Hij had groot succes in 1963 met het lied "If I had a hammer". Het bereikte de eerste plaats in de hitlijsten in vijfentwintig landen, waaronder de Nederlandse Top 40. Het nummer stond op zijn debuutalbum "Trini Lopez Live at PJ's", dat verscheen op Reprise Records, het platenlabel van Frank Sinatra. Ook "La Bamba" van dezelfde lp werd een hit. Latere succesnummers van Lopez waren onder andere "This land is your land", "Kansas City" en "Adalita".
Met minder succes werkte Lopez ook als acteur. Zijn eerste film was "Marriage On The Rocks" (1965), waarin hij optrad naast Sinatra en Dean Martin. De bekendste film waarin hij speelde was "The Dirty Dozen" (1967).
Tegenwoordig treedt Trini Lopez nog steeds op. In 2005 nam hij deel aan een benefietconcert voor de slachtoffers van de Tsunami.
Blues is een muziekstijl die ongeveer tussen 1860 en 1900 is ontstaan en zijn oorsprong vindt in de muziek die slaven (uit Afrika afkomstige negers) in het Zuiden van de Verenigde Staten - onder andere in de Mississippidelta, tussen Memphis en New Orleans) - maakten. De voornaamste muzikale bronnen die tot het ontstaan van de blues hebben bijgedragen zijn de religieuze liederen (gospels, spirituals), de worksongs en de field hollers. Een typische variant van de blues is de cajunmuziek. Muziek maken met elkaar of alleen, met of zonder instrumenten, was voor hen vaak de enige manier om hun lijden uit te drukken en te verzachten. Omdat deze muziek een melancholische toon en inhoud had, werd ze 'blues' genoemd. Soms gebruikten de zangers 'scheldwoorden' die de bewakers niet kenden. Ze spraken bijvoorbeeld af dat 'hark' in hun liedje als 'zot' bedoeld werd. Zo konden ze de bewakers uitschelden zonder dat deze het merkten. Ze maakten zelf instrumenten en 's avonds zongen ze uit volle borst over de miserie die ze hadden. De aanduiding 'blue' voor rouw is afkomstig uit de zeilscheepvaart. Als een schip haar kapitein of een andere officier tijdens de reis verloor, voerde ze voor de rest van de reis een blauwe vlag en werd een blauwe band rond het hele schip geschilderd alvorens de thuishaven binnen te lopen. Toen vele zwarten rond de Eerste Wereldoorlog vanuit het Zuiden naar de steden in het Noorden (onder andere Chicago en Detroit) trokken, kreeg de blues een meer 'stedelijk' geluid, voornamelijk gekenmerkt door het gebruik van elektrisch versterkte instrumenten. Deze meer up-tempo variant van de blues zou later de weg bereiden voor rhythm and blues en rock 'n' roll. Deze laatste zouden de blues enigszins naar de achtergrond dringen, maar in de jaren '60 en '70 leefde het genre op doordat Britse (blanke) rockmuzikanten als Eric Clapton, de Rolling Stones en Led Zeppelin opnieuw blues gingen spelen. Alle stijlen van de jazz zijn sterk door de blues beïnvloed, van New Orleans Jazz tot en met cool jazz. Muzikale kenmerken Het kenmerkende aan blues is dat het een meest vast schema volgt van 12 maten die per strofe worden herhaald. Iedere strofe, d.i. een samengesteld geheel van versregels, omvat dan drie gezongen regels die elk weer gebonden zijn aan vier maten die begeleid worden door akkoorden. Bijna elk bluesnummer is herkenbaar aan dat akkoordenschema waaruit het is opgebouwd. Dit bluesschema bestaat veelal uit 12 4-kwartsmaten, waarvan de laatste maat/maten de zgn. 'turnaround' vormt: I | I of IV | I | I |IV | IV | I | I |V | IV | I | V | De Romeinse cijfers stellen de trappen van de toonladder voor. In C wordt het schema: C | C of F | C | C |F | F | C | C |G | F | C | G | Andere muziekgenres, zoals rock 'n' roll en in sommige gevallen ook jazz, zijn op een vereenvoudigde respectievelijk ingewikkeldere versie van dit schema gebaseerd. Schema's met andere aantallen maten komen overigens ook voor, bijvoorbeeld schema's met 16 maten. Melodie Heel kenmerkend voor de blues is het soleren. Zang wordt afgewisseld met instrumentale improvisatie, veelal in de van pentatonische toonladders afgeleide bluestoonladders. Er zijn 2 bluestoonladders: mineur (I-bIII-IV-bV-V-bVII) en majeur (I-II-bIII-III-V-VI). De mineurladder wordt het meest gebruikt. Het is mogelijk deze twee toonladders te combineren (I-II-bIII-III-IV-bV-V-VI-VII) maar dit gaat meer richting jazz. Heel belangrijk in de bluestoonladders zijn de zgn. blue notes. Er zijn 3 blue notes in de bluestoonladders: bij bIII, bV en bVII. Het gebruik van deze noten in een pentatonische toonladder is wat niet gebruikelijk is in Europese muziek. Bij blues worden deze noten vaak bereikt met instrumenten die tonen kunnen 'buigen', zoals gitaar, bluesharp en saxofoon. Op instrumenten waarop het niet mogelijk is tonen te buigen (zoals bij toetsinstrumenten), kan men een soortgelijk effect bereiken d.m.v. een voorslag; bijvoorbeeld door kort bIII voor III te spelen. Vaak wordt een harmonisch contrast gebruikt: het in mineur soleren of zingen over een majeur akkoordenschema. Bluesmuziek heeft vaak een wat rauwe, donkere zangpartij, geworteld in zwarte gospel. De zanglijn wordt gekenmerkt door herhaling en een vraag-en-antwoord-dialoog tussen de zanger en de muzikanten. [bewerken] Thematiek De blues vertelt over het leven van alledag. De nadruk daarbij ligt op negatieve gebeurtenissen, bijvoorbeeld ongeluk in de liefde. Door het zingen van de blues hoopt men troost voor deze problemen te vinden, naast de kracht om er weer bovenop te geraken. Een bluesmuzikant schuwt controversiële thema's, zoals alcohol, seks en geweld, niet. Wel worden deze vaak bezongen in verdoken termen, veelal afkomstig uit afro-Amerikaanse tradities, zoals de voodoo. [bewerken] Stijlen Elke bluesmuzikant heeft wel zijn eigen typische stijlkenmerken. Toch kunnen we in de blues onder andere de volgende stijlgroepen herkennen: African blues Atlanta blues Chicago blues Delta blues Detroit blues East Coast blues Kansas City blues Louisiana blues Memphis blues New Orleans blues Piedmont blues Swamp blues Texas blues West Coast blues Instrumenten De blues werd oorspronkelijk gespeeld op akoestische instrumenten als gitaar, piano en mondharmonica. Soms maakte de gitarist bovendien gebruik van een glad en hard voorwerp, zoals een mes of een flessenhals (vandaar de naam 'bottleneck', Engels voor 'flessenhals'), waarmee hij over de snaren gleed (vandaar de naam 'slide', Engels voor 'glijden'). Typische bluesinstrumenten zijn onder andere: contrabas / basgitaar gitaar (akoestisch, archtop, steelstring, elektrisch) mondharmonica of bluesharp piano
The Animals was de naam van een Engelse groep, die deel uitmaakte van de Britse beat-explosie van begin jaren zestig.
Ontstaan
De blikvanger van The Animals was zanger Eric Burdon, een klein mannetje met een gigantische stem, maar het muzikale genie achter de groep was onmiskenbaar Alan Price. Price vormde in 1961 in Newcastle, samen met bassist Chas Chandler, drummer John Steel en gitarist Hilton ValentineThe Alan Price Rhythm and Blues Combo. De leden kenden elkaar van school of uit het kleine jazz- en bluescircuit van Newcastle. Toen een jaar later Eric Burdon er als zanger bijkwam, veranderde men de naam in The Animals. De uitzonderlijke stem van Burdon plaatste hem al snel op de voorgrond.
Hits
The Animals beschouwden zichzelf als rhythm and bluesgroep. Hun eerste single, Baby let me take you home, was echter een middle-of-the road popnummer, dat de band nooit live heeft willen spelen. Het nummer kwam op 16 april 1964 uit, maar geraakte in Engeland niet verder dan de 21ste plaats. Twee maanden later volgde hun bewerking van de traditional House of the rising sun en daarmee stootten ze direct door naar de eerste plaats, ook in de Verenigde Staten, waar het nummer echter, zonder medeweten van de band, in een sterk bekorte versie werd uitgebracht. Het nummer viel op door het karakteristieke gitaarintro en door het feit dat het zes minuten duurde, hoewel daar in de VS ruim de helft af ging. De opvolgers I'm crying, het Nina Simone-nummer Don't let me be misunderstood, Boom Boom en Sam CookesBring it on home to me deden het iets minder goed, maar de groep had wel haar naam definitief gevestigd. Het succes eiste ook zijn tol. De band werd door het management in een strak schema de weg op gestuurd en toerde door het Verenigd Koninkrijk, de rest van Europa en de Verenigde Staten. Als zanger kwam Burdon steeds meer in het centrum te staan. Muzikale meningsverschillen, maar ook een vliegangst deden Price in de zomer van 1965 besluiten de groep te verlaten. Met zijn nieuwe formatie, 'The Alan Price Set' ging hij een heel andere weg in en scoorde hij grote hits als I Put a Spell on You (1966), het Randy Newman-nummer Simon Smith & His Amazing Dancing Bear (1967) en Don't Stop The Carnival (1968).
Menigeen dacht dat met het vertrek van Price een einde zou aan komen de successen van The Animals. Nadat korte tijd Mickey Gallagher achter de toetsen had plaatsgenomen en Zoot Money werd afgewezen, werd Dave Rowberry het nieuwe lid van de band. Ook met hem bleven de hits komen: We've gotta get out of this place en It's my life stonden wekenlang in de top tien.
Eric Burdon and the Animals
In 1966 stapte ook drummer John Steel uit de band. Zijn opvolger werd Barry Jenkins, die bij The Nashville Teens had gedrumd. Het waren de laatste maanden voor the Animals. Tijdens een televisieoptreden in de Verenigde Staten stortten zowel Burdon als Chandler in. In juni 1966 brachten The Animals nog Don't bring me down uit, dat de laatste hit voor de band werd. In september gingen de vijf uiteen. Burdon besloot zijn succes in Amerika uit te buiten en vertrok naar de VS. Zijn nieuwe band, met Jenkins nog steeds op drums, kreeg uit marketingoverwegingen een verwijzing naar the Animals. Aanvankelijk als als Eric Burdon and the Animals, in 1968 als the New Animals. Barry Jenkins bleef de band, waarin ook onder meer John Weider, Danny McCullough en Andy Summers speelden, tot het einde trouw. Burdon ging vanaf 1969 samenwerken met de Amerikaanse band War als Eric Burdon and War. When I was young (juni 1967) was in deze periode een wereldhit en ook de opvolgers Good Times, San Franciscan nightsSky PilotMonterey en Ring of fire haalden de charts, maar echte knallers kwamen er nooit meer voor Burdon. Hij was onmiskenbaar een fenomenale zanger, maar in zijn eentje miste hij blijkbaar dat "iets" dat hem met The Animals wel in het centrum van de aandacht bracht.
Reünies
In 1975 kwamen de vijf oorspronkelijke Animals toch weer bijeen om, in de studio's van Chas Chandler, intussen een succesvol manager en produces, een nieuw album op te nemen. Dit Before we were so rudely interrupted kwam pas in 1977 uit en bevatte twaalf nummers die naadloos aansloten bij het geluid dat de groep tien jaar eerder kenmerkte. Hoewel het album door de pers goed werd ontvangen, reageerde het publiek lauw. Dat was anders toen in 1983 het album Ark verscheen, waarop deze zelfde Animals een wat moderner geluid aansloegen. Het nummer The Night was goed voor een bescheiden hitnotering en de band ging, voor het eerst in zeventien jaar, op tournee. Naar aanleiding van die tournee verscheen in 1984 een live-album.
Hoeveel Animals?
Daarna kwam er niets meer van een reünie. De vijf Animals kregen in 1994 een plaatsje op de Rock 'n Roll Hall of Fame. In de jaren negentig trad Danny McCullough met een band op, die hij the Animals noemde en deze groep bracht zelfs een aantal cd's uit. Op de golven van de nostalgie meeliftend begonnen ook Valentine, Steel en Rowberry weer samen op te treden en deze groep had, met een nieuwe zanger en bassist, de meeste aanspraken op de naam the Animals. Nadat Valentine zich had teruggetrokken, bleven Rowberry en Steel met hun band optreden als Animals and Friends. Intussen had ook Burdon belangstelling voor de oude bandnaam. Hij hernoemde zijn oude begeleidingsband in The Animals en kreeg prompt een conflict met Steel, die zich als rechthebbende op die naam opwierp. De zaak kwam uiteindelijk voor de Engelse rechter, die Steel in 2008 in het gelijk stelde, mede omdat Burdon al in 1967 de bandnaam had laten vallen. In het Verenigd Koninkrijk is Steel momenteel de enige die een band The Animals mag noemen. Burdon toert intussen de wereld rond als Eric Burdon and the Animals en trad in die hoedanigheid in oktober 2009 nog in Paradiso in Amsterdam op.Burdon toert intussen de wereld rond als Eric Burdon and the Animals en treedt in die hoedanigheid in september 2011 in Tivoli op.
Humor is het vermogen om iets dat grappig, amusant of geestig is aan te voelen, te waarderen of tot uitdrukking te brengen. Humor kan ook een aanduiding zijn van de expressie van iets komisch of grappigs in woord, daad of geschrift. Er bestaan meerdere vormen van humor. Grappen zijn verhalen met een bedoelde humoristische of geestige strekking.
Algemeen
De term humor is, evenals als het woord humeur, afgeleid van het Griekse woord voor vocht of sap (χυμός). De oude Grieken meenden namelijk dat de lichaamssappen het menselijk temperament of stemming regelden. Humor kan ook gezien worden als een eigenschap van het menselijkdenken en menselijke emoties. Dit heeft betrekking op het kunnen begrijpen, aanvoelen of zelf bedenken van een bepaalde humoristische boodschap of grap. Wat hierbij een rol kan spelen is de mogelijkheid zichzelf (of de ander) als persoon, de opvattingen (en eventuele gebeurtenissen), zodanig te relativeren, dat men er tegelijkertijd deel van uitmaakt (en de zaak en de betrokken persoon dus serieus neemt), maar tegelijkertijd ook er buiten kan staan (en dus zich afstand kan permitteren tot de zaak en zichzelf, of de betrokken persoon). De double-bind die hierdoor in de hersenen ontstaat, leidt doorgaans tot lachen, al dan niet met tranen. Ook in mensapen kan de lach worden waargenomen, al zijn de wetenschappers het er nog steeds niet over eens of deze hominidae over een zodanig vermogen tot (zelf)bespiegeling beschikken, dat het een vergelijkbaar gevoel voor humor oplevert.
Gevoel voor humor
Gevoel voor humor is het vermogen om humor te begrijpen of aan te voelen. Hierbij spelen individuele verschillen een belangrijke rol, zoals verschillen in cultuur, leeftijd, opleidingsniveau en intelligentie. Zo blijken kinderen nogal gevoelig voor slapstick: een typische nogal grove vorm van humor vervat in tekenfilms, cartoons of poppenkast. Satire slaat daarentegen op een meer verfijnde vorm van humor die volwassenen beter begrijpen.
Slapstick als vorm van humor
Aanleidingen voor (elementen van) humor
Humor kan in de volgende situaties optreden:
Plotselinge opluchting of vermindering van spanning.
Bij een onverwachte (of verrassende) wending of een onverwacht antwoord op een bepaalde vraag
Bij sterke incongruentie, d.w.z. als twee gedachten of zaken op een lijn worden geplaatst, die qua betekenis of emotionele inhoud sterk van elkaar verschillen. Dit aspect komen we bijvoorbeeld bij een woordspeling tegen. Onverwachtheid en incongruentie zijn ook door de Frans filosoof Henri Bergson als kernelementen van humor benadrukt. Zie ook de discussie op een meer theoretisch vlak tussen John Morreall en Robert Latta over dit laatste aspect.
Als vorm van leedvermaak, d.w.z.als anderen fouten maken, zich dom of onhandig gedragen of pech hebben. Het voorbeeld van de clown sluit hierbij aan. Ook de Belgenmop kan gezien worden als een variant hierop.
Geschiedenis van humor in Nederland
Nederlanders hadden tot de 17de eeuw de reputatie een vrolijk volk te zijn, ze stonden toentertijd bekend om hun grote gevoel voor humor. In reisverhalen van buitenlandse schrijvers die Nederland bezochten, wordt gesproken over feestvierende Hollanders. Iedereen las kluchten en schilders zoals Jan Steen schilderden vrolijke taferelen. De Haagse jurist Aernout van Overbeke was dé humorist van de 17e eeuw, hij trok het land door en trad op op feesten en partijen. De Nederlanders raakten hun gevoel voor humor aan het einde van de 17e eeuw kwijt, met de opkomst van het calvinisme. De kerk vond lachen zondig en zo werden de Nederlanders een somber volk. Pas in de 20ste eeuw kwam de humor weer terug in het publieke leven.
Grappig of niet?
Niet alle soorten humor zijn voor ieder publiek plezierig. Sommige soorten humor wekken pijnlijke reacties op bij bepaalde mensen: wat voor de één grappig is, is voor de ander niet grappig. Humor die grappig is voor het ene soort publiek en juist kwetsend voor ander soort publiek is bijvoorbeeld racistische humor, tenzij er in die racistische humor een ironische ondertoon aanwezig is.
Het bezigen van grove humor kan een effectieve manier zijn om bijvoorbeeld een taboe-onderwerp bespreekbaar te maken maar omdat ironie vaak niet door iedereen als zodanig herkend wordt is het ook een risicovolle stijlfiguur, de kans dat er misverstanden ontstaan is groot.
Gezichtsuitdrukking
Bij humor is het vaak zo dat dat bij de mens een bepaalde uitdrukking in het gezicht oproept. Deze uitdrukking varieert van een voorzichtige glimlach waarbij alleen de mondhoeken omhooggetrokken worden tot vervormingen van het gezicht waarbij vrijwel alle spieren in het gezicht een rol spelen. Vooral het gebruik van spieren rond de ogen zijn belangrijk: dankzij de uitdrukking rond de ogen is vaak het onderscheid op te merken tussen een echte, welgemeende (glim)lach, die plezier aanduidt, en een die alleen voor de vorm wordt gedaan, zoals wanneer een foto wordt genomen.
Humor en hersenen
Onderzoek naar de relatie humor en hersenfuncties suggereert dat vooral dat de mediaal prefrontale cortex actief is als mensen naar gesproken grappen luisteren. Dit deel van de hersenen is ook actief bij beloning, en is vermoedelijk vooral betrokken bij het verwerken van de affectieve component van humor. Daarnaast blijken ook de taalgebieden in de temporale kwab actief. Dit deel van de hersenen lijkt vooral verbonden te zijn met de cognitieve kant van humor: dat wil zeggen het begrijpen van de betekenis van taalkundige grappen.
Humor in de literatuur
Ook in de literatuur wordt gebruikgemaakt van humor, soms als doel op zich, maar meestal als stijlmidddel om bijvoorbeeld de spanning wat te ontladen of sympathie voor een personage op te wekken. Geestigheid hoort net als intelligentie bij de persoonlijkheid van de schrijver, waardoor het ook in de producten van die schrijver zichtbaar zal worden. Het is dus best mogelijk dat die schrijver zich niet echt bewust is van zijn 'geestigheid'. Willem Elsschot die met Lijmen een van de geestigste boeken uit de Nederlandse literatuur schreef, beschouwde zichzelf geenszins als humoristisch.
Soorten en stijlen
"Uitgang voor lastige klanten" , en daaronder twee handen die uit het water steken. Een vorm van humor.
Practical joke: iemand met opzet in een grappige situatie lokken
Antihumor, het publiek verwacht een grap, en er komt iets gewoons, waardoor het weer grappig wordt
Onbedoelde humor
Vaak worden sommige vormen van "lol" buiten de definitie van humor gelaten met als argument dat het gelach niet veroorzaakt wordt door ingrijpen in het denkproces. Dat zou dan bijvoorbeeld gelden voor poep- en pieshumor. Die tweedeling is echter moeilijk te maken: er zijn veel tussenvormen en een fysiologisch onderscheid is niet te maken.
Een man klaagt tegen zijn vriend."Mijn elleboog doet echt pijn, ik denk dat ik maar eens naar de dokter moet". Zijn vriend antwoordt: "Nee,dat hoeft niet. In de supermarkt staat nu een computer die sneller en goedkoper een diagnose kan stellen!". "Je plaats enkel een urinestaal in die computer en die vertelt je onmiddellijk wat er met jou aan de hand is en hoe je het kunt verhelpen! En dat maar voor ene euro.
De man denkt, hierbij heb ik niets te verliezen en hij vulde een potje met urine en ging naar de supermarkt. Bij de ingang vond hij de computer. Hij goot het urinestaal in de machine en stak een euro in de daarvoor bestemde gleuf.
De computer maakte verschillende geluiden allerlei lichtjes begonnen te flitsen. Na een poosje gleed een smal strookje papier uit de automaat met daarop devolgende tekst: U hebt een TENNISELLEBOOG. Hou de arm enkele dagen warm en vermijd zwaar werk. Binnen twee weken zal de pijn verdwenen zijn.
Later op de avond, denkend aan de snelheid waarmee de technologie evolueert en hoe deze machine de medische wereld in de toekomst zal beïnvloeden, begint de man zich af te vragen of hij het apparaat niet in de war zou kunnen sturen. Hij besluit het er op te wagen........
Hij mengt wat afwaswater met een staaltje van de uitwerpselen van de hond, samen met de urinestaal van zijn vrouw en zijn dochter. Om het af te werken masturbeert hij nog eens in het mengsel, sluit het potje af en schudt alles goed door elkaar. Hij snelt naar de supermarkt en giet het mengsel in de machine, steekt een euro in de gleuf en wacht geduldig af.... De computer maakt weer dezelfde geluiden en print na een tijdje de volgende analyse:
Uw leidingwater bevat te veel kalk. Koop een waterverzachter !!! Uw hond heeft wormen. Geef hem vitamines !!! Uw dochter is aan de drugs. Help haar met een ontwenningskuur !!! Uw vrouw is zwanger en u bent niet de vader. Zorg voor een goede advocaat !!! En als u niet stopt met masturberen, zal uw tenniselleboog nooit genezen!!!
John Dymond (Beaky), Gitaar, geboren op 10 juli 1944 in Amesbury
Michael Wilson (Mick), Drums, geboren op 4 maart 1944 in Amesbury en
Ian Amey (Tich), Gitaar, geboren 15 mei 1944 in Salisbury
Ze traden sinds 1961 op als groep onder verschillende namen, waarvan de voorlaatste 'Dave Dee and The Bostons' was. In Duitsland (Star Club) en Engeland traden ze op, maar succes bleef vooralsnog uit. Totdat ze in de zomer van 1964 optraden als 'supporting act' van de Honeycombs, die destijds een hit hadden met Have I The Right.
De managers van de Honeycombs, Ken Howard en Alan Blaikley, zagen een optreden van Dave Dee & The Bostons en waren razend enthousiast. Een platencontract werd getekend en Howard & Blaikley gingen de songs componeren. Met hun eerste hit You make it move scoorden ze eind 1965 een bescheiden notering (# 26) in de Britse charts. De periode 1966-1968 werd echter heel succesvol. Hits als Bend it, Save me, Okay, Zabadak, The legend Of Xanadu en Last night in Soho bereikten allemaal de Britse top 10. In de Verenigde Staten kwam de groep weliswaar niet van de grond, maar in Duitsland waren ze op enig moment zelfs populairder dan de Beatles.
In september 1969 verliet Dave Dee de groep en probeerde het met een solo-carrière. Alleen zijn single My woman's man uit 1970 kreeg enige aandacht. In datzelfde jaar scoorden Dozy, Beaky, Mick & Tich (zonder Dave Dee) als DBM&T met Tonight today nog een laatste hit. In 1972 ging de groep uit elkaar.
De band maakte in de jaren tachtig een doorstart als oldies-act en trad nog regelmatig op. Zo zouden zij op 13 december2008 optreden in het Sportpaleis in Antwerpen. Echter, vlak voor het vertrek op een Londens vliegveld werd Dave Dee onwel en werd direct naar een ziekenhuis vervoerd. De overige bandleden traden wel op en de afwezige Dave Dee kreeg er een staande ovatie.
Dave Dee (65) overleed op 9 januari2009. Hij was al enkele jaren ziek.
Gerard de Vries is vooral bekend om zijn Parlando-muziek, waarin hij in de zestiger jaren van de 20e eeuw enkele grote hits scoorde. Bekende hits van hem zijn Het Spel Kaarten uit 1965 en Giddy up go uit 1966. Veel van zijn nummers hebben het leven als vrachtwagenchauffeur als onderwerp. Onder meer Giddy up go en Teddybeer zijn hier voorbeelden van. Vaak zijn deze nummers vertalingen van de populaire Amerikaanse zanger Red Sovine. Opvallend is dat de vertaalde nummers van de Vries niet rijmen, terwijl die van Sovine dat wel doen. De hits over het leven als vrachtwagenchauffeur zijn in de regel verhalend. De nummers van De Vries hebben vaak een moraliserende ondertoon.
Naast zanger was Gerard de Vries diskjockey. Hij presenteerde aanvankelijk bij Radio Veronica onder het pseudoniemCowboy Gerard en later bij de TROS onder eigen naam. Gerard de Vries baarde opzien door als eerste diskjockey openlijk voor zijn homoseksualiteit uit te komen. In 1972 praatte hij overLes Crane's Engelse tekst heen op diens single "Desiderata". Het werd de B-kant van de in Nederland uitgebrachte single. Op dit moment is Gerard de Vries actief bij de lokale omroep in Wijdemeren, Radio Wijdemeren.
Na zijn carrière als zanger en diskjockey werd Gerard de Vries ondernemer in de paranormale branche.
In 2007 was De Vries kort te zien in het 'datingspektakel' van (de Nederlandse versie van) het televisieprogramma Man bijt hond; hij had gereageerd op een oproep van kandidaat 'Gijs', die een man zocht. De Vries bood Gijs een zelfgeschreven boekje aan met de titel De Nederlandse taal.
Beschrijving van de bekendste nummers van Gerard de Vries
Het Spel Kaarten
Een soldaat moet verantwoording afleggen aan zijn sergeant over het uitspreiden van een spel kaarten in een Franse dorpskerk. Hij overtuigt de sergeant ervan dat de kaarten niet bedoeld zijn voor vermaak, maar dat alle kaarten een betekenis voor hem hebben. De 'drie' staat bijvoorbeeld voor de heilige drie-eenheid, de 'tien' staat voor de tien geboden en de boer staat voor de duivel. Hij concludeert daarom dat zijn spel kaarten veel meer zijn dan een vermaaksmiddel: ze betekenen voor hem 'een bijbel, een almanak en een kerkboek tegelijk'.
Giddy up Go
Een vrachtwagenchauffeur laat zijn nieuwe truck aan zijn vrouw en zijn zoontje zien. Het kind, dat net kan praten, roept "Giddy up Go!". De chauffeur besluit zijn truck zo te noemen en schildert de naam achterop. Na een lange reis met zijn truck blijkt zijn vrouw verdwenen te zijn, samen met zijn zoontje. De chauffeur rijdt jaren alleen rond, tot hij een vrachtauto ziet rijden die ook 'Giddy up Go' heet. De chauffeur daarvan blijkt zijn verloren zoon te zijn die in de voetsporen van zijn vader was getreden en zijn truck ook 'Giddy up Go' had genoemd.
Teddybeer
Een jonge, gehandicapte jongen zoekt contact via de 27MC met vrachtwagenchauffeurs. De 27MC-'bak' heeft hij van zijn vader, die overleden is. Hij voelt zich eenzaam omdat zijn moeder de hele dag moet werken om de kost te verdienen. Uiteindelijk raakt hij aan de praat met een chauffeur, die hem uiteindelijk komt opzoeken met een aantal andere vrachwagenchauffeurs, en zijn droom om ook vrachtwagenchauffeur te worden even waar maakt door hem in hun trucks te laten zitten. Hierdoor heeft de jongen de dag van zijn leven.
Handen
Behalve de vertaalde nummers van Sovine schreef De Vries ook zelf nummers, onder meer het nummer Handen waarin hij een opsomming geeft van zowel de positieve als negatieve activiteiten die mensen met hun 'handen' kunnen uitvoeren. Zo kunnen mensen zowel met hun handen 'een kind vasthouden', maar ook 'een pistool of geweer omklemmen'. Hij besluit het nummer dan ook met 'Wij hebben zo erg veel in eigen hand'.
Voor Niets
Dit liedje gaat over een jongetje dat alles heeft opgeschreven wat hij die week gedaan heeft en het papiertje aan zijn moeder geeft. In totaal vraagt hij 14 gulden 75. Als zijn moeder dat gelezen heeft, draait zij het papiertje om, schrijft op de achterkant en liet het aan haar zoontje zien. Daarop leest het jongetje dat zijn moeder hem negen maanden bij zich heeft gehouden, hem getroost als hij verdrietig was, de dokter gebeld heeft als hij ziek was, tot zijn zesde heeft voorgelezen, naar hem toe is gekomen als hij bang was en altijd van hem houdt. In totaal vraagt zij niets. Het jongetje schrijft dan weer op de voorkant van het papiertje: alles afbetaald en heeft tranen van ontroering in zijn ogen.
Wim
Wim is een vertegenwoordiger die sinds jaren weer eens uit zou gaan met zijn vrouw. Maar die avond kwam er wat tussen. In het café belde hij zijn vrouw en zei hun afspraak af. Kwaad hing zijn vrouw op. Boos bestelde Wim de ene na de andere borrel. Na zijn zestiende borrel, stond Wim op en zei tegen de caféhouder dat hij opstapt. Deze raadde hem aan om een taxi te nemen. Wim deed dit en bestelde een taxi. Onderweg naar huis reed de taxi een vrouw aan; Wim's vrouw! Wim was op slag weer nuchter. Zijn vrouw werd naar het ziekenhuis gebracht en daar bezocht Wim haar de volgende morgen. Als zijn kind hem vraagt hoe dit kon gebeuren, zei Wim: "Als ik mij aan mijn belofte had gehouden, was dit nooit gebeurd."
Gilbert 'OSullivan,deze uitzending dateerd van 37 jaar terug in top off the pops
Gilbert O'Sullivan
Gilbert O'Sullivan (pseudoniem van Raymond O'Sullivan) (Waterford, 1 december1946) is een Iers zanger en songwriter.
O'Sullivan werd geboren in Ierland. Hij verhuisde in 1960 naar Swindon waar hij geïnteresseerd raakte in muziek. In 1967 tekende hij een vijfjarig platencontract bij CBS Records Eind jaren '60 maakte hij zijn eerste plaatopnamen, maar met weinig succes. Wel namen The Tremeloes enkele nummers van hem op ('You' en 'What can I do?'). In de jaren '70 had hij zelf wereldwijd succes met nummers als
Nothing Rhymed
Underneath the blanket go
Alone Again (Naturally)
No matter how I try
Clair (opgedragen aan het dochtertje van zijn manager)
Get Down
Ooh-Wakka-Doo-Wakka-Day
I'll believe it when I see it
We Will
Matrimony
I don't love you but I think I like you
Christmas Song
What's in a kiss
Zijn debuutalbum 'Himself' stond wekenlang aan de top. Zijn populariteit in Japan heeft er in de jaren '90 voor gezorgd dat hij in de muziek kon doorgaan.
Zijn muziek wordt gekenmerkt door soepele melodieën die gekoppeld worden aan een zeer kunstig samengestelde tekst. Zijn bescheidenheid en teruggetrokken leven (wars van 'showbusiness') hebben voorkomen dat hij in de schijnwerpers bleef. O'Sullivan woont anno 2009 op Jersey in de gemeente Saint Mary, maar schrijft nog steeds muziek, maakt nog steeds CD's en treedt nog steeds op.
In 2003 verscheen zijn jazzy-CD 'Piano Foreplay', in juni 2005 gaf hij 13 uitverkochte concerten in Japan en in oktober 2006 verscheen zijn nieuwste album 'A scruff at heart'. Op 26 oktober 2009 stond hij weer in de Royal Albert Hall.
Vermaard zijn O'Sullivans aanvankelijke crisisimage (met bloempotkapsel, streepjesdas en 3/4-broek) en zijn proces tegen de manager die hem beroemd maakte Gordon Mills. Hij won zijn proces en kreeg de rechten terug van zijn sublieme, miljoenenverkopende nummers. In de muziekindustrie is deze uitspraak een precedent geweest voor vele andere artiesten.
Op 26 augustus 2010 verbindt Gilbert zich aan platenmaatschappij Hypertension (waar o.a. ook Gerry Rafferty, Chris DeBurgh, Joan Armatrading, Leo Sayer en Fleetwoord Mac onder contract staan).
Op 31 januari 2011 verscheen zijn nieuwste album 'Gilbertville' (met 14 nieuwe composities en een door Harry Hill voorgedragen gedicht) en in 2011 tourt Gilbert door Engeland, Ierland, Denemarken, Noorwegen, Duitsland en Nederland.
Vermaard zijn O'Sullivans aanvankelijke crisisimage (met bloempotkapsel, streepjesdas en 3/4-broek) en zijn proces tegen de manager die hem beroemd maakte Gordon Mills. Hij won zijn proces en kreeg de rechten terug van zijn sublieme, miljoenenverkopende nummers. In de muziekindustrie is deze uitspraak een precedent geweest voor vele andere artiesten.
Op 26 augustus 2010 verbindt Gilbert zich aan platenmaatschappij Hypertension (waar o.a. ook Gerry Rafferty, Chris DeBurgh, Joan Armatrading, Leo Sayer en Fleetwoord Mac onder contract staan).
Slade is een Britse rockgroep, die in het midden van de jaren 70 van de twintigste eeuw in Groot-Brittannië zeer populair was: in de jaren 1971 tot en met 1973 hadden ze daar zes nummer 1-hits, waarvan de laatste drie (Cum on feel the noize, Skweeze me pleeze me en Merry Xmas everybody) alle vanuit het niets op de toppositie belandden.
Allen zijn afkomstig uit het Midden-Engelse industriestadje Wolverhampton.
Geschiedenis
Slade begon als The 'N Betweens in 1966, een typische modband. Op aanraden van Chas Chandler, bassist bij The Animals en manager van Jimi Hendrix, ging de band vanaf 1969 verder als skaband Ambrose Slade, met millimeterkapsels. Het grote succes kwam er echter nog niet van.
Begin1970 werd de band - vanaf dan Slade geheten - het zat en begon blues te spelen in een stijl die tegen hardrock aan zat. De band werd enorm populair in het clubcircuit en in de zomer van 1971 scoorden ze hun eerste hit: Get down and get with it, nummer 15 in de Britse hitlijsten, nummer 6 in Nederland, dankzij steun van zeezender Radio Noordzee, waar de single Treiterschijf was.
Jimmy Lea vond dat de band beter in kon haken op de glamrage die door T-Rex op gang was gekomen. Noddy en Dave vonden dat hun arbeidersklasse- en bluesachtergrond erin verweven moest worden, waarop de hit Coz I luv you gemaakt werd, dat in november 1971 een regelrechte Engelse nummer 1-hit werd. Samen met producer Chas Chandler was een sound uitgevonden die tot in 1974 gehandhaafd bleef: harde, makkelijk in het gehoor liggende muziek met alledaagse in streekaccent gezongen teksten, waarvan de titel bijna fonetisch geschreven werd. Een rij van tien top 10-hits volgde in Engeland, ook in Europa scorend, maar de Verenigde Staten raakten niet overtuigd, ook al werd Merry Xmas everybody in New York City opgenomen.
In de zomer van 1974, toen The bangin' man in de hitparades stond, besloot de groep een andere, ingewikkeldere sound te gebruiken, in de hoop op trans-Atlantisch succes. Toch scoorden Far far away (uit de film Slade in Flame) en volgende hits nog steeds niet in de VS. Tegelijkertijd verliep het succes van de glamrock in het thuisland en Slade raakte uit de gratie.
Comeback
In 1980 was hardrock, inmiddels heavy metal genoemd, in navolging van de hardcore punk, opnieuw populair geworden in Groot-Brittannië. Hét heavy metal-festival bij uitstek, het Reading Festival, zocht invallers voor de plots verhinderde band van Ozzy Osbourne. Het om de hoek wonende Slade bood zich aan. Tot grote verbazing van de muziekpers was het publiek vanaf de opkomst van Slade op het podium reeds verkocht, niet alleen uit nostalgie, maar ook door de nieuwe nummers, waarvan We'll bring the house down een Engelse top tien-hit werd.
Vanaf Lock up your daughters in 1981 scoorde de groep ook weer hits in Europa. Zelfs Merry Xmas everybody werd in 1983 opnieuw een hit in Engeland, toen My oh my aldaar nummer 2 stond.
In de VS begon het succes onverwacht toen heavymetalgroep Quiet Riot met hun bewerking van Cum on feel the noize nummer 2 in de Billboard Hot 100 stond. Ook andere hardrockgroepen als het Finse Hanoi Rocks gingen Sladesongs in hun repertoire opnemen. Run runaway werd de eerste Amerikaanse hit voor Slade en behaalde in 1984 de top 20.
Na 1984 hield Noddy het toeren voor gezien, moe geworden van al het reizen. Hij begon voor ITV programma's te presenteren, maar maakte tot in 1991 nog wel enkele platen met Slade. De single Radio wall of sound (met een cameo-optreden van BBC Radio 1-diskjockeyMike Read) werd in dat jaar nog een hit voor Slade. De week nadat Radio wall of sound uit de hitparade was verdwenen, kwam Merry Xmas everybody opnieuw binnen.Ook Jim Lea stapte in 1991 uit de band.
De rest van de band speelt en toert nog steeds in het gouwe ouwe-circuit, met name in West-Europa, Scandinavië en Rusland onder de naam Slade II.
Noddy Holder - met zijn bijzonder karakteristieke stemgeluid - verliet de band in 1991 en werd opgevolgd door Steve Whalley , die op zijn beurt op 30 juni 2005 bekendmaakte Slade te verlaten. Diens opvolger is Mal McNulty (die The Sweet versterkte van 1985 tot in 1992).
Frankie Laine, pseudoniem van Francesco Paulo LoVecchio (Chicago, 30 maart1913 - San Diego, 6 februari2007) was één van de meest succesvolle en invloedrijke Amerikaanse zangers uit de twintigste eeuw. Zijn bijnamen zijn onder andere "Mister Rhythm", "Old Leather Lungs" en "Old Man Jazz". Wereldwijd verkocht hij ongeveer tweehonderdvijftig miljoen grammofoonplaten.
Zangstijlen
Laine vierde successen met nummers als "Answer me", "I Believe", "Hey Joe", "Granada", "Jealousy", "Mule Train", "Cool Water" en "That Lucky Old Sun".
Hij was gezegend met een zeer krachtige stem en kon hallen vullen zonder microfoon. Hij was één van de grootste 'hitmachines' uit de jaren veertig en vijftig, met meer dan zeventig hitnoteringen, éénentwintig gouden platen en alleen al in de Verenigde Staten honderdvijftien miljoen verkochte platen en albums. Laine was van origine een door blues beïnvloede jazz-zanger, maar beheerste nagenoeg iedere muziekstijl. Hij maakte dan ook muzikale uitstapjes naar gospel, folk, country, americana en rock 'n roll. Zijn bijnaam "Mister Rhythm" dankt hij aan zijn pompende jazzy stijl.
Laine liet zich inspireren door de zwarte muziek, en zijn zangstijl leek aanvankelijk niet aan te slaan. In plaats van zich keurig aan de 'maat' te houden, plaatste Laine juist graag de nadruk op de downbeat, in tegenstelling tot zijn tijdgenoten. Ook zijn voorkeur voor een melodielijn die niet exact dezelfde was als de melodie van de muzikale begeleiding zorgde ervoor dat het publiek erg aan Laine moest wennen. Echter toen het publiek hem eenmaal had omarmd, werd Laine ook een echte superster.
Hij werd wel "de eerste blauwogige soulzanger" genoemd, waarmee bedoeld wordt dat hij als blanke muziek ging maken die oorspronkelijk door zwarten werd gemaakt. Hiermee baande hij de weg voor zangers als Frank Sinatra, Elvis Presley en Tony Bennett.
In de jaren vijftig maakte Laine een soort tweede carrière door een flinke lijst titelsongs voor Hollywoodfilms in te zingen. Zijn gepassioneerd en energiek vertolkte versie van de (oorspronkelijk door Tex Ritter gezongen) titelsong van de westernfilm "High Noon" (uit 1952, van Fred Zinnemann, met Gary Cooper en Grace Kelly als sterren) leverde hem op slag grote internationale bekendheid en popularititeit op. In Nederland wist Joop de Knegt met een cover van die grote hit flink van het succes mee te profiteren. Andere films waarvoor hij zong waren "Gunfight at OK Corral" en "Bullwhip". Zijn vertolking van de titelsong van de Mel Brooks-film "Blazing Saddles" leverde hem zelfs een Oscarnominatie. Laine zong ook de begintune van de televisieserie "Rawhide" uit de jaren zestig in; dit werd één van de meest bekende televisietunes aller tijden.
Beginjaren
Laine werd geboren als oudste van acht kinderen. Zijn ouders, Giovanni en Cresenzia Lovecchio, waren geëmigreerd vanuit Monreale op Sicilië. Laine's vader werkte in Little Italy, zoals Chicago wel genoemd werd, enige tijd als persoonlijke kapper van de beruchte gangsterAl Capone.
Laine maakte kennis met de muziek door op de lagere school in het kerkkoor te zingen. Toen hij Al Jolsons film The Singing Fool zag wist hij zeker dat hij muzikant wilde worden, en ging hij van school af. Op zeventienjarige leeftijd zong hij voor een zevenduizendkoppig publiek, en werd hij vijf maal teruggeroepen voor een toegift. Maar echt succes als zanger was toen nog zeventien jaar verder.
Late carrière
Laines carrière omspant meer dan zeventig jaar. Zijn laatste single nam hij op naar aanleiding van de aanslagen op 11 september 2001. Hij droeg het nummer Taps/My Buddy op aan de brandweermannen van New York. In 1996 kreeg hij een Lifetime Achievement Award. Op zijn tachtigste verjaardag werd hij door het Amerikaanse National Congress uitgeroepen tot National Treasure.
Huwelijken
In 1953 trouwde Laine met actrice Nan Grey. Hij adopteerde Grey's twee dochters. In juli 1993 stierf Grey, Laine hertrouwde in 1999 met Marcia Ann Kline.
Laatste jaren
Laine woonde in San Diego (Californië). Hij heeft nog tot op zeer hoge leeftijd opgetreden, o.a. in 2005 voor een muziekspecial van TV-zender PBS. Ondanks het feit dat hij kort daarvoor een lichte TIA had gehad, klonk zijn vertolking van "That's My Desire" nog zeer krachtig. Hij overleed op 93-jarige leeftijd in het Mercy Hospital in San Diego aan een hartinfarct
Ik ben Rudy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Rud.
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 13/07/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Humor en mooie meiden..... .