Democratie of Faustrecht ?
Democratie steunt niet op Faustrecht, nietop het recht van de fysisch sterkste. Democratie is erg kwetsbaar want ze steunt op softies, op watjes : op argumenten. Op mentale constructies, op gemeenschappelijke afspraken over interpretaties van feitelijkheden, toestanden en handelingen. Democratie grondt dus in het mentaals ! Ze kan niet met geweld opgedrongen noch verdedigd worden. Argumenten moet je immers aanvaarden, daar moet je zelf willen intreden, die moet je willen assumeren, tot de jouwe maken. Dus moet je zelf democraat zijn of worden.
Democratie ligt niet in het verlengde van de lineaire kosmische oorzaak-gevolg relaties ; niet in de lijn van de dwingende contactrelaties. Democratie houdt zich op respectvolle afstand van de eigenheid van elke burger, ze laat iedereen een eigen territorium waar hij of zij zichzelf kan zijn.
Democratie is wel gericht op samenwerking, op intense interacties zelfs. Echter met voldoende distantie, met voldoende ruimte om ieder zichzelf te laten zijn, in onderscheid van de anderen, anders dan de anderen. Vooral met voldoende respect voor dat anders zijn : in de democratie aanvaarden we dat de andere anders is, en krijgt hij of zij de ruimte om anders te zijn, en de nodige speelruimte om zijn of haar eigen bijdrage op zijn of haar wijze tot het geheel te leveren. Maar dat binnen onderlinge, samen afgesproken krijtlijnen. Er bestaan dan geen absolute rechten ! De absolute logica leidt naar Dresden 13.02.1945 ! Naar het absurde.
|