Eddy Merckx wil Ronde van Frankrijk in Qatar starten.
Eddy Merckx wil Tour naar Qatar halen.
Merckx: "Qatar heeft goede wegen, voldoende hotels en het klimaat is er uitstekend. En het wielrennen leeft hier."
Aldus Eddy, die ook betrokken is bij de organisatie van de Ronde van Qatar.
"Meer dan de helft van de allochtonen in Vlaanderen leeft onder de armoedegrens.
De vrouwen zijn de grootste slachtoffers van armoede, in het bijzonder die van Marokkaanse en Turkse afkomst.
De allochtonen, in het bijzonder de vrouwen, hebben de laagste inkomens."
Dat zijn de meest saillante conclusies van het onderzoek van Bea Van
Robaeys en Nathalie Perrin in opdracht van de Koning Boudewijnstichting.
De resultaten van het laatste onderzoek vormen opnieuw een stevige
bevestiging van wat men 16 jaar geleden reeds met zeer deskundige
onderzoekers heeft vastgesteld. De les is dat men onderzoeken
financiert, de conclusies beluistert, men belooft ook, maar
uiteindelijk gebeurt er niets, noch op nationaal, noch op gewestelijk,
noch op stedelijk niveau.
Interessant aan deze conclusies is dat de wetenschappers een nieuwe
benadering hebben gehanteerd, nl. vanuit de armoedegrenzen. Misschien
zullen de politieke wereld, de hulpverleningsdiensten, de
welzijnsorganisaties, de scholen en in het bijzonder de werkgevers,
steden en gemeenten nu wakker geschud worden.
Wetenschappers zoeken immers de oorzaken in sleutelfactoren als
studieniveau, studierichting, taalkennis, discriminatie, etnische
origine, enz. Anderen, vooral uit de politieke wereld, zoeken de
toevlucht in de onderdrukking van zowel de Marokkaanse als de Turkse
vrouw door hun gemeenschappen. Sommige politieke partijen proberen
daarenboven de cultuur en godsdienst te betrekken bij de verklarende
factoren, maar ze vergeten meestal dat zijzelf wel eens aan de basis
van deze situatie zouden kunnen liggen.
Na 50 jaar migrantenbeleid volgt nog meer dan 50 procent van de
migrantenleerlingen het beroeps- en technisch onderwijs, meestal in
studierichtingen met beperkte tewerkstellingsmogelijkheden. Slechts 2
procent van de migrantenjongeren van de tweede en derde generatie,
voltooit hoger onderwijs (buiten en binnen de universiteit).
De werkloosheidscijfers onder migrantenjongeren die hier geboren zijn
en in Vlaamse scholen werden gevormd, liggen bijna viermaal hoger dan
bij hun Vlaamse leeftijdsgenoten.
Dit heeft niets te maken met de onderdrukking van de vrouw door haar
gemeenschap of de islam, maar is wel een bewijs van ongelijke
maatschappelijke behandeling en in het bijzonder van het falen van het
migrantenbeleid.
Er wordt ook geopperd dat het aanleren van het Nederlands zou helpen
bij het vinden van een job. Het verwerven van het Nederlands biedt
echter weinig kans op werk, vooral voor diegenen die geen hoog diploma
hebben behaald.
Discriminatie is gewicht aan het been!
Discriminatie, zowel op scholen als op de werkvloer, is meestal een
zwaar gewicht aan het been. Voeg daarbij dat, na de toepassing van het
inburgeringsdecreet op het einde van de jaren negentig, het
integratiebeleid naar de provinciale en stedelijke niveaus werd
overgeheveld. Dit leidde tot de afschaffing van alle integratiecentra
en van hun integrale werking.
Zo ontstonden hoge drempels, ook voor de cursussen Nederlandse taal en maatschappelijke oriëntatie.
Velen haken af omwille van praktische moeilijkheden, zoals bijvoorbeeld de afstand tussen woonplaats en cursusplek.
Daarenboven beperkt de werking van integratiediensten en OCMWs van
vele steden zich tot het opmaken van mooie rapporten om subsidies
binnen te rijven.
Bovendien bestaat er angst om een actief integratiebeleid te voeren omwille van de vrees voor verlies van stemmen.
Dus eigen belang eerst.
De nieuwkomers worden daarbij meestal geconfronteerd met een lesgever
of een begeleider die niets weet over hun migratietraject, hun cultuur,
hun taal of de dramas waarmee ze geconfronteerd werden. Vandaar ook de
inefficiëntie van het beleid.
Ja, Vlaanderen en België hebben veel geïnvesteerd om diegenen die tot
de Vierde Wereld behoren uit de klauwen van (kans)armoede te bevrijden,
maar door de inefficiëntie van het beleid is er een Vijfde Wereld op
komst. Deze zal uitsluitend bevolkt zijn door kinderen, gezinnen,
mannen en vrouwen uit de immigratie, in het bijzonder van moslimse en
Afrikaanse origine.
Youssef Ben Abdeljelil, historicus en geograaf (oud-onderzoeker OASeS) te Aalst.
(Ingekort artikel uit Mondiaal Magazine van 11.11.11.)
Toenmalig Europees parlementslid Willy Kuypers, beleefde angstige ogenblikken, als hij geblinddoekt
aan de arm van een blinde, een roltrap afdaalde in Antwerpen 1986, tijdens een actie van het Olympiakomitee.
Trappen.
Een trap al dan niet beweegbaar; uit- en intrekbaar is een constructie om een hoger of lager niveau te bereiken.
Het simpelste is een vaste of loshangende ladder, maar daar wil ik het niet over hebben.
Wél ook over die éne trede op het voetpad, die er teveel aan is voor
rolstoelgebruikers, als ze een trottoir willen op- of afrijden. Men kan
die stoephoogte natuurlijk op een goede manier afschuinen (voor de
overgrote meerderheid van de garages doet men dat automatisch) maar dat
is voor mensen in een rolstoel niet zo gemakkelijk te verwezenlijken,
al weten de bevoegde autoriteiten deze noodzaak al vele jaren. En nog
al te dikwijls staat de rolstoeler na een goeie afrit van een stoep
voor een onmogelijke oprit vast te midden van de gevaarlijke straat
die, heden ten dage onnatuurlijk overal, alleen voor autos beschikbaar
is.
Maar tevens worden rolstoelers gewoon en gemakshalve vergeten als
volwaardige mensen. Zo heeft men nog in 2006, bij het heraanleggen van
de markt in Wenduine een deelgemeente van De Haan geen afschuining
gemaakt van de trappen voor de openbare bibliotheek, die daar op de
markt gelegen is. Voor die gemeentebestuurders hoeven mensen die niet
kunnen gaan ook niet te lezen blijkbaar.
Trams en autobussen.
Trappen kunnen ook gewoon een levensgevaarlijke val-strik zijn. Denk
maar aan de dalende trappen al dan niet automatisch van metros en
dergelijke. Als daarvoor geen door blinden en slechtzienden met de
voeten voelbare waarschuwing aangebracht ligt, dan riskeren deze
visueel gehandicapten ook nog een diepe val met ernstige kwetsuren als
gevolg. Na enkele acties van het toenmalig Olympiakomitee uit Antwerpen
in 1985 en 1986, heeft men aldaar dan toch, in meerdere stations
verende tegels of waarschuwingsnoppen aangelegd. Maar voor rolstoelers
zijn er, nu nog steeds, slechts in een beperkt aantal tramstations
liften beschikbaar in de premetro van Antwerpen.
Nochtans reeds in begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw,
bracht een actiegroep een rolstoelpatiënt in de Antwerpse premetro naar
beneden, om aandacht te vragen voor rolstoelgebruikers.
De man, een vrijwilliger, heel zwaar gehandicapt, kon niet anders dan
vastgebonden in zijn zware, door batterijen aangedreven rolstoel
deelnemen aan de actie.
Tussen haakjes: nooit heb ik tijdens een actie een gelukkiger mens
gezien.
Dan werd de politie en de directie van de trammaatschappij ingelicht
dat er een zwaar gehandicapte in de katakomben van de metro zat en er
alleen nooit uitkon.
Er waren vier personen voor nodig om hem via de roltrap trap voor trap terug naar boven te brengen!
Ook in Brussel ondervinden rolstoelgebruikers (volgens de Toeristische
Gids voor gehandicapten) grote moeilijkheden om zich met het openbaar
vervoer te verplaatsen. Er zijn slechts een tiental metrostations
toegankelijk. De ruimte echter tussen het perron en het metrostel
blijft nog een belangrijk obstakel (en dat is niet alleen waar voor
Brussel).
Wel zijn er op vele plaatsen plannen om veel meer metrostations, trams
en bussen toegankelijk te maken. Maar men spreekt in die plannen dat
het toch nog tot 2010-2012 zal duren
Voor Vlaanderen komt er in mei 2007 een proefproject voor aangepast
vervoer voor rolstoelgebruikers in twee gebieden: één in de Kempen en
één in Limburg. Minister Kathleen Van Brempt benadrukt dat ook mensen
in een rolstoel recht hebben op basismobiliteit.
Bussen en halteplaatsen worden trouwens wel reeds hier en daar
aangepast aan deze specifieke noden. Toch is er nog veel speciaal
vervoer nodig om mensen met een rolstoel ook hun recht op verplaatsen
te gunnen. En zulk vervoer moet dan op voorhand aangevraagd worden en
kent ook de nodige financiële problemen.
Treinen.
De treinen dan, zijn die vlot bereikbaar voor rolstoelgebruikers?
Voor heel veel stationperrons geldt dat de opstaphoogte niet
aangepast is aan de noden van oudere mensen, of aan personen die wat
moeilijker kunnen gaan.
In nauwelijks 1/6 van het totaal aantal treinstations kunnen
rolstoelers terecht (Bron: Helga Stevens, Vlaams Parlementslid N-VA op
13 maart 2006).
Op 16 maart 2006 kreeg Greet Van Gool, volksvertegenwoordiger voor
SP.A, een antwoord op haar vraag in de plenaire vergadering van de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven. Van Gool vroeg o.m.: Hoe zit
het met het vroeger aangegane engagement van de regering om 93 stations
toegankelijk te maken?
Tegen eind 2008 zullen 24 stations volledig aangepast zijn voor mensen
met beperkte mobiliteit, antwoordde staatssecretaris Bruno Tuybens.
24 treinstations gaan we tegen eind 2008 volledig toegankelijk maken
door alle perrons uit te rusten met liften, hellingen of gelijkwaardige
inrichtingen, door de toegang tot het station en alle perrons aan te
passen en door geschikte sanitaire voorzieningen te maken...
- De 24 zijn uiteraard een begin. De uitvoering van de integrale
toegankelijkheid kost veel geld. In de 93 stations waar u naar
verwijst, blijft de service voor minder mobiele mensen gelden.
Ook in andere stations zorgen hulpvaardige personeelsleden vaak voor de
minder mobiele mensen, wat ook waardering verdient. Aldus Bruno
Tuybens.
Natuurlijk zijn er voor de toegankelijkheid van de treinstations
vele acties gevoerd, ook en vooral door de gehandicapten zelf en dit in
meerdere stations.
Toch geldt heden nog in de overgrote meerderheid van de stations dat,
wanneer een rolstoeler al tot op het perron geraakt, ze dan een
onhandig gevaarte (men noemt dit lompe toestel zeer ongepast een
perronvlinder), dat overal in de weg staat, met één of meerdere
personeelsleden moeten aanrollen tot tegen de opstap van de trein.
Daarmee wordt dan de helling gemaakt waarop de rolstoelgebruiker de
trein wordt ingerold.
Eigenlijk zou een aangepaste heftruck hier zeer handig zijn, met als
voordeel dat men dit toestel ook voor veel andere zaken kan gebruiken.
En terwijl ik toch bezig ben met voorstellen: waarom bouwt men in de
nieuw aan te leggen treinstations geen roltrappen eigenlijk royale
glijdende trottoirs - genre Macro in Deurne? Daarop kunnen met groot
comfort zowel reizigers met valiezen als rolstoelers en kinderwagens
van de ene verdieping naar de andere gebracht worden. Men heeft
daarvoor dikwijls plaats zat, zoals bijvoorbeeld in het nieuwe
treinpaleis in Antwerpen-Centraal, waar men deze kans weer gemist
heeft. En in Brugge zijn ze aan het vernieuwen en Gent zal volgen en
nog vele andere. Waar zitten die vernuftelingen van ingenieurs in deze?
Zijn de managers helemaal benomen door hun gage? Of mankeert het bij de
politiekers weer aan visie?
Van trappen gesproken. In Antwerpen-Zuid zijn er vijftig trappen te
beklimmen, om van het spoorniveau tot het straatniveau te raken.
In de jaren tachtig vorige eeuw, is daar langs weerkanten van beide
sporen een heuse roltrap aangelegd. Ze deden wat roltrappen horen te
doen, maar spijtig genoeg niet lang. Meer dan enkele maanden hebben die
niet gewerkt.
Men heeft ze dan in een houten bekleding gestopt en als dusdanig kan
men die ook vandaag nog op Antwerpen-Zuid bekijken als een volwassen
blunder van de NMBS.
De reizigers die Antwerpen-Zuid aandoen, blijven ook die vijftig trappen doen. Ze moeten wel, er is niets anders.
Om te sluiten nog een triestigheidje. In Brugge, ik zei het al, zijn
ze al een paar jaar bezig met het station te vernieuwen. Daarvoor
leggen ze noodtrappen vooraleer de definitieve er komen. Dat is
normaal, alleen zijn er sommige noodtrappen waarvan de treden te hoog
uit elkaar zijn en dus moeilijker te betreden. De meeste leuningen, die
vooral gebruikt worden door mensen die moeilijker kunnen gaan, zijn van
hout, sommigen zelfs van ongeschaafd hout gemaakt, waar de splinters
uitpieken.
Gezien die verbouwingen nog een twee jaar zullen duren had men daar
toch gewone gladde en handige kunststofleuningen voor kunnen gebruiken?
Eigenlijk geeft de NMBS hier blijk van bitter weinig achting voor haar cliënten.
Mensen die moeilijk te been zijn kunnen het station Brugge beter nog wat vermijden.
Hoe doeltreffend is de inkomensverdeling door de sociale zekerheid in de bestrijding van de armoede?
Tien jaar geleden behoorde België nog tot de wereldtop als het op sociale bescherming aankwam. Vandaag niet meer.
Pensioenen en werkloosheidsuitkeringen houden geen gelijke tred meer met de welvaart.
De hoge werkloosheid leidt tot armoede en tegelijk legt de lage werkgelegenheidsgraad een sterke druk op de sociale zekerheid.
De gegevens zijn afkomstig van de Europese Commissie: officiëler kan niet.
Als de komende verkiezingen al ergens over moeten gaan, dan wel over de
dwingende keuzes die dienen gemaakt om de economische en sociale
verdeeldheid in de Belgische samenleving weg te werken.
Die verdeeldheid laat zich lezen in het rapport van de Europese Commissie.
In België groeit meer dan één kind op acht, of 13,5 procent, op in een gezin waar niemand werkt.
Met dat cijfer presteren we net iets beter dan de Bulgaren. Zelfs Roemenië, niet meteen een Europese koploper, doet beter.
14,7 procent van de Belgen dat zijn ruim 1,5 miljoen mensen leeft in armoede.
In de loop van de jaren 1990 waren we al diep geschokt door de eerste
rapporten van de Koning Boudewijnstichting, waarin het
armoedepercentage tussen de 6 en de 7 procent werd geraamd.
Komen we er nu in Vlaanderen nog met een armoedepercentage van 11 procent af,
dan zit Wallonië met 18 procent en Brussel zelfs met maar even 27 procent opgescheept.
Nu mogen de Europese criteria stringenter zijn dan de Belgische, toch blijven de cijfers ontluisterend en verontrustend.
Bij de oudere Belgen loopt de armoede op tot 21 procent. Nu al zit de
Belgische gepensioneerde met een inkomen dat nog maar net 73 procent
van het inkomen van de werkende Belg bedraagt, een pak onder het
Europees gemiddelde van 85 procent. Onder de werklozen steeg het
armoedepercentage de voorbije jaren tot 28 procent en bij
eenoudergezinnen veelal alleenstaande moeders tot een desastreuze
36 procent.
Onze sociale uitkeringen zijn de voorbije jaren afgegleden naar de laagste in Europa.
De gevolgen daarvan komen hard aan voor Vlaanderen; voor Wallonië en
voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ze verwoestend.
Een kopstuk van de SP.A gaf onlangs toe: We hebben hier met Paars
gefaald. Alleen Vlaams minister Frank Vandenbroucke was bereid zich
publiekelijk op de borst te kloppen: Wij hebben de eerste schuchtere
passen (op het stuk van de activering) pas in 2003 gezet. Omdat er geen
beleid was om werklozen aan de slag te helpen, zit België nu met veel
langdurige werklozen die extra gehandicapt zijn.
Het moet zijn dat de nieuwe armen niet voorkomen in de focusgroepen die
de met overheidsgeld vorstelijk betaalde communicatiespecialisten
hanteren om het beleid te begeleiden, want premier Guy Verhofstadt
heeft de afgelopen jaren met zijn paarse meerderheid alle
knipperlichten genegeerd.
Dat de welvaartstaat, zoals professor Herman Deleeck graag herhaalde,
een maatschappelijk project is met duidelijke ethische onderbouw, is ze
daar in de Wetstraat even ontgaan.
Vandaag krijgt Paars zelfs de armoede, die ze de voorbije acht jaar mee hielp aanrichten, niet meer georganiseerd.
Armoede is geen schande voor wie ze ondergaat, wel voor hen die ze door non-beleid veroorzaken.
Uit: Van de redactie. KNACK 28 februari 2007. Rik Van Cauwelaert.
Werkgelegenheid, oplossing voor alles?
Ik zeg niet dat volledige werkgelegenheid alle misdaad zal
voorkomen. Je zult altijd een politiemacht en gevangenissen nodig
hebben. Maar laten we ophouden om een fundamenteel sociaal probleem van
werkloosheid op te lossen door de strafstaat uit te rollen.
Een probleem dat in essentie te maken heeft met werkloosheid, los je op door in jobs te voorzien. Degelijke jobs.
Onze maatschappij is rijk genoeg om daarvoor te zorgen.
En de nood is hoog: kinderopvang, onderwijs, gehandicaptenzorg, de zorg voor ouderen
Ik pleit in Frankrijk voor de creatie van een miljoen jobs in s lands
grootste probleemwijken. En ik beweer dat tachtig procent van alle
actuele problemen daarmee opgelost zal zijn.
Pleidooi voor een soort basisinkomen voor iedereen?
Mensen denken soms dat iedereen in zijn luie zetel zou blijven
liggen als zon basisinkomen werd ingevoerd.
Maar dat klopt niet: werk is niet alleen een bron van inkomsten, het is
ook een manier om jezelf te ontplooien, om sociale contacten te hebben.
We hebben werk en inkomen trouwens al lang van elkaar losgekoppeld: wat
zijn dividenden anders? Mensen spelen op de beurs en verdienen geld
zonder dat ze daar iets voor hoeven te doen.
De top 40 van de Franse bedrijven heeft vorig jaar meer dan 30 miljard euro winst uitgekeerd aan zijn aandeelhouders.
Als dat geen loskoppeling is van werk en inkomen, dan weet ik het ook niet meer.
En waarom zou dat alleen mogen voor de top van de samenleving, en niet voor de mensen aan de onderkant?
Globalisering. Kan Europa zich economisch isoleren van de rest van de wereld?
Minder markt en meer staat, blijven we dan nog concurrentieel?
Ook door dat argument mogen we ons niet laten verblinden.
De Europese landen maken vooral deel uit van de Europese economie: ze exporteren voor 80% binnen de eurozone.
Kapitaal en goederen stromen voor 90% tussen Europa, Japan en de Verenigde Staten.
Als mensen het over globalisering hebben, denkt iedereen aan
onderbetaalde Chinese arbeiders tegen wie wij niet kunnen concurreren.
Als ik het heb over jobs die door de overheid gecreëerd kunnen worden,
heb ik het over jobs die geen concurrentie hoeven te vrezen:
kinderopvang en gehandicaptenzorg kun je bezwaarlijk delocaliseren naar
China.
Wat zegt u tegen politici die u voor gek verklaren?
Dat ze zich moeten afvragen wat ze willen. Willen ze de armoede
blijven organiseren, zodat mensen in de criminaliteit geduwd worden en
we steeds meer politie en gevangenissen nodig hebben? Of wil men de
uitzonderlijke rijkdom die we hebben op een andere manier verdelen,
zodat de staat echt de veruitwendiging wordt van ons allemaal?
We kunnen de staat vormgeven zoals wij dat willen, hoor. Dat zijn we vergeten.
We hebben gevangen gezeten in het idee dat alles een kwestie is van markt versus staat.
Terwijl markt een schepping is van de staat.
Zonder staat geen markt, al was het maar omdat staat eigendomsrecht moet garanderen.
Dat zijn allemaal politieke beslissingen. Het enige wat we nodig hebben is de politieke wil!
Uit een interview van KNACK 28 februari 2007 met Loïc Wacquant.
In nevlige tijden, uit Adams rib.
Lieve vrouwen,
Onrein zijn vrouwen, wat menselijk slib.
Mannen met diarree, niet!
Schaamteloos kopplen ze piepjong aan oud.
Voor heren telt geen verdriet.
Besnijden, vernederen, ze maken ze koud.
Creëren een God die t niet ziet.
Refrein: Lieve vrouwen, Waarom toch is God een heer? Wie kan er een heer vertrouwen? Een God of Godin is meer! Profeten, ze hebben een pietje. n Stil stijf vergeetmenietje. Maar een vrouw heeft recht, gelijk een man. Om vrij, vrij te leven, meneer!
Je kunt maar geloven in God alleen,
Lieve vrouwen.
dApostels die deden soms heel gemeen,
rond meisjes net en naïef.
Pausen en priesters willen tweeduizend jaar
geen vrouwen, wel dikwijls een lief.
Ze stierven voor Christus, leefden er naar.
Maar t bleef tweedehands gerief.
Refrein
t Begin van de Islam dat gaf ons veel hoop.
Lieve vrouwen.
De Koran zat niet met de vrouw in een knoop.
Later de Sharia(s) wel!
Mullahs en Moeftis zien zonde in de vrouw,
wikkelen zin kommer en kwel.
Broers kelen zussen, brutaal zonder rouw,
InshaAllah, hei, dit is dhel!
Vele jaren reeds mag ik Louis, bijna 70, van zijn tweede jaar blind, mijn vriend noemen.
Letterlijk arm in arm hebben wij al heel wat meegemaakt.
Ja, naar buitenuit lijkt het of ik Louis leid, en het is waar, ik kan de auto's en andere hindernissen wel zien,
maar zijn weg kent mijn gehandicapte kameraad heel wat beter dan ik.
Het is dom maar waar, ik laat geen enkele gelegenheid voorbijgaan om verloren te lopen
en ik ben al dikwijls blij geweest dat hij mij begeleidde!
Arm in arm ja, het geeft soms wel een eigenaardig effect.
Zoals toen wij beiden, zo rond halftwaalf 's avonds, van een Antwerpse vergadering kwamen
en voorbij een nachtbar trokken, waarbij de buitenwipper mij aantikte en smalend zei:
"Olala, gij hebt uw schatje bij, hé ventje!"
Louis en ik zijn samen dik 12O jaar, maar toch heeft die portier gelijk: Louis is 'n schat van een mens.
Hij is op pensioen nu, maar rust is er niet bij. Hij speelt trompet in twee harmonieën,
hij doet aan sport, een soort balspel met een belletje, waarin hij ook internationaal nog heeft uitgeblonken,
hij schaakt, kaart, lost kruiswoordraadsels op, is actief in meerdere blindenorganisaties en is veel op reis
dikwijls op zijn eentje en toch bijna altijd daar waar hij nodig is.
Een man met gezond verstand ja, maar al te dikwijls volstaat dat niet om iemand zoals Louis,
zonder kwetsuren toe te laten te komen waar hij wil zijn.
We zaten in de lente bij zomers weer op één van die terrasjes die mijn vriend wel goed vindt eens hij,
zoals toen, er een biertje kan drinken. Maar anders ervaart hij die dingen pijnlijk als hij er
blind denkend dat een voetpad voor voetgangers bestemd is er weer eens tegenaan stommelt.
- "Weet ge", zei hij, terwijl hij heel voorzichtig, want hij heeft veel eerbied voor geestrijke drank,
naar zijn trappist tastte, "ik versta honderd procent dat het verkeer afgestemd is op gewone valide mensen.
Maar het heeft er nu toch de schijn van dat het Beleid alleen maar content is als wij, de mindervaliden,
vol builen en blutsen zitten."
Daarmee had Louis het gesprek zijn draai gegeven.
Zoals zo dikwijls is het onderwerp bij bejaarden en gehandicapten de eenzaamheid, of de strijd daar tegen.
Want ook onze jarenlang gevoerde autopolitiek veroordeelt meer en meer kwetsbare mensen tot binnenblijven, tot afzondering.
- "Ja, het is erg geworden," ging hij verder,"op de autobanen moet vanzelfsprekend
geen fietser of voetganger zich wagen, maar ook in de woonwijken is de auto de meester,
en zelfs het voetpad wordt door die heilige blikken koe ingepalmd. Ik kom er regelmatig mee in botsing,
en dat is absoluut geen vriendelijk contact, meestal zijn de chauffeurs dan nog kwaad op mij ook.
Het voetpad, het trottoir, dat toch ons terrein zou moeten zijn, wat een miserie is dat toch geworden!"
Hij begon op zijn vingers te tellen:
- "Palen van alle soorten in alle maten, kasten, terrassen ook ha ja, vuilnisbakken, telefooncellen
postbussen, uitstallingen, bouwputten, stellingen, soms kerstbomen, fietsen,
en naast auto's zijn vooral brommers grote obstakels, de reclameborden,
ge kunt het zo gek niet bedenken of het staat wel op de stoep!
Het voetpad is de voetveeg van de straat geworden", besloot Louis.
We bestelden er ons nog één, de zon deed deugd en het bier eveneens.
- "Wat zeer verraderlijk is dat zijn de verplaatsbare tekens,
de parkeerplaten die men zo af en toe hier en daar gaat neerpoten.
Zie jongen, dan weet ge als blinde dat, als ge er op één gestoten zijt
want daar verwacht ge u niet aan hé dat er u een tweede te wachten staat.
Maar als ge dan, door geluk of ongeluk naargelang men het noemen wil, dat tweede gemankeerd hebt,
dan zoekt ge inderdaad lijk een blinde naar een ei
naar dat tweede plakkaat, wat natuurlijk verder niet te vinden is.
Man, om te vloeken hoor! Zouden ze daar echt niets anders op kunnen vinden?"
We gingen door, we moesten naar de tram, en ik leidde hem zwijgend naast de parkeermeters die, op het voetpad,
ten dienste staan van de auto's en in de weg van de mensen.
We stapten op de tram en Louis zweeg geen moment:
- "Och ja die tram, we hebben nu een metro die drieduizend frank de millimeter kost
(Louis telt, lijk veel mensen, nog in franken) en waar wél liftkokers maar lang niet overal liften inzitten,
waar dus geen gehandicapten in kunnen, maar ook geen moedertjes met een kinderwagen
en waar de bejaarden het heel moeilijk hebben.
Want zie makker," Louis kneep in mijn arm, "kijk, dat wil ik gezegd hebben,
als het goed is op de weg, of op het openbaar vervoer voor ons soort mensen,
dan is het ook goed voor al de anderen, ja toch?"
Ik legde mijn hand op de zijne, bij wijze van instemming.
Onze bestemming naderde, Louis wist dat natuurlijk ook, hij telt de tramhaltes,
hij besloot snel sprekend: "Geloof me, met serieuze inspraak, ook van onze mensen als reizigers, zou het anders kunnen.
Mocht er tenminste een serieus beleid zijn, meen ik.
Maar ik heb geweten dat een deputé van de Provincie,
die heel zijn carrière voor niets in een chique voituur had gereden,
bij zijn dik pensioen nog een cadeautje meekreeg van bijna twee miljoen frank...
Het is een gehandicapt beleid jongen, en het zou een beleid moeten zijn dat ook goed is voor gehandicapten, of niet soms?"
- Ja Louis, zei ik, ik vind dat gij gelijk hebt. Al lang.
Natuurlijk kon ik u doodgewoon een gelukkig jaar toewensen lijk al die anderen, maar wat heeft een mens daaraan?
Gebakken lucht, dat is het, ge kunt al net zo goed geloven wat de politiekers beloven!
Ik zal u en uw partner beter iets voorschotelen dat u dit jaar, en ook het volgende, tongtintelend zal heugen.
Rode biet, sommigen zweren dat die kanker voorkomt, heeft zó gegeten een grondsmaak,
maar volg mij en ge gaat geen grond meer raken.
Een halve kilo van die rooie (twee kleintjes is ook goed), schillen, spoelen,
in stukjes snijden van een pink dik en een vingernagel groot.
Kook die hevige kleurlingetjes in een halve liter water gedurende veertig minuten op een zeer zacht vuurtje.
Ge hebt dan tijd zat om een ajuin te snipperen, liefst zo’n dikke Spaanse, dan komt ge met een halve toe,
stoof die blond in een dikbodempannetje met een geutje olie.
Strooi er tijdens dit proces een soeplepel gemalen venkelzaadjes door en evenveel geraspte verse gember.
Ja, dit is puur gesmaakte gezondheid.
Kieper dit stoofsel bij de bietjes, samen met een handvol gespoelde rozijnen,
zeker twee soeplepels citroensap en een piepklein lepeltje honing.
Zet heel dat geval dan minstens een uur te koelen, zodat de smaken liefdevol in elkaar smelten.
Dat is dus niet zoals de VLD met VIVANT of de CD&V met NVA, en al evenmin lijk SP.A met SPIRIT
en ook absoluut niet zoals het Vlaams Belang met VLOTT.
Eigenlijk mag ik dat niet vergelijken met die minderwaardige producten.
Donkerkleurend rood is troef vandaag (hoewel ge er in de politiek nu ver naar moet zoeken).
Koop dus twee sneden bloedpens van een royale centimeter dik. Het gaat ook met beuling, ofte bloedworst
(want bloedpens, die oeroude lekkernij, kennen ze niet meer overal).
Terwijl ge de bietjesgemeenschap nog eventjes bijna op het kookpunt brengt,
bakt ge die bloedjes van schijven, ze eens voorzichtig kerend, in een beetje olie gaar.
Dat is het, aan tafel!
Daarbij kunt ge best van dat rond zacht Marokkaans brood eten – uitstekend tegen het racisme –
dat is zeer geschikt om in die saus te soppen, waar dat niet te vinden is zijn platte ovenkoeken ook goed.
Drinken, ja ik vind dat best met kriekenbier, dat is zurig-zoet zonder te veel alcohol en de kleur past ook uitstekend.
Voilà, en als ge dat niet lust dan is het hoog tijd om dit te leren eten, proeven en verheerlijkt
naar de hemel te kijken, want, geloof mij, dat eten ze daar ook liever als rijstpap met gouden lepeltjes.
En wat jullie voor mij kunnen doen als tegenprestatie? Wat denkt ge om eens te zingen van:
Lang zal hij leven, lang zal hij leven in de gloria, in de gloria!!
Wie alles juist heeft ingevuld, krijgt een karikatuur van de gezochte persoon te zien!
Onder het kruiswoord vindt u uitgebreide omschrijvingen van de
gezochte woorden. Boven het kruiswoord verschijnt telkens het nummer
hiervan, en een kortere omschrijving.Het rode vakje en de grijze vakjes
geven aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. U kan doorheen
het rooster bewegen met de pijltjestoetsen, of met de muis. De richting
wijzigen doet u met de pijltjestoetsen, of door met de muis op het rode
vakje te klikken.Indien het kruiswoordraadsel niet verschijnt, beschikt
u misschien nog niet over een geschikte Java-versie.
U kan die hier vinden,
en na installatie kan u het opnieuw proberen.
Als u het kruiswoordraadsel liever afdrukt om het op te lossen,
kan u hier klikken.
In september 2006 (nr 6 van www.jefvergif.be) was er terechte aandacht
voor de ziekenhuisbacterie MRSA (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus),
die in ziekenhuizen, maar ook in rusthuizen voor senioren, veel slachtoffers maakt
(schattingen gewagen van 1500 tot 3000 slachtoffers per jaar; maar in België
zijn de cijfers van doodsoorzaken zeer betwistbaar ).*
Maar nu is er weer een bijkomend ernstig gevaar in deze op komst.
En zoals zo dikwijls wordt daar bij ons veel te weinig aandacht aan besteed.
MRSA bij varkens, daar gaat het over.
In Nederland zond men in Zembla, dat is een documentair programma van de televisiezenders Vara en NPS,
op 17 december 2006 een spraakmakend programma uit met als titel: Ziekenhuisbacterie in varkensstallen.
Ik geef hier de tekst van Zembla weer:
In Nederlandse varkensstallen wordt massaal de ziekenhuisbacterie MRSA gesignaleerd.
Een zeer moeilijk te bestrijden en zeer besmettelijke bacterie, die levensbedreigend is voor mensen,
omdat bestaande antibiotica niet meer helpen.
Voorheen kwam deze bacterie alleen voor in ziekenhuizen.
Maar nu de varkensstallen er vol mee zitten, worden boeren en hun families besmet.
Artsen vrezen dat deze varkenshouders de bacterie verspreiden onder de bevolking.
De varkensindustrie praat er liever niet over, uit vrees voor economische consequenties.
De oorzaak van de MRSA-bacterie in de varkenstallen wordt gezocht in het antibioticagebruik van de boeren.
In 2005 werd 500.000 kilo antibiotica gebruikt in de veehouderij.
Omdat de overheid weet dat overmatig gebruik van antibiotica resistentie veroorzaakt,
probeert ze met strenge wetgeving het gebruik af te remmen.
Maar uit recente cijfers blijkt dat het nog stijgt."
Info: Zembla
Ook bij ons woekert de MRSA-bacterie bij varkens.
Op 6 januari 2007 meldt TV1 dat in West-Vlaanderen een slachter
via varkens besmet geraakt is met de ziekenhuisbacterie.
Varkens blijken steeds meer dragers van deze bacterie.
Dokter Ben Gordts van het AZ Sint-Jan in Brugge wijst op het gevaar voor mensen die in de varkenssector werken:
Als zij besmet worden, is het heel belangrijk dat de infecties snel herkend worden,
zodat ze kunnen behandeld worden met speciale antibiotica, zegt dokter Gordts.
Maar daar schuilt net het probleem..
Hij dringt aan op meer onderzoek om de ziekenhuisbacterie bij varkens in kaart te brengen.
Ik kan dus voor België niet zeggen hoeveel antibiotica wordt gebruikt in de veehouderij.
Men weet dat niet, of men wil dat niet weten."
Gezien het groot gebrek aan serieuze informatie hierover wordt het zeer moeilijk om de ziekenhuisbacterie
bij varkens en varkenshouders en bij al wie met deze mensen en dieren in aanraking komt, te bestrijden.
Het is een woekerende zeer ernstige kwaal, die vooral maar niet alleen
toeslaat bij wat zwakkere mensen: kinderen, zwangeren, ouderen en zieken of herstellenden.
Maar daar kan die MRSA-bacterie dan ook dodelijk toeslaan.
Het is toch erg dat voor deze sluipende kwaal in ons land zo weinig aandacht is.
Als men dat vergelijkt met de aandacht die voor de vogelpest tentoongespreid is,
waarvoor massaal is gemobiliseerd, waar speciale managers (met topmanagerslonen) zijn voor benoemd,
waar alle boeren en kippenhouders gedwongen geweest zijn om heel wat geld te besteden aan niet zo slimme afscherming
van kippen en dergelijke met netten tegen wild rondvliegende vogels, dan weet ge het wel.
Daarenboven werd en wordt een ongelooflijke grote massa geld gestoken in vaccins,
in de wetenschap dat die toch niet aangepast zullen zijn, mocht die vogelpest echt uitbreken.
Dat alles zonder dat er bij ons ook maar één mens, of zelfs maar één vogel ziek is aangetroffen!
Jef Vergif
Moet men nu schrik hebben om varkensvlees te eten?
Hoewel het in de praktijk weinig voorkomt, is het mogelijk besmet te worden met de MRSA-bacterie
door contact met rauw varkensvlees.
Daarom is het belangrijk de handen goed te wassen na aanraking met rauw varkensvlees.
Ook is het zaak om dit vlees goed gescheiden te houden van andere vleeswaren.
Op bereid varkensvlees komt de bacterie niet meer voor: de MRSA-bacterie overleeft hoge temperaturen niet.
Info: Voedingscentrum Eerlijk over eten. Nederland.
*De beste gezondheidszorg ter wereld?
De recente ophef rond de ziekenhuisbacterie (MRSA) toonde een bekend
probleem aan. Volgens alle belanghebbenden is de Belgische
gezondheidszorg de beste ter wereld. Dat kan best zijn, maar bij gebrek
aan betrouwbare en vergelijkbare gegevens weet niemand het.
Geen kat vindt haar jongen terug in de warwinkel van regionale en federale bevoegdheden.
In die bevoegdhedenjungle bestrijden de federale en regionale bureaucratieën elkaar met vuistdikke rapporten.
Helaas blijft er zo geen tijd en geen geld meer over om de kwaliteit van de gegevens te verbeteren.
Daardoor wordt rijp en rot door elkaar gehaald zodat er geen fatsoenlijke wetenschappelijke soep mee valt te bereiden.
Neem de doodsoorzakenregistratie, het registreren van de oorzaak waaraan iemand is overleden.
Het blijft voor veel doeleinden in de volksgezondheid de nuttigste en meest betrouwbare registratie die er is.
In Nederland reikt die tot 2003, de meest beschaafde landen halen 2002.
België haalt 1997, in de buurt dus van Mongolië, Katar, Trinidad, of de Fiji-eilanden.
Dat betekent concreet dat zelfs een kortetermijnplanning voor 2007
een langetermijnplanning is over tien jaar onbekende gegevens!
Hoe dat kan:
De Vlaamse gegevens zijn redelijk volledig, de Walen gooien er met hun pet naar,
de Brusselaars vullen het doodsoorzakenformulier in tijdens een rijkelijk met wijn overgoten lunch.
Luc Bonneux, medisch wetenschapper en publicist, in De Standaard van 16 januari 2006.
Geachte minister,
Op 9 juni 2006 ontving ik van u een zeer positief antwoord op mijn brie
in verband met de sterk storende reclame op trams en bussen.
Ik heb dat hoopgevend antwoord ook gepubliceerd in mijn vriendenkring.
U schreef mij dat:
Vanaf september 2006, De Lijn haar contract met de huidige reclameregisseur NV Streep afloopt.
Als voogdijminister heb ik van deze gelegenheid gebruik gemaakt om te garanderen
dat De Lijn een voorbeeldrol zal spelen op het vlak van reclamevoering.
Ondertussen, waarde minister, zijn we over de helft van oktober en tot mijn spijt zit ik op de tram
nog altijd met pijnlijke ogen te turen door de fijne tralies, die de reclame nog steeds aanbrengt op de ruiten.
Vandaar dat ik u vriendelijk, maar toch met nadruk, vraag wanneer eindelijk het gedaan zal zijn
met deze schadelijke en wansmakelijke graffiti die de reclamemensen nog steeds mogen aanbrengen op het openbaar vervoer?
Met vriendelijke groeten.
Antwoord van minister Van Brempt op 12 december 2006.
Geachte heer,
Ik liet uw e-mail van 18 oktober jl. in verband met zijruitreclame op de voertuigen van De Lijn aandachtig onderzoeken.
De Lijn heeft nogmaals een actie ondernomen om na te gaan of alle voertuigen inmiddels vrij zijn van reclame op de zijruiten.
Dat zou inmiddels het geval moeten zijn.
We werken enkel nog aan de nieuwe creaties voor enkele kusttrams die als geheel vervangen moeten worden.
Dit zou in de komende weken opgelost moeten zijn.
Het is niet abnormaal dat er een overgangsperiode is geweest tussen de nieuwe regelgeving
en de effectieve uitvoering ervan op het terrein.
Het verwijderen van de reclame is een proces dat moest gebeuren met het beschikbaar technisch personeel
en dat niet ten koste mocht gaan van de dienstregeling.
Ik hoop u met deze informatie van dienst te zijn.
Met vriendelijke groeten
Vliegtuig maakt tussenlanding wegens winderigheid passagier.
Een vliegtuig van American Airlines heeft onderweg naar Dallas een gedwongen tussenlanding moeten maken,
nadat een vrouwelijke passagier lucifers had aangestoken om haar winderigheid te maskeren.
Andere passagiers gaven te kennen een zwavellucht te ruiken, waarop het vliegtuig uitweek naar de luchthaven van Nashville.
Alle 99 reizigers en de bemanning werden van boord gehaald en geïnspecteerd.
Terwijl het vliegtuig en de bagage werd doorzocht, gaf de vrouw aan de FBI toe lucifers te hebben aangestoken
om haar lichaamsgeur te verbloemen.
Het vliegtuig kon hierna zijn weg vervolgen, maar de vrouw werd niet terug aan boord gelaten.
Tegen de vrouw wordt geen klacht ingediend.
Herfst 2006.
De verkiezingen zijn voorbij. De jacht is heropend. Opnieuw een grootscheepse controle op De Lijn.
Metrostation Elisabeth te Antwerpen.
Aangevoerd door opperhoofd ‘Pinhelm’ –
het koosnaampje wordt binnen en buiten de wandelgangen van de Lijn gebruikt en is wel veel betekenend –
controleerden Lijninspecteurs, politie en DVZ'ers (ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken) de passagiers.
De DVZ'ers bevinden zich tegen alle afspraken in,
gemaakt met voogdijminister van de Lijn Van Brempt na de vorige razzia's op de Lijn, op het perron.
Gaan m.a.w. hun boekje te buiten. Komt er een disciplinair staartje aan? We betwijfelen het.
De slachtoffers. Mensen zonder papieren. Rechtelozen. Vogels voor de kat.
Voor mensen die hun functie, belangrijke en nodige functie op De Lijn, gebruiken voor hun eigen agenda:
het voeren van een actief opsporingsbeleid (het begint te lijken op de bezettingstijd!).
Een deel van de mensen zonder papieren werd na meerdere uren weer vrijgelaten.
Onnodig opgepakt, sommigen al niet meer voor de eerste keer, want niet repatrieerbaar.
Toch vasthouden. Ambetant doen.
Nog efkens laten voelen: “Wat ons hier betreft, one way ticket.”
De anderen zitten ondertussen in Merksplas (ook niet de gezelligste plaats)
in afwachting van hun repatriëring.
Het valt te verwachten dat de komende 6 jaar de actieve opsporing,
hoewel men het niet zo benoemt, opgevoerd zal worden.
In het nieuwe bestuursakkoord van de stad Antwerpen staat immers te lezen dat
vanaf nu bij IEDERE administratieve controle, gaande van auto’s tot aan huis aan huiscontroles,
tot krotop-acties, tot fietslichtcontroles, tot sluikstortbestrijding, tot elke mogelijke overlastbestrijding,
de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) ingeschakeld kan worden in geval betrokkene niet over geldige papieren beschikt.
Veel diensten, veel ambtenaren in deze stad leveren fijn werk af ten dienste van de bevolking. Maar in elke dienst vind je wel ergens figuren à la ‘Pinhelm’. Figuren die hun bevoegdheid oneigenlijk gebruiken door systematisch DVZ in te schakelen en aan actieve opsporing te doen.
Met dit bestuursakkoord krijgen de ‘Pinhelmen’ van deze stad carte blanche.
Fijn samenleven wordt dat hier in Antwerpen!
Dé achillespees van de nucleaire sector is het nucleaire afval.
Vertel aan je kinderen dat je al meer dan 40 jaar hoogradioactief kernafval produceert,
dat het honderdduizenden jaren radioactief zal blijven en je geen flauw benul hebt wat ermee te doen.
Vertel aan de Vlamingen, Walen en Brusselaars dat ze de volgende jaren nog 750 miljoen euro zullen moeten betalen
om een nucleair stort op te kuisen in de Kempen, terwijl het bestaan van dat stort niet hun schuld was,
maar de schuld van politici en bedrijfsleiders in de jaren tussen 1960 en 1970.
Ethiek. Het is een kwestie van ethiek. Dit doe je niet. Zon erfenis laat je je kinderen niet na.
Heeft een samenleving ooit zon grote facturen doorgeschoven naar volgende generaties?
Heeft één generatie ooit zon impact gehad op honderden, ja, duizenden generaties na haar?
Neem nu het rapport van regeringscommissaris voor atoomenergie Jacques Errera,
over kernenergie in ons land in de periode 1960-1962. Het beschrijft 134 bladzijden lang de ontwikkelingen in de sector,
het wetenschappelijk onderzoek en de bouw van de eerste kerninstallaties bij het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK).
De commissaris geeft in detail alle mogelijke gegevens over wetenschappelijk onderzoek, de subsidies voor het SCK per jaar,
de samenstelling van een hele reeks commissies en werkgroepen en noem maar op. Het rapport is een schitterend werkstuk.
Eén zwak punt: De problematiek van het kernafval is goed voor één paragraaf van 24 (!) regels.
Die passage bevat dan nog geen woord over de problemen met het nucleair afval.
In zijn volgende rapport dat de periode 1963-67 beschrijft:
van de 157 bladzijden wordt er een halve bladzijde aan afvalbehandeling gewijd.
Deze twee rapporten zijn zeer illustratief.
In die periode hadden overheden en bedrijven nauwelijks aandacht voor de risicos van hun activiteiten
voor de volgende generaties. Het was gewoon geen issue. Hun ethisch inlevingsvermogen was pijnlijk begrensd.
Een ander aspect van de kernsector kreeg daarentegen wel veel aandacht, namelijk de financiële risicos
voor de privé-sector die in de kernsector investeert.
Stel dat er een ongeluk gebeurt. Wie gaat de wellicht gigantische factuur betalen?
Geen enkele verzekeringsmaatschappij wou kernreactoren, zelfs niet de kleine onderzoeksreactoren bij het SCK, verzekeren.
Dat probleem stelde zich uiteraard in alle landen die zich lanceren in de kernindustrie.
Er werden hierover verbluffend snel internationale verdragen gesloten:
de Overeenkomst van Parijs van 29 juli 1960 en de Overeenkomst van Brussel van 31 januari 1963.
Samengevat: als een ongeluk ten gevolge van het gebruik van kernenergie schade veroorzaakt,
dan hoeft degene die verantwoordelijk is niet alle schade te vergoeden.
De verantwoordelijkheid van de exploitanten wordt beperkt of geplafonneerd.
Als de schade hoger is dan dat plafond, springt de staat bij.
Anders gezegd: het risico van de nucleaire activiteiten werd grotendeels afgewenteld op omwonenden en de belastingbetaler.
Ondertussen zijn die verdragen herhaaldelijk gewijzigd, maar dat basisprincipe staat nog steeds overeind.
In tegenstelling tot de financiële risicos voor de privé-sector,
kregen de risicos van het nucleaire afval voor mens en milieu nauwelijks aandacht.
Wat rampenplanning betrof, was het niet veel beter.
Meerdere jaren later deed de ramp in Tsjernobyl de Wetstraat opschrikken.
Er kwam een onderzoekscommissie in de Senaat die in 1988 wees op het ontbreken van een goede noodplanning in ons land.
Pas twee jaar later volgde er een eerste globaal nucleair noodplan.
Dat was dus veertien jaar na de eerste aanbeveling van een officiële commissie.
Luc Barbé, industrieel ingenieur. Eén van de drijvende krachten van de Groenen.
Het voorafgaande maakt hopelijk voor velen duidelijk waarom door de Paarse Regering in juli 1999 gekozen werd voor:
DE UITSTAP UIT DE KERNENERGIE
Uit de Regeringsverklaring:
De Regering zal eveneens meer nadruk leggen op de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen
en het aanmoedigen van energiebesparingen.
Er zal daarbij een moratorium worden gehandhaafd op de uitbouw van de nucleaire (elektriciteits)productie
inbegrepen de opwerking tot Mox.
De Regering wil zich bovendien op termijn geleidelijk terugtrekken uit de sector van de nucleaire energie
met eerbiediging van de doelstellingen vooropgezet door de Conferentie van Rio en het Protocol van Kyoto
inzake de uitstoot van CO2.
Teneinde de wetenschappers voldoende tijd te verlenen om nieuwe alternatieve hernieuwbare en zuivere energiebronnen
op grote schaal op punt te stellen, zal België zich inschrijven in een scenario
waarbij de desactivering van de nucleaire centrales van zodra ze veertig jaar oud zijn wordt aangevat.
Daartoe zal de Regering het Europees Milieu-Agentschap consulteren
en een commissie van internationaal erkende experten ondervragen over
de haalbaarheid en de uitvoering van dit scenario.
Ten slotte zal het nucleaire afval bij voorrang geplaatst worden in de reeds gebruikte sites.
De thans bij wet vastgestelde financiële en juridische verantwoordelijkheden van de producenten zullen behouden blijven.
De provisies voor de ontmanteling van de nucleaire centrales voor opwerking van elektriciteit
zullen het onderwerp uitmaken van een toezichtsysteem.
Louis Michel
Didier Reynders
DE GROTE BOCHT.
Donderdag 28 december 2006
ANALYSE De Standaard.
Waarom kernenergie niet langer in het verdomhoekje zit.
DE NUCLEAIRE REDDINGSBOEI
Kerncentrales spelen een steeds kleinere rol in energiebevoorrading.
Maar klimaatopwarming kan kernenergie een tweede jeugd bezorgen.
Almaar meer EU-landen overwegen met bestaande kerncentrales door te gaan of nieuwe te bouwen.
Energie is in geen tijd een hoofdzaak geworden voor de beleidsvoerders in Europa.
Amper drie jaar geleden deden ze geloven dat ze met de vrijmaking van de Europese energiemarkt
de Europeanen voor lange tijd voldoende energie tegen lagere prijzen zouden bezorgen.
Vandaag blijft er weinig over van dat geloof.
De klimatologische gevolgen van de broeikasgassen en het vaak brute Russische machtsspel rond gasvoorziening
verontrusten de EU-leden.
Begin januari 2007 geeft de Europese Commissie alvast indicaties over hoe diep de energievrees wel zit.
Op 10 januari publiceert de Commissie een hele rist energievoorstellen.
Die gaan over de verbetering van de vrijgemaakte Europese energiemarkt.
Maar er wordt ook uitgekeken naar Europese remedies om de labiele energietoekomst het hoofd te bieden.
Labiel omdat meer en meer duidelijker wordt dat de afhankelijkheid van energieproducenten van buiten
de Europese Unie niet meteen een waarborg is op voldoende energieleveringen tegen min of meer stabiele prijzen.
Labiel ook omdat in Europa nog zeer grote inspanningen nodig zijn om de broeikasgassen te verminderen
zodat de klimaatopwarming serieus afgeremd kan worden.
De afremming van de klimaatopwarming binnen Europa vergt dan weer
een reductie van de broeikasgassen met zeker dertig procent tegen 2030.
De standpunten over de haalbaarheid en de wijze waarop dat kan gebeuren lopen enorm uiteen.
Een veel efficiënter energieverbruik en forse besparingen, hernieuwbare broeikasvrije energieproductie stimuleren
of... een revival van eveneens broeikasvrije kernenergie.
Het wordt meer en meer rondgebazuind dat met kernenergie Europa twee vliegen in een klap slaat.
Minder broeikasgassen en een meer onafhankelijke energievoorziening.
Voor almaar meer politici is kernenergie de reddingsboei aan het worden.
Amper twee weken geleden volgde de Belgische premier Guy Verhofstadt dat voorbeeld
door te verkondigen dat hij toekomst ziet in een nieuwe generatie van kleine kerncentrales.
Uit de analyse van Standaardjournalist Sertijn.
Bart De Wever
Guy Verhofstadt
De Europese Commissie
10 januari 2007.
De Commissie vindt dat de EU, verantwoordelijk voor 14 procent van de wereldwijde emissies,
een voortrekkersrol moet spelen.
Ze stelde gisteren voor dat de 27 lidstaten tegen 2020 hun uitstoot met 20 procent terugdringen.
Als er een nieuw internationaal klimaatverdrag komt in opvolging van Kyoto, dat tot 2012 loopt,
moet de EU naar een vermindering met 30 procent gaan.
Om de doelstelling van een vijfde te halen, moet tegen 2020 het aandeel hernieuwbare energie stijgen
van 7 procent nu naar 20 procent (België zit aan ongeveer 2 procent),
moet 10 procent van het autoverkeer op biobrandstof draaien
(België had in 2005 op 2 procent moeten zitten, maar haalde 0 procent)
en moet het energieverbruik met 20 procent omlaag.
Dat zou de EU ook minder afhankelijk maken van de import van gas en olie altijd risicovol,
zoals de jongste dagen opnieuw bleek met de rel tussen Rusland en Wit-Rusland.
Ondertussen pleiten kopstukken van de VLD:
Verhofstadt, Verwilghen, en consoorten voor een vernieuwing of verder uitbaten van de bestaande kerncentrales.
Die zijn ondertussen afbetaald en leveren nu enorme winsten op.
Wel is het een feit dat hoe langer kerncentrales gebruikt worden des te gevaarlijker ze worden.
Op 11 januari 2007 deed Vlaams minister Peeters, van de CD&V
(waar ze met de NVA eveneens voor kernenergie zijn),
ook nog een oproep om de kerncentrales liefst tien jaar langer in actie te houden,
10 miljard euro profijt betoogde hij.
Mottenballentaks
Er ligt een voorstel op tafel om vandaag al, en dat voor een periode van 8 tot 18 jaar
(zolang wil de wet op de kernuitstap zelf de levensduur van de kerncentrales nog rekken)
een mottenballentaks te heffen op de afgeschreven centrales.
Die opbrengst kan dan worden geïnvesteerd in energiebesparing en hernieuwbare energie.
En dat zonder de nodeloze verlenging van het nucleair lijden.
Jan Turf en Bram Claeys. Bond Beter Leefmilieu.
Niemand zal verschieten dat ook het Vlaams Belang, tegen alle veiligheid in,
uitgesproken vóór kernenergie is.
Het is goed om weten dat de SP.A, onder Johan Vande Lanotte,
zich onvervaard uitspreekt voor de afbouw van de kerncentrales, net zoals natuurlijk Groen!.
Het uitvoeren dus van wat er afgesproken werd in het Regeringsakkoord van 1999.
Kris Peeters
Marc Verwilghen
DE CONTROLE VAN KERNCENTRALES.
Volgens kamerlid Philippe De Coene (SP.A) loopt het grondig mis met de controle op de nucleaire installaties.
De overheid waakt door middel van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC)
over alle nucleaire installaties in ons land.
Na een vernietigende doorlichting werd eind 2005 de top van het agentschap opzijgezet.
Een speciale kamercommissie onder leiding van klokkenluider De Coene levert dit voorjaar haar eindrapport af.
- De toestand is nog veel erger dan we dachten, zegt De Coene.
- Niet alleen verlamden interne stammentwisten het FANC,
bovendien was er onvoldoende personeel van niveau om alle opdrachten naar behoren uit te voeren.
Eén voorbeeld: één enkel iemand controleert, niet eens voltijds,
de zeven kernreactoren in Doel en Tihange plus de kerninstallaties te Mol.
Volgens experts is er nood aan zowat tien controleurs van dat formaat.
De controle van Doel, Tihange en Mol is in eerste instantie uitbesteed aan de privésector:
ANV (Associatie Vinçotte Nucleair).
- ANV stelt zelf de controleprogrammas op zonder inspraak van het FANC
en het rapporteert niet altijd op zeer doorzichtige wijze.
ANV wordt betaald door de exploitanten van de kerncentrales.
In die driehoeksverhouding loopt de overheid dus altijd in de buitenbaan.
Tot daar het artikel uit De Standaard van 27 december 2006.
En dat wij allen in die buitenbaan veel gevaar (moeten) lopen, is een vaststaand feit.
Jef Vergif
Zirkoon, een mineraal, waarvan onderzoekers van de universiteit van Cambridge gehoopt hadden
dat het het zeer gevaarlijke radioactief afval voor vele duizenden jaren veilig kon verpakken
(wat nodig is met dit soort afval), blijkt al na enkele eeuwen kwetsbaar te worden.
Om de verpauperde indianenbevolking uit het slop te halen,
hanteert de Amerikaanse overheid al langer een systeem van fiscale vrijstelling en gunstregimes in bepaalde regio's.
Bekend zijn vooral de vele casino's die door de Seminole-indianen worden uitgebaat.
FIJN STOF mooi dat je het aankaart, en daarbij de groenen nog wat steunt. Alleen vind ik het jammer dat er niet meer genuanceerd over de maatregelen gesproken wordt die kunnen bijdragen tot minder fijn stof, nl. de ROETFILTER. Ok; al brengt hij niet 100% op, of wordt er met moderne brandstoffen(??) meer fijn stof uitgestoten, toch vind ik het belangrijk dat er geijverd wordt om die roetfilters aan te brengen. Ik merk dat bij mij op het werk; bij de aankoop van dieselwagens proberen wij in het bestek op te nemen dat een roetfilter voorzien is. Want met de huidige brandstoffen is deze nog steeds effectief (bij inbouw tijdens productie, minder bij inbouw na productie) En ook belangrijk; wij kloppen hiermee aan bij de aankoopdiensten, en aangezien roetfilters in het nieuws komen beginnen zij daar meer voor open te staan, en zo komt het hele bewustwordingsproces op gang.
Geen enkele katalysator zal ideaal werken, maar om nu al de roetfilter af te breken op basis van het gebruik van brandstof die er nog niet is, doet ook afbreuk aan het geloofwaardigheidsgehalte van de mensen die trachten meer milieuvriendelijke wagens aan te kopen. Voor ieders standpunt valt wat te zeggen zeker? Ik vind ook dat als je dan investeert voor minder emissies, dadelijk best de beste technieken gebruikt. Maar die evolueren nu eenmaal altijd.
groetjes,
Bren
Beste Bren,
Ik ben het in grote trekken met je eens. Alleen zou ik niet volledig zijn mocht ik de gevaren van het fijnste stof, dat de huidige roetfilters nog niet tegenhouden, niet vermelden. Maar met het gebruik van de huidige roetfilters zou ons aller leefmilieu inderdaad al heel wat gezonder worden. Proficiat dat jij daaraan meewerkt!
J.V.
Over CAP
Hallo Jef..,
Nu moet ik wel zeggen dat de titel van uw artikel op de website suggereert dat het CAP naar de verkiezingen wil gaan omdat Jef Sleeckx zetelzot zou zijn. Ik ken Jef voldoende om te weten dat daar hoegenaamd geen sprake van is en moest hij deelnemen wat niet zeker is zal hij wellicht zijn plaats afstaan aan een bekwame opvolger. Zie o.m. zijn voorstel aan de PVDA om Van Duppen lijsttrekker te maken en hij lijstduwer. Wil je betoog en dus ook mijn betoog aan kracht winnen, dan kan je beter die onjuiste titel en illustratie verwijderen. Het is natuurlijk aan jou om te beslissen wat jij het belangrijkst vindt. Mensen zijn nu éénmaal kwetsbaar en wil ons betoog tot zijn recht komen kunnen we maar beter alle misverstanden vermijden.
Groetjes
Luc V. B.
Dag Luc,
Je hebt misschien wel gelijk maar...
Heel wat mensen bekijken dit als een poging van Jef Sleeckx om toch weer in zo'n zetel te geraken. En zijn antwoord kan simpel zijn: -"Nee, dat doe ik in geen geval. We moeten dringend een nieuwe partij uitbouwen, al zal dat wellicht twee jaar duren. Niet Jef Sleeckx is daarbij belangrijk maar wel de oplossing van de enorme problematiek." Dat mijn beste Luc, verwacht ik nu van onze vriend (dit is echt gemeend!) Jef Sleeckx. En dat zal ik dan met heel veel blijdschap en verontschuldigingen publiceren.
Jef
Beste Jef,
Heb vergezeld van Lieve met genoegen een bezoek gebracht aan de website van Jef Vergif.
Het interessantst vonden we de bijdragen over de zachte weggebruiker: de verzwegen ongevallen en je brief aan Van Brempt over de ruitenreklame. Zoals je weet hebben we ook in het voorjaar met deze dame over ruitenreklame gecorrespondeerd. Zijn met jou echt benieuwd wanneer de maand september voor De lijn zal afgelopen zijn.
Ook het fijne stof kon op onze interesse rekenen en we genoten van je spinnenverhaal.
Je schrijft als een echte 'spindokter'.
Tot nog eens dus maar,
Walter Resseler & Lieve
Dag Jef
Je nieuwe website gisteren nog gelezen, 't is weer de moeite !
De variëteit vind ik ook altijd zo goed! 't is niet over één bepaald onderwerp, het is altijd ruim. Ook niet voorgekauwd, mensen mogen en moeten zelf hun conclusies trekken
De titel en foto van CAP zal inderdaad stof doen opwaaien, het artikel zelf liet nog wat ruimte voor twijfel over, maar je titel niet. Ik versta de reactie wel een beetje, maar ja, hoe konden wij nu in 's hemelsnaam weten dat Jef Sleeckx nog twijfelt over deelname. Dat komt ervan als mensen niet eerlijk zijn, want dat is uiteindelijk de clou van heel dit verhaal hé!
FIJN STOF, een mens moet er letterlijk en figuurlijk bang van worden. Weet je Jef, ik ken hier nogal wat mensen uit de buurt die bij Scheerders Van Kerkhove hebben gewerkt en veel van hen hebben stoflongen van de asbest, ook absoluut geen mooi verhaaltje zulle ! En daar gebeurt voor de verandering ook niets mee ...
VERKEERSSLACHTOFFERS, goed dat je dat nog eens behandelt, wordt zo gemakkelijk in het vergeethoekje geduwd.
't WC: ongelooflijk!
VLUCHTELINGEN: was een aangename verrassing dat je daar een uitgebreid artikel over had! Goed uiteengezet, grondig uitgespit! Ook daar wordt je niet vrolijk van.
Krammakelijk zou'k je liedje niet noemen, ik vind je stem mooi doorleefd! En uiteraard is de tekst nog steeds superactueel, spijtig genoeg... 't Deed me deugd je liedje te horen zie!!!
DE SPIN: goed geschreven (ter verandering!)
DE SOEP zal ik zeker eens uitproberen, linzen zijn mijn favorieten hé!
POLITIEKER GEKRUIST, ik vind het best moeilijk, misschien omdat ik het gisterenavond nog probeerde?
"Meneer vliegtuig" tegen maatschappelijk assistent!
België schendt mensenrechten ook van een kind.
In de zomer van 2002 kreeg de moeder van Tabita, een vijfjarig meisje van Congolese afkomst, in Canada het statuut van politiek vluchteling. Toen probeerde die moeder om haar dochtertje te laten overkomen. Ze vroeg aan haar broer, een Nederlander, om Tabita in de Democratische Republiek Congo te gaan halen en naar Nederland mee te nemen, tot het meisje naar Canada kon vertrekken.
Vanuit Kinshasa landden Tabita en haar oom op de luchthaven van Zaventem. Maar omdat het meisje niet over de benodigde documenten beschikte voor een verblijf in België, werd ze in het gesloten opvangcentrum in Melsbroek ondergebracht. Haar oom keerde terug naar Nederland. De dienst Vreemdelingenzaken, wijd en zijd bekend voor zijn praktisch bovenmenselijke aanpak (onder de bevoegdheid van de beruchte humanist minister Dewael), zette het vijfjarig kind gewoon op een vliegtuig naar Kinshasa, waar geen enkel gezinslid aanwezig was om het kind op te vangen.
Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zijn diverse mensenrechten geschonden: het recht op een menselijke behandeling; het recht op vrijheid; respect voor het privéleven en het recht om hoger beroep aan te tekenen. De Belgische staat moet 35.000 euro schadevergoeding en 14.000 euro gerechtskosten betalen. Het gelukkig slot van deze voor België beschamende historie was dat op 23 oktober 2002, na overleg tussen de premiers van België en Canada, Tabita naar Canada werd overgevlogen, waar zij met haar moeder werd herenigd.
Ook heden nog (14 oktober 2006) worden niet-begeleide kinderen in asielcentra opgesloten. Volgens 'Vluchtelingenwerk Vlaanderen' moet die praktijk onmiddelijk worden stopgezet, na de strenge veroordeling door het Mensenrechtenhof in Straatsburg, in de zaak van het vijfjarig Congolese meisje Tabita. De Belgische regering moet haar asielwetgeving en -praktijk aanpassen, zegt de organisatie. Ze vraagt dat minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) een onderzoek instelt naar de beslissing destijds van de dienst Vreemdelingenzaken.
Informatie: Belga
Dienst Vreemdelingenzaken begrijpt het niet...
Fr. Roosemont, hoofd van DVZ, begrijpt de kritiek op het uitwijzingsbeleid niet goed. "Er zijn protocols afgesproken over wat mag en wat niet. Dat wordt gecontroleerd, niet alleen door het Comité P, maar ook door de interne inspectie van de federale politie. Zij zijn niet bij elke uitwijzing aanwezig, maar ze nemen hun taak ernstig. Er worden toch uitwijzingen gestopt bij verzet."
Ook B. Playsier, directeur van Fedasiel (Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers in België) dat voor opvang zorgt van asielzoekers, gelooft niet dat er geregeld geweld wordt gebruikt."Een individuele agent zal wel eens verbaal geweld gebruiken als de irritatie te groot wordt. Ook in een gesloten centrum kan de spanning oplopen, maar er is zeker geen systematisch geweld." Ook de kritiek dat artsen en maatschappelijk assistenten niet onafhankelijk zijn, is Playsier bekend. "Alleen is de vraag welke alternatieven mogelijk zijn?"
Uit 'De Standaard' van 20/10/06.
Uit 'De Standaard' 20 oktober 2006
,,Gesloten instellingen zijn inhumaan''
Worden asielzoekers in ons land onmenselijk behandeld? Het welles-nietesverhaal gaat door.
In 2004 werden 7622 vreemdelingen opgesloten in de gesloten instellingen van ons land. Voor een kwart van die mensen was hun opsluiting onterecht, want ze werden later weer vrijgelaten. Het aantal gedetineerden dat in een isoleercel wordt opgesloten stijgt voortdurend. Steeds meer kinderen worden opgesloten. In het centrum 127bis nam in 2005 het aantal opgesloten kinderen toe van tien in januari naar 55 in december.
Het zijn enkele cijfers uit het eerste rapport dat tien vluchtelingenorganisaties hebben opgesteld over de toestand in de gesloten centra van België. Daarvoor baseerden ze zich op regelmatige bezoeken aan de instellingen in de periode 2002-2004 en op jaarrapporten van de dienst Vreemdelingenzaken.
,,Laat het duidelijk zijn: dit is geen gemakkelijk beleidsdomein en we willen niet dat elke vreemdeling zomaar in België moet kunnen blijven'', zegt Pieter Degryse van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. ,,Maar wij verwachten wel dat de opvang en de eventuele uitzetting humaan gebeuren. En dat is helaas niet het geval.''
Het rapport stelt dat de medische en psychologische begeleiding van de mensen in een gesloten centrum te wensen overlaat. ,,De overheid heeft in de eerste plaats oog voor de uitwijzing. De gezondheid van de gedetineerden is bijkomstig. Het is geen toeval dat de maatschappelijk assistenten steevast 'meneer of mevrouw vliegtuig' worden genoemd.'' ,,In de wet staat dat elk centrum een autonome medische dienst moet hebben. Toch stellen we vast dat artsen contractueel verbonden zijn aan de dienst Vreemdelingenzaken. Bovendien is het niet vanzelfsprekend om bij een dokter te geraken. Vaak zijn het verpleegkundigen die gewoon slaap- en kalmeermiddelen geven. De psycholoog is vaak de adjunct-directeur. De angst in een gesloten instelling is alomtegenwoordig en dat leidt soms tot wanhoopsdaden.''
Het rapport beveelt daarom aan dat kwetsbare personen zoals kinderen en zwangere vrouwen niet worden opgesloten. Ook de raadkamer moet meer bevoegdheden krijgen over de opportuniteit van een opsluiting.
De uitwijzing verloopt soms gewelddadig. ,,Ondanks de aanbevelingen van de commissie-Vermeersch is onafhankelijk toezicht niet mogelijk. We hebben getuigenissen over de druk die werd uitgeoefend bij de uitwijzing. Bij aankomst in de luchthaven worden de gedetineerden opgesloten in een cel waardoor de druk stijgt. Er zijn dan beledigingen, vernederingen en lichamelijk geweld. Na een mislukte uitzetting zou onmiddellijk een medisch rapport opgesteld moeten worden. Dat gebeurt niet altijd.''
,,Ook luchtvaartmaatschappijen zetten mensen onder druk om te vertrekken. Zij moeten immers mee betalen voor de opsluiting als ze passagiers meenemen zonder geldige papieren. SN Brussels probeert Congolezen over te halen met tickets voor interne vluchten. Alles is goed om hen te doen vertrekken.''
De mogelijkheid om een klacht in te dienen blijft volgens het rapport te vaak theoretisch. ,,Bovendien hebben we vragen bij de onafhankelijkheid van een onderzoek door het Comité P. Daarom pleiten we voor een onafhankelijk orgaan dat de klachten behandelt. Er moeten ook videocontroles komen tijdens de uitwijzingen.''
t Begin is een kind, we leren het snel op school in gezin, de regels van t spel: Het ikske komt eerst en het ikske is groot. Zo wordt ons lief kindje een vakidioot! (bis)
Het systeem is de kaas, daar zitten ze in. De kerk en de school, heel de staat zit erin. De vakbond is zoet met een deel van de buit. En krijg ze verdomme, die kaas nu maar uit! (bis)
Men zegt: t ideaal is een zetel op maat; Voor krant en TV, in de auto, op straat. Reklaam geeft ons nijd voor de zit van de buur. Het zitvlak is t toppunt van onze cultuur ! (bis)
Ons zusjes en broertjes van dandere kant, Verrekken, het staat in de rand van de krant. Van honger, door kogels, verrekken gewoon. Wij stelen hun grondstof, hun werk en hun loon (bis).
Die regels van t spel hebben het leven geknecht. Zeg Mens, blijf niet kruipen, ach vecht voor uw recht. Met t leven als inzet, dan pas ben je vrij. Want nietsdoen is meedoen met duitbuiterij (bis).
Het eerstegeboorterecht gaf en geeft uitzicht, vooral bij Oosterse volkeren, op enorm veel voordelen, ook erfelijk. Zo
speelde Bijbelse Ezau, die toen grote honger had, aan broeder Jacob
(ja, ja, die uit Broeder Jacob, broeder Jacob, slaapt gij nog?'), voor
een schotel linzensoep, dat recht kwijt en kon hij ook geen aartsvader
worden, Jacobke werd het dus wel. Heeft iemand van u, dierbaren, er
al eens aan gedacht dat die soep dan toch t een en t ander moet
geweest zijn, nietwaar? Want nergens staat vermeld dat Ezau ook maar
één minuutje spijt had van zijn kostelijke ruil (ge ziet dat op een
ander maar gemeen vlak bij ons ook: voor een zetel zetten onze politici
alle principes zonder enige spijt opzij). En laat mij, de ietwat
giftige, nu toch het recept in handen krijgen van dat zalige mengsel.
Wat ik er over kwijt wil is enkel dat het op een afgegescheurde snipper
stond van de befaamde Dodezeerollen. t Gaat hier niet over pakskessoep hé, ge moet hier tijd, hier is dat echt gezegende tijd, voor uittrekken! Als
ge dus dit soepke maakt volgens de heilige voorschriften, die met
gepaste eerbied verorbert, dan zult ook gij volop bereid zijn mij
allerlei kostbare zaken af te staan, mij in uw testament te zetten en
toch nog verheerlijkt met uw ogen rollen en smakken dat het niet schoon
is
Ge hebt nodig: een serieuze kop linzen, rode zijn de beste. Een
dikke ajuin, een grote wortel, twee stengels witte selder, echte
bouillon van koeien- of ossestaart of rundssoepvlees. Een struise teen
look, een laurierblad, een klein rood en vurig peperke, drie takjes
rozemarijn, twee tomaten, gepeld en van de zaadjes ontdaan. Peper en
zout. Een soeplepel balsamicoazijn, en per persoon een dikke lepel
natuuryoghurt.
OK, bezin u diep en begin de avond tevoren met de linzen te spoelen
en in de week te zetten in kalkvrij water (flessenwater). De bouillon
wordt diezelfde avond gedurende twee à drie uur op een zacht vuurtje
gekookt enveneens in twee liter van dat zacht water (vroeger was dat in
zuiver regenwater, maar waar vinden we dat nog in onze tijd?), ge moet
daar een takje rozemarijn in doen, wat verse tijm, twee ajuintjes, een
teen look en een laurierblad. 's Anderendaags, glimlachend denkend
aan de aartsvaders, de bouillon zeven en ontvetten, het soepvlees eruit
puren en opzij leggen. Nu uit uw diep onderbewuste laat ge de
oeroude kookkunst de bovenhand nemen. De linzen met het weekvocht
zachtjes koken in de pure bouillon gedurende ruim twee uur. Dan de
selder, ajuin en wortel in centimeterblokjes gesneden toevoegen, samen
met het rode pepertje (enkele zaadjes laten zitten aub), een
laurierblad, rozemarijn en de fijngestampte of geperste look. Het
soepvlees toevoegen en nog een halfuurtje laten pruttelen. Vlak voor het opdienen, de soep mag dan geen blaasjes meer maken, er een lepeltje balsamicoazijn doorroeren. In
grote diepe schotels opdienen en voor iedere persoon, van welke
gezindheid ook, een dikke lepel yoghurt op de eveneens dikke soep
leggen. Nu moet er nog matses (Joods brood) ter beschikking staan,
want dit is natuurlijk een maaltijdsoep, maar Turks of Marokkaans brood
is ook goed. Dat moet ge smeren met zachte geitenkaas. Smakelijk dopen dus, en geef mij een seintje wat ik allemaal moet komen ophalen bij jullie.
Een mier die in een chocopot gevallen is moet ongeveer hetzelfde
voelen, denk ik, als een mens die een halve dag voor zijn TV gezeten,
probeert de kleverige feuilletons te verwerken. En dan mag het nog
zondag zijn, een herfststorm buiten, op tafel koekjes en bier, sigaren
binnen handbereik en de zetel zo gemakkelijk dat men, na enkele uren,
te lam is om op te staan, ook al zou dat echt wel eens moeten!
Mijn vrouw en ik gingen na zon zondag slapen. Zelfs naar boven gaan leek al een hele karwei. Ik
ontkleedde me langzaam en stond me in de spiegel een beetje verveeld
aan te gapen. Ik zag mijn handen over mijn bolle buik krabben, was dat
allemaal van mij geworden? Mijn vrouw had zich ondertussen
omgetoverd van de deftige zondagse versie, in een exemplaar uit
Duizend en één nacht, en verdween tussen de lakens. Traag begon ik
mijn laatste kous uit te trekken, toen mijn echtgenote een giller
plaatste die vrouwen alleen maar uitstoten in levensgevaar of bij het
zien van een spin.
Het was een spin. Een kanjer van een beest, men kon ze bij wijze
van spreken horen lopen! En ze bewoog zich op het plafond boven ons
echtelijk bed. Pak ze!! schreeuwde mijn vrouw. Pak ze dan toch! Nu
is een slaapkamer, en zeker de onze, niet ingericht voor een jacht op
groot wild. Ik stond dus, alhoewel tot actie bereid, toch eventjes
besluiteloos. Ik kon er gewoon niet aan, het plafond was te hoog. Een man die, zoals ik, in een moeilijke situatie verkeert en zijn vrouw in gevaar weet, is echter niet te stuiten. Ik frommelde mijn kous tot een soort sneeuwbal, mikte en ja hoor: RAAK!!!
Kous en spin vielen in een mooi boogje precies in bed, naast het hoofdje van mijn vrouw. Die
zette terug die giller aan, zo mogelijk nog versterkt. Zij voelde zich
nu echt in doodsnood. In hetzelfde moment vloog zij het bed uit, begon
mij uit te schelden voor, nou ja, ik kan hier niet alles vertellen, en
tegelijkertijd lag ze in mijn armen om bescherming te zoeken. t Was
een effect van regen en zon in dezelfde stond.
Na een tijdje realiseerden wij ons dat wij stonden te rillen en dat wij uit bed waren en de spin erin! Voorzichtig sloeg ik de lakens open, keek onder de kussens, mijn kous vond ik maar van de spin was niets, niemendal te zien. Uiteindelijk
hebben we dan al het beddengoed eraf gehaald, opnieuw en met de meeste
aandacht het bed opgemaakt, maar niks hoor! Het ondier had zich, laat
ons zeggen, onzichtbaar gemaakt. Teneinde raad en blauw van de kou, zijn we zelf ook in bed gegaan.
Toen wij zo stilaan een beetje op temperatuur kwamen hadden we nog
altijd de indruk dat we niet alleen waren. Bovendien stelde ik vast dat
ik mijn bedgenoot met geen vinger kon aanraken, telkens opnieuw begon
ze te gillen. En tot slot heb ik de zaak helemaal verkorven en mijn
huiselijke vrede voor meerdere dagen verbroken, door te zeggen: Vreemd
toch, dat is nu de eerste keer dat wij met drie in één bed liggen!