was een grote opera-liefhebber,maar bovendien een gedreven schrijver .Vooral in het begin van zijn wetenschappelijke loopbaan schreef hij veel geïllustreerde poëzie zoals "Moonlight on the Hudson ",maar ook honderden brieven naar zakenlui,naar de uitgevers van populaire  tijdschriften aan wie hij technische artikels zond over de beginnende elektronica,zoals ook wetenschappelijke artikels naar wetenschappelijke tijdschriften ,persoonlijke brieven (vooral naar het andere geslacht ), film-scripts , en hij hield een dagboek bij. In 1950 publiceerde hij een auto-biografie , getiteld : "De vader van de Radio ".
    De meeste van deze schrijvens en publicaties kan men vandaag bekijken in het  ‘Perham Foundation Electronics History Museum ‘.

    Hier figuur boeken over Lee

    2)  Lee was niet alleen opera-liefhebber,maar ook muziekliefhebber.Hij
      schreef naar wie het wilde lezen , dat de radio-telefonie , en de radio-omroep uitstekende middelen waren , om muzikale ontspanning binnen te brengen bij de families thuis en  muziek daar te leren waarderen.
    In 1907 zette hij deze ideeën kracht bij door de stichting en oprichting van  de " deForest Radio-Telephone Company " . Hij schreef daarover : " weldra zal het mogelijk zijn , op grote schaal naar opera-muziek te luisteren ,verspreid door radio-zenders , die door mijn Radio-Company zullen kunnen geplaatst worden in het Metropolitan Opera House ,en op de hoogste verdieping van andere culturele plaatsen ,met een antenne op het dak daarvan . Hetzelfde geldt voor andere steden dan New York , waar men niet alleen naar gewone muziek , maar ook naar kerkmuziek en voor de microfoon gegeven voordrachten zal kunnen luisteren ". In 1910 zond hij vanuit de Metropolitan Opera ,het  rechtstreeks opgenomen opera-gezang uit van Enrico Caruso , teneinde dit audio-medium te populariseren.

    Hier figuur  1921 met daarnaast  of  daaronder 1915 piano

    3)Lee was viermaal getrouwd. Dat hij deze toestand  met zijn uitvindingen kon kombineren , was volgens zijn omgeving te danken aan het feit dat hij een " gezonde , sterke, robuuste man " was .De vraag kan  gesteld worden ,  waarom een vrouw ervoor kiest ,mee te gaan met een man die dag en nacht werkt als industrieel en free-lance werker , met nadenken ,vorsen en experimenteren bezig is,en die zelfs meerdere huwelijken achter de rug kan hebben.Het eerste huwelijk vond plaats in 1906 en de gelukkige (?) heette Lucille Sheardown.Dit huwelijk eindigde in een scheiding na minder dan een jaar. De tweede verbintenis kwam er in 1907 met als bruid Nora Blatch , die notabene de schoondochter was van een gekende voorvechtster van meer rechten voor de vrouwen:Elisabeth Cady Stanton . Lee verwekte een kind bij Nora ,die  ingenieur was , en zich door de overname van de ideeen van Cady Stanton tot vrijgevochten vrouw verklaarde. Ze zei : als ingenieur kan en wil ik niet leven in de schaduw van een andere ingenieur ,al is het  mijn echtgenoot Lee .In 1911  gescheidden ze.In 1912 hertrouwde Lee met de zangeres Mary Mayo , en dat is niet verwonderlijk wanneer men  vaststelt dat Lee via zijn radio-uitzendingen vaak in kontakt kwam met vrouwelijke artisten.Uit dit huwelijk dat 15 jaar standhield , werden twee kinderen geboren.

    Hier figuren familie 1  en familie 2  naast elkaar of onder elkaar

    De vierde en laatste echtgenote heette Marie Mosqu . Ze was een Hollywood-ster uit de tijd van de stomme film .Deze films werden nu  dankzij de Forest  voorzien van klank . Lee was op deze leeftijd reeds een rijke man door de miljoenen dollars die zijn uitvinding van de triode en al zijn initiatieven van gestichte  "company‘s " , hem hadden opgebracht , en hij verhuisde naar Hollywood .Hij zou daar de laatste 30 jaren van zijn leven doorbrengen ,zich toeleggend op technische vindingen , die ogenschijnlijk weinig met radiotechniek te maken hadden,zoals de ontwikkeling van geleidingssystemen voor precisie-bommen ,en het toevoegen van  een gesynchroniseerde geluidsband aan bioscoop-films , een procedé dat hij reeds in 1920 uitvond ,en dat gedemonstreerd werd in theaters tussen 1923 en 1927,maar waar hij slechts in 1959 een Oscar voor kreeg van de ‘Academy of Motion Picture Arts and Sciences ‘. Het opschrift luidde : "Academy Honorary Award to Lee de Forest for his Pioneer Invention ,which brought Sound to the Motion Picture ‘.

    Hier figuur  oscar met daarnaast  film  en film1

    In de bioscoop-projector bracht hij een sterk geconcentreerde lichtbron aan , die een lichtstraal zond doorheen een geluidsband van heldere en donkere strepen op de beeldjesfilm. Dit gemoduleerd licht viel op een fotocel ,gevolgd door een geluidsversterker,waardoor de lichtvariaties werden omgezet in klankveranderingen.Hij noemde dit : conversie van licht in audio .Hij ontwikkelde Audion-diathermy apparaten voor medische toepassingen ( genezing door warmte-bestraling) ,en tijdens de tweede wereld-oorlog 1940-1945 deed hij militaire research  voor de Bell Telephone Laboratoria .

    hier figuur 1944  met daarnaast  diathermie

    Van Marie Mosqu  (hij was reeds grijs in gezelschap van deze jongere echtgenote ) zei hij , dat dit het gelukkigste van zijn vier huwelijken was.
    Hij stierf op 87-jarige leeftijd te Hollywood op 30 juni 1961. Marie overleefde hem en liet hem  begraven op het San Fernando kerkhof te Mission Hills , Californië .
    hier figuur graf

    Naschrift .
    In 1947 werd door de Bell Labs bekend gemaakt , dat Brattain , Bardeen en  Shockley , drie fysici , de transistor  uitgevonden hadden. Het is duidelijk dat aan deze uitvinding hard gewerkt was tijdens de jaren 1940-1945 van de tweede wereldoorlog , om elektronische uitrustingen , te dragen door soldaten,en mee te voeren met vliegtuigen ,lichter te maken .
    William Shockley (1910-1989) was bij de Bell Labs beginnen werken in 1936 . Er bestaan foto ‘s van hem , gefotografeerd met Lee de Forest .

    hier   foto   Shockley

    Geraadpleegde werken :
    1)  Some Beginnings of Applied Electronics, uit  The Microwave Journal ,april 1946
    2)  Pioneers / Lee De Forest , last of the great inventors ? ,door W.A.Atherton ,in Electronics World-Wireless World , november 1989
    3)  The American President hails doctor Lee de Forest , uit Radio-and Television News , juni 1956 .
    4)  Electronics History before 1930 , uit Radio-and High Frequency,1957.
    5)  Lee de Forest , uit Straling , veertiende jaargang ,nummer 10 ,blz 249.
    6)  Birth of the Electron Tube Amplifier , door F.B.  Llewellyn van Bell Telephone Laboratories , in Radio&Television News , maart 1957 .
    7)  A propos de l ‘histoire des telecommunications , door Jean Baudot ,
       in Revue des Ingénieurs Belges , 1985 : 7(3) .
    8)  Lee de Forest ,van bunzenbrander naar Audion-buizen ,uit Geschiedenis van de Wetenschap voor de Timmerman ,mei 1961 .
    9)   Elektrische geleiding in gassen , Revue des Ingénieurs Belges ,1985:7(3) .
    10)  Electron (tijdschrift van de Veron) , tweede jaargang , nummer 4 ,
          april 1949  : Lee de Forest
    11)  Lee de Forest , in Radio & Television News , juni 1956

    Willy Acke , 25 december 2006


    27-04-2004, 00:00 Geschreven door Willy
    Reageren (0)


    26-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.42 Fleming Ambrose
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Ambrose Fleming ( 1849 - 18 april 1945 : werd 95 jaar oud  )

    Klik op de foto hiernaast om alle in de tekst aangeduide afbeeldingen te bekijken

    Hier foto ‘s     Fleming1  naast ofwel Fleming2 of Fleming3

    Fleming is de engelse ingenieur , die de diode uitgevonden heeft , de eerste radiolamp ooit , die de weg heeft geopend naar het ontstaan van de radio-ontvangers -en zenders. Gepatenteerd in 1904 , werd ze toen  "thermionische lamp" genoemd , of "vacuum diode" , de "kenotron " ,of  de "twee-elektrode-gelijkrichter ".

    Hier naast elkaar :            1888   ,                    1889 ,                        lamp1


    Fleming droeg bij tot de foto-metrie (meten van de licht-intensiteit), de draadloze telegrafie , elektrische meetmethoden ,de ontwikkeling van de elektronica .Hij is de auteur van meer dan 100 wetenschappelijke publicaties  en boeken . Daaronder : " The alternate current transformer " (1889,1892) [ de oorspronkelijke studie voor de IEE ,is bewaard in  ‘the Institute for Electrical Engineers ’ te Londen ], " The principles of electric wave telegraphy " (1906)  , " The propagation of electric currents in telephone and telegraph conduction " (1911), " Memoirs of a scientific life "  (1934) .Op het gebied van elektrische (sterkstroom-) machines ,kennen we van hem de linkerhandregel voor motoren en de rechterhandregel voor generatoren ,waarbij de middelvinger ,de wijsvinger en de duim onder rechte hoeken gespreid gehouden , de richting (en zin) van het veld ,de stroom en de kracht aanduiden.

    Hier figuur  "handregels "

    Hij was raadgever van de  Edison Electric Light Company ,van de Marconi Wireless Telegraph Company ,Swan , Ferranti , Edison Telephone  Co.,en een populaire universiteits-professor zoals Lecturer aan de universiteiten van Cambridge en Nottingham (‘ professor of physics and mathematics ‘  ) en U.C.L.
    (University College London) .
    In 1929 werd hij voor zijn talloze verdiensten tot ridder geslagen , zodat hij zich van dan afaan "Sir ..." mocht noemen .

    Het interessante  leven van John Ambrose Fleming .
    Hij werd geboren te Lancaster , Engeland ,op 29 november 1849 , als oudste zoon van zeven kinderen , uit het gezin van de " congregatie-pastoor " James Fleming
    en zijn echtgenote Mary-Anne .( Deze familie-eigenschap zou tot gevolg hebben dat Fleming later in verschillende katholieke kerken , zoals in Sint Martin in the Fields ,preken mocht houden , en dit tot na zijn gepensioneerde leeftijd .) De familie van zijn moeder was afkomstig van Swanscombe in Kent  , en was pionier op het gebied van de vervaardiging van Portland cement .In 1854 verhuisde de familie naar het noorden van Londen , waar Fleming het grootste deel van zijn jeugd doorbracht en ook de overige 70 jaar van zijn aktief leven zou doorbrengen .
     Zijn vader stamde af van een lange lijn Schotse voorvaderen van Vlaamse (Flemish  -> Fleming ) oorsprong , en had enige moeite hem in toom te houden en op een klassieke manier op te voeden .Reeds op jeugdige leeftijd vertoonde Fleming tekenen van grote intelligentie. Op 10-jarige leeftijd ging hij naar een private school ,waar hij bijzonder geinteresseerd was in meetkunde.Hij was de laatste van de klas in Latijn,en koos daarna , wegens zijn belangstelling voor wiskunde, voor universitaire studies.Reeds op 11-jarige leeftijd , had hij gezegd dat hij ingenieur wilde worden en hij had thuis een eigen werkplaatsje , waar hij modelschepen bouwde, motoren, en een zelfontworpen fototoestel , waardoor ook een levenslang durende  belangstelling voor fotografie ontstond. Op zijn dertiende verjaardag gaf hij aan de University-College-School , te West End , Londen , een voordracht over elektromagnetische verschijnselen . Aan dit zelfde  University college,studeerde hij wiskunde onder de leiding van A.de Morgan en G.Carey Foster.Na twee jaren studie ,verliet hij deze inrichting wegens geldgebrek , en hij aanvaardde een job bij een scheepsbouwer in Dublin .Dit werk beviel hem echter niet ,en reeds na enkele maanden gaf hij het op en vond een andere baan bij de Londen Stock Exchange ,waar hij gedurende twee jaren werkte . Als gevolg daarvan zou hij later ,  als leraar ,aan zijn studenten zeggen ," dat ze toch tenminste een elementaire kennis moesten opdoen over hetgeen zich afspeelt in de financiële wereld,teneinde geld te verdienen ,samen met een optimistisch en vertrouwend publiek . ".In 1870 behaalde hij het diploma van Bachelor of Science aan UCL.Daarna studeerde hij chemie aan de Koninklijke Mijnschool . Terwijl hij werkte , volgde hij in 1870 avondlessen om zich te vervolmaken en vanaf januari 1871 kreeg hij gedurende 18 maanden een baan als leraar aan de Rossall school , waarna hij met het verdiende geld , terugkeerde als student chemie aan het Royal College of Science in Kensington .Daar schreef hij een wetenschappelijke verhandeling over "de voltaïsche batterij " ,gepubliceerd in de Proceedings van de Physical Society of London , hetgeen in die tijd een grote eer was die hem tebeurt viel .In 1874 gaf hij les aan het Cheltenham College , opnieuw uit geldnood.Hij correspondeerde met James Clerk Maxwell , professor aan de Cambridge Universiteit . In 1877 kreeg hij een studiebeurs van het Sint John’s College te Cambridge ,en studeerde hij  elektriciteit en magnetisme bij professor James Clerk Maxwell aan de Universiteit te Cambridge, waar hij zijn doctoraat in de wetenschappen behaalde (D.Sc.). Op dat ogenblik was hij al 28 jaar oud .Hij had de lessen van Maxwell gevolgd, die vaak zo hoogstaand en moeilijk waren , dat Fleming soms als enige student in de klas zat.Hij mocht daarna gedurende een jaar ,in Cambridge werken als demonstrator van experimenten , voor ingenieursstudenten in de mechanica .In 1881 werd hij gedurende een jaar  als professor in de wis-en natuurkunde aangesteld aan de hogeschool-faculteit te Nottingham . Op dat ogenblik , dat de  elektrische verlichting voor het eerst in de belangstelling  kwam te staan van het groot publiek ,werd hij ook nog in dienst genomen door de Edison Electric Light Company te Londen,een betrekking waarin hij de daaropvolgende tien jaren zou blijven werken.Als raadgevend ingenieur , werkte hij plannen uit voor de elektrische verlichting van een groot aantal steden , en loste samen met de stadsbesturen de problemen op , die  daaromtrent ontstonden. Hij ontwierp als eerste , de elektrische verlichting aan boord van schepen , en installeerde er elektrische machines. Aan de wal bouwde hij hoogspannings-onderstations , die voor het eerst werkten met wisselstroom .Fleming voelde zich sterk aangetrokken door de fysica en werd door het University College London (UCL) uitgenodigd daarover en over elektrische ingenieurs-praktijken , een lessenreeks te komen geven .In 1885 vroeg men hem daar een departement voor electrical-engineering (in een eerste faze: "departement van elektrische technologie " genoemd) uit de grond te stampen en hij werd daarin aangesteld als professor , een taak  die hij de volgende 40 jaar zou vervullen .Dit departement was op dat ogenblik enig in zijn soort , en hij schreef er een veel gelezen boek ,over "telegrafie met elektrische golven ".Hij was bekend door zijn grondige kennis van wisselstroom-metingen , en van het ontwerpen van transformatoren .In 1899 werd hem , bovenop zijn professoraat aan de universiteit, aangeboden , raadgever te worden bij de Marconi Company. Marconi realiseerde in 1899 de eerste radio-uitzending met Morse signalen (draadloze telegrafie) over het Kanaal  tussen de engelse en de franse kust. Marconi noemde van dan-afaan zijn bedrijf ," de Marconi Wireless Telegraph Co Ltd ".De draadloze telegrafie stond toen nog in haar kinderschoenen ,alhoewel Marconi er vanuit het Marconi zendstation te Poldhu in 1901 in slaagde een eerste radio-bericht over de Atlantische oceaan tussen Engeland en de Verenigde Staten van Amerika  over te zenden . Hiervoor maakte hij gebruik van de radiozender die voor hem door Fleming ontworpen was .

    Hier figuur  "poldu "

    Vóór hem/hen hadden sommigen geprobeerd hoge frekwenties op te  wekken met speciaal daarvoor ontworpen wisselstroom-generatoren ,maar met deze alternatoren bereikte men zelden frekwenties boven de 10 kHz .De radiolamp was toen nog niet uitgevonden en een vonkenzender werd gevoed  door een 25 paardenkracht generator , aangedreven door een dieselmotor .De antenne was 60 meter hoog opgehangen en werd in serie gevoed met de sekundaire spoel van een transformator die Fleming voor dat doel berekend had. Daarvoor had hij twee hoogfrekwente spoelen evenwijdig met elkaar geplaatst,zodat ze magnetisch gekoppeld waren. De uitzending gebeurde op een frekwentie die door Fleming (te hoog ) geschat werd op 500 kHz (hetgeen hij pas in 1935 bekend maakte ) , dus op de grens van hetgeen we nu de overgang tussen de middengolf en de lange golf noemen .Ook alle schepen zouden daarna uitgerust worden met zenders-ontvangers ,werkend rond dit frekwentiegebied. Het is pas later dat men de frekwenties zou verhogen.Merken we op dat er in 1901 nog geen ontvangers bestonden , om de uitgezonden signalen op een behoorlijke wijze te decoderen .De door de Fransman Branly in 1890 uitgevonden coherer die eerst de veranderlijke weerstand van ijzervijlsel gebruikte , onder de invloed van aanstotende Hertze golven ,was de enige , zeer ongevoelige detector voor hoogfrekwente signalen,waarmee men nog wel enkele punten en strepen kon waarnemen van het opgepikte telegrafie-signaal.(enkele jaren later ook op de hoogste verdieping van de eiffeltoren in Parijs door ingenieurs van de toenmalige Bell-Telefoon ) . Achteraf zou hij vervangen worden door een soort punt-kontakt halfgeleider -diode , waarbij de punt van een wolfram-of-tungsteen-draad drukte op een galénesteen,dit is galliumsulfide.

    Hier figuur  "detector "

    Meer over Poldu :
    Marconi was reeds in 1894 begonnen , de experimenten van Heinrich Hertz te herhalen .Hij was gefascineerd door de Hertze golven en door de uitvinding van de dipool-antenne door Hertz. Natuurlijk interesseerde hem ook de commerciele kant van het eventueel draadloos uitzenden en ontvangen van telegrafie-signalen met de toen pas uitgevonden Morse-code. In 1896 slaagde hij erin een afstand van 2,5 kilometer te overbruggen door boven de aarde een vertikale kwart -golflengte-antenne op te stellen , die  nu nog altijd   " de Marconi -antenne " 
     genoemd wordt.

    Hier figuur  "1896 "

    In Engeland werd toen op zijn aanwijzingen , een dergelijke vaste verbinding geïnstalleerd tussen het eiland van Wight , en Bournemouth (1897) die op 22 kilometer van elkaar verwijderd lagen. Hij werkte daarbij op een lage frekwentie in de HF-band , rond de 300 kHz.

     Hier figuur    "zender1"

     In 1900 vatte hij het idee op om een transatlantische overzending te proberen te verwezenlijken .In 1901 dacht hij daarbij aan  frekwenties tussen de 182 kHz en  500 kHz. Tenslotte koos hij in Poldu voor 272 kHz en in oktober 1902 begon hij daarvoor een groot antenne-systeem te bouwen,met reusachtige houten masten ,61 meter hoog .Daaronder groef hij radiale metalen draden in de grond ,als tegengewicht , die elk 305 meter lang waren . In 1904 experimenteerde hij met een pyramidale ( soort regenscherm-discone-) antenne , die bestond uit 400 metalen geleiders.In 1905 bouwde hij te Glace Bay in Canada,een 55 meter hoge vertikale antenne met topcapaciteit die bestond uit 200 horizontaal gespannen metalen draden. De uitzendingen in telegrafie werden verwezenlijkt met een door hem gebouwde vonkenzender.

    De diode : de eerste radiolamp ooit .
    We kunnen hier beter spreken over "lamp", dan over het later gebruikte woord "buis ".In 1883 maakte Edison zich zorgen over een zwarte koolstoflaag die zich aan de binnenkant van zijn gloeilampen afzette .Teneinde deze neergeslagen film te minimaliseren , had hij een metalen plaat ingesmolten tussen de gloeidraad en het glazen omhulsel . Daarop verder zoekend , had hij de positieve klem van de batterij die het filament voedde , aangesloten op de uitgangsklem van de plaat , en opgemerkt dat er een kleine stroom vloeide doorheen de plaatkring ,gemeten met een galvanometer .Hij stelde ook vast , dat wanneer hij de plaat met de negatieve pool van de gloeidraad-batterij verbond , er geen stroom vloeide in de plaatkring.

    Hier figuur  "diode " met onder andere de stroom-spanningskarakteristiek

    Dit verschijnsel wekte ,eveneens in 1883 , de belangstelling van Fleming .In 1884 reisde hij naar de Verenigde Staten en ontmoette daar Edison en bezocht de Edison laboratoria . In een verhandeling die hij in 1890 publiceerde bij de Royal Society , merkte hij op , dat wanneer hij de Edison-lamp voedde met een wisselstroom in plaats van met gelijkstroom , de wisselstroom werd omgezet in gelijkstroom. Hij noemde dit : "gelijkrichting " (rectification) .Het is slechts 14 jaar later , dat hij deze vinding publiek maakte , door er in 1904 een patent op te nemen ,   waarin hij de aldus gebruikte lamp , de " oscillating valve "  noemde , later bekendgemaakt onder de benaming  " thermionic valve " of "thermionic diode ".De serieproduktie daarvan werd door de Marconi - maatschappij aangevat.

    Hier figuur  "lamp" , met daarnaast figuur "dioden"

    Hij stelde vast dat de gelijkrichting ook plaats vond op hoge frekwenties , en daarmee was de radio-detector geboren , die de coherer van Branly zou vervangen.
    Zijn opzoekingswerk concentreerde hij in 1896 op kathodestralen , en drie jaar later werd hij aangesteld als wetenschappelijke raadgever aan de Marconi Wireless Telegraph Company.Daar duidde hij aan , welk materiaal en welke opstelling men moest gebruiken voor de eerste overzending van telegrafie-signalen over de atlantische oceaan in 1901 .Als Marconi-raadgever had hij  ook nog tijd genoeg om parallel daarmee te werken bij de National Telephone Company en de Ediswan Electric Light Company , betrekkingen waarin hij andere ervaringen opdeed .

    De uitvinding van de diode.
    ----------------------------------
    Fleming vertelde hoe hij de diode had uitgevonden : "In 1882 , kwam ik als raadgever van de Edison  Electric Light Company te Londen , in aanraking met de vele problemen die de toenmalige gloeilampen opleverden , en ik begon de fysische verschijnselen die daarmee gepaard gingen te bestuderen met al de middelen die in die tijd ter beschikking stonden. Het viel mij op , dat de gloeidraden braken bij de geringste schok , en dat het glas van uitgebrande lampen ,verkleurd was.Daarbij viel mij op dat er telkens een lijn over het zwart uitgeslagen of met een metaalfilm bedekt glas liep , die niet verkleurd was, net alsof iemand er met een vingernagel inwendig zou op gekrast hebben . De niet verkleurde figuur had de vorm van de speld-vormige gloeidraad,waarbij opviel dat het niet gebroken gedeelte van de gloeidraad gewerkt had als een scherm tegen het bombardement van het inwendige van het glas door de koolstofmoleculen of door verdampt metaal van de gloeidraad. Ik besloot daaruit dat de verkleuring van het glas ( die het lichtrendement van de lamp verminderde) zou kunnen tegengaan worden door op de plaats waar het glas het meest gebombardeerd werd , een metalen plaat op te stellen tussen glas en gloeidraad .Deze plaat bracht ik met een afzonderlijke verbinding naar buiten het glas van de lamp en ik begon proeven uit te voeren door een potentiaalverschil toe te passen tussen de (metalen) gloeidraad en de plaat.Ik stelde daarbij tot mijn verbazing vast dat een milliamperemeter enkel een stroom aanduidde , wanneer de negatieve klem van de gebruikte batterij aan de gloeidraad lag en de positieve klem aan de plaat, maar niet omgekeerd. Daaruit besloot ik dat het mogelijk moest zijn met deze "thermionic valve" een wisselstroom gelijk te richten , een begrip dat in die tijd nog niet bestond ."
     Hij schreef hierover een brief naar Marconi,omdat hij sedert 1899 ook als raadgever in dienst was bij de Marconi Company , zonder zijn professoraat aan de UCL ( University College London) te moeten opgeven .
    Wanneer hij een wisselspanning tussen gloeidraad en plaat  toegepaste , duidde de amperemeter een kontinue stroom aan,doordat er telkens slechts een halve golf ,(steeds aan de zelfde zijde van de tijdsas=enkelvoudige of één-alternans-gelijkrichting ) , van de aangelegde wisselspanning werd doorgelaten. Het open-blijvend gedeelte in de tijd , kon hij opvullen door een kondensator parallel te schakelen met zijn buis , die achteraf de diode genoemd werd met een kathode (in het begin de gloeidraad , later een afzonderlijke cilinder rond de gloeidraad) en een anode , de toegevoegde plaat .
    In het geval van een metalen filament of metalen kathode , gaf deze een elektronen-stroom af , die aangetrokken werd door de positieve plaat .Hij patenteerde zijn vondst op 16 november 1904 .

    hier figuur "patent "

    Het was in oktober 1904 dat Fleming ,zoals hij zelf zei , "een goede inval "had.Hij wist dat meters en telefoons te traag waren om hoogfrekwente spanningen en stromen te registreren en als gemiddelde waarde , nul aanduidden. Denkend dat een gloeilamp met warme gloeidraad (die elektronen uitzendt door verstoring van de molekulaire struktuur,vooral als de gloeidraad of kathode,aangesloten wordt op de negatieve pool van een batterij=teveel aan elektronen , en de plaat of anode aan de positieve pool=tekort aan elektronen), stroom in slechts 1 richting en zin zou doorlaten ,speculeerde hij er op dat dit ook wel zou gelden voor hoogfrekwente stromen en hij vroeg aan zijn assistent G.B. Dyke , dit idee uit te testen . Het werkte, en een maand later schreef Fleming naar Marconi ( in wiens dienst hij toen als raadgever werkte) "ik heb hoogfrekwente trillingen kunnen ontvangen op een antenne , met niets meer dan een spiegelgalvanometer (die de gelijkgerichte hoogfrekwente stroom aanduidde ,  met een zich verplaatsend lichtpunt op een muur ,namelijk de punten en strepen , die hij met een kleine boogzender ,met morse-sleutel uitzond) en mijn gewijzigde gloeilamp ". Deze vinding bracht hem financieel geen voordeel , want Marconi nam het patent (Fleming patent 803684 van 13 november 1905) over en vervaardigde enkele dioden.

    Hier  figuur  1905

    Enkele jaren later , produceerde H.H. Dunwoody van de Lee De Forest Wireless Co ,in de V.S.A. ,de kristal detektor , een belangrijke rivaal voor de Fleming/Marconi diode.Er werd van toen af ,onderzoekingswerk verricht op de gelijkrichtende eigenschappen van kristal-strukturen zoals carborundum,galena ( = lood-sulfide) en silicium , die superieure detektoren bleken te zijn .
     De kristal-detektor was een zet van Lee De Forest tegen Marconi’s dominantie van het radio-gebeuren in die tijd.

    Hier figuur  "radio"  met daarnaast figuur "1910"

    Fleming kreeg voor zijn uitvinding pas in 1921 de grootste onderscheiding , de "Goud-Medaille", hem toegekend door de Royal Society of Arts , in Londen .Dat dit zo laat gebeurde , is toe te schrijven aan het feit dat de uitvinding van Fleming een gelijkenis vertoonde met een patent dat reeds in 1883 door Edison was genomen voor een gloeilamp met metalen plaat , die een gelijkenis vertoonde met die van Fleming , maar waar een rechtbank in 1920 Fleming gelijk gaf op het gebied van de oorspronkelijkheid van zijn uitvinding.Vroeger had hij reeds de Kelvin Medaille gekregen,de Faraday Medaille van de Institution of Electrical Engineers , en de Franklin Medaille van het Franklin Institute in Philadelphia , USA. Hij ging slechts op 77-jarige leeftijd met pensioen .In 1929 , twee jaar na zijn pensionering (hij ging in Devon wonen in 1926 in het rustig stadje Sidmouth, waar hij nog bijna 20 jaar doorbracht in de kuststreek met een rustgevend zicht op water en zee ) werd hij tot ridder geslagen voor zijn bijdragen aan de elektriciteit en de elektronika. Tijdens zijn pensionering hield hij van lange wandelingen en fotograferen ,maar wist hij ook nog niet van ophouden en hij werd president van de toen gestichte "Television Society", waar in die tijd de eerste schreden werden gezet op het gebied van de ontwikkeling van de televisie .
    Fleming werd 95 jaar oud , maar was op het einde van zijn leven stokdoof ,een familietrek , waaronder ook zijn zuster leed . Hij stierf op 18 april 1945 , dus op het einde van de tweede wereldoorlog .Hij kreeg een memorial in de Saint John‘s -College kapel .Hij was tweemaal getrouwd , maar zonder afstammelingen.Zijn eerste vrouw ,Clara Ripley , stierf in 1917 , maar zijn tweede,Olive Franks ,met wie hij huwde op 84-jarige leeftijd, overleefde hem.

    Enkele beschouwingen over licht , door Ambrose Fleming.
    In het midden van de 19e eeuw wist men dat licht een bron was van energie , doordat men een stuk papier of sprokkelhout in brand kon steken , door daarop zonnestralen  te concentreren met een convergerende lens.Bovendien wisten Fresnel,Thomas Young , Brewster , Hamilton , Stokes , en later Kelvin ,dat licht een periodische trilling was , en dat lichtstralen konden afgebogen en gebroken worden .Ze kenden ook het begrip interferentie , dat ons leert ,dat twee lichtstralen die met een gepast fazeverschil worden samengesteld (bv. in tegenfaze), elkaar kunnen opheffen en duisternis produceren .Bovendien wisten ze dat licht gepolariseerd is .Men nam aan dat licht een weerstand ondervindt ,wanneer het de ruimte , die voorgesteld werd als een mechanisch-elastische materie , doorstraalt .
    Dit laatste bleek onjuist te zijn , toen in 1865 het wetenschappelijk genie James Clerk Maxwell ten tonele verscheen met geheel andere hypothesen . Maxwell stelde , dat licht een "diëlectriciteits-koëfficient " had , met waarde 1 ( = er ) , een begrip , waar nog nooit iemand van gehoord had , en dat deze ook bestond tussen de twee metalen platen van een kondensator , met waarden ,verschillend van 1 , afhankelijk van de aard van de isolatie tussen die platen .Hij stelde dat de aanwezigheid van dit diëlectricum , een " verschuivingsstroom " veroorzaakte , wanneer men een potentiaal-verschil tussen die platen toepaste .Die verschuivingsstroom , die gepaard ging met elektrostatische veldlijnen  , bestond zelfs in het luchtledige, dus ook in de hogere luchtlagen boven de aarde .Op dezelfde wijze als hij een diëlectriciteitskonstante definieerde , bepaalde Maxwell ook  de ( magnetische ) permeabiliteit , een andere konstante , niet meer in verband met elektrische , maar met magnetische veldlijnen ,en ook gelijk aan 1 ( = mr  ) in het luchtledige . Maxwell bewees wiskundig ,  dat licht bestaat uit twee loodrecht op elkaar staande trillingen , die een "vlakke golf "  vormen , die zich volgens een vektor loodrecht op dat vlak , voortplant in de ruimte ,met een snelheid gelijk aan   1/Öer. mr  (  1 , gedeeld door de vierkantswortel uit het produkt epsilon r , maal mu r ) , waarin aan  er  en  mr  zodanige waarden werden toegekend , dat deze berekening een lichtsnelheid van iets minder dan 300000 kilometers per sekonde opleverde . Hij was dus de eerste in de wereldgeschiedenis , die draadloze golven beschreef , die zich in de ruimte konden voortplanten , de basis , zoals later zou blijken , voor alle radio - en televisie - zend- en ontvangst- technieken .
    In 1864 stuurde Maxwell deze beschouwingen naar de "Royal Society of Londen ", getiteld "Dynamical Theory of the Electro-Magnetic Field ". Men moest daarna nog 23 jaar wachten , tot Heinrich Hertz in Duitsland , experimenteel electromagnetische golven opwekte , met een lagere frekwentie , dus een grotere golflengte dan het licht .Merken we terloops op , dat al het pionierswerk , dat in die periode plaatsvond , steeds gebeurde op  de zogenaamde korte golven of meter-tot-centimeter-golven: door Hertz in 1888, door Morse in 1894 , door Marconi in 1896,door Braun in 1899 . In de tijd van Hertz , Kirchoff , Bunsen , Faraday , had men ook reeds vastgesteld dat ultraviolet licht , licht is met een hogere frekwentie ,dus een kleinere golflengte , dan violet licht , en dat het bepaalde gassen ioniseert , waardoorheen het gestraald wordt . Dit ioniseren , bestaat er in , dat elektronen losgeslagen worden uit de atomen . Men stelde vast dat dit ook gebeurde ,wanneer lichtenergie viel op de in die tijd juist ontdekte alkali - metalen ,cesium en rubidium , alsook op kalium en zink .Dit vergde in het toen gangbaar cgs-stelsel een energie van 3 billi-ergs , dat is  3.10-12  ergs per sekonde .Dit foto - elektrisch effekt zou weinige tijd later gebruikt worden voor de vervaardiging van fotocellen , en nog later voor de fabricage van televisie-opnamebuizen .Het feit , dat men sprak over de beïnvloeding van atomen door licht , deed een tweede interpretatie van de lichtstroom ontstaan , namelijk de "corpusculaire " versie , die licht beschouwde als een stroom van kleine met energie geladen deeltjes , de fotonen , ook "quanta" van energie genoemd , die insloegen op de bestraalde materialen .Met verschillende afmetingen , kunnen de quanta verschillende hoeveelheden energie bevatten . Zo bevatten de fotonen van rood licht , minder energie dan de fotonen van violet en ultraviolet licht , maar de rode fotonen zijn talrijker dan de violette. Deze laatsten veroorzaken foto-elektriciteit , hetgeen de rode fotonen niet kunnen , namelijk vrijmaking van elektronen uit fotografische platen en films ( die in het licht van rode lampen ontwikkeld en bekeken worden ! ). Ultra-violet licht vernietigt door zijn sterke straling ook schadelijke bacterieën , een eigenschap waarvan men gebruik maakt in de biologie .
    Er bestaat een betrekking tussen de energie E en de frekwentie f van het licht:
    E = f.h waarin h de konstante is van Planck met waarde 6,55.1027. Geel licht heeft
    een frekwentie van 5. 1014 en een geel foton  heeft een energie van 32,5/1013 of 3,25 billi-ergs ,zoals Fleming nog in het vroegere cgs - stelsel berekende .Een violet foton  bezit tweemaal zoveel energie als een rood foton.De energie van een X-straal foton is 25000 maal groter dan van een geel foton ,zodat de blootstelling van het menselijk lichaam aan X_stralen , uiterst gevaarlijk is . Deze krachtige stralen vernietigen de menselijke huid .
    Alle fotonen planten zich met dezelfde (licht-)snelheid van 300000 km/sek. voort doorheen de ruimte .Een foton heeft een zekere massa of gewicht,dat bekomen wordt door zijn energie te delen door het kwadraat van de lichtsnelheid .Indien e de foton-energie is ,uitgedrukt in ergs ,dan is e/9. 1020  de massa in gram .Indien een geel foton een energie heeft van 3,25 billi-ergs ,dan is zijn massa in gram (3,25/1012).(1/9.1027)= 3,61/1033. Daaruit kan men berekenen hoeveel fotonen er voorkomen in 1 kubieke centimeter ruimte ,gevuld met helder geel licht. Overwegend dat de energie van een geel foton 3,25/1012 erg is ,moeten er in 1 kubieke centimeter ruimte , 14 miljoen fotonen voorkomen ,die zich in deze ruimte voortbewegen met de lichtsnelheid.Omdat een lichtstraal een elektromagnetische golf is met maksima en minima ,komen de meeste fotonen voor op plaatsen waar de elektrische en magnetische veldsterkte het grootst zijn .De golf zelf bevat weinig energie ,omdat deze in de fotonen zit.In de nul-doorgangen van de golf zitten er geen fotonen en geen elektrisch en magnetisch veld.
    Men kan een vergelijking maken tussen het licht en fysische stoffen.Deze laatsten zijn opgebouwd uit chemische atomen die bestaan uit een proton en er in banen ronddraaiende electronen. In een waterstofatoom is het proton  1840 maal zwaarder dan het elektron. Onze zon verbrandt elke minuut 240 miljoen ton waterstof om licht en warmte te produceren ,en ze doet dat reeds 3,5 miljard jaar lang .(Hoelang nog ?).Zoals reeds opgemerkt wordt het zonlicht uitgestraald onder de vorm van kleine pakketten energie , licht-quanta genoemd. Een tungsteen-atoom van het tungsteen-metaal dat in elektrische gloeilampen gebruikt wordt ,is 184 maal zo zwaar als een waterstof-atoom en zijn gewicht is 338540 maal dat van een waterstof-electron . Een foton van geel licht weegt slechts 1/300000-ste deel van een waterstof-electron.Bijgevolg heeft een licht-foton bijna geen massa in vergelijking met waterstof en zeker niet in vergelijking met tungsteen .Wanneer een atoom straling uitzendt ,gebeurt dit met een geheel aantal fotonen of quanta.Wanneer een atoom straling opslorpt , neemt het daarentegen slechts 1 enkel foton op. Wanneer de energie van het foton onvoldoende is om het atoom te ionizeren,dan zal het atoom dat foton niet absorberen .
    ( ziedaar de overwegingen , gemaakt door Fleming , tijdens de eeuwwisseling 1800-1900).

    Naschrift.
    Het volgend artikel over pioniers,in dit tijdschrift , beschrijft de prestaties  van Lee De Forest , die de triode uitvond.Hierdoor kwam  een kettingreaktie op electronica- gebied op gang , onder meer door de uitvinding van een reeks oscillatoren .
    In 1905 patenteerde De Forest zijn twee elektroden-buis .Hij noemde deze diode , een "audion".Fleming vond dat zijn idee gestolen was en beschuldigde De Forest van plagiaat,waarna een bitter  gevecht volgde voor de rechtbank. Fleming verloor het proces .In oktober 1906 voegde Lee De Forest een derde elektrode toe aan zijn diode,waardoor de eerste triode geboren was , die hij patenteerde in 1907 . Er waren drie batterijen op aangesloten  in plaats van één of  twee (gloeidraad-batterij en plaatkring-batterij , ofwel in plaats van deze laatste , een wisselspanningsbron) , zoals bij Fleming het geval was.Hij noemde ze nog steeds "audion", waardoor verwarring ontstond met zijn audion-diode.

    Hier figuur  "Philips "

    Tien jaar later waren tal van schepen met een niet te kleine tonnemaat , uitgerust met radio zend-en ontvangstapparatuur.( de Marconi-Fleming radio-ontvanger met buizen , waaronder speciaal ontworpen lampen , door Fleming besteld bij  de Edison fabriek,en door hem gepatenteerd op 25 januari 1908)
    Na 1918 werden in de lampen , thorium-gloeidraden gebruikt, die , ofschoon ze op een lagere temperatuur verwarmd werden , een vijfmaal hoger rendement hadden dan wolfram-draden  of met ferro-alkalisch-metaaloxide , bedekte gloeidraden .
    In 1913 werden de oscillatoren uitgevonden als opwekkers van ongedempte trillingen,en wel op drie plaatsen tegelijkertijd : in Engeland door Franklin, in Duitsland door Meissner , en in de V.S, door Armstrong.Kort daarna zouden de modulatoren van deze trillingen het daglicht zien , onder meer ook (FM) door Armstrong,waardoor het hele radio-gebeuren nog meer op gang getrokken werd.
    In 1915 verschenen de superheterodyne en de enkele-zijband transmissie op het toneel .

    Geraadpleegde werken :

    1)On the nature of light , door Sir Ambrose Fleming , D.Sc. , F.R.S. , in
    Television , November 1931 en tweede deel idem in Television for december 1931.
    2)John Ambrose Fleming: The Birth of Electronics, door W.A.Atherton,in Electronics World + Wireless World , Aug.1990
    3)  J.A.Flemimg: "The Thermionic Valve and it ‘s developments in Radiotelegraphy and Telephony ",uit  The Wireless Press Ltd.,1919
    4)  Department of Electronic & Electrical Engineering-University College London ,Torrington Place ,Londen.
    5)  De electronenbuis : tachtig jaar , uit Philips/MBLE publicatie ,1990
    6)  De vijftigste verjaardag van de uitvinding van de electronenbuis door
        Sir. Ambrose Fleming , uit de Radio Revue , 1960 .
    7)  On the nature of light , part I + Part II , door Sir.Ambrose Fleming,
       D.Sc. , F.R.S ., Electronics World + Wireless World , 1985
    8)  Internet : electronic concepts door Jerrold H. Krenz.
    9)  Internet :Science and Society Picture-Library (Science Museum)
    10)  Internet : Antentop , door John.S.Belrose
    11)  Internet : From coherer to DSP , door M.Lemme  en R.Menicucci.
    12)  Fleming : uit  EBU Technical Review ,spring 1995 , door Lemme &
          Menicucci .

    26-04-2004, 00:00 Geschreven door Willy
    Reageren (3)


    25-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.39 Henry Joseph
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Joseph Henry (17 december 1797-13 mei 1878)

    ( Klik met de muis op het hiernaaststaand schilderij, om de afbeeldingen te bekijken , die behoren bij de hierondervolgende tekst ) .

    Henry wordt beschouwd als de voornaamste  Amerikaanse natuurkundige van de 19e eeuw . Zijn brede belangstelling ging uit naar elektriciteit , magnetisme en scheikunde.Hij heeft belangrijke bijdragen geleverd aan de elektriciteits-theorie. De eerste was de ontdekking van de zelfinductie , de tweede de bouw van een praktische , goed werkende elektrische telegraaf , en de derde de bepaling van de trillende natuur van bliksemschichten , in het
    kader van sterrekundig opzoekingswerk .Hij ontwierp ook een elektrische
    motor .
                afbeelding   Henry1    ( 2 portretten naast elkaar)

    Henry werd geboren op een kleine boerderij te Albany ,in de staat New York, als zoon van Ann Alexander Henry (1760-1835) en William Henry (1764-1811) ,die beiden vanuit Schotland naar Amerika waren geëmigreerd op 16 juni 1775.
    Zijn grootvader ,Joseph Hendrie , heeft er zich altijd tegen verzet , dat hun Schotse achternaam Hendrie , veranderd werd in Henry .
    Zijn vader , die een onvermogende en straatarme dagloner  was , stierf , toen Henry nog een jong kind was. Door de armoede van het gezin , was er van
    naar school gaan geen sprake , en het kind  moest werken op de boerderij .
    Zijn moeder stuurde hem op dertienjarige leeftijd in de leer  bij een uurwerk-maker , en een zilversmid .Hij deed dit werk zeven jaar lang.Hij werkte ook als hulp-bediende in een winkel.In die tijd verbleef hij , als de vrije ogenblikken  het hem toelieten  ,  bij zijn grootmoeder , die in een dorp (Galway) woonde , op 50 kilometer van Albany .Als huisdier , had hij een konijn , dat hij goed verzorgde.
    Niets onderscheidde de jonge Henry ,van de kinderen van dezelfde leeftijd in zijn omgeving, die zoals hij , een opleiding en opvoeding ondergingen , door aanraking met de praktijk , waarin ze tewerkgesteld waren .Henry was sterk geïnteresseerd in theater-opvoeringen , en hij overwoog gedurende een zeke-
    re tijd , om professioneel acteur te worden. Hij schreef theater-stukken en
    speelde daarin zelf een rol , in het kader van een aktieve groep theater -
    amateurs .Hij had zichzelf leren lezen en schrijven , en de avonduren besteedde hij aan het verslinden van romans , en het lezen van boeken over de populaire toepassingen van experimentele scheikunde , sterrekunde , weerkunde en filosofie .Over scheikunde , had hij ook een boek gekregen van een genaamde Robert Boyle , die eens bij zijn moeder op bezoek geweest was en die later faam zou verwerven als  beroemd scheikundige . Hier bestaan gelijkenissen met het leven van Michael Faraday , die eveneens uit een zeer arme familie stamde , en als kind tewerkgesteld was bij een boekbinder, waar hij las in een in te binden boek over scheikunde , hetgeen de verdere loop van zijn leven zou bepalen , door zijn  interesse voor wetenschap op te wekken .

    Tijdens zijn zelfstudie,las Henry ook een boek over het leven van Ampére en over een rudimentaire elektro-magneet , die gebouwd was in Europa . Daardoor gefascineerd , vatte hij in 1819 (tot 1822) [hij was toen 22 jaar , dus een veel oudere leerling dan zijn klasgenoten waar hij bijzat ] studies aan in een private secundaire school , en hij volgde ook avondlessen over het gebruik van de Engelse woordenschat,over meetkunde en mechanica.
    Tussen 1823 en 1826 , mocht hij als assistent , een professor  in de natuurkunde en de scheikunde aan de Albany Academie ( New York ), helpen bij het uitvoeren van proeven in zijn natuurkundig laboratorium. Dit gaf hem de gelegenheid , verder te studeren op het gebied van de wetenschappen en de wiskunde, en hij volgde daarover alle mogelijke kursussen aan deze Academie waar hij ook een tijdje mocht werken als bibliothecaris .
    afbeelding                  Henry2 (glasraam)
    Hij mocht natuurkundige demonstraties voorbereiden , alles daarvoor klaar zetten in het laboratorium ,de demonstraties soms zelf uitvoeren en aan de studenten daarover uitleg geven .Hij vond dit een fantastische job . Zijn vroegere interesse voor theater-optredens , droeg bij tot zijn populariteit als gewaardeerde demonstrator , door het vleugje dramatiek dat hij in zijn uiteenzettingen verwerkte .In feite wou hij verder studeren voor geneesheer,
    maar geldgebrek noopte hem ertoe ,gedurende een korte tijd te werken  in de
    openbare diensten van New York-stad ,als hetgeen men in Amerika ‘ingenieur’ noemt , en daarvoor hoeft men niet noodzakelijk een ingenieurs-diploma behaald te hebben .In dat kader nam hij deel aan een project voor het aanleggen van een nieuwe weg tussen de Hudson-rivier , en het Erie-meer .

    In 1826 , hij was toen 29 jaar oud ,kon hij kiezen tussen drie werkaan-biedingen:het helpen aanleggen van een kanaal in Ohio, beheerder van een mijn in Mexico of een loopbaan in het onderwijs .Hij koos voor het laatste , vooral omdat hem in die periode een baan werd aangeboden als professor in de wetenschappen en in de wiskunde , aan de Albany Academie die hij dus reeds goed kende . Men noemde deze funktie in die tijd ook professor in de filosofie.Het is daar (tussen 1826 en 1832), dat Henry , zonder op de hoogte te zijn van de experimentele ontdekkingen van Faraday , en na het bijwonen van een demonstratie over Oersted’s ontdekking van de invloed van een elektrische stroom op de afwijking van een magneetnaald , zijn proeven uitvoerde over  elektromagnetische inductie. Daarbij maakte hij gebruik van elektro-magneten  waarover de legende zegt , dat hij daarbij geïsoleerde geleiders gebruikte , van elkaar  gescheiden ,door de isolerende droge haren van zijn toekomstige echtgenote . Hij zou , als mooie man met blonde haren en blauwe ogen ,  met deze Harriet huwen en bij haar drie dochters krijgen , Mary , Helen en Louisa .(drie andere kinderen stierven in het kraambed , wegens de onvolmaaktheid van de verloskunde in die tijd) .

    Oersted had  de magnetische uitwerking van elektrische stromen  waar-
    genomen , maar hij had er nooit een praktische toepassing mee gemaakt .
    William Sturgeon had in 1825 , te Londen  , de eenvoudige magneet van
    Ampere verbeterd , door een stroomvoerende draad te wikkelen rond een
    hoefijzer-achtige staaf , nadat hij deze laatste bedekt had met een isolerende
    vernis .In 1827 toonde Henry een magneet , die 14 kilo ijzer kon opheffen.
    In 1829 demonstreerde hij  aan de Albany Academie , een verbeterde hoefijzermagneet , waarbij een spoel uit geïsoleerde draad op een metalen drager gewikkeld was . Door de geleider te isoleren , in plaats van (enkel) de magnetische kern ,kon  hij de windingen van de wikkeling veel dichter ( en in groter aantal ) tegen elkaar leggen . Bovendien polijstte hij de twee polen van de magneet , en voegde een armatuur toe aan de luchtspleet , om de magnetische kring te sluiten . Een verdere verbetering werd aangebracht , door de magneetspoel met meerdere lagen te wikkelen .
                                afbeelding Henry3 (magneet)
    Hij eksperimenteerde  zowel met magneten , gewikkeld met weinig windin-
    gen draad van grote diameter , doorvloeid door een grote stroom , als met
    een groot aantal windingen dunne draad , die een kleine stroom voerden.
    In een andere proefneming , wikkelde Henry twee afzonderlijke spoelen
    op dezelfde magnetische kern . Hij had aldus een eerste transformator
    ontworpen . Eén spoel bestond uit slechts enkele windingen dikke geïso-
    leerde koperdraad , waarboven een laag isolerend linnen , gedrenkt in de
    olie , werd aangebracht. Daarboven wikkelde hij de tweede spoel , die
    bestond uit een groot aantal windingen dunne draad . Op deze wikkeling,
    werkend als primaire ,kon hij een hoge wisselspanning toepassen ,waarbij
    de sekundaire dan een lage spanning bij grote stroomsterkte afleverde aan
    een weerstand-belasting .De gloeilamp was op dat ogenblik nog niet uitge-
    vonden ,anders had hij kooldraadlampen als belasting kunnen gebruiken.
    Hij kon de transformator ook omgekeerd gebruiken , een lage spanning
    bij grote stroom toepassend op de ene wikkeling als primaire , en een hoge
    spanning bij lage stroomsterkte doorheen een verbruiker ,afnemend over de
    spoel met het groot aantal windingen dunne draad .

    In Albany bouwde hij een grote elektromagnetische hoefijzermagneet ,waar-
    bij acht spoelen , gewikkeld met elk 18 meter draad , in serie of in parallel
    konden geschakeld worden , en waarmee hij een gewicht van 325 kilo kon
    opheffen , een merkwaardige prestatie voor die tijd .Hij werd toen ook gevraagd door Penfield Iron Works , om voor hen elektrische magneten
    te bouwen en te ontwerpen .Deze industrie-reus ,legde toen een haven aan
    voor goederen-transport en noemde deze als eerbetoon aan de toen reeds
    befaamde Henry , "Port Henry ".  Uit die tijd stammen ook  proeven ,waarbij
    hij elektrische energie omzette  in mechanische , b.m.v. een elektrisch motortje van eigen ontwerp .
                    afbeelding         Henry_motor

    In 1832 ( tot 1846) , hij was toen 35 jaar oud ,werd Henry aan de Princeton Universiteit (deze was vroeger het College of New Jersey ) aangesteld als professor in de  "Natuurlijke Filosofie ", dit is een term die vroeger gebruikt werd voor professoren in de wetenschap en in het bijzonder in de fysica .
    Hij verdiende 1000 dollars per jaar en kreeg een huis ter beschikking om gratis in te wonen .Hier heeft Henry een tijdlang samengewerkt met zijn schoonbroer Stephen Alexander , die professor Sterrekunde was , bij het observeren van zonnevlekken .
    In die tijd publiceerde hij artikels over capillariteit , fosforescentie , de warmte van zonnevlekken ,de aurora ,geologie , mineralogie , architektuur, geluid , ballistiek ,sterrekunde ,elektriciteit en magnetisme , waaronder het aardmagnetisme .Hij gaf over deze onderwerpen ook lessen .
    Hier konstrueerde hij zijn grootste elektro-magneet , die na bekrachtiging , een gewicht van 1800 kilo kon opheffen . ( hij zou dit eksperiment later herhalen aan de Yale Universiteit ) .Met deze zelfde grote magneet , toonde hij het verschijnsel van de elektro-magnetische induktie aan . Hij wikkelde er een spoel op van geïsoleerde koperdraad , 15 meter lang , en daarnaast een kleinere spoel ,waar over de klemmen ,een galvanometer aangesloten werd. De klemmen van de grote spoel werden aangesloten aan de twee droge platen van een Volta-batterij .Op het ogenblik dat Henry dit stel platen onderdompelde in een bokaal met verdund zuur , sloeg de naald van de galvanometer zo’n 30 graden uit , aanduidend ,dat er een e.m.k.  geïnduceerd was in de secundaire wikkeling.Na een korte tijd , keerde de naald terug naar uitslag nul .Op het ogenblik dat het stel platen uit het verdund zuur geheven werd , sloeg de naald van de galvanometer uit in de tegenovergestelde zin . Henry noemde dit nieuw ontdekt verschijnsel : zelf-inductie.Het deed zich voor , wanneer in een magnetische spoelkring , de stroom plots onderbroken werd , en was in staat , in een secundaire wikkeling een zodanig hoge e.m.k. te verwekken , dat tussen de klemmen ervan , uitgevoerd als stiften , een vonk oversprong ( principe van de klos van Rhumkorf) . Hij definieerde de zelfinductie van een spoel als L = n. dF/di   waarin n het aantal windingen is van de spoel , en dF de fluxverandering rond de spoel , ontstaan door de stroomverandering di in de windingen van de spoel . De elektromotorische kracht , die geïnduceerd werd in een sekundaire spoel met zelfinductie L , definieerde hij als  e = - L.di/dt  , dus groter wordend ,als de stroomver-andering di in een kortere tijd dt  gebeurde . Het min-teken wijst op een tegen-elektromotorische kracht , die zich verzet tegen het snel opkomen van de stroom in een inductieve keten , en ook tegen het snel verdwijnen ervan .
    Deze proeven bezorgden Henry internationale faam vanaf 1831. Deze zou nog groter geweest zijn ,indien Henry zijn vindingen in een wetenschap-pelijke verhandeling zou gepubliceerd hebben , hetgeen hij uit bescheiden-heid niet deed .Henry heeft aldus een aantal resultaten van zijn opzoekingen niet openbaar gemaakt en daardoor de prioriteit over zijn ontdekkingen verloren . Hij patenteerde zijn uitvindingen ( die hij nog vóór Faraday gedaan had ) niet , omdat hij niet op winstbejag uit was. Hij wou enkel  " de voor-uitgang van de wetenschap , en het plezier dat nieuwe ontdekkingen hem bezorgden ".( "the most prominent idea in my mind , is that of stimulating the talent of our country to original research , and thus to enlarge its base " ).
                        Afbeelding       Henry_2 (proefopstellingen)

    Daardoor wordt een deel van zijn opzoekingswerk  toegeschreven aan Michael Faraday ,die in Engeland op gelijkaardige gebieden research  deed , en de resultaten daarvan wel publiceerde en octrooieerde , vanaf 1832 ,
     in het bijzonder over het verschijnsel " inductie" . ( geen zelf-inductie ) .
    Henry breidde de proeven van Faraday uit , door te eksperimenteren met twee spoelen ,die op een zekere afstand van elkaar geplaatst ,elkaar beïnvloedden . Deze wederwerking noemde hij " wederzijdse inductie " , niet wetend  dat Faraday die term reeds gebruikt had in een publicatie , waardoor deze "mutual inductance " -vinding toegeschreven wordt aan Faraday en niet aan Henry. In 1838 publiceerde Henry daarover dan toch een studie , getiteld : "over de inductie van een secundaire stroom ,op een afstand ". Hij had twee spoelen gebruikt met een grote diameter ,namelijk 1,20 meter , waarbij een secundaire spoel in dunne draad gewikkeld ,zich op meer dan een meter afstand bevond van de primaire . De spoelen bevatten geen ijzeren kern , en dit eksperiment bewees , dat men ook op afstand een e.m.k. kan induceren in een secundaire . Deze proef werd uitgebreid ,door een helper als waarnemer , metingen te laten verrichten aan de klemmen van de secundaire spoel , deze keer opgesteld in de aanpalende kamer. Men kan hier dus reeds spreken over een elementaire vorm van een telecommunicatie-systeem , vijftig jaar vóór de uitvinding van de draadloze straling en ontvangst van elektromagnetische golven , met de halve golf dipool van  de Duitser Heinrich Hertz .
    Veel later , in 1851, zou Henry aantonen , dat het overslaan van een twee centimeter lange vonk tussen twee metalen stiften , op 10 meter afstand daarvan , een magneetnaald deed uitwijken .Hij trok de vonken met een elektriseermachine die opgesteld stond in de hall van de universiteit , nadat een van zijn studenten , reeds in 1844 , hem gesuggereerd had , dat een dergelijk "vonkenverschijnsel " wel eens een voortgeplante golf zou kunnen veroorzaken "op een verwonderlijk grote afstand ".

    Op een geheel ander gebied , had Henry in Albany , een telegraaf gebouwd, die werkte op het einde van meer dan een kilometer draad .Op het ene uiteinde was een batterij geplaatst , en op het ander  , een anker ,dat zich kon bewegen tussen de polen van een hoefijzer-magneet. Op het ogenblik dat deze bekrachtigd werd , draaide het anker in een horizontaal vlak , zoals in  één der uitvoeringen van hetgeen men nu een elektromagnetisch relais noemt ,en raakte in deze stand een bel , in feite ene der eerste goed werkende elektrische bellen. (en  de uitvinding van het relais is dus in zekere zin ook aan Henry toe te schrijven ).
    Dit was het prototype van deze opstelling . Een later gewijzigde uitvoering , liet toe , punten en strepen te trekken op een papierlint dat afrollend voort-bewogen werd . De punten-en streepjes-kode , maakte van deze opstelling , een eerste praktische telegraaf .In 1836 bouwde hij een telegraaf , waarmee
    hij van de campus van de Princeton Universiteit , informatie kon zenden naar
    zijn huis , en omgekeerd .  Gelijkaardige proeven werden  uitgevoerd
    door Samuel Morse , de uitvinder van het morse-alfabet voor de telegrafie,
    die Henry geraadpleegd had , en diens wetenschappelijke publicaties gelezen had . Morse bouwde toen veel ingewikkelder telegraaf-mechanismen en
    wordt internationaal erkend als de ware uitvinder van de moderne telegraaf.
    Henry heeft toen nog getuigd ten gunste van Morse , in een proces dat deze laatste  voerde voor de rechtbank , tegen een genaamde O’Reilly , toen beiden op hetzelfde ogenblik poogden de uitvinding van de telegraaf te patenteren.
    Ook de Engelse  professor Wheatstone ( gekend voor "de brug van Wheatstone ") had op deze verdienste  aanspraak gemaakt , en probeerde de claim  van Morse , op de originaliteit van de vinding , te ondermijnen.
    ( Wheatstone wordt beschouwd als de opbouwer van het Brits telegraaf -
    netwerk ) .
    Nochtans had Henry van de Universiteit , de toelating gekregen om , met
    behoud van zijn volle wedde , studiereizen te maken in het buitenland , en
    hij had daarbij in 1837  Wheatstone  ontmoet . Ook Faraday , had met
    hem over zijn telegraaf gesproken ,en hij had bij die gelegenheid in Engeland ook een ganse reeks inkopen gedaan van wetenschappelijke instrumenten die hij meenam naar Amerika , waar deze klaarblijkelijk niet verkrijgbaar waren .

    In 1842 magnetiseerde Henry stalen naalden , door een batterij van Leydse
    flessen doorheen een spoel rond de naalden , te ontladen . Hij bestudeerde de invloed van bliksemschicht-ontladingen op de uitwijking van de gemagne-tiseerde stalen naalden , en ontdekte dat bliksemschichten ,zelfs op verre afstand , de naalden verder magnetiseerden , soms met een tegengestelde polariteit . Dit deed hem tot het besluit komen , dat een bliksemschicht-ontlading , een trillend verschijnsel is. Bij deze opzoekingen gebruikte hij het stalen dak van zijn laboratorium , waaraan hij een geleidende draad had vastgesoldeerd ,als antenne , en ontvangstplaats op de campus van de Princeton Universiteit .

    James Smithson , een Engelse chemist en mineralogist , die nooit de Verenig-
    de Staten bezocht had , liet nochtans als nalatenschap , aan de toenmalige
    regering van de USA , een half miljoen dollars na , voor het oprichten van
    een wetenschappelijk instituut . Dit geld werd door het Congres aanvaard in
    1846 , en het Smithsonian Instituut werd daarmee in Washington D.C. op-gericht ,met die benaming ,  om hulde te brengen aan de milde schenker Smithson.
    In 1846 aanvaardde Henry , de betrekking van   eerste sekretaris van het pas
    opgericht Smithsonian Instituut , in feite een direkteurs-post die hij tot aan zijn dood in 1878 , bekleedde  met het instellen van een praktijk ,waarbij metereologische veranderingen , dus weersvoorspellingen , doorheen het ganse land verspreid werden via de telegraaf . Dit leidde ,later , in 1891 tot de oprichting van het U.S. Weather Bureau .Hij gaf ook wetenschappelijk advies aan tal van goevernementele diensten , en aan de technische adviseurs van de
    toenmalige president Lincoln . Er bestaat zelfs een schilderij , waarop hij
    in het gezelschap van president Lincoln , samen met andere wetenschappers,
    afgebeeld staat . Onder zijn leiderschap , werd een traditie van continue
    research gestimuleerd , in het bijzonder aangemoedigd op het gebied van
    de sterrekunde , de plantenkunde   , de anthropologie ,metereologie en geo-
    fysica .
            afbeelding    Henry 4  ( schilderij met Lincoln)
    In 1867 werd hij president van de Nationale Academie voor Wetenschappen
    en van de Amerikaanse Associatie voor de vooruitgang van de wetenschap-pen.
    Het Smithsonian Museum is nog steeds een aantrekkingspool voor vele bezoekers , een aanrader om dit te gaan bekijken , en de schrijver van dit artikel bezocht het ook , en zag er onder meer , de moon-lander capsule waarmee Armstrong op de maan landde en ervan terugkeerde . Ook de raket die hem lanceerde staat voor de ingang van het Museum .Een  brand die in 1865 uitbrak in het Smithsonian Instituut , vernielde al Henry’s  vroegere studies.
       2 afbeeldingen (schilderijen) naast elkaar :  Henry5 (1872)  en  Henry (1873)

    Toen hij in 1878 stierf , werd zijn begrafenis bijgewoond door de president
    van de Verenigde Staten en al zijn belangrijkste medewerkers , door talrijke
    leden van het Congres , en door talloze wetenschappers uit alle windstreken.

    In 1893 werd op een bijeenkomst van het Internationaal Congres der
    Elektrotechnici in Chicago , als eerbetoon , de henry ( geschreven met
    kleine letter , omdat het hier niet gaat over een persoonsnaam) vastgelegd
    als internationale eenheid van magnetische inductie .

    Willy Acke

    Geraadpleegde werken  :

    1)  Founding Fathers of the Electrical Science :  Joseph Henry , door Bern
       Dibner , in Proceedings of the I.R.E.E of Australia , November 1968 .
    2)  The Joseph Henry Papers Project , Smithsonian Institutional History
        Division  , op  internet .
    3)  Joseph Henry , op internet (geen auteur vermeld ) .
    4)   Henry  , op internet (geen auteur vermeld )
    5)  Adventures in Cybersound : Henry , Joseph   , op internet .(geen auteur vermeld).
    6)  Pioneers : Joseph Henry , door Tony Atherton , in : Electronics and
        Wireless World , september 1989 .

     

    25-04-2004, 00:00 Geschreven door Willy
    Reageren (0)


    24-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.38 Kirchoff
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Gustav Robert Kirchoff   ( 1824 - 1887 )                     

      Klik met Uw muis op de foto , om de afbeeldingen
       te bekijken die behoren bij deze tekst .                                                                                                                                                                    Fig.1 (Kirchoff1)

    Kirchoff wordt gerangschikt onder de meest vooraanstaande fysici van de 19e eeuw ,en als een van de  uitvinders van de spectroscopie.
    Bij de electrotechnici is hij vooral bekend door zijn twee wetten van Kirchoff
    die hij reeds in 1845 formuleerde , toen hij nog student was ,en die betrekking hebben op de stromen en de electromotorische krachten in elektrische
    netwerken . Hij was ook student van Gauss.

    Gustav Kirchoff werd als zoon van een Rechter geboren op 12 maart 1824 in Königsberg ,Pruisen , hetgeen  nu Kalingrad heet in Rusland .Zijn moeder heette Johanna Henriette Wittke , en de familie was welstellend en vermogend genoeg om Gustav te laten studeren. Hij was eerder klein voor zijn
    leeftijd , tenger van gestalte ,en  in zichzelf gesloten ,zonder veel te praten .
    Zijn ouders wilden hem laten studeren aan de Albertus Universiteit te
    Königsberg , in 1544 gesticht door Albert , de eerste Hertog van Pruisen.

    Zoals zijn twee oudere broers doorliep Kirchoff eerst de klassen van het Kneiphoofse Gymnasium , dat hij met een eindgetuigschrift verliet in 1842 om chemie te studeren aan de Albertus Universiteit . Onder meer Franz Neumann en Jacobi , gaven er les . Neumann legde zich als een der eerste vorsers , toe op het verschijnsel van de magnetische inductie ,zoals de Engelse Joseph Henry , geboren in 1797 .

    Kirchoff publiceerde een verhandeling over rechte en cirkelvormige geleiders. In dit  werk , vinden we een studie over het doorstromen van een vlak ,
    door een elektrische stroom, in het bijzonder een cirkelvormige.Deze studie
    werd ondernomen op aansporing van Neumann , en mondde uit in een doctoraats-thesis .Ze bevat (1845 toen hij nog student was te Königsberg) reeds de twee vergelijkingen , die nu gekend zijn als de twee wetten van Kirchoff , namelijk :
    n                                                        n                    n
    Som Ik  = 0                en               Som Ui  =      Som   Rk .Ik 
    k=1                                                   i =1                k=1 
    De eerste regel of stroomwet , stipuleert dat de som van de stromen in een knooppunt van een elektrisch netwerk gelijk is aan nul , of anders uitgedrukt ,dat de som van de stromen die het knooppunt verlaten , gelijk is aan de som van de stromen die naar het knooppunt toevloeien .Dit is tevens de wet van het behoud van de elektrische lading : ze verschijnt niet plots en ze verdwijnt
    niet plots , en er is geen blijvende opstapeling in een bepaald (knoop-)punt
    van een netwerk . Deze wet geldt ook voor vloeistoffen in de hydraulica.

    De tweede regel of spanningswet , zegt dat de som van de spanningsvervallen
    in een lus van een netwerk (spanningsvervallen over weerstanden , konden-satoren en spoelen ,veroorzaakt door de stroom die erdoorheen vloeit ) gelijk
    is aan de som van de elektromotorische krachten of spanningen (= e.m.k.’s
    in serie met hun inwendige weerstand) , die in die lus werken .

    Deze twee wetten gelden zowel op gelijkspannings- als op wisselspannings-
    gebied ,zowel wat de generatoren betreft (gelijkspannings-en wisselspan-nings-generatoren , zelfs gemengd door elkaar voorkomend in hetzelfde netwerk ),als de weerstanden , of in het geval van aanwezige kondensatoren en spoelen , de reaktanties van deze laatsten op de werkfrekwentie , d.w.z. de kapacitanties en de inductanties. Deze wet betekent ook dat de energiebronnen die werken in het netwerk ,hun energie zien omzetten in dissipatie , door opwarming van de weerstanden van het netwerk ,aangezien de reaktieve elementen enkel een blindvermogen opleveren .Met enige aanpassing kan men de wetten van Kirchoff ook toepassen op magnetische kringen en ketens .

    Sommigen zeggen dat hier enige bescheidenheid geboden is , en dat men
    beter zou spreken over de wetten van Ohm-Kirchoff ,omdat ook George-
    Simon Ohm (1787-1854) op deze materie gewerkt had , zodat men de
    wetten van Kirchoff kan beschouwen als een uitbreiding of een veralge-
    mening van de wet van Ohm . Deze laatste had zelfs aangetoond , dat
    de snelheid van een elektrische stroom die doorheen een koperen draad vloeit ,  de lichtsnelheid benadert . Hij had ook de topologie van netwerken bestudeerd , in verband met de in die tijd , aangelegde telegrafie-netten .

    Fig2  (Kirchoff2 (Ohm)

    George Ohm was in 1787 te Erlangen in Duitsland geboren ,en deed eerst
    opzoekingswerk op de door de Italiaan (graaf) Alessandro Volta , uitgevonden elektrische cel .Hij legde daarbij de belangrijke betrekkingen vast tussen stroom , spanning en weerstand ,en over de analogie tussen  elektriciteits-
    stromen en warmtestromen ,en publiceerde zijn opvattingen daarover reeds in 1827 . Levend in armoede, werden zijn verdiensten tenslotte in 1849 erkend , toen hij als professor werd aangesteld aan de Universiteit te München .

    1847 was een belangrijk jaar voor Kirchoff. Hij studeerde af te Königsberg
    en trad als gediplomeerde onmiddellijk in het huwelijk met Clara Richelot ,
    4 jaar jonger dan hem .Ze was de dochter van Friedrich Richelot , zijn professor in de wiskunde. Het paar verhuisde nog hetzelfde jaar naar Berlijn .Het was een woelige tijd , waar in verschillende deelstaten van de Duitse Confederatie gevochten werd, ook in andere landen , bijvoorbeeld in Frankrijk , waar te Parijs , Louis-Philippe afgezet werd , tijdens een bloedig oproer in 1848 . Met Clara , had Kirchoff twee zonen en twee dochters , en hij stond in voor een groot gedeelte van hun opvoeding , nadat Clara in 1869 stierf . Hij hertrouwde in 1872 met Luise Brömmel  uit Goslar in Heidelberg.

    De invloed van Franz Neumann , toen prof. in de  Wiskundige Natuurkunde , maakte  , dat de jonge Kirchoff zich volledig op fysica toelegde , en  in 1848 , als privaat docent in Berlijn aan de slag kon (van 1848 tot 1850 , zeer slecht betaald , praktisch onbezoldigd).
    Kirchoff publiceerde in 1848 een verhandeling over " Systemen die gedeel-telijk uit niet-lineaire geleiders bestaan " , en een jaar later in 1849 : "het
    afleiden van de Ohmse wetten, toegepast op de theorie van de Electrostatica".
    Het is waarschijnlijk geen toeval , dat deze publicatie in 1849 verscheen ,het
    jaar dat de verdiensten van George Ohm erkend werden door zijn benoeming
    aan de Universiteit . In hetzelfde jaar schreef Kirchoff nog een verhandeling
    over "het bepalen van de konstanten , waarvan de sterkte van elektrische stromen afhangt ".
    Later , in 1857 publiceerde hij een geschrift over "de beweging van de elektriciteit in geleidende draden ". Daarin stelde hij , zoals Ohm , "dat de elektriciteit zich in draden voortplant , op een gelijkaardige manier zoals een lichtgolf zich in de ledige ruimte voortplant , en dat de weerstand van een draad vergelijkbaar is met de weerstand die warmte-geleiding ondervindt " . In diezelfde periode , hadden ook Poggendorf en Wilhelm Weber , studies gedaan over de voortplanting van licht in de ruimte en ze waren tot dezelfde besluiten gekomen .( in de huidige stand van zaken , weten we dat golven zich in elektrische kabels voortplanten met een snelheid van ongeveer 200000 kilometer per sekonde , terwijl de lichtsnelheid iets minder dan 300000 km/s  bedraagt ) .
    In 1850 vertrok Kirchoff als buitengewoon professor in de fysica naar Breslau .Daar deed hij opzoekingen over de vervorming van elastische platen ,verder bordurend op een theorie die daarover door Poisson ontwikkeld was , en op de differentiaal-vergelijkingen van Navier .Tijdens zijn verblijf te Breslau , ontmoette Kirchoff , Robert Wilhelm Bunsen (1811-1899) ,die daar tijdens het academie- jaar 1851-1852 was aangesteld als professor in de scheikunde .

    Fig3 (Kirchoff3)

    Bunsen was de zoon van een professor moderne talen aan de Universiteit van
    Göttingen , en hij studeerde in 1830 aan diezelfde universiteit af met een
    doctoraat in de chemie .Hij kreeg nog een studiebeurs om gedurende drie
    jaren rond te reizen , en bezocht daarbij zoveel mogelijk fabrieken en onder-
    zoeks-laboratoria , zoals dat van Gay-Lussac in Parijs . Hij deed onderzoek
    op het gebied van  de organische scheikunde , dat hem een oog kostte , wan-
    neer een afgeleide van arsenic , cadocyl cyanide ,ontplofte .Hij bleef zijn
    gehele leven geinteresseerd in geologie , en reisde daarvoor naar IJsland
    om de temperatuurveranderingen in het water van IJsland’s grootste
    geyser te bestuderen .Bunsen verbeterde ook de samenstelling en werking
    van een aantal chemische cellen , die in die tijd ontwikkeld waren .Vanuit
    die periode stamt de ontdekking van de ‘Bunsen batterij ‘ en de in al onze
    chemische laboratoria gekende ‘ Bunsen brander ‘.Daarmee verhitte hij
    verschillende metalen  en zouten tot ze een gekleurde vlam afgaven .

    Beiden werden goede vrienden ,en in 1854 overhaalde Bunsen ,die vanaf
    einde 1852 weer doceerde aan de Heidelberg Universiteit , Kirchoff , om naar Heidelberg te verhuizen .Meer dan twee decaden werkte Kirchoff daar als professor in de fysica ,en researcher aan de Universiteit .
    Hij begon ook een vruchtbare samenwerking met Bunsen , en deelde diens
    sociaal leven in een kring van vrienden , verzameld rond  Helmholtz .In die
    tijd onderzochten  ook Wilhelm Weber en Rudolf Kohlrausch het gedrag
    van elektrische stromen , en in Engeland maakte Maxwell bekend ,dat
    licht een elektromagnetisch verschijnsel was .Kirchoff zou trouwens later
    in Engeland verkozen worden tot ‘Fellow of the Royal Society of Edinburgh ‘ (1868) en  tot ‘Fellow of the Royal Society’ (1875) in het kader van ‘honours
    awarded to important mathematicians , and excellent teachers of theoretical physics in a period of expanding scientific horizons ‘.

    De aanleiding tot het gemeenschappelijk onderzoek , ging van Bunsen uit.
    Bunsen en Kirchoff samen , zijn de vaders van de spectrum-analyse . Bunsen
    was begonnen de kleuren te ontleden ,die ontstonden bij het verhitten en ver-
    branden van chemische stoffen in de gasvlam van zijn Bunsen brander.
     Hij gebruikte daarbij eerst filters uit gekleurd glas ,maar op aandringen van Kirchoff daarna een prisma , dat de lichtstralen in spectraallijnen op een wit vlak projecteerde. Ze bestudeerden ook de lichtstraling en de chemische samenstelling van de zon , en stelden vast , dat natrium voorkwam in de sterren .Kirchoff was de eerste die uitlegde dat de donkere lijnen die voorkomen in het zonne-spectrum , veroorzaakt worden door de opslorping van bepaalde golflengten op het ogenblik dat het licht doorheen een gas passeert .Wanneer het gas verhit werd , zond het licht met diezelfde golflengte uit . In 1859 publiceerde Kirchoff ook een verklaring voor de donkere lijnen in het zonne-spectrum , die toen ook opgemerkt waren door Josef von Fraunhofer ( de zogenaamde Fraunhofer lijnen) , weer door ze toe te schrijven aan absorptie .Hij schreef in de maandelijkse mededelingen van de Berlijnse Akademie : "ter gelegenheid van het door Bunsen en mijzelf uitgevoerd onderzoek op  een spectrum van gekleurde vlammen,en een studie over Fraunhofer lijnen in de zonne-atmosfeer en in flikkerende sterren ,menen wij een bijdrage te hebben geleverd aan de oplossing van astrophysische vragen .." .Bunsen was specialist in het scheiden , identificeren , en meten van scheikundige substanties .Beiden kwamen tot de vaststelling dat elke chemische substantie haar eigen uniek patroon van spectraal-lijnen vertoont , een belangrijke ontdekking voor de chemische analyse . In 1860 ontdekten ze daardoor een nieuw element dat nog niet voorkwam in de tabel van Mendeliev (Dimitri Mendeliev was op dat ogenblik een jonge , beginnende scheikundige ), namelijk het alkali-metaal cesium en het jaar daarop in 1861 , nog een ander nieuw element , rubidium . Ze ontwierpen ook een prima werkende spektroscoop ,gebaseerd op de prismatische ontleding van lichtgolven :
    fig4 ( Kirchoff4)
    Daardoor werd een nieuw tijdperk ingehuldigd voor het vinden van
    nieuwe chemische elementen. De eerste vijftig waren gevonden door chemi-sche reakties of door elektrolyse .

    Kirchoff interesseerde zich ook voor de thermodynamica en de elasticiteits-
    theorie , en zoals dat vaak het geval is , bij veelzijdige vorsers , wekte dit
    enige naijver op bij tijdgenoten .Zo had Stephan Boltzmann enige kritiek op
    Kirchoff’s opvattingen over de opslorping en uitzending  van straling door  lichamen , toegepast op de mechanica en de hydrodynamica . In 1862 publiceerde Kirchoff een studie over " de straling van zwarte lichamen ", een belangrijke stap in de ontwikkeling van de quantum mechanica .Hij gebruikte daarbij ‘zo  zuiver mogelijke substanties ‘ .

    In 1870 schreef hij een verhandeling  "over de theorie van het in een ijzeren
    lichaam geïnduceerd magnetisme , in het bijzonder door de elektrische stroom in de windingen van een spoel uit geisoleerde draad , rond een ijzeren ring " .
    Aansluitend daarop schreef hij in het kader van hydrodynamisch onderzoek : "over de krachten , welke twee oneindig dunne lichamen in een vloeistof , op
    elkaar uitoefenen ".

    In 1875 werd Kirchoff kreupel door een ongeval .Hij moest al zijn experi-menteel werk stopzetten , en bracht de volgende jaren door in een rolstoel.
    In 1877 publiceerde hij nog een studie over " de theorie van de kondensator " in het maandblad van de Berlijnse Akademie voor Wetenschappen , tegelijkertijd met William Thomson’s studie over  "de theorie van de bewe-ging der elektriciteit in telegraaf-draden onder de zee en onder de aarde " .

    Hij vestigde  zich opnieuw in Berlijn, waar hij in 1875 nog een leerstoel was aangeboden in de Wiskundige Natuurkunde , en  bekleedde deze tot het jaar dat hij stierf , namelijk op 17.10.1887 . Tijdens  de drie jaren tussen 1875 en
    1887 , gaf hij een vierdelig werk uit , waarvan hij de kopij binnenbracht in
    1876 , die gedrukt werd onder de benaming :"Vorlesungen über mathematische Physik " .In 1882 waren van zijn hand reeds de "Gesammelte
    Abhandlungen " ( = verzamelde werken)  verschenen , nadat hij in Parijs , in
    1881 , als afgevaardigde van Duitsland , het ‘Elektrisch Congres ‘ had bijge-
    woond .

    Willy  Acke

    Referenties :
    1)  Gustav Robert Kirchoff , zum Gedächtnis .Elektrotechnische Zeitschrift 58
     -Jahrgang , Heft 44   , 4 November 1937 .
    2)  Gustav Robert Kirchoff , Wikipedia encyclopedie , op internet .
    3)  The chemical archievers : Robert Wilhelm Eberhard Bunsen and Gustav
         Robert Kirchoff  , op internet .  ( geen auteur vermeld ) .
    4) A little History about  Ohm  , op internet .( geen auteur vermeld ) .
                 -

    24-04-2004, 00:00 Geschreven door Willy
    Reageren (2)


    Archief per week
  • 02/02-08/02 2009
  • 27/10-02/11 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/04-01/05 2005
  • 18/04-24/04 2005
  • 11/04-17/04 2005
  • 26/04-02/05 2004
  • 19/04-25/04 2004
  • 12/04-18/04 2004

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!