Inhoud blog
  • G. Bodifée, God en het Gesteente, inleiding
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    AHASVERUS
    Zijnzoeken
    29-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Kijk en zie het wonder!

    Kijk naar buiten ! Kijk naar je tuin ! Kijk naar het park ! Zie het gras. Zie het openbaarsten van de botten. Zie de mussen druk doen. Zie hoe de zon dat alles met haar warmte overgiet, vanuit haar verre uitkijkpost. Zie hoe alles beweegt. Zie hoe alles groeit, bloeit, verandert, de winter uit de oude leden schudt. Zie hoe alles leeft en naar de zomer toe wil.

    En toch : leven, is dat wel natuurlijk ? Is dat niet eerder tegennatuurlijk ? De pure natuur, is dat niet het doodse Antartica ? De verlaten Noordpool ? Is dat niet de vuur- en zwavelspuwende vulkaan ? Is dat niet het wandelen van de gloeiende stuifduinen onder de stuwing van de wind.

    Maar leven verzet zich tegen die doodse bedoening. Leven vecht ! Leven wil méér ! En leven zoekt daarvoor alles wat het daartoe nodig heeft. Vindt elders wat het uit zichzelf niet heeft, maar waaraan het wel nood heeft om te kunnen leven. Leven rooft ! Maakt van alle hout pijlen om te vechten en zich te kunnen verzetten tegen die doodse ijskap, die doodse duinen, tegen de pure, de doodse natuur. Leven is opstand. Is ‘Njet’ ! Met alle mogelijke middelen op alle mogelijke manieren.

    Leven schakelt daarvoor alles in wat in zijn opzet past, en wat het eigen zijnstekort kan aanvullen om met succes te strijden voor eigen behoud tegen de natuur.

    Kijk en zie hoe niets alleen bestaat, hoe niets op zich bestaat. Hoe alles voortdurend elders contacten legt en zoekt, zich elders bevoorraadt. Het gras tast de bodem af naar zouten en mineralen. De grassprietjes zuigen zonne-energie op en chlorofyl. De bomen slurpen water uit de beek, de merels rukken regenwormen uit de grond, of plukken vruchtjes van de klimom. De mussen vissen de kruimels van tussen het gras.

    Grond en licht. De grond die alles draagt, voedt, opvangt en bewaart. Het licht dat alles de ruimte geeft en zonne-energie. En daartussen ontspant zich het leven van het leven, het verzet tegen de natuur, tegen de dood. Daartussen vinden de dingen mekaar, in opbouwende interacties, in het gezamenlijk, compensatoir gedragen verzet.

    Gezamenlijk verzet. En toch wil elk Zelf zijn eigen ikkerige gang gaan. Elk zijn eigen Zelf bevestigen , verdedigen en bevorderen. Zie hoe de paardenbloem haar bladeren dicht tegen de bodem breed uitzet en het gras verdringt. Zie hoe de rozen hun doornen op scherp zetten, hoe de sperwer de wouw doet vluchten uit zijn territorium. Hoe de moedige merel de rovende ekster uit de buurt van zijn nest jongen jaagt.

    Kijk naar dit schouwspel van het Zijn ! Naar dit verzet van het leven tegen de natuur. Naar die schouwspel van samenwerking en toch verzet. Naar dit mekaar opzoeken en toch afstand houden. Naar dit affirmeren van het ikkerige Zelf, maar dan wel met een om hulp bedelend uitgestoken hand .

    Het gebeurt allemaal gewoon ! In duizendvouden ! Onoverzienbaar.

    Daarvoor moet niemand ergens op een knopje duwen, of naar Scherpenheuvel op beevaart gaan.

    De wonderen gebeuren gewoon. Overvloedig. Met miljarden.

    Te gewoon ! Zo gewoon dat we ze nog amper opmerken. We staan er nauwelijks bij stil.

    Elk van die miljarden celdelingen duurt zes minuten. Tijdens elke celdeling vinden zes miljard operaties plaats. Zes miljard. Alsof het de gewoonste dingen van de wereld zijn. Hoe veel is veel ? Hoe klein is klein ? Hoe complex is complex ?

    Die wouw, die zo majestatisch cirkelt boven het bos zoekend naar een prooi, die moet elke dag voer vinden voor zijn jongen. Er is voor hem geen Carrefour, noch Colruyt, noch Delhaize, noch Lidle of Aldi waar hij zijn winkelkarretje naar believen in de rekken graaiend kan vullen.

    Geen van de dingen die ik voor me zie leven en groeien kan zich onbezorgd begeven naar gevulde stapelhuizen of magazijnen voor de onmisbare dagelijkse aanvullingen van het eigen zijnstekort. Er zijn geen levensarsenalen !

    Ik kijk naar mijn tuin. Mijn tuin. Mijn ?

    Maar, wat gebeurt daar in mijn tuin ? Stuur ik het leven dat zich daar zegevierend verzet tegen de doodse natuur ? Beheer ik het groeien en bloeien ? Die paarden verop in de wei. Die zijn van de boer. Van de boer. Maar is het leven ook van hem. Is het drachtig zijn van die merrie ook van hem ? Beheert hij de dracht van de merrie ? Moet hij instaan voor het werpen van een voldragen veulen ? Net zo min als ik me moet bekommeren om het broedsel of de jongen in de nestkastjes ! Zij het mijn bacteriën , mijn microben, mijn bijen of wespen, mijn hommels of muggen. Mijn zwaluwen ? Mijn vlaamse gaai ? En stuur ik het stuifmeel naar de bloemen ? Het winterkoninkje ziet geen schutting rond onze tuinen ! Noch de pluisjes van de paardenbloem.

    En is het mijn zon ? Mijn zonnelicht. Mijn chlorofyl ?

    Een wijs man vroeg Alexander uit ‘zijn’ zon te gaan !

    29-04-2006 om 00:00 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een eeuwige kosmos drijvend op vergankelijkheid?

    Toch effen vertellen wat me gisteren overkwam.

    Stond rustig aan de bushalte me zelf te koesteren in de zon, en daar ‘klawieterde’ een dikke mier voor mijn voeten over de tegels, naar … Mijn eerste impuls was er een zware voet op te ploffen. Niemand immers zou dat beestje gemist hebben ! Ook in zijn mierenkolonie niet !

    En dan braken de vruchtvliezen : In de kosmos wordt nooit iemand gemist. De kosmos heeft met geen enkel Zelf enig respijt ! En er in heel die kosmos is geen ‘particulier’ die niet vergankelijk is. Alle ‘individuen’ zijn op zich vergankelijk. Ze leggen alle het loodje, de ene wat vroeger dan de andere : voor een ster duurt het wat langer dan voor die mier. Maar het geheel duurt ! DUURT. Het geheel is niet vergankelijk. Hoe kan dat, dat een geheel kan blijven duren, als het maar de resultante is van enkel in se vergankelijke zijnden? Die mierenkolonie blijft ! Mieren bestaan al miljoenen jaren. Al is elk diertje in elke kolonie, als individu, maar een heel kort leven beschoren !

    Van die kosmos distantiëren wij ons ! Want, wij mensen, wij eisen « permanentie » op ! Wij, mensen, wij willen als individu, als Zelf blijven. En niet restloos opgaan in dat geheel.
    Wij willen « permanentie » doen ! En blijven doen ! Wij aanvaarden niet het lot van alle andere vergankelijke zijnden in de kosmos te delen.

    Een neven vraag schoot als een zijscheut mee omhoog : zou het verschil in duur van bestaan, van leven, tussen al die zijnden ons bewustzijn van tijd gewekt en aangewakkerd hebben ? De gelijktijdigheid van het ongelijktijdige ?

    28-04-2006 om 00:00 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Verliefdheid !

    Wat ‘n wonderbaar Zijnsgebeuren voltrekt zich als vier verliefde ogen zich in elkaar verliezen, in elkaar wegzinken ! Wat ‘n verstrengeling ! Van tijd en ruimte. Van universele krachten en individuele vermogens. Twee individuen vloeien samen. En in dat samenvloeien ontplooit zich elke indivdualiteit, steigert elke Ego tot zijn apex. Het Nu en het Hier krijgen een eindeloze dimensie, een onoverzienbare invulling : ze omvatten alle tijden en elke ruimte.

    In deze twee Zelf’s bereikt het Zijn z’n volle glorie, ontplooit het heel z’n Zijnsweelde. Ze wanen zich alleen : « Wij tweetjes ! » Maar ze zijn niet alleen. Hier speelt immers mee de lange tocht van de evolutie van het leven uit de kosmische materie, de trage worsteling van de humanitas om uit het dierenrijk op te klimmen. Hier spelen mee het slagen en lijden van ontelbare generaties, de levenservaringen en inzichten, wensen en verlangens van onnaspeurbaar vele voorouders, de verzamelde inzichten van zich steeds uitbreidende gemeenschappen, tot ver voorbij de Afrikaanse savannes.

    Dat alles, die tijden en ruimtes, de omvattende komsos en individuele Ego’s, kristalliseert zich in die vier in elkaar wegzinkende ogen. Kosmisch, vitaal, humaan, individueel.

    26-04-2006 om 09:58 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/04-06/05 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Hallo...
  • PRETTIG WEEKEND GEWENST
  • Zoeken naar waarheid
  • goeie tekst
  • Echt interessant.

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!