Het is als het ontwaken na een lange, droomloze nacht: onthutst blik ik
rond in de kamer van mijn bescheiden bestaan en constateer dat tranen
en hartenpijn slechts verdwaasde blindheid tot gevolg hebben gehad. Wat
veronachtzaamd werd door onwetendheid moet opnieuw in de armen worden
gesloten met de tomeloze liefde die in elk van ons huist. Het is een
kwestie van je ogen openen en je oren spitsen, je handen uitstrekken en
je tenen krullen.
Op zoek naar mezelf ben ik op het punt teruggekomen waar ik mezelf verloren was.
Ik raak je weer aan. Ik neem de draad weer op. Ik word weer mens.
Een saboteur zet aan tot denken Of het knap en mooi en grappig geschreven was, of dat je zo lekker kon meeglijden op de herkenbare gevoelens en meningen, dat is opeens niet meer van belang. De aanraking verandert iets aan dat getob met die vraag, bijvoorbeeld het voegt er iets aan toe, zet iets op z'n kop, maakt iets ongeloofwaardig, doet iets van kleur verschieten. Je twijfelt, je bent van streek, je houdt opeens rekening met andere dingen. Dat gebeurt ook wel eens na het gesprek met een stervende vriend, of als je verliefd bent, of alleen bent in het bos of tijdens de nasleep van een beroving.
(Uit de lezing ‘Niet de bedoeling’ van Dirk van Weelden)
Jeannine trekt haar zwierige dichtershoed - damesmodel - strak over haar oren, zet haar zonnebril stevig op, slaat haar artistieke sjaal strijdlustig over haar linkerschouder en begint te lezen. Zoals in haar eigen gedichten ziet ze nu in de waas die voor haar ogen trekt vallende sterren, ziet ze zeeën van azuurblauw verschieten tot gifgroen, hoort ze oesters klepperen als castagnetten.
(Folkert van der Borg in zijn correspondentie met Victor van Olst)
Maar meestal ontvlucht ik de woorden, en voel ik de vlam van mijn fantasie opflakkeren. Zwart, donkerblauw, wit; zo verschieten de kleuren even, waarna ik waak over mijn creatie, vol blije wezentjes die niet weten wat studeren is, maar die slechts rollen over het gras.
(Anoniem, gevonden op het net)
en zie de eennachtsmuggen zoemen in de kelder van vervlogen idealen heldere kleuren verschieten in herhalende verhalen en ongeremd genot
(Anoniem, gevonden op het net)
Zij eet het rood van vliegenzwam Strekt zich op de bodem uit, stijgt op door scheuren in het web van mist Vijf vogels vliegen met haar mee Sterren verschieten gloeiend
Guido Devos glimlacht en grijnst, satert en schatert, maar is ook wel eens serieus…
29-04-2006
Een avondje uit in een Brusselse bioscoop
Er is me altijd voorgehouden: laat je niet kennen, spreek je eigen taal in onze hoofdstad! Het is geen kwestie van arrogantie of weigeren Frans te spreken, maar eerder een signaal verzenden dat wij, Vlamingen, ons niet in de hoek laten drummen. Wat oorspronkelijk een Vlaamse stad was, is door de eeuwen heen immers meer en meer een Franstalige enclave geworden omgeven door Vlaams gebied. Je kunt daarover sakkeren, weeklagen en er de goden om vervloeken, maar het is en blijft de realiteit. Moeten we daarmee leren leven? Dit weekend wilde ik me als Vlaamse bioscoopbezoeker laten kennen. Ik naar de kassa. Mijn vriendin achter me aan. Een piepjonge langharige kassajuffrouw blikte me met waterige ogen aan toen ik mijn opwachting maakte: Twee kaartjes voor La doublure alstublieft Oui, monsieur, antwoordde de schoonheid in haar beste Nederlands. Hoeveel maakt dat?, ging ik voort alsof de oui me was ontgaan. Dix-sept euros, antwoordde ze in Voltaires taal, maar Voltaire had mijn vraag in Vondels sprake wel degelijk begrepen. Omdat ik nogal koppig van aard ben als ik een zekere onwil aan de andere kant meen te bespeuren, ging ik halsstarrig voort in het Nederlands: In welke zaal speelt de film, juffrouw? A la salle trois, antwoordde ze met neergeslagen ogen alsof ze bang was voor de priemende blik van een zich steeds meer ergerende Vlaamse leeuw. Toen ze voelde dat ik bleef staan, keek ze weer op. Ben je nu nog niet weg schijtkereltje? Kunt u me mijn kaartjes misschien ook géven? vroeg ik, want die lagen nog altijd voor haar naast het computerklavier. Excusez-moi, monsieur, zei ze en ze begon te blozen. Ja, dat mocht wel. Ach, wat maakt het uit, bedacht ik. Je bent jong en je wil wat en je bent blij dat je een job aan de kassa van een bioscoop hebt kunnen versieren zonder dat men je het wettelijk voorgeschreven taalexamen heeft doen passeren. Wie kan je wat maken en één lastige Vlaming zal het bioscoopbezoek niet angstwekkend doen dalen. Op naar de zaal. Die bevond zich in de winkelgalerij even verderop. Voor de ingang van de bioscoop stonden twee afgeborstelde jonge kerels stoer te wezen. Kort geknipt, donker haar, strak in het pak, met ingestudeerde vriendelijkheid. Aha! Een nieuwe gelegenheid om mijn Vlaamse aanwezigheid in Brussel te manifesteren. Alstublieft! zei ik met luide stem terwijl ik Armani nummer één mijn kaartjes overhandigde. Deuxième niveau en bas, repliceerde hij met een brede glimlach en tintelende ogen. Het zal niet waar zijn. Mijn vriendin keek me spottend aan. Ik had evengoed Swahili kunnen praten. Toen de eerste beelden van de film op het doek geprojecteerd werden begon ik al een wee gevoel in de buik te krijgen. Het was een Frans-Italiaanse productie en, ja hoor, bij de eerste dialoog werd mijn vermoeden bevestigd: geen onderschriften! Met deze film mocht enkel in het Frans worden gelachen. Ik voelde me ongewenst, een Marokkaan op het congres van het Vlaams Belang. Tot mijn scha en schande moest ik bekennen dat ik het programmablad niet bekeken had en daarvoor betaalde ik nu het gelach. Vlamingen die Fransonkundig zijn, lachen helemaal niet. Hoe zouden zij reageren? Zouden zij met wapperende manen en met van woede vertrokken gelaat hun frustratie gaan uitbrullen aan de kassa? Of zouden ze verontwaardigde brieven aan de directie van de UGC Toison dOr schrijven? Mijn vriendin fluisterde me in het oor dat Vlaamse Brusselaars deze bioscoop waarschijnlijk niet frequenteren. Na de voorstelling keek ik wél het programmablad in: de UGC Toison dOr programmeert vijftien films deze week. Acht films hebben Franse én Nederlandse onderschriften. Zes films zijn origineel Franse en dus voor eentalige Vlamingen verboden terrein en de Zuid-Afrikaanse film in originele versie is enkel Frans ondertiteld Ik kreeg ter plekke haast een beroerte. Hoho, oppassen, makker, want als je in een Brussels ziekenhuis verzeild geraakt, klopt je hart beter in het Frans wil je zeker zijn dat het verder blijft kloppen.
De Duitser Franz Marc (1880 - 1916) had iets met blauwe paarden. Waarom blauw zul je je afvragen? Je kunt een blauwe teen hebben of blauwe druiven eten of een blauwtje oplopen, maar een blauw paard, waar haalt ie het verdorie uit? Kunstenaars hebben nu eenmaal van die eigenzinnige ingevingen, dat is u wellicht al een tijdje duidelijk, en Marc, expressionist zijnde, vond dat hij daardoor de kracht van een paard weergeeft. Sommigen zien er een symbool in van de mannelijke seksualiteit dat iets dierlijks heeft. Geef toe: het heeft wel iets, hè?
IDYLLE Martialis (°40 - 102)
Mijn kleine huisje heeft een veilig dak, met rijpe druivenranken aan een olm. Kersen, rode appels: bomen vol, olijventakken hangen zwaar omlaag. En waar mijn perkje stroompjes water drinkt staat fijne groente, kruipt de malve, klimt papaver voor een ongestoorde slaap. En krijg ik zin om vogels te belagen, wil ik schichtige hertjes in mijn netten jagen, visjes aan mijn hengel halen: verder gaat dat niet, ’t is eerlijkheid en eenvoud troef. Geen duur gedoe voor mij het leven is zo kort! Hier wil ik zijn en blijven tot het einde van mijn dagen.
FUNERAL BLUES W.H. Auden (°1907 - +1973)
Zet alle klokken stil, snijd de telefoon af, Geef de hond geen kluif meer, voorkom zijn geblaf, Verbied pianospel, breng met omfloerste trom De baar naar buiten, roep de rouwklacht om. Laat vliegtuigen kermend cirkelen en in het groot Boven ons hoofd de boodschap schrijven Hij Is Dood Doe om de witte hals der druiven een crêpepapieren kraag, Zorg dat elke verkeersagent zwarte handschoenen draagt.
Hij was mijn Noord, mijn Zuid, mijn West en Oost, Mijn lange werkweek en mijn Zondagse troost, Mijn middag en mijn middernacht, mijn spraak, mijn lied. Ik dacht dat liefde eeuwig duurt, dat doet ze niet.
Sterren zijn overbodig, doof ze stuk voor stuk; Pak de maan in, blus de zon van ons geluk; Maai weg het woud, leg droog de oceaan. Want niets meer komt er ooit nog goed voortaan.
VERKIEZINGEN Mannetje in het midden: Het is een kalvarietocht geworden! Rechts: En voor één keer hangt de dief in het midden!
DE GROTE SCHOONMAAK: Wat zegt je score over jou?
4: Je wijst alles wat vreemd is of afwijkt van de norm af, maar aangezien je een eerder zachtaardige mens bent, stel je je niet te agressief op. Je handelt de zaakjes op een beschaafde manier af. Mooi zo.
5-8: Met vreemde snuiters of abnormale individu’s kun je niet zo goed over de baan, maar soms wordt het je te veel en als ze je uitdagen, kookt het potje over. Toch oppassen: zulke mensen hebben weinig normbesef en hebben zichzelf niet altijd onder controle. Zorg dat je steeds een boksijzer bij de hand hebt.
9-12: Wie er anders uitziet of een afwijkend gedrag vertoont, zet zichzelf buiten de maatschappij. Daarom vind je dat doorslaggevende argumenten nodig zijn om deze onverantwoorde lieden wakker te schudden. Discussie is uit den boze. Actie is het enige wat telt! Je bent een man (of vrouw) uit één stuk en nee, niet jij maar zij zijn de extremisten…