Is kennen de wereld humaan ervaren?
2. De wijze van kennen, in de ruimste zin, bepaalt de mens, bepaalt de wereld, bepaalt de dingen. De wijze van kennen kleurt af op de mens, kleurt af op de wereld, bepaalt het ken-product; kaatst terug op de wereld, en op het kennen zelf. Onze wijze van kennen brengt een zich spiraalsgewijze uitbreidende, verwijdende kringloop van interacties opgang. Kennen, dat is verbanden leggen, verbanden die je zo kunt oprapen, maar ook verbanden die verborgen zijn, en zelfs verbanden die je zelf moet creëren.
Want, wat is kennen? Is kennen geen kosmos-vreemde vorm van handelen? Kennend treden we naar buiten, overschrijden we onze eigen lichamelijke begrenzingen, in tijd en ruimte, op zoek naar buit in de wereld om dan beladen met die kennisbuit ons eigen Zijn te verrijken. Zo is kennis jezelf innerlijk verrijken zonder de buitenwereld fysisch te plunderen. Maar is kennen niet méér? We kennen maar iets als we weten hoe het genesteld zit in ruimte en tijd, als we inzien hoe het met andere zijnden in interacties verweven is.
Kennen heeft echter ook een bevrijdende functie. Het paard voor me in de wei ziet enkel het gras voor zijn snoet, en wellicht ook een paard verderop in een andere weide. Maar het heeft geen Ahnung van grazige pampa's aan de andere kant van de Evenaar, het maakt geen vakantieplannen voor volgende zomer.
De mens zit niet gevangen in het ogenblik, in het hier en nu. Zijn horizont wordt niet begrensd door de onmiddellijke, particuliere, gesitueerde ervaringen met de dingen van de wereld. Binnen wat binnen het bereik van de zintuigen ligt. Hij wrikt zich uit die onmiddellijkheid los; los uit het stroperige concrete, los uit het voorbijrazende eenmalige. (Let op de connotatie 'geweld' in 'wrikken'.) Door zijn eigen, specifieke wijze van kennen bereikt de mens een vorm van bestendigheid. Een vorm van beschikbaarheid. Een vorm van herhaalbaarheid en universaliteit. Dit niveau van universaliteit bereiken is niet onschuldig, is niet vrij van gevolgen voor de wereld en voor de mens. De mens transponeert zijn concrete ervaringen, zijn hier en nu naar een ubiquitas en sempiternitas. Door zijn concreet gesitueerde ervaringen te transponeren naar universele kennis, kan hijzelf op een zekere wijze overal en altijd aanwezig zijn. Vanuit mijn leesstoel kan ik het heelal bereizen en het verleden en de toekomst ondervragen, tot zelfs lichtjaren ver in het verleden kijken..
Transponeren: universele kennis?
Onze middeleeuwse monnik, de nachtwachter uit het klooster nabij Orléans, was geen onwetende toen hij de stand van de sterren beschreef bij het naderen van Kerstdag. Hij kon echter zijn wetenschap over de stand van de sterren niet bevrijden van de kluisters van het Hic et Nunc. Hij kwam niet los van zijn biotoop. Hij kon zijn kennis niet transponeren naar een universeel beschikbaar en inzetbaar niveau, zodat andere nachtwachters in andere kloosters er hun voordeel mee konden doen om de juiste dag van Kerstdag en Nieuwjaar te bepalen.
Universele kennis, die overal, altijd, gelijkelijk voor iedereen geldt of beschikbaar is, dat is een enorme rijkdom. Dat verrijkt de schepping. Dat doet het Zijn groeien. Er ontstaat een zijnde dat overal, altijd, voor iedereen geldt en als traditie doorgegeven kan worden aan de volgende generaties. De vluchtige, singuliere ervaring krijgt een universele, bestendige geladenheid en effectiviteit die toekomst mogelijk maakt. En als je dan die transpositie van het particuliere naar het universele niveau kunt vastleggen, kunt bestendigen in een blijvende vorm, in een vaste, bestendige, communiceerbare en overdraagbare vorm, in taal b.v., en beter nog in teksten, die op schrift, op een bestendige drager voor iedereen beschikbaar zijn gesteld, dan echt geldt dat kennisproducten overal, altijd, voor iedereen gelijkelijk beschikbaar zijn in hun strijd om te overleven.
Dan veranderen de dingen van zijnsaard. Dan verandert onze relatie tot de dingen. Dan verandert de relatie tussen de dingen onderling. Dan krijgen we grondig veranderde compensatoire interacties tussen de zijnden. Dan veranderen onze menselijke relaties onderling. Het vluchtige vlucht voor het bestendige. Het particuliere ruimt de vloer voor het universele. Verliest het particuliere dan echter niet zijn status en wordt het dan niet herleid tot louter toepassing van iets universeels? Het toevallig aan tijd en plaats gebonden ' Als... dan...' wordt een overal en altijd voor iedereen gelijkelijk geldende: 'Omdat... daarom...' Het vergankelijke wordt getransponeerd naar een hoger, naar een eeuwig zijnsstatuut.
Er ontstaat een parallelle wereld die door zijn bestendigheid meer geborgenheid biedt, die overzichtelijker is, die meer structuur heeft. Die beter beschikbaar is, die aanpasbaar en manipuleerbaar is, die voorzienbaar en planbaar is en vooral maakbaar. (Met alle reserves van M. Heidegger voor alle vormen van 'Machbarkeit' of 'Machenschaft'.)
Het chaotische van de kosmos?
Vanwaar komt het dat we de kosmos als zo chaotisch ervaren? Omdat we in de beleving van de dingen en feiten te vaak enkel op het concrete ervaringsniveau blijven vegeteren, vaak enkel de concrete, losse, ogenblikkelijke, Hic et Nunc gesitueerde, aan wisselvallige contexten gebonden gebeuren en zijnden ervaren. We zien de golfslag, maar niet het getij. We zien de dag, niet de seizoenen. Het woord verhult ook.
Begrijpen schept vruchtbare verbanden, vestigt leefbare orde en schenkt bestendigheid en toekomst. ·