Verzameling van borsthangers van de gemeente & de landelijke politie uit de Provincie VLAAMS BRABANT - Collection de breloques de la police communale et rurale de la Province du BRABANT FLAMAND
Tot in het begin van de 12de eeuw behoorde Zoutleeuw toe aan het bidsom Luik.Toen liet Hendrik V, keizer van het Heilige Roomse Rijk, zijn rechten gelden en schonk het in 1106 aan Godfried I met de Baard, graaf van Leuven, die het al voor 1135 liet versterken. Zoutleeuw werd aangezien als één van de 7 voornaamste steden van het hertogdom Brabant.
Het wapenschild van Zoutleuw met de leeuw en het schildhoofd verschijnt voor het eerst op een stadszegel in 1405. Het zou aan de stad geschonken zijn door Wenceslas I van Bohemen, graaf (1353) en hertog (1354) van Luxemburg en in 1355 door het huwelijk, ook hertog van Brabant en Limburg. Dit wapen zou van sabel zijn geweest, met een leeuw van goud en een schilhoofd van keel.
Zeer waarschijnlijk werd er geopteerd voor een gouden leeuw op een veld van sabel, namelijk het wapen van de hertogen van Brabant die sinds het begin van de 12de eeuw de macht hadden in Zoutleeuw.
In sabel een leeuw van goud, geklauwd en getongd van keel met een opgenaaid schildhoofd van hetzelfde.
18-08-2008
ZEMST
ZEMST
De gemeente koos na de fusie voor het wapen van de voormalige gemeenten Weerde en Zemst. De 3 maliën werden echter 2 en 1 geplaatst i.p.v. naast elkaar.
Zemst en Weerde waren verdeeld onder de hertogen van Brabant en de opvolgers van de familie Berthout.
Op een akte uit 1698 uitgaande van de schepenen van Zemst en Weerde, komt een zegel voor met het wapen van Filips Frans, prins van Berghes en Grimbergen, ridder van het Gulden Vlies. Dit wapen werd in 1950 toegekend aan Weerde en in 1954 aan Zemst. In het huidige gemeentewapen zijn, zoals gezegd, de maliën 2 en 1 geplaatst, overeenkomstig het wapen van de heren van Berghes, later graven van Grimbergen.
Doorsneden 1. gedeld a. in sabel een leeuw van goud, geklauwd en getongd van keel
b. in goud 3 palen van keel
2. in sinopel 3 maliën van zilver.{ Het schild omringd door de ordeketen van het Gulden Vlies en geplaatst op een mantel van keel, gevoerd met hermelijn en getopt met een kroon met 5 fleurons van goud}
14-08-2008
ZAVENTEM
ZAVENTEM
Zaventem, Nossegem en Sterrebeek maakten aanvankelijk deel uit van een domein van de abdij van Nijvel. Op het einde van de 11de eeuw waren Zaventem en Sterrebeek in het bezit van de familie van Kraainem. Zaventem had al in het begin van de 12de eeuw een schepenbank, die nog steeds de abdij van Nijvel vertegenwoordigde.
De schepenen van Zaventem-Sterrebeek gebruikten in 1608 een zegel van zaken met een schild waarop 3 molenijzers staan. Dit is het wapen van hun heer, Ferdinand van Booischot, die in goud 3 molenijzers in lazuur voerde. Nadat Zaventem in 1621 tot baronie was verheven, gebruikte de schepenbank een ander zegel. Afdrukken hiervan uit 1667, 1673 en 1676 vertonen het schild met de 3 molenijzers, geplaatst voor het kruis van de Orde van Calatrava en begeleid door 2 banieren, die van rechts met het wapen van het schild, die van links met een harstchild van zilver, beladen met een everkop van keel. Het wapen dat in 1904 aan Zaventem werd toegekend, is dat van de heren van Booischot, het Calatravakruis werd weggelaten en de schachten van de 2 banieren werden achter het schild geplaatst i.p.v. aan weerszijden ervan. Op de rechterbanier prijkt het wapen Booischot en de linker banier is van lazuur met een hartschild van goud, beladen met een everkop van natuurlijke kleur.
In het wapen van de fusigemeente werden de 2 banieren gewijzigd. De rechter is nu van lazuur met een schildhoofd van zilver beladen met 3 palen van keel. Dit is het wapen van de familie van der Meeren, die in 1381 de heerlijkheden Sterrebeek en Zaventem in handen kreeg en er in de 16de eeuw ook de hoge rechtspraak verwierf. De linkerbanier draagt het wapen van de voormalige gemeente Sint-Stevens-Woluwe (3 potten). Het gaat om het wapenschild van de familie Kieffelt, die in 1626 de rechtsmacht over Kraainem en Woluwe in handen kreeg.
Door deze wijziging aan de banieren komen dus de 4 deelgemeenten aan bod in het wapen van de huidige entiteit Zaventem.
In goud 3 molenzijzers van lazuur. Het schild geplaatst voor de zilveren schachten van 2 banieren, rechts: in lazuur een schildhoofd van zilver beladen met 3 palen van keel, links: in goud een dwarsbalk van lazuur beladen met 3 potten van goud.
10-08-2008
WILSELE
WILSELE
Gefusionneerd in 1977 met Leuven.
Twee naast elkaar geplaatste schilden: rechts , gevierendeeld, 1 en 4 van goud met 5 schelpen van sabel, kruisgewijze geplaatst, wat van der Noot is;
2 en 3 van sabel bezaaid met leliën van goud, wat Duras is; links , gevierendeeld 1 en 4 van goud met een dwarsbalk van azuur met een schuinkruis van keel over alles heen, wat Grimberghe d’Assche is; 2 en 3 van zilver met 5 ruiten van keel schuin boven elkander, wat Ophem is. Schildhouders: 2 geluipaarde leeuwen van goud - de naast elkaar geplaatste schilden getopt met een kroon met 3 fleurons, gescheiden door een groep van 3 parels, opgesteld als volgt: 1 en 2
06-08-2008
WEZEMBEEK-OPPEM
WEZEMBEEK-OPPEM
Wezembeek en Oppem vormden samen één parochie, maar waren 2 verschillende heerlijkheden. Oppem werd in 1234 door de familie van Dongelberg geschonken aan de abdij van Villers, die er een eigen schepenbank had.
Van de 12de tot het einde van de 14de eeuw behoorden goederen te Wezembeek aan een familie van die naam. De schepenbank te Wezembeek werd aangesteld door de hertog en volgde het recht van Ukkel.
De volgende eeuwen volgden verscheidene families elkaar op, tot Gaspar de Burbure, commissaris-generaal van het buskruit en de salpeter van de koning van Spanje, Wezembeek verwierf in 1695. In 1692 werd hij in de adel verheven en in 1694 geridderd. Hij voerde in sabel een ankerkruis van zilver.
Het wapen van Burbure werd reeds in 1920 aan Wezembeek-Oppem toegekend.
In sabel een ankerkruis van zilver.
02-08-2008
WEMMEL
WEMMEL
De heerlijkheid Wemmel, gehouden van de burggraaf van Brussel, was in de 12de-13de eeuw in het bezit van een familie van die naam. Na de dood van Leo van Wemmel (+1263) ging ze over op zijn dochter, gehuwd met Arnulf II van Kraainem. De familie van Kraainem behield Wemmel tot het in 1390 door huwelijk in handen kwam van Gijsbrecht Taye van Elewijt. In 1628 werd Wemmel verheven tot baronie en in 1688 tot markizaat. Nog steeds in het bezit van de familie Taye, ging het in 1761 over op de graven van der Noot, meteen de laatste heren/markiezen van Wemmel.
De zegel bekend in 1390, 1410, 1490 enz...vertoont al een schild met een kruis, vergezeld in het eerste kwartier van een vogel. Dit was het wapen van de heren van Kraainem, die Wemmel bezaten van na 1263 tot ca. 1390.
Het wapen dat in 1873 aan Wemmel werd toegekend - in goud een kruis van keel, vergezeld in het 1ste kwartier van een mereltje van sabel - gaat terug op de reeds beschreven schepenzegels. Het mereltje stelt echter een probleem. Op de oude zegels van de heren van Krainem staat in het 1ste kwartier van het wapen soms een mereltje soms een kraai. Beschrijvingen van het Kraainemse wapen in 14de-eeuwse wapenboeken hebben het steevast over een mereltje, terwijl men², op de tekeningen zelf ene vogel ziet met een vrij lange beken staart, soms met en soms zonder pootjes. Op het zeer goed bewaarde zegel van de schepenbank van Wemmel uit 1410 prijkt een vogel met bek, staart en poten. Dit is duidelijk geen mereltje .
Het huis van Kraainem, heren van Wemmel, voerde dus in goud een kruis van keel, vergezeld in het 1ste kwartier van een kraai van sabel.
Wemmel verving het mereltje in haar wapen door een kraai van sabel.
In goud een kruis van keel, vergezeld in het 1ste kwartier van een kraai van sabel
28-07-2008
VILVOORDE
VILVOORDE
Het domein Vilvoorde, sinds de 8ste eeuw eigendom van de abdij van Chèvremont bij Luik, kwam in 972 in het bezit van het kapittel van Aken. De hertogen van Brabant, die er de wereldlijke voogdij uitoefenden, kregen voor het einde van de 12de eeuw een belangrijk deel van het domein in handen.
In 1192 schonk hertog Hendrik I aan Vilvoorde een stadskleur en een eigen schepenbank, die de costuyme van Brussel bleef volgen.
Het oudst bekende zegel van Vilvoorde (1346) zou een Romaans gebouw met een dak en 2 zijtorens hebben voorgesteld. Op het zegel, staat aan weerszijden van het gebouw een banier met een vrijkwartier. Op 17de-18de eeuwse zegels is het gebouw in gothische stijl en voorzien van een poort met opgetrokken valdeur.
Het wapen dat in 1819 en 1839 respectievelijk werd bevestigd en bekrachtigd, gaat terug op deze stadszegels uit het Ancien Régime. In 1819 waren de 2 banieren van keel met een vrijkwartier van goud, in 1839 echter van goud met een vrijkwartier van keel. Deze omwisseling van kleur en metaal was niet gerechtvaardigd. Deze fout werd na de fusie hertsteld.
In keel een burcht van goud, verlicht en gemetseld van sabel, bestaande uit een middengebouw met geopende poort en opgetrokken valdeur, met een schilddak waarin 3 dakkapellen, tussen 2 zijtorens met kegelspits en windvaan, begeleid door 2 staande afgewende banieren van keel met vrijkartier van goud.
24-07-2008
TREMELO
TREMELO
Het dorp Tremelo maakte aanvankelijk deel uit van Werchter. Pas in 1781 werd het een afzonderlijke parochie en in 1837 een zelfstandige gemeente. Werchter met Tremelo behoorde tot het Land van Rotselaar dat in 1518 geïncorporeerd werd in het markgraafschap (1517), later hertogdom (1527) van Aarschot.
De schepenbank van Werchter gebruikte in de 14de-15de eeuw een zegel met een schild waarop 3 lelies met afgesneden voet (of staande lelies) namellijk het wapen van de heren van Rotselaar. Het schild was getopt met een gebaard manshoofd met nimbus.
Om het te onderscheiden van dat van andere gemeenten die eveneens het wapen van Rotselaar voerden, werd het schild geplaatst voor een afbeelding van Pater Damiaan, de in Tremelo geboren apostel der melaatsen.
In zilver 3 leliën met staande voet van keel (Rotselaar). Achter het schild, Pater Damiaan in zijn kloostergewaad, houdende in de rechterhand een kruisbeeld rustend op de borst, en met de linkerhand het schild, alles van zilver.
21-07-2008
TIENEN (2)
TIENEN
In lazuur een dwarsbalk van zilver. Schildhouders: 2 schapen van zilver, houdende elk een banier met het wapen van het schild, met schacht van goud en kwast van zilver. Het geheel geplaatst op een grasgrond
20-07-2008
TIENEN
TIENEN
Tienen was klaarblijkelijk een belangrijke Romeinse nederzetting, werd reeds voor 1100 omwald en kreeg voor 1139 voorrechten van de hertogen van Brabant. De stad groeide zo snel dat in het midden van de 13de eeuw en rond 1364 de stadswallen verruimd moesten worden.
De hertog, was in Tienen vertegenwoordigd door een meier met rechtsmacht over het hoofdmeierschap van Tienen dat de steden Tienen, Zoutleeuw, Halen en Landen en 72 dorpen telde.
Vanaf de 11de eeuw bestond in Tienen een muntatelier, dat in de 13de eeuw penningen sloeg die een Paaslam vertonen.
Reeds in 1229 gebruikte de stad Tienen een zegel met een naar heraldisch links gaand Paaslam.
Zegels van zaken uit de 16de eeuw tonen een naar heraldisch rechts gaand Paaslam, aan weerszijden vergezeld van een schildje, het heraldisch rechtse beladen met een dwarsbalk. Hoewel het Paaslam tot op het einde van het Ancien Regime op de zegels van Tienen voorkomt, blijkt toch dat de dwarsbalk het eigenlijke wapen van de stad was. De schildhouders, 2 schapen of lammeren die elk een banier met het stadswapen houden, verschijnen in de 17de-18de eeuw op de stadszegels. Ofwel gaat het om het Paaslam van de zegels dat “gedegradeerd” werd tot schildhouder, ofwel is dit een verwijzing naar de bekende, in 1580 gestichte schapenmarkt van Tienen.
In 1813 verleende keizer Napoleon I aan Tienen een wapen in zilver met een dwarsbalk van lazuur en een vrijkwartier van hetzelfde. De kleuren van het oude wapen werden hier dus omgewisseld, wellicht om het blauwe vrijkwartier op een veld van zilver te kunnen plaatsen.
Tienen kreeg in 1841 haar oude wapen met de schildhouders terug, dat in 1981 opnieuw werd bevestigd.
16-07-2008
TIELT-WINGE
TIELT-WINGE
Tielt-Winge koos na de fusie voor het wapen dat de voormalige gemeente Sint-Joris-Winge sinds 1839 voerde.
Winga wordt voor het eerst vermeld in 1129.Vanaf de 16de eeuw werd daar gewoonlijk de naam van Sint-Joris, patroonheilige van de parochie, aan toegevoegd. De rechtsmacht in het dorp hoorde toe aan de hertogen van Brabant. Hun schepenbank, voor het eerst vermeld in 1249, zetelde in het gehucht Gempe en ging ten hoofde naar Leuven.
Volgens een overlevering zou keizer Karel V aan Winge een rond zegel hebben toegekend met een rechtopstaande, geharnaste Sint-Joris die zijn lans plant un de muil van een gevelde draak. Hierop gaat het vroegere wapen van Sint-Joris-Winge terug en dus ook het huidige wapen van Tielt-Winge.
In zilver een Sint-Joris van keel, staande op een draak van sinopel
12-07-2008
TERVUREN
TERVUREN
Tervuren was vermoedelijk het domein Fura, waar Sint-Hubertus, bisschop van Maastricht, in 727 overleed. De hertogen van Brabant hadden er sinds de 13de eeuw een jachtslot, dat in de 14de eeuw verbouwd werd tot een imposant kasteel.
De inwoners van Tervuren kregen waarschijnlijk kort voor 1226 bijzondere vrijheidsrechten van hertog Hendrik I. De Vrijheid kreeg langzamerhand een stedelijk utizicht met poorten, een halle, een gasthuis en een lakenindustrie. De hertogelijke schepenbank van Tervuren had een eigen zegel. Afdrukken ervan uit 1267-1422, vertonen in het veld een ongekroonde leeuw.
Gekleurde afbeeldingen van het wapen van de Vrijheid Vueren vindt men vanafde 17de eeuw.Het gaat om een zilveren schild met een leeuw van lazuur. Die leeuw is geklauwd, getongd en gekroond.
De gemeente voert sinds 1987 hetzelfde wapen, maar liet de kroon van de leeuw weg omdat ze niet voorkomt op de middeleeuwse zegels van de Vrijheid Tervuren.
In zilver een leeuw van lazuur.
08-07-2008
STROMBEEK BEVER
Strombeek Bever
In 1977 werd Strombeek-Bever gefusionneerd met Grimbergen.
Le premier membre de ce nom de ruisseau- 1160 “Strubeke” - provient du moyen néerlandais « strum » - torrent.
Le second - en 1133 «Bevenne», de « Bebronna », «eau de castor» - parait avoir été le nom celtique du ruisselet que les Francs appelaient «Strombeek» - ruisseau torrentueux.
Sous l’ancien régime, Strombeek dépendait de la mairie de Grimbergen. Le hameau de Bever, ressortissant à la mairie de Wemmel, lui fut annexé en 1810. Bever était une ancienne seigneurie du Duc de Brabant qui avait été engagée, vers 1560, à Adrien Taye, seigneur de Wemmel. Bever fut engagé à nouveau, en 1626, à un nommé Kerckove, et vendu, en 1644, au baron de Bouchout qui le céda aux Kinschot, comtes de Jette.
Au XVIè siècle, les échevins de Strombeek scellaient d’un sceau commun les actes passés devant eux. A partir de 1590, ils n’eurent plus de sceaux et se servirent de celui des échevins de Grimbergen avec qui on les confondait quelquefois sous la dénomination d’«échevins de Grimberghe et de Strombeke»
Plus tard, le sceau réapparut : il était semblable à celui de Grimbergen.
La commune de Strombeek n’a pas d’armoiries reconnues : elle fait cependant usage d’un sceau blasonné d’un écu de gueules à la bande ondée d’argent.
04-07-2008
STEENOKKERZEEL
STEENOKKERZEEL
De gemeente koos na de fusie voor een combinatie van 3 elementen: het wapen van de familie de Lannoy, heren van Steenokkerzeel van 1511 tot 1577, het wapen van de vroegere gemeente Perk en het 1ste kwartier van het wapen van de vroegere gemeente Melsbroek.
De zegels uit 1537 & 1566 van de schepenbank van de heer van Steenkkerzeel vertonen een schild met ronde punt waarop 3 gekroonde leeuwen staan afgebeeld, het wapen van de familie de Lannoy die in die periode Steenokkerzeel bezat. Dit wapen vormt het rechtergedeelte van het huidige wapen van de fusiegemeente.
De laatste feodale heren van Perk waren de van Steenlands, die vanaf 1728 de titel van baron van Perk mochten voeren. Het wapen van Perk gaat terug op een schepenzegel uit 1768 met daarop het wapen van het huis van Steenland. Steenland-Perk vormt het centrale gedeelte van het huidige wapen van Steenokkerzeel.
De familie de Locquenghien uit Artesië, werden baron van Melbroek in 1659 en behielden er de heerlijke rechten tot in 1731.
Op een zegel van de schepenbank van Melsbroek uit 1698 staat een wapen waarin de emblemen gecombineerd zijn van verschillende families die met het geslacht de Locquenghien verwant waren.
Voor het linkergedeelte van het wapen van Steenokkerzeel werd slechts het 1ste kwartier van dit zeer ingewikkelde blazoen gebruikt, namelijk het oerwapen de Locquenghien.
Het huidige wapen van Steenokkerzeel gaat dus terug op oude schepenzegels van Steenokkerzeel, Perk en Melsbroek, waarop de wapens van respectievelijk de families de Lannoy, van Steenland en de Locquenghien staan afgebeeld.
Ingebogen gekapt 1. in zilver 3 leeuwen van sinopel, geklauwd en getongd van keel, gekroond van goud
2. in keel een dwarsbalk van zilver, getralied van lazuur
3. in goudhermelijn een leeuw van sinopel, geklauwd en getongd van keel.
02-07-2008
SINT-PIETERS-LEEUW
SINT-PIETERS-LEEUW
In het beginvan de 9de eeuw was Leeuw de kern van een uitgestrekt domein dat door ene vrouw Angela werd overgemaakt aan de Sint-Pieterskerk van Keulen. In de 12de eeuw was dit domein eigendom geworden van de hertogen van Brabant, die het in de 1ste helft van de 13de eeuw splitsten. Het deel ten oosten van de Zenne bleef hertogelijk domein, het gebied ten westen behoorde later tot het Land van Gaasbeek. Godfried voerde de titel van heer van Leeuw. Zijn afstammelingen noemden zich heer van Gaasbeek. Omstreeks het jaar 1000 verschijnen in het domein van Leeuw de schepenen van de Sint-Piterskerk van Keulen.
De schepenbank van de heer van Gaasbeek had een eigen zegel. In het veld van dit zegel staat een leeuw met voor hem een sleutel, symbol van Sint-Pieter, patroon van de parochiekerk.
In het wapen uit 1819 werd de sleutel weggelaten, deze fout werd hersteld in 1978.
Een klimmende leeuw van keel in een veld van zilver met voor hem, een sleutel van sinople voorzien van 5 tanden in het sleutelblad, de baard naar rechts gericht.
30-06-2008
SINT-GENESIUS-RODE
SINT-GENESIUS-RODE
De ontginningen in het Zoniënwoud, die aan de oorsprong liggen van het dorp Rode (gerooid bos), dateren waarschijnlijk uit de 11de eeuw. Vanaf 1297 strekte de jurisdictie van de hertogelijke schepenen van Rode zich ook uit over Alsemberg, Beersel, Linkebeek, Dworp, Huizingen en Buizingen.
Het oudst bekende zegel van de schepenen van Alsemberg en Rode stelt een gekantelde toren voor. Na 1449 gebruikte de schepenbank een andere zegel. De daarop afgebeelde zeshoekige toren met zijtorentjes stelt mogelijk de oude kerktoren van Alsemberg voor. In 1849 werd aan Sint-Genesius-Rode een wapen toegekend, geinspireerd op dit laatste zegel.
Omdat de zeshoekige toren op de schepenzegels van na 1449 eerder een kerktoren dan een kasteel is, stelde de Vlaamse Heraldische Raad in 1991 voor het kasteel met 2 torentjes te vervangen door een romaanse kerktoren van sabel, geopend en gemetseld van het veld, geplaatst op een grasgrond.
De gemeente ging hier echter niet op in, Sint-Genesius-Rode voert nog steeds het wapen dat haar in 1849 werd toegekend.
In zilver een kasteel met 2 ouderwetse torentjes van natuurlijke kleur.
26-06-2008
SCHERPENHEUVEL
SCHERPENHEUVEL
Na de fusie van 1977 koos de gemeente voor een gedeeld wapenschild van
1. Zichem en 2. Messelbroek, geplaatst voor een Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel.
Onder het Ancien régime ressorteerden Zichem, Scherpenheuvel en een deel van Averbode onder de stad Zichem. Messelbroek, Testelt en een ander deel van Averbode vielen onder het Land (later hertogdom) van Aarschot.
Zichem maakte samen met het Land van Aarschot deel uit van het apanagium dat hertog Jan I van Brabant in 1284 schonk aan zijn broer Godfried van Vierzon. In 1302 ontving Zichem het stadsrecht van Leuven.
In 1845 werd aan Zichem een wapenschild van zilver met 3 kepers van sabel toegekend. De kleur van de 3 kepers is fout. De stad Zichem voerde immers in zilver 3 kepers van lazuur.
Dit verbeterde wapen vormt de rechterhelft van het huidige gemeentewapen. De linkerhelft is het wapen dat in 1967 aan de voormalige gemeente Messelbroek werd toegekend. Het gaat om het wapenschild van de Arenbergs, laatste feodale heren van het hertogdom Aarschot.
Aangezien de gemeente in haar wapen een verwijzing wenste naar haar bekende bedevaartsoord, werd het schild geplaatst voor de beeltenis van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel.
Gedeeld 1. in zilver 3 kepers van lazuur
2. in keel 3 vijfbladen van goud doorboord van het veld. Het schild geplaatst voor een Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel van natuurlijke kleur.
23-06-2008
OVERIJSE (2)
OVERIJSE
Hier fout gespelt " Overuse" ipv Overijse
22-06-2008
OVERIJSE (1)
OVERIJSE
In 1234 kregen de bewoners van Overijsse van de hertogen van Brabant dezelfde vrijheden als de Leuvenaars. In de loop van de 14de eeuw werden deze voordelen echter geleidelijk aan afgezwakt door zekere rechten die de heren van Witthem van de hertogen ontvingen in de Vrijheid van Oversijsse. In 1558 namen de Witthems de hertogelijke juridictie en rechten in pand. Het hertogelijk domein kocht deze rechten in 1613 terug en verpandde ze in 1626 opnieuw, ditmaal aan het huis van Hornes. Overijsse en Evere werden in 1677 verheven tot het prinsdom Hornes. Het huis van Salm-Kirbourg volgde de familie de Hornes op en kreeg in 1770 Overijsse definitief in handen.
Latere zegels van de Vrijheid vertonen in het veld een Sint-Maarten te paard met een kreupele bedelaar, geplaatst achter een klein schild met een dwarsbalk, in het schildhoofd vergezeld van 3 lelies en in de schildvoet van een leeuw.
De kleuren van dit kleine schild, eigenlijk het wapen van de Franchise Overysche, zijn bekend: in keel een dwarsbalk, vergezeld in het schildhoofd van 3 lelies en in de schildvoet van een leeuw, alles van zilver.
Toen de koning der Nederlanden in 1819 het wapen van Yssche bevestigde, verving hij keel door lazuur en zilver door goud, m.a.w. door de kleuren van Nassau. Zoals op de oude zegels werd het schild geplaatst voor een Sint-Maarten te paard met een kreupele bedelaar, staande op een grond, het geheel van goud.
Het K.B. uit 1840 bekrachtigde dit wapen, Overijsse behield de kleuren van Nassau en het grote schild uit 1840.
Een blaeuw veld, met het gulden beeld van St. Martyn, {zijn mantel delend met een arme}, beneden een blaeuw schildeken met eenen gulden band, vergezeld op het opperste veld, van dry lelie-bloemen op hare orde gesteld, en, op het onderste veld, van eenen gulden leeuw.
18-06-2008
OPWIJK
OPWIJK
Sinds de 9de eeuw bestond te Opwijk een parochie, en in de 12de-13de eeuw kwam het oude dorp door de handel opnieuw tot ontwikkeling.
Het kasteel van Opwijk behoorde eest aan de heren van Dendermonde. Rond het midden van de 13de eeuw werd het Land van Dendermonde door het huwelijk van Mathilde van Béthune met Gwijde van Dampierre rechtstreeks bezit van de graven van Vlaanderen. Vanaf dan tot op het einde van het Ancien Régime maakte het deel uit van het vorstelijk domein. Te Opwijk werd de vorst vertegenwoordigd door een meier, voor het eerst vernoemd in 1296. In 1334 worden te Opwijk 4 schepenen vermeld. In de 17de eeuw gebruikte de schepenbank van Opwijk een zegel met een afbeelding van Sint-Paulus, patroon van de parochiekerk. Het wapen uit 1819, dat de kleuren van Nassau kreeg, gaat terug op dit zegel en geldt nog steeds voor de huidige gemeente Opwijk.
In lazuur een Sint-Paulus, houdende in de rechterhand een zwaard en in de linkerhand een boek, het geheel van goud.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek