In de volkskundige kalender vond ik 't volgende over deze heilige. Hij was de moedige verzorger der pestlijders te Milanen in 1576, werd in geheel België bijzonderlijk aanroepen als beschermheilige tegen de pest. In 1616 werd ter eere van dien heilige te Brugge dicht bij de S.Donaaskerk, eene kapel gebouwd die in 1620 door Mgr. Triest werd gewijd. Er waren daar ook twee broederschappen ingericht, eene in de kapel, en eene bij de geschoeide Carmelieten.
Wegens een panne (geen Internet verbinding) kon ik er gisteren jammer genoeg niet zijn. Gelukkig is dit probleem rapper opgelost dan aanvankelijk voorzien en zijn we er weer ! Hopelijk voor een zeer lange tijd, stipt iedere dag weer op tijd.
Naar een oud volksgeloof keeren heden de zielen naar hunne oude woonplaats op aarde weer. De Huilende wind op dit tijdstip wordt vaak aanzien als het gedaver van den zielenwagen die door het ruim rijdt, en de klagende wind bediedt het smeeken der zielen om uit het vagevuur verlost te worden. Vandaar de volkszeg : Sluit de deur niet te rap, er zou een zielke kunnen tusschen zitten. Op wangeloof berust ook, het gebruik den eersten koek die men bakt in de asch te laten vallen; het schijnt wel een overblijfsel van de offerbroden aan de geesten. In de Kempen hoorde men vroeger veel spreken van zwarte hanen die driemaal kraaiden op het dak van de menschen die gedurende het jaar moesten sterven.
Wat vroeger, nu heel lang geleden, gebruikelijk was op deze dag, laat ik u de volkskundige kalender vertellen, want wie beter dan hij, kan het zich nog herinneren ? Op Allerzielen worden, vroeger meer, zielebroodjes gegeten. Deze dragen een kruiske en worden al heet en warm gegeten. Te Antwerpen doet men veel safraan in den deeg om de gele kleur eraan te geven " de vlammen van het vagevuur." In Limburg worden de Kruiskensbroodjes gewijd en nuchter gegeten, nadat men een gebed tot lafenis der Zielen gebeden heeft. In West-Vlaanderen noemt men ze Zielkoeken, Zielbroodjes, Cadetjes. In sommige streken luidde men de klokken gedurende 24 uren en de luiders mochten dan 's anderdaags bij de inwoners, van huis tot huis gaan bedelen.
In de volkskundige kalender wordt november als volgt voorgesteld :
" Ik wierd November, dat is 't negenste, genaemd, en of ik d'elfste ben nog heet ik onbeschaamd de negenste; ik eet de groente van de boomen, ik maek de nachten lang, en doe den slaeper droomen."
De negenste maand der Romeinen wordt in ons land meest " Slacht - en Offermaand genoemd. Dat wijst op het plengen van offers, van dankzegging ter ere der goden van het heidendom. De boer slachtte deze maand zijn varken, stak het in de kuip en was zo voorzien van zijn eten voor de winter. Vroeger was het wel altijd de gewoonte dat hij een "zende" deed aan de pastoor en aan de eigenaar van zijn akkers. Dit was een vrijwillige gift in vervanging der oude tienden (Dîmes)
Een nieuwe maand, en nieuw geluid, een ander weer ! ! ! Geen enkele maand die zoveel benamingen meekreeg als november : SLACHTMAAND is wel het meest gebruikelijke voor deze maand en dat is te wijten aan het feit dat er vroeger op iedere boederij een varken geslacht werd. Verder noemt men deze maand ook nog SMEERMAAND dat in verband met de vele teerfeesten die in deze maand plaatsvinden. Heel gebruikelijk is ALLERHEILIGENMAAND. Verder spreekt men nog van : ZIELTJESMAAND - JACHTMAAND - BLOEDMAAND - WINDMAAND - WINTERMAAND - NEVELMAAND en LOEFMAAND, dit laatste is een oude betekenis voor "dol", wat er op wijst dat deze maand onbestendig dol kan zijn.
Vandaag vereren men de H. Quintinus en de volkskundige kalender vertelt over deze heilige dat hij Romein van geboorte was. Hij kwam naar Galië het geloof verkondigen, bijzonderlijk in het Noorden. Om de talrijke bekeeringen die hij bewerkte werd hij door Rictovarius wreedelijk gemarteld. Vaneen getrokken zoodat de beenderen kraakten en ontwricht waren, de nagels aan handen en voeten met scherpe elsen gestoken, de schouders doorboord met priemen, zoo werd hij met vetstoffen overgoten en in brand gestoken, daarna onthoofd. Zijn lichaam werd in de Somme geworpen. Te Brugge en Kortrijk wordt hij aanroepen en gediend tegen maagpijn en het water, elders ook tegen ontwrichte ledematen. Te Imde bij Wolverthem aanroept men de heilige tegen het flerecijn. Hier wordt het graan dat men offert in drie dorpen gebedeld. Ook hier weer, weet ik niet dat er ook nog maar iets rest van deze oude tradities.
Zoals ik gisteren al zei valt er op Allerheiligen zoveel te vertellen, en daarom geef ik ook vandaag nog een stukje mee. Uit de volkskundige kalender las ik nog 't volgende : Te Brugge plachten de kleermakers heden, dank aan eene stichting van den Heer Gruuthuuse, dertien armen te kleden en gezamelijk de mis bij te wonen in de O.L.Vrouwkerk. Te Diest stond er vroeger op de hoogte van den Kluisberg, eene kapel ter eere van Alle Heiligen opgericht, nu staat ze aan den voet van den heuvel, en menig bedevaarder die de "kaarskensprocessie" te Scherpenheuvel bijwoont, gaat er bidden en dieren offeren : konijnen, duiven of schapen. In Oost-Vlaanderen heeft men de begankenis naar Nederzwalm, dorp dat in den volksmond meest Allerheiligen genoemd wordt. Of er heden van dat alles nog iets rest, is zeer de vraag.
Ik vrees dat we dit mooi en zacht "Allerheiligen nazomerke" in februari wel eens duur zouden kunnen betalen want...zegt een weerspreuk :
" Warme oktober dagen, februari vlagen. "
Hoe dan ook, het mooie hebben we toch lekker meegenomen ! Afspraak morgen voor het begin van een hele reeks mooie weerspreuken die de maand november rijk is !
Na het officie, op Allerheigen dus, wordt er doorgaans in het Vlaamsche land koeken of wafels gebakken. Aan de kinders wordt er gezegd : hoe meer koeken gij eet, hoe meer zielekens gij verlost. In menige stad en dorp van Vlaanderen richten de kinderen kleine altaarskens op voor de deur van hun huis. Op een vierkanten tafeltje spreiden zij met zorg een wit linnen doek, te midden plaatsen ze een Christusbeeld, en tegen den muur hangen zij al de sanctjes die zij hebben. Op het voorgedeelte van het eenvoudig kinderaltaar, staat eene teljoor als offerplaat, ten dienste van den voorbijganger. Zij vragen dan een cent voor de Geloovige Zielen. De brave kinderen kopen dan kaarsjes, maar de anderen, wier minste kwaad de snoepziekte is, koopen ermee ronde caramellen van gekookte siroop, tablette genaamd. Hoe het er vroeger toch aan toe ging ! ! !
Omdat er rond 1 november zoveel te vertellen valt, wil ik vanaf heden al een klein beetje vooruit lopen. ALLERHEILIGEN - Deze feestdag werd onder den naam van Allermartelaren ingesteld, wanneer Paus Benifacius IV de beenderen der Heilige Martelaars in het Pantheon van Rome, liet overbrengen in 607; toen ontving de kerk de naam van Sancta Maria ad Martyres. Gregorius III stelde bij dezes kerkwijding, in 731, den feestdag van Alle Heiligen op 1 november en in 834 werd dien feestdag tot de gehele Kerk uitgebreid door Gregorius IV. Des avonds om 6 uur wordt het Officie der Overledenen gezongen; dan luiden de klokken " over dood " en dezen die niet ter kerk kunnen gaan, bidden een half uur te huis zolang de klok luidt. Het is ook eene vrome gewoonte kaarsen te ontsteken gedurende dezen tijd en ook gansch den Allerzielendag, tot lafenis der Zielen van het Vagevuur.Zo was het in de tijd van toen !
Wat is de herfst toch schilderachtig mooi, al die verschillende kleuren in het bos, gewoon prachtig is dat ! Maar........ 'k wil u toch even verwittigen want .......
" Worden de bladeren geel en krom, kijk naar uw kachel om. "
Ook misschien goed om weten is :
" Oktoberweer, maartweer. "
Als je het mij vraagt, dan gaan we in maart volgend jaar zeker geen reden tot klagen hebben.
Koning winter staat dan wel voor onze deur maar zo slecht is hij dan ook weer niet. Hij brengt ons vannacht een geschenk voor iedereen : We mogen met z'n allen 1 uurtje langer slapen ! ! !
" Vergeet vannacht u klok niet, 3 uur wordt dan plots 2 uur. ! "
Vandaag vereren men de H. Ermelinde en daar wil ik graag wat over voorlezen uit de volkskundige kalender. Ermelinde werd in een dorp nabij Leuven : Lovenjoul, uit edele ouders geboren. Van kindsbeen af schuwde zij alle kwade gezelschappen, en offerde zich aan God. Toen hare ouders haar wilden uithuwelijken " nam zy eene scheyre ende heeft haerhayer afghesneden ". terwijl zij het dorp Bevekom voor eenige tijd bewoonde, en er dag en nacht ter kerk ging, waren er twee wellustigaars die haar zochten te onteeren. Een valstrik werd gespannen. Door een Engel gewaarschuwd, begaf ze zich dien dag naar Meldert, alwaar zij God diende naar wensch. Zij leefde daar als kluizenaarster en stierf ongekend. De legende meldt dat de Engelen zelf haar uitvaart zongen en dat ze door hen ook begraven werd.
Vandaag hebben we de HH Simon en Judas op bezoek en geloof mij, wanneer we dit tweespan op visite krijgen, wel dan blijft de winter helaas niet lang meer uit ! Diverse weerspreuken maken ons dat meer dan duidelijk !
" Als Simon en Judas komen, Begint men de winter te schromen. "
Of nog een andere bevestiging :
" Is Simon en Judas voorbij, dan is de winter kort nabij. "