Voor geïnteresseerden: onder het adres seniorennet.be/ram schrijf ik langere, diepergravende en meer gestruktureerde stukken. Misscchien vind je daar wel je gading. Ik kijk uit naar kritische reacties!
In geen dertig lichtjaar rond ons is een kanditaat te vinden waar menselijk leven zou mogelijk zijn ! Verder in de kosmos ontwaren we enkel exploderende heksenketels. Alleen op onze Aarde wist leven zich los te wrikken uit de beknelling van de lineaire causaliteit. Wat moet dat een gebeurtenis geweest zijn! Pas sinds dat moment heeft het Zijn een geschiedenis.
En de geschiedenis kwam tot zelfstandigheid als de mens verscheen. En de geschiedenis bloei kwam pas tot volle wasdom sinds ze door geschreven stukken gedocumenteerd is.
Die parallelle verbale wereld is niet zomaar een accidens, een toevallige bijkomstigheid, een gril van de evolutie. Die verbale geschiedenis vormt nu de kern van de Zijnsgeschiedenis.
Zonder geschreven stukken geen verzamelen noch mededelen, geen bewaren of verspreiden over grote afstanden, oppervlaktes of periodes. Geen vervolmakingen, aanvullingen, correcties, nuanceringen of coördinaties. En zeker geen beschikbaarstelling, gelijkelijk voor iedereen , altijd en overal. Geen zelfkritiek, geen herschikking, geen onvoorziene dwarse doorsneden of doormeters. Geen gedachtenexperimenten. Geen profeten noch dichters die ons onvermoede mogelijkheden toonden.
Leven ! Die totaal nieuwe, labiele en toch zo krachtige zijnsdimensie. Die mogelijkheid van de mogelijkheden !
Elke cultuur spruit voort uit dat initieel ontsnappen aan de lineaire natuurcausaliteit, aan de wurgende greep van de kosmos. Eens we de tol betaalden aan lucht, licht, vocht , voedsel of warmte wordt alles mogelijk ! Het subliemste en het ergste. Dantes Hel en Paradijs. Maar, gepresteerd door de mens ! Leven ! Zien, oordelen, spreken : daarmee begint het humane avontuur.
Paul de Wispelaere, En de liefste dingen nog verder, 1998
« Fort ! », « Da ! ». Dat is het ritme van het leven. Het doet peuters uitgelaten schateren, Freud onderzoekend nadenken en Derrida vlinderend filosoferen. Het leven bindt ons én jaagt ons op.
Tussen dokters- en apotheekbezoeken door ontvlucht ik de obsederende realiteit in een luchtbel van fictie. Vluchten in een boeiende brok literatuur. Paul de Wispelaere, En de liefste dingen nog verder, 1998, kluisterde me aan mijn leesstoel en bevrijdde me van de realiteit. Ook lezen is een « Fort ! Da ! »-spel. Een circucliar gebeuren. Geregeld warmt P. de Wispelaere je hersens op door verrassende bedenkingen, verhelderende beelden of contrasterende uitspraken. Soms richt je je op en blijf je mijmeren bij de bruisende rijkdom van een passage ; je herkent jezelf, je omgeving, je verleden. Dan weer wil je vooruit. En vaak blader je terug en zoek je weer een wending op die bleef nazinderen en waarvan de inhoud onder een nieuwe belichting een rijkere uitstraling krijgt. Je maakt de dokter die je onderzoekt, deelgenoot aan je verwondering : Je lichaam aanschouwen is oog in oog met je onvrijheid staan. (p. 43-44) Kun je rustig verder lezen na volgende zin : Vanuit de biologische geschiedenis die wortelt in het geheimzinnige begin der tijden wordt de mens opgescheept met een ik waar hij strikt genomen niets mee te maken heeft maar dat hij evenmin kan weigeren. Zo blijf ik onder andere haperen aan :Fotos veronderstelden een toekomst. Verondersteld is een persoonlijke toekomst. Het contrast is inspirerend : fotos leggen het verleden vast, via fotos grijpen we terug naar het verleden. Zo spelen fotos een belangrijke rol in Maarten t Hart, Een vlucht regenwulpen.
Een eenvoudig gebaar weekt soms vele bedenkingen los : Ik pak een jutezak uit mijn rugzak en ga erop zitten. Wat raar toch dat afstand nemen van de Aarde ! Dat vermijden van direct contact met de ons dragende Aarde. Weer die Fort ! Da !-beweging ! We zitten op de grond , maar distantiëren ons ervan! We dragen kledij om ons te beschutten tegen de ongemakken van de omgeving. Maar ook die beschuttende kleding blijkt kwestbaar, blijkt onze kwestbaarheid van onze huid te delen : we beschutten onze kleding door een jutezak, die een overgang is tussen onze externe, tweede huid die onze kleding geworden is en de te aardse Aarde.