Inhoud blog
  • Bodifée, God en het gesteente
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zijnzoeken
    In het spoor van Heidegger zoeken naar de zin van Zijn.
    18-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    'Tijd' is geen netzakje.

    Taal is een verleidelijke escorte! Ze is zo vlot, zo coulant, zo meegaand, dat je niet eens merkt dat zij je leidt en doet gaan waar je niet wenst te komen! Taal kan ons van het rechtepad af leiden, op de zachte berm parkeren en ons zelfs in het moeras doen stranden. Ik vrees dat de benaming ‘tijd’ zo’ n galante maar misleidende escorte is.

    Is ‘tijd’ niet eerder een handige verzamelnaam, een netzakje zonder inhoud zelfs. Een handig winkelkarretje zoals : ‘het huwelijk’, ‘het voetbal’, ‘ de vrouw’, ‘de literatuur’, ‘ de staat’ . Een collectief die ons ertoe verleidt het benoemde te hypostaseren ; het een eigen substantie toe te dichten, en die ons zo achterlaat met een ondergeschoven kind op schoot. Die substantie krijgt dan een autonomie met kwaliteiten, eigenschappen en zelfs ‘wetten’ toegewezen.

    Wat tijd is, daar ben ik nog niet uit. Natuurlijk niet! Toch zie ik tijd meer als een ‘formale Anzeige’, een term die Heidgger gebruikte, maar nooit uitlegde of uitwerkte. Tijd is een ‘ver-wijzer’, een aan-wijzer, een weg-wijzer, en daar moet je wel op letten maar je er niet op verkijken! Je mag blijven kijken naar de man van Fabre, die op het SMAK in Gent de hemel probeert te meten, maar vergeet toch het uitspansel niet! En mijn vinger die de Grote Beer aanwijst aan mijn kleinzoontje, is de Grote Beer niet!

    ‘Tijd’ is een aan-wijzer. En we vergeten daardoor de inhoud, het aangewezene, vrees ik.

    Newton leidde ons, heel geleerd en omzichtig, om de tuin! Met de beste bedoelingen, maar toch! Hij definieerde een leeg netzakje! Hij ontledigde ‘tijd’ van alle inhoud, van concreetheid, en hield een loutere, gewillige, kneedbare ( ‘cire’ Descartes! ) abstractie over, zonder innerlijke weerstand. Hij bleef staren naar de man van Fabre! En naar het probleem van het doenbaar meten.

    Tijd is geen ‘ens’, geen wezen ! Tijd op zichzelf bestaat niet, net zo min als ‘ein Ding an sich’ bestaat. In zijn boek ‘Tot bestaan bestemd’, p. 205, citeert Gerard Bodifée terecht Lucretius. Tijd ontstaat met de wereld ( nog zo’n netzakje zonder inhoud ) gevuld met alleen erg vele en erg verschillende contingente dingen. ‘Wereld’ wil zeggen dat al die vele verschillende dingen samenhang vertonen, dat ze alle, vanuit hun constitutioneel zijnstekort, met elkaar constant compensatoire interacties aangaan om zich in dat efemere bestaan te houden, om toch enigszins te kunnen persisteren. Door die onvermijdelijke constante compensatoire interacties veranderen voortdurend die zijnden afzonderlijk en die wereld als geheel. Omdat al die dingen verschillen, veranderen ze op verschillende wijzen en in verschillende gezwindheden. Zo worden de verschillen zichtbaar en meer geaccentueerd. En die universeel aanwezige en zichtbare veranderingen vangen wij op dat netzakje ‘tijd’.

    De dingen bestaan niet onverschillig voor of naast elkaar. Ze bestaan altijd ‘in verband’. Zoals bakstenen al achtduizend jaar in een muur. Ze hebben contact met elkaar, compensatoir contact, compensatoire interacties met elkaar, elk vanuit het eigen zijnstekort,en vanuit een streven naar bestendiging.

    Dus, als we ‘tijd’ zeggen, dan gaat het om dat complex van die ‘universele, absolute, objectieve’ ( Newton ) compensatoire interacties tussen alle zijnden.

    Zo is ‘tijd’ het massale, universele verzet van alle zijnden tegen hun eigen zijnstekort, en een queeste om, via compensatoire interacties van al die individuele zijnden te groeien tot een zijnsvolheid van het geheel. Al de dingen afzonderlijk en als totaliteit, dynamisch gericht op elkaar, nemen deel aan een queeste, opzoek naar een voltooiing van uit hun fragmentatie en verstrooidheid en lokale verschillen. Zo ontstaat, vanuit de toekomst, van uit de hunkering naar Zijnsvolheid, naar Vollzug, een heden, waarin allen zich samentreffen, aan elkaar aanwezig zijn, tegenwoordig zijn, na een gezamenlijk gedragen verleden. Een heden dat verder bouwt aan dat verleden, dat een vervolg breit aan dat verleden, unterwegs!

    « Tijd beheerst alles. » Daarvan gaan vele beschouwingen uit. Alsof het een entiteit is. Voor mij ontstaat tijd uit verzet. Uit verzet tegen het eigen zijnstekort van alle afzonderlijke contingente zijnden en in hun totaliteit.

    Géén contingent zijnde kan berusten in het eigen zijnstekort ! Geen kan aanvaarden dat er elders ander, onbekend en daarom ‘beter’ zijn is. Elk zijnde draagt in zich de hunkering naar volheid. En loenst daarom begerig naar al wat het zelf niet is.

    In Tot bestaan bestemd, p. 206, sprekend over Plato’s analyse van het beeld ( Hans Jonas ! ! ), zegt G. Bodifée : «  In het beeld komen het zijn en het niet-zijn samen. » Dat klopt ! En dat is tevens misleidend! ( Die taal toch ! ) Want in alle contingente zijnden komen Zijn en Niet-Zijn samen ! Niet a lleen in het beeld. In alle zijnden knaagt het Niet-Zijn aan het Zijn, en verzet het aanwezige Zijn zich tegen het eigen zijnstekort, tegen de eigen beperktheid. De universele, diepe dynamiek van de tijd is een andere formulering voor de queeste van het Zijn naar de eigen voltooiing, Vollzug.

    De dramatiek van de tijd ontstaat als de contingente zijnden een eigen Ego krijgen, op het behoud van dit eigen Ego staan, en de bestendiging van dit Ego opeisen. En dat niet lijken te krijgen. Bewuste zijnden, bewust van hun eigen Zelf, willen niet definitief naamloos verdwijnen in een vergeetput, willen niet zonder Ego opgeslorpt worden als een druppel in een oceaan, willen niet verstopt als kogellagers dienen om het Zijn naar z’n glorieuze eindvoltooiing te voeren. Newton zei dat : «  Tijd vloeit … zonder enige relatie met iets van buitenuit. » Klopt. Maar hij vergeet dat tijd wordt aangedreven van binnenuit de zijnden!

    Waarom verga ik toch ? Omdat mijn zijnstekort fundamenteel is, constitutief, niet te compenseren. Zeker niet te compenseren door zelf contingente zijnden. Blinden die blinden leiden! Hoe kan een contingent zijnde het zijnstekort van enig ander contingent zijnde compenseren en aanzuiveren ? Niet.

    Zo probeer ik me nu, voorlopig, met het netzakje ‘tijd’ ter verzoenen.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 23/07-29/07 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 18/12-24/12 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Heidegger

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!