10 Zoektocht bewegwijzerd door vraagtekens Vervolg 10 t En zal! Tegenover Eindigheid
10.0 Ik wil nog een voor dieper ploegen. Een spasteek dieper graven.
Van waar dat eindig zijnde. En vooral van waar dat onbuigzame, universele individuele verzet van de zijnden tegen hun eindigheid, binnen dat onverschillige kosmische geweld? Waarom schikt dat individueel eindig zijnde zich niet deemoedig in zijn lot? Geen individueel eindig zijnde lijkt zijn eigen eindige aard voetstoots te aanvaarden. Waarom? Waarom wordt de eindigheid van de eigen aard zo universeel aan de ene kant zo jaloers bewaakt en aan de andere kant zo driftig verworpen? En waar put dat eindige zijnde de nodige energie, de motivatie, het idee van enig verzet zelfs? Vanwaar dit luid uitgeschreeuwde:"'t En Zal!"
Aan de ene kant: elk zijnde legt zich neer bij zijn zo-zijnsbeperkingen; aanvaardt zijn beperkte zo-zijn en is trouw aan de eindige eigenheid. Geen paard wil hoog als een boom over het landschap uitkijken, of geen boom wil als haai de zeven wereldzeeën doorklieven. Geen vogel wil als een konijn rondhuppelen in het struweel. Elk zijnde legt zich gedwee en trouw neer bij zijn zo-zijn. Maar géén legt zich neer bij zijn eindigheid. Noch bij zijn ondergang als Ego.
Elk zijnde wil bestendigheid voor zijn Ego. Wil duren als Ego. Wil overleven als Ego, tegen alle kosmische wetten in. Elk Ego wil eeuwigheid.
10.1
Maar, waarop steunt deze wil tot duren? Heeft die wil wel een been om op te staan? Mag ik een hypothese vooropstellen? En dit is een vrije mening. Hier geldt de democratie van de meningen. Want niets is zo tiranniek als de waarheid. Waarheid verknecht. Waarheid maakt monddood. Waarheid dient de democratie niet. En die dwingende waarheid dient de vrijheid van de humanitas niet. Democratie tiert op de verscheidenheid van de vrije meningsuitingen. En alle meningen zijn vrij. Voor 2 x 2 = 4 moet zelfs God zijn hoed afnemen. Zoals de Lordmayor voor de feiten. Maar hypotheses zijn, net als meningen, vrij. (Geert van Istendaele verhaalt dat zijn vader vaak zei:"Ik moet laweit horen in huis."DS 25.04.04)
Vandaar mijn hypothesis:
De eindige zijnden halen het idee van hun verzet tegen hun eindigheid, het motief en de energie ervoor uit de gloed die in elke zijnde na-gloeit na zijn uitstoting uit de Exuberante, na de kenosis. In hun eindigheid blijven de zijnden aangelijnd door de Exuberante, via de mnèmosunè, via de memoria.
Ik verklaar me nader. Daarvoor moet je in gedachten met me mee teruggaan naar vòòr de Big Bang, vòòr de oerknal. Met Hubble terug naar het moment van de schepping/kenosis kijken. (Ik gebruik niet graag de afgetrapte term God. Ik noem haar/hem liever de Exuberante.) Wat heeft de Exuberante eraan solitair over de volheid van het Zijn te beschikken, als Hij/Zij die volheid niet kan delen met anderen? Hij/Zij kan geen tweede Exuberante naast zich hebben. Twee oneindigheden, twee volheden, twee allesomvattende heelheden, dat is een contradictie. Die goddelijke Perfectio is jaloers uniek. Beide zouden elkaar uitsluiten. Zij/Hij kan geen tweede Exuberante naast zich neerzetten.
10.2
Wat kan Zij/Hij dan wel doen? Hier doe ik een beroep op joodse en christen mystici en op inzichten van Simone Weil.
Joodse mystici zeggen dat Jahweh zich terug trekt, dat Hij/Zij zich schuil houdt in de tsimtsum. In de Bijbel toont Jahweh zich als een briesje in de rug, en Hij/Zij blijft naamloos. Mozes zag hem/haar als een brandend braambos, dat echter niet verbrandde. Middeleeuwse mystici beweren dat God zich comprimeerde, zich terugtrok in een contractio. Als het ware zijn/haar buik introk, om voor ons ruimte vrij te maken om totaal ons zelf te kunnen zijn. En Simone Weil zegt dat God niet de wereld schiep, créer, maar de wereld 'ont-schiep', en zij muntte daarvoor de term décréer.
De Exuberante schept de kosmos als een contractio van zichzelf. In die schepping, in die contractio laat Hij/Zij de onmisbare ruimte om TOTAAL onszelf te kunnen zijn. Met alle, mogelijk ook negatieve, gevolgen van dien. Maar met de opdracht de weelde, de rijkdom en diversiteit van zijn/haar gaven in een komende apotheose gestalte te geven.
Die contractio biedt de Exuberante de mogelijkheden om de onuitputtelijkheid van zijn/haar rijkdom en diversiteit aan gaven, waarden, en eigenschappen breed uit te smeren en kwistig mede te delen en in miljarden epifanieën ten toon te spreiden. Gaande de evolutie etaleert de kosmos die weelde en diversiteit van de komende Exuberante.
De contractio biedt een antwoord op veel van mijn vorige vragen. Waarom zijn we eindig, met zo velen en zo verscheiden? Vanwaar toch die constanten en die zo verspreide universaliteit en de trouw van de zijnden aan hun Zijn. Vanwaar de openheid naar en voor elkaar en de vele vormen van interacties en zijnstransfusies? Wat richt de evolutie en stuwt haar naar hogere, complexere zijnsniveaus? Het contractio - epifanie-gebeuren, gericht op een finale apotheose, geeft er een aanvaardbare verklaring voor.
10.3
Dat etaleren, dat uitstralen van de goddelijkheid van de schepping noemt men de epifanie. En in die epifanie speelt de mens, met zijn vermogen tot inzicht, tot kennisname, tot nadenken en verbanden leggen, met zijn unieke taalvermogen een heel specifieke rol. De mens is tot nu toe het toppunt van de epifanie, als voorafbeelding van de Exuberante, als zijn of haar gelijke, zoals dat onmiddellijk, van bij het begin in de Bijbel staat. De mens is epifanie van de Exuberante. En het paroxisme ervan vinden we in Jezus van Nazareth. Hij was de perfecte epifanie, zonder schaduw, vaagheid, flou of verdoezeling. De zuivere, niet vervormende prisma. Maar ook elke persoon, elk van ons heeft die individuele, unieke taak tot het epifaneren van de weelde van de Exuberante, op zijn unieke manier.
Ik wil een volgende keer nog even die taak van het Ego uitwerken aan de hand van een voorbeeld; aan de hand van een slok wijn.
|