Een nieuwe generatie schoonmaakmiddelen met toegevoegde
onschadelijke bacteriën bestrijdt met succes hardnekkige en ziekmakende
ziekenhuisbacteriën.
Dat blijkt uit tests in het Algemeen Ziekenhuis Lokeren, de Universiteit van Gent en het Lommels bedrijf Cristal.
Het effect van het nieuwe product blijkt gigantisch.
Na één dag daalde het aantal coliformen, bacteriën die een indicatie
geven van de hygiëne en fecale besmetting, al met de helft. Bij de
infectieveroorzaker Staphylococcus aureus is dat 80 procent. Het aantal
Clostridium difficilebacteriën nam af met 90 procent. Die laatste
bacterie veroorzaakt diarree.
Het nieuwe product, dat PIP Healthcare heet, is zo effectief omdat er
aan het gewone reinigingsmiddel probiotische bacteriën zijn toegevoegd.
Dat zijn bacteriën die niet schadelijk zijn voor de mens, maar wel alle
plaats en voeding overnemen van de schadelijke exemplaren. Bovendien
kunnen ziekenhuisbacteriën er nooit resistent tegen worden. Een
bijkomend voordeel is dat PIP healthcare een biologisch en
milieuvriendelijk product is.
Ziekenhuisbacteriën vormden de laatste jaren een hardnekkig probleem,
waarop maar geen antwoord gevonden werd. Ze werden niet alleen
resistenter tegen desinfectiemiddelen, maar ook tegen antibiotica.
TS uit 'De Morgen' van 30 mei 2007.
Belgisch Staatsblad publiceert wet tegen uraniumwapens.
Op 20 juni 2007 publiceerde het Belgisch Staatsblad een wet waarvoor
de Belgische Coalitie 'Stop Uraniumwapens!' sinds 2004 geijverd heeft.
Friends of the Earth Vlaanderen & Brussel was de initiatiefnemer en
de drijvende kracht achter dit samenwerkingsverband van Niet
Gouvermentele Ondernemingen (NGO's). Het doorgedreven lobbywerk en een
hoorzitting met experten gaf aanleiding tot een nieuw wetsvoorstel dat
door de Kamercommissie voor de Landsverdediging meermaals besproken en
uiteindelijk in plenaire Kamerzitting unaniem goedgekeurd werd op 22
maart 2007. Ook de Senaat gaf zijn zegen waarna op 11 mei Koning Albert
II zijn handtekening plaatste.
Wapens met verarmd uranium werden gebruikt in de Golfoorlog (1991),
in de oorlogen in Bosnië (1994-1995), Kosovo (1999) en opnieuw in Irak
(2003). Dit militair gebruik is een schending van het internationaal
humanitair recht omdat de effecten van deze anti-tankgranaten geen
onderscheid kunnen maken tussen oorlogvoerenden en burgers (cfr.
Conventie van Genève).
De gepubliceerde wet zet 'inerte munitie en bepantsering die verarmd
uranium of elk ander type van industrieel uranium bevatten' op de lijst
van verboden wapensystemen. Wanneer de wet over twee jaar in werking
treedt zal het in België niet mogelijk zijn om deze munitie en
bepantsering te gebruiken, te produceren, op te slaan, te verhandelen
of te transporteren. Deze wet voorziet ook een termijn van drie jaren
voor de vernietiging van eventuele Belgische voorraden.
België is het eerste land in de wereld dat een wettelijk verbod
instelt op deze wapens die door hun chemische giftigheid en
radioactiviteit lange termijn gezondheidsproblemen veroorzaken.
Meer info: http://motherearth.org
Antilichamen houden vogelgriepvirus tegen.
Wetenschappers zijn er in Zwitserland in geslaagd muizen immuun te
maken tegen het H5N1-vogelgriepvirus, door gebruik te maken van
menselijke antilichamen van overlevenden van de vaak dodelijke ziekte.
Dat blijkt uit een recent gepubliceerde studie.
De antilichamen verhogen ook in hoge mate de overlevingsgraad van
geïnfecteerde dieren. Dat opent de weg naar een behandeling voor
zieken, aldus Antonio Lanzavecchia, medeauteur van de studie. We zijn
ervan overtuigd dat dit element kan worden gereproduceerd bij de mens,
stelt hij.
Lanzavecchia toonde zich opgetogen over het brede neutraliserende
effect en de lage noodzakelijke dosis van de antilichamen. De
onderzoekers zijn er ook enthousiast over dat de antilichamen tot 72
uur na de infectie werkzaam blijven.
Tegelijk echter stelde Lanzavecchia dat het niet zeker is dat het
onderzoek nuttig zal zijn bij een eventuele toekomstige grieppandemie.
Experts vrezen dat het vogelgriepvirus muteert als een makkelijk overdraagbaar virus voor de mens.
Het vogelgriepvirus heeft al aan miljoenen vogels het leven gekost en leidde, voor zover bekend, tot de dood van 185 mensen.
De commissie Energie 2030, die onder impuls
van witte (blauwe) ridder Marc Verwilghen tot stand kwam, houdt een
pleidooi om de kerncentrales open te houden en er nieuwe bij te bouwen.
En dat is niet eens zo ongewoon, gezien de voorzitter van die
commissie, professor W. D'haeseleer, projectleider was voor
Suez-dochter Tractebel bij de revisie van de kerncentrales.
De enig waardevolle uitspraak komt dan ook van een voornaam lid van die
commissie, klimatoloog J.P. Van Ypersele, die het niet eens is met dit
pleidooi. Hij wil hooguit toestaan dat de kerncentrales vijf jaar
langer openblijven dan gepland, omdat
de federale regering in de vijf jaar na het goedkeuren van de wet op de
kernuitstap, niets heeft gedaan om te investeren in hernieuwbare
energie.
Voor deze klimatoloog moeten de opbrengsten van de rente uitsluitend naar hernieuwbare energie gaan.
Bovendien kan er voor hem geen sprake meer zijn van nieuwe
kerncentrales want dat is geen oplossing voor ons klimaatprobleem: We
moeten zo snel mogelijk een milieuvriendelijk energiesysteem uitwerken
dat ons bevrijdt van fossiele brandstoffen, vindt Van Ypersele.
-----------------------------------------
Stralende toekomst!
Ik wees al op het onschatbaar gevaar van kernenergie (zie Stralende
toekomst in www.JefVergif.be januari 2006 en januari 2007), vooral
door het noodzakelijke opslaan van hoog radioactieve afval, waar geen
aanvaardbare oplossingen voor bestaan.
Kort nog waar het om gaat. In een kernreactor wordt splijtstof met
uranium-235 en -238 beschoten met neutronen; het uranium splijt dan,
maar vangt ook neutronen op. Daardoor ontstaan zwaardere restproducten
waaronder plutonium, dit is dan weer de grondstof voor plutoniumbommen
Deze reststoffen, de zogenaamde actiniden, twee procent van het totaal
aan splijtstoffen, blijven honderdduizenden (sommige geleerden gewagen
van meer dan één miljoen) jaren levensdodend hoogradioactief en moeten
voor die reusachtige tijdsspanne buiten het bereik van mensen blijven.
Nog eens drie procent splijtingstoffen met jodium-129, blijft meer dan
tienduizend jaar radioactiviteit uitstralen in dodelijke hoeveelheden.
Er waren in ons land twee politieke partijen die de afbouw van
kernenergie in hun kiesprogramma hadden (het was een programmapunt van
de hele vorige regering). De socialisten, één ervan, gingen zowel in
Vlaanderen als in Wallonië kopje onder; de andere, de groenen in beide
landsgedeelten, komen maar net boven de kiesdrempel.
Ik wil hiermee niet zeggen of ge ja dan nee verkeerd gestemd hebt, er
zijn namelijk niet zoveel partijen die echt rekening houden met de
noden van hun kiezers. Maar nu gaat het over hoe zullen wij en onze
kinderen, nee sterker nog, onze nakomelingen dit beleid kunnen
overleven?
De christelijk geïnspireerde partijen samen met de liberalen, zullen
dus het goede (maar ook het slechte) politieke weer gaan bepalen in ons
land.
En dat ziet er voor veilige energievoorziening meer dan bedenkelijk uit.
Nu reeds zingen ze in koor bij CD&V om de huidige kerncentrales
langer in gebruik te houden. Ze zijn betaald en nu kunnen we er ten
volle van genieten, klinkt het als vorm van goed bestuur. Misschien
kunnen we zo sparen voor alternatieve energie, was het flutrefrein.
Enne, voegden de blauwe zetelzitters er onwetenschappelijk aan toe, in
de niet zo verre toekomst zal het huidige hoog radioactief afval zeker
zoveel verder afgebroken worden, dat alle huidige grote zorgen in een
kleine rugzak kunnen gestoken worden.
Stralende huidige en toekomstige energie dus, die als nucleair doekje
voor het bloeden, moet instaan voor minder broeikasgassen en een beter
leefmilieu.
Er zijn echter levensgrote, maar weggemoffelde bezwaren. Om met het
blauwe argument te beginnen: voor transmutatie, zoals dat verder
opsplitsen tot veiliger proporties van hoog nucleair afval heet, zijn
alle wetenschappers het eens, dat het nog minstens twintig jaar zal
duren eer de technische mogelijkheden en middelen beschikbaar zullen
zijn om een ernstig onderzoek op te starten. Het resultaat, de
transmutatie in een wel verre toekomst, kan alleen in het beste geval,
de sterk groeiende en bijna eeuwig levensbedreigende afvalhoop,
misschien wat verkleinen. Of beter gezegd, de groei ervan eventueel wat
minder groot maken.
Natuurlijk gaat dat onderzoek een enorme som geld kosten, en wie zal
dat ophoesten, denkt ge: Electrabel (SUEZ), die bij ons de
kerncentrales bezit en formidabele winsten maakt? (nog lang niet genoeg
vindt Electrabel, want ze wilde de elektriciteitsprijs voor
maatschappijen opslaan met 5 procent en de gasprijs met liefst 20
procent voor gewone gebruikers!) Nee hoor, dit zal door de gemeenschap
dienen betaald te worden.
Ondertussen blijven we zitten, ook al wil men het niet graag hardop
zeggen, met de vraag: waar steken we die alsmaar groter wordende berg
dodelijk stralend kernafval?
Er is, voor zover bekend, mondiaal 270.000 ton hoog radioactief
kernafval, dat men eerst in vaten en dan in verschillende soorten,
dikwijls betonnen, bunkers heeft geplaatst maar waar men niet echt
blijf mee weet.
Ondertussen produceren wereldwijd zowat 400 kerncentrales jaarlijks
twaalfduizend ton extra splijtstof, waarvan vijfduizend ton in Europa.
De enige mogelijkheid lijkt ergens diep in de aarde, maar dan wel liefst veilig, wegstoppen voor honderdduizenden jaren.
Maar hoe kan men dat realiseren?
Er zijn meerdere studies en proefprojecten uitgevoerd, in binnen- en
buitenland. Het gaat vooral over de mogelijkheid van het opbergen in
diepe zoutlagen, of in dikke kleilagen. De druk vanuit de Europese
Commissie is daarbij zeer belangrijk om effectief met het opbergen te
beginnen.
In elk geval staat vast dat de opslag van kernafval diep in de
ondergrond, bovengronds zal moeten leiden tot een praktisch eeuwige,
zwaar bewaakte vesting. Er lopen heden ten dage vele, al dan niet
godvruchtig geïnspireerde gekken rond om niet te denken aan sabotage.
En vergeten wij de gewone gevaren niet, ik bedoel erge regenval,
overstromingen, aardverschuivingen, oorlog, politieke veranderingen,
enz. Want vergeet niet dat wij het hier hebben over veilig opbergen
gedurende zowat een miljoen jaar
Dus het moet hier gaan over bedrijfsgebouwen, die liefst boven de diep
begraven splijtstof staan. Het terrein moet goed afgeschermd en dag en
nacht bewaakt zijn, met cameras maar ook met betrouwbare manschappen.
De opslagruimte moet bovengronds ook goed bereikbaar zijn met weg- en
spoorverbinding. Helikopters moeten er kunnen landen. Er is een
stralingsdienst nodig, EHBO-diensten, kantoren enz.
In België vormt de Boomse klei de geschiktste mogelijkheid.
Het studiecentrum voor kernenergie (SCK) heeft daar op 225 meter diepte
een laboratorium gebouwd. Er wordt eerstdaags een in 2002 gebouwde
betonnen galerij van dertig meter lang, gedurende tien jaar verhit. Die
tien jaar moeten volstaan als simulatie voor de honderdduizenden jaren
durende verwarming van de veel hitte afgevende, radioactieve splijtstof.
De verwachtingen zijn, zoals kan verwacht worden van zulke organisaties, positief.
De nieuwe regering is in de maak. De plannen voor het behoud van
oude eigenlijk afgeschreven kerncentrales komen pertinent in het
nieuws, onder de goedkeurende christelijke en blauwe ogen van de
komende bewindvoerders.
De Leuvense professor W. D'haeseleer overhandigde op 19 juni een
gesloten enveloppe op het kabinet van minister van Economie Marc
Verwilghen (Open VLD), met daarin het definitieve rapport van de
commissie 'Energie 2030' over de toekomst van kernenergie in België.
De grote lijnen zijn nu al duidelijk. Net als in haar voorlopige
rapport, dat eind vorig jaar veel stof deed opwaaien, wijst de
commissie Energie 2030 erop dat er grote voordelen verbonden zijn aan
het langer openhouden van de kerncentrales. Die opportuniteiten niet
benutten, zeggen deze verdachte deskundigen waarvan de voorzitter
Dhaeseleer werkte als projectleider bij de revisie van de
kerncentrales bij Suez-dochter Tractebel, betekent dat het
klimaatbeleid dat nodig is om de uitstoot van broeikasgassen te
doen dalen, veel duurder wordt.
Bron: Belga
Kernenergie moet alternatieve energie doen rijpen
Op 8 januari 2007 schreef Erik Pompen van TRENDS.be ondermeer dit:
Het uitdoofscenario van kernenergie blijft in 2007 bestaan, maar de
deadline verschuift. Ondertussen kan de markt van de hernieuwbare
energie rijpen.
Naar Nederlands voorbeeld, waar de kerncentrale van Borssele open
blijft tot 2033, zal de nieuwe regering in België het sluiten van de
kerncentrales verschuiven naar een nader te bepalen datum. Spelen met
tijdslijnen behoort tot de finesse van het politieke compromis.
Zo kun je liegen zonder je woord te breken.
Op zoek naar alternatieven
Uitstel betekent geen afstel. Op termijn moeten we naar een duurzame
en betaalbare oplossing overschakelen zonder ons geopolitiek
afhankelijk te maken van landen buiten de Europese Unie.
Aangezien de hoeveelheid uranium ook beperkt is en kernafval een
probleem blijft, biedt alternatieve energie de beste
toekomstperspectieven.
Maar tot nu toe raakte deze sector maar niet uit de startblokken.
Telkens fnuikte monopolist Electrabel eigenaar van alle kerncentrales
in ons land elk initiatief. Wie met een project op de proppen kwam,
werd geboycot of overgenomen. Vraag dat maar off the record
aan de kleinere marktspelers zoals Interelectra (zuivere
intercommunale), Electrawinds (windmolens) of Ecowatt (hydrocentrales).
Pas ná de principiële regeringsbeslissing om uit de nucleaire optie te
stappen, kreeg hernieuwbare energie een echte kans.
Maar op 19 juni 2007 pleit Trends via de blog van zijn hoofdredacteur zonder schroom voor:
Kernenergie: de sleutel tot lagere energieprijzen
Nu al gaan specialisten ervan uit dat de energievraag tot 2030 nog
met 60 procent zal stijgen. Paradoxaal genoeg wordt er zowel hier als
in het buitenland veel te weinig geïnvesteerd in extra productie en
transport. Het huidige politieke klimaat (de uitdoofscenario's voor
kernenergie, weinig beschikbare sites voor nieuwe centrales, de
CO2-problematiek) schrikt investeerders af.
En ondertussen blijft Electrabel als een kip op haar gouden nucleaire
eieren broeden. Niet de goedkope stroom uit kerncentrales bepaalt de
internationale marktprijs, wel de elektriciteit uit gas- en
steenkoolcentrales (zoals in Duitsland). Elke megawattuur die aan 50 à
60 euro op de groothandelsmarkt komt, kan Electrabel tegen 10 tot 15
euro produceren.
Dé sleutel tot lagere energieprijzen en een effectieve liberalisering
in dit land ligt in de kernenergie. Breek je de markt voor nucleaire
stroomproductie niet verder open, dan zal de dominantie van Electrabel
nooit worden gekraakt. Hef je de uitstap uit kernenergie niet spoedig
op, dan worden we de speelbal van (dure) invoer vanuit het buitenland.
Piet Depuydt
Dit is inderdaad de trend die de mensen via alle media ingepompt zullen krijgen.
Men vergeet, of wil vergeten dat er serieuze redenen voor waren en
zijn, om de beslissing van de vorige regering om de kernenergie af te
bouwen, en dat die ten volle verantwoord waren.
DE CONTROLE VAN KERNCENTRALES (herhaling)
Volgens kamerlid Philippe De Coene (SP.A) loopt het grondig mis met de controle op de nucleaire installaties.
De overheid waakt via het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) over alle nucleaire installaties in ons land.
Na een vernietigende doorlichting werd eind 2005 de top van het
agentschap opzijgezet. Een speciale kamercommissie onder leiding van
klokkenluider De Coene levert dit voorjaar haar eindrapport af.
De toestand is nog veel erger dan we dachten, zegt De Coene.
Niet alleen verlamden interne stammentwisten het FANC, bovendien was
er onvoldoende personeel van niveau om alle opdrachten naar behoren uit
te voeren. Eén voorbeeld: één enkel iemand controleert, niet eens
voltijds, de zeven kernreactoren in Doel en Tihange plus de
kerninstallaties te Mol.
Volgens experts is er nood aan zowat tien controleurs van dat formaat.
De controle van Doel, Tihange en Mol is in eerste instantie uitbesteed aan de privésector: ANV (Associatie Vinçotte Nucleair).
De Coene: ANV stelt zelf de controleprogrammas op zonder inspraak van
het FANC en het rapporteert niet altijd op zeer doorzichtige wijze. ANV
wordt betaald door de exploitanten van de kerncentrales. In die
driehoeksverhouding loopt de overheid dus altijd in de buitenbaan.
Kortom, de toekomst ziet er onder het komende bewind ongewoon en verschrikkelijk stralend uit.
Het Daklozen Aktiekomitee (DAK) kraakte enkele jaren geleden het
Badhuis, gelegen vlak achter het befaamde Vleeshuis, uit protest tegen
het gebrek van betaalbare woningen in de stad.
De vrederechter besliste dat de krakers binnen enkele weken moeten opkrassen.
Projectontwikkelaar Blijweert sloopt binnenkort het uigeleefde Badhuis. Het bouwt er dan een modern appartementsgebouw.
De stad geeft hier weer toe aan de betonlobby, reageert Philip De
Craene van DAK (De Standaard 24 juni 2007). Het is steeds hetzelfde.
De oorspronkelijke inwoners moeten weg voor speculatie en
stadsontwikkelingsprojecten; zo is er dan sociale verdringing, omdat
wonen onbetaalbaar wordt voor doorsneemensen en kansarmen. Een operatie
die zich al bijna twintig jaar doorzet in de Vleeshuisbuurt en het
Schipperskwartier. Nu zijn ook het Zuid, het Eilandje en het De
Coninckplein aan de beurt, stelt DAK.
Nog niet alle Antwerpenaars lijken te beseffen wat er echt aan de
hand is, aldus De Craene in Het Nieuwsblad van 02/01/2007.
Burgemeester Janssens schreeuwt van de daken dat onze stad opnieuw
aantrekkelijk moet worden voor jonge gezinnen. Rijke gezinnen, zal hij
bedoelen. Tweeverdieners, Nederlanders die dure loften van 500.000 euro
een koopje vinden als tweede verblijf. Voor diegenen die het minder
goed hebben, is geen plaats meer in de oude binnenstad.
De vrouwen (hoeren) zijn uit het Schipperskwartier verdreven. De
junks van de straat geveegd. Nu de daklozen nog. Stadsontwikkeling die
een schoonveegoperatie moet maskeren, klinkt het even bitter als
strijdvaardig.
Wanneer het badhuis zal afgebroken zijn, zullen andere
schuilplaatsen van krakers volgen. We vragen wij eisen dat het
stadsbestuur niet alleen oog heeft voor de portefeuille van de
projectontwikkelaars, maar zich ook over het toenemend aantal daklozen
buigt.
Milieuminister Peeters verwaarloosde Vlaamse natuur,
dus wordt hij Vlaams Minister-President!
Vlaamse natuur verwaarloosd.
Van de 51 planten- en diersoorten die moeten worden beschermd, verkeren slechts 14 in een gunstige staat van instandhouding.
Vlaanderen lapt de Europese verplichtingen voor natuurbescherming aan zijn laars.
"De staat van de Vlaamse natuur is belabberd, op enkele
natuurreservaten na", stelt Eckhart Kuijken, de aftredende
administrateur-generaal van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
(INBO). "We missen kansen waar natuurbeheer kan verweven worden met
andere functies zoals landbouw en recreatie. Er is dringend een
inhaalbeweging nodig."
Het INBO presenteerde zopas de eerste resultaten van een analyse van
de toestand van de Vlaamse natuurgebieden die Europese bescherming
genieten. Van de planten- en diersoorten die moeten worden beschermd,
verkeren slechts 14 van de 51 onderzochte soorten in een 'gunstige
staat van instandhouding', zo blijkt. Het lot van 30 anderen, zoals de
otter, de hamster, het vliegend hert en de boomkikker is onvoldoende
tot slecht.
In het kader van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijnen zijn in
alle Europese lidstaten gebieden en soorten aangeduid die in de
Europese context zo waardevol zijn dat ze moeten worden beschermd.
"De Vogelrichtlijngebieden zijn al in 1988 afgebakend," zegt Kris Decleer van het INBO.
"Er is genoeg tijd geweest om het nodige te doen. Maar het ruimtelijke
beleid loopt slecht. Nog steeds worden bij gewestplanherzieningen
gebieden als pure 'landbouwzone' bestendigd, zonder ecologisch
karakter, hoewel ze een Europees beschermingsstatuut genieten. Daardoor
hebben minstens 20.000 hectaren met een beschermingsstatuut een
ruimtelijke bestemming die geen duurzaam natuurbeleid toelaat. De
doelstellingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen om 38.000
hectaren bijkomend natuurgebied af te bakenen tegen 2007, zijn ook niet
bereikt."
"Onder de vorige Vlaamse regeringen stegen de investeringen voor de
aankoop van natuurgebied nog. Maar in de huidige regeerperiode, (met minister Kris Peeters die zonet afgetreden is als minister voor Leefmilieu, red.), is
die trend gestopt en verminderen de kredieten voor de aankoop. Nochtans
is Vlaamse steun noodzakelijk om landbouwgrond te kunnen kopen en als
natuurgebied te beheren."
Organisaties zoals de natuurvereniging Natuurpunt kunnen bij het
Europese Hof van Justitie een klacht indienen wegens het falende
Vlaamse beleid, waardoor de overheid een veroordeling riskeert.
"We hebben tekortkomingen al aangekaart bij de Europese Commissie",
zegt Willy Ibens van Natuurpunt, "onder meer het verlaagde waterpeil in
het gebied van de Blankaert en de watervervuiling in de Zwarte Beek."
"Europa is bijzonder waakzaam. Ik verwacht dat het rapport over de
Habitat- en Vogelrichtlijnen een vermanende vinger zal opleveren",
aldus Eckhart Kuijken.
Kim De Rijk, De Standaard, 1 juli 2007
Milieuminister Peeters wou Doel dood!
Doel moest weg voor het Saeftinghedok, dat er naar alle
waarschijnlijkheid niet eens komt. Toch moet Doel weg, zei Peeters
gevolgd door de Vlaamse Regering, want het dorp is nu onleefbaar (er is
van alles aan gedaan om het zo te maken).
Maar er wonen nu nog steeds meer dan 300 mensen, en er willen er nog
veel meer komen wonen. Die weten toch best of hun dorp leefbaar is?
Is het misschien een voorbeeld van het beruchte 'Goed Bestuur' dat men een lief levend dorpje langzaam wurgend wil kapot maken?
Armste landen hardst getroffen door klimaatopwarming.
Klimaattop Verenigde Naties.
06/04/2007 15:05
Op de klimaattop van de Verenigde Naties in Brussel hebben honderden experts een akkoord bereikt.
De hoofdconclusie van de conferentie is dat de opwarming van de aarde nog veel ingrijpendere gevolgen zal hebben
dan tot nu toe was gesteld. Daarbij wordt het armste deel van de wereldbevolking het hardst getroffen.
Op de klimaatconferentie debatteerden honderden wetenschappers en
beleidsverantwoordelijken van het IPCC, het Intergovernmental Panel on
Climate Change, vijf dagen lang.
Overstromingen en aardverschuivingen
De eindconclusie van het rapport
"Klimaatverandering 2007: Impact, Aanpassing en Kwetsbaarheid" van het IPCC luidde:
dat Antarctica, de Sub-Sahara, kleine eilanden en de Aziatische megadelta's het meest te lijden hebben
onder de klimaatverandering, aldus het panel van het IPCC.
Daarbij wordt vooral het armste deel van de wereldbevolking het hardst getroffen.
Het probleem dreigt ontegensprekelijk te escaleren.
Volgens de klimaatexperts zullen de gevolgen van de opwarming van de aarde in de toekomst immers alleen maar groter worden.
Concreet betekent dit een verdere stijging van de gemiddelde
temperatuur met zo'n 2,5 graden waardoor tal van planten- en
diersoorten met uitsterven bedreigd zullen worden. Ook natuurrampen als
overstromingen, zware stormen en aardverschuivingen zullen frequenter
voorkomen. Verwacht wordt dat ook de voedselproductie in tal van
Afrikaanse landen met zowat de helft zal dalen.
Verantwoordelijkheid opnemen
Natuurorganisatie Greenpeace had eerder al laten weten dat we op de
rand van een catastrofe staan, maar dat politieke beslissingen de
klimaatverandering nog kunnen inperken. Volgens Greenpeace moet de
uitstoot van broeikasgassen in Europa tot vier keer verminderen.
"De arme landen zullen het meest lijden onder de opwarming van de aarde
terwijl ze er net het minst verantwoordelijk voor zijn en niet het geld
hebben om te reageren.
Industrielanden zoals België moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en
oplossingen doorvoeren", reageerde Sam Van den Plas van WWF-België
(World Wide Fund for Nature).
Geen extra maatregelen
Federaal minister van Leefmilieu Bruno Tobback (SP.A) liet al weten
geen specifieke maatregelen te zullen nemen naar aanleiding van het
nieuwe rapport. "België zal zich gewoon aan de vooropgestelde
reductiescenario's houden. Concreet betekent dat dat we de uitstoot met
minstens 18 procent willen terugschroeven", aldus Laurent Winnock,
woordvoerder van minister Tobback.
De minister is het eens met de werkgroep wat de grootste slachtoffers van de klimaatwijzing betreft.
"We beseffen dat de niet-Westerse landen het meest te lijden hebben
onder de klimaatverandering en dat het onze verantwoordelijkheid is om
bij te springen", aldus Winnock. Een "klimaatminister met de nodige
bevoegdheden" behoort voor de minister nog steeds tot de mogelijkheden.
Het was schafttijd.
We hadden het over rechtvaardigheid.
Dat is het onderwerp dat, voor wie luisteren wil, zo dikwijls het centrum is van arbeidersgesprekken.
Misschien meer dan koers, voetbal of seks.
Het is zoiets als tocht, altijd aanwezig, er moet maar een deur opengaan en daar staat ge: weer in de trek.
Mijn maat, die zijn boterhammen ophad, vertelde:
- Mijn vader was metser en samen met de werkploeg staken ze, als ze een huis in ’t droog hadden, de ‘Mei’ op het dak.
De ‘Mei’ dat was een groene takkenbos, dat wilde zeggen dat het werk praktisch af was en de tijd tevens gekomen om de zaak ietwat feestelijk af te ronden.
Kortom al wie eraan gewerkt had verwachtte, en kreeg normaal ook bij zo’n gelegenheid, enkele pintjes bier.
De uitdrukking ‘de kroon op het werk’ is misschien iets te sterk, maar zonder viering was een huis toch niet af.
Maar op een keer was het niets!
Ja, ze hadden wél de ‘Mei’ gestoken, maar de eigenaar zag niets en gaf ook niets.
Eigenlijk had mijn vader dat al gedacht, hij kende die vent. Het was een meestergast, “ja, zo’n slavendrijver”, zeiden de mensen uit de staalfabriek, die ermee werken moesten.
Mijn vader en zijn makkers werkten dus, er zat niets anders op, het huis dan maar ‘droog’ af. Maar meteen bouwden zij hun wraak er meesterlijk in.
Op het laatste stuk van de schouw, een metertje onder het dak, metste mijn vader zijn bloedeigen bolhoed er in – hij was in dat ouderwetse model nog getrouwd alsjeblieft.
Maar wél had hij er eerst nog twee haakse sneden ingemaakt, juist niet hélemaal dóór, zodanig dat de rand heel bleef en dit stijve goedje terug moest veren als er een zwaar voorwerp doorheen ging. Bijvoorbeeld een borstel van een schouwveger.
Ach, men moet zich het juist voorstellen. Daar staat nu eindelijk dat huis, de uitkomst van zoveel rekenen. Een voelbare droom.
Het is niet zomaar een onderdakje, nee, nee, het is het huis van een meestergast, dat past bij zijn standing. Overal is hij baas nu, iedereen kan het zien!
Zo staat die woning daar, inderdaad knap en helemaal af.
Natuurlijk denkt de eigenaar in het begin, dat vochtigheid de oorzaak is waardoor de schouw niet trekken wil. En de eerste rookwolkjes in het werkelijk prachtig interieur, worden aangevoeld als een hoestje bij een kind: dat gaat vanzelf wel over.
Maar na drie schouwvegers en vier kachels, als de rook en de kou niet meer uit het huis weg te denken waren, toen was zijn schouw voor die man het allerbelangrijkste ding van de wereld geworden. Het onderwerp van alle gesprekken van die meestergast.
Trouwens de man kon geen zin meer uitbrengen zonder, afgrondelijk diep, te vloeken. En aan zijn ogen – kwam het door de rook? – had hij een lichte ‘tic nerveux’ gekregen.
Dus ja, het was te verwachten, op een keer kreeg mijn vader bezoek van die baas, die dwaas. “Of hij (mijn vader) nu alstublieft, dedju, dedju, nu niets kon doen aan die verrekte schouw?” Hijzelf ging uit dat huis “nonde, nonde”. Hij wilde er niet meer in wonen “miljaar en Godfer”. Maar door zijn eigen stommiteit “milledju”, want hij had het overal zelf verteld, kreeg hij er geen huurder meer in. “Nee, nog niet voor niets, verdomme toch”!
Hij pinkte eens naar mijn oude heer en die pinkte van de weeromstuit terug.
Hij antwoordde: ”Dat komt dik in orde baaske, maarre … dat gaat u wat kosten hoor, dat zijn geen dingen om mee te lachen”.
Dat kon die meestergast beamen.
Twee dagen tijd namen mijn vader en zijn maten, die duivels, om die bolhoed uit de schouw te snijden. Twee dagen zeg!
De rest van de week zijn ze niet meer nuchter geweest!
Mijn maat zweeg en dronk zijn koffie uit. Ik ook, ’t was weeral tijd, ’t ging blazen.
In deze verkiezingstijd waarin gewone mensen de verkiesbaren – als waren het dondervlagen – bijna niet kunnen ontwijken, gaan we lekker likkebaardend een speciaal souffléke fabrikeren in de microgolf.
Ik beloof u (ge ziet, ik begin ook al te beloven!) een apart genotje met dit licht dessert dat ook als paar bij kaarslicht kan gegeten worden, gekoppeld aan een glaasje witte wijn (goed tegen de vogelgriep, en vóór een hoop andere goeie dingen).
Zet de TV uit, smijt de politieke zever buiten, en kieper een half kilootje magere kwark ofte platte kaas in een ruime beker, voeg daar 100 grammetjes geweekte rozijnen bij, dik vijftig gram kristalsuiker, een pak vanillepuddingpoeder, ‘n pakje vanillesuiker, een kleine soeplepel bakpoeder, twee eierdooiers gemengd met een borreltje Elixir d'Anvers – ja, ja, pak er ook maar eentje – en een klein snuifje zout. Daarenboven moet er een gemalen onbespoten citroenpel in (die mixt ge best met een beetje rozijnen). En nu maar alles goed dooreen roeren tot een smeuïge massa.
Ziezo het heeft het uitzicht van een geklutst politiek progamma, maar de reuk is veel beter.
De eiwitten stijfgeklopt eronder scheppen. De hele boel moet nu in een met boter ingesmeerde pyrexkom (± 25 cm diameter) gestort worden, dan nog drie à vier millimeterschijfjes boter er bovenop leggen. De voorbereiding is dan klaar. Nu is het aan de microgolf.
Schuif de schotel voorzichtig in dat machien, zet het op zowat driekwart van zijn vermogen (de mijne gaat tot 100 en ik zet hem op 70) en laat het 19 minuten in die hete golfstroom.
Uw huis ruikt dan zoals – als hij bestaat – de hemel zal geuren, laat dan die soufflé afkoelen. Ge moogt hem ook omkeren.
Ach dat is toch weer gelijk in de politiek: ge kiest voor de bovenstebeste, alhoewel dat omgekeerd misschien wel beter is!
Ja, ik weet het, de kleur is geel, maar dat komt omdat ik TV- Leterme met zijn sinterklaasbaard gewoon onweerstaanbaar vind, en zonder kan ik hem met zijn gefemel, verdorie niet uitstaan.
In elk geval van dit gerecht gaat ge zeker geen spijt krijgen.
Het is dàt wat ik u beloof, en nee, niet zagen: voor mij kunt ge niet kiezen.
Een woordje uitleg: u kan het kruiswoordraadsel als volgt invullen.
U plaatst uw cursor in een vakje. Dan ziet u net boven het
kruiswoordraadsel de opgave. Het rode vakje en de grijze vakjes geven
aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. Het antwoord typt u
gewoon in. U kan doorheen het rooster bewegen met de pijltjestoetsen,
of met de muis. Als u alles correct hebt ingevuld, ziet u de foto
verschijnen van de politicus die wij zoeken.
Boven 't stadje Sint-Niklaas verging,
Hoe kan dat toch bestaan?
tot stof zo'n vliegend schotelding.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
En dat wonderstof, dat schotelgruis
zat, mirakel zeg, in ieders huis!
Refrein:
Ja echtig betoverd, ineens ging dat daar allemaal goed.
Ja echtig betoverd, ineens ging dat daar goed!
't Rood licht nu zolang op groen bleef staan,
Hoe kan dat toch bestaan?
Dat te voet, ja te voet, je kon over gaan.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
In 't stad waren geen auto's meer.
Op straat geen dode kinderen meer!
Refrein:
De priesters gingen weer aan 't werk.
Hoe kan dat toch bestaan?
Islamiet, katholiek in dezelfde kerk.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
Ook wie gelooft in hekserij,
of helemaal niet: ze bleven blij!
Refrein:
De burgemeester was voor de werkende klas.
Hoe kan dat toch bestaan?
't Bestuur en de kas zo helder als glas.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
Het bos kwam vrij, voor ieder 't groen.
Prikkeldraad was niet meer vandoen.
Refrein:
't Werden mensen bij de B.O.B.
Hoe kan dat toch bestaan?
Ze steunden 't Chili-comité.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
Wat Links was ging nu hand in hand.
En Rechts sprong zelf in de prullenmand!
Refrein:
Men leerde op school gelukkig zijn.
Hoe kan dat toch bestaan?
Met anderen saam gelukkig zijn.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
De leraar zelf zei keer op keer:
Een vakidioot? nee dat nooit meer!
Refrein:
Daar de vakbond van de werkers was,
Hoe kan dat toch bestaan?
Wisten z'alles van hun eigen kas.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
Pleegt dan de leiding nog verraad…
Ze vliegt met klieken en klakken op straat!
Refrein:
In Sint-Niklaas stond je nooit alleen.
Hoe kan dat toch bestaan?
Men had steeds vrienden om zich heen.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
Je vond bij ramp en tegenspoed,
Steun van mensen, nieuwe moed.
Refrein:
Daar was geen afgunst en geen nijd.
Hoe kan dat toch bestaan?
Men lachte puur uit zaligheid.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
Vrijheid was er, vreugd' en kans
Voor liefde en een liefdesdans.
Refrein:
'n Zwarte Schepen, Sint-Niklazenaar,
Hoe kan dat toch bestaan?
Trouwde, handjes vast, zeshonderd paar.
Hoe kan ’t, hoe kan ’t bestaan?
Drie paar niet wou, van een kleurige trouw.
Zien nu bleek-wit, vol van berouw.
Refrein:
Heel de wereld kwam naar de toverstad,
Hoe kan dat toch bestaan?
waar de mens een menselijk leven had.
Hoe kan 't, hoe kan 't bestaan?
Is 't laatste woord lang niet gezegd:
Een vliegende schotel is toch niet slecht!
Zonder takszegels raakt een klager bij de Raad van State niet binnen. Maar de takszegels zijn sinds 1 februari afgeschaft!
Niemand weet hoe het nu verder moet.
De alternatieve betalingsmethoden – elektronisch of via overschrijvingen – worden door de Raad niet aanvaard.
Nu bestaat er wel een nummer waarop men (zou kunnen) overschrijven, maar niemand kent dat.
Toch zijn er nog enkele postkantoren waar nog een weinig zegels met kleinere waarden, van 1 tot 10 euro te verkrijgen zijn. Maar een verzoekschrift bij de Raad kost 175 euro, en dat zijn veel zegeltjes. De voorraad is praktisch op.
De verantwoordelijke ministers verwijzen in brieven naar elkaar door voor een oplossing.
De Raad van State blijft, volgens een brief van eerste voorzitter Robert Andersen, “in grootste verwarring en juridische onzekerheid” achter.
Vroeg of laat zijn er hopelijk evenveel zonnepanelen als schotelantennes te zien.
Je hoort het de laatste tijd steeds meer: “Er moet toch iets mis zijn met het klimaat, er zijn geen winters meer, dat loopt nog slecht af, we maken ’t milieu om zeep…”
Maar de relativering komt even vlug: “Klagen over het weer is van alle tijden, en ‘t is altijd iets en ‘t zal wel van zelf in orde komen, zoals met het fameuze gat in de ozonlaag …”
Maar als je met een beetje gezond verstand op lange termijn durft denken, zijn er toch groeiende redenen om echt ongerust te zijn ... en dan heb ik het (nog) niet over het laatste VN-rapport.
Neen, hier gaat het er me om wat we zelf concreet kunnen doen – buiten klagen en naar anderen wijzen natuurlijk.
Ik zal maar naar mezelf kijken; het is al een tijdje dat ik probeer wat te doen: afval recycleren; oude brol naar het kringloopcentrum doen; mij meer met de trein en de fiets verplaatsen; zuinig zijn met water; met LPG-gas rijden in plaats van diesel; eigen groenten (proberen) kweken; spaarlampen gebruiken; wassen met nachttarief; plus die dingen ook aanpraten bij andere mensen.
En wat heeft het opgebracht?
Blijkbaar niet genoeg als je kritisch naar het milieu en het klimaat kijkt. Wat kan ik nog meer doen?
Misschien moeten die kleine stappen op veel ruimere schaal en internationaal toegepast worden.
Of misschien moet ik een stap verder gaan en ‘propere’ energie aanspreken...?
Het gaat hier niet hoofdzakelijk over het omzetten van zonne-energie in warmte (warm water voor boiler en vloerverwarming);
daarbij gaat het over een ander soort panelen. Hiermede kan de helft van het jaarverbruik (+/-3000 kWh) bereikt worden.
Nieuwe stroom maken kan met fotovoltaïsche cellen, in teksten als “PV” afgekort.
Deze tekst gaat over een evaluatie hoever de huidige techniek gevorderd is om de gewone mensen toe te laten zonne-energie te laten omzetten in stroom, wat handiger, duurzamer en praktischer is dan warm water produceren. Het zou goed zijn en al een pak schelen voor de Kyotonormen, dat er in het straatbeeld evenveel zonnepanelen te zien zijn als schotelantennes.
En het opwekken van zuivere stroom is principieel waardevoller en nuttiger dan het aanbieden van een ‘service’ van 50 tv-kanalen of meer met schotelantennes of kabel.
Vertel me niet dat de overheid in deze tijd van ‘An Inconvenient Truth’ niets doet op dit vlak!? Akkoord, maar je moet het wel zoeken met een vergrootglas.
Minister Peeters heeft het bedrag van subsidies voor 2007 opgetrokken tot 1.600.000 euro (DS 20.20.07) Hoe die verdeeld worden staat er niet bij, wel dat er twee andere voordelen zijn voor wie zonnepanelen plaatst. Een éénmalige premie van 450 euro per 1.000 kWh en een fiscaal voordeel voor X aantal jaren, wat kan oplopen tot 2.600 euro. Dat zijn de ‘groenestroomcertificaten’ die fiscaal jaarlijks aftrekbaar zijn.
Plaats daartegen de installatiekosten en ik laat het oordeel aan u over. Een voorbeeld maakt het duidelijk.
Neem installateur X: hij raadt aan zoveel panelen op je dak te plaatsen als nodig is om uw jaarverbruik aan stroom volledig te dekken, neem bijvoorbeeld 4.000 kWh.
Daarvoor heb je dan ongeveer 40 m² nodig, waarmee je dak goed vol ligt. Uiteraard kan dit enkel werken als je dak naar het zuiden gericht is en niet in de schaduw van appartementen of bomen ligt. En dit kost je, volgens firma X ongeveer 33.000 euro of 1,6 miljoen oude franken (aanschaf, plaatsing en administratieve regelingen, want je moet een bouwaanvraag indienen, inbegrepen). Dat maakt ongeveer een 750 euro per m².
Als installatiepremie trek je dan 1.800 euro en samen met de fiscale aftrek, heb je na 10 jaar je kosten terug gewonnen, zo berekent de firma u voor.
De panelen zijn voorzien om 25 - 30 jaar mee te gaan, en per jaar rekent de firma u een opbrengst van 2.700 euro, zodat na ongeveer 10 jaar de investering er uit is.
Ten slotte voel je de ‘terugbetaling’ enkel via jaarlijkse fiscale aftrek: een ondoorzichtige en mogelijk terug te schroeven formule.
Als de zon meezit kan je dan met de zuiver gewonnen elektrische stroom je eigen verbruik dekken.
Wanneer je uw stroomteller ziet terug draaien doordat zuivere energie aan het net geleverd wordt, is het alsof je geld terugkrijgt op je rekening in plaats van te moeten betalen. Een leuk gevoel. Maar je kunt de leverancier niet voorbij.
Technisch laat het huidige systeem echter niet toe om meer stroom op te wekken dan je effectief ook gebruikt; een meerwaarde produceren mag blijkbaar niet.
Het voordeel voor u is vooral financieel en ook moreel doordat je door je eigen stroomproductie een effectieve en meetbare bijdrage levert aan het milieu – ik zou bijna zeggen: eigen stroom eerst.
Ondanks die schijnbare klemtoon of sfeer van ‘wat ik zelf doe, doe ik beter’ heeft voor mij de collectieve inspanning, het solidaire effect voorrang. Immers alléén redden we het niet om een leefbaarder aarde te verkrijgen.
Maar ook de stroomleverancier (Electrabel, Eandis, enz.) heeft er financieel belang bij want uw stroombijdrage telt mee voor het percentage ‘groene stroom’ dat zij volgens Kyotonormen moeten leveren. M.a.w. zonder enige kosten profiteert de stroomleverancier of -verdeler DIRECT van uw investering, in ons voorbeeld 1.600.000 oude franken.
Terwijl volgens de huidige regeling het ongeveer 10 jaar duurt voor jij je investering hebt terug gewonnen... En om die grote investering rond te krijgen is er alleen van de overheid een zeer beperkte tegemoetkoming!
Wij steken er fors veel geld in, wat normaal de taak is van de stroomleverancier, terwijl deze zelf ons initiatief niet steunt (subsidies komen enkel van de overheid) en gewoon verder forse winsten blijft maken. Ge kent het verhaal van de grote stukken van de taart en de kruimels...
Deze regeling zal pas echt structureel interessant worden indien de drempel, of het plafond van het eigen verbruik kan doorbroken worden. Anders is die regeling, en heel het huidige aanbod, een nuloperatie, een dweilen met de kraan open, die op lange termijn (dus voor de Kyotonormen) geen vooruitgang betekent. Want enkel het behoud van de verdeling wordt gerealiseerd, dus geen vergroting van het relatieve aandeel van de groene energie.
Het overzetten van stroom op het net moet zonder plafond kunnen!
Misschien overdrijf ik, maar nu we toch bezig zijn met grote plannen: wanneer de zon weg is, rendeert het natuurlijk niet, maar dan kunnen we misschien een windmolen gebruiken, die mogelijkheid kunnen we niet onbenut laten. Voor het zover is dient het één en het ander te veranderen: de combinatie moet haalbaar zijn, het overzetten van stroom op het net moet zonder plafond kunnen. En ja, waarom moeten we dan nog langs de leverancier passeren? Kunnen we niet autonoom ‘draaien’ enkel op zelfgewonnen groene stroom? Maar dat is wellicht een droom te ver.
Ja ondertussen heb ik je toch mijn mening verklapt, maar het blijft aan u lezer, om me tegen te spreken, terecht te wijzen of te overtuigen dat ik toch maar de zonnepanelen op mijn dak zet. Maar zeg me dan ook waar ik aan de nodige centen geraak (de warmte valt uit de lucht, maar de centen niet) of hoe die kosten haalbaar kunnen gemaakt worden zodat de ingreep iets wordt in de orde van grootte als het plaatsen van een LPG-tank in je wagen (3.000 euro).
Ik ben nog vergeten vermelden dat plaatselijk (enkel in provincie Limburg en enkele steden) er nog bijkomende overheidsubsidies mogelijk zijn. Maar deze bijdrage verandert niets aan mijn principiële vraag.
En er zijn ook (nog) bitter weinig firma’s die zonnepanelen voor stroom installeren – voor warm water zijn er reeds meerdere firma’s actief. Deze kunnen dus de vraag niet volgen – ook al komt deze heel weinig van particuliere kant.
In de eerste plaats is het belangrijk dat ook dit aspect meer bekend is en ter sprake kan komen in de lopende discussie.
Maar we mogen de moed niet opgeven, vroeg of laat zijn er hopelijk evenveel zonnepanelen als schotelantennes te zien, en is het nog op tijd...
Denk daaraan wanneer je aan de toog hoort klagen over de zachte winters en de hete zomers.
Voor meer informatie hier een paar websites waar je meer uitleg kunt vinden en bij sites van firma’s (o.a. Natec) kun je zelfs prognose maken. www.energiebesparen.be www.eandis.be (de stem van Electrabel) www.dekleineaarde.nl www.insnet.org www.colruyt.be: En dan zijn er de sprekende voorbeelden: neem nu Colruyt die in Ninove met 570 m² zonnepanelen een hele winkel van groene stroom voorziet. Hun bijdrage aan Kyoto is een terugdringing van 740 ton C02.
Dan zijn er de verzamelsites:
www.underECOconstructs.be;
www.ode.be (Organisatie Duurzame Energie, o.a. lijst installateurs);
www.envirodesk.be
Ook vind ik dat organisaties als de BBL, de vakbonden, Oivo enzomeer deze kwestie eens grondig en kritisch zouden mogen bekijken, zeker in het perspectief van de mogelijkheden van een kleine verbruiker tegenover het monopolie van de grote stroomleverancier of stroomverdelers die met de overheid zoete broodjes bakken of rond hun vinger draaien.
Zopas lazen we de bevindingen van Testaankoop (in nr° 508) (die spijtig genoeg alleen maar over verwarming gaan) over verwarming met zonnepanelen: te duur en te vroeg.
Dat zal dus zeker gelden voor stroomverkrijging door zonnepanelen. Hoe goed en efficiënt het ook kan zijn, het blijft een elitekwestie en juist wie centen heeft zal ze daarin niet investeren...
Niet iedereen denkt en handelt zoals de firma Colruyt.
Verontschuldig me als mijn betoog soms nogal technisch is; daarmee wou ik aantonen dat dit meer is dan een oppervlakkige droom. Onthoud vooral dat ook hier de grootste belanghebber op een geraffineerde manier een zinvol gebruik afremt – of mogen we zeggen stokken in de wielen steekt en alles bij het oude laat, om het enge eigen belang (?) veilig te stellen?
Eddy Merckx wil Ronde van Frankrijk in Qatar starten.
Eddy Merckx wil Tour naar Qatar halen.
Merckx: "Qatar heeft goede wegen, voldoende hotels en het klimaat is er uitstekend. En het wielrennen leeft hier."
Aldus Eddy, die ook betrokken is bij de organisatie van de Ronde van Qatar.
"Meer dan de helft van de allochtonen in Vlaanderen leeft onder de armoedegrens.
De vrouwen zijn de grootste slachtoffers van armoede, in het bijzonder die van Marokkaanse en Turkse afkomst.
De allochtonen, in het bijzonder de vrouwen, hebben de laagste inkomens."
Dat zijn de meest saillante conclusies van het onderzoek van Bea Van
Robaeys en Nathalie Perrin in opdracht van de Koning Boudewijnstichting.
De resultaten van het laatste onderzoek vormen opnieuw een stevige
bevestiging van wat men 16 jaar geleden reeds met zeer deskundige
onderzoekers heeft vastgesteld. De les is dat men onderzoeken
financiert, de conclusies beluistert, men belooft ook, maar
uiteindelijk gebeurt er niets, noch op nationaal, noch op gewestelijk,
noch op stedelijk niveau.
Interessant aan deze conclusies is dat de wetenschappers een nieuwe
benadering hebben gehanteerd, nl. vanuit de armoedegrenzen. Misschien
zullen de politieke wereld, de hulpverleningsdiensten, de
welzijnsorganisaties, de scholen en in het bijzonder de werkgevers,
steden en gemeenten nu wakker geschud worden.
Wetenschappers zoeken immers de oorzaken in sleutelfactoren als
studieniveau, studierichting, taalkennis, discriminatie, etnische
origine, enz. Anderen, vooral uit de politieke wereld, zoeken de
toevlucht in de onderdrukking van zowel de Marokkaanse als de Turkse
vrouw door hun gemeenschappen. Sommige politieke partijen proberen
daarenboven de cultuur en godsdienst te betrekken bij de verklarende
factoren, maar ze vergeten meestal dat zijzelf wel eens aan de basis
van deze situatie zouden kunnen liggen.
Na 50 jaar migrantenbeleid volgt nog meer dan 50 procent van de
migrantenleerlingen het beroeps- en technisch onderwijs, meestal in
studierichtingen met beperkte tewerkstellingsmogelijkheden. Slechts 2
procent van de migrantenjongeren van de tweede en derde generatie,
voltooit hoger onderwijs (buiten en binnen de universiteit).
De werkloosheidscijfers onder migrantenjongeren die hier geboren zijn
en in Vlaamse scholen werden gevormd, liggen bijna viermaal hoger dan
bij hun Vlaamse leeftijdsgenoten.
Dit heeft niets te maken met de onderdrukking van de vrouw door haar
gemeenschap of de islam, maar is wel een bewijs van ongelijke
maatschappelijke behandeling en in het bijzonder van het falen van het
migrantenbeleid.
Er wordt ook geopperd dat het aanleren van het Nederlands zou helpen
bij het vinden van een job. Het verwerven van het Nederlands biedt
echter weinig kans op werk, vooral voor diegenen die geen hoog diploma
hebben behaald.
Discriminatie is gewicht aan het been!
Discriminatie, zowel op scholen als op de werkvloer, is meestal een
zwaar gewicht aan het been. Voeg daarbij dat, na de toepassing van het
inburgeringsdecreet op het einde van de jaren negentig, het
integratiebeleid naar de provinciale en stedelijke niveaus werd
overgeheveld. Dit leidde tot de afschaffing van alle integratiecentra
en van hun integrale werking.
Zo ontstonden hoge drempels, ook voor de cursussen Nederlandse taal en maatschappelijke oriëntatie.
Velen haken af omwille van praktische moeilijkheden, zoals bijvoorbeeld de afstand tussen woonplaats en cursusplek.
Daarenboven beperkt de werking van integratiediensten en OCMWs van
vele steden zich tot het opmaken van mooie rapporten om subsidies
binnen te rijven.
Bovendien bestaat er angst om een actief integratiebeleid te voeren omwille van de vrees voor verlies van stemmen.
Dus eigen belang eerst.
De nieuwkomers worden daarbij meestal geconfronteerd met een lesgever
of een begeleider die niets weet over hun migratietraject, hun cultuur,
hun taal of de dramas waarmee ze geconfronteerd werden. Vandaar ook de
inefficiëntie van het beleid.
Ja, Vlaanderen en België hebben veel geïnvesteerd om diegenen die tot
de Vierde Wereld behoren uit de klauwen van (kans)armoede te bevrijden,
maar door de inefficiëntie van het beleid is er een Vijfde Wereld op
komst. Deze zal uitsluitend bevolkt zijn door kinderen, gezinnen,
mannen en vrouwen uit de immigratie, in het bijzonder van moslimse en
Afrikaanse origine.
Youssef Ben Abdeljelil, historicus en geograaf (oud-onderzoeker OASeS) te Aalst.
(Ingekort artikel uit Mondiaal Magazine van 11.11.11.)
Toenmalig Europees parlementslid Willy Kuypers, beleefde angstige ogenblikken, als hij geblinddoekt
aan de arm van een blinde, een roltrap afdaalde in Antwerpen 1986, tijdens een actie van het Olympiakomitee.
Trappen.
Een trap al dan niet beweegbaar; uit- en intrekbaar is een constructie om een hoger of lager niveau te bereiken.
Het simpelste is een vaste of loshangende ladder, maar daar wil ik het niet over hebben.
Wél ook over die éne trede op het voetpad, die er teveel aan is voor
rolstoelgebruikers, als ze een trottoir willen op- of afrijden. Men kan
die stoephoogte natuurlijk op een goede manier afschuinen (voor de
overgrote meerderheid van de garages doet men dat automatisch) maar dat
is voor mensen in een rolstoel niet zo gemakkelijk te verwezenlijken,
al weten de bevoegde autoriteiten deze noodzaak al vele jaren. En nog
al te dikwijls staat de rolstoeler na een goeie afrit van een stoep
voor een onmogelijke oprit vast te midden van de gevaarlijke straat
die, heden ten dage onnatuurlijk overal, alleen voor autos beschikbaar
is.
Maar tevens worden rolstoelers gewoon en gemakshalve vergeten als
volwaardige mensen. Zo heeft men nog in 2006, bij het heraanleggen van
de markt in Wenduine een deelgemeente van De Haan geen afschuining
gemaakt van de trappen voor de openbare bibliotheek, die daar op de
markt gelegen is. Voor die gemeentebestuurders hoeven mensen die niet
kunnen gaan ook niet te lezen blijkbaar.
Trams en autobussen.
Trappen kunnen ook gewoon een levensgevaarlijke val-strik zijn. Denk
maar aan de dalende trappen al dan niet automatisch van metros en
dergelijke. Als daarvoor geen door blinden en slechtzienden met de
voeten voelbare waarschuwing aangebracht ligt, dan riskeren deze
visueel gehandicapten ook nog een diepe val met ernstige kwetsuren als
gevolg. Na enkele acties van het toenmalig Olympiakomitee uit Antwerpen
in 1985 en 1986, heeft men aldaar dan toch, in meerdere stations
verende tegels of waarschuwingsnoppen aangelegd. Maar voor rolstoelers
zijn er, nu nog steeds, slechts in een beperkt aantal tramstations
liften beschikbaar in de premetro van Antwerpen.
Nochtans reeds in begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw,
bracht een actiegroep een rolstoelpatiënt in de Antwerpse premetro naar
beneden, om aandacht te vragen voor rolstoelgebruikers.
De man, een vrijwilliger, heel zwaar gehandicapt, kon niet anders dan
vastgebonden in zijn zware, door batterijen aangedreven rolstoel
deelnemen aan de actie.
Tussen haakjes: nooit heb ik tijdens een actie een gelukkiger mens
gezien.
Dan werd de politie en de directie van de trammaatschappij ingelicht
dat er een zwaar gehandicapte in de katakomben van de metro zat en er
alleen nooit uitkon.
Er waren vier personen voor nodig om hem via de roltrap trap voor trap terug naar boven te brengen!
Ook in Brussel ondervinden rolstoelgebruikers (volgens de Toeristische
Gids voor gehandicapten) grote moeilijkheden om zich met het openbaar
vervoer te verplaatsen. Er zijn slechts een tiental metrostations
toegankelijk. De ruimte echter tussen het perron en het metrostel
blijft nog een belangrijk obstakel (en dat is niet alleen waar voor
Brussel).
Wel zijn er op vele plaatsen plannen om veel meer metrostations, trams
en bussen toegankelijk te maken. Maar men spreekt in die plannen dat
het toch nog tot 2010-2012 zal duren
Voor Vlaanderen komt er in mei 2007 een proefproject voor aangepast
vervoer voor rolstoelgebruikers in twee gebieden: één in de Kempen en
één in Limburg. Minister Kathleen Van Brempt benadrukt dat ook mensen
in een rolstoel recht hebben op basismobiliteit.
Bussen en halteplaatsen worden trouwens wel reeds hier en daar
aangepast aan deze specifieke noden. Toch is er nog veel speciaal
vervoer nodig om mensen met een rolstoel ook hun recht op verplaatsen
te gunnen. En zulk vervoer moet dan op voorhand aangevraagd worden en
kent ook de nodige financiële problemen.
Treinen.
De treinen dan, zijn die vlot bereikbaar voor rolstoelgebruikers?
Voor heel veel stationperrons geldt dat de opstaphoogte niet
aangepast is aan de noden van oudere mensen, of aan personen die wat
moeilijker kunnen gaan.
In nauwelijks 1/6 van het totaal aantal treinstations kunnen
rolstoelers terecht (Bron: Helga Stevens, Vlaams Parlementslid N-VA op
13 maart 2006).
Op 16 maart 2006 kreeg Greet Van Gool, volksvertegenwoordiger voor
SP.A, een antwoord op haar vraag in de plenaire vergadering van de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven. Van Gool vroeg o.m.: Hoe zit
het met het vroeger aangegane engagement van de regering om 93 stations
toegankelijk te maken?
Tegen eind 2008 zullen 24 stations volledig aangepast zijn voor mensen
met beperkte mobiliteit, antwoordde staatssecretaris Bruno Tuybens.
24 treinstations gaan we tegen eind 2008 volledig toegankelijk maken
door alle perrons uit te rusten met liften, hellingen of gelijkwaardige
inrichtingen, door de toegang tot het station en alle perrons aan te
passen en door geschikte sanitaire voorzieningen te maken...
- De 24 zijn uiteraard een begin. De uitvoering van de integrale
toegankelijkheid kost veel geld. In de 93 stations waar u naar
verwijst, blijft de service voor minder mobiele mensen gelden.
Ook in andere stations zorgen hulpvaardige personeelsleden vaak voor de
minder mobiele mensen, wat ook waardering verdient. Aldus Bruno
Tuybens.
Natuurlijk zijn er voor de toegankelijkheid van de treinstations
vele acties gevoerd, ook en vooral door de gehandicapten zelf en dit in
meerdere stations.
Toch geldt heden nog in de overgrote meerderheid van de stations dat,
wanneer een rolstoeler al tot op het perron geraakt, ze dan een
onhandig gevaarte (men noemt dit lompe toestel zeer ongepast een
perronvlinder), dat overal in de weg staat, met één of meerdere
personeelsleden moeten aanrollen tot tegen de opstap van de trein.
Daarmee wordt dan de helling gemaakt waarop de rolstoelgebruiker de
trein wordt ingerold.
Eigenlijk zou een aangepaste heftruck hier zeer handig zijn, met als
voordeel dat men dit toestel ook voor veel andere zaken kan gebruiken.
En terwijl ik toch bezig ben met voorstellen: waarom bouwt men in de
nieuw aan te leggen treinstations geen roltrappen eigenlijk royale
glijdende trottoirs - genre Macro in Deurne? Daarop kunnen met groot
comfort zowel reizigers met valiezen als rolstoelers en kinderwagens
van de ene verdieping naar de andere gebracht worden. Men heeft
daarvoor dikwijls plaats zat, zoals bijvoorbeeld in het nieuwe
treinpaleis in Antwerpen-Centraal, waar men deze kans weer gemist
heeft. En in Brugge zijn ze aan het vernieuwen en Gent zal volgen en
nog vele andere. Waar zitten die vernuftelingen van ingenieurs in deze?
Zijn de managers helemaal benomen door hun gage? Of mankeert het bij de
politiekers weer aan visie?
Van trappen gesproken. In Antwerpen-Zuid zijn er vijftig trappen te
beklimmen, om van het spoorniveau tot het straatniveau te raken.
In de jaren tachtig vorige eeuw, is daar langs weerkanten van beide
sporen een heuse roltrap aangelegd. Ze deden wat roltrappen horen te
doen, maar spijtig genoeg niet lang. Meer dan enkele maanden hebben die
niet gewerkt.
Men heeft ze dan in een houten bekleding gestopt en als dusdanig kan
men die ook vandaag nog op Antwerpen-Zuid bekijken als een volwassen
blunder van de NMBS.
De reizigers die Antwerpen-Zuid aandoen, blijven ook die vijftig trappen doen. Ze moeten wel, er is niets anders.
Om te sluiten nog een triestigheidje. In Brugge, ik zei het al, zijn
ze al een paar jaar bezig met het station te vernieuwen. Daarvoor
leggen ze noodtrappen vooraleer de definitieve er komen. Dat is
normaal, alleen zijn er sommige noodtrappen waarvan de treden te hoog
uit elkaar zijn en dus moeilijker te betreden. De meeste leuningen, die
vooral gebruikt worden door mensen die moeilijker kunnen gaan, zijn van
hout, sommigen zelfs van ongeschaafd hout gemaakt, waar de splinters
uitpieken.
Gezien die verbouwingen nog een twee jaar zullen duren had men daar
toch gewone gladde en handige kunststofleuningen voor kunnen gebruiken?
Eigenlijk geeft de NMBS hier blijk van bitter weinig achting voor haar cliënten.
Mensen die moeilijk te been zijn kunnen het station Brugge beter nog wat vermijden.
Hoe doeltreffend is de inkomensverdeling door de sociale zekerheid in de bestrijding van de armoede?
Tien jaar geleden behoorde België nog tot de wereldtop als het op sociale bescherming aankwam. Vandaag niet meer.
Pensioenen en werkloosheidsuitkeringen houden geen gelijke tred meer met de welvaart.
De hoge werkloosheid leidt tot armoede en tegelijk legt de lage werkgelegenheidsgraad een sterke druk op de sociale zekerheid.
De gegevens zijn afkomstig van de Europese Commissie: officiëler kan niet.
Als de komende verkiezingen al ergens over moeten gaan, dan wel over de
dwingende keuzes die dienen gemaakt om de economische en sociale
verdeeldheid in de Belgische samenleving weg te werken.
Die verdeeldheid laat zich lezen in het rapport van de Europese Commissie.
In België groeit meer dan één kind op acht, of 13,5 procent, op in een gezin waar niemand werkt.
Met dat cijfer presteren we net iets beter dan de Bulgaren. Zelfs Roemenië, niet meteen een Europese koploper, doet beter.
14,7 procent van de Belgen dat zijn ruim 1,5 miljoen mensen leeft in armoede.
In de loop van de jaren 1990 waren we al diep geschokt door de eerste
rapporten van de Koning Boudewijnstichting, waarin het
armoedepercentage tussen de 6 en de 7 procent werd geraamd.
Komen we er nu in Vlaanderen nog met een armoedepercentage van 11 procent af,
dan zit Wallonië met 18 procent en Brussel zelfs met maar even 27 procent opgescheept.
Nu mogen de Europese criteria stringenter zijn dan de Belgische, toch blijven de cijfers ontluisterend en verontrustend.
Bij de oudere Belgen loopt de armoede op tot 21 procent. Nu al zit de
Belgische gepensioneerde met een inkomen dat nog maar net 73 procent
van het inkomen van de werkende Belg bedraagt, een pak onder het
Europees gemiddelde van 85 procent. Onder de werklozen steeg het
armoedepercentage de voorbije jaren tot 28 procent en bij
eenoudergezinnen veelal alleenstaande moeders tot een desastreuze
36 procent.
Onze sociale uitkeringen zijn de voorbije jaren afgegleden naar de laagste in Europa.
De gevolgen daarvan komen hard aan voor Vlaanderen; voor Wallonië en
voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ze verwoestend.
Een kopstuk van de SP.A gaf onlangs toe: We hebben hier met Paars
gefaald. Alleen Vlaams minister Frank Vandenbroucke was bereid zich
publiekelijk op de borst te kloppen: Wij hebben de eerste schuchtere
passen (op het stuk van de activering) pas in 2003 gezet. Omdat er geen
beleid was om werklozen aan de slag te helpen, zit België nu met veel
langdurige werklozen die extra gehandicapt zijn.
Het moet zijn dat de nieuwe armen niet voorkomen in de focusgroepen die
de met overheidsgeld vorstelijk betaalde communicatiespecialisten
hanteren om het beleid te begeleiden, want premier Guy Verhofstadt
heeft de afgelopen jaren met zijn paarse meerderheid alle
knipperlichten genegeerd.
Dat de welvaartstaat, zoals professor Herman Deleeck graag herhaalde,
een maatschappelijk project is met duidelijke ethische onderbouw, is ze
daar in de Wetstraat even ontgaan.
Vandaag krijgt Paars zelfs de armoede, die ze de voorbije acht jaar mee hielp aanrichten, niet meer georganiseerd.
Armoede is geen schande voor wie ze ondergaat, wel voor hen die ze door non-beleid veroorzaken.
Uit: Van de redactie. KNACK 28 februari 2007. Rik Van Cauwelaert.
Werkgelegenheid, oplossing voor alles?
Ik zeg niet dat volledige werkgelegenheid alle misdaad zal
voorkomen. Je zult altijd een politiemacht en gevangenissen nodig
hebben. Maar laten we ophouden om een fundamenteel sociaal probleem van
werkloosheid op te lossen door de strafstaat uit te rollen.
Een probleem dat in essentie te maken heeft met werkloosheid, los je op door in jobs te voorzien. Degelijke jobs.
Onze maatschappij is rijk genoeg om daarvoor te zorgen.
En de nood is hoog: kinderopvang, onderwijs, gehandicaptenzorg, de zorg voor ouderen
Ik pleit in Frankrijk voor de creatie van een miljoen jobs in s lands
grootste probleemwijken. En ik beweer dat tachtig procent van alle
actuele problemen daarmee opgelost zal zijn.
Pleidooi voor een soort basisinkomen voor iedereen?
Mensen denken soms dat iedereen in zijn luie zetel zou blijven
liggen als zon basisinkomen werd ingevoerd.
Maar dat klopt niet: werk is niet alleen een bron van inkomsten, het is
ook een manier om jezelf te ontplooien, om sociale contacten te hebben.
We hebben werk en inkomen trouwens al lang van elkaar losgekoppeld: wat
zijn dividenden anders? Mensen spelen op de beurs en verdienen geld
zonder dat ze daar iets voor hoeven te doen.
De top 40 van de Franse bedrijven heeft vorig jaar meer dan 30 miljard euro winst uitgekeerd aan zijn aandeelhouders.
Als dat geen loskoppeling is van werk en inkomen, dan weet ik het ook niet meer.
En waarom zou dat alleen mogen voor de top van de samenleving, en niet voor de mensen aan de onderkant?
Globalisering. Kan Europa zich economisch isoleren van de rest van de wereld?
Minder markt en meer staat, blijven we dan nog concurrentieel?
Ook door dat argument mogen we ons niet laten verblinden.
De Europese landen maken vooral deel uit van de Europese economie: ze exporteren voor 80% binnen de eurozone.
Kapitaal en goederen stromen voor 90% tussen Europa, Japan en de Verenigde Staten.
Als mensen het over globalisering hebben, denkt iedereen aan
onderbetaalde Chinese arbeiders tegen wie wij niet kunnen concurreren.
Als ik het heb over jobs die door de overheid gecreëerd kunnen worden,
heb ik het over jobs die geen concurrentie hoeven te vrezen:
kinderopvang en gehandicaptenzorg kun je bezwaarlijk delocaliseren naar
China.
Wat zegt u tegen politici die u voor gek verklaren?
Dat ze zich moeten afvragen wat ze willen. Willen ze de armoede
blijven organiseren, zodat mensen in de criminaliteit geduwd worden en
we steeds meer politie en gevangenissen nodig hebben? Of wil men de
uitzonderlijke rijkdom die we hebben op een andere manier verdelen,
zodat de staat echt de veruitwendiging wordt van ons allemaal?
We kunnen de staat vormgeven zoals wij dat willen, hoor. Dat zijn we vergeten.
We hebben gevangen gezeten in het idee dat alles een kwestie is van markt versus staat.
Terwijl markt een schepping is van de staat.
Zonder staat geen markt, al was het maar omdat staat eigendomsrecht moet garanderen.
Dat zijn allemaal politieke beslissingen. Het enige wat we nodig hebben is de politieke wil!
Uit een interview van KNACK 28 februari 2007 met Loïc Wacquant.
In nevlige tijden, uit Adams rib.
Lieve vrouwen,
Onrein zijn vrouwen, wat menselijk slib.
Mannen met diarree, niet!
Schaamteloos kopplen ze piepjong aan oud.
Voor heren telt geen verdriet.
Besnijden, vernederen, ze maken ze koud.
Creëren een God die t niet ziet.
Refrein: Lieve vrouwen, Waarom toch is God een heer? Wie kan er een heer vertrouwen? Een God of Godin is meer! Profeten, ze hebben een pietje. n Stil stijf vergeetmenietje. Maar een vrouw heeft recht, gelijk een man. Om vrij, vrij te leven, meneer!
Je kunt maar geloven in God alleen,
Lieve vrouwen.
dApostels die deden soms heel gemeen,
rond meisjes net en naïef.
Pausen en priesters willen tweeduizend jaar
geen vrouwen, wel dikwijls een lief.
Ze stierven voor Christus, leefden er naar.
Maar t bleef tweedehands gerief.
Refrein
t Begin van de Islam dat gaf ons veel hoop.
Lieve vrouwen.
De Koran zat niet met de vrouw in een knoop.
Later de Sharia(s) wel!
Mullahs en Moeftis zien zonde in de vrouw,
wikkelen zin kommer en kwel.
Broers kelen zussen, brutaal zonder rouw,
InshaAllah, hei, dit is dhel!
Vele jaren reeds mag ik Louis, bijna 70, van zijn tweede jaar blind, mijn vriend noemen.
Letterlijk arm in arm hebben wij al heel wat meegemaakt.
Ja, naar buitenuit lijkt het of ik Louis leid, en het is waar, ik kan de auto's en andere hindernissen wel zien,
maar zijn weg kent mijn gehandicapte kameraad heel wat beter dan ik.
Het is dom maar waar, ik laat geen enkele gelegenheid voorbijgaan om verloren te lopen
en ik ben al dikwijls blij geweest dat hij mij begeleidde!
Arm in arm ja, het geeft soms wel een eigenaardig effect.
Zoals toen wij beiden, zo rond halftwaalf 's avonds, van een Antwerpse vergadering kwamen
en voorbij een nachtbar trokken, waarbij de buitenwipper mij aantikte en smalend zei:
"Olala, gij hebt uw schatje bij, hé ventje!"
Louis en ik zijn samen dik 12O jaar, maar toch heeft die portier gelijk: Louis is 'n schat van een mens.
Hij is op pensioen nu, maar rust is er niet bij. Hij speelt trompet in twee harmonieën,
hij doet aan sport, een soort balspel met een belletje, waarin hij ook internationaal nog heeft uitgeblonken,
hij schaakt, kaart, lost kruiswoordraadsels op, is actief in meerdere blindenorganisaties en is veel op reis
dikwijls op zijn eentje en toch bijna altijd daar waar hij nodig is.
Een man met gezond verstand ja, maar al te dikwijls volstaat dat niet om iemand zoals Louis,
zonder kwetsuren toe te laten te komen waar hij wil zijn.
We zaten in de lente bij zomers weer op één van die terrasjes die mijn vriend wel goed vindt eens hij,
zoals toen, er een biertje kan drinken. Maar anders ervaart hij die dingen pijnlijk als hij er
blind denkend dat een voetpad voor voetgangers bestemd is er weer eens tegenaan stommelt.
- "Weet ge", zei hij, terwijl hij heel voorzichtig, want hij heeft veel eerbied voor geestrijke drank,
naar zijn trappist tastte, "ik versta honderd procent dat het verkeer afgestemd is op gewone valide mensen.
Maar het heeft er nu toch de schijn van dat het Beleid alleen maar content is als wij, de mindervaliden,
vol builen en blutsen zitten."
Daarmee had Louis het gesprek zijn draai gegeven.
Zoals zo dikwijls is het onderwerp bij bejaarden en gehandicapten de eenzaamheid, of de strijd daar tegen.
Want ook onze jarenlang gevoerde autopolitiek veroordeelt meer en meer kwetsbare mensen tot binnenblijven, tot afzondering.
- "Ja, het is erg geworden," ging hij verder,"op de autobanen moet vanzelfsprekend
geen fietser of voetganger zich wagen, maar ook in de woonwijken is de auto de meester,
en zelfs het voetpad wordt door die heilige blikken koe ingepalmd. Ik kom er regelmatig mee in botsing,
en dat is absoluut geen vriendelijk contact, meestal zijn de chauffeurs dan nog kwaad op mij ook.
Het voetpad, het trottoir, dat toch ons terrein zou moeten zijn, wat een miserie is dat toch geworden!"
Hij begon op zijn vingers te tellen:
- "Palen van alle soorten in alle maten, kasten, terrassen ook ha ja, vuilnisbakken, telefooncellen
postbussen, uitstallingen, bouwputten, stellingen, soms kerstbomen, fietsen,
en naast auto's zijn vooral brommers grote obstakels, de reclameborden,
ge kunt het zo gek niet bedenken of het staat wel op de stoep!
Het voetpad is de voetveeg van de straat geworden", besloot Louis.
We bestelden er ons nog één, de zon deed deugd en het bier eveneens.
- "Wat zeer verraderlijk is dat zijn de verplaatsbare tekens,
de parkeerplaten die men zo af en toe hier en daar gaat neerpoten.
Zie jongen, dan weet ge als blinde dat, als ge er op één gestoten zijt
want daar verwacht ge u niet aan hé dat er u een tweede te wachten staat.
Maar als ge dan, door geluk of ongeluk naargelang men het noemen wil, dat tweede gemankeerd hebt,
dan zoekt ge inderdaad lijk een blinde naar een ei
naar dat tweede plakkaat, wat natuurlijk verder niet te vinden is.
Man, om te vloeken hoor! Zouden ze daar echt niets anders op kunnen vinden?"
We gingen door, we moesten naar de tram, en ik leidde hem zwijgend naast de parkeermeters die, op het voetpad,
ten dienste staan van de auto's en in de weg van de mensen.
We stapten op de tram en Louis zweeg geen moment:
- "Och ja die tram, we hebben nu een metro die drieduizend frank de millimeter kost
(Louis telt, lijk veel mensen, nog in franken) en waar wél liftkokers maar lang niet overal liften inzitten,
waar dus geen gehandicapten in kunnen, maar ook geen moedertjes met een kinderwagen
en waar de bejaarden het heel moeilijk hebben.
Want zie makker," Louis kneep in mijn arm, "kijk, dat wil ik gezegd hebben,
als het goed is op de weg, of op het openbaar vervoer voor ons soort mensen,
dan is het ook goed voor al de anderen, ja toch?"
Ik legde mijn hand op de zijne, bij wijze van instemming.
Onze bestemming naderde, Louis wist dat natuurlijk ook, hij telt de tramhaltes,
hij besloot snel sprekend: "Geloof me, met serieuze inspraak, ook van onze mensen als reizigers, zou het anders kunnen.
Mocht er tenminste een serieus beleid zijn, meen ik.
Maar ik heb geweten dat een deputé van de Provincie,
die heel zijn carrière voor niets in een chique voituur had gereden,
bij zijn dik pensioen nog een cadeautje meekreeg van bijna twee miljoen frank...
Het is een gehandicapt beleid jongen, en het zou een beleid moeten zijn dat ook goed is voor gehandicapten, of niet soms?"
- Ja Louis, zei ik, ik vind dat gij gelijk hebt. Al lang.
Natuurlijk kon ik u doodgewoon een gelukkig jaar toewensen lijk al die anderen, maar wat heeft een mens daaraan?
Gebakken lucht, dat is het, ge kunt al net zo goed geloven wat de politiekers beloven!
Ik zal u en uw partner beter iets voorschotelen dat u dit jaar, en ook het volgende, tongtintelend zal heugen.
Rode biet, sommigen zweren dat die kanker voorkomt, heeft zó gegeten een grondsmaak,
maar volg mij en ge gaat geen grond meer raken.
Een halve kilo van die rooie (twee kleintjes is ook goed), schillen, spoelen,
in stukjes snijden van een pink dik en een vingernagel groot.
Kook die hevige kleurlingetjes in een halve liter water gedurende veertig minuten op een zeer zacht vuurtje.
Ge hebt dan tijd zat om een ajuin te snipperen, liefst zo’n dikke Spaanse, dan komt ge met een halve toe,
stoof die blond in een dikbodempannetje met een geutje olie.
Strooi er tijdens dit proces een soeplepel gemalen venkelzaadjes door en evenveel geraspte verse gember.
Ja, dit is puur gesmaakte gezondheid.
Kieper dit stoofsel bij de bietjes, samen met een handvol gespoelde rozijnen,
zeker twee soeplepels citroensap en een piepklein lepeltje honing.
Zet heel dat geval dan minstens een uur te koelen, zodat de smaken liefdevol in elkaar smelten.
Dat is dus niet zoals de VLD met VIVANT of de CD&V met NVA, en al evenmin lijk SP.A met SPIRIT
en ook absoluut niet zoals het Vlaams Belang met VLOTT.
Eigenlijk mag ik dat niet vergelijken met die minderwaardige producten.
Donkerkleurend rood is troef vandaag (hoewel ge er in de politiek nu ver naar moet zoeken).
Koop dus twee sneden bloedpens van een royale centimeter dik. Het gaat ook met beuling, ofte bloedworst
(want bloedpens, die oeroude lekkernij, kennen ze niet meer overal).
Terwijl ge de bietjesgemeenschap nog eventjes bijna op het kookpunt brengt,
bakt ge die bloedjes van schijven, ze eens voorzichtig kerend, in een beetje olie gaar.
Dat is het, aan tafel!
Daarbij kunt ge best van dat rond zacht Marokkaans brood eten – uitstekend tegen het racisme –
dat is zeer geschikt om in die saus te soppen, waar dat niet te vinden is zijn platte ovenkoeken ook goed.
Drinken, ja ik vind dat best met kriekenbier, dat is zurig-zoet zonder te veel alcohol en de kleur past ook uitstekend.
Voilà, en als ge dat niet lust dan is het hoog tijd om dit te leren eten, proeven en verheerlijkt
naar de hemel te kijken, want, geloof mij, dat eten ze daar ook liever als rijstpap met gouden lepeltjes.
En wat jullie voor mij kunnen doen als tegenprestatie? Wat denkt ge om eens te zingen van:
Lang zal hij leven, lang zal hij leven in de gloria, in de gloria!!
Wie alles juist heeft ingevuld, krijgt een karikatuur van de gezochte persoon te zien!
Onder het kruiswoord vindt u uitgebreide omschrijvingen van de
gezochte woorden. Boven het kruiswoord verschijnt telkens het nummer
hiervan, en een kortere omschrijving.Het rode vakje en de grijze vakjes
geven aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. U kan doorheen
het rooster bewegen met de pijltjestoetsen, of met de muis. De richting
wijzigen doet u met de pijltjestoetsen, of door met de muis op het rode
vakje te klikken.Indien het kruiswoordraadsel niet verschijnt, beschikt
u misschien nog niet over een geschikte Java-versie.
U kan die hier vinden,
en na installatie kan u het opnieuw proberen.
Als u het kruiswoordraadsel liever afdrukt om het op te lossen,
kan u hier klikken.