De watertuinen uit de 18de eeuw waar natuurlijke charme op de voorgrond staat. De tuinen zijn prachtig in elk seizoen en behoren tot het Belangrijkste Erfgoed van Wallonië. Laat je betoveren door de watertuinen bij een eindeloze wandeling langs tientallen watervallen en fonteinen, bassins, vijvers en statige bomen in mooie symmetrische rijen.
Je ontdekt telkens weer nieuwe landschappen: de prachtige perspectieven van de Franse tuinen, de fantasie van de Engelse stijl en de intieme charme van de Italiaanse stijl. Je wordt ononderbroken verrast door fonteinen en waterpartijen die een wonderlijk spektakel vormen...
Dinant, stad(je) met al dan niet bezienswaardigheden.
De trip naar Dinant deed me terugdenken aan onze schooltijd. Verplicht nummertje was het bezoek aan de Citadel van Dinant. De 408 treden hebben we niet gedaan wel de kabelkabine genomen voor 8 euro per persoon. De fotograaf van de toen aan de ingang van het fort is er ook nog steeds zijhet dan in een verjongde versie. De gids zit geduldig te wachten aan de cafétaria tot wanneer er genoeg liefhebbers zijn voor een rondleiding doorheen de gangen van he fort. Vergeet de gids niet... Enfin, het is wat het is, maar het zal weerom 50 jaar duren vooraleer we hier nog eens terug komen... Terug op de begane grond doen we dan maar de stadswandeling. Volg de voetjes op het trottoir... De 'Collegiale Notre Dame' (kerk van Dinant) is wel de moeite waard om te bezichtigen. Deze in maasgotische stijl opgetrokken kerk uit de 13de eeuw heeft een 'peervormige' klokkentoren die het stadje kenmerkt... Over de brug 'Charles-de-Gaulle' tussen de saxofoons en terug naar het centrum alwaar we 'La maison de monsieur Sax' bezoeken (gratis toegang). De uitvinder van de saxofoon werd geboren in 1814 en stierf in grote armoede in Parijs in 1894... Het weer is goed om een boottocht op de Maas te maken. Een korte rondvaart van een goed half uur voor 13 euro (2 personen 60+). Wat zie je? Het oude klooster van Leffe, kerk op linker en rechter oever, het Casino van Dinant met Ibis-hotel en daar achter de gevangenis uit 1871. Het 'liefdes-eiland' ligt er verlaten bij. De 'Bayard' rots, hoe zat dat nu ook al weer met de legende over de Vier Heemskinderen en die rots? Even verder zijn we al aan de sluis van Anseremme, de plaats waar de Lesse in de Maas stroomt ter hoogte van de Sint-Jansbrug. Retour naar Dinant en alle bezienswaardigheden langs de oever van de Maas nog eens goed bekijken... Dagje Dinant, dit was heel lang geleden...
Crupet, een liefelijk dorpje in provincie Namen dat opgenomen is in Les Plus Beaux Villages de Wallonie. Wij gingen vooral kijken naar de donjon van het plaatselijke kasteel. Het kasteel Carondelet dadeert uit de dertiende eeuw
Crupet is ook een bedevaartsoord en toeristische trekpleister, vanwege de bijzondere grot naast de kerk van Sint-Martinus (Saint-Martin), ingewijd op 12 juli 1903.
Het kasteel bezette een strategische positie toen het in de 12e eeuw werd gebouwd. Het werd gebouwd om de verschillende handelsroutes te bewaken.
Het werd door de Zweden verwoest tijdens de Dertigjarige oorlog en vervolgens verlaten. In 1889 begon keizer Wilhelm II met de heropbouw van het kasteel om er een museum van te maken.
Het was tegelijkertijd het symbool van de terugkeer van de Elzas in Duitsland. Hoewel het dus recent gebouwd werd weerspiegelt het kasteel trouw de middeleeuwse architectuur.
De verfijning van de binnenruimtes in indrukwekkend, met muurschilderingen, Renaissance meubels en enorme gietijzeren kachels. Een collectie middeleeuwse wapens wordt in de kelder bewaard, met kruisbogen, allerlei soorten zwaarden en harnassen... "
Zoals je misschien wel weet speelt de met 3 Oscars bekroonde film "La Vita è Bella" zich voor het grootste gedeelte af in de kunststad Arezzo. De film vertelt het verhaal van Guido, een jonge man van Joodse afkomst, die vóór het uitbreken van WOII naar Arezzo verhuist om er een gepaste job te vinden. Wanneer de oorlog uitbreekt wordt hij samen met zijn zoon gedeporteerd in een Nazi concentratiekamp waar hij op alle mogelijke manieren de waarheid aan zijn zoontje probeert te verduisteren.
Om de prachtige film, met een glansprestatie van de Toscaanse komiek Roberto Benigni, te kunnen herbeleven is een wandelroute uitgezet die je langs de belangrijkste gebouwen en plaatsen brengt. Een bordje met foto’s en bijhorende conversatie maakt duidelijk welke scène waar en wanneer werd opgenomen. De route start bij de kathedraal en eindigt bij het stadstheater Petrarca.
De Côte d'Opal of Opaalkust is de publiekstrekker nummer één. De overweldigende kustlijn met hoge krijtrotsen die je aantreft op Cap Blanc Nez en Cap Gris Nez moet je gezien hebben. Tussen Boulogne en Calais vertoeven dan ook de meeste toeristen. Beide steden bezoeken en een wandeling maken langs de Opaalkust staat garant voor een geslaagde weekendtrip. Ook Le Touquet en Duinkerken ontbreken niet in dit vakantiedossier.
Een familietraditie: Op enkele kilometers van het centrum van Brussel, in Itterbeek, brouwt Timmermans al 228 jaar lang de Gueuze Lambic, sinds 1781. De brouwerij was toen gekend onder de naam Brouwerij « De Mol ». Timmermans behoudt zijn authenticiteit en vakmanschap terwijl het geniet van het unieke expertise van Anthony Martins "Finest Beer Selection, waartoe de brouwerij al sinds 1993 behoort...
De Lakenhal is een beschermd monument dat omstreeks het begin van de vijftiende eeuw door de lakenmakers en wolwevers als lakenhal herbouwd. In oude documenten, van voor 1430, wordt het gebouw vermeld als 'gulden huys', 'meethuys' en 'loter-(loot)huis'. Sinds 1430 kreeg het de naam 'stadhuis'.
'In den Grooten Zalm' dat tussen 1500 en 1535 gebouwd werd, heeft eveneens een merkwaardige renaissancegevel. Hij geldt zelfs als eerste voorbeeld van klassiek geïnspireerde renaissance in België. Net als bij de Sotscop is de gevel dringend aan een opknapbeurt toe. De geveltop vertoont zelfs de neiging tot afschilferen.
Het oude gemeentehuis van Lille werd opgetrokken in 1902 in neotraditionele Vlaamse stijl. De inhuldiging vond plaats op 24 mei 1903. Ontwerper van het gebouw is Jozef Taeymans. Typisch aan het gebouw zijn de neotraditionele elementen zoals trapgevels, kruiskozijnen, muurbanden van gele baksteen, sierankers en de torenvormige ingang onder tentdak. Een neogotisch getinte schoorsteen domineert de voormalige raadzaal.
Na de fusie in 1977 nam de politie er haar intrek tot 2003.
In 2004 krijgt het gebouw zijn huidige bestemming. Hier worden nu de archieven van heemkring Norbert de Vrijter in ondergebracht.
Voor het gebouw staat een vrijheidsboom. Een linde die geplant is in 1830 ter ere van de Belgische onafhankelijkheid.
Met zijn kegel van glas en staal ontwierp de gevierde architect Philippe Samyn en Partners een opvallend stuk architectuur. Het gebouw vormt een krachtige symbool voor de glasstad en is tevens een sterk signaal naar de wereld. Zoveel is zeker: Lommel houdt van hedendaagse architectuur en glas. In combinatie met het weelderige omliggende groen maakt het deze stad rijk en gevarieerd. Lees meer
Het Glazen Huis kan je bezoeken tegen volgende toegangstarieven: volwassenen : 3 euro kinderen tot 12 jaar : 2,5 euro kinderen onder 6 jaar : gratis groepen vanaf 12 personen : 2,5 euro per persoon gids (op afspraak 1 uur) : 25 euro
Bezienswaardigheid: Hof d'Intere te Wecehelderzande
Hof dIntere
Dit kasteel dankt zijn naam aan het 15eeuwse Hof van Dynter en is gebouwd in 1649 door J. de Proost, heer van Wechel. Toen was het de pastorie, later werd het privé bezit om sinds 1835 gemeente-eigendom te worden.
Filips de Goede nam en gaf Wechelderzande op 13 maart 1440, samen met Gierle en Lille, in leen aan Ambrosius de Dynter. Het 'Hof d'Intere' of 'Hof van Dynter' was vanaf 1440 een laathof (leenhof) en geen gebouw! Dit laathof had zitting in een herberg in het dorp. De nieuw gebouwde indrukwekkende woonst van heer Johan de Proost van Wechelderzande in 1649 kreeg de naam 'Hof d'Intere' omwille van enerzijds het feit dat het was gebouwd op een perceel grond dat leenheerlijk onder de rechtsbevoegdheid van het 'Hof d'Intere' behoorde en anderzijds omdat Johan de Proost in het bezit was gekomen van de rechten van dit leenhof en derhalve ook de titel 'heer van Dynter' mocht voeren. Het is pas in de zeventiende eeuw dat het gebouw, na de oprichting ervan, de naam van het laathof heeft overgenomen.
De Slagmolen te Lille is een oliemolen en wint uit koolzaad op volkomen natuurlijke wijze koolzaadolie. De Slagmolen is enig in zijn soort en is na de beëindiging van de renovatie een uniek monument voor ons land.
Een eerste vermelding van een oliemolen of slagmolen te Lille dateert van 1465. Oorspronkelijk bevond de molen zich enkele honderden meters verder in de straat. In 1830 kocht ene Jan Wouters, landbouwer, de Slagmolen en hij liet deze ontmantelen en overbrengen naar zijn boerderij: de plaats waar de molen zich nu nog bevindt. Op 1 januari 1836 werd de Slagmolen door een zware brand getroffen. De eeuwenoude lopers waren door de hitte gebarsten en er werden nieuwe aangevoerd vanuit Oost-Vlaanderen. Deze lopers hadden een voor de Kempen uitzonderlijke grootte. De lopers hebben elk een gewicht van 3500 kg en een diameter van 2,30 meter, daarmee zijn ze vermoedelijk de grootste molenstenen van de Benelux-landen. De Slagmolen bleef op naam van de familie Wouters tot in 1900, toen huwde Maria Catharina Wouters met Jef Goossens die de volgende slagmolenaar werd. In 1985-1986 drong renovatie zich op en nu mogen we met voldoening vaststellen dat de Slagmolen voor het nageslacht bewaard zal blijven. De molen is nog steeds in het bezit van de familie Goossens.
Molendagen in 2010: 30/5, 27/6, 25/7, 29/8 en 26/9. Op deze dagen is de molen te bezichtigen tussen 13.00 en 18.00 uur en zijn er vanaf 14.00 uur smoutebollen te verkrijgen.
Van in de 14de eeuw bestaat hier al een drukke Mariaverering aan een staak- of boomkapelletje. De huidige kapel wordt in 1667 gebouwd in rode baksteen. Een houten luikje maakt het mogelijk om door de ijzeren tralies het barokke altaar te bekijken en giften in het offerblok te leggen als de kapel gesloten is.
Interesse om de kapel te bezichtigen? Neem contact op met Modest Tops, Prijstraat 36, Tielen
Heerlekapel Heerlekapel, toegewijd aan St.-Cornelius, omgeven door linden en toegankelijk via een lindedreef. Oudste vermelding van 1572. De toenmalige lemen kapel brandde volledig af in 1622 en werd heropgebouwd in 1627.
Huidige kapel vermoedelijk opgetrokken in opdracht van de familie Proost die in 1663-1664 leenheer werd van Lichtaart. De sacristie werd aangebouwd in 1985, bij deze werken werd een steen ontdekt met vermelding "MDL" (1550), vermoedelijk afkomstig van een oudere kapel. De huidige kapel werd bepleisterd in 1985 heeft een zadeldak (schuin ingeplant t.o.v. de straat, leien) met zeszijdig klokkentorentje, koor onder lessenaarsdak, een tuitgevel met aandak en schouderstukken, gemarkeerd door rondboogdeurtje in zandstenen omlijsting. Verder heeft de kapel korfbogige vensters. Het interieur is bepleisterd en beschilderd met een duif en IHS-symbool in het stucwerk.
Vorig jaar deze tijd was Pedro met zijn gezellen op weg naar Santiago de Compostela. Het gezelschap was aan hun vijfde dag bezig, richting Bussy. Onder een druilende regen en met heftige hellingen onder de wielen gingen ze op zoek naar 'de Bron van de Schelde'. Gouy is het 'boerengat' waar de Schelde ontspringt. Eigenlijk ligt de bron verscholen in een smalle strook bos achter de helling van Mont Saint-Martin. Bij aankomst ging Pedro horizontaal tegen de vlakte, jawel op de toen al geteisterde R-knie.
"In het Noorden van Frankrijk, niet ver over de grens vind je verborgen in een bosje de bron van de Schelde. Eigenlijk best wel een leuke dagtrip. Officieel ligt de bron in Gouy, maar eigenlijk moet je een stukje door rijden door Mont-Saint-Martin en een stukje verder linsk afsplaan. Een beetje verderop vind je nog een waterbouwkundig interessant gegeven: een kanaal dat in een tunnel verdwijnt." (Tekst: Mototravel.be Bronnen special)
Zie ook: http://www.sigmaplan.be/index.php?page=schelde http://belgie.vakantiebegin.be/rivier-schelde.html http://users.telenet.be/nike.dierycx/gouy_escaut2005.htm http://www.recreatiefietser.be/HTML/Reisverhalen/bronschelde.html Foto's: Pedro
Deze molen werd in de 12de eeuw in hout opgericht en in 1919 herbouwd in baksteen. Het is een onderslagmolen met een volledig ijzeren waterrad met een bijzondere dubbele functie: enerzijds is er de graanmolen en anderzijds de olieslagmolen waarmee zaden geplet worden tot smout. Te bezichtigen: de laatste zondagen van april tot september of na afspraak.
Tijdens een geochachetocht kwamen we aan een kapel in Geel Ten Aard... De moeite om er even bij stil te staan...
Heel lang geleden stonden er 7 hutjes op Ten Aard. De boeren van Ten Aard waren doodarme, onwetende mensen. De grond was mager en zanderig. De grond bracht nauwelijks genoeg op om mens en dier in leven te houden. Na veel zagen, kregen ze een kapel met een armoedig altaar, vermolmde biechtstoel, een scheve communiebank, enkele kreupele stoelen (allemaal zaken die men elders afgedankt had). De pastoor zou graag verandering gebracht hebben, maar hoe? Elke zondag klonk zijn sermoen: Beminde parochianen, doet toch in godsnaam uw best om onze kapel wat op te frissen. Begin maar met het zorgen dat we ten minste een Heilige in onze kapel krijgen. De boeren wisten eigenlijk niet wat een Heilige was. Tijdens de lente spitte een boer zijn land om. Hij vond een rood kronkelig ding. Van heel zijn leven had hij zoiets nog niet gezien. Hij riep de andere boeren bij elkaar. Niemand kende dit wonderlijk ding. Wie weet is het geen Heilige. Samen trokken ze naar de pastorij en lieten dit wonderlijke schepsel zien aan de pastoor : Kijk uw heilige! De pastoor kwam vlug kijken, maar zag dat het een doodgewone pier was en stuurde de boeren terug naar huis. Beteuterd en beschaamd trokken ze terug naar huis. Toch konden ze het niet over hun hart krijgen om dat zeldzame, in hun ogen kostbaar beest zomaar in het veld te laten los lopen. Na rijp beraad vinden ze er niets beters op dan het aan een ijzeren ketting vast te maken en het achter het altaar gebonden te leggen. Op zekere morgen merkten ze dat de pier verdwenen was. Daarom noemt men de vroegere bewoners, de pieren van Ten Aard.
Over mezelf... Ik ben Pierre V alias Pedro Op Sinterklaasdag, anno 1948, ben ik als Mechelaar de wereld op gezet. Nu al geruime tijd woonachtig in "mijn dorp in de Kempen". Hobby's: Fietsen in de vrije natuur Geocaching en koffieleut... Heb net een fietstocht als peregrino naar Santiago de Compostela achter de rug ten voordele van... LCH Belgium vzw (Langerhans Cel Histiocytose)