Inhoud blog
  • G. Bodifée, God en het Gesteente, inleiding
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    AHASVERUS
    Zijnzoeken
    28-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een eeuwige kosmos drijvend op vergankelijkheid?

    Toch effen vertellen wat me gisteren overkwam.

    Stond rustig aan de bushalte me zelf te koesteren in de zon, en daar ‘klawieterde’ een dikke mier voor mijn voeten over de tegels, naar … Mijn eerste impuls was er een zware voet op te ploffen. Niemand immers zou dat beestje gemist hebben ! Ook in zijn mierenkolonie niet !

    En dan braken de vruchtvliezen : In de kosmos wordt nooit iemand gemist. De kosmos heeft met geen enkel Zelf enig respijt ! En er in heel die kosmos is geen ‘particulier’ die niet vergankelijk is. Alle ‘individuen’ zijn op zich vergankelijk. Ze leggen alle het loodje, de ene wat vroeger dan de andere : voor een ster duurt het wat langer dan voor die mier. Maar het geheel duurt ! DUURT. Het geheel is niet vergankelijk. Hoe kan dat, dat een geheel kan blijven duren, als het maar de resultante is van enkel in se vergankelijke zijnden? Die mierenkolonie blijft ! Mieren bestaan al miljoenen jaren. Al is elk diertje in elke kolonie, als individu, maar een heel kort leven beschoren !

    Van die kosmos distantiëren wij ons ! Want, wij mensen, wij eisen « permanentie » op ! Wij, mensen, wij willen als individu, als Zelf blijven. En niet restloos opgaan in dat geheel.
    Wij willen « permanentie » doen ! En blijven doen ! Wij aanvaarden niet het lot van alle andere vergankelijke zijnden in de kosmos te delen.

    Een neven vraag schoot als een zijscheut mee omhoog : zou het verschil in duur van bestaan, van leven, tussen al die zijnden ons bewustzijn van tijd gewekt en aangewakkerd hebben ? De gelijktijdigheid van het ongelijktijdige ?

    28-04-2006 om 00:00 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Verliefdheid !

    Wat ‘n wonderbaar Zijnsgebeuren voltrekt zich als vier verliefde ogen zich in elkaar verliezen, in elkaar wegzinken ! Wat ‘n verstrengeling ! Van tijd en ruimte. Van universele krachten en individuele vermogens. Twee individuen vloeien samen. En in dat samenvloeien ontplooit zich elke indivdualiteit, steigert elke Ego tot zijn apex. Het Nu en het Hier krijgen een eindeloze dimensie, een onoverzienbare invulling : ze omvatten alle tijden en elke ruimte.

    In deze twee Zelf’s bereikt het Zijn z’n volle glorie, ontplooit het heel z’n Zijnsweelde. Ze wanen zich alleen : « Wij tweetjes ! » Maar ze zijn niet alleen. Hier speelt immers mee de lange tocht van de evolutie van het leven uit de kosmische materie, de trage worsteling van de humanitas om uit het dierenrijk op te klimmen. Hier spelen mee het slagen en lijden van ontelbare generaties, de levenservaringen en inzichten, wensen en verlangens van onnaspeurbaar vele voorouders, de verzamelde inzichten van zich steeds uitbreidende gemeenschappen, tot ver voorbij de Afrikaanse savannes.

    Dat alles, die tijden en ruimtes, de omvattende komsos en individuele Ego’s, kristalliseert zich in die vier in elkaar wegzinkende ogen. Kosmisch, vitaal, humaan, individueel.

    26-04-2006 om 09:58 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Causale relaties, doodlopende relaties?

    Leiden causale relaties niet tot een doodse wereld?

    Wie weet wat er met mijn wijsvinger gebeurt als ik daarmee mijn kleinzoon de Poolster aanwijs?
    Ziet hij die vinger? Ziet hij of die dik of dun is, of de nageriem netjes gerond is? Waarmee is die vinger geladen door dat wijzen?
    Is daar enige causaal verband tussen die vinger en de Poolster?
    Nogmaals, kan die vinger die lading dragen?  Wat is de proportie, de verhouding tussen de Poolster en mijn wijsvinger?
    Wie kan me daar een antwoord op geven?

    19-04-2006 om 10:52 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vierde en laatste reeks reacties op G. Bodifée, Weg uit de Leegte.

    p. 34 Bewustzijn

    « Spiritualiteit ( ) vloeit voort uit een bewustzijn dat ruimer is en een gevoeligheid die dieper is dan de indrukken en gewaarwordingen die alleen maar uit de lichamelijke functies voortkomen. »

    Is elke spiritualiteit niet de natuurnoodzakelijke causaliteit ontspringen ? Er bovenuit stijgen ? Loskomen van de kosmos, van de dwingende, beknellende, lineaire causaliteit, die geen oog heeft voor individuen, voor het uitzonderlijke van elk ogenblijk, van elke vordering van de graaltocht. Geen oog voor vrij initiatief, voor het onvoorspelbare, onberekenbare, het unieke, on herhaalbare.

    Heidegger heeft zoveel aandacht voor het fenomeen dood, omdat hier juist de individualiteit op haar scherpst en smalst naar voren treedt, en de ineffabiliteit van het individu naar zijn apex stijgt. Spiritualiteit heeft aandacht voor het onvoorspelbare van het individu, zelfs voor zijn muiterij , voor afwijkende prestaties, vooral voor afwijkend epifanieën. Hier treedt het fenomeen van de emergentie sterk naar voren.

    Lichamelijke functie, die kunnen niet zonder inbreng van het Ego, wel op basis van een stevig kosmisch voetstuk. Ik zie, niet mijn ogen. Ogen krijgen enkel lichtimpressies, werken enkel causaal, kosmisch causaal ! Ik hoor, niet mijn oren. Die ontvangen enkel trillingen, ruis, cacofonie. Maar ogen en horen gebruiken die kosmische indrukken als een soort trampoline om naar een hoger niveau te emergeren. Mijn bandopnemer, die Mozart registeert, wordt er niet warmer van, raakt niet opgewonden van De Negende! Die registeert even getrouw kattengejank als het voorbij knetteren van een brommer. Heidegger spreekt vaak van Sprung, van Entwurf. In beide begrippen zit een loskomen van de aarde, van de startbalk, van de oor-sprong. Een emergeren. Een bereiken van een hoger zijnsniveau. Dat staat toch verderop : « In de religiositeit reikt het bewustzijn tot voorbij de grenzen van het fysieke bestaan en betreedt het een werkelijkheid die onbegrensd is. »

    Dat domein is onbereikbaar voor de natuurwetenschappen, gevangen als ze zitten in contactcausaliteit, in onmiddellijke nabijheid.

    Religie is ons ‘orgaan’ van de totaliteit, van de samenhang van de vele en verschillende zijnden, in hun samenhang en in hun eigenheid. Identiteit en onderscheid. Religie is onze openheid op de oneindigheid vanuit onze eindigheid.

    p. 34 Waarneming.

    « Als individuen blijven alle mensen wezenlijk gescheiden van elkaar en van de wereld, …….. »

    In heel dit slot van de alinea zit zoveel denkstof dat ik er laater een aparte tekst aan wil wijden. Ik heb een tekst over ‘ervaren’ in aanmaak. Reeds in de woorden die ik citeerde zit zoveel denkstof !

    Maar, dat is voor later, misschien ! Blijft dat de natuurwetenschappen zich wijden aan universalia. Toch opmerkelijk dat Ch. De Duve zijn laatse boek ‘Singularities’ noemde. Ik vind dat een breuk ! Natuurwetenschap gaat toch essentieel over universele verschijnselen ene hun univeresele wetten. Los van ‘Singularities’. Over universele essenties, los van hun existentia, van hun actueel, gesitueerd verbonden zijn in de strijd om het bestaan, om het duren. Die titelt !

    ‘Individuum est ineffabile’, zelfs voor de filosofie. En dat bastion wil Heidegger slopen !

    Toch wil ik even ingaan op dat ‘gescheiden’ : die distantie is een zegen ! Ze geeft ruimte voor een Zelf. Suiker lost op in koffie, de druppel verdwijnt in de oceaan, maar het Ego lost niet op in de wereld. Dat Zelf, die strijd om het behoud van dat Zelf, dat verwondert me steeds weer. En daar hebben de natuurwetenschappen geen oog voor. Zonder de wereld kunnen we niet zijn, geen tien minuten ! En toch willen we een Zelf zijn, willen we Ik zeggen, en willen we als Ik blijven. Da-sein. Je Zijn Ginds halen, en toch de pretentie hebben een Zelf te zijn. Constant behoeftig als een bedelaar open te staan naar en voor de dingen van de wereld, en toch een fier ‘t En zal ! proclameren : ik wil niet oplossen als zout in de soep ! Soi-même comme un autre ! (P. Ricoeur)

    Waarneming , en nog meer ervaring, zijn mysterieuze gebeurens, waarbij beide zijden, beide polen meer dan oppervlakkig veranderen. Waarnemen, om als een vrijbuiter, als een muiter zelfs, vrij , inventief te kunnen reageren, onvoorspelbaar te kunnen interageren met de elementen, en daarbij toch je eigenheid, je Zelf te behouden ! Wat een fenomeen ! Suiker kan niet als zout en zout niet als suiker interageren met andere elementen.

    Maar, daarover later meer.

    p. 35 Wil tot bestaan.

    Die wil toto bestaan, dat zijn wij niet ! Dat is ons gegeven, en toch ook wel wel als opgave opgelegd. We kregen een heel frêle Zijn toegestopt. En toch : ik mag , ik moet een IK zijn.

    Waarom ? Mysterie ! Het mysterie van het individu, van het Zelf ! Daar komt geen denken achter.

    Ik koos niet om te leven, om er te zijn. Het zijn werd me opgedrongen. En toch ben ik er blij mee. Toch draag ik er zorg voor, en soms ten koste van veel pijn en inspanningen. Toch schakel ik alle mogelijke middelen in, maak ik van alle hout pijlen, om dat Ik-zijn ; om dat Zelf in het bestaan houden.

    p. 35 Dode materie

    « Dode materie ondergaat in totale onverschilligheid wat haar overkomt. »

    Een echt Jonasiaanse idee. Op dat niveau, in die lijn denken de natuurwetenschappen.

    En die ‘neutraliteit’, dat dingmatig denken wil Heidegger doorbreken. Maar, hoe doe je dat, als alle klassieke begrippen door die ‘Verdinglichung’ geïnfecteerd zijn. Dode materie beschikt over geen enkele vorm van intentionaliteit, met behoud van eigenheid. Het zal dit raam worst wezen of het heel blijft of in duizend splinters vergruizeld wordt. Want het heeft geen Zelf. Net zo min als suiker, of de druppel water. Al verzet olie zich tegen water !

    p. 36 Verlangen

    «  Levende wezens zijn niet slechts, zij verlangen ook te zijn. »

    Is dat geen wonder, waar je sprakeloos bij mijmert ? Omdat die levende wezens een Zelf willen blijven, een individu. Omdat ze niet naamloos, ik-loos willen ondergaan in de eeuwigheid, die het voorrecht van de elementen is. Whitehead zegt dat alleen de elementen de kunst van het duren verstaan. Als zijnde verlangen naar wat niet is ! Doe je dat niet duizelen ? Zijnde uitreiken naar wat niet is. Uit het Zijn naar het Niet reiken. In de levende wezens wordt de zijnsqueeste zich bewust van haar eindigheid, van haar uiteindelijke doel, van de Graal. p. 48 , daar zegt u terecht :

    «  Uiteindelijk is dit het enige verlangen van de mens : als God te zijn. » Dat is de enige Graal die het leven waard maakt. Die tocht, die queeste is in de grond een restauratie, wil terug naar vòòr de kenosis. Wil de kalos kindunos de moeit waard maken.

    Hierbij sluit ik deze reacties. Al is er nog veel waarop te reageren valt ! Uw tekst over ‘leegte’ is erg gevuld. En gaat ver voorbij de begrenzing, voorbij de biologische drang. Zoals kunst dat doet.

    Ik ben dankbaar dat ik uw boekje heb mogen lezen. Het was een verruiming en bevestiging.

    Door de aanvoer van veel ‘vreemd’ materiaal maakte het me mogelijk mijn Zelf te versterken, mijn constante interacties met de dingen van de wereld te intensiveren en zinrijker te maken.

    Later toegevoegd :

    p. 36

    «  hij koestert idealen voorbij deze primaire bilogische kwaliteiten, : « 

    «  Zo ontstaat het humane leven, .. »

    «  Door zijn wil bestaat de mens, »

    Die primaire kwaliteiten zijn het stevige voetstuk waaruit het humane kan emergeren.

    De mens ‘wil’, vrij, realiseren wat niet noodgedwongen voortvloeit uit causae. Met de wil ontstaan mogelijkheden tot afwijkingen, tot nieuwe creaties. Tot onvoorzienbaarheit en onberekenbaar-heid, onafleidbaarheid.

    p. 37 Begrenzing

    « die geen enkele begrenzing meer kent. »

    Het eindige zijnde streeft naar onbegrensdheid. In d eExuberante, opgebouwd uit de onoverzienbare veelheid en verscheidenheid van d eepifanieën door alle individuele zijnden.

    p.38 Kunst

    « Kunst moet religieus zijn, en kunst kan niet zonde religie ! »

    Pasca ! ! Zich loswrikken uit d egreep van de kosmsiche causaliteit. Kunst emergeert. Het schilderij is veel meer dan het canvas, de lijst en de kilo’s verf. Poëzie meer dan de zwarte krullen op wit papier.  Muziek meer dan lucht trillingen. Dze stijgen er boven uit ? Ze emergeren. Vieren hun Pasca !

    05-04-2006 om 15:41 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Derde vervolg op G. Bodifée, Weg uit de Leegte.

    p. 17 Zingevende factor

    « Juist door deze oriëntatie op wat voorbij het leven ligt, vormt de religie een zingevende factor binnen het leven. »

    Dit is een moeilijk te ontwarren knoop. Hier wordt gehinkt op twee benen : voorbij >< binnen. Uit de oriëntatie op de Eindgestalten op de apotheose, haalt het leven zijn zin, maar is het zelf ook in zichzelf immanent zin, niet zomaar extern gevuld met zin. Het leven zelf bouwt aan die Eindgestalte. Die Eindgestalte zal enkel zijn wat het leven er Hier en Nu van maakt. Dat is de kalos kindunos ! Het grote risico dat de Exuberante liep door de kenosis ! Heel de ‘schepping’ , alle zijnden, door hun streven naar zelfbehoud, door hun interacties, door hun evolutie en groei in complexiteit, coördinatie, integratie en diversiteit ont-dekt de verborgen, verdoken weelde van de Exuberante. Wij reconstrueren de goddelijkheid. Het schitterende hoofdstuk 38 van het boek Job lees ik als een loflied op de scheppende kracht van de zijnden. Op de restauratiekracht van de zijnden ! Niet de Schepper realiseerde die zijnden ! Dat deden ze zélf. De kosmos putte uit zichzelf de vele en verschillende gestalten die even veel en verschillende eigenschappen van de Exuberante tentoon spreiden. Epifaneren. O.a. via de onvoorzienbare en onoverzienbare varianten van de levende wezens ! De interacties tussen de zijnden brengen steeds nieuwe, verrassende complicaties en combinaties naar voren, en houden zo een zich spiraalsgewijze uitbreidende creativiteit actief. Ze bouwen constant aan de zich voortdurend vernieuwende en aangroeiende gestalte van de Exuberante.

    p. 18 « om ten volle mens te kunnen zijn »

    Pas door de religie krijgt de mens zicht op een eeuwig bestaan, want hij zal deel uitmaken van die door hem wordende Eindgestalte. Daarin is elke individu uniek, onvervangbaar, onuitwisselbaar. Elk individu realiseert een unieke epifanie van aspecten van de Exuberante. Elk individu kan als enige bepaalde epifanieën uitlokken. Daarin speelt dan ook het negatieve een positieve rol. Het gaat steeds om uitwisselingen om interacties, om om-gang. Om uitlokken en antwoorden.

    Wat ik niet presteer, zal geen deel uitmaken van de Eindgestalte ! Daarin grondt de ethiek. De verticaliteit van de ethiek.

    Elke epifanie van een aspect van de Exuberante vormt een nieuwe, permanente bijdrage, een nooit dovende straal aan de blijvende Eindgestalte van de Exuberante.

    p. 28 Zin-loze louter lineeiare kosmische causaliteit

    «  Dawkins… ‘het heelal dat we waarnemen precies die eigenschappen heeft die we kunnen verwachten indien het wezenlijk zonder ontwerp, zonder doel, zonder goed of zonder kwaad is, niets dan een blinde, meedogenloze onverschilligheid. » …

    «  Evenmin als zijn lot, staat zijn plicht ergens beschreven. »

    Dawkins en Monod hebben, met al hun geleerdheid, gelijk zolang ze binnen de grenzen van de kenotisch kosmos denken. Prigogine, filosofisch geruggensteund door Stengers, riskeert een ‘Une Nouvelle Alliance’ met de kosmos ! Ik herinner me met ontroering dat Steven Weinberg, in het tv-programma van Wim Kayzer, Schoonheid en Troost, met de tranen in de ogen bekende dat de wetenschap geen troost gebracht had.

    Binnen louter causale verbanden is geen troost. Heidegger spreekt daarom van Bedeutsamkeit, als relatie tussen de zijnden, niet van causale verbanden.

    p. 30 : Het tekortschieten van de kerk

    De kerk heeft te lang op stromannen geschoten die ze naar eigen inzichten gefatsoeneerd had. Daarbij vergat ze haar eigen taak die ver boven de lineaire kosmische causaliteit uitstijgt. Pius IIX hoefde niet aan sterrenkunde te doen ! Zij moest wijzen op de ont-grenzende effect van alle grenzen. Op de samenhang van alles. Op de queeste die elk mensenleven is, binnen de grootse graaltocht van alle zijnden naar de apotheose.

    p. 33 Religie

    «  Religie is een uitdrukking van het verlangen naar God. « 

    Welke God, deGod van de klassiek categorieën van de klassieke filosofen ? De almachtige, de eeuwige, volmaakte. Naast zo’n God valt niet te leven. Die is als vlammende lava die alles op haar weg verschroeit. Alleen uitgebluste lava is vruchtbaar !

    « Er bestraan geen louter profane objecten, .. »

    Hoe juist ! ! Louter profane objecten zijn man-made, zijn artefacten. Net als kleuren , net als afmetingen, net als de criteria waar de natuurwetenschaappen mee werken.

    « Maar de wereld is de weg naar volmaaktheid. »

    Weer : hoe juist ! Echter : welke volmaaktheid ? Een volmaaktheid die al van in de duisternis van het verlden bereikt was, of bestond. Wat doen we hier dan nog ? Of is er al een beeld van, een bleuprint ? ( Indringende beschouwingen van H. Jonas over ‘beeld’ !)

    Zijn we ‘nutteloze knechten’, louter uitvoerders van reeds eeuwig vastgelegde plannen ?

    Welke volmaaktheid ? Dat is geen academische vraag ! Het gaat om de zin van ons bestaan !

    Ik kan me niets bij die volmaaktheid voorstellen. Ik verkies het vage idee van de Graal ! Van de door ons te realiseren eindapotheose. Dat sluit ook nauwer aan bij wat verderop in de zin staat : «  de weg naar … » Dat idee van de weg is in se onuitputtelijk ! Onuitgeput. Het timmeren aan de weg, zonder vooraf vastomschreven volmaaktheid.   Wij zijn op weg naar het onbekende, naar nieuwe mogelijkheden, naar onbekende horizonten. Naar een te creëren Exuberante ! Maar dan wel volgens de uitnodigende dynamiek van de toekomst en geruggensteund door de stuwende dynamiek van het verleden. Volmaaktheid als een wenkende, en toch drijvende, onbepaalde toekomst.

    Tot hier mijn derde reeks reacties op uw Weg uit de Leegte.

     

    04-04-2006 om 17:58 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Dit is het vervolg op mijn ‘eigenzinnige’ lectuur van G. Bodifées Weg uit de Leegte !

    p. 11 Cultuur

    «  Een cultuur sterft met haar religie. »

    Toen ik als adolescent in 1954 Johan Huizinga, In de schaduwen van morgen las, heeft een idee me diep gertoffen : een volk, een cultuur moet een bindend, dynamiserend concept hebben, wil het zich boven het louter biologische kunnen uittillen. Maar, alle cultuur is reeds uitstijgen boven wat louter, naakt biologisch gegeven is ? Dat staat zo mooi beschreven in L. Beyens, De graangodin, 2004. Religie houdt de focus ingesteld op dat emergeren uit de klauw van de causale noodzakelijkheid, op dat méér, op dat onbepaalde, op dat wat anders kan, op dat wat niet moet van in der eeuwigheid.

    p. 12 Christelijke religie

    «  de teloorgang van de christelijke religie niet kan veroorloven. »

    Hier had ik graag enkele geluidsdempers gevonden ! Want die stelling leidt vlug naar integrisme, naar fundamentalisme, dat we te weelderig om ons heen zien woekeren. En wat de VS steeds smeer in zijn beknellende greep krijgt .

    Religie is onmisbaar ! Maar dat ‘christelijk’ is maar een manier van ! Is maan een cocnrete invulling van een veel breder begrip. Laatst hoorde ik op tv een gesprek tussen onze kardinaal, een imam, een rabbi en een atheïst. Als egeltje die vrijen slopen z eom elkaar heen, schrik voor schrammen op eigen, blazoen. Zei iemand : Ze hebben allen dezelfde God, en ze hebben allen nog iets gemeens : ze steunen op een boek. Gezwegen werd over de vraag hoe die ene God die drie boeken schreef. De moslimleraar zag zelfs een gradatie, een groei van Thora, naar Nieuw Testament , naar Koran. Wel opmerkelijk ! God maakte eerst tewee kladjes ! Hoe verklaar je dat.

    Geen van die geleerde heren zag het probleem, of wilde het zien : die boeken zijn louter mensenwerk ! Tijd, plaats en cultuur gebonden.

    Het latere onderscheid , p. 13, tussen spiritualiteit en religie blijft te zwak beklemtoond, vind ik.

    Dat leidt naar de volgende bedenking.

    p. 12 Religieuze landschap

    « Er kunnen in het religieuze landschap niet genoeg wegen zijn. »

    Akkoord. Toch deze bedenkning : het te rekkeleijke gebruik vazn d eterm religie geeft aanleiding tot verkeerde interpretatie, tot verwarring tussen concrete, tijd-- en plaats- en cultuur-gebonden gestalte van een religie. Daarin zijn ze in de VS nuchterder en gezonder : men sluit zich aan bij de lokale kerkgemeenschap. Punt. Religie, concrete religie, kan een kleed zijn.

    En daarom is de grootst mogelijke verscheidenheid gewenst. Zoals alle mensen verschillen. Zoals als maan en vrouw verschillen, maar wel gelijkwaardig zijn. En in die gelijkwaardigheid moet het respect voor de verschillen ingebouwd zijn. Net zo min als een vrouw mannelijk moet worden, moet een moslim jood of christen worden, of vice versa. Gods weelde wordt door geen enkele godsdienst uitgeput. Elke concrete religie openbaart een deel van de eigenschappen van de Exuberante, geeft gestalte aan een deel van zijn weelde aan diversiteit, zijn menslievendheid.

    Geen enkele beperkte menselijke religie kan de weelde van de Exuberante uitputten, kan de weg er naartoe monoploliseren, kan zijn queeste exclusief als de enig mogelijke opeisen. Wie God respecteert, moet dat teigeven. Moet eigen beperkingen als releigie belijden ! Hoe meer religies, hoe rijker de diversiteit van de apotheose zal zijn.

    p. 13 Spiritualiteit >< religie

    Omdat we beperkte mensen zijn, en omdat die beperking ons kroonjuweel is , omdat het ons de kansen biedt de weelde aan diversiteit van gaven van de Exuberante te openbaren en aan mensen mee te delen, daarom moet elke spiritualiteit zich incarneren in coincrete, beperkte gestaltes, in religies met riten, met boeken, met gebeden , etc.

    Geachte heer Gerard Bodifée,

    Dit is het vervolg op mijn ‘eigenzinnige’ lectuur van uw Weg uit de Leegte !

    p. 11 Cultuur

    « Een cultuur sterft met haar religie. »

    Toen ik als adolescent in 1954 Johan Huizinga, In de schaduwen van morgen , 1938, las, heeft een idee me diep getroffen : een volk, een cultuur moet een bindend, dynamiserend concept hebben, willen ze zich boven het louter biologische kunnen uittillen. Maar, is alle cultuur is niet reeds een uitstijgen boven wat louter, naakt biologisch gegeven is ? Dat staat zo mooi beschreven in L. Beyens, De graangodin, 2004. Religie houdt de focus ingesteld op dat emergeren uit de klauw van de causale noodzakelijkheid, op dat méér, op dat onbepaalde, op dat wat-anders-kan-zijn, op dat wat niet moet van in der eeuwigheid.

    p. 12 Christelijke religie

    « de teloorgang van de christelijke religie niet kan veroorloven. »

    Hier had ik graag enkele geluidsdempers gevonden ! Want die stelling leidt vlug naar integrisme, naar fundamentalisme, dat we te weelderig om ons heen zien woekeren. En wat de VS steeds meer in zijn beknellende greep krijgt .

    Religie is onmisbaar ! Maar dat ‘christelijk’ is er maar één manier van ! Is maar een van de vele mogelijke concrete invulling van een veel bredere realiteit.

    Laatst hoorde ik op tv een gesprek tussen onze kardinaal, een imam, een rabbi en een atheïst. Als egeltje die vrijen, slopen ze voorzichtig om elkaar heen, schrik voor schrammen op eigen blazoen. Zei iemand : Ze hebben allen dezelfde God, en ze hebben allen nog iets gemeens : ze steunen op een boek. Gezwegen werd over de vraag hoe dan die ene God die drie boeken geschreven had. De moslimleraar zag zelfs een gradatie, een groei n volmaaktheid van de Thora, naar het Nieuw Testament , naar de Koran. Wel opmerkelijk ! God maakte eerst twee kladjes ! Wat ‘n God is dat ? Hoe verklaar je dat. Geen van die geleerde heren zag het probleem, of wilde het zien : die boeken zijn louter mensenwerk ! Tijd-, plaats- en cultuur-gebonden.

    Het latere onderscheid , p. 13, tussen spiritualiteit en religie blijft te zwak beklemtoond, vind ik.

    Dat leidt naar de volgende bedenking.

    p. 12 Religieuze landschap

    « Er kunnen in het religieuze landschap niet genoeg wegen zijn. »

    Akkoord. Helemaal akkoord. Toch deze bedenking : het te rekkelijke gebruik van de term religie geeft aanleiding tot verkeerde interpretatie, tot verwarring tussen de concrete, tijd- en plaats- en cultuur-gebonden gestaltes van religie. Daarin zijn ze in de VS nuchterder en gezonder : men sluit zich aan bij de lokale kerkgemeenschap waar men voorlopig komt te wonen. Punt. Religie, concrete religie, kan een kleed zijn !

    En daarom is de grootst mogelijke verscheidenheid gewenst. Zoals alle mensen verschillen. Zoals als man en vrouw verschillen, maar wel gelijkwaardig zijn. Met behoud van de verschillen ! En in die gelijkwaardigheid moet het respect voor de verschillen ingebouwd zijn. Net zo min als een vrouw mannelijk moet worden, moet een moslim jood of christen worden, of vice versa. Gods weelde wordt door geen enkele godsdienst uitgeput. Elke concrete religie openbaart maar een klein deel van de eigenschappen van de Exuberante, geeft gestalte aan een infiem deel van zijn weelde aan diversiteit, zijn menslievendheid.

    Geen enkele beperkte menselijke religie kan de weelde van de Exuberante uitputten, mag de weg er naartoe monopoliseren, mag zijn eigen queeste exclusief als de enig mogelijke opeisen. Wie God respecteert, moet die beperktheid toegeven. Moet eigen beperkingen als religie belijden ! Hoe meer religies, hoe rijker de diversiteit van de apotheose zal zijn.

    p. 13 Spiritualiteit >< religie

    Omdat we beperkte mensen zijn, en omdat die beperking ons kroonjuweel is , omdat het ons de kansen biedt de weelde aan diversiteit van gaven van de Exuberante te openbaren en aan mensen mee te delen, daarom moet elke spiritualiteit zich incarneren in concrete, beperkte gestaltes, in religies met riten, met boeken, met gebeden , met sociale organisaties en instituties, etc. Deze veelheid, deze verschillen en deze begrenzing zijn winst voor de eindgestalte van de Exuberante.

    p. 14 Bewust levende mens.

    « De bewust levende mens heeft meer nodig dan wat hij nodig heeft om te leven. »

    Hier wordt gespeeld op het verschil tussen bewust en biologisch. Reeds bewust leven ontstijgt het biologische. Het bewustzijn emergeeert uit de strikt causale verbanden en interacties tussen de kosmische elementen. Dat louter biologische leven blijft erg afhankelijk van zijn kosmisch voetstuk. Dat wordt duidelijk aan het verschil tussen zwangerschap en opvoeding. Een zwangerschap verloopt strikt volgens bio-chemische wetten. Bij de opvoeding spelen al de imponderabilia van het humane bestaan : een opvoeding verloopt niet lineair volgens causale beïnvloeding en is onderhevig aan vele onvoorzienbare en onberekenbare invloeden.

    Dit hangt eng samen met de voorlaatste regel van deze bladzijde : « Nutteloos een onmisbaar is de religie. » Al vind ik ‘nut’ een niet zo voordelig, niet zo inspirerend uitgangspunt om over religie te spreken. ‘Nutteloos’, want niet gevat in de vaste kringloop van de natuurcausale relaties met hun voorspelbare resultaten. Conceptie noch zwangerschap vragen zich af in welke geestesgesteldheid ze gegrond zijn, plaatsvinden of zich afspelen. Maar de queeste is wel gevoelig voor de ‘drive’, voor mentaliteit waarin hij voltrokken wordt, voor het doel dat ze dient. En daarin speelt de religie ‘à part entière’ een medebepalende rol. Ook voor de onmisbare koerscorrecties onder weg.

    Vriendelijke groeten,

     

     

     

    03-04-2006 om 14:55 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Ik las Gerard Bodifée, Weg uit de Leegte, 2005.
    Mag ik me wagen aan een tekst-volgend interpreterend lezen ? Aan een lectuur vanuit mijn visie op het bestaan ? Ik leg dit de ‘bezoekers’ voor en verwacht reacties.

    Over kenosis schreef ik in het weblog, onder de naam Ram ipv Pam.

    p. 11 Religie

    « Een religie voedt en stimuleert het leven door het te verbinden met een zingevende werkelijkheid daarbuiten. »

    Op het eerste zicht moet iedereen daarmee akkoord gaan. Het leven vindt geen echte zin binnen de eigen begrenzing, binnen de twee ‘einden’.

    Toch heb ik hierbij bedenkingen. Ik blijf haperen aan ‘verbinden’ . Verbinden zet die zin te zeer buiten het leven ; zin komt als het ware als een externe aankoeking aan het leven vastgeplakt. Voor zin, is ‘band’ mij te leeg, te ‘vreemd’. Te zeer een ‘surplus’. Een bijgave.

    Ik vind dat leven in zichzelf zin heeft, zelf geladen is met zin. Omdat leven zelf, uit zichzelf verwijst naar zijn grenzen, over zijn grenzen, en daardoor die grenzen ‘ont-grenst’. Daardoor die grenzen overstijgt. Elke beleefde grens boodschapt over wat aan de ‘andere’ kant bestaat.

    Daarom blijf ik ook haperen aan ‘daarbuiten’. Ik vind dit een moeilijk punt. Het leven verwijst in zichzelf over de eigen grenzen. Draagt het ‘buiten’ in zich. Staat dat ook niet op p. 48 : « Uiteindelijk is dit het enige verlangen van de mens : als God te zijn. » Is dat niet de boodschap van Genesis : Geschapen naar Gods beeld ?

    Alle leven emergeert uit de kosmische stof. Geen leven zonder de mogelijkheid informatie te bevatten in de cel. Zonder ATP. ( De Duve ! ) Dat emergeren is een mysterieus gebeuren. Die in ATP ingebouwde informatie niet minder. Maar het bestaat !

    Het leven emergeert uit de lineair causale kosmische stof , steeds op zoek naar ongegronde, onvermoede, onvoorzienbare, onafleidbare nieuwe mogelijkheden.Vandaar die onoverzienbare diversiteit.

    Het leven emergeert echter niet in een lege ruimte, ‘in nihilum’ hinein. Wel nieuw, maar toch verwacht nieuw. Gewenst nieuw. Als nieuwe bijdrage aan de Aufbau, aan de restauratie van de kenosis. Nieuw als openbaring, epifanie van de verduisterde God. Nieuw in de queeste van de uiteindelijke Gestalte van de Exuberante. Niet causaal te verklaren.

    Dat is het diepe verlangen dat de dynamiek levert van alle veranderingen, van alle strevingen naar volheid. We trekken allen mee op in de weidse queeste van heel de werkelijkheid naar de uiteindelijke apotheose van de Exuberante.

    Die zin ligt én binnen én buiten het leven. Want het leven draagt die dynamiek diep in zich. Leven is nooit causaal te verklaren. Het leven , aangezogen door de toekomst, door de Graal, puurt uit het verleden vrij nieuwe , onvoorzienbare mogelijkheden en realiseert die. De Apotheose zal zijn wat wij ervan gerealiseerd hebben. Niets méér !

    Gods Eindgestalte realiseren wij. Wat een risico ! Wat een uitgeleverd zijn! Wat wij nu, hier niet realiseren, dat zal niet tot de Eindgestalte van de Exuberante behoren. Hij/Zij wil zichzelf mededelen aan ons. ZICHZELF. Maar , gaande de evolutie, gaande de gescheidenis, geven wij gestalte aan die mededeling van de Exuberante. God zal zijn wat wij ervan maakten.

    Hier speelt de memoria, de anamnese, haar rol : wij dragen in ons de souvenir van de grootsheid en de weelde van voor de kenosis, van voor de ontlediging. Van voor de Exitus of de Tsimtsum, zoals de joodse mystici het noemden.

    p. 11

    « Zonder die uitweg blijft het bestaan opgesloten binnen de nauwe grenzen van zijn eigen tijdelijkheid en onvolmaaktheid. »

    Klopt. Uiteraard. Toch is dit een nevralgiek punt. Denigreren we toch die tijdelijkheid, die onvolmaaktheid niet ! Het zijn onze kroonjuwelen. Het zijn onze mogelijkheden en redenen van bestaan. Want naast de Absolute is geen ruimte voor onvolmaakte, contingente zijnden. De Absolute zat compact in zichzelf opgesloten. Hoe kon Hij/Zij de eigen weelde delen met anderen ? De Gloed van de Absolute zou elke vorm van zijnden buiten zich verschroeien, nog voor die geboren waren. Alleen omdat Hij/Zij zich terugtrok, omdat Hij/Zij tussen zichzelf en ons een beschermend hitteschild plaatste, kregen we de kans en de ruimte om te bestaan.

    Hier komt die gedurfde uitspraak van Martin Heidegger : «  Das Seyn braucht den Menschen ! »

    Achter dat hitteschild kon een veelheid van zijnden , een verscheidenheid van zijnden de eindeloze diversiteit van de weelde van de Exuberante ten toonspreiden en mededelen.

    De Exuberante zit compact opgesloten in zijn/haar volmaaktheid. Zoals ook wij opgesloten zitten binnen de grenzen van de lineaire kosmische causaliteit en wij dus geen toekomst hebben, geen zinvol bestaan.

    Maar dan hebben alle inspanningen van miljarden zijnden om zich in het Zijn in stand te houden, alle veranderingen, elke vorm van evolutie of geschiedenis geen enkele zin. Dan is er geen ‘daarbuiten’. Dan is alles een farce !

    Pas als we de hele ‘schepping’ , en als we daarbinnen het leven zien als een optrekken in de grootse queeste naar de Graal, naar de restauratie van de toestand zoals voor de kenotische Exitus, naar de eindapotheose, krijgt alles zin, en blijft alles zijn zin tijdloos bewaren in die Eindgestalte.

    Het leven IS de restauratie, IS de graaltocht naar de Eindapotheose van de Exuberante.

    p. 12

    « Religie reikt echter voorbij de grenzen van het beperkte en behoeftige menselijke bestaan. Zij plaatst het tijdelijke leven binnen een allesomvattende, eeuwige werkelijkheid waarin het zijn ultieme bestemming vindt. »

    Het is de rol van de religie de ogen gericht te houden op het geheel. Op de totaliteit. ( Al heeft Lévinas een hekel aan de term en het begrip ’totalité’, omdat hij die niet juist kan plaatsen ; omdat hij daaronder een gesloten totaliteit verstaat van louter causale verbanden, en niet een open, een emergerend geheel, een queeste vol onvoorziene mogelijkheden.)

    Religie vraagt aandacht voor de grensverleggende band tussen Exuberante, kenosis, kosmos, leven. Aandacht voor de weelde aan onoverzienbare expansieve mogelijkheden die de kosmos aan de Exuberante biedt.

    U zegt ten slotte met andere woorden hetzelfde. Maar met ‘ultieme bestemming’ blijft u te vaag, dacht ik.

    *** ***

    ***

    Ik breek hier, voorlopig, mijn tekst-gebonden-commentaar af.

    29-03-2006 om 15:05 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Kinderen zijn als water, ze nemen alle plaats in.

    Vorige week zaten onze dochter en haar man op congres in Barcelona. In het weekend mochten we babysitten bij de drie kinderen van onze dochter, 3 , 5, 7 jaar.

    De oudste, de jongen, was zondag even zoek. Ze wonen pas onlangs in een Franstalige buurt. In een zijweg veilig verwijderd van een drukke verkeersweg. Hij mocht even op straat gaan fietsen. Maar verdween uit ons zicht. Ook wij kennen de buurt niet. Na een paar uur zoeken, vonden we zoonlief op geen honderd meter van huis, bij vriendjes thuis. Paniek over. Hij was zich van geen kwaad bewust! Het eerste wat hij fier uitriep was: " Ik heb twee nieuwe vriendjes gevonden! " Toen de ouders thuis kwamen, was de verloren zoon pas thuis. Dus ook voor hen even paniek!

    Daarop stuurde ik hun maandag volgende bedenkingen:

    Jullie zouden jullie moeten verheugen. ‘Rejoice’ zingen op de verheffende tonen van Haendel !

    Want A. zette gisteren een grote stap ! Hij sloeg zelf zijn vleugels uit. Hij verruimde zelf zijn territorium.

    In alle culturen wordt die stap gevierd met ‘des rites de passage’. Bij ons blijft dat wat matjes een eerste communie. Maar toch blijft ook bij ons dat eerste communiefeest een tophit ! Door ‘tot de jaren van Verstand’ te komen word je zelf het centrum van je beslissingen in je eigen wereld.

    En dat is de normale gang van het leven ! Grenzen verleggen ! Het eigen territorium vergroten ! Waar lopen jullie honden het vaaks ! Langs de grenzen van het domein ! Zoekend naar een uitweg.

    Toen we zaterdagmorgen aankwamen was de eerste vraag van A. : « Gaan we wandelen ! » De grens verleggen !

    Een kind verlaat de moederschoot voor een wieg, dan de wieg voor het loophek, het loophek voor de woonkamer, de woonkamer voor alle hoeken van het hele huis, dan het huis om de tuin te verkennen. En dan komt het moment dat de tuin te eng wordt, en ze verder kijken, over de omheining. Voor het kind is dat verovering van een eigen territorium.

    Het eerste wat A. zei, nadat ik hem vond en toen hij bij me kwam, nog voor hij zijn fiets nam : « Ik heb twee nieuwe vriendjes gevonden ! » Dwz : ik heb mijn wereld verruimd ! Ik heb mijn territorium vergroot ! Let op elke van die woorden : ‘Ik’, niet iemand anders, ik zelf ! ‘Heb’, is ‘feste Habe’, vast gegeven, vast deel van mijn leven. ‘Twee nieuwe vriendjes’ dat is nieuwe relaties, nieuwe beslissingscriteria, nieuwe beoordelingsuitgangspunten. ‘Gevonden’ : ze waren er wel, maar ik kende ze nog niet, nu wel ! Nu zijn ze deel van mijn leven !

    Ik heb deze dagen veel tijd gehad om naar Afrodite te kijken, hoe ze met haar twee jongen omging. In de praktijk, met de feiten, gaf ze me lessen in opvoeding : hoe ga je om je je jongen ? Ze maakte geen gebruik vana haar grote gestalte, van haar sterke poten, noch van haar enorm gebit. Ze ‘verlaagde’ zich, ‘verminderde’ zich, ging bij wijze van spreken op ‘haar hurken zitten, op het niveau van haar pups, en terwijl die groeien wordt zij kleiner.

    Dat doet me denken aan de tekst waarvan ik vroeger de vertaling al eens stuurde, passage uit een schitterend boek van filosoof, André Comte-Sponville, die hier in feite Simone Weil citeert. Comte-Sponville denkt na over God : die neemt zelf alle plaats in, laat naast zich voor niets of niemand enige ruimte vrij ! En dan citeert Comt-Sponville S. Weil : « Le enfants sont comme l’eau, … ils occupent toujours tout l’espace disponible. » Daarop commentarieert Comte-Sponville heel voorzichtig: « Mais les parents, non : il arrive, pas toujours … , mais il arrive parfois, et plus souvent qu’on ne ne le croit, qu’ils se retirent, qu’ils reculent, qu’ils n’occupent pas tout l’espace disponible, justement , qu’ils n’exercent pas tout le pouvoir dont ils disposent. Pourquoi ? Par amour : pour laisser plus de place, plus de pouvoir, plus de liberté à leurs enfants, et d’autant plus que les enfants sont faibles, plus démunis, plus fragiles, pour ne pas les empêcher d’exister, pour ne pas les écraser de leur présence, de leur puissance, de leur amour… » ( Zoals God zou doen!) ( Petit Traité des grandes vertus, 1995, p. 362-363) Zou Afrodite filosofie lezen ?

    28-03-2006 om 11:31 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    Naar aanleiding van een stuk uit het weblog RAM stelde iemand  me vragen over religie. Hier het antwoord.

    Religie zit diep verweven in elke humaan leven

    Je stelde me een lastige vraag. Daar is geen simpel antwoord op! Religie hoort niet tot het leven. Religie is het humane leven!

    Ik plaats deze meditatie onder het motto van een uitspraak van Plato, in Wetten, 716 c :

    « Nu zal voor ons God wel bij uitstek de maat van alles zijn ; veel meer, zou ik denken,

    dan de eerste de beste ’mens’, zoals sommigen beweren. »

    Je mag religie niet verwarren met de concrete historische gestaltes, misvormingen en misbruiken die ze kreeg in allerlei culturen! Je moet religie loskoppelen van die concrete, historisch gegroeide gestaltes. En die dubbelheid maakt het oordeel moeilijk! Aan de ene kant is humaan leven zelf religie, en aan de andere kant moet je ze er van loskoppelen. Om het met een citaat van Eckhart te zeggen: " Wie God niet vindt in de keuken, de schuur of de stal, zal Hem ook niet vinden in de kapel of de kerk".

    Dat zei ook reeds Heraclites, in iets andere bewoordingen.

    Godsdienst is je gedragen te voelen door het samenhangend geheel., is je geplaatst te weten in het geheel, je verbonden te weten met al wat is. Weten dat je tot het universum behoort, niet als een blind, willoos element, maar wel als een eigen Ego. Als een iemand. Als een persoon!

    Je verdwijnt niet spoorloos in het geheel in zoals een golf zonder eigenheid opgesloprt wordt in de oceaan! Je blijft een Zelf. Religie heeft te maken met respect voor de eigen,eheid van de individuen. Religie laat elk individu bestaan in zijn eigen eigenheid. Maar in directe voeling met het geheel!

    Om dat te vatten moet echter uitgaan van een andere opvatting van God, dan deze welke je dagelijks overal tegen komt.

    Mag ik me voor deze uitleg verschuilen achter Merleau-Ponty? Die zich ten andere zelf indekte door in zijn oratie te verwijzen naar zijn voorganger Louis Lavelle. In zijn Eloge de la philosophie, 1960, p. 15, spreekt M. Merleau-Ponty over het mysterie van het Zijn, maar dan zelf in de rug gedekt door zijn voorganger Louis Lavelle: « Il ( L. Lavelle) parlait de miracle parce qu'il y a là un paradoxe: le paradoxe d'un être total, qui donc est par avance tout ce que nous pouvons être et faire, et qui pourtant ne le serait pas sans nous et a besoin de s'augmenter de notre propre être.» Hoe voorzichtig en toch hoe exact drukt de 'jonge' Merleau-Ponty zich hier uit! Een latere uitspraak van Merleau-Ponty is korter maar cassanter: « La conscience métaphysique et morale meurt au contact de l'absolut. » ( ens et Non-sens, 1965, p. 167 )

    De dringende vraag is: heeft een begrensd, contingent zijnde enige schijn van kans te bestaan naast het absolute, volle Zijn? Het antwoord is kort: Geen! Het Absolute Zijn verschroeit, verpulvert, vermorzelt al wat in zijn buurt zou durven te komen. In de nabijheid van het enige Esse Necessarium et Realissimum kàn niets bestaan. Zijn, van nature, duldt niets naast, voor, achter, boven of onder zich. Wat zou er überhaupt kùnnen bestaan buiten het alles verschroeiende Zijn? Waar elders zou dat contingente zijnde ook maar een schaduw van zijndheid weghalen? Moet je daarvoor bewijsplaatsen aanvoeren? Het is zonneklaar: naast het Absolute Zijn is zelfs voor het Niets geen plaats. Zijn als oorzaak, als grond van eindige zijnden? Hoe kan dat? Is dat het Absolute Zijn geen affront aandoen? Hoe kan Zijn grond van eindige zijnden zijn zonder deze te verpulveren? Zijn als grond cremeert de zijnden voor ze geboren worden, voor ze geboren kunnen worden. Geen zijnde kan op tegen zo’n verschroeiende Grond. Romano Guardini slaakt in 1942 volgende hartenkreet: "Die immer wieder sich aufdrängende Unbegreiflichkeit, dass Gott das Endliche will und sich auf es bezogen hat – wie das sein

    könne …" Citaat door R. Haubenthaler, op p. 119, van zijn Askese und Freiheit bei Romano Guardini, 1995, weggestopt in een voetnoot.

    Maar, ik ervaar nergens een Absoluut Zijn. Ik zie noch hoor, noch voel, noch ruik ergens Absoluut Zijn. Het enige wat ik zie of hoor of voel of ruik, opdringerig zelfs, is een veelheid en verscheidenheid aan begrensde, contingente zijnden. Absoluut Zijn verkruimeld, uitgesmeerd, door toeval gemorst en 'geslodderd' over tijd en ruimte: dat is het enige wat ik kan waarnemen.

    Hoe verzoen je rechtlijnige, strenge logica met concrete waarnemingen? Hoe overstijg je die tegenstelling waarin aan de ene kant de logica het bestaan van de opdringerig bestaande en overvloedig aanwezige zijnden wegredeneert, en waarin aan de andere kant die tastbaar bestaande zijnden de ijle logica een lange neus zetten? Is dat geen mysterie? Zijn we dat mysterie niet vergeten? Brengt Heidegger ons niet juist dat mysterie onder de aandacht? Ik vermoed dat dit mysterie de drijvende motor was van Heideggers denken. Zijn ster. Het ‘duistere licht’ waar hij steeds omheen kringelde, zoekend naar een toenadering, naar een toegang. Waar, wanneer vond hij enige opening in dat mysterie?

    Hoe kan Absoluut Zijn begrensde zijnden ook maar een ogenblik naast zich dulden? Hoe kunnen begrensde zijnden de gloed van het Absolute Zijn overleven zonder tot asse te verschroeien? Logisch gesproken is er gewoonweg geen relatie tussen Absolute Zijn en contingente zijnden mogelijk. Zuiver, streng logisch gedacht is alle spreken over zo'n relatie non-sens, want er kàn gewoon geen relatie zijn. Tegenover het Ene, Enige Absolute Zijn kan men onmogelijk van een relatie spreken. Het Absolute Zijn is totaal en alleen zichzelf, solus ipse, compact, massief enkel zichzelf. En daarmee is alles gezegd wat er logisch te zeggen valt, of gezegd zou kunnen worden. Over de rest moet ieder Wittgensteinsiaans zwijgen.

    Tenzij, tenzij het Absolute Zijn uit eigen beweging de buik intrekt ( =kenosis ) en zo, uit zichzelf, begrensde zijnden de noodzakelijke zijnsruimte aanbiedt. Heidegger spreekt over het Niets, over ‘Entzug des Seins’, over ‘Verbergung’. Het Zijn trekt zich uit eigen beweging terug uit zijn absoluutheid, onttroont zichzelf, verlaat de actualitas, trekt zijn Lèthe, zijn Styx over, en kapselt zich in tot loutere mogelijkheid. "Höher als die Wirklichkeit ist die Möglichkeit. " (SuZ, p. 38) Het begrip van de ongenaakbaarheid van Jahweh is nadrukkelijk aanwezig in de Bijbel. Zelfs het schrijven of uitspreken van zijn naam is verboden voor stervelingen. Mozes hoorde hem alleen en zag hem enkel via een brandende (!) braamstruik? En Elia voelde amper een briesje in de rug.

    We ervaren uitsluitend opdringerige contingente zijnden. En geen Absoluut Zijn. Dus: als er zo vele en zo verschillende contingente zijnden bestaan, dan moet het Absolute Zijn dat toegestaan hebben. Dat mogelijk gemaakt hebben. Door zelf uit zijn absoluutheid te stappen en als loutere mogelijkheid terug te treden, b.v. Contingente zijnden krijgen pas een kans te bestaan als het Absolute Zijn zichzelf omturnt tot louter Mogelijkheid. Als loutere Mogelijkheid verliest Zijn alle daadkracht en efficaciteit; het wordt onzichtbaar en afwezig; het wordt uit roulatie genomen, buiten de actualiteit gezet, op de reservebank genesteld, buiten de interactiestromen gehouden en op non-actief gezet. Als Mogelijkheid echter geeft Zijn b.v. ruimte aan de tijd in de vorm van groei, van toekomst, van vernieuwingskansen. Mogelijkheid geeft ruimte om toevalligheden te 'slodderen', om veelheid uit te strooien, om verscheidenheid te coördineren, om muiters een zinvolle vernieuwingskans te geven. Maar dat zich-terugtrekken van het Absolute Zijn blijft een groot mysterie. Die ‘Entzug des Seins’ is als « un océan pour lequel nous n'avons ni voile ni barque! » ( E. Littré).

    Ik sprak in het begin van zich geplaatst weten in een samenhangend geheel , niet in een chaotische ophoping van losse korrels stuifzand zoals in een woestijnduin. Dat ‘plaatsen’ is zin geven. Je ‘plaats zoeken’ is vragen om ‘zin’ in een groter geheel. Ons leven moet een samenhang, een verstrengeling, een eenheid hebben, en die ontstaat uit ‘zin’. Ik moet vele ervaringen verstrengelen tot één geheel. Tot een Ego ! Ik heb §74 van Sein und Zeit nog eens aandachtig gelezen. Die paragraaf denkt na over de zin van geschiedenis. Heidegger zegt daar dat leven niet zomaar zin krijgt door alles op een hoopje te gooien, door ervaringen als paternosterkralen aaneen te rijgen.   « Durch das Zusammenstossen von Umständen und Begebenheiten entsteht nicht erst das Schicksal. » ( SuZ, p. 384 ) Maar waardoor dan wel ?

    Kan een humaan leven zijn zin puren uit wat zich afspeelt binnen de twee ‘einden’, binnen de grenzen van geboorte en dood ? Ik vrees van niet. Ik vrees dat elke zoektoch naar zin over de grenzen moet. Elke grens verwijst immers naar twee zijden, en overschrijdt daardoor zichzelf , ontgrenst zo zichzelf: ze heeft een binnenkant en een buitenkant. Op een magistrale wijze probeert Toon Tellegen in het laatste verhaal van Misschien wisten zij alles , ( p. 430-433 ) aan kinderen duidelijk te maken dat de grens van de wereld toch een een-zijdige grens is, alleen een binnengrens is, een grens waarachter Niets is. Maar daar verzet ons spontaan ‘verstaan’ zich tegen. We blijven vragen wat er achter die grens te vinden is, of te zien, te ruilen, te horen , etc. Elke grens ontgrenst ten slotte zichzelf, door zichzelf te bevestigen.

    Voor de geboorte is die grensoverschrijding richting verleden duidelijk : elk kind is gewild, is gewenst, is de vervulling van een kinderwens. Een geboorte valt niet als een meteoor uit de ijle hemel. En elke baby krijgt bij zijn geboorte een rugzak vol duizenden jaren levenservaringen. Elke geboorte is afhankelijk van ontelbaar vele voorgaande geboortes ! Vele duizenden jaren terug! Door de geboorte zit elke persoon diep verankerd in de evolutie, in de mensengeschiedenis. Staan we erbij stil dat zelfs ons eigen lichaam maar een heel klein beetje eigen is. Ga enkel elf generaties terug en je lichaam is de samenvloeiing van meer dan twee duizend voorouders. Naar 1670! En als je een gemiddeld van 50 jaar voor elke generatie neemt, dan bewaart dit lichaam meer dan honderdduizend jaar ervaring in omgang met de wereld, met geliefden, met vrienden, met mensen, met de dingen. Op dat voetstuk leven we! Dat zat van bij de geboorte in ons rugzakje! Dat zit vol zin, vol levenswensen ons door anderen aangereikt. Aan de geboortekant is levenszin overrompelend tastbaar. We verliezen er zelfs vaak onze zelfbeheersing bij en ons gemoed schiet vol. Vanuit een onnaspeurbaar verleden!

    Maar wat aan de andere kant. Aan het ‘onnoembare’ einde? Weinigen verheugen zich in het vooruitzicht van de dood. Daar blijft voor velen een groot gat gapen dat een groot mysterie verbergt.

    Als ik §§ 73 –75 van SZ van Heidegger aandachtig lees, de grote lijnen in de detailanalyses probeer te doen oplichten en wat onder de oppervlakte, onder het tatoe op de opperhuid, zoek naar het filigram, dan schijnt daar voor mij een helder licht! Het is pas als je , met M. Heidegger, nadenkt over de zin van de geschiedenis, dat je elk mensenleven zin kunt geven, tot ver over de dood!

    Ik neem aan dat ik tegenover iemand die naar zin zoekt volgende beschouwingen mag ontplooien, mijn meditatie mag voort zetten.

    M. Heidegger probeert in zijn vele nauwkeurige analyses steeds duidelijk te maken dat het Zijn geen enorme statische klomp is, maar dat Zijn steeds, voortdurend wordend is. Zijn is als een strak gespannen vlag, flapperend in de wind. Dat Zijn is, zoals Whitehead zegt, ‘in the making’. Van mijn grootvader leerde ik, toen ik nog ’ongeriefd van woorden‘ was ( Gezelle! ) dat de eeuwigheid een blok arduin was, een kubieke kilometer groot. En elke honderd jaar kwam een klein vogeltje zijn bekje aanscherpen aan dat blok arduin. En als dat blok versleten zou zijn, dan was er maar één seconde van de eeuwigheid voorbij. Dat beeld heeft in me als klein knaapje de metafysicus wakker geschud. Velen denken het Zijn in die zin: als een enorme stabiele klomp basalt. Overal onbetwist aanwezig.

    Maar dat is niet zo! Als Zijn zo zou zijn dan heeft al wat wij nu nog doen geen zin! Dan zijn die honderden miljarden zonnestelsels zinloos, dan is de miljarden jaren durende evolutie van het heelal met al zijn inspanningen, aardbevingen of tsunami’s zinloos, dan is heel onze geschiedenis zinloos.

    Neen! Zijn is geen enorm blok basalt! Zijn is immers voortdurend in wording! Zijn is een enorm mobiel atelier dat streeft, dat werkt naar z’n voltooiing. En daar werken we allen aan mee! ‘Das Seyn braucht den Menschen! ( GA 65, §133, p. 251 ) zegt Heidegger. ( Die van geen causae wil weten! )

    Is ons leven louter een privé aangelegenheid. Is ons sterven louter een hoogst persoonlijk gebeuren? Ja , in zekere zin wel, want niemand kan in mijn plaats sterven. Elke dood is uniek, onuitwisselbaar. Maar de zin noch van het leven noch van het sterven zit opgesloten binnen de grenzen van het eigen bestaan. Het leven van elk van ons is een participeren aan de weidse Graaltocht van het Zijn naar z’n voltooiing.

    Hoe opmerkelijk is die binding tussen het privé leven van elk Ego aan de ene kant en die weidse Graaltocht van het Zijn op zoek naar zijn volwassen Zelf aan de andere kant! Binding? De term, het begrip ‘binding’ is te eng, te leeg! Het gaat om méér. Omveel méér. Het gaat om de doordringing, om het opgaan van het privé leven in de Graaltocht. Het Zijn bereikt maar zijn volwassen gestalte door de ontelbaar vele, unieke en onvervangbare bijdragen van de vele eindige ‘zijndjes’ die door de evolutie in de oorspronkelijke chaos uiteindelijk orde en coördinatie scheppen.

    Het weidse Zijn streeft naar het eigen volwassen Zelf , werkt aan zijn Aufbau ( Dilthey ) in en door ons privé leven. In en door de handelingen van elk van ons. In en door het streven van alle zijnden naar de eigen voltooiing. Alle eindige zijnden, van het kleinste visje tot de grootste kunstenaar, bouwen, door zichzelf te voltooien, door het eigen zijn te veroveren, door dat veilig te stellen, te bestendigen, door het eigen zijn naar een hoger niveau te tillen, mee aan de uitbouw van het ooit definitieve Zijn; zij fatsoeneren de eindgestalte van het Zijn. Het Zijn schildert zijn doek als een volleerd pointillist! Van , wat ik noem, de Exuberante.

    De Exuberante die zich terugtrok, die zich in een kenosis ontledigde, om zo ruimte te maken voor ons. Zoals de oceaan het strand mogelijk maakt door zich terug te trekken (Hölderlin ).

    Wat ’n risico loopt het Zijn door zich totaal over te leveren aan de vrije bijdragen van zovele eindige zijnden? Kalos kindunos!

    Allen marcheren we mee in de grootse Graaltocht ter verovering van het Gulden Vlies. Elk op zijn manier. "In het huis van mijn vader zijn vele woningen!"

    Dat definitieve Zijn zal maar zijn wat wij ervan maken, zoals wij het fatsoeneren. ‘Das Seyn braucht den Menschen!’. God, de Exuberante is ‘in progress’! In ‘progress’ door ons handelen en zijn. Wat een verantwoordelijkheid!

    Het ‘plaatsen’ waaraan ik, in het begin, haperde, heeft hier mee te maken. Hoe kan ik mijn ervaringen, mijn handelingen zinvol plaatsen in die grootse Graaltocht? Of deed ik er afbreuk aan? Werkten die ervaringen, die handelingen mee aan de Aufbau van een toekomstig weelderig Zijn, met talloos vele unieke en onvervangbare facetten? Dat is zoeken naar zin, dat is zoeken naar ‘plaatsen’.

    Dit is de stuntelige partituur met de noten waarin ik de muziek van de belletjes die je door je vraag deed rinkelen, probeer te vangen.

    17-03-2006 om 17:02 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    11-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Gisteren, lezend in L_-M. Chauvet, The Sacraments, The Word of God at the Mercy of the Body, werd ik bijna van de hand Gods geslagen! Hoe kan iemand een levenlang blind blijven voor absurditeiten die hij bijna dagelijks leest en waarmee hij zelf bijna dagelijks 'werkt'? Ben ik dan zo lang zo kritiekloos geweest?

    Chauvet leunt soms op het, de Joden van het heidendom onderscheidende, begrip dat in de Bijbel Jahweh in de geschiedenis ingrijpt. En Chauvet komt ook vaak terug op het feit van de offers, en op het begrip godsdienst..

    Maar hoe kan God ingrijpen in de geschiedenis? Zijn God en geschiedenis compatibele begrippen? Neen!

    Wat is er mogelijk naast God? Wat kan er bestaan naast God? Niets! Zelfs niet Niets! En hoe kan God zo stuntelig omgaan met die geschiedenis? Zo stuntelig ingrijpen in de geschiedenis. Meer beetje bij beetje beetje, als in salamischijfjes? Hoe kan Hij die probeersels lanceren? Aanzetten geven? De Fransen spreken dan van 'pédagogie divine'. Dat wil bij mij zeggen half werk afleveren! Hoe is dat toch mogelijk? Bij het eerste mensenpaar loopt het al fout. En de eerste generatie pleegt al doodslag! En de zondvloed dan? De woestijnervaring wordt opgevoerd als het voorbeeld van 'pédagogie divine'! Van gestaag opvoedzen van de mensen tot menselijkheid, tot humanitas.

    Neen, zonder kenosis kom je er niet! Zonder kenosis loopt je onvermijdelijk vast in absurditeiten!

    En wat met het begrip godsdienst? Welke dienst kunnen wij God verlenen? Wat kan hem dienen, hem van dienst zijn? De Volmaakte! Het is te absurd om rond te lopen!

    God kan niet gediend worden, als hij zich niet vernedert tot een behoeftige leenheer.

    Godsdienst is een feodaal begrip! Uit de tijd van Jurassic Parc.

    En offers? Wat heeft de brave Heer niet, nog niet? Wat mist Hij? Hééft Hij wel iets? Hij die alles IS! Alles? Alles: dat impliceert toch veelheid, toch verdeeldheid, Zerstreuung, divertissements ( Pascal).

    Neen, zonder kenosis kom je er niet uit. Loop je onontkoombaar verstikt in absurditeiten!

    Dat eeuwenlang geleerde mannen en vrouwen, dat scherpkritische denkers dat zijn blijven schrijven!

    Dat theologen en exegeten die begrippen: ‘ingrijpen in de geschiedenis', 'godsdienst', 'offeren' kritiekloos zijn blijven hanteren? Weer en weer en weer, ....................!

    Ik dacht dat mijn visie op kenosis, voor deze absurditeiten een uitweg bracht!

    We moeten beslist opzoek nar een andere invulling van het begrip religie!

    11-03-2006 om 10:57 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seksuele selectie, scharnier in het Zijnsgebeuren

    Seksuele selectie, scharnier in het Zijnsgebeuren

    Als je zout in de soep strooit, dan zal je soep een zoute smaak krijgen. Voeg je suiker toe aan je koffie, dan zul je die suiker proeven. Daar is geen weg naast. Noch de soep, noch de koffie, noch de proever wordt gevraagd of ze zich daarmee akkoord verklaren. Niemand heeft er enige moeite mee dat de natuuroorzakelijkheid hier blind en lineair haar uitwerking toepast. Hier is geen ruimte voor een frictieplaat, hier wordt niet voorzichtig geschakeld tussen zout en soep of tussen kofffie en suiker. En ook in de processen die soep en koffie daarna in je spijsverteringskanaal ondergaan heb je geen vinger in de pap. Ook daar legt iedereen zich zonder vragen of argwaan bij neer.

    Dezelfde draconische wetten heersen in de processen van een zwangerschap, zodra de bevruchting voltrokken is. Die zwangerschap doorloopt haar processen volgens de lineaire blinde wetten van de biochemie. Daarvoor wordt niemand toestemming gevraagd.

    Het eigenaardige van de evolutie is dat een belangrijke en bepalende fase zich afspeelt vòòr de bevruchting : tijdens de seksuele selectie. In deze fase , die voorafgaat aan de bevruchting, moeten de twee seksen elkaar vinden, samen tot een akkoord komen. In deze fase spelen echter geen blinde lineaire biochemische wetten. Deze fase is een vrije speel- en experimenteerruimte. Een grote frictieplaats, met vele schakelingsmogelijkheden. En die fase speelt zich af op het individuele vlak: het zijn individuen die elkaar moeten vinden en tot een akkoord moeten komen. Hier speelt niet de universele biochemie , maar de individuele psychologie. Individuen zien, horen, ruiken, kiezen en beslissen. Hier moeten die individuen vooraf vele horden nemen. Hier spelen vele imponderabilia een moeilijk naspeurbare en toch bepalende rol. Vele mogelijkheden liggen hier open, vele kansen op afwijkend gedrag, op onvoorzienbare keuzes, op muiterijen. Op vernieuwing ook.

    Het verschil van deze fase zit hem vooral hierin : wat zich na de bevruchting afspeelt, blijft onzichtbaar en ontoegankelijk in de schoot of het ei. Maar de psychologische processen van attractie en afstoting spelen zich op de bühne af, in het openbaar. Hier spelen alleen uiterlijk waarneembare gegevens een rol : kleuren, vormen, geuren, klanken, afmetingen, zwaartes. In feite elementen die losstaan van de biochemische wetten. Alleen uiterlijkheden, maar dan ook alle uiterlijkheden kunnen hier een rol spelen ! Elk element van heel de diversiteit van de kosmos kan nu een vinger in de pap houden.

    Terwijl de biochemische interacties tijdens de zwangerschap zich voltrekken in de beslotenheid van de schoot , spelen de interacties tijdens de seksuele selectie zich af in het openbaar, met uiterlijkheden, in de open kosmsos, met al wat die in zijn mars heeft. Hier lost dan ook de kosmos zijn vaste, sturende, dwingende greep, hier moet de natuurcausaliteit passen.

    Als we dit nu plaatsen in het grootse gebeuren van de geschiedenis van het zich zoekende en zich vormende Zijn, in het grootse kosmosgebeuren, dan speelt die seksuele selectie daar een scharnierrol. Via de seksuele selectie treden vrijheid, treden onvoorziene mogelijkeden, treden muiterijen , treden emergentiemogelijkheden binnen in de kosmische evolutie.

    Daarover wil ik het een volgende keer hebben.

    09-03-2006 om 12:02 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kritiek gevraagd!
    Voor geïnteresseerden:
    onder het adres seniorennet.be/ram schrijf ik langere, diepergravende en meer gestruktureerde stukken. Misscchien vind je daar wel je gading.
    Ik kijk uit naar kritische reacties!

    04-03-2006 om 17:17 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven!

    Leven !

    In geen dertig lichtjaar rond ons is een kanditaat te vinden waar menselijk leven zou mogelijk zijn ! Verder in de kosmos ontwaren we enkel exploderende heksenketels. Alleen op onze Aarde wist leven zich los te wrikken uit de beknelling van de lineaire causaliteit. Wat moet dat een gebeurtenis geweest zijn! Pas sinds dat moment heeft het Zijn een geschiedenis.

    En de geschiedenis kwam tot zelfstandigheid als de mens verscheen. En de geschiedenis bloei kwam pas tot volle wasdom sinds ze door geschreven stukken gedocumenteerd is.

    Die parallelle verbale wereld is niet zomaar een accidens, een toevallige bijkomstigheid, een gril van de evolutie. Die verbale geschiedenis vormt nu de kern van de Zijnsgeschiedenis.

    Zonder geschreven stukken geen verzamelen noch mededelen, geen bewaren of verspreiden over grote afstanden, oppervlaktes of periodes. Geen vervolmakingen, aanvullingen, correcties, nuanceringen of coördinaties. En zeker geen beschikbaarstelling, gelijkelijk voor iedereen , altijd en overal. Geen zelfkritiek, geen herschikking, geen onvoorziene dwarse doorsneden of doormeters. Geen gedachtenexperimenten. Geen profeten noch dichters die ons onvermoede mogelijkheden toonden.

    Leven ! Die totaal nieuwe, labiele en toch zo krachtige zijnsdimensie. Die mogelijkheid van de mogelijkheden !

    Elke cultuur spruit voort uit dat initieel ontsnappen aan de lineaire natuurcausaliteit, aan de wurgende greep van de kosmos. Eens we de tol betaalden aan lucht, licht, vocht , voedsel of warmte wordt alles mogelijk ! Het subliemste en het ergste. Dantes Hel en Paradijs. Maar, gepresteerd door de mens ! Leven ! Zien, oordelen, spreken : daarmee begint het humane avontuur.

    03-03-2006 om 14:09 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Paul de Wispelaere, En de liefste dingen nog verder, 1998

    « Fort ! », « Da ! ». Dat is het ritme van het leven. Het doet peuters uitgelaten schateren, Freud onderzoekend nadenken en Derrida vlinderend filosoferen. Het leven bindt ons én jaagt ons op.

    Tussen dokters- en apotheekbezoeken door ontvlucht ik de obsederende realiteit in een luchtbel van fictie. Vluchten in een boeiende brok literatuur. Paul de Wispelaere, En de liefste dingen nog verder, 1998, kluisterde me aan mijn leesstoel en bevrijdde me van de realiteit. Ook lezen is een « Fort ! – Da ! »-spel. Een circucliar gebeuren. Geregeld warmt P. de Wispelaere je hersens op door verrassende bedenkingen, verhelderende beelden of contrasterende uitspraken. Soms richt je je op en blijf je mijmeren bij de bruisende rijkdom van een passage ; je herkent jezelf, je omgeving, je verleden. Dan weer wil je vooruit. En vaak blader je terug en zoek je weer een wending op die bleef nazinderen en waarvan de inhoud onder een nieuwe belichting een rijkere uitstraling krijgt. Je maakt de dokter die je onderzoekt, deelgenoot aan je verwondering : ‘Je lichaam aanschouwen is oog in oog met je onvrijheid staan.’ (p. 43-44) Kun je rustig verder lezen na volgende zin : ‘ Vanuit de biologische geschiedenis die wortelt in het geheimzinnige begin der tijden wordt de mens opgescheept met een ‘ik’ waar hij strikt genomen niets mee te maken heeft maar dat hij evenmin kan weigeren.’ Zo blijf ik onder andere haperen aan :’Foto’s veronderstelden een toekomst.’ Verondersteld is een persoonlijke toekomst. Het contrast is inspirerend : foto’s leggen het verleden vast, via foto’s grijpen we terug naar het verleden. Zo spelen foto’s een belangrijke rol in Maarten ‘t Hart, Een vlucht regenwulpen.

    Een eenvoudig gebaar weekt soms vele bedenkingen los : ‘Ik pak een jutezak uit mijn rugzak en ga erop zitten.’ Wat raar toch dat afstand nemen van de Aarde ! Dat vermijden van direct contact met de ons dragende Aarde. Weer die Fort ! –Da !-beweging ! We zitten op de grond , maar distantiëren ons ervan! We dragen kledij om ons te beschutten tegen de ongemakken van de omgeving. Maar ook die beschuttende kleding blijkt kwestbaar, blijkt onze kwestbaarheid van onze huid te delen : we beschutten onze kleding door een jutezak, die een overgang is tussen onze ‘externe’, tweede huid die onze kleding geworden is en de te aardse Aarde.

    Vluchten in boeiende fictie : Fort ! – Da !

    01-03-2006 om 10:31 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zin van Geschiedenis

    Geschehen

    Het Omega-punt

    Hoe opmerkelijk is de binding tussen het privé leven van elk Ego en de weidse Graaltocht van het Zijn op zoek naar het eigen volwassen Zelf ! Binding ? De term, het begrip is te zwak, te leeg. Hier is meer aan de hand. Het gaat meer om wederzijdse doordringing, meer om opgaan van privé in algemeen. Het gaat veeleer om het realiseren van de voltooiing van het weidse Zijn door de vele eindige zijnden, zijndtjes. Het Zijn doet aan pointillisme. Het weidse Zijn streeft naar het eigen volle Zelf, werkt aan de Aufbau ( Dilthey ) van het eigen Zelf enkel via de omweg langs ons privé leven, van elk van ons ; pas via die omweg langs het privé streven van alle eindige zijnden bereikt het Zijn de eigen voltooiing. Via de omweg van het veroveren en bestendigen en naar een hoger niveau tillen van het eigen eindige zijn van de vele zijnden. Zo bouwen al die stipjes aan de eindgestalte, aan de apotheose van het volle Zijn, van de Omega.. In die Graaltocht van het Zijn naar zijn Omega speelt de mens een bepalende rol. Het Zijn zal zijn wat wij ervan maken. Oinze geschiedenis is de geschiedenis van de wording van het Zijn. De Exuberante legt die geschiedenis, die toekomst in onze frêle handen.

    Wat een verantwoordelijkheid !

    17-02-2006 om 21:22 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Democratie of Faustrecht ?

    Democratie steunt niet op Faustrecht, nietop het recht van de fysisch sterkste. Democratie is erg kwetsbaar want ze steunt op ‘softies’, op ‘watjes’ : op argumenten. Op mentale constructies, op gemeenschappelijke afspraken over interpretaties van feitelijkheden, toestanden en handelingen. Democratie grondt dus in het ‘mentaals’ ! Ze kan niet met geweld opgedrongen noch verdedigd worden. Argumenten moet je immers aanvaarden, daar moet je zelf willen intreden, die moet je willen assumeren, tot de jouwe maken. Dus moet je zelf democraat zijn of worden.

    Democratie ligt niet in het verlengde van de lineaire kosmische oorzaak-gevolg relaties ; niet in de lijn van de dwingende contactrelaties. Democratie houdt zich op respectvolle afstand van de eigenheid van elke burger, ze laat iedereen een eigen territorium waar hij of zij zichzelf kan zijn.

    Democratie is wel gericht op samenwerking, op intense interacties zelfs. Echter met voldoende distantie, met voldoende ruimte om ieder zichzelf te laten zijn, in onderscheid van de anderen, anders dan de anderen. Vooral met voldoende respect voor dat anders zijn : in de democratie aanvaarden we dat de andere anders is, en krijgt hij of zij de ruimte om anders te zijn, en de nodige speelruimte om zijn of haar eigen bijdrage op zijn of haar wijze tot het geheel te leveren. Maar dat binnen onderlinge, samen afgesproken krijtlijnen. Er bestaan dan geen absolute rechten ! De absolute logica leidt naar Dresden 13.02.1945 ! Naar het absurde.

     

    15-02-2006 om 09:36 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cartoons ~ Vrijheid meningsuiting

    Ik was niet blij met het verschijnen van die fameuze cartoons in De Standaard !

    Niemand kan tegen vrijheid van meningsuiting zijn. Maar, is die vrijheid, hoe fundamenteel ook, daarom absoluut ? Is er überhaupt iets absoluuts ? Als vrijheid van meningsuiting niet geflankeerd wordt door de vrijheid van mening van anderen, door de vrijheid van interpretatie door anderen, door de vrijheid van aanvoelen door a nderen, dan blijft die meningsuiting inhoudsloos en objectsloos. Maar, dan moet mijn meningsuiting die vrijheid van mening an anderen respecteren. En zo houden vrijheid van meningsuiting en vrijheid van mening elkaar in een wurggreep en beperken ze elkaars toepassingsbereik. En maken ze elkaar relatief ! De interne logica van elke vrijheid leidt tot radicaliteit, tot uitsluiting van de tegenpool en dus tot onvrijheid. Wie uitsluitend één kant van die twee vrijheden urgeert, gedraagt zich als een fundamentalist. Radicaal zijn is gemakkelijk ! Het getuigt pas van soevereine wijsheid om die interne, blinde logica van het recht van meningsuiting niet tot in haar uiterste consequenties toe te passen, en met de gevoeiligheden van de anderen rekening te houden. En zeker om af te wegen welke de neven effecten van de toepassing van je recht zullen zijn. Wie eheeft het recht op de ziel van anderen te trappen ?

    14-02-2006 om 11:41 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     Onze Graaltocht

    Het leven heeft geen zin binnen de twee 'einden', binnen het tijdsverloop tussen geboorte en dood. De zin komt van ver over de grens van die twee 'einden', van ver voorbij je geboorte, waar duizenden keuzes je leven mogelijk maakten, inhoud gaven en richting. En gaat ver voorbij je overlijden, zodat je niet in het Niets vervalt, wegglijdt. Je ontstaat niet door eigen wil, maar door de wil van anderen. Je ontstaat als een zijnde dat zichzelf aan het Niets ontwringt met hulp van velen en van een hele wereld. Je leeft constant in bedeltoestand, om je bestaan mogelijk te maken: via elke ademtocht, via elke hartslag, via elke bete brood en elke slok drinken. En na je dood sluit je weer aan bij de grootse Graaltocht op zoek naar de eindgestalte van de Exuberante. Dat is onze geschiedenis. Dat is het Grote Avontuur, het gote risico, het ‘kalos kindunos’ (Plato) van de kenosis dat de Exuberante aangaat met de schepping, om zich mede te delen, om door ons in veelheid een verscheidenheid geëtaleerd, gedemonstreerd te worden. In en door die Graaltocht, in dit weidse gebeuren van de definitieve Zijnswording, in die restauratietocht naar de apotheose van de Exuberante blijf je bestaan, eeuwig! In het eindoordeel zal de Exuberante ons aan onszelf openbaren in Zijn eindgestalte die wij zullen hebben gerealiseerd en waarin wij bewaard blijven.

    13-02-2006 om 09:09 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We zijn allemaal bedelaars!

    Je mag er toch van uitgaan dat we allemaal, ieder van ons altijd en overal bedelaars zijn.

    Niets of niemand bestaat alleen op of door of met zichzelf. We hebben allemaal, altijd, overal de steun nodig van zovele anderen en van zo verschillende dingen. Lucht in onze longen, water in ons syteem, voedsel in onze maag. Een dak boven het hoofd, een bed onder het moede lichaam en bescherming en beveiliging tijdens de slaap.

    Velen vergeten dit basisgegeven.

    Waarom, omdat ze de indruk hebben dat ze deze primaire behoeften helemaal beheersen, omdat ze ervaren dat ze dat alles veilig en zeker onder controle hebben. En daarom richten ze hun aandacht en inspanningen naar secundaire, naar bijkomstige  behoeften, naar behoeften die ze zelf opgewekt hebben, en die nu hun hele aandacht opeisen.

    Een wind vol fijn stof uit Oost-Europa bezorgt vele mensen ademhalingsproblemen. Een vergiftigde rivier brengt milioenen mensen en dieren in gevaar.

    Elk van ons bestaat maar door en met de anderen, van ver voor zijn geboorte ! Iedereen, altijd, overal. Dat is het drijfzand waarop velen te onbezorgd hun leven opbouwen.

    Wie b.v. reist, moet toch elke dag voedsel vinden, een dak boven het hoofd, een bed voor het lichaam en bescherming voor de nacht.

    Sommigen kunnen zelfs die basisbehoeften niet voldoen. En zij deze basisbehoeften zonder problemen voldoen, vergeten die anderen, verblind door de jacht op bijkomstigheden !

    10-02-2006 om 11:47 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-01-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mysterie maakt mens

    De mens , zichzelf een mysterie !

    Raadsels, mysteries, onzekerheid, onwetendheid : velen kunnen er niet goed mee om. Mogen we ze helemaal wegspoelen ? Bieden ze ons geen grote voordelen ? Zijn wij niet net dankzij die raadsels, die mysteries mens, humaan mens ? Niet vrij ?

    Valt er nog humaan te leven als alle vragen beantwoord zijn ? Neen !

    Wat zegt dat over ons ?

    Augustinus schreef al : « Magna qaestio mihi factus sum ! » Is dat geen gunst ? Geeft ons dat geen ruimte tot zelfbepaling ?

    Zo moeten we ook geloof beoordelen. Velen vinden ongeloof ondraaglijk, omdat elke geloof onzekerheid impliceert. Geloof stoelt niet op zeker kennis, op gesloten, sluitend inzicht.

    Daarom biedt geloof vrijheid. Ruimte tot zelf bepaling.

    Wie niet kan leven met duisternis, met ondoorzichtigheid, met mysteries, die kan geen humaan leven leiden. Orfeus kon dat niet : hij kon niet verdragen dat zijn geliefde Euredice ongezien achter hem aankwam ; hij wou zekerheid, hij wou ze lijfelijk zien en daarom keek hij om. Toen hij omkeek, verloor zijn grote liefde !

    Verbergen redt, dat wist reeds Heraclitus.

    Leven met onbeantwoorde vragen, dat leerde ons Socrates. Onberekenbaar zijn voor onszelf en voor de anderen.

    Leven met mysteries betekent leven buiten de dwingende, verknechtende causale verbanden. In de kosmos verloopt alles lineair voorspelbaar en terugberekenbaar. Zo wist P.-S. Laplace reeds.

    Het Zijn trok zich terug, zag af van zijn uitstraling, vana zijn te dwingende manifestatie en schonk ons zo de ruimte om onszelf te zijn. Zoals Hölderlin dichtte : «  God schiep de wereld zoals de zee het strand maakt : door zich terug te trekken.

    Het mysterie is als een hitteschild dat voorkomt dat we tot asse verzengen in aanraking met het Absolute Zijn !

    Leve het mysterie ! Leve geloof dat dit mysterie assumeert. Daardoor worden we verantwoordelijke wezens. Verantwoordelijk voor ons eigen Zijn. Zware verantwoordelijkheid !

    « Dulce periculum est sequi deum. » dichtte Horatius ( Oden, III, 25, v.18-19 )

    30-01-2006 om 00:00 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/04-06/05 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Hallo...
  • PRETTIG WEEKEND GEWENST
  • Zoeken naar waarheid
  • goeie tekst
  • Echt interessant.

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!