Ze werd geboren op een schip, als dochter van een binnenvaartschipper. In 1966 werd ze ontdekt tijdens een concert van Peter Koelewijn, toen ze als 17-jarig meisje op het podium een lied mee mocht zingen. In 1967 kreeg ze via Koelewijn een platencontract en maakte ze onder de artiestennaam Bonnie St. Claire haar eerste single.
In de eerste helft van de jaren 70 scoorde ze enkele solohits, aanvankelijk nog Engelstalig en onder meer met Tame me, Tiger dat doet denken aan de destijds populaire Troggs en het balladachtige nummer I won't stand between them. Ook deed ze mee met een Duitsschlagerfestival. In 1972 ging ze samenwerken met de groep Unit Gloria (voorheen Gloria), waarmee ze verschillende hits in Nederland en in het buitenland scoorde. In 1975, na de minihit Rocco don't go, stopte de samenwerking. Later dat jaar deed ze mee met het artiestenensemble van het label Philips dat de KersthitEen heel gelukkig Kerstfeest de top tien in zong. In 1976 scoorde ze een grote Nederlandstalige hit met Dr. Bernard, waarop Ron Brandsteder te horen is als dr. Bernard, en in 1977 met de Conny Vandenbos-coverIk ben gelukkig zonder jou. In 1980 deed ze mee met een ensemble op Het grote sprookjeslied.
Ook in de eerste helft van de jaren '80 scoorde St. Claire enkele grote hits in Nederland, waaronder Pierrot, Bonnie kom je buiten spelen, Jij en ik en Sla je arm om mij heen. Met zangeres José zong ze bovendien enkele duetten, vooral Nederlandstalige covers van hits van ABBA, waaronder Zoals vrienden doen en Cassandra, en in 1982 deed ze mee met de benefietsingleEen kind een kind.
Hierna brak een periode aan waarin St. Claire geen hits meer scoorde. Deze periode werd in 1991 onderbroken door twee Top 40-hits. Sinds 1991 scoorde ze geen hits meer, ondanks dat ze nog enkele singles uitbracht. Wel bleef ze actief optreden. In 1992 scheidde Bonnie na een huwelijk van veertien jaar van Unit Gloria-gitarist en platenpluggerAlbert Hol.
In 2004 kwam St. Claire negatief in het nieuws, toen ze door de rechter veroordeeld werd tot 20 dagen gevangenisstraf omdat ze in 1997 voor de derde keer een auto-ongeluk zou hebben veroorzaakt terwijl ze onder invloed van alcohol was. Eerder had ze al een taakstraf gekregen voor het veroorzaken van een ongeluk onder invloed van alcohol.
In december 2004 trouwde St. Claire met haar 19 jaar jongere vriend Arne-Jan Jongebloed. Bijzonder was dat dit huwelijk rechtstreeks op de Nederlandse televisie (door SBS 6) werd uitgezonden.
In het programma Koefnoen wordt zij vaak gepersifleerd, waarin vooral het accent wordt gelegd op het van haar geschetst beeld als zou zij vaak dronken zijn. Tijdens het Televizier Ring Gala 2006 bekende ze dat ze de eerste keer dat ze de persiflage zag, dacht dat ze naar zichzelf keek .
Op 17 januari 2007 nam St. Claire deel aan De Nationale IQ Test, georganiseerd en op televisie uitgezonden door de omroep BNN. Volgens de test had zij een IQ van 52. St. Claire beweerde enkele dagen later dat de stemkast waarmee zij de antwoorden invulde kapot was. Volgens de redactie van het programma functioneerde het kastje echter prima, maar was ze vaak te laat met het indrukken van het juiste antwoord. Op 23 januari maakte ze bekend nog een IQ-test te willen doen, om de eerste te weerleggen.
Daarna was St. Claire wekelijks samen met Viola Holt te zien in het Tien-programma Het glas is halfvol waarin de twee samen feestjes afstruinden. Dit programma werd al snel van de buis gehaald.
In oktober 2008 was Bonnie te zien als bijrolletje in de Halloween film "Eddie the Movie" van Eddie de Clown, hierin speelt Bonnie een cameo als character van het pretpark Walibi World.
In november 2008 werd St. Claire met een ernstige leverbeschadiging
In het begin van de jaren 90 speelde Sarah samen met haar broer Gert in een amateurbandje, The Basement Plugs. Broer en zus werden hierdoor ontdekt en kregen een platencontract aangeboden. Onder de naam The Choice brachten ze hun debuutalbum uit. Later werd de naam veranderd in K's Choice, waarmee ze nog drie studioalbums maakten en enkele grote hits scoorden, zoals Not an addict.
Toen K's Choice in 2003 besloot om een jaar rust te houden, ging Sarah aan het werk om een soloalbum te maken. Allereerst bracht ze het minialbum Go uit en in maart 2005 verscheen het volledige album Scream, met daarop o.a. de singles Not Insane en Stay. In 2005 schreef ze ook voor het eerst een Nederlandstalig nummer genaamd Leef, wat tevens de titelsong werd van de gelijknamige film Leef!. Op 23 januari 2006 verscheen een duet van Sarah Bettens en Stash op single, genaamd I need a woman.
In december 2006 tourde ze samen met muzikale duizendpoot Tom Kestens door Vlaanderen met de theatertour From Scream to Whisper. In 21 dagen speelde ze 17 concerten die allemaal uitverkocht waren.
Op het album 2007 van The Scene, waarop de band een aantal van zijn eigen nummers opnieuw opneemt, is ze gastzangeres in het nummer Blauw.
Op 28 september 2007 had het nieuwe album van Sarah Bettens moeten verschijnen, getiteld Shine. De Vlaamse krant 'De Morgen' besliste echter om in samenwerking met Universal Music het album op 13 oktober 2007 gratis in 120.000 exemplaren bij de krant te geven. Deze actie bleek een succes en de krant moest nog 60.000 keer bijgedrukt worden. De Belgische winkeleditie van Shine bevat zes extra live-tracks die tijdens een showcase in de KVS werden opgenomen. Van Shine verschenen twee promosingles, Daddy's gun en I can't get out.
Eind 2008 tourde Sarah door West-Europa met de theatertour Never say goodbye. Hierbij speelde zij louter akoestische liedjes, waaronder een stel covers van onder andere Stevie Wonder (Don't you worry 'bout a thing), Otis Redding (Sitting on the dock of the bay), Jacques Brel (Ne me quitte pas), The Commodores (Three times a lady) en Abba (Money money money). De tournee startte op 26 november in Verviers en leidde vervolgens naar Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zwitserland en Luxemburg. Bij de concerten was exclusief de cd Never say goodbye verkrijgbaar. Hierop staan voornamelijk akoestische nummers die live zijn opgenomen bij de From Scream to Whisper-tournee van 2006. Twee van deze nummers zijn covers: Cry me a river van Julie London en I can't make you love me van Bonnie Raitt. Ook staan er drie nieuwe studioliedjes op van Sarah zelf, I can do better than you, Slow you down en Win me over.
Sarah zingt ook mee op het album Oktober van Bløf, dat op 1 oktober 2008 verscheen. Sarah is te horen in de nummers Van veraf was het zo mooi, Labrador en Hoe lang blijf je binnen?.
Devadip Carlos Santana (Autlan de Navarro, 20 juli1947) is een Mexicaansegitarist. Hij werd beroemd met Santana, de band die zijn achternaam draagt en al succesvol is sinds het eind van de jaren zestig. De band viel op door de mix van Latijns-Amerikaanse instrumenten met het gitaarspel van Carlos Santana.
Biografie
Santana werd geboren in het Mexicaanse Autlan de Navarro (Jalisco). Hij kwam al vroeg in aanraking met muziek: zijn vader speelde viool in een mariachiband. Toen hij acht jaar was begon Santana gitaar te spelen. Het gezin verhuisde naar Tijuana, waar Santana in clubs en bars speelde, en begin jaren zestig verhuisde het gezin naar San Francisco.
In 1966 was hij één van de oprichters van de Santana Blues Band. De band droeg zijn naam, omdat het vanwege de muzikantenvakbond verplicht was om een band te vernoemen naar de muzikale leider. De band had echter geen muzikale leider, het was meer een collectief. Na een tijdje werd de naam ingekort tot Santana en op 16 juni1968 maakte de band zijn debuut in the Fillmore. In 1969 maakte Carlos Santana zijn albumdebuut op The Live Adventures of Mike Bloomfield and Al Kooper van Mike Bloomfield en Al Kooper, waar hij op enkele nummers gitaar speelde.
In de tussentijd kreeg Santana een contract bij Columbia Records en bracht de band een eerste album uit, Santana genaamd. De band trad op op Woodstock, en bracht begin jaren zeventig enkele succesvolle albums en singles uit. In 1971 viel de band echter als gevolg van muzikale meningsverschillen uit elkaar.
In 1972 trad Carlos Santana solo op met Buddy Miles. Datzelfde jaar kwam Caravanserai uit, het vierde album van de Santana band. Dit album betekende een nieuwe beweging van de band richting fusion. Ook bestond Santana vanaf toen niet meer uit vaste muzikanten (met uitzondering van Carlos), maar uit bijdragen van gastmuzikanten.
Onder invloed van goeroe SriChinmoy veranderde hij zijn naam in Devadip Carlos Santana, wat "het oog, de lamp, en het licht van God" betekent. Samen met John McLaughlin, gitarist van Mahavishnu Orchestra en mede-volgeling van Chinmoy, bracht hij het album Love Devotion Surrender uit. In 1974 werkte hij samen met Turiya Alice Coltrane, de weduwe van John Coltrane.
Gedurende de jaren zeventig bracht hij meer albums uit met Santana, maar het succes nam af. In 1979 kwam zijn eerste soloalbum uit, Oneness/Silver Dreams Golden Reality. Later wisselde hij soloalbums af met albums van de band. In 1987 bracht hij het album Blues for Salvador uit, waarvoor hij een Grammy Award voor Beste Instrumentale Rockperformance kreeg. In 1990 stapte Santana over naar een nieuw label, Polydor, waar hij een eigen label kreeg, Guts and Grace.
In 1999 bracht Santana het album Supernatural uit, wat mede door de hits Smooth en Maria, Maria en de samenwerking met enkele succesvolle artiesten (waaronder Wyclef Jean, Lauryn Hill, Eric Clapton, Rob Thomas van Matchbox 20 en Everlast) uitgroeide tot de grootste hit uit zijn carrière. Santana stond vanaf dat moment weer volop in de belangstelling. Deze succesformule zette hij voort op zijn volgende albums, Shaman uit 2002 (onder andere met de hit The Game of Love met Michelle Branch) en All That I Am uit 2005 (met onder andere Steven Tyler van Aerosmith). In 2007 was hij te horen op de hit Illegal van Shakira. In 2007 werkte hij ook samen met Chad Kroeger van Nickelback; samen brachten zij de hit Into the Night uit.
Een breedsmoelkikker gaat naar een fotograaf om een foto te laten maken. Ineens zegt de fotograaf : Je smoel gaat er niet op ! IK tel tot 3 en jij zegt het woordt confituur, zodat je lippen naar voren komen in plaats van opzij, ok? 1 2 3 jelei!!!!!!!!!!
Verjaardag, verjaardag, verjaardag Dat is die dag, die je nooit vergeten mag Die dag, toen je voor het eerst het licht zag en voor het eerst op moeders buik lag Op die dag, toen jij je voor het eerst liet horen en iedereen blij was dat jij was geboren Dat was allemaal op die dag, die dag die je nooit vergeten mag
Vandaag wordt Roxaan 14 jaar, namens de hele familie en vrienden wensen we haar een gelukkige verjaardag
Toontje Lager werd in 1978 onder de naam Maandverband opgericht door Hermelink. In 1979 werd de naam gewijzigd in Toontje Lager. Met zanger Bert Vermaas werd in 1980 de eerste (titelloze) elpee uitgebracht. Het nummer Kontaktrock genoot enige bekendheid doordat het op de verzamelelpee Uitholling Overdwars verscheen. Het nummer is op single uitgebracht, als B-kant van Ja Verrek.
Nadat Vermaas de band verlaten had, trad Erik Mesie als nieuwe zanger toe. Vermaas zou later van zich doen spreken in de Nijmeegse band Het Beest. De albums Erop of Eronder (1982) en Stiekem Dansen (1983) waren vrij succesvol, mede dankzij het feit dat Nederlandstalige popmuziek op dat moment hot was. In 1982 werd In Gedachten, de B-kant van de single Ben Jij Ook Zo Bang, door luisteraars van radiozender Hilversum 3 uitgeroepen tot B-kant van het jaar.
De groep ging in 1985 uit elkaar. Erik Mesie maakte sindsdien twee soloalbums. Bert Hermelink trad op als cabaretier. In 1988 schrijft hij zich in voor het Leids Cabaret Festival en bereikt hij de finale. Hij speelde tot 2007 regelmatig in de Nederlandse theaters. Hermelink heeft nu een eigen muziekstudio in Deventer en produceerde in 2005 het debuutalbum Dingen Te Doen van zanger Martin Groenewold, waarop ook verscheidene Hermelink-composities staan. In maart 2008 volgt een tweede cd, met de titel Zoiets Moet Het Zijn.
In het najaar van 2008 werd Mesie benaderd voor een aantal optredens in het kader van de Ze Zijn Terug!!-tour, een concertreeks met verschillende Nederlandstalige groepen uit de jaren tachtig. Door financiële problemen van de organisator werd deze tournee echter al na één optreden afgeblazen.
Knowles maakte, samen met Kelly Rowland en Michelle Williams, deel uit van de vrouwensoulgroep Destiny's Child maar treedt tegenwoordig als soloartiest op de voorgrond. In haar solocarrière treedt haar vader Mathew Knowles op als haar co-producent, en haar moeder Tina Knowles als stylist. In totaal heeft Beyoncé tien Grammy's gewonnen, drie Grammy's met Destiny's Child en zeven als solozangeres. Ze heeft ook vele MTV awards gewonnen.
Biografie
In 2003 bracht Beyoncé het album Dangerously in Love, dat wereldwijd meer dan twaalf miljoen keer verkocht werd. Voor dit album werkte ze samen met onder andere Missy Elliott, Sean Paul en Jay-Z. Beyoncé werd wereldwijd bekend door haar meidengroep 'Destiny's Child'. Op 13 juni 2005 werd bekend gemaakt dat Destiny's Child uit elkaar zou gaan. Het laatste optreden vond plaats op 10 september 2005 in Vancouver.
Tweede soloalbum
Haar tweede album kwam in 2006 uit en heette B'Day. Een toepasselijke titel, want Knowles vierde op 4 september dat jaar haar 25ste verjaardag. Het album werd binnen twee weken na de voltooiing van de opnames van de film Dreamgirls opgenomen. Het album kwam in de Amerikaanse Billboard 200 op nummer 1 binnen met meer dan 541.000 verkochte kopieën in de eerste week. In april 2007 bracht ze B'Day opnieuw uit onder de naam B'Day Deluxe Edition, dat een iets andere tracklist dan de eerste versie van het album heeft. De Deluxe Edition bevat onder andere Spaanstalige liedjes en er staat een duet op met zangeres Shakira, Beautiful Liar. Het bijzondere aan de release van dit album is, dat Beyoncé voor elk lied een videoclip maakte. Beyoncé was hiermee de eerste Afro-Amerikaanse zangeres die dit heeft gedaan (50 Cent was haar voor; hij was de eerste mannelijke Afro-Amerikaanse artiest). De clips staan op de bijbehorende dvd van het album, getiteld B'Day Anthology Video Album. Om haar album te promoten startte Beyoncé 10 april 2007 met haar wereldtournee: The Beyoncé Experience.
Op 4 april 2008 trouwde Beyoncé in besloten kring met Jay-Z in New York.
I Am.. Sasha Fierce.
In november 2008 bracht Knowles haar derde soloalbum I Am... Sasha Fierce uit. In een interview met producer Rodney Jerkins zei hij dat de stijl van het album steeds verandert en dat het album is geïnspireerd door de film Cadillac Records waarvoor Beyoncé is gecast om de rol van Etta James te vertolken. Het album is onderverdeeld in 2 cd's. Het eerste deel van het album 'I am..' bevat vooral rustige nummers waarin Knowles vocale prestaties de boventoon voeren. Het 2e deel van het album 'Sasha Fierce' bevat uptempo-nummers. Ook in het fotoboekje bij de cd wordt een onderscheid gemaakt tussen de Beyoncé en Sasha Fierce. Voor het 'I am..' deel poseert ze rustig in sobere kledij, terwijl ze voor 'Sasha Fierce' motorjackets en met zwaardere make-up lustig in de camera kijkt. In oktober 2008 kwamen de eerste twee singles van het album uit: If I Were a Boy (I am...) en Single Ladies (Put a Ring on It) (Sasha Fierce). Beyoncé was daarmee een van de eerste artiesten die 2 singles tegelijkertijd uitbracht. De singles hadden beide hun videopremière op het internet. De volgende singles zijn Halo (I am...) en Diva (Sasha Fierce). Ze is nu bezig met I Am ... Tour en is op 2 en 3 mei 2009 in Nederland geweest en op 7 mei in België. Haar I Am ... Tour eindigt in november.
Films
De laatste jaren is Knowles ook actief als actrice. Zo speelde ze onder andere een hoofdrol in het derde deel van Austin Powers en in 2006 de remake van The Pink Panther. In 2006 kwam Dreamgirls uit in de bioscoop. In deze film speelt Beyoncé samen met Eddie Murphy, Jamie Foxx en American Idol finaliste Jennifer Hudson. Onlangs heeft Beyoncé de film "Cadillac Records" gefilmd waarin zij de rol van blueszangeres Etta James vertolkt. Voor deze rol werd zij gecoacht door de enige echte Etta James zelf. Voor deze film moest ze zeker 8 kilo bijkomen. De film kwam eind december 2008 uit in Amerika. In 2009 kwam de film 'Obsessed' uit. Een thriller waar Beyoncé de hoofdrol vertolkt als Sharon.
Knowles, een mezzosopraan met een bereik van maar liefst 3 en een halve octaaf , is altijd leadzangeres van Destiny's Child geweest. Jon Pareles van de Amerikaanse krant The New York Times sprak uit dat Beyoncé de stem heeft die de groep compleet maakt. James Anthony van de The Guardian noemt haar stem snel, met bijna hikkende vocale technieken. The Cove Magazine plaatste Beyoncé's stem op nummer zeven in hun top 100 van de beste pop vocalisten wereldwijd. Dit betekent dat Beyoncé 48 punten kreeg voor haar stem, terwijl het maximaal te behalen punten 50 was.
Beyoncé's muziek wordt beschreven als een moderne vorm van R&B, maar het bezit ook invloeden van muziekgenres als dancepop, pop en soul. Ook nam de zangeres een aantal liedjes op in het Spaans voor de re-release van haar tweede soloalbum B'Day. Met Destiny's Child had zij al eerder een Spaans nummer opgenomen. In haar jeugd kreeg Beyoncé op school Spaanse les, maar tegenwoordig spreekt zij slechts een paar woorden Spaans. Voor de opname van de Spaanse nummers werd zij per telefoon gecoacht door Rudy Perez. Beyoncé heeft ook een keer in het Frans gezongen tijdens de Oscars.
In 2010 lanceerde Beyoncé haar eigen parfum genaamd Heat. Eerder speelde ze al een rol in televisiereclames voor parfums van Tommy Hilfiger en Emporio Armani.
Deep Purple is een Britsehardrockband. De groepsnaam is afgeleid van de jazzklassieker Deep Purple, het favoriete nummer van de moeder (of de grootmoeder, naargelang de bron) van gitarist Ritchie Blackmore.
Geschiedenis
Begin
Jon Lord startte in 1968 met een band onder de naam "Roundabout" met gitarist Ritchie Blackmore, maar veel succes had hij niet en al snel vertrokken de drummer en de bassist. Via twee mensen die manager van de groep wilden worden kreeg hij Nick Simper als bassist en Ian Paice als drummer. Rod Evans sloot zich bij de groep aan als zanger.
De groep wijzigde haar naam in Deep Purple, en nam een eerste single op: "Hush". Dit was meteen de eerste hit. De single werd gevolgd door een cover van "Kentucky Woman" van Neil Diamond, waarna de eerste LP volgde: Shades Of Deep Purple. De plaat was matig succesvol. De band besloot daarom zo snel mogelijk de volgende plaat, The Book of Taliesyn, uit te brengen. Deze LP had wel succes, en de weg voor Deep Purple lag open. De samenstelling van de groep was Ritchie Blackmore op gitaar, Rod Evans zang, Jon Lord op de keyboards, Ian Paice op de drum en Nick Simper op bas. In deze samenstelling werd een titelloos album uitgebracht, waarop Deep Purple voor het eerst samenwerkte met een orkest in April. In hetzelfde jaar schreef Jon Lord Concerto For Group and Orchestra, waarop de band samenwerkte met de Royal Philarmonic Orchestra onder leiding van Malcolm Arnold. Op het album zijn Gillan en Glover voor het eerst te beluisteren.
Succes
Met het overkomen van Roger Glover en Ian Gillan van Episode Six naar Deep Purple slaat de groep een andere weg in. Het succes komt met het album Deep Purple in Rock. Deep Purple zette haar naam als hardrockgroep. Samen met groepen als Led Zeppelin en Black Sabbath hebben zij deze stijl ontwikkeld. In het begin van de jaren '70 stond de band bekend als "progressief" of als "underground". Black Night werd een hit in Nederland, maar kwam niet op het album te staan. Na In Rock volgde Fireball, waarvan de verkoopcijfers enigszins tegenvielen. In de VS komt de klassieker Strange Kind of Woman op het album te staan in plaats van Demon's Eye. Groter succes komt er als Child In Time (verdeeld over twee singlekanten) op single verschijnt in de Benelux. Het nummer zou later zeven jaar op nummer 1 staan in Veronica's Top 100 aller tijden. Machine Head wordt zowel artistiek als commercieel een groot succes. In de VS is de groep een mega-act geworden en Smoke on the Water is vaker op de Amerikaanse radio te horen dan het volkslied. Veel tracks van dit album komen in hetzelfde jaar op het dubbellivealbum Made in Japan. De samenstelling van de groep op deze albums was Ritchie Blackmore, Ian Gillan, Roger Glover, Jon Lord en Ian Paice (MK2). In 1973 verscheen voorlopig het laatste album in deze bezetting op Who Do We Think We Are. Woman From Tokyo wordt wereldwijd op single gezet. Japan(!) kiest verrassend voor een liveversie van Black Night als A-kant.
Uiteenvallen
Nadien werden Ian Gillan en Roger Glover vervangen door David Coverdale en bassist Glenn Hughes die om de lead-vocals streden. Burn is een sterk album met klassiekers als Burn en Mistreated. De songs evolueerden weg van de heavy rock en invloeden uit de blues en de soul vonden hun weg. Uiteindelijk verliet Ritchie Blackmore met slaande deuren de band en Amerikaanse wonderboy Tommy Bolin nam zijn plaats in. Na enkele live-miskleunen en een knappe Bolin-gesigneerde LP Come taste the Band legde Purple er tijdelijk de bijl bij neer. Bolin maakte, na het sublieme Teaser, nog een tweede LP met zijn eigen Bolin-band en overleed kort daarna aan een overdosis drugs op het moment dat hij met zijn eigen band het voorprogramma ging verzorgen voor Jeff Beck.
Van de originele leden, Nick Simper en Rod Evans, bracht alleen Simper op een Duits label nog een collector's item-album (Slipstreamer) uit, gevolgd door een veel te snel opgenomen miskleun. Alle andere Purple-leden bouwden een vrij populaire carrière uit, maar het succes van Deep Purple wist niemand te evenaren. Mr Universe Ian Gillan, Rainbow Ritchie Blackmore, Mr. Hammond Jon Lord, Love is all Roger Glover en Whitesnake David Coverdale waren de voorbeelden van de huidige rockhelden.
Come-backs
In 1980 vormde Rod Evans met enkele andere muzikanten een nieuwe line-up van Deep Purple. Bij hun optredens speelden ze voornamelijk songs van de Mark-2 bezetting. Ritchie Blackmore ging toen naar de rechter die bepaalde dat de naam Deep Purple slechts gevoerd kon worden door een band met tenminste twee leden uit de Mark-II bezetting. Bovendien verloor Evans al zijn rechten op royalty's.
In de jaren '80 volgde een MkII-reüniealbum: Perfect Strangers, waarmee de groep er weer stevig tegenaan ging. Maar ook hier liep het weer uit op onderlinge problemen, met Gillan die de band verliet. Op het album'Slaves and Masters´, is Joe Lynn Turner (ex-Rainbow) op zang te horen. Op het navolgende album ' The Battle Rages On' keerde Ian Gillan terug. Tijdens de tournee voor dit album stapte Blackmore op en werd Joe Satriani tijdelijk zijn opvolger.
De laatsten die de groep versterkten waren Don Airey en Steve Morse. Het eerste album met Morse: Purpendicular werd goed ontvangen. In 1999 werd na 30 jaar weer opgetreden met een orkest. Met de London Symphony Orchestra onder leiding van Paul Mann werd het Concerto uit 1969 opnieuw gespeeld. Op het album en dvd die verschijnen zijn vele gasten te horen zoals Ronnie James Dio en Sam Brown.
Tegenwoordig
De huidige samenstelling (2006) is Airey / Gillan / Glover / Morse / Paice, en in deze samenstelling treden ze nog steeds op. In januari 2006 is Deep Purple begonnen aan de ongeveer twee jaar durende Rapture of the deep-worldtour. Op 18 april 2006 werd de nieuwe Ian Gillan-cd/dvd Gillan's Inn uitgebracht. Op 9 juni2006 speelden ze voor de tweede keer op het Arrow Rock Festival te Lichtenvoorde. Tijdens de uitvoering van het nummer "Smoke on the Water" speelde de gitarist Neil Schon van Journey ook mee.
De grootste hit van de band is "Child in Time". Dit nummer staat in elke Tijdloze 100 in de bovenste regionen geklasseerd. Hetzelfde geldt voor "Smoke on the water".
Deep Purple zou op 27 juli 2006 een concert geven in Libanon. Het concert werd afgelast vanwege de oorlog met Israël. Op 13 november 2006 gaf Deep Purple een eenmalig concert in muziektempelNikaïa in Nice in zuid-Frankrijk. Voorlopig is Deep Purple aan hun drie jaar durende Rapture Of The Deep-tour. Hierbij zijn ze in de Lotto Arena in Antwerpen geweest.
Deep Purple is in 2003 uitgeroepen tot beste live-band en trekt sindsdien overal ter wereld weer volle zalen en stadions. Ze doen op dit moment zo'n 150 concerten per jaar en zijn daarmee een van de drukste bands ter wereld. Gitarist Steve Morse(sinds eind 1993) is een waardige opvolger van Ritchie Blackmore en heeft ook echt nieuw leven in de band geblazen. Hij is in America ook vijf jaar lang uitgeroepen als beste gitarist en hangt ook in "The Hall of fame". Hij speelt ook nog steeds in zijn eigen band "The Steve Morse band" en in de "Dixie Dreggs". Deep Purple was op 15 juli 2006 ook de afsluiter van het Montreux Jazz Festival, dat dat jaar 40 jaar bestond. Deep Purple deed daar voor de derde keer mee, ook vanwege hun speciale band met Montreux door het nummer "Smoke on the water". Deep Purple heeft ook zijn eigen monument aan de boulevard in Montreux. Volgens de laatste berichten komt er in 2008 weer een nieuwe cd uit.
In de jaren '60 keerde Newton-John terug naar Groot-Brittannië. In 1970, op 21-jarige leeftijd, begon ze haar muzikale carrière in de groep Toomorrow, afgeleid van haar tweede film Toomorrow. Ondanks dat deze groep geen commercieel succes werd, slaagde Newton-John er snel in een solocarrière te beginnen. Ze scoorde haar eerste hit in 1971 met de Bob Dylan-compositie If not for you. Ze had een relatie met Bruce Welch, gitarist van The Shadows, en trad op in de wekelijkse show van Cliff Richard. In 1974 vertegenwoordigde ze Groot-Brittannië op het Eurovisie Songfestival met Long live love. Rond deze tijd was ze één van de populairste zangeressen van Groot-Brittannië.
Korte tijd later verhuisde ze naar de Verenigde Staten. Ook daar kreeg ze een succesvolle zangcarrière. Ze scoorde er vijf nummer-1 hits en won vier Grammy's.
Als actrice kreeg ze grote bekendheid in de film Grease, waarin ze de hoofdrol vervulde naast John Travolta. Latere films van haar werden een minder groot succes. Wel scoorde ze in Nederland nog een nummer 1-hit met Xanadu, de titeltrack van de gelijknamige film waarin ze speelde.
Newton-John is tussen 1984 en 1995 getrouwd geweest met Matt Lattanzi. Uit dit huwelijk werd één kind geboren, dochter Chloe (1986).
In 1992 kreeg ze borstkanker, waarvan ze recent hersteld is. Sinds 1996 woonde ze samen met cameraman Patrick McDermott, die in 2005 op mysterieuze wijze verdween tijdens een vistrip.
Sinds 2008 is ze getrouwd met zakenman John Easterling
Enrique heeft vanaf 2002 een relatie met de Russische tennisster/model Anna Koernikova. Ze leerden elkaar kennen op de set van de videoclip voor zijn hit Escape. Geruchten dat de relatie zou zijn verbroken bleken een grap te zijn van Kournikova en haar vriend zelf; Anna en Enrique zijn verloofd. Desondanks werd Enrique in september 2005 gekroond tot 'meest sexy vrijgezel' door het Spaanse tijdschrift People en Espanol. Hij werd geprezen om zijn 'smeulende uiterlijk en zijn succesvolle cross-over uitstraling'. In juni 2007 verscheen zijn nieuwe album Insomniac waarvan de eerste single 'Do You Know (Ping Pong Song)' een grote hit werd. Op 19 november 2007 gaf hij zijn tweede concert in Nederland in Ahoy Rotterdam. Eerder stond hij in 2002 in dezelfde zaal.
In de voetsporen van zijn vader, die in de jaren '70 en '80 grote successen kende met liederen in meerdere talen, breidde ook Enrique zijn repertoire uit met songs in het Frans. In 2002 bracht hij de single Tes larmes sont mes baisers uit. Enkele jaren later bracht hij in 2007 samen met de zangeres Nâdiya het nummer Laisse le destin l'emporter.
In december 2008 werd hij door "The Daily Mail" zoenend vastgelegd toen hij een 17-jarige fan op het podium uitnodigde tijdens het zingen van "Hero".
René Froger (5 november 1960) werd geboren en groeide op in de Amsterdamse wijk de Jordaan. Zijn vader, Bolle Jan, had een café in de Staatsliedenbuurt. Net als zijn muzikale ouders, die optraden als het Duo Jan & Mien, begon ook René als kind al te zingen in het café van zijn vader. Als jongeman won hij een talentenjacht en als prijs mocht hij meedraaien met Ted de Braak en Mini en Maxi.
In 1979 mocht Froger op kosten van zijn vader zijn eerste stappen zetten in de platenindustrie en nam hij zijn eerste single op, Disco a la carte.
In het voorjaar 1984 kwam de officiële debuutsingle van Froger uit, My hitparade, een medley van Tony Christie-hits. De single deed echter niets en werd later in het jaar nogmaals uitgebracht, met een Nederlandstalige B kant van de single titel. In 1985 tekende Froger bij het platenlabel CNR Records en bracht de single Ik zie het wel zitten uit. Ook deze single bracht geen succes. In 1987 kwam Frogers wens uit om een engelstalig album op te nemen en werd de tipparade gehaald met Love Leave Me. Een jaar later scoorde hij zijn eerste hit met Winter in America (een cover van Doug Ashdown). De single bereikte de vijfde plaats in de Top 40. Froger kwam na het succes van Winter in America met zijn debuutalbum Who Dares Wins in 1988. Het album werd goed ontvangen en ging eind 1988 voor de 50.000e maal over de toonbank, Froger mocht zijn eerste gouden plaat in ontvangst nemen. De vervolgsingles van het album kwamen echter niet verder dan de Tipparade.
Froger's tot nu toe enige nummer één-hit in Nederland scoorde hij in 1989 met het nummer Alles kan een mens gelukkig maken, samen met Het Goede Doel. Van de single werden 300.000 exemplaren verkocht, waarvoor Froger een driedubbele platina single in ontvangst mocht nemen. Gezien het succes van de single was de druk van de platenmaatschappij om een Nederlands album op te nemen groot, Froger zag de single slechts als uitstapje en met het oog op een eventueel internationale carrière voelde hij er meer voor weer verder te gaan als engelstalig artiest. Enkele maanden later kwam Froger's tweede album You're my everything uit, het album werd redelijk ontvangen. De singles die van het album uitkwamen haalden slechts de Tipparade. Begin 1990 liep Frogers contract bij CNR Records af. Hij tekende een contract bij John van Katwijk. De eerste taak van Van Katwijk was Frogers laatste single voor CNR te laten remixen door Pete Waterman van het PWL Label. De gemixte versie van Are you ready for loving me werd een redelijke zomerhit in 1990 en het album You're my everything bereikte de gouden status. Het kleine Dino Music werd zijn nieuwe platenmaatschappij. Manager Van Katwijk profileerde zich samen met Marcel Schimscheimer ook als producer en songwriter van Frogers volgende album. De eerste single Just say hello werd een top 10 hit. Het album Midnight man werd al snel bekroond met een Gouden plaat voor meer dan 50.000 verkochte exemplaren. Frogers eerste concerten in Carré te Amsterdam en het Circustheater te Scheveningen waren snel uitverkocht. Alle van het album gehaalde singles werden minimaal een top 20 hit.
In 1991 scoorde Froger een reeks top 10 hits en werd zijn album Matters of the heart met goud bekroond. In 1992 werd de plaat bekroond met de Edison Award voor het beste album nationaal en een platina plaat voor meer dan 100.000 verkochte exemplaren.
Froger kondigde begin 1992 aan met een theatertournee het land in te gaan en deze af te sluiten met een concert in het Rotterdamse sportpaleis Ahoy. De vraag naar tickets was zo groot dat er twee extra concerten werden ingepland, die ook werden uitverkocht. Met de concerten vierde Froger zijn vijfjarige jubileum, ter gelegenheid waarvan er in het najaar van 1992 een verzamelalbum uitgebracht werd, Sweet hello's & sad goodbyes, met vier nieuwe songs en zijn hitsingles sinds 1987. Op oudejaarsavond 1992 werd er bij Veronica een compilatie uitgezonden van Frogers Ahoyconcerten. Niet lang na deze uitzending schoot de verkoop van "Sweet hello's & sad goodbyes" omhoog. Het album behoort met zijn vijf maal platina tot één van de best verkochte Cds in de Nederlandse muziekgeschiedenis.
De verwachtingen van het album The power of passion (1993) waren zo hoog dat het in de voorverkoop al werd bekroond met een Gouden plaat. Datzelfde jaar mocht Froger uit handen van Celine Dion de Edison Awards voor beste album en beste zanger nationaal in ontvangst nemen. Het album werd uiteindelijk 200.000 maal verkocht, dubbel platina. In 1994 gaf Froger tien uitverkochte shows in Ahoy, wat tot op dat moment nog niet eerder door een Nederlands artiest was vertoond. Met meer dan 100.000 bezoekers aan de concerten in Ahoy, een reeks van top 10 hits (onder andere: Here in my heart en Why Goodbye), de verkoop van meer dan 200.000 exemplaren van het album Walls of emotion en wederom de Edison Awards voor beste album en zanger nationaal stond Froger aan de top van de Nederlandse muziekindustrie. Een door CNR Records uitgebrachte budget cd, met een compilatie van Frogers eerste twee albums, verkocht 100.000 stuks.
Op 24 en 25 juli 1995 stond Froger twee avonden als eerste Nederlandse act in een uitverkocht Feijenoordstadion. Halverwege 1995 waren er plannen voor een buitenlandse lancering van Froger. Eerst werden er twee singles in Duitsland uitgebracht: Frogers succes Top 40 hit uit 1992 Woman, Woman en een gemixte versie van Can u feel it. Beide singles hadden daar geen succes. Mede door de Kuipconcerten en Frogers topverkopen van platen was er belangstelling uit Amerika om daar een album te lanceren. Froger vertrok samen met manager Van Katwijk naar New York om te gaan werken aan een nieuw internationaal album, in samenwerking met producers die voor Celine Dion en Mariah Carey hadden gewerkt. De Amerikanen legden veel druk op Froger en er was kritiek op het feit dat Froger in hun ogen te perfect zong en een te Amerikaanse indruk maakte; ze wilden dat hij zn haar kort knipte, kilos afviel en een baard liet staan om een meer Europees uiterlijk te benaderen. Ondertussen moest Froger hals over kop vanuit New York terugkeren naar Nederland omdat zijn vrouw op het punt stond te bevallen. Op aandringen van zowel Amerikaanse als Nederlandse zijde hervatte Froger in Nederland de opnamen van zijn nieuwe album. Kort daarna kwam de single Wild Rhythm uit, welke een redelijke hit werd. Door verschillende oorzaken dreigde Froger in een burn-out te raken, waarna hij en manager Van Katwijk besloten de samenwerking te stoppen en de stekker uit het Amerikaanse plan te trekken. Froger nam enkele weken rust en overwoog zelfs geheel te stoppen met zijn zangcarrière. Na de rustperiode was het Frogers vrouw Natasja die de zanger weer wist te motiveren om aan de slag te gaan. In het najaar van 1996 werd Illegal Romeo part 1 uitgebracht samen met de al eerder in New York opgenomen nummers en was de gelijknamige tour door het land in een mum van tijd uitverkocht. Illegal Romeo part 1 werd weer een succes. Er is echter tot op heden nooit een Illegal Romeo part 2 uitgebracht.
In 1997 werd er op veler verzoek een reeks concerten toegevoegd aan de Illegal Romeo tour. Na de zomer keerde Van Katwijk terug als manager. In de winter van 1997 kwam Froger met een nieuwe single, de ballad Im coming home again, geschreven door de Amerikaanse songwriter Diane Warren die sinds 1991 minimaal één nummer aanleverde voor elk Froger album. Het origineel is zo lang dat een passage in het nummer werd ingekort. Het nummer bevond zich enkele weken voor kerst in de Tipparade, maar Diane Warren was het niet eens met deze versie en gaf uiteindelijk, nadat het nummer al in de schappen lag, geen toestemming om het nummer uit te brengen, waardoor Music genoodzaakt was om de al in verkoop zijnde single terug te halen. Met spoed werd er naar een alternatief nummer gezocht, er werd gekozen voor een door manager Van Katwijk geschreven ballad, Never fall in love. Im coming home again werd een collectorsitem. Ondanks dat Im coming home again nu ontbrak aan het nieuwe album, hield dat wel de titel Home again. Begin januari werd de zangcarrière van Froger overschaduwd door roddels over een vermeende liefdesaffaire met de Vlaamse tv presentatrice Phaedra Hoste. Hierdoor kwam het in de week dat Frogers nieuwe album uitkwam tot een tijdelijke breuk tussen Froger en zijn vrouw. Volgens sommige critici was het een publiciteitsstunt om Frogers nieuwe cd te promoten. Froger zat persoonlijk in een dal maar zijn carrière stond weer op de rails: in de eerste week dat Home again uitkwam werden er 50.000 exemplaren verkocht en kwam de cd binnen op nummer 1 in de Album charts. De televisiespecial over het album trok bij RTL 4 1 miljoen kijkers, waardoor de cd platina werd. In België werd het album goud en de theatertournee verliep succesvol. Na een periode van huwelijkscounseling blijven de Frogers bij elkaar.
Na zijn concerten in de Amsterdam ArenA (2004/2005) ging Froger eind 2005 met zijn nieuwe tour Pure & More weer de theaters in. Sinds 2005 vormde hij met collega's Gerard Joling en Gordon de gelegenheidsformatie De Toppers waarmee jaarlijks werd opgetreden. Sinds november 2008 is Gerard Joling weg en is Jeroen van der Boom daarvoor in de plaats gekomen. In september 2007 kwam Froger weer met een Nederlandstalige plaat: Doe maar gewoon. Ook is er een gelijknamig album uitgekomen.
In mei 2009 vertegenwoordigden De Toppers Nederland tijdens het Eurovisie Songfestival in Moskou. De groep haalde de halve finale niet. Wel was er veel publiciteit rondom de pakken van de toppers: de peperdure outfits bevatten elk meer dan 1.000 LED lampjes maar werkten niet. Voor de concerten op 12 en 13 juni 2009 in de Amsterdam Arena zorgde lichtontwerper Rogier van der Heide dat de pakken goed functioneerden.
In november 2008 ontpopten René en Natasja zich als de drijvende kracht achter de Voedselbank. Er kwam een realityserie met de Frogers: "De Frogers: Effe Geen Cent Te Makken". Op 11 december 2008 was er als afsluiting een benefietavond op RTL 4. Deze avond leverde ruim 2.000.000 euro op. Linda de Mol presenteerde het geheel. Ook het liedje uit de realitysoap werd een hit (De zon schijnt voor iedereen).
René Froger heeft als acteur enkele gastrollen gespeeld. Zo had hij een klein rolletje in de film Filmpje! (1995) van Paul de Leeuw en heeft hij een keer meegespeeld in de Nederlandse detectiveserie Baantjer, waarin hij een doodgeslagen duivenmelker speelt. Ook speelde hij in Ellis in Glamourland en had hij in 2009 een gastrol als zwerver in Zeg 'ns AAA
Gezondheid
Op 6 juni 2005 werd door het management van Froger bekendgemaakt dat de zanger prostaatkanker had. De kanker was in een vroeg stadium ontdekt en kon goed behandeld worden. In het najaar van 2006 kreeg Froger last van zijn luchtwegen, waardoor hij de kerstoptredens in Ahoy moest afzeggen.
Privé
René Froger is sinds 31 december 1991 getrouwd met Natasja Froger-Kunst, die nu bekend is als tv presentatrice bij SBS 6.
Ze hebben twee kinderen: zoon Maxim (1995) en zoon Didier (1997). Didier deed in 2007 mee aan Kinderen dansen op het ijs dat gepresenteerd werd door Gerard Joling en Nance Coolen. Een jaar later deed Maxim ook mee, hij won deze wedstrijd samen met Shana. Uit een eerder huwelijk heeft Froger nog twee kinderen: dochter Natascha en zoon Danny. Froger is ook opa.
Froger staat bekend als een fervent Ajax-supporter.
Zijn beide ouders overleden kort na elkaar, beide op 67-jarige leeftijd. Zijn moeder overleed op 8 april 2009 en zijn vader overleed op 22 juni 2009. De bijnaam van de vader van René Froger was Bolle Jan en hij was de eigenaar van het gelijknamige café in Amsterdam.
In 2008 zette hij met zijn gezin zich in voor het goede doel en televisieprogramma De Frogers: Effe geen cent te makken dit was voor de voedselbank, dat is een stichting die mensen in de bijstand leven een voedselpakket geeft. Op 22 oktober 2009 waren de Frogers op tv met het programma De Frogers: Helemaal Heppie om geld op te halen voor stichting Heppie dat kinderen die niet op vakantie kunnen een vakantie geeft.
Begin jaren zestig besloten twee broers uit Muswell Hill (Noord-Londen), Ray en Dave Davies, een professionele band te beginnen. Eind jaren vijftig hadden de broers in de pub The Clissold Arms hun debuut gemaakt als duo. Terwijl oudere broer Ray vervolgens de kunstacademie bezocht probeerde Dave met buurtgenoot en vriend Pete Quaife een band op te richten. De naam van de groep wisselde voortdurend en was vaak afhankelijk van diegene die een optreden wist te regelen. Af en toe werden ze door Ray bijgestaan op de piano. Nadat in de zomer van 1963 Ray definitief toetrad tot de band en drummer Mick Avory werd aangenomen noemde de band zich The Ravens, wat in het voorjaar van 1964 op advies van manager Larry Page veranderde in The Kinks. Volgens Ray was de naam afgeleid van een uitspraak van Page nadat hij Ray op een dag in een eigenaardige kledingcombinatie in de studio zag binnenlopen: You look like a Kink!
Al gauw boekten ze succes met liedjes als You Really Got Me en All Day And All Of The Night. The Kinks scoorden veel hits in Nederland en België, waaronder Tired Of Waiting, Set Me Free, Till The End Of The Day, Dedicated Follower Of Fashion, Dandy, Dead End Street, Waterloo Sunset, Autumn Almanac, Wonder Boy en Days. Hun grootste succes hadden zij echter in de zomer van 1966 met Sunny Afternoon.
Na afloop van hun tournee door de VS in de zomer van 1965 werd hen door de Amerikaanse regering vanwege unprofessional behaviour voor een periode van vier jaar verboden weer naar de VS te komen. Dit zorgde ervoor dat The Kinks werden uitgesloten van de grootste markt voor muziek ter wereld op een moment dat in de VS de zogenaamde Britse invasie op zijn hoogtepunt was. Ook kwamen The Kinks enigszins buiten het hele hippiegebeuren van de late jaren '60 te staan.
Ray Davies, de bandleider en liedjesschrijver, ging vanaf 1966 steeds meer nostalgische en introspectieve nummers schrijven. Muzikaal werden de liedjes van The Kinks steeds minder bepaald door ruige R&B-invloeden en meer door typisch Britse muziektradities als musichall en Engelse volksmuziek. Deze verandering van oriëntatie betekende geenszins dat de kwaliteit van de muziek van The Kinks erop achteruitging. In de periode 1966-1971 maakten ze volgens velen zelfs hun beste werk. The Kinks was een van de eerste bands die een zogenaamd conceptalbum maakten, te weten The Village Green Preservation Society uit 1968.
In 1970 hadden de Kinks een grote wereldhit met Lola. In 1972 scoorden ze opnieuw met het nummer Supersonic Rocketship, maar het superieure Celluloid Heroes ging roemloos ten onder. Veel diskjockeys vonden de lengte van het nummer bezwaarlijk, een vreemd argument als je bedenkt dat het nummer qua lengte niet veel verschilt van Hey Jude van The Beatles of Like A Rolling Stone van Bob Dylan. De meeste albums van The Kinks tot 1975 waren conceptalbums en rockopera's. Daarna gingen ze zich opnieuw meer op hardrock richten. Precies 10 jaren na het laatste singlesucces met Supersonic Rocket Ship scoorde de groep in de Verenigde Staten een top 10-hit met het nummer Come Dancing. Hierna volgden ook het Verenigd Koninkrijk en Europa. Het singlesucces werd niet op deze schaal gecontinueerd, al had de groep met de opvolgende single Don't Forget To Dance in 1983 een top 10-hit in Oostenrijk. Beide voornoemde singles kwamen van het album State Of Confusion. Dit album was tevens een afsluiting van een zeer succesvolle periode die begon in 1977 met de release van het Sleepwalker-album. Toen in 1984 het album Word Of Mouth uitkwam was de relatie tussen de broers Ray en Dave zo slecht dat Dave weigerde te touren. Hierdoor stagneerde de opgaande succesvolle lijn die de groep had gekend vanaf 1977. Ondanks alles bleven ze tot in de jaren '90 goede albums maken, maar het niveau van de jaren '60 en vroege jaren '70 zouden ze niet meer halen.
Momenteel geeft Ray Davies nog steeds regelmatig soloconcerten.
Robert Peter (Robbie) Williams (Stoke-on-Trent, 13 februari1974) is een Britse popzanger. Van 1990 tot en met 1995 maakte Williams deel uit van Take That. Na die periode ging hij solo en werd een zeer succesvolle Britse solo-zanger.
Take That
Williams' carrière begon met Take That, een band die gevormd was door zanger en componist Gary Barlow. De in 1990 opgerichte band bleek zeer succesvol, met acht nummer 1-hits in Groot-Brittannië. Hun populariteit leidde tot een succes van soortgelijke bands in Groot-Brittannië. Hoewel het goed ging leek gaan met de band, bleek Williams totaal niet in de groep te passen en maakte hij veel ruzie met de bandleden en het management. In 1995 vertrok Williams uit Take That. Dat riep bewondering en verwarring op, want Take That was toen de beroemdste jongensband. De algemene opinie is dat hij de opgelegde 'schone' levensstijl die de jongens moesten volgen (niet drinken/niet roken/geen drugs) niet langer kon volhouden. Na het verlaten van de band stortte Williams zich in een leven vol drank en vechtpartijen en maakte hij zijn oude band veelvuldig zwart.
In 1996 was Williams klaar om te starten met een nieuwe carrière. Zijn eerste single "Freedom", een cover van George Michael uit 1990, kwam uit in augustus 1996. Na een tijd in een afkickkliniek kwam in 1997 de single "Old Before I Die". Beide singles waren successen in Engeland. Dit zorgde voor de komst van zijn eerste soloalbum, Life Thru a Lens, later dat jaar.
Life Thru a Lens bevatte zijn single "Old Before I Die" en flopte omdat de rest (bijvoorbeeld "Lazy Days" en "South of the Border") niet echt goed ontvangen werd.
Het laatste lied dat van Life Thru A Lens, uitgebracht zou worden was "Angels". Dit lied zorgde voor de internationale comeback van Williams.
"Angels" is in februari 2005 door de Engelsen, tijdens de Britse muziekprijzen, gekozen tot beste lied van de afgelopen 25 jaar. Ook stond het op plaats 11 in de top 2000 van 2005.
Ook in Nederland is dit nummer een enorm grote hit geworden. (En het valt nog steeds goed in de smaak. Zo stond dit nummer in december 2007 op nummer 1 in de Qmusic top 1000.)
Williams werd een bekendheid in Europa terwijl hij in de Verenigde Staten amper doorbrak.
Zijn tweede album, "I've Been Expecting You", kwam uit in 1998. Het album werd voorafgegaan door de single Millennium, gebouwd rondom het James Bondthema "You Only Live Twice". Dit nummer was in Europa een grote hit en behaalde in de Verenigde Staten nummer 72.
Op de tweede single, No Regrets, kreeg Williams vocale ondersteuning van Pet Shop Boys-zanger Neil Tennant en Neil Hannon van The Divine Comedy. Andere singles van het album waren Strong en She's The One.
In 1999 werkte hij samen met Tom Jones voor een cover van het Lenny Kravitz-nummer "Are You Gonna Go My Way" dat op het album Reload kwam. Ook leverde Williams dat jaar een bijdrage aan een album met nummers van Noël Coward. Op dit album, Twentieth Century Blues, zingt hij "There Are Bad Times Just Around The Corner".
Het album dat werd uitgebracht in 2000 bevatte de hit "Rock DJ". De clip zorgde voor kritiek vanwege de gewaagde striptease die Williams deed. De clip werd een grote hit, maar het nummer haalde Nederland "slechts" een 6e plaats in de top 40. Het lied sloeg aan in de Verenigde Staten, maar Williams haalde niet de bekendheid zoals hij die in Europa had. Omdat de clip als schokkend werd gezien, werd dit gezien als het tijdelijke einde van Williams' carrière in de VS, hoewel de clip wel werd genomineerd voor de MTV Video Music Award.
In 2001 bracht Williams een cd uit. In deze cd coverde hij vele nummers uit de jaren 50 en 60. Op de cd stonden nummers als Ain't That A Kick In The Head, Things en Mack The Knife. Er stond ook het duet Something Stupid op met Nicole Kidman, origineel gezongen door Frank Sinatra en Nancy Sinatra. De cover van Bobby DarinsBeyond the Sea werd de soundtrack van de film Finding Nemo.
In 2002 stopte Williams de samenwerking met zijn schrijver Guy Chambers. Dit was echter maar voor korte duur, want een half jaar later werkten ze alweer samen aan Williams' nieuwe album Escapology, het album dat in 2002 uitkwam. Escapology kent meer rockinvloeden dan eerder werk van Williams. De eerste single ervan, Feel, was een hit in Europa. In de zwart-wit clip speelde Darryl Hannah mee. Het album verkocht echter veel slechter dan verwacht. In de album top 1000 allertijden van Radio Veronica in 2006 eindigde Escapology op nummer 78.
De clip van de volgende "Escapology" single, Come Undone, werd gecensureerd door MTV Networks Europe, omdat Williams in de clip seks had met twee vrouwen, hoewel ze gekleed waren. Er waren reptielen en insecten te zien die in de mond van de vrouwen lagen. De plotselinge wending kwam waarschijnlijk door de breuk tussen Williams en Guy Chambers.
Dit album kwam uit in Berlijn op 9 oktober 2005. Het kwam op tv en is uitgezonden vanaf speciale plaatsen, zoals bioscopen en theaters. Hoewel het album eerst niet in de VS uit zou komen had iTunes het toch mogelijk gemaakt om hem te bestellen, vanwege het succes in Europa. De eerste single van dit album was Tripping en werd wereldwijd een hit. Make me Pure werd gereleased als promo. De clip van Advertising Space toont Robbie verkleed als Elvis Presley. Sin Sin Sin is de laatst verschenen single en toont Williams als goeroe.
De eerste single van het album, Rudebox, kwam op 4 september2006 uit. Op Rudebox rapt hij het grootste gedeelte, met alleen een gezongen brug. De tweede single van het album is Lovelight, die op 21 oktober 2006 uitkwam. Dit nummer is een cover van Lewis Taylor.
De derde single die van het album werd uitgebracht is She's Madonna. Dit nummer werd ook weer een grote hit voor Robbie met een #2-notering in Nederland.
Op 5 augustus 2009 kondigt de officiële website de langverwachte comeback aan van Robbie Williams. Op maandag 9 november zal het nieuwe album, dat de naam Reality Killed the Video Star draagt, in de winkelrekken liggen. Een maand eerder, op 12 oktober om precies te zijn, zal de voorloper van het album, de single Bodies, al op single verschijnen. Trevor Horn produceerde zowel het album als de single.
Huidige carrière
In 2002 werd Williams door de Britten gekozen tot een van de 100 grootste Britten ooit. Later zou hij op plaats 17 eindigen in Channel 4's lijst van verschrikkelijkste Britten ooit.
Een biografie over Williams, geschreven door Chris Heath, genaamd "Feel", werd uitgebracht in 2004. In 2003 gaf Williams optredens samen met Duran Duran en ex-Take That lid Mark Owen.
Sinds de breuk met Chambers heeft Robbie Williams laten zien dat hij er niet op achteruit is gegaan. Zo schreef hij oa. samen met ex-Duran Duran-zanger Stephen Duffy de hits als "Radio" en "Misunderstood".
Beide nummers kwamen op het album "Greatest Hits", dat uitkwam op oktober 2004. In februari 2005 werd het nummer "Angels" gekozen tot beste lied van de afgelopen 25 jaar en kreeg hiervoor de British music industry's award.
Williams trad ook op tijdens Live 8. Hij zong zijn meest bekende nummers 'Let Me Entertain You,' 'Feel' en 'Angels,' en hij begon zijn optreden met 'We Will Rock You', zoals Freddie Mercury dat 20 jaar eerder deed.
Op 13 februari 2007, zijn verjaardag, laat hij zich opnemen in een afkickkliniek in de VS vanwege een medicijnenverslaving. Op 7 maart 2007 komt hij uit deze kliniek. Hij laat zich veelvuldig fotograferen met nieuwe kleren aan en hij blijkt nog niet gestopt te zijn met roken ook al heeft hij wel aangekondigd dit graag te willen.
Begin 2008 maakt hij in een blog op zijn officiële website bekend dat hij geen nieuw materiaal zal uitbrengen dit jaar. Misschien, zegt hij, zet hij wel alle B-sides op één album. Het blijft enige tijd stil op zijn website tot begin april, als hij foto's in zijn blog post van enkele reizen die hij maakte met zijn vriendin Ayda Field. Eind juni 2008 wordt er in de pers gesuggereerd dat Ayda Field een eind maakte aan hun relatie van een jaar.
Op 6 oktober 2008 liet Williams' manager Tim Clark weten dat begin 2009 zijn nieuwe album uitkomt. Dat werd enkele maanden later ook bevestigd op de officiële website van Robbie Williams toen die meldde dat zijn fanclub, Inner Sanctum, (tijdelijk?) de deuren sluit. Hij bevestigde dat hij in januari 2009 weer de studio induikt om nieuw materiaal op te nemen en dit nog voor de zomer gereleased wil hebben. Als het materiaal vroeger klaar is, zal de plaat ook sneller in de winkelrekken liggen.
Hij vertelde in datzelfde bericht ook dat hij er aan had gedacht om te stoppen met zingen en een rustig leventje wou gaan leiden met zijn vriendin Ayda Field in Los Angeles. Na een bezoek aan Engeland besefte hij dat hij het zingen toch miste.
Momenteel wonen Williams en Field weer in het Verenigd Koninkrijk. Begin april drukte hij via z'n blog op de officiële website de geruchten dat Ayda niet graag in het Verenigd Koninkrijk zou wonen de kop in. Hij is ook een ambassadeur van Unicef in het VK.
In 2010 zingt Williams mee met o.a. Take That, Kylie Minogue, Mariah Carey, Susan Boyle en Rod Stewart in het benefietnummer voor Haïti na de aardbeving aldaar: een cover van Everybody Hurts van R.E.M.
Na 15 jaar afwezigheid is Williams weer terug bij Take That. Hij zal een jaar lang concerten geven met zijn oude band.
Op zaterdag 7 augustus trouwde Williams met Ayda Field tijdens een intieme plechtigheid in het huis dat ze samen delen in Los Angeles.
In een interview bij Van Der Vorst Ziet Sterren zei Williams dat hij nooit meer als soloartiest een concert wil geven.
The Pretenders is een Britserockgroep rond de Amerikaanse zangeres, gitarist en songwriterChrissie Hynde, die met een mix van punk, New Wave en popmuziek (voornamelijk in de jaren tachtig) een reeks hits scoorde, waaronder "Brass in Pocket", "Back on the Chain Gang", het kerstnummer "2000 Miles", "Don't Get me Wrong" en "I'll Stand By You".
De band nam een versie op van "Stop Your Sobbing" van Ray Davies, geproduceerd door Nick Lowe. Het nummer werd in Groot-Brittannië een hit, evenals de twee volgende singles, "Kid" en "Brass in Pocket". Begin 1980 kwam het debuutalbum uit, Pretenders, dat zowel in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten een grote hit werd. "Brass in Pocket" groeide uit tot een wereldwijde hit.
In de lente van 1981 bracht de band een EP uit, Extended Play, gevolgd door een tweede album, Pretenders II, in de zomer van dat jaar. Toentertijd werd het album niet goed ontvangen door de critici, maar door enkele hitsingles verkocht het album vrij goed. In juni 1982 werd bassist Peter Farndon door Hynde uit de band gezet, vanwege zijn drugsproblemen. Twee dagen later, op 16 juni1982, stierf gitarist Honeyman-Scott aan een overdosiscocaïne. Farndon stierf in 1983 aan een overdosis, vlak nadat Hynde was bevallen van haar eerste kind met Ray Davies.
Hynde vormde een nieuwe band, bestaande uit haarzelf, Chambers, bassist Malcolm Foster en gitarist Robbie McIntosh (voormalig lid van Manfred Mann's Earth Band). In deze nieuwe samenstelling brachten the Pretenders december 1983 een nieuwe single uit, het melancholische kerstnummer "2000 Miles", gevolgd door een nieuw album, Learning to Crawl, begin 1984.
In 1985 traden the Pretenders op op Live Aid. Hynde zelf was dat jaar te horen op UB40's versie van Sonny & Cher's "I Got You Babe". Op Get Close uit 1986 waren enkel Hynde en McIntosh te horen, de andere bandleden werden ontslagen en ingeruild voor sessiemuzikanten. De single "Don't Get me Wrong", afkomstig van Get Close werd een wereldwijde hit.
Packed!, het album uit 1990, werd geen succes. In 1994 kwam de band weer terug met het commercieel succesvolle Last of the Independents, mede door de goed ontvangen ballade "I'll Stand By You", die veelvuldig op de radio te horen was. Na het live-album The Isle of View uit 1995 werd het stil rond de band. In 1999 keerde de band terug met het album Viva el Amor. In 2002 kwam er weer een nieuw album uit, Loose Screw, op Artemis Records. In maart 2006 is de boxset Pirate Radio uitgekomen.
Liliane Saint-Pierre, geboren als Liliane Keuninckx (Diest, 18 december1948) is een Vlaamse zangeres.
Keuninckx' carrière begon in de jaren '60 met het liedje We gotta stop, dat ondanks de Engelstalige titel in het Nederlands was. Ze zou ook liedjes in het Engels en Duits opnemen (o.a. "I'm having a party" en "Leider, leider, leider") maar voor de rest was haar repertoire voornamelijk Nederlandstalig. Ze heeft zelfs ook ooit een Italiaans plaatje gemaakt.
Eind jaren zestig werkt ze samen met producer Claude François (Clo-Clo) en neemt ze een twintigtal nummers in het Frans op. Hij herdoopte haar tot "Liliane Saint-Pierre" en gaf haar een nieuwe look. Ze oogst succes in Frankrijk en treedt op in de Olympia te Parijs. Geruzie tussen haar ontdekker en tevens schoonvader, Milo De Coster, en Claude François leidde tot het einde van de samenwerking.
Begin jaren zeventig draait Saint-Pierre mee in de bijbelmusical "Glory Halleluja 2000" van Group Miloscope. Hiermee treedt ze op in kerken in Vlaanderen, Nederland, Duitsland en Noord-Frankrijk. Eind jaren zeventig sukkelt Saint-Pierre in een muzikale impasse. Het scheelt geen haar of ze kiest voor het leger. Saint-Pierre: «Het was bijna zover toen Bobbejaan Schoepen me belde voor een reeks optredens in zijn park. Plots had ik een dik jaar werk. De beslissing was dus snel genomen. Gelukkig maar, het leger strookte eigenlijk niet met mijn opvattingen.»
Haar Eurovisiesongfestival-avontuur begint in 1978, wanneer ze deelneemt aan de voorrondes van Luxemburg met het nummer "Mélodie". In 1981 waagde ze haar kans in de Vlaamse voorronde Eurosong met het liedje Brussel, maar ze haalde het toen net niet. In 1987 was het wel raak in Eurosong met Soldiers of Love. Het liedje haalde de 11de plaats, wat erg behoorlijk is in Vlaanderen (en zelfs het beste Vlaamse resultaat in 25 jaar). Midden jaren '90 zat haar carrière wat in het slop, maar ze maakte een geslaagde comeback met Ik wil alles met je doen, een cover van Dusty SpringfieldsIn Private.
Ze werd als juryvoorzitter voor Eurosong gevraagd in 1999; daar won Vanessa Chinitor die op een haar na (12de) Saint-Pierres resultaat evenaarde. Het zou niet de enige keer zijn dat Saint-Pierre in de jury zou zitten van een liedjeswedstrijd; eind 2005 zat ze in X Factor, waar ze het opnam tegen Jean Blaute en Kris Wauters. In het begin van het programma ging ze vaak in de clinch met eerstgenoemde als die een opmerking over haar kandidaten maakte, maar na een tijdje ging die storm liggen.
Tijdens de zomer van 2006 treedt Saint-Pierre tijdens de zomermaanden bijna iedere avond op in Het Witte Paard te Blankenberge. Ze deed mee in de revue "Crazy Circus" in een regie van Jan van Dycke.
Saint-Pierre woont samen met de weduwnaar van zangeres Ann Christy.
Sinds 2010 staat Liliane Saint-Pierre op het podium met haar liveband Major Five.
Saint-Pierre is weduwe sinds juli 2010. Ze was getrouwd met Marc Hoyois, zelf de weduwnaar van zangeres Ann Christy.
Ik ben Rudy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Rud.
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 13/07/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Humor en mooie meiden..... .