Foto
Academie voor de Streekgebonden Gastronomie vzw (ASG)
Inhoud blog
  • Bloedworst van vis, middeleeuws recept
  • Slachten van het varken
  • Zelf pensen maken
  • Bloedworst uit de Périgord
  • Pensen van slagerij Vandecruys
  • Bloed
  • Varkenskermis
  • Witte pensen
  • Het reinigen van de darmen
  • Zelfgemaakte bloedworst?
  • Boudin - Pudding
  • Boudin au choux
  • Het slachten van het varken.
  • Oorlogsbloedworst
  • Witte beuling
  • Witte pensen en kalfsvlees
  • "Een present van beulingen"
  • Pensen
  • Inleiding
  • In memoriam Karel Adriansens
    Laatste commentaren
  • soep (johan1944)
        op Bloedworst uit de Périgord
  • hallo (johan1944)
        op Zelfgemaakte bloedworst?
  • Er gaat niks boven de pensen van slagerij van der crhys (Jeske)
        op Inleiding
  • Pensenbrood (frieda)
        op Grijze, zwarte pensen van het Pajottenland
  • zelf slachten (philippe)
        op Het slachten van het varken.
  • Links
  • Academie voor de Streekgebonden Gastronomie vzw (ASG)
  • Vlaams Centrum voor Volkscultuur vzw (VCV)
  • FOST (Food Studies VUB)
  • Cultureel erfgoedbeleid Vlaamse Gemeenschap
  • ASG-blog Oorlogskeuken
  • ASG-blog Smullen aan zee
  • Savoring the whole hog
  • Streekproducten VLAM
  • 2link Koken
  • Start.be Streekproducten
    Blog als favoriet !
    Pensen

    02-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het slachten van het varken.
    .

    Pensen maken is onlosmakelijk verbonden met de varkensslacht.

    Daarom hier twee verhalen over het slachten van het varken.

     

    Het is niet aangeraden aan gevoelige zielen om nu nog verder te lezen...! Alhoewel?

     

    Het eerste is geschreven door mezelf. Zoals het blijven hangen is vanuit mijn prilste herinneringen. Samen met mijn moeder hebben we het verhaal nog eens overlopen en zo ging het er toen inderdaad aan toe.

    De locatie is de poort der Kempen, de gemeente Kessel, nu Nijlen deelgemeente Kessel.

     

    Het tweede verhaal komt uit Zuid Limburg. Uit de gemeente Heers. Dit slachtverhaal heb ik gevonden op het internet en ik kreeg de toelating van de auteurs om het over te nemen.

     

     Bron : http://www.grootheers.be/html/algemeen.html   (De slachter)

     Als je hier klikt zie je een Frans varken dat net geslacht is.

    Hier en hier en hier...    Ik wil de foto’s niet zo maar openlijk tentoonstellen!

    Deze foto’s zijn gemaakt in de Dordogne toen we puur toevallig bij zo een thuisslachting terecht kwamen.  Ook hier werd het varken geschoren en niet gebrand. Lees daarvoor verder!

     

    Varkensslacht  ( Kessel)

     

    Zwarte pensen kunnen alleen gemaakt worden als er bloed voorhanden is... zonder bloed geen pensen!

    Wanneer heeft men bloed ter beschikking? Vanzelfsprekend als het varken geslacht wordt! Daarom moet er hier ook eens bekeken worden hoe zo een varkenslachting destijds thuis gebeurde.

     

    Tijdens de periode na de tweede wereldoorlog en tot het begin van de jaren zeventig van vorige eeuw, was het thuis slachten van een varken de gewoonste zaak van de wereld. Als er een beetje plaats was om een varken te houden, kocht men een biggetje en dat werd dan gevoed met etensresten of veldvruchten die eerst gekookt werden in de ‘varkenskuip’, en als er geen voedsel meer voorradig was had men wel ergens een zak meel of graan in voorraad om het beestje verder te voederen.

    Tot enkele jaren na de oorlog mocht een varken zonder vergunning geslacht worden, later had men een toelating nodig en toen de reglementering op de thuisslachting te streng werd ging er weer een mooi stukje Vlaamse folklore verloren..

     

    Als kind heb ik nog verschillende keren meegemaakt dat er thuis een varken geslacht werd. Voor mij was dat telkens een groot feest. Voor mij toch, wat dat varken er van dacht heb ik hem nooit gevraagd.

     

    De dag dat het varken zou geslacht worden werd reeds een paar weken op voorhand aangevraagd want de slachter, de ‘sleger’ zegden we thuis, moest hiervoor besproken worden.

    Sterke Jef was zijn naam. Dat omschrijft reeds voldoende de capaciteiten van die man. Ikzelf heb hem niet gekend, wel zijn zoon, zijn opvolger, dat was dan Sus, Sus van Sterke Jef.... Hun echte naam was Van de Meuter, Meuters,  of iets dergelijks...  Weet ook dat, puur toevallig, een huisvarken in het Latijn “Sus domesticus” genoemd wordt, maar dat wist ik toen ook nog niet...

     

    De bewuste morgen stond Sus de slachter daar dan aan de varkensstal met een zwart foedraal vol grote en er erg gevaarlijk uitziende vlijmscherpe messen. Geschoeid met rubberlaarzen en over zijn blauwe overall, een grote alles omhullende grijze schort.

     

    Het varken werd dan door vader en enkele buren uit zijn hok gehaald... wat niet altijd zonder slag of stoot verliep.

    Wat toen allemaal heel gewoon leek, kan nu bijna niet meer verteld worden, er zouden te veel mensen aanstoot kunnen aan nemen... Maar vooruit... , we moeten pensen hebben!

     

    Er werd een touw vastgemaakt aan een achterpoot en aan een voorpoot, één links, één rechts en zo werd het varken op zijn zij getrokken. Het beest krijste dan steeds als vermoord... Je zou zelf voor minder..!

    Iemand gaf dan met een grote zware houten hamer een slag op het voorhoofd van het varken waardoor verondersteld werd dat het dan het bewustzijn zou verliezen, doorgaans begon het beest dan nog harder te krijsen. De slachter stak dan snel met zijn vlijmscherp ‘steekmes’ in de hals van het varken, sneed daarbij de keelslagader door en raakte ook het hart van het varken, als alles goed ging. Het bloed dat dan door de gapende wonde naar buiten stroomde werd door ons moeder onmiddellijk opgevangen in een wit, geëmailleerd teiltje. Telkenmale het kommetje vol was werd alle bloed samen gegoten in een grote, ook weer witte, geëmailleerde emmer. Met de ene hand werd het teiltje onder het varken zijn keel gehouden en met de andere hand moest in het bloed geroerd worden. Door dit roeren ontstonden er vezels die anders het bloed zouden doen stollen. Deze vezels (fibrine?) werden dadelijk weggegooid.

    Eens alle bloed uit het varken opgevangen was, werd er een greepje zout aan toegevoegd om het beter te kunnen te bewaren tot de volgende dag.  In de loop van de volgende namiddag werden er dan pensen van gemaakt.

     

    Met man en macht werd het varken dan op een ladder getild. De ladder lag reeds klaar van de vorige dag, netjes afgeschrobd met een harde borstel en een sopje van bruine zeep. Alleen konden we nu voor een paar dagen niet meer naar de hooizolder.

     

    Als er een paar kinderen in de buurt stonden, daagde Sus de slachter er steeds enkele uit om het varken zijn gat te kussen.

    Wie het varken zijn gat kust krijgt de blaas...riep hij dan !

    Voor zover ik weet heeft niemand ooit het gat van dat pas geslacht varken gekust! Toch was de blaas van het varken een interessant stukje speelgoed voor de kinderen van die tijd.

     

    Onmiddellijk na de slacht werd de blaas van het varken en zijn, hoe zegt men dat zonder vulgair te worden, zijn urineleider en andere aanhangende attributen er uit gesneden. Dit genitaal gestel werd dan gezouten en gedroogd en dat diende om de zeis of ander gereedschap in te vetten tegen het roesten. Ik heb dat ‘ding’ altijd, de pezerik horen noemen. ( Bullepees)

     

    De blaas werd met de fietspomp opgeblazen. In het boek van Nest Claes ,“De Witte” leest men hoe dergelijke varkensblaas gebruikt werd om te leren zwemmen en ze kon ook gebruikt worden als voetbal. Er werden  ook kappen voor schemerlampen van gemaakt en destijds ook tabakszakken.

    Zoals men het zegt, van het varken gaat niets verloren, alles wordt gebruikt.

     

    Het varken zelf werd daarna gewassen met emmers vol bijna kokend heet water en de slachter scheerde dan de haren van het varken er af. Dit scheren schijnt typisch een gebruik te zijn uit de Kempen. Op vele plaatsen werden of worden de varkensharen er af gebrand met stro of later ook met een gasbrander.

    Dan werd het zwijntje aan de achterpoten omhoog gehangen aan de netjes afgewassen ladder.

    De ingewanden werden er uit gehaald, dat was een stinkende bedoening, maar dat hoort er nu eenmaal bij...

    Het beestje werd nadien met een reusachtige bijl in de lengte doormidden gehakt in twee helften.

    Eerst ging de kop er nog af. Deze werd dan grondig gewassen en wat bijgeschoren. Ook de oren werden uitgewassen en de poten werden ook nog eens extra afgeschraapt en de teennagels verwijderd.

    Met de grote bijl hakte de slachter de kop in twee en dan kwam de delicatesse nummer één te voorschijn; de hersens.

    Daar stond ik reeds van om 7 uur ’s morgens voor te wachten, een braadpannetje in de  handen geklemd achter mijn rug.

     

    Dan was het tijd voor het ontbijt voor iedereen.

    Altijd waren er wel een paar buren die een handje kwamen helpen en, ... allemaal mee-eten!

    De nog warme lever van het varken werd door de slachter vakkundig in dikke plakken gesneden, deze wentelde ons moeder in grof meel dat normaal voor de dieren diende, en werd dan gebakken in reuzel met wat gesnipperde sjalot er bij. De fles jenever kwam toen ook wel te voorschijn vermoed ik maar dat was toen nog niet aan mij besteed.

     

    Ik kreeg de hersenen en de anderen mochten ook een beetje proeven natuurlijk.

    Hersentjes gebakken in boter met een fijn gesneden sjalot erbij en dan een eitje daarover. Even roeren en klaar,... heerlijk eten is dat! Die grijze massa ( letterlijk) werd dan dik op de boterham gesmeerd.

    Voor de slachter was het werk voor die dag bijna afgelopen. Het varken verhuisde naar een koele plaats, er werd een wit laken over gehangen, de rest van het werk was voor de volgende dag.

     

    In de keuken begon nu juist het grote werk. Pensen maken onder andere.

     

    Daarvoor werden de longen, de slokdarm en het hart, de maag en nog wat afsnijdsels van de kop en dergelijke eerst goed gaargekookt. Dat werd dan door een vleesmolentje, geleend bij de buren, gedraaid. Met de hand, want een motortje dat is pas voor veel later.

    Onmiddellijk na het slachten werden er twee grote witte broden, een beetje van de korsten ontdaan in het verse bloed te week gezet. Het bloed en brood samen met de gekookte en gemalen afsnijdsels vormden de vulling voor de pensen. Als kruiding was er peper en zout en nootmuskaat.

    Ook het vullen van de darmen was een prutswerkje...uren waren de helpers er mee bezig.

    Ze deden het met de vleesmolen waar een extra lange vultuit opgezet werd.

    Helemaal in het begin herinner ik mij dat de schoon gemaakte darmen van het varken zelf gebruikt werden, maar dat is een langdurig stinkend knoeiwerk om die te reinigen. Nadien ging men gewoon voorbewerkte, gezouten darmen kopen bij de slager.

     

    Maar ’s avonds, wat een heerlijkheid: pensen...

    Pensen worden niet gekookt maar zachtjes gaar gemaakt in heet water van om en ontrent de tachtig graden.  Ze moeten ongeveer twintig minuten ‘koken’. Soms ging er wel eens een pens kapot, ze barste of ze brak tijdens het uithalen. Het kookvocht bevatte daardoor allerhande brokjes pens. Voedsel weggooien was een werkwoord dat in die tijd nog niet bestond. Daarom maakte moeder van het kookvocht ook nog pensensoep. Ik vond datniet lekker! Later gaf mijn moeder toe dat zij dat ook niet erg op prijs stelde, maar zoiets gooi je niet weg. Bij het pensenkookvocht werd eenvoudig een beetje gesneden selder gevoegd en gaar gekookt... dat is dan het recept voor pensensoep!

     

    Die pensen zelf moesten dan ook de volgende dagen snel opgegeten worden, dus iedereen die in de buurt kwam kreeg er wel enkele, de slachter onder andere, en puur toeval maar tijdens de slachtperiode kwam de pastoor ook altijd even op bezoek.

     

    De volgende dag werd er dan ‘kop’ (hoofdvlees) gemaakt en leverpastei.

    De slachter kwam voor de tweede keer en verdeelde het varken vakkundig in stukken.

    Sus de slachter keek dan altijd diep in mijn ogen en zegde dan ; “ha menneke , gij het van het hèt (hart) gegeten , hé !” Hoe die man dat wist heb ik nooit begrepen...

     

    De twee hespen, heps zegden wij, da’s veel lekkerder dan de huidige hammen, werden in een grote ton gelegd met zout. Na enige weken zouten, werden ze gedroogd of gerookt.

    Vele stukken vlees werden geweckt of gebakken in vet en dan bewaard zoals confit, dus onder een dikke laag vet.

    Ook paté werd in weckbokalen gestopt. De kop die was snel genoeg opgegeten.

    Er waren geen koelkasten toen, alles moest zo snel mogelijk verorberd worden.

    Daarom ook dat er zo dikwijls pensenkermissen gehouden werden. Er was voedsel in overvloed dat ook snel moest gegeten worden.

     

    De buren waren daar goed mee natuurlijk. Anderzijds was het natuurlijk ook wederkerig...

     

     

    De slachter   (Heers)

     

    Hier bedoelen wij de "huisslachter", die aan huis het varken ging slachten. Een dag of wat later, na het afsterven van het geslachte dier werd het dan versneden en ingezouten. Zowel arm als rijk maakten een varken vet voor eigen gebruik. Bijna in elk gezin, bij de armsten één of twee per jaar, werd een biggetje aangekocht, vet gemaakt met de afval van het huishouden, met de inhoud van de varkensketel of met de aankoop van voeder om het op gewicht te krijgen tot het zwaar genoeg woog om dood te doen. Na een drietal maanden, of soms wat meer was het zwaar genoeg om geslacht te worden.

     

    De slachter werd gevraagd om het te komen slachten. Dit was seizoensgebonden, het mocht niet te warm zijn, dus het begon na de zomer tot laat in de lente, tot omstreeks Pasen. De periode van de feesten zoals de kermissen en de plechtige communie waren hoogdagen voor het slachten.

    Vroeger gebeurde dat zonder plichtplegingen. Het was zonder reglementering toegelaten. Heel wat later moest dan toch een toelating verkregen worden, met een slachtbrief van de gemeente, tegen een kleine vergoeding te verkrijgen op eenvoudige aanvraag. Nu zou dat allemaal niet meer mogen en wordt er ook niet meer aan huis geslacht. Nog zo ‘n volksgebruik, uit onze contreien verdwenen.

     

    Het begon met het buitenhalen uit de stal, een touw met aan het ene einde een stuk ketting met oog (ring) van een halve meter werd "gestropt" en zo werd het varken met het bovenste gedeelte van de muil gepakt naar buiten gebracht naar de plaats van de slachting.

    Daar werd het arme dier, vastgehouden met die gespannen koord met ketting, soms nog met een tweede touw aan een achterpoot, "afgehauwd" met een bijl, neergelegd, de voeten op de koorden. Zo werd het gekeeld met een messteek in de hals naar het hart. Meestal werd het bloed opgevangen om later pensen en andere bereidingen te maken. In het bloed diende, na toevoeging van zout, onmiddellijk geroerd te worden tegen het klonteren.

     

    Het dier, gedood zijnde, werd dan over het ganse lijf gebrand, met "wissen" stro om het "schrabben", (weg)schrapen van de haren mogelijk te maken. Bij een heel jong dier (big of "kurretje") gebeurde dit al eens door het "schaaën" met kokend water.

    Deze fase achter de rug zijnde, werden de poten en oren afgesneden en werd het dier op zijn knieën gezet, op de rug over de ganse lengte opengesneden en verder open gekapt, dan lagen de twee helften uiteen. De ingewanden werden er uitgehaald. Het werd overvloedig gewassen, het resterend bloed eruit geperst en de twee helften in zijn geheel opgehangen met haken aan ringen aan een plafond of aan een ladder om uit te lekken en af te sterven gedurende ongeveer één dag en één nacht.

    Behalve de twee grote helften, werden dan reeds al de andere kleinere delen reeds dezelfde dag verwerkt. De hersenen werd vrij snel opgegeten, met een paar eieren tot een delicatesse bereid. De organen, zoals nieren, lever, maag en allerhande kleinere stukken vlees, met eventuele toevoeging van wat rundvlees werden verwerkt in witte pensen, bloedpens met het gebruik van het opgevangen bloed, leverpastei en andere specialiteiten van de streek. Van de kop, poten en oren en met toevoeging van ander vlees en kruiden werd later "huidkees" gemaakt.

    Ongeveer één dag later werden de grote stukken, zijnde de twee hespen (achterste), de twee schouders en de twee "zeien" ingezouten (een tiental kilo zout) in een kuip of betonnen bak, gewoonlijk in de kelder. Vroeger werden de ribben uit het geheel gesneden om aldus gebruikt te worden, later werden er eerder "koteletten" van gemaakt.

     

    Bij  het opkomen van diepvriezers, werd het varken helemaal versneden, in plastic zakjes gepakt en ingevroren.

     

    Het "getuig" van de slachter bestond uit een lederen "bot" waarin de verschillende soorten messen zaten, "schrabmessen", snijmessen en "uitbeenmessen" zaten, een slijpsteen, een bijltje en het touw, met een stuk ijzeren ketting eraan.

    En zo trok de slachter rond, bijna het ganse jaar door en onze "pa" deed alzo ongeveer 14 dorpen aan, enkel met de fiets. In elk dorp hadden ze wel een huisslachter. Te vermelden de neven André Dirix en André Dirix uit Heers, Lom Dessart in Veulen, Victor Vandersmissen in Heks en Louis Boes in Opheers e.a. Vele particulieren slachtten ook zelf. Wij hadden het hier over de ons gekende periode van voor de oorlog ’40 tot omstreeks 1970, dan was dat reeds sterk aan het minderen tot nu praktisch uit ons dorpsbeeld verdwenen. Ook werd toen ook al eens een rund of een ander dier geslacht, doch dat was al meer voor de "slager", die daarbij er ook een slagerswinkel er op nahield.


    02-09-2011 om 00:00 geschreven door Nicolay  


    Tags:Slachten van een varken, pensen maken, pensensoep, hersens
    29-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlogsbloedworst

    Een recept voor oorlogsbloedworst uit het jaar 1941. Het boek kostte toen 60 frank.



    Bloedworst


    Samenstelling:

     

    Bloed, halve pens,

    Longen, Maag,

    Kaantjes en pezen.

     

    Kruiden:

    Naar gelang men voorradig heeft.

    Ajuin.

     

    Maak al het slachtafval zuiver. Laat koken met de pezen in bouillon. Niet te malsch daar men anders te groot gewichtsverlies heeft. De pezen echter mogen goed malsch zijn. De longen kan men in water laten koken.

    Snijd den ajuin klein en laat bruineeren in wat vet. Snijd nu den bol kaantjes in stukken en laat bij den ajuin wak worden. Vervolgens de kaantjes van elkander knijpen. Gaat dit wat lastig,

    giet dan warmen bouillon op de kaantjes.

    Draai pezen en slachtafval door de 2 mm plaat. Is het slachtafval zeer malsch, draai dan door de 3 mm plaat.

    Meng alles door een in den mengbak. Voeg nu het bloed erbij met de noodige kruiden en het zout. Giet dan nog een hoeveelheid bouillon bij. Verschillend naar gelang de sterkte van den bouillon.

    Beuling vervaardigd zonder vet varkensvleesch is droog. De bouillon wordt daarvoor als ersatzmiddel aangewend.

     

    Ook de (halve) runderpens wordt hier gebruikt, waarschijnlijk wegens de oorlogsomstandigheden. Deze pens is anders moeilijk verkoopbaar en kan op deze manier geld opbrengen.

    Ook kaantjes en pezen, twee producten die normaal niet in de handel komen worden nu verwerkt tot bloedworst.

    Longen worden altijd verwerkt in de bloedworst.

    Er worden geen hoeveelheden opgegeven, daarom zoals men kan lezen bij de kruiden: wat men voorradig heeft!

    29-08-2011 om 01:01 geschreven door Nicolay  


    Tags:Bloedworst, oorlogsrecept


    Zoete pensen: iets voor u? Ja? Dan bent u vast een Oost-Vlaming! Dit regionale smaakverschil kwam in onze familie bovendrijven: als de familie in de Denderstreek een varken slachtte, werden er wel eens pensen meegenomen voor de familieleden in het Pajottenland. "Niet te eten", vonden de Pajotters, die gruwden van witte pensen met suiker...
    Rondvraag / Poll
    Lust u zoete pensen?
    Ja
    Nee
    Bekijk resultaat


    Rondvraag / Poll
    In welke provincie hebt u pensen leren eten?
    West-Vlaanderen
    Oost-Vlaanderen
    Antwerpen
    Limburg
    Vlaams-Brabant
    Brussel
    Bekijk resultaat


    Archief per week
  • 31/08-06/09 2015
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/03-10/03 2013
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/10-30/10 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 07/08-13/08 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005

    Zoeken in blog


    Fons Nicolay mailen

    Druk op onderstaande knop om Nicolay te mailen.


    Hoofdpunten blog keukenverhalen
  • Nog een kikker
  • Separatorvlees
  • Amerikaanse worsten.

    Hoofdpunten blog keukenweetjes
  • Dromomania – Het boek!
  • Gekonfijte eendenbouten
  • Op jacht!

    Hoofdpunten blog oorlogskeuken_asg
  • Oorlogskonijn?
  • Uit "Ons Oorlogskookboekje" (Gaston Clément)
  • Hamsteren na de oorlog

    Hoofdpunten blog etenaanzee_asg
  • Vlaamse grijze garnaal
  • Brusselse wafels
  • Paling in ’t groen.




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!