Ik ben René Schupp, en gebruik soms ook wel de schuilnaam utopia.
Ik ben een man en woon in Kerkrade (Nederland) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 02/01/1941 en ben nu dus 83 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven. Lezen, Muziek, Tai Chi..
FILOSOFIE:
Bij het recht om te zeggen wat je denkt, hoort de plicht om te denken over wat je zegt.
Door ons zwerversbestaan vaker de opmerking gehoord dat wij beter een woonwagen konden nemen. Veel verhuizingen liggen inmiddels achter ons. Waar dan ook; familie wist ons wel te vinden. Regelmatig bezoek van broers en zussen met hun aanhang. De drie jongste zusjes verbleven zelfs hun vakanties bij ons. We stonden steeds voor hen klaar. Na het overlijden van ouders was Claire regelmatig het vangnet en vraagbaak voor broers en zussen.
KERKRADE - KOESTRAAT, 61 (1941-1966) Na het verlaten van de ouderlijke woning in de Koestraat werd het huwelijkse leven gekenmerkt door vele verhuizingen. Onze blik is hierdoor verruimd; vriendschappen en contacten werden opgebouwd. Omgevingen zijn ons vertrouwd geraakt; echter elke keer weer deed afscheid nemen pijn.
KERKRADE - ZONSTRAAT, 254 (1966-1966) Claire en ik hadden al enige tijd verkering; uiteraard hadden we zo onze dromen. We waren dan ook in de zevende hemel toen we uiteindelijk in aanmerking kwamen voor een woning. Een mooie moderne woning in een Torenflat aan de Zonstraat in Kerkrade. Voorzien van centrale verwarming en standaard voorzien van linoleum vloerbedekking. Vanaf de derde verdieping hadden we ruim uitzicht over de wijk. Spannende tijd om ons voor de eerste keer in te richten. Echter het huwelijksgeluk in deze woning was van korte duur. Door sluiting van de mijnen was er in Limburg geen of weinig vervangende werkgelegenheid. Elders in het land was de vraag naar personeel groot. Volksverhuizingen werden een feit. De toekomst zou ons leren dat er nog vele verhuizingen zouden volgen.
BREDA - TEMSESTRAAT, 45 (1966-1968) Een prachtige nieuwe woning in een buitenwijk van Breda; veel woningen waren bewoond door Enka werknemers. Toen de verhuiswagen klaar stond voor vertrek, stond schoonmoeder ons uit te zwaaien; allen met tranen in de ogen. Na enkele weken kregen we van schoonouders een mooi ijzeren hekwerk om de voortuin. Eveneens een smeedijzeren trapleuning, kapstok en paraplubak. Alles vervaardigd in de werkplaats van schoonouders. Schoonvader kwam op bezoek om het geheel in ogenschouw te nemen. Even later moest hij glimlachen; een onbekende man was het hekwerk aan het opmeten. De eerste sneeuw was inmiddels gevallen. Achter in de tuin probeerde ik een vink te vangen. Had een lade van de koelkast opgesteld, met een touw naar de keuken. Uiteraard geen vangst; wel veel plezier. Helaas kwam in deze perioden mijn moeder en schoonvader te overlijden. Heimwee en wederom een verhuizing.
KERKRADE - HERTOGENLAAN, 358 (1968-1968) Een woning in een torenflat op de vierde verdieping. Deze woning was reeds eerder bewoond geweest; schoonmaak en opnieuw in de verf zetten bleek noodzakelijk. Echter het wonen was van korte duur. Werkgelegenheid was dun gezaaid; in principe zou ik van Enka Breda overstappen naar een dochterbedrijf in Duitsland. Werd op een wachtlijst geplaatst; als overbrugging ging ik in een Duitse mijn werken. Enerzijds gevaarlijke en onveilige werksituaties; anderzijds zeer lange reis en werktijden. We waren snel van het heimwee genezen; na vier maanden terugkeer naar Enka Breda.
BREDA - OUDERGEMSTRAAT, 41 (1968-1969) Deze keer een oudere woning in een buitenwijk van Breda; kort bij de wijk waar we voorheen hadden gewoond. Helaas was de woning totaal uitgeleefd; nodige werk moest verricht worden. Enka was wel in Prinsenbeek een aantal woningen aan het bouwen; we kregen toezegging dat we hier de eerste keus zouden krijgen.
PRINSENBEEK - VAANDELSTRAAT, 38 (1969-1973) De toezegging werd nagekomen; uit de ruim 70 woningen maakte we de keus voor een hoekwoning met garage. Naast de garage bevond zich een tweede garage; haaks op deze twee garages een viertal overige garages. Door deze situatie hadden we aan de linkerzijde een lange muur en zaten heerlijk vrij. Wonen in een dorpse sfeer met leuke contacten. De wijk lag aan de rand van een tuinbouwgebied. Bij een welwillende tuinder kochten we vaker aardbeien. Een heel veilingkistje vol voor twee gulden vijftig. Wij moesten ze wel zelf plukken. We woonden er graag; echter het lot besliste weer anders. Door onzekere tijden bij Enka werd weer omgezien naar enige zekerheid in onze bestaansbron. Deze keer ging de reis naar Eindhoven.
EINDHOVEN - SLANGENBURG, 27 (1973-1980) Een leuk baan en een mooi huis; wat wil je nog meer. Een nieuwbouwwijk; de woningen werden beheerd door Philips Woning en Grondbedrijf. Het spreekt voor zich dat de woningen voornamelijk verhuurd werden aan Philips personeel. Het was dan ook een drukte van belang als het personeel zich op weg begaf naar de werkplekken in de regio. In beginsel werkte ik in onregelmatige diensten, had er als zodanig minder hinder van. Anderzijds woonden we enigszins ingesloten aan een groot woonerf. Na enige tijd werd er pal voor onze deur een speelfort voor de jeugd gebouwd. Nu was het afgelopen met de rust. Wederom bood zich een oplossing aan. Door een sociale woningstichting waren knusse huizen in aanbouw in een parkachtige omgeving. Philips bemiddelde in een woningruil. Het waren inderdaad gouden tijden.
EINDHOVEN - GUESSELT, 2 (1980-1983) Het kon niet op; alweer een mooie woning. Een hoekhuis met een garage. Al snel bewonderende blikken uit de buurt voor onze mooie voor- zij- en achtertuin. De zijgevel begroeid met een prachtig geleide vuurdoorn. Deze keer gingen we er vanuit dat dit de laatste woning zou zijn. Een promotie droeg bij aan de klim op de maatschappelijke l adder. Deze keer ging de reis naar het Noordoosten van het land.
ALMELO - ABBINGASTATE, 1 (1983-1985) Door Philips was in beginsel een hotel geregeld. Uiteraard in de weekeinden op reis naar het thuisfront. Het was steeds een flinke rit; was naarstig op zoek naar een geschikte woning. Een collega stond mij met raad en daad terzijde in de mogelijkheden. Uiteindelijk stuitte ik op een bestaande woning die op korte termijn vrij kwam. Middels makelaar en bemiddeling van Philips werd een huurovereenkomst aangegaan. Wij woonden buiten de stad in een zeer groene omgeving; hoorden de vogeltjes fluiten. Hadden aangenaam contact met onze buren. Hadden inmiddels de tuin opnieuw aangelegd. De jonge coniferen groeide snel en binnen de familie rees de vraag wanneer de volgende verhuizing een feit werd. We zouden hen niet lang op de proef stellen.
VENLO - LAURIERSTRAAT, 1 (1985-1987) Overplaatsing in dienst van dochterbedrijf Pope in Venlo in combinatie met Philips in Deurne. Werkzaamheden in een zogeheten verdeelsleutel. Echter de sleutel van de woning liet enige tijd op zich wachten. Deze keer een koopwoning in aanbouw. Wederom een hotel met pendelen in het weekeinde. Aangezien de woning niet voor het schoolseizoen opgeleverd kon worden, regelde Philips een tijdelijke woning in bungalowpark Blitterswijk. Elke dag voor en na mijn werk de kinderen brengen en ophalen. Na acht weken was het zover, weer stond er een droomhuis klaar. De woning lag in een buitenwijk. Zoals vanouds weer een hoekwoning met garage en op den duur weer een mooi aangelegde tuin. Het fenomeen van de coniferen werd alweer van toepassing. We verkochten de woning en kozen deze keer voor een huurappartement. in het centrum van Blerick. Alle voorzieningen dicht bij de deur.
VENLO - WITHERENSTRAAT, 156 Een mooi appartementin het centrum van Blerick; alle voorzieningen dicht bij de deur. Wandelend door Blerick of op weg naar de Maasoever; steeds links en groeten van bekenden. Veel leesgenoegen door bezoek aan de nabij gelegen bibliotheek. Na verloop van tijd werd mogelijkheid geboden om het appartement te kopen. We hadden inmiddels de nodige renovaties uitgevoerd en besloten tot aankoop. Deze keer gingen we er van uit dat het onze laatste woning zou zijn.
KERKRADE - HERTOGENLAAN, 34A Vroegtijdig vertrek uit het arbeidsproces en familiebinding waren de oorzaak om terug te keren naar onze geboortestreek. Nostalgie en realiteit; de cirkel is rond. Deze keer een koopappartement in het Rolduckerveld van Kerkrade; dichtbij onze eerste woning. Uiteindelijk is de tijd aangebroken om de vruchten te plukken van al datgene wat gezaaid is.
SAMENVATTING Behoud van werk het lot; verhuizingen verliepen vlot. Naar hier, naar daar, naar waar? Al met al, soms heel erg zwaar! Familie wist ons wel te vinden; voor goede raad of welbevinden. Steeds weer een openhuis; zomer en winter; vakantiehuis. Nooit hebben we ons verveeld; lief en leed, samen gedeeld. Zo zijn de jaren weggespoeld; tijd die men duidelijk voelt. Soms gaan de dagen vliegensvlug; nee, er is geen weg terug. Wij proberen ernaar te streven; elk moment bewust te leven. CARPE DIEM.
Verliefd, verloofd, getrouwd. Stap voor stap; toekomst opgebouwd. Beschouwend ervaren. Hoe het bootje is gevaren. Ervaringen om te leren. To Be, or not To Be; waarderen. Hoge bergen, diepe dalen. Levensboek; gedichten en verhalen. Elk vogeltje zingt zijn lied. Noord tot Zuid; in elk gebied. Oost tot West; klinkende muziek. Zoekende mens; o zó Uniek. Claire mijn steun en toeverlaat; rots in de branding. Drie maal Hulde; Hoera en Hoezee!
OPMERKING Onderstaande hoofdstukken zijn als zodanig vermeld; echter in privé beheer. Met uizondering van hoofdstuk verhuizen (9.5). INHOUD 9.1 CLAIRE EN RENÉ 9.2 TIJDSBESTEDING 9.3 WETTELIJK HUWELIJK 9.4 KERKELIJK HUWELIJK 9.5 VERHUIZEN *** 9.6 GEZINSLEVEN 9.7 ZILVEREN BRUILOFT 9.8 GOUDEN BRUILOFT
Ferme jongens, stoere knapen volgens het bekende lied. Echter toen het moment van afzwaaien was aangebroken, hadden velen het erg moeilijk. Door onze zware opleiding en maanden lang samenzijn was er een zeer hechte band ontstaan. Wij waren reeds enkele dagen geleden uit Duitsland teruggekeerd. Op de appelplaats stond de nieuwe lichting reeds klaar om onze plaats te gaan innemen. Handen werden geschud en schouderklopjes uitgedeeld.
LACHEN EN HUILEN Toen de drietonners in beweging kwamen renden wij naar de poort. Kapitein Siers reed de colonne voor op de motor. Terwijl de colonne aan ons voorbijreed, gingen wij in de houding staan en brachten een saluut. De kapitein salueerde terug en de anderen zwaaiden. Enkelen konden de emoties nauwelijks de baas. Ook zij die het meest hadden uitgekeken naar hun afzwaaien, konden moeilijk tot vertrek komen. Adressen werden uitgewisseld, wederom handen geschud, gelachen en gehuild.
LEGERKOERIER Ondanks de zware militaire training en vorming had ik erg tegen het afzwaaien opgezien. De diensttijd had ik enorm genoten en de wetenschap dat ik terug de mijn in moest kwelde mij zeer. Gedurende de laatste weken van de diensttijd had ik regelmatig de advertenties in ‘De Legerkoerier’ geraadpleegd. Ondanks vele aanbiedingen kon ik geen passende mogelijkheid vinden. Aanvankelijk wilde ik naar de politieschool, maar om diverse redenen tot de sluiting van de mijnen, ondergronds werkzaam gebleven.
MIJNSSLUITING 17 december 1965: een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Limburg. Toenmalig minister van Economische Zaken, Joop den Uyl, kondigde de sluiting van de mijnen aan. Veel is er over gezegd en geschreven. Enerzijds de nostalgie in zwart wit en anderzijds de inkleuring van zwart naar groen. Voor hen die de zware en ongezonde tijd daadwerkelijk hebben meegemaakt een beladen onderwerp. Uiteraard ook velen die terugverlangen naar de tijd van koempels met hun kameraadschap. Er was bestaanszekerheid, maar ook kommer en kwel. Wij zijn snel geneigd om nostalgie om te zetten in een verheven tijd. Witte boorden en geestelijkheid bepaalde vaak het lot. Normen en waarden vaak met de paplepel ingegoten.
OORZAAK EN GEVOLG Sluiting van de mijnen: voor ouderen met vele dienstjaren een bittere pil. Echter jongeren hebben tijdig kans gekregen om het zware en ongezonde werk te ontvluchten. Uiteraard werden offers gebracht. Huis en haard verlaten om elders een bestaan op te bouwen. Dat is de realiteit en minder romantisch als velen in huidige beleving veronderstellen. Verhalen vanuit diverse invalshoeken, uiteraard ieder met eigen ervaring. Motivatie en positieve instelling hebben bijgedragen aan persoonlijke ontwikkeling. Promoties en meerde verhuizingen waren het gevolg. Het viel niet altijd mee om weer eens te verhuizen. Vriendschappen en contacten elders opgebouwd, maar ook vertrouwde omgevingen. Elke keer weer deed afscheid nemen pijn. Een terugblik op ontwikkeling en ervaringen, al met al ook een geestelijke verrijking.
'The Ballad of the Green Berets' was oorspronkelijk geschreven voor de leden van de Special Forces van het Amerikaanse leger; werd ook geadopteerd door de groene baretten van het Nederlandse leger. Het lied wordt elke keer gespeeld bij de binnenkomst op de kazerne aan het einde van de Elementaire Commando Opleiding. Na intensieve training komen ze trots door de tranenpoort om de welverdiende groene baret in ontvangst te nemen.
ALTERNATIEVE VERSIE Ruim dertig jaar geleden, is onderstaande alternatieve versie ontstaan. Tijdens een meeting met commando's van het eerste uur, en een lezing van wijlen 'De King' heb ik spontaan en ter plaatse onderhavige versie geschreven en als zodanig 'A Capella' voor het voetlicht gebracht. Dit tot groot genoegen van alle aanwezigen. Vervolgens op speciaal verzoek en persoonlijke overtuiging, indertijd de tekst op eenvoudige muzieklijn gezet met ritmische begeleiding.
ADEL VERPLICHT De Ballade; een hommage aan hen die dienen of hebben gediend bij het Korps Commando Troepen. Commando's; gevormd uit de kern van de maatschappij, mede behorend tot de elite van de krijgsmacht. Overal waar hun vaandel wapperde deden zij hun uiterste plicht. De intentie van deze ballade is om een en ander in het licht van herkenning te plaatsen. Echter niet bedoeld om de originele versie te verdringen. Ere wie ere toekomt.
BALLADE Schotland was de bakermat; vechten, lopen, afgemat. Door de lucht en overzee; namen zij de wapens mee. Commando's van het eerste uur; zagen hel en vagevuur. Zij aan zij en hand in hand; strijden voor het vaderland. Stormschool was in Bloemendaal; tentenkamp in Roosendaal.
Vriendschap, moed en offergeest; typeert hen het allermeest. Onze vlag, Rood, Wit en Blauw; Groene Baret, voor eeuwig trouw. Wil men zijn voor altijd vrij; mensenleed en rij aan rij. Wordt de mensheid ooit nog wijs; strijden wij tot elke prijs. Het geweld blijft steeds bestaan; zal het ooit nog overgaan....???
In 1961 drukte ´De Koude Oorlog´ een zwaar stempel op de Nederlandse binnen- en buitenlandse politiek en bepaalde tot op grote hoogte de taak en samenstelling van de krijgsmacht. Deze diende niet alleen het Nederlands grondgebied te verdedigen, maar moest in het kader van bondgenootschap tevens een bijdrage leveren aan de bescherming van West-Europa. In eerste instantie werd de diensttijd met twee maanden verlengd; kwam het KCT onder supervisie van het 1ste Legerkorps en gemobiliseerd naar Bergen-Hohne.
NAVO Landmacht- en luchtmachteenheden werden in West-Europa gelegerd. Het 1ste Nederlands Legerkorps maakte deel uit van de Northern Army Group van de NAVO-strijdkrachten in Europa. In verband met enorme dreiging vanuit het Oostblok, vonden mobilisaties plaats naar het crisisgebied. Eenheden van het KCT maakte hier deel van uit. Voor het vertrek bezochten we het Ereveld in Margraten. Aalmoezenier van de Vrande ging ons voor in het gebed. Om onze motivatie extra te onderstrepen bezochten we eveneens het voormalig concentratiekamp Bergen-Belsen. De vele massagraven; zeer indrukwekkend. Enerzijds stoere bink; anderzijds...
BERLIJN Het ijzeren gordijn was niet alleen maar een denkbeeldige grens, maar bestond ook in fysiek opzicht in de vorm van muren, mijnenvelden, tankgracht, prikkeldraad en torens met wachtposten. In augustus 1961 was de Berlijnse Muur gereed. Met het opsplitsen van Duitsland in een Bondsrepubliek en de Duitse Democratische Republiek begon in feite de Koude Oorlog. De NAVO kwam lijnrecht te staan tegenover het Warschaupact. De Landen in Europa voelden zich bedreigt.
STASI NA de Tweede Wereldoorlog begon de Sovjetbezettingsmacht gelijk met het opzetten van een geheime dienst in Duitsland. Op 8 februari 1950 kwam hier het Ministerium für Staatssicherheit (MfS), ook wel de Stasi genoemd, uit voort. De Stasi richtte zich zowel op het controleren van het dagelijks leven in eigen land als ook op spionage in het buitenland. Gezien in verhouding met het aantal inwoners van de DDR, de grootste geheime dienst ter wereld. De Stasi gebruikte allerlei manieren om aan informatie te komen, de hulp van de ‘onofficiële’ medewerkers was daarbij van groot belang. Zelfs naaste buren waren niet te vertrouwen. Mensen werden verraden voor allerlei redenen, onder dwang of om een promotie op het werk te krijgen.
VOPO Tijdens het communistische bewind was de staat oppermachtig. De Duitse Volks Polizei (VOPO) hield alles nauwlettend in de gaten. Enerzijds om ontzag af te dwingen en anderzijds om te voorkomen dat mensen van de DDR naar het Westen zouden vluchten. In beginsel lukte het een aantal DDR burgers om te ontkomen. Echter vele slachtoffers die tijdens vluchtpoging werden doodgeschoten. De spanningen tussen Oost en West leidde tot een bewapeningswedloop en zorgde meermalen voor gevaarlijke crises in de internationale politiek.
TRAININGSKAMPEN Vanwege de grote troepensterkte en materieel vond huisvesting plaats over een aantal NAVO trainingskampen. Zowel in Seedorf, Fallingbostel en Bergen-Hohne. Parate Commando Compagnieën werden in Bergen-Hohne gelegerd.
BERGEN – HOHNE Het NAVO-oefenterrein Bergen-Hohne in het zuidelijke deel van de Lünenburger Heide met een oppervlakte van 284 km² een van de grootste militaire oefenterreinen van Europa. Het terrein strekt zich in noord-zuidrichting over een lengte van 27 km uit en in de oost-west richting over 18 km. Het oefenterrein werd in 1935 door de Wehrmacht ten westen van de plaats Bergen ingericht en na het einde van de oorlog door het Britse Rijnleger overgenomen. Regelmatig vonder er oefeningen of patrouilles plaats. Met argusogen werden we van de verte geobserveerd.
KANTON Een immens grote legerplaats; groot aantal gebouwen, exercitieterreinen, sportvelden, bioscoop en internationale kantine. Al met al met een enorme omvang. Elk gebouw had een vaste aanduiding; de drie Commando Compagnieën werden in een drietal gebouwen gestationeerd. Een groot wit gepleisterd gebouw ( MB51) werd het onderkomen van de 104de Commando Compagnie, bestaande uit drie pelotons; elk met vier gevechtsgroepen van 10 man; inclusief de specialisten. Daarnaast een peloton ondersteuningsgroepen. Onder in het gebouw bevond zich het souterrain, waar met het nodige improvisatietalent een bar was ingericht. Voor de gebouwen het exercitieterrein en voor noodgevallen stond het legermaterieel binnen handbereik.
LICHTE BRIGADE De Lichte Brigade van de Huzaren was eveneens in Bergen-Hohne gelegerd. Los van de NAVO oefeningen hielden ze zich voornamelijk bezig met onderhoud van voertuigen en een lichte mate van verveling. Dit in tegenstelling tot het KCT. Strakke exercitie op het exercitieterrein, wagenspringen op de verharde wegen van het Kanton of beladen met onze bepakking in speedmars. Zowel de Engelse militairen als de Huzaren zagen dit met grote verbazing aan.
CENTURION TANKS Tijdens een oefening met / tegen de Huzaren hadden commando's zich ingegraven in schuttersputjes. Wapens in de aanslag en turen naar de vijand. Heel ruig kwamen de Huzaren eraan met hun Centurion tanks. Met ronkende motoren en hun vervaarlijke rupsbanden kwamen ze gevaarlijk dichterbij. Uiteraard waren de tanks goed bestand tegen het spervuur van losse flodders. Big smile toen enkele commando's het schuttersputje verlieten.
RECREATIE Naast dagelijkse activiteiten waren er recreatieve mogelijkheden met name op de woensdag, zaterdag- en zondagavond. Bioscoopbezoek of leeszaal; maar ook de internationale kantine genoot ruime belangstelling. Voor de toenmalige Duitse geldeenheid van 40 phennig kocht men al een rum-cola of een pakje sigaretten. Lucky Strike, Camel en Chesterfield werden dan ook ruim ingekocht; om deze met ruime winst in omliggende dorpen door te verkopen.
PASSAGIEREN Zaterdag- en zondagavond mochten wij passagieren in omliggende steden. Vanwege verhoogde paraatheid ging de ene helft op zaterdag en de andere helft op zondag. Legertrucks brachten ons de ene week naar Hannover, de andere week naar Celle of Nienburg. Tot middernacht waren we dan in de gelegenheid om te stappen; werden dan weer opgehaald. De overige helft mocht zich in het kanton begeven, het naast bijgelegen Bergen inbegrepen. Uiteraard werden we uitdrukkelijk gewezen op discipline maar ook gewaarschuwd voor de dames van lichte zeden.
HANNOVER De hoofdstad van de Duitse deelstaat Neder-Saksen. Een indrukwekkende stad met ruim 580.000 inwoners. De stad ligt aan de Leine; een 281 km lange zijrivier van de Aller in Noord Duitsland. De rivier stroomt door de deelstaten Thüringen en Neder-Saksen. Tijdens ons eerste uitstapje hadden enkele maten een goede slok op; lieten zich van een indrukwekkende tatoeage voorzien. Het was wel ruig maar zover liet ik het gelukkig niet komen. Ieder zijn meug; het paste echter niet in mijn beeldvorming. Even later op zoek naar een leuke kroeg, passeerden ons enkele Duitse militairen en salueerden. We deden hetzelfde; wederzijds respect.
NIENBURG Een gemeente in de Duitse deelstaat Neder-Saksen. Het is de Kreisstadt van de Landkreis Nienburg / Weser. Ruim 30.000 inwoners met de status van zelfstandige gemeente. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er een werkkamp in Nienburg gevestigd. Tijdens het bezoek aan Nienburg zat ik met enkele anderen in een gezellige bruine kroeg. Via de jukebox had ik enkele vinylplaten gekozen van ´Rudolf Schock´ en ´Rudi Schuricke.´ Enthousiast zong ik de mij bekende teksten mee. Door een van de gasten werd enkele rondjes aangeboden. Toen ik later aan de bardame vroeg wie die vriendelijke heer was, kreeg ik als antwoord dat het de dirigent betrof van ´Nienburger Gesangsverrein.´
CELLE Een stad in de DuitsedeelstaatNeder-Saksen en de hoofdstad van het gelijknamige Landkreis. Ongeveer 70.000 inwoners en ligt aan de Aller aan de zuidrand van de Lünenburger Heide. Celle is een van zeven grote zelfstandige steden in Neder-Saksen. De binnenstad is rijk aan vakwerkhuizen. Het historische centrum is in de Tweede Wereldoorlog bespaard gebleven van bombardementen. Met geperst uniform, blinkend gepoetste schoenen en koper, bezochten we in Celle een Gaststätte.´ Toen we de eetgelegenheid betraden, werden we onmiddellijk verwezen naar een mededeling dat niet werd geserveerd aan ´Britse militairen.´
UNIFORM Kennelijk was men in verwarring geraakt door ons uniform naar het Engels Model.Nadat ik duidelijk had gemaakt dat we Nederlanders waren, bood de uitbater zijn excuses aan. Trots toonde hij ons een wandbord met de beeltenis van Koningin Wilhelmina. Hij vertelde dat het wandbord in bezit was geweest van zijn grootvader die van Nederlandse afkomst was. Even later at ik met smaak de gebakken aardappels met braadworst.
RATZEPUTZ Na een korte wandeling door de prachtige binnenstad betraden we een smalle bruine kroeg. We namen plaats aan de lange toog; enkele Duitsers met enorme pullen bier. Enkele tafeltjes waren eveneens bezet. Twee Duitse gasten aan een tafeltje achter ons stonden op om te vertrekken, op hetzelfde moment kwam een Fraulein binnen. Terloops hoorde ik dat ze aan de mannen vroeg of wij Engels militairen waren. Voordat de mannen haar vraag konden beantwoorden, draaide ik mij om en zei dat we Nederlanders waren. Vol ongeloof keek ze ons aan en wees naar onze uniformen. Hierbij nodigde ze ons om bij haar aan het tafeltje plaats te nemen. Ze stelde zich voor als Ursula vroeg naar sigaretten en gaf ons een rondje Ratzeputz.
Aangezien we niet wisten wat dit voor drank het was legde ze uit dat het ging om een bekende kruidenlikeur van Celle met een zeer hoog alcoholgehalte van 58%. De proef op de som een klein beetje in een asbak waarna een stevige steekvlam volgde. Ik vond het echter bitter waarna we een rondje pils bestelden en ons gesprek voortzette. Op zij van de bar zat een oudere Duitse man. Hij droeg een typische Duitse pet, schuin op zijn linkeroor; zijn rechteroor slechts een misvormd litteken. Hij liep naar het toilet en knikte mij toe om kennelijk iets te vertellen. Ik volgde hem waarbij hij aangaf dat hij in Rusland had gevochten en daarbij een zichtbare verwonding aan zijn oor maar ook aan schouder had opgelopen. Tenslotte een waarschuwing dat de jonge vrouw aan onze tafel niet te vertrouwen was omdat ze van het Oostblok kwam.
INFORMATIE Mogelijk door deze informatie en terug aan tafel viel mij echter op dat Ursula sterk viel op onze groene baret en gerichte vragen stelde. Ik stelde me echter gereserveerd op en gaf aan dat we voornemens waren naar een andere gelegenheid te gaan. Vervolgens begaf ik mij met enkele anderen nogmaals naar het toilet, bij terugkeer stelde ik tot grote schrik vast dat een van de maten niet meer aanwezig was. De man aan de bar gaf aan dat de dienstmaat met Ursula verdwenen was. Volgens zijn zeggen zou ze in een van de zijstraten wonen.
RODE OORTJES In paniek gingen we op zoek maar ze waren in geen velden of wegen te bekennen. Na vergeefs zoeken begaven we ons naar het marktplein waar we zoals afgesproken opgehaald zouden worden. Vijf minuten voor middernacht en vlak voor het vertrek kwam de verloren zoon met rode oortjes aanhollen. Later ontboezemde hij dat hij in gebroken Duits een goed gesprek had gehad: Nou ja zeg…
BERGEN Zoals eerder aangegeven behoorde het plaatsje Bergen tot het Kanton. De ene keer gingen we passagieren in omliggende steden, de andere keer naar het centrum van Bergen. Er was een leuke dansgelegenheid welk goed werd bezocht door meisjes uit de omgeving. Uiteraard was dit dan ook een goede pleisterplaats om te dansen of een gezellig praatje te maken. Aan het tafeltje naast ons zaten een aantal vriendinnen; over en weer oogcontact. Een van de meisjes zat met de rug naar mij toe.
CONTACT Ik maakte een opmerking: "Schöne Rücken können Augen entzücken." Toen ze zich omdraaide keek ik in de mooiste ogen die ik tot dat moment ooit gezien had. Lachend keek ze mij aan en wijzend naar mijn snor in wording: "Aber ein Schnurrbart kann auch entzücken." We raakten verder in gesprek; ze stelde zich voor als Helga Behrens . Zij was werkzaam in een slagerij in Hamburg; in de weekeinden verbleef ze thuis bij haar ouders. De avond was sneller om dan mij lief was. Wij wisselden onzeadressen uit; ruim een jaar heb ik met Helga gecorrespondeerd.
MILITAIRE POLITIE In principe konden we het goedvinden met de Engelse militairen. Echter als ze gedronken hadden waren ze vaak niet te genieten. In Bergen raakten een aantal Huzaren met hen in conflict. Enkele Commando´s steunden de Huzaren en raakte in een enorme knokpartij verzeild. Even later arriveerde MP en Commando Politie (CP); deze sloegen er met hun knuppels op los om de orde te herstellen.
DROPPING Na een avondje stappen en korte nachtrust was het moeilijk opstaan. Een aantal namen werden genoteerd en we dachten dat het een wassen neus was. Echter na het beëindigen van onze dagtaak werden betreffende namen afgeroepen om zich met wapen en bepakking voor het gebouw te verzamelen, om even later plaats te nemen in een legertruck. Met het zeil omlaag en onder toezicht van de sergeant van dienst reden wij enige tijd naar onbekende bestemming. Uiteindelijk kwamen wij aan ergens op de Lünenburger Heide. Aldaar kregen wij de opdracht om maar op eigen gelegenheid naar het Kanton Hohne terug te keren. Zonder kaart of verlichting en oriënteren op de nachtelijke sterrenhemel. Daar stonden wij dan: Jan Kroon, Willem Donker, René Schupp, samen met nog twee maten waarvan de namen in het vergeetboekje zijn geraakt.
Het was inmiddels pikdonker. Geen weg of openbare verlichting te bekennen; stap voor stap voorwaarts. Aangezien we niet wisten op welk deel we gedropt waren bleef het even aftasten. Na een aantal minuten stonden we in een drassig gebied en zakte tot onze enkels in de zuigende modder. Even later hoorden we wilde zwijnen knorren. Het geweer in de aanslag, om indien nodig van ons af te slaan. Ruim een uur later zagen we in de verte een heel klein lichtje. Dit werd ons naaste doel. Althans voor mij en de twee onbekende lotgenoten, echter Jan en Willem namen het besluit om het ochtendgloren af te wachten en enkele dagen van de radar te verdwijnen.
Geruime tijd was inmiddels verstreken toen we bij het lichtje aankwamen. Stemmen en gelach klonk uit een grote bouwkeet die langs de kant van een zandweg stond. We klopten aan en kwamen in contact met een aantal wegenbouwers die voorlopig alleen in de weekeinden naar huis gingen. Zij waren aan het kaarten en in een uitgelaten stemming. Kennelijk had de inhoud van een aantal kratten pils daar aan bijgedragen. Vriendelijk boden ze ons eveneens een pilsje aan en wij op onze beurt boden hen onze sigaretten aan. Nadat ze hadden uitgelegd hoe we het beste het kamp konden bereiken liepen we verder. Uiteindelijk tegen het ochtendgloren bereikte we de kazerne; konden gelijk aan het ontbijt deelnemen en vermoeid de rest van het dagprogramma volgen. In ieder geval een lering om niet te vergeten.
Jan en Willem werden in eerste instantie als vermist opgegeven waarbij een zoekactie niets opleverde. Kapitein Sier zat enorm in de rats, echter opgelucht toen de twee verloren schapen na twee dagen weer opdoken. Binnenkamers werd besloten om het hele voorval intern af te handelen en de hand in eigen boezem te steken. Uit betrouwbare bron vernomen dat Jan en Willem in de vroege ochtend eveneens bij de groene bouwkeet waren aangekomen. Even later op een Engels konvooi waren gestapt dat onderweg was naar Hannover. In de buurt van Hannover het konvooi hadden verlaten waar een veldkeuken van de Huzaren stond opgesteld. Met knorrende magen besloot het illustere tweetal zich tactisch te vermommen. Groene baretten werden omgekeerd naar de zwarte binnenkant. Vervolgens sloten zij zich aan in de rij voor een gulle voedselverstrekking. Uiteindelijk na twee dagen was de compagnie weer compleet.
WELZIJN Stichting Welzijnszorg had in Fallingbostel een aantal revueavonden georganiseerd. Evenzo als de regeling voor het passagieren werden deze avonden in gesplitste groepen bezocht. Ik zat op een van de eerste rijen en kon de grappen en grollen erg waarderen. Tijdens de pauze ging ik een verfrissing kopen en liep pardoes mijn neef Karel uit den Haag tegen het lijf. Wat een verassing: hij was gelegerd in Fallingbostel. Natuurlijk was het even bijkletsen; uiteraard totdat de pauze voorbij was.
SPECIALE TAKEN Natuurlijk was het niet uitsluitend pret en plezier. Regelmatig moesten we aan de bak om ons kunnen te bewijzen of onze conditie op peil te houden. Aan de Legerleiding werden demonstraties gegeven van specifieke taken. Tegen een bosrand bevond zich een mitrailleurstelling die we onschadelijk diende te maken. Uitsluitend bereikbaar via open terrein van tientallen meters. Vervolgens omzoomd met diverse prikkeldraadversperringen. Terwijl de stelling aan de flanken en vanuit het centrum hevig onder vuur werd genomen, had mijn buddy Arie van de Ham en ik de gelegenheid om het centrum van de versperring op te blazen. Middels tijgersluipgang en beiden voorzien van een pijplading van drie meter kropen we meter voor meterverder.
SPRINGLADING Het vuur richting stelling ging onverminderd door. De springleidingen werden aan elkaar gekoppeld en in de breedte aangebracht. Het slagsnoer werd uitgerold en de accu zorgde voor de rest. Met een enorme explosie werd een bres geslagen. Commando´s vanuit de flanken, voorzien van leren vesten lieten zich op dat moment op de versperringen vallen, diende zodoende als loopbrug over de hindernis. Door een massale aanval van drie zijden werd de veldversterking snel en adequaat opgeruimd.
BRIGADE GENERAAL Ondanks zijn Franse naam was G.J. Lè Fevre de Montigny, chef van de Generale Staf en tevens bevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten. Na de gevoerde actie werden de afzonderlijke gevechtsgroepen aan de Generaal voorgesteld. Betreffende groepen deden een pas voorwaarts en gingen in de houding staan. De Generaal dankte voor de puike opdracht en totale inzet; bracht een saluut en gaf met de overige Stafleden een sympathiek applaus.
VERLOF Gedurende onze aanwezigheid ging men om de twee maanden voor een week op verlof naar het thuisfront. Net zo als met het passagieren ging dit op toerbeurt. Echter voor het vertrek eerst verzamelen in een sportzaal. De broeken moesten omlaag voor gezondheidsinspectie. Met de ´Deutsche Bundesbahn´ richting Nederland. Uiteraard met de nodige sigaretten op zak; drie sloffen per persoon. Daarnaast een liter alcohol in de vorm van jenever of rum. Bij de grensovergang werden we uitvoerig gecontroleerd of we de limiet niet overschreden hadden. Zij die de alcohollimiet overschreden stonden voor de keus; inleveren of opdrinken. Deze procedure herhaalde zich tot mijn afzwaaien in 1962.
5 DECEMBER 1961 Dit tekstblok; niet geschreven uit trots, maar om realiteit onder ogen te zien. Het was surprise avond, onze dagtaak een uur eerder beëindigd en in afwachting van het avondmaal. Peinzend stond ik voor het raam van de slaapkamer naar buiten te turen. Dacht na over de gebeurtenissen van de afgelopen tijd. Ik was inmiddels korporaal, plaatsvervangend groepscommandant. Over enkele weken zou mijn diensttijd er op zitten. Teruggaan naar het ongezonde en gevaarlijke werk in de mijn sprak mij niet aan. Ik was in overweging om beroepsmilitair te worden en als zodanig naar de Kaderschool te gaan. Tijdens deze mijmeringen stormde een dienstplichtig sergeant de kamer binnen en schreeuwde: ´Aantreden….aantreden…!´ Kennelijk was ik niet snel genoeg. Met een opgeblazen gezicht ging de sergeant pal voor mij staan en snauwde: ´Heb je watjes in de oren …!´
EXCUSES Ik kon zijn adem ruiken en veegde het speeksel uit mijn ogen; greep hem bij de kraag en duwde hem met kracht tegen een deur. Uiteraard was dit tegen de regels. Even later stond ons peloton buiten aangetreden voor afmars naar de eetzaal. Voor het front sprak sergeant (D) mij toe: "Zand erover als je excuses aanbied."
Zij het met enige tegenzin voldeed ik aan zijn verzoek; hield rekening met mijn eigen wensen en het afzwaaien dat op korte termijn voor de deur stond. Hierna in colonne richting eetzaal. Even later werd via de geluidsinstallatie afgeroepen dat korporaal Schupp zich onmiddellijk moest melden bij de Officier van Piket. Hierbij bleek dat betreffende sergeant het feit alsnog had gerapporteerd. Het gevolg was dat ik drie dagen in eenzaamheid werd opgesloten; vervolgens werden de korporaalsstrepen van de mouwen verwijderd. Zeer pijnlijk; mijn droom om beroepsmilitair te worden lag aan diggelen.
Jaren later op een reünie hebben we het samen besproken. We betreurden het incident en wijze hoe dit is verlopen. Betreffende sergeant vertelde mij dat hij niet voornemens was geweest om het voorval te rapporteren; maar door de sergeant majoor (M) hiertoe uitdrukkelijk verzocht was. Het zij hem vergeven; uiteindelijk heb ik mijn weg wel gevonden. Commando opleiding bleek vaker de sleutel tot succes
STEIMBKE 4 juni 1962 Tijdens de mars van de 104de Commando Compagnie naar de kazerne in Hohne vond een noodlottig ongeval plaats. In de vroege ochtend reed een Duitse automobilist op volle snelheid in de colonne met als gevolg drie dodelijke slachtoffers en twintig gewonden. Meer dan 25 jaar heeft een gedenksteen de plaats gemarkeerd. Een aantal jaren geleden is de verwaarloosde gedenksteen van Steimbke naar Roosendaal gehaald. In 2006 werd de gerestaureerde steen onthuld tijdens een plechtigheid waarbij familie en leden van de 104de Commando Compagnie aanwezig waren. Vijftig jaar na dato; op maandag 4 juni 2012, vond er een herdenking plaats in Roosendaal. Dat zij moge rusten in vrede.
NIEUWE POLITIEKE VERHOUDINGEN In de tweede helft van de jaren 80 veranderde de internationale politieke verhoudingen drastisch. In Oost-Europa kwamen de communistische regimes ten val. Op 9 november 1989 viel de Berlijnse muur; op 3 oktober 1991 vond de hereniging van Duitsland plaats; op 1 juli 1991 werd het Warschaupact opgeheven en aan het eind van dat jaar viel zelfs de Sovjet Unie uiteen. De Koude Oorlog kwam tot een eind.
Na de voortgezette opleiding trad de laatste fase van de diensttijd in werking. Inmiddels klaar gestoomd voor onze taakuitvoering in de Parate Compagnie. Echter in deze eindfase zou de aanvankelijke planning anders verlopen door de ontstane kritieke situatie in de Oost-West verhouding.
OUDE HAP Elke twee maanden zwaaide de oudste lichting af om plaats te maken voorde jongste lichting. Terwijl onze instroom in de Parate Compagnie plaatsvond, stond de oudste lichting te trappelen om de dienst te verlaten. De laatste dagen werden dan ook afgeteld middels een zakkammetje; elke dag een tand minder. Het was dan ook gebruikelijk dat afzwaaiers de laatste dagen in de watten werden gelegd. Zoals het poetsen van het wapen, koper en schoenen; maar ook het slapen op de grond naast het bed van de'oudestomp´ om hem tegen ´onheil´ te beschermen.
ONTGROENING De ontgroening in januari 1961; ik kan het nog goed herinneren. Het was berenkoud; echter de ingesmeerde blanco hield ons warm. De ´oude hap´ stond reeds buiten aangetreden voor eerste inspectie; uiteraard met enorme binnenpret. Middels een draagvlonder werd in ceremonieel hun ´oudste´ naar buiten gedragen. Met letters op onze borst: ´Fillers van 1960-03.´
Samen liggend op de klinkers met hoofden naar links. Er moest nog wat heen en weer geschoven worden, zodat fotografen een goed plaatje konden schieten. Vervolgens tijgerend voorwaarts tussen de gebouwen door onder verkoelende stralen van de brandslang. Enige troost is dat allen hetzelfde hebben ondergaan.
Vervolgens verzamelen bij een stuk open terrein. Hier werden wij van top tot teen ingesmeerd met legergroene blanco. Smerig vet spul; normaal in gebruik om koppelriem in te vetten en te laten glimmen. Bijna niet met zeep te verwijderen. Kruipend over een zanderig terreingedeelte met vooral het lichaam laag tegen de grond. Hiertoe aangemoedigd door de oude hap. Het zand plakte en schuurde aan alle kanten. Vervolgens kruipend achter elkaar door een smalle afvoersloot
Evenwijdig aan de klimtoren; een voor een de sloot in. Enerzijds om temperatuur van het water voor te proeven; anderzijds om ons te prepareren op ons doopsel. Nadat we terug aan de kant waren geklauterd, werden wij een voor een aan armen en benen vastgepakt en met een grote boog in het water gekieperd.
Piet van Iersel (gewichtheffer) en Joep Jacobs (bokser) waren mijn doopheren. Een warme douche na afloop konden wij echter vergeten. Stevig boenen in de buitenlucht bij een wastrog. De oude hap had het grootste plezier; uiteraard behulpzaam bij het boenen. Op enige afstand had korpsleiding letterlijk en figuurlijk een oogje in het zeil gehouden. Na deze ceremonie hoorden wij er definitief bij; gezamenlijk werd een glas gedronken op de goede afloop.
OEFENINGEN Geen tijd om ons te vervelen. Naast onze dagelijkse routine; sport, exercitie, kaartlezen, speedmarsen, schieten , ongewapend vechten, waren er de nodige oefeningen. Te veel om te beschrijven; desondanks hier en daar een korte toelichting. Bruggen en raketbases werden fictief vernietigd. De Maasbrug in Maastricht en de Clauscentrale in Roermond. Na hevig spervuur en enorme tegenstand werden deze met fictieve springstof onklaar gemaakt. Ontstoken rookpotten deden hiervoor dienst. Maar ook het beveiligen van een aantal objecten; zowel in Zeeland als in Gelderland.
GEVECHTSCURSUSSEN Officieren en onderofficieren van verschillende landmachtonderdelen kregen bij het KCT speciale gevechtscursussen. Ze moesten de nodige ervaringen opdoen en hun pijngrenzen verleggen. Overdag in schuilbivak en in de nacht infiltreren naar bepaalde doelen .Commandogroepen werden door inlichtingdienst geïnformeerd; hadden de taak om hen behoorlijk dwars te liggen. Een en ander ging er nogal ruw aan toe; gevangenen werden behoorlijk aan de tand gevoeld.
ZUURKOOL MET SPEK Nood rantsoen of gevechtsrantsoen zat in onze bepakking om te overleven. Eveneens datgene wat de natuur ons bood. Tijdens een infiltratie in de provincie Drenthe hadden we ons aan een bosrand verdekt opgesteld om de omgeving te observeren. In de schuine bocht van de bosrand lag op enige afstand een boerderij.
Ik besloot op verkenning te gaan om mogelijk wat eten te organiseren. In de velden of wegen was geen mens te bekennen; koeien graasden op de weiden. Naast de boerderij een aantal opstallen. Hoorde meerdere stemmen en gelach vanuit een aanbouw. De bovenzijde van de deur was half geopend en een heerlijke geur kwam mij tegemoet. Nadat ik aangeklopt had, legde ik uit dat we een oefening in buurt hadden en graag een aantal eieren wilde kopen. De boerin nodigde mij binnen; aan een lange tafel zat de boer met zijn zonen of knechten. Acht in totaal en op de tafel enkele pannen met dampende zuurkool met spek. Het water liep mij in de mond; kon er bijna in zwemmen. Mijn zielig verhaal bood geen soelaas; kreeg wel gratis en voor niks een aantal eendeneieren. Wel erg bitter van smaak. Elke keer als wij zuurkool eten komt dit verhaal weer boven drijven. Tot vervelens toe van huisgenoten.
DELTAWERKEN De stormramp van 1953 heeft de aanstoot gegeven tot het ontwerpen van een gigantisch waterkundig project. Al in 1953 kwam de Deltacommissie met het eerste advies: afsluiting van de Hollandse IJssel met een stormvloedkering. Vervolgens adviseerde de commissie tot afsluiting van de Oosterschelde, Brouwershavense Gat en het Haringvliet.
DIJKEN Hier waren veel dammen, dijken, sluizen en bruggen nodig. Vooral voor de Zeeuwen was het een historisch moment toen de dichting van de dam in eerste fase voltooid was. Op vrijdag 21 april 1961,werd het Veerse Gat gesloten. Door de afsluiting van het Veerse Gat en de Zandkreek ontstond tussen Walcheren en Noord- en Zuid-Beveland het Veerse Meer. Dit gebied ontwikkelde zich in snel tempo tot een geliefd recreatiegebied. Tot zover het technische verhaal.
TV – DOCUMENTAIRE Met betrekking tot bovenstaande werd door TV een documentaire samengesteld door de bekende TV regisseur Carel Briels (1916-1983). Vooral bekend geworden door het organiseren van massaspektakels. Hij groeide op in Roosendaal de thuisbasis van het Korps Commando Troepen; mogelijk dat hier de link lag om ondersteuning te vragen bij het Korps.
COMMUNICATIE Enerzijds assistentie van radioverbinding tussen regiewagen en de spelgroepen die in de duinen paraat stonden om op afroep een en ander uit de beelden. Anderzijds was een grote commando eenheid nodig om vanuit zee en de duinen een aanval in beeld te brengen. Een hommage aan Commando´s die Walcheren hebben bevrijd; maar ook een geweldige bijdrage hebben geleverd met hulpverlening tijdens de ramp van 1953.
Met een commandogroep van acht man waren we reeds op maandag gearriveerd. In het restaurant van een bungalowpark kregen we een lunchpakket en onze eerste mondelinge instructies. In de loop van de middag hadden we een korte oefening. De afspraak werd gemaakt dat we van dinsdag tot vrijdag in de ochtenduren met de spelgroepen zouden oefenen; de overige tijd mochten we in vrijheid genieten van de zee en het mooie weer. Uiteraard lekker bruinen in de duinen. Consumpties mochten we gebruiken op kosten van regisseur Carel Briels. Uiteraard was dit niet aan dovemans oren gezegd.
KORTGENE – WISSENKERKE Van het restaurant van het bungalowpark in Kortgene, ontvingen we dagelijks onze lunchpakketten. De avondmaaltijd werd enige kilometers verderop genoten in het dorpscafé van Wissenkerke. Vervoer hiernaar toe met onze legertruck. De barjuffrouw was van onze leeftijd. Ze had een leuke glimlach en een mooi decolleté, we hadden dan ook een ruime blik op haar boezem.
Aan de landzijde van de dam waren enkele tenten opgesteld. In de eerste tent hadden we de komende dagen ons rust en nachtverblijf. De tweede tent was voor een aantal leden van de Rijkspolitie die toezicht hielden op de gang van zaken. De derde tent was voor het Rode Kruis, belast met eventuele hulpverlening.
MANIFESTATIE Twee middagen achtereen werd vervolgens een spel opgevoerd in een grote duinpan aan de zeezijde van de dam; vele facetten van het leven der Zeeuwen door de tijden heen, werden in beeld werden gebracht. Duizenden bezoekers zaten op de dijk om een en ander in ogenschouw te nemen. Velen in officiële klederdracht.
HARSKAMP Voormalig kamp en legerplaats van de infanterie, gelegen nabij het Gelderse dorp Harskamp. De huisvesting van de Infanterieschool en het Infanterie Schietkamp. Een Groot oefenterrein met schiet- en hindernisbanen, maar ook een oefendorp voor het nabootsen van gevechtshandelingen. Regelmatig oefeningen door diverse legeronderdelen; zo ook door parate compagnieën van het Korps Commando Troepen (KCT). Uiteraard werden resultaten van wapen technische- en algemene militaire vorming bijgehouden in een zogeheten RIMO-Boekje.
Tijdens de avonduren bezochten de gelegerde militairen het KMT of PMT, gelegen buiten het oefenkamp. Commando's werden hiervan buitengesloten; de avonduren werden nuttig ingevuld door speedmarsen in de wijde omgeving. Echter in principe op woensdagavond vrij in beweging voor een bioscoopbezoek of anderszins. Zo niet door allen; helaas met enkele anderen aangewezen om de wacht af te lossen. Door de Officier van Piket werden wij gewezen op strikte handhaving van de schriftelijke consignes. Zo gezegd, gedaan.
Enkele militairen van andere onderdelen baalden als een stekker omdat ze door de wacht tot de orde werden geroepen. Hun tenue was niet in orde, of de handen in hun zakken. Plotseling naderde een jeep met de bedoeling om het complex te verlaten. Ik liet de slagboom omlaag en sprak de inzittende chauffeur en begeleidende Overste van het kamp aan, verzocht hen om volgens de consignes hun helm op te zetten. Glimlachend werd aan het verzoek voldaan. De volgende dag moest ik mij melden bij de Officier van Piket. In eerste instantie dacht ik een uitbrander te krijgen; echter kreeg een compliment over de correcte en strikte naleving van de consignes.
MILITAIRE LICHAMELIJKE VAARDIGHEDEN Om het begeerde draaginsigne (MLV) te behalen diende men te voldoen aan minimale eisen. Tijdens de proeven van bekwaamheid, was het dragen van bepakking, helm en geweer een must. Betreffende Certificaat met persoonlijke resultaten verstrekt in Roosendaal op 7 maart 1961.
VIERDAAGSE VAN NIJMEGEN (1961) In de prachtige landelijke streken van Nijmegen kon je ze ook dit jaar weer tegenkomen. Lange slierten van enthousiaste wandelaars, allen deelnemers van de Nijmeegse Vierdaagse.
Door het Betuwse stadje Elst gingen ze in wijde boog om de Keizer Karel stad. Israël was traditiegetrouw onder escorte van militairen die de vele kilometers aflegden. De benen ach dat ging nog wel, maar de voeten daar moest voor gezorgd worden. Koud was het niet en warm ook niet, en dat maakte het lopen tot een plezier.
De leerling mijnwerkers uit Limburg stonden met beide benen stevig op de grond en hun uithoudingsvermogen wekte de bewondering van de Engelse vrouwelijke politie. Natuurlijk waren er blaren, maar er was tevens een heel legertje van mensen die daar wel raad mee wisten en na hun deskundige verzorging was het leed spoedig geleden.
De organisatoren hadden weer een prachtige tocht uitgestippeld, die voor jong en oud het lopen tot een waar genot maakten. De jeugd was dit jaar bijzonder goed vertegenwoordigd. Uiteraard ook dit jaar weer een gezonde concurrentie tussen deelnemende Commando's en Mariniers. Uiteraard wilde ieder zijn beste beentje voorzetten. "Hiphap, hiphap, hiphap, hibberdiehap…"
Uiteindelijk na vier dagen de grote intocht via de Gladiolenlaan in Nijmegen. Duizenden mensen langs de route die in koor hun favorieten aanmoedigden of gladiolen aanreikten. Na het passeren van de eretribune en ondersteunende muziek konden we trots en voldaan de Vierdaagse onderscheiding in ontvangst nemen. In de avonduren werd feest gevierd en diverse biertenten bezocht. Evenzo een bezoek aan de ouders van mijn dienstmaat Arie van den Ham, die in Nijmegen woonde. Zijn ouders en enkele bekenden zaten op de stoep en genoten van de gebeurtenissen.
Het behalen van de groene baret betekende niet dat men op lauweren kon gaan rusten. Twee maanden lang volgde verdere opleidingen in groepsverband maar ook individuele specialisaties. Selecties vonden plaats voor verschillende doelgroepen. Hierbij werd enigszins rekening gehouden met wensen en eventuele aanwezige kennis. Grenzen werden verlegd door het leveren van prestaties onder grote druk. Na het afronden van een of meerdere modules stroomde men in bij een van de operationele compagnieën. Kennelijk door mijn ervaring als mijnwerker en het omgaan met springstoffen, werd ik gekozen voor een opleiding op de vaar en duikersschool.
VAAR EN DUIKERSSCHOOL Nabij het buurtschap ´Willemsdorp´ tussen Dordrecht en Moerdijkbruggen; was de vaar- en duikersschool gelegen. Willemsdorp heeft zijn ontstaan te danken aan de aanleg van de Rijksstraatweg. Deze weg van Dordrecht hield hier op, men richtte hier in 1822 een veerpont naar Moerdijk in. Hieromheen groeide een kleine nederzetting. Bij de opening van de A16 met bijbehorende verkeersbrug in 1938 werd het veer opgeheven. Het rivierstrand bij het gehucht werd door velen als recreatie gebruikt. In 1963 kreeg de recreatie een nieuwe impuls toen er een camping werd aangelegd. In ieder geval was deze locatie bestemd voor onze vaar en duikactiviteiten.
Bij de opening van de A16 met bijbehorende verkeersbrug in 1938 werd het veer opgeheven. Het rivierstrand bij het gehucht werd door velen als recreatie gebruikt. In 1963 kreeg de recreatie een nieuwe impuls toen er een camping werd aangelegd. In ieder geval was deze locatie bestemd voor onze vaar en duikactiviteiten.
Evenwijdig aan de A16, liep de Rijksstraatweg via Willemsdorp retour tot aan het recreatiestrand. Aan het begin van deze parallelweg en evenwijdig aan de rivier ´Dortse Kil´ stond een vooroorlogse Marechausseekazerne. Hierin was gevestigd het opleidingscentrum voor de vaar- en duikerschool van het KCT.
Tegenover de kazerne stond een houten, geel geverfde kantine. De muziekinstallatie speelde regelmatig het bekende liedje van Ria Valk: "Hou je echt nog van mij, Rocking Billy…" Achter de kantine een afgebakend binnenterrein waar de vaarboten in rekken waren gestald. Onze puptenten werden opgesteld voor nieuwe uitdagingen.
Kanovaren op het Hollands Diep of via de Dortse Kil naar Dordrecht; het mooiste was stroomafwaarts. Maar ook het varen met rubberboten; de ene keer peddelend of de andere keer met buitenboordmotor. Enkelen kregen een kikvorsopleiding. Uiteraard werd ook een cursus ´overleven´ in praktijk gebracht.
BIKINI AANVAL Met hoge snelheid stoven we met onze landingsboot op het strand af. Vanuit de verte namen we waar dat enkele mensen op het strand lagen om te zonnen. Terwijl we het strand dichter naderde, kwam een meisje aangelopen om dicht bij het water van een zonnebad te genieten. Een mooi figuur, blauwe bikini en blonde paardenstaart. Op het moment dat het meisje ging liggen, stormden wij onder luid geschreeuw het strand op.
De instructeur eveneens luid schreeuwend: ´Dekken…Dekken!´ Met de mitrailleur in de aanslag liet ik mij pal naast het bikinimeisje in het zand vallen. De schreeuwende reactie van de instructeur: "Stelletje zandhazen; Dekken is Dekken; Buik in het zand; Laat je niet afleiden door een of andere bikini." Het meisje bloosde, stond op om zich een tiental meter verder te verwijderen. Nationaal gezind was ze wel. Rood gezicht, witte huid, blauwe bikini.
"Links, rechts, links, rechts." Luid schreeuwend marcheerde sergeant Tauran ons af, dwars door de stad voor ons laatste weekend verlof. Bij het station aangekomen gaf hij ons ten overstaan van het publiek een laatste boodschap mee "Ik adviseer jullie om het weekend rustig aan te doen. Maandag beginnen we aan de laatste fase van jullie opleiding."
Tijdens deze onemanshow bewoog mijn rechterbuurman zich enigszins op zijn plaats. Hierop volgde een enorme tirade: "Blijf in de houding staan klootzak; al staat er een hoer aan je gulp te friemelen dan noch blijf je in de houding staan…!" Wederom met trillende snorharen en sterk rollende rrr. Het verzamelde publiek keek ons vol medelijden aan. "Ingerukt…mars!"
KORT WEEKEND Zondagavond voor 24.00 uur moesten wij weer binnen zijn. Zodoende verbracht ik dit weekend bij familie in Maassluis. Trots vertelde ik oom en tante over mijn opleiding. Bij mijn vertrek stopten zij mij een rijksdaalder toe. Was hier enorm blij mee; het was immers een aanvulling op mijn dag soldij. Echter voorlopig kreeg ik geen tijd om het uit te geven. Allen waren ruim voor tijd terug. Voordat wij ons ter ruste begaven spraken wij elkaar moed toe. Amper in slaap gevallen: "Alarm.....Opstaan…..Alarm…..!"
Korte tijd later stonden wij buiten met alarmbepakking. Deze bestond uit pukkel, ransel, en een dekenrol. Geweer, patroontassen, vechtmes, toggle, veldfles en pioniersschep. Hierna werden wij met voertuigen afgevoerd naar onbekende bestemming.
TUSSENSTOP In de omgeving van Best werden de voertuigen verlaten waarna werd aangetreden voor een mars van 40 km. De instructeur sprak ons toe "Wees zuinig met jullie rantsoen. Per etmaal krijgen jullie een liter water en zes biscuits." Het was een flinke tocht en gelukkig geen uitvallers. Bij Weert aan een bosrand kregen wij het commando: "Ingraven!" De instructeurs die regelmatig werden afgelost droegen er tevens zorg voor dat wij niet in slaap vielen. En dan maar turen naar een vermeende vijand. Nadat wij zo enige tijd in het schuttersputje hadden gezeten klonk weer een kreet: "Verzamelen!"
GEWEER EXERCITIE Enkelen gromden: "Wat nu weer?" De instructeur schreeuwde: "Van al dat zitten worden jullie maar lui. Pak je geweer voren bij de loop en strek je arm… ja goed zo. Strekken, ja strekken maar. Ik tel wel tot tien; een… twee… drie… omhoog die arm. Vier… vijf… zes… zijn jullie nou al moe. Acht… negen… nog even volhouden." Na het verlossende tien; mijn arm een stuk lood.
ALARM Eindelijk mochten wij gaan slapen. Nadat onze tentjes waren opgezet vielen wij alras in slaap. Het was een kostbare zaligheid en van korte duur. Wederom een kreet: "Alarm…verplaatsen!" In speedmars moesten wij ons 10 km verder verplaatsen en weer ingraven. Daar zat je dan letterlijk en figuurlijk in de put elkaar aan te kijken.
WAPENINSPECTIE Weer tentje opzetten voor een korte rust; elk minuutje was meegenomen. Echter weer die vervloekte kreet: "Aantreden… wapeninspectie!" Mijn geweer was niet zuiver genoeg. "Eerst je geweer poetsen dan weer rust!"
BOS EN HEI Na de rustpauze de reeds bekende terreinmars door bos en hei. Door vermoeidheid viel het natuurschoon niet op. Tijdens een pauze vlakbij een ven wilde ik met enkele anderen de veldfles vullen. De instructeurs hadden haviksogen. "Afblijven.....afblijven.”
RANTSOEN Het werd steeds moeilijker om met het rantsoen uit te komen. Mijn laatste biscuits had ik reeds genuttigd en mijn maag begon behoorlijk te knorren. Na een poosje zei een van de instructeurs: "Nog enkele kilometers, de wagens zijn reeds onderweg met een warme hap." Inderdaad, na een tiental minuten zagen wij in de verte de drietonners staan.
Het water liep mij in de mond… maar wat nu weer. Wij waren de wagens tot enkele meters genaderd waarop zij langzaam wegreden. De sergeant zei: "Jammer... ik heb mij zeker vergist." Vervloekte sergeant! Bij de veiling van Venlo lagen op enkele plaatsen hopen tomaten om te worden doorgedraaid. Ik wilde enkele tomaten oprapen en weer een kreet: "Weggooien... de eerste de beste die zich niet houdt aan de regels kan de groene baret wel vergeten!"
HECHTE BAND Uiteraard had ieder voor zich had de grootste moeite met de mentale harding, echter onderling bestond er een zeer hechte band. Als iemand het te moeilijk kreeg werd hij door anderen moreel opgebeurd. Ondanks moeite vielen er toch weer enkelen af. Jammer, zo dicht bij het einde!
RUGGENSTEUN Speedmars; de regen gutste als vanouds weer omlaag. Piet van Deursen een stevige knaap uit Dordrecht kreeg het echter nu te moeilijk. Samen met Ko Remmerzwaal ging ik naast hem lopen. Met onze handen op zijn rug samengevouwen namen wij hem op sleeptouw. Piet was doodop echter ieder mens heeft wel eens een duwtje nodig.
VALLEN EN OPSTAAN Nadat wij vijf dagen en nachten in touw waren geweest met vallen en opstaan bereikten wij doodmoe het commando kamp. Wij hadden ruim 200 km achter ons gelaten en kregen de laatste instructies voor onze intocht in Roosendaal. Met volledige bepakking op weg naar het fel begeerde doel: DE GROENE BARET.
TRANENPOORT Ouders hadden intussen een schriftelijke uitnodiging ontvangen om bij de feestelijke baretuitreiking aanwezig te zijn. Trots als een pauw had vader aan buurtgenoten de uitnodiging laten lezen. Als oud Huzaar was hij in zijn nopjes; uiteraard was hij op tijd in Roosendaal om een en ander te ervaren. Naast de poort was een podium opgesteld waar officieren en hoge ambtenaren hadden plaats genomen. Naast het podium familieleden en reeds gebrevetteerde commando’s. Een luid gejuich kwam ons tegemoet en de militaire kapel speelde toepasselijke marsmuziek. Mijn hart zwol van trots en ik voelde geen pijnlijke voeten meer. Op vrijdag 7 oktober 1960 ontvingen 70 cursisten hun Groene Baret. Hiervan een officier en 9 onder officieren. Bestman was A.L.M. van Vliet. Leuk om te vermelden; drie weken later vierde vader zijn 53ste verjaardag.
SPIEGELBEELD Vader kwam naar mij toe om mij te feliciteren. Terwijl wij ons naar de zalen begaven voor onze persoonlijke verzorging werden familieleden in de kantine onthaald op koffie en kregen een film vertoond over de commando opleiding. In de slaapzaal aangekomen schrok ik van mijn spiegelbeeld. Nadat wij allen waren opgefrist kregen wij een gezamenlijke warme maaltijd.
GROENE BARET Later op die dag hadden we onze baretuitreiking. Onder het toeziende oog van familie en vrienden sprak overste 'Ranft' ons toe: "Door jullie prestatie hebben jullie bewezen waartoe een mens in staat is. Grenzen zijn verlegd; steeds als jullie dachten de bodem bereikt te hebben bleek dat er nog wel een schepje boven op kon. De groene baret wordt aan jullie verstrekt ten teken van bekwaamheid. Vergeet echter een ding niet. Jullie zijn er nog niet. Dit is pas het begin!"
PRESTATIEVERLOF Wij allen kregen vier dagen prestatieverlof toegekend. Onderweg naar het station liep vader nog trotser door de straten dan ikzelf. Echter nauwelijks in de trein gezeten, viel ik overmand door vermoeidheid in diepe slaap. Enige tijd later maakte vader mij wakker en vroeg of we wel in de juiste trein zaten. We hadden inderdaad enkele overstappen gemist. Hoe dan ook: ik genoot mijn vrije dagen met vrienden uit de buurt. Na enkele dagen stond ik weer op het punt om te vertrekken. Vader stopte mij wat extra zakgeld in de handen en zei dat ik niks aan moeder moest vertellen. Heel grappig in deze is dat moeder even van te voren hetzelfde had gedaan. Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Het was een terugkerende traditie dat er tijdens de opleiding een sportdag plaatsvond tussen cursisten van het tentenkamp en al gebrevetteerde commando’s. Diverse groepen werden samengesteld. Op het scherpst van de snede bevochten wij elkaar voor een overwinning. Hindernisbanen, speedmarsen, touwtrekken en wagentrekken.
SPEEDMARS Vertrekken als groep en binnenkomen als groep. Vanaf de hoofdpoort via commando baan voor een ronde om de kazerne van totaal vijf km. Stopwatch gaf spannende tijden aan. Gemeten werd binnenkomst van laatste deelnemer per groep. Naast de voorgeschreven bepakking droeg ik tevens een mitrailleur. Eerst over linker schouder, vervolgens over rechterschouder. Gesjouw en gehijg van jewelste; nadat wij weer de commandobaan opdraafden en nog 300 meter hadden te gaan wilde een instructeur de mitrailleur overnemen. Die eer heb ik aan mijzelf gehouden.
TOUWTREKKEN Samengestelde groepen van tien man. Tentenkamp; Voortgezette Opleiding; 104de Commandocie; 105de Commandocie; 108ste Commandocie.
Een lang touw was in het midden voorzien van een wimpel. Aan weerzijden van deze wimpel stonden tien personen opgesteld. Onder het wimpel was een streep getrokken; vanaf deze streep was aan weerszijden drie meter verder wederom een streep. Met man en macht werd getrokken om het wimpel over de buitenste streep te krijgen.
Samen met Ko Remmerzwaal hing ik voor in het touw, gevolgd door maten en tenslotte als laatste man Piet van Deursen. Beren van kerels; de genoemde namen waren mijn tentgenoten en wij waren als zodanig goed vertegenwoordigd. Wij werden aangemoedigd door onze collega cursisten.
Onder luid geschreeuw van de instructeur werden we op de proef gesteld. Deze had ons ruim van te voren opgefokt: "Het is traditie dat door vechtlust cursisten als winnaar uit de bus komen. Laat jullie niet kisten…!" De sergeant bleek gelijk te krijgen. Waarschijnlijk staat nog in annalen vermeld dat we 'met vlag en wimpel' absolute winnaar werden.
WAGENTREKKEN Voor de kazernepoort stond een drie tonner opgesteld. Hierin had een chauffeur plaats genomen die als opdracht had het voertuig zonder lopende motor te besturen. Samengestelde groep moest achter in het voertuig plaats nemen. Na het fluitsignaal begon de tijd van de chronometer te lopen. Wij sprongen uit het voertuig; onze toggle werd aaneen gekoppeld. Het touw over onze schouder en langzaam aan kwam het voertuig in beweging.
Wederom flinke aanmoedigingen; de commandobaan op vervolgens een kleine ronde om de kazerne. Aan de achterzijde van de kazerne had een schildwacht de poort reeds geopend. Via het kazerne terrein weer naar de hoofdpoort waar een volgende groep klaar stond om hetzelfde te herhalen.
Onze groep moest beginnen; wij hingen zo schuin in het touw dat ons gezicht niet ver van het wegdek was verwijderd. Het schuim stond op mijn mond en ik was blij dat we deze zware route achter de rug hadden. Wij hadden ook een zeer goede tijd gemaakt; echter toen alle groepen binnen waren stond onze tijd ter discussie.
Wij stonden voor de keus om de overwinning aan anderen over te laten of ons opnieuw bewijzen. Graag of niet graag; we kozen voor het laatste. Wederom liepen wij een formidabele tijd. Geschiedenis werd geschreven; wij braken ons eigen record en bleven onbetwiste winnaar…!
Het was een vroege september ochtend toen wij werden wakker getrommeld. Met halfdichte ogen instappen in Drietonners richting Limburg. Onderweg vertelde ik mijn tentgenoten hoe mooi Limburg is. Pluvius was ons niet goed gezind; de regen kwam met bakken omlaag. In Limburg aangekomen sprongen wij uit de wagens waarbij wij tot over de enkels in de modder stonden.
KAARTLEZEN Na enkele instructies begonnen wij aan een individuele kaartleersoefening. De totale onbekendheid met het terrein maakte de oefening vrij pittig. Doodmoe en doornat kwam ik aan bij het verzamelpunt; de schietbaan in Amby De koffie was een welkome afwisseling en uiteraard werd gefilosofeerd over de Groene Baret.
BIVAK EN TERREINMARS De regen tikte met regelmaat tegen de tent. En weer het commando: "Aantreden voor terreinmars." Achterelkaar liepen wij door de donkere nacht door modderige velden. Elke stap vergde kracht om de voeten uit de klei te trekken. Dwars door weilanden, waarbij het kon gebeuren dat meerdere personen over het prikkeldraad wilde stappen zonder dat ze het van elkaar wisten. Links en rechts werd er gevloekt. Hijgend en ongelukkig ging je verder. Springend over slootjes, dwars door heggen en bossen waar terugspringende takken je gezicht openhaalde. Omdat men niet wist waar het einde was kon de tocht verschrikkelijk lang duren. Vervloekt Limburg…
AALMOEZENIER Na een korte nachtrust en ontbijt werd bij het bekende theehuisje gestart met de touwbaan over de Geul. Het was een zware opgave. De toggle was een kostbaar en onmisbaar bezit. Aan de overkant stond aalmoezenier ‘van de Vrande’ ons op te wachten voor een morele opkikker. Met een fles cognac in de hand riep hij de instructeur toe: "U vindt het toch wel goed dat de maten een slok koude thee drinken." De sergeant lachte de aal toe; hij kende het grapje schijnbaar al langer. De aalmoezenier sprak ons bemoedigend toe en vertelde ons over zijn commando opleiding die hij als 42 jarige had ondergaan.
Tijdens zijn opleiding was hij blijkbaar behoorlijk te grazen genomen. Een van de instructeurs had het speciaal op hem voorzien. Vlak voor het weekendverlof kreeg hij wapeninspectie. Volgens de instructeur was schoon niet schoon genoeg. Dit resulteerde in een na-inspectie en daardoor verlaat weekendverlof. Achteraf vroeg de instructeur hem naar zijn mening hierover, waarop hij als antwoord gaf dat hij hem voor zijn kop had willen slaan.“Ja mannen, een aalmoezenier is ook maar een mens."
MOEKE Nadat het eigen potje was gekookt en de tenten opgezet klonk de bekende kreet: "Aantreden." In eerste instantie viel het mee: "Instijgen." Wij konden onze verbazing niet op toen wij in Houthem-St. Gerlach voor een café uitstapten. Het was de Geulhemmermolen van mevrouw Bemelmans. Beter bekend als 'Moeke'. Binnen enkele minuten was er een geweldige stemming.
BROUWERIJ Nadat wij een aantal dagen van hot naar her hadden gelopen, liepen wij voorbij aan de oudste brouwerij van Nederland. Een van de maten kreunde: "Ik kan niet meer en hou het voor gezien." De instructeur reageerde: "Zolang je noch lucht heb om te praten kun je wel verder." Ook ons inpraten op hem had geen zin meer. Hij gaf zich daadwerkelijk gewonnen. Wij hadden erg met hem te doen. Hij werd de brouwerij binnen gedragen waar hij enige tijd later werd opgehaald.
Een dag per week op bezoek voor extra trainingen. De luxe van voertuigen was voor ons niet weggelegd. Speedmars; met volle bepakking. De hindernisbaan was een vermoeiende bezigheid; klimmen springen, kruipen. Het liefst door de modder want dat zagen de instructeurs graag. Bij het kruipen onder het prikkeldraad zat de pukkel regelmatig in de weg en de sergeant maar tieren.
KLIMTOREN Een buizen framewerk van 20 meter hoogte. In vele variaties werd de toren beklommen. Een der zijden bestond uit een houten lattenwand. In onregelmatig patroon waren blokjes bevestigd. Bestemd om de grondbeginselen bij te brengen van rots klimmen. Aan de andere zijde was op zestien meter hoogte een klein platform. Vanaf dit platform was een strak touw schuin omlaag gespannen. Men ging op het platform zitten, de houten klos van de toggle in de lus, de toggle dubbel over het gespannen touw, de handen in de ontstane lussen om vervolgens omlaag te suizen. Na de primaire toggle afdaling werd aandacht besteedt aan de 'Dodenrit'. Vanaf het platform ging men met de buik en een opgetrokken been op het touw liggen, het andere been opzij, het hoofd omlaag, de armen opzij, en.......suizen maar. Een vangnet was niet nodig; evenwijdig met het touw liep een sloot.
ONGEWAPEND VECHTEN Boksen en ongewapend gevecht; de sportinstructeur schreeuwde: "Laat maar eens zien wat jullie van val breken terecht brengen. Op fluitsignaal ligt er iemand op de mat, op het volgende signaal weer, zo niet dan schop ik je erop!"
WAGENSPRINGEN Met discipline en teamwork; in ijltempo werden wij vele vaardigheden de baas. Met Drietonners weer terug naar het kamp leek ons wel erg verdacht. Sergeant Tauran sprak in het Maleis tegen de chauffeur. De klep aan de achterzijde werd omlaag geklapt om vervolgens met de rit te starten. Even later riep de chauffeur iets in Maleis terug. Alras bleek het een afgesproken snelheid van 30 km te zijn. Tauran stond breed grijnzend op een zijbank en riep: "Ready…? Go... Go… Go…!"
Met aanloop en in duikvlucht sprongen wij van de wagen. Op het wegdek beland; val breken en opzij rollen want achter ons reed een volgende instructiegroep. Voorbijgangers stonden verbaasd te kijken en tikten zich tegen het voorhoofd.
SCHIFTING Door het vele stuntwerk vond geleidelijk aan een schifting plaats. Enkelen zagen het niet meer zitten en haakten af. Het was een periode van fysiek en lichamelijk afknijpen. Vaker werden wij uit onze slaapzak gewipt voor een nachtmars of om voor de nissenhut het 'Commandolied' ten gehore te brengen. Elke nacht was je benieuwd wat er zou gebeuren; een terreinmars, inspectie, touwenbaan of weer die hindernisbaan. Elk moment konden ze je wakker maken. Klimtoren bij duisternis misschien…?
WEEKENDEN Voordat wij op weekend verlof gingen, kregen wij een uitvoerige inspectie. Het wapen was heilig en schoon was niet schoon genoeg. Uiteindelijk onderweg in de boemeltrein met diverse overstappen. Tijdens de eerste overstap in Breda, heerlijk croquetje trekken uit de automaat. Vervolgens weer overstappen in Eindhoven, Sittard, Heerlen, met eindbestemming Kerkrade. Urenlang onderweg, af en toe een kort dutje en oppassen om tijdig over te stappen. Een wereldreis. Het weekend thuis was een welkome afwisseling; echter bij terugkomst gingen de pesterijen onvermoeid door. Ik nam een besluit: "Mij krijgen ze niet klein, blijven lachen, ik kan en zal die groene baret verdienen. Now matter how…!
Beschrijving van gebeurtenissen zijn enigszins chronologisch. Geen dagboek; maar aantekeningen uit het verleden zijn gebruikt als ondersteuning. In 'mijn tijd´ duurde die 8 weken. En voor wie het einde haalde wachtte de ‘Groene Baret.’ De ECO begon voor ons toen wij het tentenkamp betraden en daar het tokkeltouw en mutsdas uitgereikt kregen. De mutsdas op een speciale manier gevouwen en opgerold, zou de komende tijd ons hoofd gaan tooien. De toggle; een stuk touw van 1.80 meter lengte. Aan een zijde een lus en aan de andere zijde een houten klos. Onschatbare diensten zou deze toggle aan ons bewijzen.
AANKOMST ROOSENDAAL Bepakt en bezakt met plunjezak, pukkel en ransel. Op het station Roosendaal stonden enkele onderofficieren die mij naar een legertruck verwezen. Enkele cursisten waren reeds gearriveerd en hadden plaats genomen. Ik stelde mij aan hen voor en wachtte de verdere gebeurtenissen af. Even later liep weer een trein binnen waarna de drietonner vol raakte. Hierna vertrek naar het tentenkamp op de Rucphense Heide. Het tentenkamp was ongeveer zeven kilometer verwijderd van de Kazerne in Roosendaal.
Het kamp bestond uit zes cursistententen en een tent voor kadercursisten. Verder was er een keukentent en een nissenhut. Voor de nissenhut was een open plek, waar vele activiteiten zouden plaats vinden. Wassen en scheren bij een aantal zinken troggen. Toiletten; een latrine in open veld. Voor en om het kamp een hobbelige zandweg. Verder werd het kamp aan het oog onttrokken door omliggend struikgewas. De toegang tot het 'Commando Kamp' was gemarkeerd met boomstammen.
ONTVANGST Bij het tentenkamp stond een sergeant-majoor ons op te wachtten. Vriendelijk en beminnelijk sprak hij ons toe: "Mijn naam is Bruijnooge. Vanaf nu zijn jullie cursist. Gedurende de opleiding worden mutsdassen gedragen. Alles zal hier in looppas dienen te gebeuren. Het geweer dien je altijd bij je te hebben, waar je ook gaat of staat. Hebben jullie dit begrepen?"
LOOPPAS Wij bevestigden dit, waarna hij ons vertelde in welke tent en bij welke vaste instructeur wij werden ingedeeld. Na deze indeling namen wij onze plunjezak, pukkel en ransel op om ons naar de zojuist ingedeelde tent te begeven. Echter ver kwamen wij niet.......zodra we de slagboom waren gepasseerd, verdween de vriendelijkheid van de sergeant-majoor als sneeuw voor de zon. Hij schreeuwde en tierde: "Ik dacht dat jullie mij begrepen hadden. Looppas... Dekken... Opstaan... Looppas........!"
VERGEET DAT NOOIT Terwijl wij een bord met tekst naderde riep hij ons een halt toe. Wij kregen opdracht om deze tekst luid te lezen. Het was echter niet luid genoeg; nog een keer met de klemtoon vooral op de laatste zin: ‘Uw voorgangers hebben dit Korps opgebouwd door hun offergeest. Overal waar ons vaandel wapperde. In Arakan - Arnhem - Nijmegen - Eindhoven - Vlissingen - Westkapelle. Op Java en Sumatra deden de commando's hun uiterste plicht. VERGEET DAT NOOIT.’
OBSERVATIE Hierna konden wij ons naar de zojuist ingedeelde tent begeven, waarbij vooral de looppas niet werd vergeten. Puffend door de zware plunjezak kwam ik in tent één aan. Een van de cursisten merkte op: "Jonge, jonge, wat een bullebak." Om het een en ander in mij op te nemen nam ik plaats op een van de veldbedden. Het was een 16 persoonstent; aan weerszijden van een smalle doorloop bevonden zich acht veldbedden. Bij binnenkomst van de tent zat ik aan de rechterzijde op het derde veldbed. Er hing een muffe bedompte geur.
BOOMSTAM Nauwelijks gezeten kwam brullend en tierend een instructeur binnen. Alras bleek dit sergeant Tauran te zijn; een tanig Ambonees voormalig KNIL strijder. Met trillende snorharen riep hij: "Wat een troep, wat een troep hier. Ik breek zowat mijn nek over een boomstam die hier voor de tent ligt. Hier krijgen jullie geen tijd om te zitten. Jij, jij en jij, pak je pioniersschep en ga die boomstam begraven!" De boomstam......bleek een lucifer te zijn.
TENTOUDSTE Elke tent had een vaste instructeur voor speciale behandelingen. Reveille om 06.00 uur; sergeant Tauran kwam op gebruikelijk wijze de tent binnen. "Opstaan... opstaan... luilakken... opstaan!" Ko Remmerzwaal; een sympathieke tentgenoot uit de Zaanstreek werd aangewezen als tent oudste en als zodanig verantwoordelijk gesteld voor onze handelingen. Ondanks onze steun aan hem, hoorden wij sergeant Tauran vaak schreeuwen: "Remmerzwaal......Remmerzwaal!"
GOUDHAANTJE In onze tent was eveneens een knaap ingedeeld die samen met mij vanuit Vught was geselecteerd. Het was een tanige knaap en overal haantje de voorste. De straatnaampjes 'commando' had hij al reeds op zijn uniform gestikt. Hij was meer met eigen belang bezig dan met teamwork. De eerste week na aankomst moest hij al vertrekken.
ORDE EN NETHEID Normen en waarden; bijgebracht vanaf het eerste uur. Orde en netheid, een must. Spelregels werden ter plaatse uitgevonden; vrijwillig of daartoe aangewezen. Hoe dan ook; instructeurs hadden steeds een of andere list om je een oor aan te naaien. "Wie heeft er een rijbewijs?" Spontaan gingen een aantal vingers in de lucht. "Mooi zo, dan zijn jullie bij deze ingedeeld in de corveeploeg.”
OPDRUKKEN Regelmatig namen ze de cursisten te grazen. Opdrukken was een favoriete straf. Het opleidingsgebeuren werd dagelijks uitgevoerd. Regelmatig werden wij over de storm- en hindernisbaan gejaagd. De klimtoren was ook een favoriete bezigheid. Het moest steeds sneller en vaker. Op ieder moment van de dag maar ook in de nacht werden inspecties gehouden. De instructeurs wisten ons wel bezig te houden.
SAAMHORIGHEID In de ogen van de instructeurs was er steeds een reden aanwezig om een zogeheten 'opvoedkundige maatregel' toe te passen. Bij tij en ontij klonk hun geschreeuw in onze oren. Steeds weer waren ze in staat om motivaties verder te stimuleren. Fanatieke respons was dan ook niet van de lucht. Door individuele beleving ontstond collectieve verbondenheid en saamhorigheid. Drillen, het hoorde er nu eenmaal bij.
CASANOVA Als er post werd uitgedeeld was het gebruikelijk dat men zich een aantal malen in de voorligsteun moest opdrukken. Over het opdrukken het volgende. Een wijkgenoot haalde met mij de volgende grap uit. Op een dag kreeg ik een tiental kaarten; afzender verschillende meisjesnamen. Hoeveel keer ik moest opdrukken weet ik niet meer. Kennelijk was ik in de ogen van de instructeur een grote versierder. Herinneringen met een glimlach en een knipoog. Waarvan akte.
SERVETJE De cursisten van de derde tent stonden onder leiding van sergeant Lambrechts. Een van de cursisten kwam uit den Haag; met zijn schelle stem tergde hij de instructeur tot het uiterste. Terwijl we aten van ons rantsoen of ons eigen potje verzorgden riep Frans van Herk: "Sergeant, waar is mijn servetje….!" De instructeur kon hem wel villen; koos een slimme manier om zich af te reageren. In dit geval koos hij mij uit om met Frans een partij te stoeien. Na enig heen en weer gedraai, sloeg ik beide armen om Frans, tilde hem lichtjes op, om vervolgens samen in het zand te belanden. Echter het lukte geen van ons beiden om de ander met de rug tegen de grond te drukken. Tenslotte gaven we elkaar de hand; hadden ook niet veel zin om ons voor de kar te laten spannen.
DOM GEWEER Alweer een nachtmars; vermoeid keerden wij terug. Een van de mede cursisten had hoge nood gekregen en wilde zich haastig naar de latrine begeven. De instructeur schreeuwde: "Zeg cursist, waar is je geweer...?" "Vergeten sergeant…!" De rest van de dag was hij de klos;opvoedkundigemaatregel 'Dom Geweer', oftewel een stuk boomstam.
MOTIVATIE Alhoewel ik goed gemotiveerd aan de opleiding was begonnen, had ik op een morgen de neiging om mij te drukken van de dagelijkse bosloop. Nauwelijks gestart dook ik de bosjes in om mij via het struikgewas naar de achterzijde van de tent te begeven. Zo met mij nog twee anderen. Tot onze ontzetting stond sergeant-majoor Bruijnooge ons reeds op te wachten. Wij kregen een flinke uitbrander en werden naar onze reden gevraagd.
Diverse uitvluchten spookten mij door het hoofd. De een merkte op: "Ik heb pijn aan mijn voeten majoor", de ander zei: "Ik ben zo misselijk majoor…!" Bruijnooge schreeuwde: "Dan hadden jullie naar de hospik moeten gaan…!" Ik koos eieren voor mijn geld en verklaarde: "Ik heb geen excuus, ik had er balen van…!" Tot mijn verbazing sprak de sergeant-majoor: "Dat antwoord kan ik waarderen. Jullie twee kunnen alsnog aan de bosloop beginnen…!" Wijzend op mij: "Bij hoge uitzondering mag jij vandaag overslaan…!"
PESTERIJEN De stem van een instructeur kraaide: "Aantreden." Zo snel mogelijk naar buiten om maar niet te laat te komen. Edoch het was niet snel genoeg. Zo werden we weer enige tijd bezig gehouden met omkleden en aantreden. Na enige tijd moesten wij ons voor de nissenhut verzamelen. Op de open plek lagen een aantal boomstammen. In groepen werden boomstammen op de schouders getild waarna het commando volgde: "Linker schouder...rechter schouder...!" Iemand maakte een paar opmerkingen. Opvoedkundige maatregel; een kwartier praten tegen een zogeheten praatpaal. Hetgeen hij zei was zo niet belangrijk.
SCHIETMIDDAG Schiet middag op de schietbaan bij boer Bax. Op een afstand van honderd meter werd op vijf schijven geschoten. Evenwijdig aan deze schijven was onder het maaiveld een greppel gegraven. Met vier anderen moest ik hierin plaats nemen om na de serie schoten de resultaten aan te wijzen met een lange aanwijsstok. Bij de laatste serie schoten trof ik een slechte schutter. Geen enkele inslag in de schietschijf. Ik gaf echter een goed resultaat aan, hetgeen de instructeur wel bevreemdde; bij de laatste serie was maar door vier schutters geschoten.
VUURDOOP Vanaf de vijfsprong tot aan het tentenkamp moesten wij tijgerend afleggen. De vuurdoop was erg realistisch. Met mitrailleurs werd op een hoogte van 60 cm over ons heen geschoten. Donderpotten die het geluid van granaatinslagen weergaven sloegen in als mentale klappen. Het lawaai was oorverdovend. Vanwege een traangasgordijn moesten wij onze gasmaskers gebruiken. De ervaring als mijnwerker benutte ik ten volle, door mij zo laag mogelijk tegen de grond te drukken. Door transpiratie waren de glazen van het gasmasker volledig beslagen. Plotseling lag ik in een grote modderpoel. Om mij te oriënteren trok ik het gasmasker af, waarbij bleek dat ik pas de helft had afgelegd. Met betraande ogen zak ik enkele instructeurs die nieuwe traangaspotten ontstaken. Zij liepen dwars door het mitrailleurvuur; toen pas besefte ik dat er geschoten werd met losse flodders.
Als 17½ jarige knaap werd ik geconfronteerd met het zware en ongezonde beroep van mijnwerker. In Limburg generaties lang het hoofdmiddel van bestaan. Beleving of andere wensen telde niet. Toegegeven; de mogelijkheden waren zeer beperkt. Mijnwerkers waren vrijgesteld van militaire dienstplicht; echter ik heb geen gebruik gemaakt van de vrijstelling. Het zware en ongezonde werk in de mijnen wilde ik ontvluchtten. Tevens wilde ik mij bewijzen; smachtte naar erkenning. Daarnaast had ik grote bewondering en respect voor onze bevrijders. Hun pad is niet over rozen gegaan. Velen van hen hebben helaas de eindstreep niet behaald. Margraten; of elders hun laatste rustplaats...!
OPKOMST Dinsdag 14 juni 1960 was mij voor de tijd aangebroken dat ik de wapenrok moest aantrekken. De Tapijnkazerne in Maastricht was mijn opkomstadres. Hier werd ik als burger voor het eerst geconfronteerd met het soldaat zijn. Op de appelplaats zag ik onder luid geschreeuw van sergeanten de soldaten heen en weer exerceren. In de loop van de dag arriveerde van heinde en verre de rest van de opkomstlichting. Een sergeant deelde ons mee: "Vanaf nu staan jullie onder de krijgstucht en de komende maanden mogen jullie het burgerpak aan de kapstok hangen."
FOERIER Nadat wij in pelotons waren ingedeeld werden wij naar de eetzaal afgemarcheerd. Daar aangekomen werden wij door een oudere lichting in de maling genomen. "Fillers, hoe lang moeten jullie nog?" Na de maaltijd togen wij naar de foerier waar ons een persoonlijke uitrusting (PSU) werd verstrekt. De foerier keek mij met argusogen aan, greep in een van de rekken en zei: "Past precies!"
KRIJGSTUCHT EN EXERCITIE Onderwezen werden wij in krijgstucht, rangen, wapenleer, sporten en exercitie. Een kamergenoot uit Scheveningen was de lolbroek van het peloton. Tijdens exercitie liep hij als een telganger en bij het commando: "rechts.....omkeer", liep hij tot ergernis van de sergeant rechtdoor. Rechtervleugel man en bij het commando: "uitrichten", dribbelde hij eveneens naar rechts, het peloton op sleeptouw nemend. Het was dolle pret; helaas zat hij vaker in de cel. Op de Sint Pietersberg werden wij wegwijs gemaakt in camouflage technieken en gingen wij enkele dagen in bivak...!
OVERPLAATSING VUGHT Van onze lichting had een groep studie-uitstel gehad en kwam zodoende enkele weken later in dienst. Om deze reden raakte enkele pelotons overcompleet en werd ik met enkele anderen aangewezen voor overplaatsing naar de 'Garde Grenadiers' in Vught. In deze periode werd door Koningin Juliana een nieuw vaandel uitgereikt. Met flitsend gepoetste uitrusting stond de 'Garde' aangetreden. Hier heb ik ervaren wat het betekent om geruime tijd te staan met: "Presenteer...Geweer!"
WERVING KCT De laatste week van de rekrutentijd kwamen enkele officieren van het 'KCT´ om liefhebbers te werven. In sporttenue in de sportzaal; een arts liep aan ons voorbij voor eerste selectie. Hierna volgde een medische keuring, waarbij botten en ledematen uitgebreid onder de loep werden genomen. Vervolgens kregen wij een test op de hindernisbaan. Aangetrokken door de voorlichting nam ik mij voor om tot het uiterste te gaan. Na het nemen van deze baan zei de wervingsofficier: "Jij kunt goed lopen, maar het kan sneller, loop nog maar een rondje...!" Uiteindelijk bleven wij in Vught meteen handvol kandidaten over. In den lande werd deze selectie op de zelfde wijze uitgevoerd. In totaal zouden wij met 112 cursisten gaan deelnemen...!!