De zolder.©
Het houten huisje stikte bijna onder de hete middagzon. De van hout opgetrokken muren en wanden kraakten en piepten alsof het laatste beetje vocht eruit geknepen werd. Mijn oma die de tropische hitte niet verdragen kon, zat bijna apathisch voor zich uit te staren. Hoewel zij geboren was in de tropen kon haar blanke huid de brandende hitte noch de hoge luchtvochtigheid aan. Nu zij ouder geworden was werd haar tengere lijf fragielere dan ooit. Dagelijks liet zij zich verzorgen door het jonge meisje dat ooit achtergelaten was door haar ouders. Mijn oom, de zoon van mijn oma, die in de semizorgsector werkte, was gevraagd de zorg voor het meisje op zich te nemen.
'U heeft een inheemse vrouw', koos de leidinggevende zorgvuldig zijn woorden.
Mijn oom, Harry genaamd, zag het niet zitten. Jarenlang waren zij kinderloos gebleven. Voor hem was het leven goed zoals het ging. De zorg voor zijn moeder was al voldoende om twee meiden de gehele dag actief te houden. En nu een kind?
'Ik zal het kind meenemen maar of mijn vrouw daar blij mee zal zijn?'
Hij kreeg geen tijd om zijn argumenten breed in te brengen. Het te vondeling gelegde meisje, dat waarschijnlijk diep in het Amazonewoud geboren moest zijn, werd in zijn armen gelegd. En zo groeide het meisje dat ook de stadse naam Sonja gekregen had bij mijn oma in huis op. 'Oommarrie' zoals wij hem plachten te noemen, (wij spraken de Nederlandse taal met een zingzeggende toon uit en vaak ook heel langzaam)had zich erbij neergelegd en zorgde goed voor zijn gezin.
Mijn oma, die in de familie bekend stond als "oma van van Dijk*' was mijn steun en toeverlaat tijdens mijn prepuberteit. Als ik weer afgeranseld was door mijn moeder liep ik weg van huis en huilde mijn longen uit mijn tengere lijfje bij oma op schoot. De woningen stonden niet ver uit elkaar maar voor de kleine spillebeentjes was het algauw een halfuurtje lopen in de tropische hellezon.
Eens toen ik weer om een voor mij duistere reden afgeranseld was en alle schuttingtaal en bagger over mij heen gestort had gekregen, kwam ik halfdood aanschuiven bij 'oma van van Dijk'.
'Mijn God', gilde zij. Iedereen die op een steenworp afstand woonde werd wreed uit hun siësta gehaald.
'Mijn God, help, kom kind, wat erg, die rotmoeder van jou. Als ze niet met die koelie** om was gegaan had ze niet zoveel kinderen ter wereld gebracht. En nu reageert ze haar ellende op jou af'. Oma gilde zich de blaren op de tong.
De emotionele uitbarstingen van oma waren voor mij normaal. Ze gilde Sonja uit bed, kleedde mij voorzichtig uit om de blauwe plekken niet aan te raken en met water uit de kraan, dat rond de middag lauwwarm was, overgoot ze mijn hoofd.
'Sarah, ik wou dat je moeder eens ophield met jou zo te af te takelen. Ze haat je, eens overleef je dit niet, kind! Hoe vaak heb ik haar gezegd dit niet te doen. Haar opvoedingstechnieken stammen af van de slavernij. Deze waren haar voorbeeld. Oma ratelde de gehele slavengeschiedenis en vergat met zachte hand over mijn huid te wrijven. Hoe goed bedoelt dan ook, ik jammerde nogmaals intens om de diarree aan woorden te stoppen. Zo ook de pijn. Na deze afkoeling kreeg ik wat limonade, gemaakt van uitgeperste limoenen, vanillesuiker en water. Met wat ijsblokjes koelde de limonade ook de binnenkant van mijn fragiele en pijnlijk lijfje af.
Na deze ceremonie waarbij mijn oma alle woorden die ze haar hele leven bij elkaar gespaard had, over mij heen had gestort, keerde langzaam de rust terug. Ook voor de nabije buren en Sonja. Ik begreep dat ze niet boos op mij was, wel op mijn moeder. De rest begreep ik niet en wilde ik zeker ook niet begrijpen.
Sonja nam het glas mee naar de keuken en sleepte mij naar boven. Een smalle, krakende houten trap leidde ons naar de zolder. Het schuine dak, opgetrokken uit zinkplaten, kneep zich samen. De zuurstofloze hitte bleef dan ook zwaar hangen in de ruimte ondanks aan weerszijden ramen waren ingebracht. Deze ondraaglijke, stikkende hitte was een deel van ons leven in de tropen. Ik kon mij een leven zonder niet indenken. Plotseling viel mij op dat ik het bimbam geluid van de Friese staartklok niet hoorde. Ieder kwartier, halfuur en vol uur moest dat ding keihard luidden. Oma was verslaafd aan het geluid. Zij was er mee opgegroeid. Dit familie pronkstuk leefde al generaties lang bij de familie Kiesel en zonder haar klok was zij oma van van Dijk niet. Ook Sonja en ik waren gaan wennen aan het denderende geluid en sliepen er dwars doorheen. Maar vandaag niet.
'Son, waar is oma's klok?' Ik benadrukte de 'n' in Sonja's naam langdurig en die haatte dit gezeur van mij.
'Zeur niet', lispelde Sonja.
'In die nis daar'. Zij wees met haar been in de richting van de hoek. Veel te lui om zich te keren duwde ze haar been dan ook bijna in mijn neus.
'Is die kapot?'.
Sonja humt.
Als ik vermoedde dat zij het aardse even wisselde voor de droomwereld, schoof ik op mijn kontje naar de nis van de zolder. Mijn hartje begaf het bijna van angst omdat ik wist dat ik daar niet komen mocht. Eens had Sonja verteld dat oma daar het lijk van opa Kiesel had opgeborgen. Nooit eerder was ik daar dan ook geweest. Echter, mijn nieuwsgierigheid naar de klok was groter dan mijn angst en gedrilde gehoorzaamheid. Ik kon de slaap niet vatten, ik miste het geluid van die oude, lelijke klok die altijd maar doortikte en ook altijd op tijd sloeg. En terwijl de zweetdruppels van mijn rug tussen mijn bilspleet kietelden, schoof ik langzaam de donkerte in. Met mijn arm stootte ik tegen iets aan. Als ik van de schrik bekomen ben en mijn ogen de donkerte aankunnen, zie ik onze klok zielig en alleen tegen de muur aangedrukt, staan. Ik ging recht voor de klok staan, die zelfs een kopje groter was dan ik en constateerde dat de slinger verdwenen was. Op het moment dat ik mij wilde keren om terug te gaan zag ik een boek liggen. Het lag alsof iemand het daar had neergelegd. Voor mij. Een heel erg stoffig boek, ik begon dan ook flink te niezen toen ik het eerste blad omsloeg. De titel was helemaal verdwenen. Ik bladerde één voor één door de broze bladzijden waarvan de woorden zo vaag waren dat ik ze niet lezen kon. Plots, te midden van de broze, vergeelde bladzijden, was er een nieuw gedrukte tussen. Zomaar te midden van al die vergeelde, gerimpelde en verschoten pagina's, een glad, glanzende witte pagina. Zachtjes streelde ik over de bladzijde waar dikgedrukt en in ruime letters geschreven stond: 'Vadertje Tijd'.
Luid op las ik deze zin: 'Vadertje Tijd'. Even dacht ik dat mijn opa zo heette. Ik pijnigde mijn hersenen maar door de nog altijd verdomde pijn van mijn pak ransel wilden die niet meewerken. Plots verstijfde ik. Voor mij stond een hele lange man, in een zwaar gesteven wit pak, bijna tot de hemel reikend. In zijn rechterhand hield hij een glazen bol die als de zon de nis verlichtte. Ik was verblind. Voorzichtig probeerde ik omhoog te kijken en zag in zijn ogen vlammetjes zweven. Zijn lichaam had de vorm van een zandloper, zijn armen waren lang en botterig met handen die opgerolde nagels hadden als krulmacaroni. Terwijl zijn lange kleurloze baard hing te kietelen op mijn hoofdje, was mijn lichaam zo stram als was voortijdig artrose ingetreden. Toen ik eindelijk mijn stem terug had gilde ik hysterisch luid om Sonja.
Ik bleef gillen maar Sonja sliep en het was alsof het geluid weggedragen werd door een onzichtbare hand. De oude man keek dwars door mij heen en zei:
'Tijd is maar een droom van het leven,
je moet genieten van vandaag,
er is geen verleden of toekomst zeker.
begraaf je dromen van gisteren niet,
probeer niet te gluren achter het gordijn van morgen,
vandaag is vandaag en morgen ligt in 't verschiet'.
De glanzende bol viel uit zijn hand en ik zag deze uiteenspatten in miljoenen stukjes.
Niemand heeft mij ooit geloofd; mijn oma dacht dat het mijn moeders schuld was. Zij had mij op mijn hoofd geslagen en nu brabbelde ik allerlei onzin over een man die het lijf had van een zandloper.
Mildred A.S. Meyer
Februari 2010
Toelichting:
* Van Dijk was een woonwijk opgezet door Hollandse kolonisten en boeren.
** Koelie - bijnaam voor Indiase en Javaanse gastarbeiders die na de afschaffing van de slavernij werden aangevoerd om de werkzaamheden op de plantages uit te voeren.
24-02-2010, 00:11 geschreven door Milly-Antoinet
|