Vandaag is het even windstil rond de weerspreuken en daarom wil ik even voorlezen uit de volkskundige kalender. Geschreven in de taal die ze toen spraken : Tegen hoofdkwalen gaat men beevaren naar Poederlee bij Herenthals(Antw.). Dieven hadden de H. Vaten gestolen en de HH. Hostiën weggeworpen in een haag. 's Anderdaags in den morgen vond men een menigte kleine konijntjes in aanbidding voor de Hostiën neerzitten. Dat voorval deed op deze plaats eene kapel oprichten, de Heikapel genaamd, die weldra door duizenden bezocht werd. Op H. Sacramentsdag (2de donderdag na Pinksteren) is het de plechtige begankenis. Van wijd en zijd reist men er heen om de genezing te bekomen van allerhande hoofdziekten. Achter de kapel is een soort van konijnenpijp, waar de bedevaarder fijne aarde opsnuift, daarna moet hij zich in het water eener naburige bron het hoofd wasschen.
Mocht het vandaag toch regenen treur dan zeker niet want zegt er een weerspreuk :
" Regen op Sint-Denijs voorspelt een natte winter maar weinig ijs. "
Een andere weerspreuk zegt dan weer :
Sint Denijs geeft wel eens ijs. "
Maar....uit deze weerspreuk mag je niet afleiden dat er ons over enige dagen sneeuw en ijs te wachten staat. Nee, met dat oktober "ijs" wordt gewoon een opvallende afkoeling bedoeld.
Uit de Volkskundige kalender voor u gelezen : De H. Dionysius ontving het geloof van den H. Paulus wanneer hij het Evangelie in het Areopaag predikte te Athene. Hij verspreidde de leer van Christus in Gallië, waar hij, samen met Rusticus en Eleutherius den marteldood stierf te Parijs. Na zijne onthoofding nam Dionysius zijn hoofd in de handen en wandelde er eene mijl ver mede tot op de plaats nu Monmartre genaamd. Hij wordt dieswege aanroepen tegen de hoofdpijn. Sint Denijs is daar met zijn zaaikleers aan, zeggen de menschen in West-Vlaanderen. Ook wordt op zijn feestdag de zaaigraan gewijd. Al de menschen komen naar de kerk, met eenig zaaigraan in kleine zakskens; in menigvuldig getal op de bank der heilige Nutting geplaatst, worden ze door den priester met de gewone gebeden en kerkelijke gebruiken gewijd.
Vandaag vereerde (vereren) men de heilge Amor B. ook wel de H. Amor van Maastricht genoemd. Deze heilige is naar Limburg uit Aquitanië gekomen; hij diende God gedurende lange tijd bij het graf van de H. Servatius en stichtte er het volk. Hij wordt (werd) vereerd te Munsterbilzen(Limburg) Morgen is het uitkijken naar de heilige Dionysius M. die zich wel eens met het weer durft bemoeien.
Deze en de twee volgende maanden vertellen de weerspreuken ons heel wat, en reken maar dat ze ook vaak de waarheid vertellen. Zo zeggen ze bijvoorbeeld 't volgende :
" Oktobermaand met dichte mist, brengt zeker vorst tot in de kist."
OF...
" In de wijnmaand zon, kent de winter geen pardon. "
Vandaag is het Rozenkransdag en in de volkskundige kalender las ik 't volgende : Wellicht is de oudste broederschap of vereering van O.L.Vrouw vanden H. Rozenkrans in Vlaanderen, te Meire(O-Vl.). Het beeld, de Moeder Gods zittende op den stoel der wijsheid, heeft haar kind op den arm. Dit beeld dagteekent van de 14e eeuw. In de 16e eeuw werd het tijdens de beroerten in den grond gedolven,en, daar deze tijden zoo lang duurden, was stilaan de plaats vergeten geraakt. Zekeren nacht ontwaarde men in het veld een licht dat op eene plaats rustte; men ging er naartoe, dolf in den grond en vond het Mariabeeld weer. Men richtte in den ommegang de vijftien statiën der mysteriën op. Op O.L.Vrouwgeboorte en heden komt men van heinde en verre Maria vereeren. Te Antwerpen vierde men in het klooster der Predikheeren den verjaardag van den slag van Lapante (1571) door eene plechtige processie, de Keerskensprocessiegenaamd. De eerste dinsdag der maand gaat men uit Antwerpen naar Lier bij de Predikheeren ter eere der Bruine Lieve Vrouw, een beeldeke dat vroeger buiten de stad in het Mechelsch kapelleke stond. Dit is een verhaal uit lang vervlogen tijden !
Vroeger vereerde men vandaag de Heilige Bruno, dat was de stichter der Karthuizers die vroeger in ons land verschillende kloosters bezaten, onder andere te Gent, Geraardsbergen, Lier en Leuven, waaruit grote geleerden gesproten zijn. Hij wordt (werd?) door de landman aanroepen tegen de masscher van de tarwe (zwamsoort). Men las een gebed over het graan ter ere van deze heilige. Uit Limburg gaat (ging?) men te Luik "beevaren" in de kerk van Sinte Foy tegen de mazelen.
Vroeger sprak men bijvoorbeeld van "VUUR IN DEN BUIK" wat neerkwam op pijn in de onderbuik brandend als vuur. Het kon gaan om tal van aandoeningen maar meestal ging het om een blindedarmontsteking. Een ander middel dan ijs leggen was er niet, doch dit was buiten de vorstperiode slechts in een ijskelder te vinden. Tegen buikpijn werd algemeen een druppel jenever gedronken, maar zoals in veel wanhopigen gevallen liet men de ziekte aflezen met een dergelijke spreuk : Al zo waarachtig als God, de drie goddelijke personen en Jezus en Maria en Jozef naar Egypte zijn gevlucht met hunne ezel beladen met buikpijn. Alzo zeer zal door het aanroepen van de H. Drievuldigheid, alzo zeer worden deze pijnen genezen. In veel gevallen volgde na een korte periode de dood.