Denken en voorlopigheid, dat zijn twee zussen !
Denken loopt nooit in een steegje dood. Alle echten bezinnende denken is voorlopig, want het heeft net de grens overgestoken en verkent een niemandsland. Echte denken verlegt de grenzen. Het ontgrenst alle grenzen. Bezonnen denken is transcenderend, emergerend denken. Ontginnend denken. Verkennend, explorerend en baanbrekend denken. Ver van elk fundamentum inconcussum, ver van elke evidentia die je alleen maar het zwijgen kan opleggen. Het echte denken verlaat het besloten hofken van de louter causale relaties.
Denken kent geen termina, geen eindpunten. Denken ont-kent alle termina, alle grenzen. Zelfs de natuurwetenschapper overschrijdt grenzen, al steunt hij daarbij wel op vaststaande krachten, op streng causale relaties en onwrikbare kosmische wetten. De natuurwetenschapper probeert hypotheses uit en , Newton ten spijt (Hypotheses non fingo !), fingeert hij eerst zijn hypotheses. Ook de echt natuurwetenschapper ont-grenst al denkend zijn terrein.
Alle denken is ervaringvoorbereidend. Ervaren en denken zijn dus geen tegengestelden ! Ze liggen in elkaars verlengde. Ze bestuiven elkaar wederzijds.
Denken wordt te vaak zonder onderscheid en te exclusief in het hoekje van het causale denken geduwd.
Dat is het denkend volgens de lijnen van de logica, van de methode, van de kosmische krachten, binnen het carcan van de causaliteit.
Je hebt het causale denken dat naar het begin kijkt, naar het ontstaan, naar de oorzaken terugkijkt. En dat daar verstrikt blijft zitten in causale relaties.
Het echte denken gaat aan die dwingende causale relaties voorbij.
Descartes had echt wat gezien : cogito ergo sum. Dat was een belangrijk inzicht. Hij had begrepen dat het echte denken door de oppervlakte, door de schors heen boorde, voorbij de onmiddellijke gegevens trok en er doorheen zag , en zo bij het Sein aanbelandde. Hij interpreteerde dit inzicht echter fout, en werkte het ook fout uit. Hij had duidelijk gezien dat er twee werelden waren, de wereld van de res extensa, waar de causale relaties een hele mechanica beheersten, en daarnaast de wereld van de geest.
Pas al denkend kom je los van de kosmos en zijn unumgängliche lineairteit. Pas al denkend kun je humaan emergeren. Pas al denkend kun je plannen maken, ontwerpen, mogelijkheden zien. Al denkend mogelijkheden zien is niet zien-wat-nog-niet-is, maar is , doorstotend naar het Sein, daarin de weelde vermoeden en er naar reiken. De echte beloofde rijkdom van het Sein in het vizier krijgen.
Denken is reikhalzend uitkijken naar weelde van het Zijn.