Tijdens een van onze vele zwerftochten (september 2006) in en door de velaten slagvelden nabij Verdun botsten wij op twee Duitse 7.7 cm artillerieprotzen, dit zijn munitiewagentjes van de Duitse artillerie. Onvoorstelbaar 90 jaar na de slag! zie foto's.
22-05-2008, 12:16 geschreven door DP
AANGRIJPEND MONUMENT
Een van de meest aangrijpende monumenten die ik ken en ai tientallen keren heb bezocht is het Ossuaire van Douaumont. Het is een langgerekte monument, het is een bidplaats en kerk van 137 meter lang. Achttien grote nissen bevatten graftomben met daarin de beenderen en schedels van gesneuvelden. Zij zijn bij elkaar gelegd volgens de sector van het Verdun-front, waar ze gevallen en gevonden zijn. Buiten aan de achterkant zijn raampjes gemaakt. Door die raampjes kan je naar binnen kijken en zie je de knekelhopen en schedels liggen. Het is een gruwelijk en ontroerend zicht! Zo zijn er 45 van die ramen in de gevels aangebracht! Jammer genoeg vinden vele toeristen dit sensatie en gedragen zich hier dan ook vaak niet op de gepaste wijze, maar voor hen die wel de geschiedenis van Verdun kennen kijken wel vol eerbied door de raampjes
22-05-2008, 11:56 geschreven door DP
Moslim monument te Douaumont
Op 26 Juni 2006 huldigde de toenmalige Franse president Jacques Chirac nabij Verdun, op de heuvel van Douaumont, een monument in ter nagedachtenis van de 87.000 moslims die gevallen zijn voor Frankrijk gedurende de EersteWereld Oorlog. Dit was eenvan de hommagesuit de serie van herdenkingsplechtigheden van de Slag om Verdun, negentig jaar geleden in 1916.
De 600.000 moslims die voor Frankrijk aan het Westelijk Front streden, waren ver van huis. Ze werden ingelijfd of gewelddadig geronseld in de voormalige koloniën en protectoraten van Frankrijk, zoals Marokko, Tunesië, en Algerije.
Er is al een grote militaire begraafplaats op Douaumont, dit met de graven van 15.000 geïdentificeerde soldaten, waaronder ook de graven van moslim soldaten. Op de top staat al sedert 1927 een Grafmonument voor de onbekende Christelijke (Ossuaire) en Joodse soldaten, die rond Douaumont gesneuveld zijn.
Het monument voor de moslimsoldaten is een rondlopende galerij van 25 bij 19 metermet een booggewelf en Arabische kantelen. Het bouwwerk kostte 370.000 euro en is betaald door de Franse staat. Tijdens de bouw was het moslimmonument al omstreden. Het monument is om politieke redenen pas 90 jaar na het gebeuren opgericht en dit ondanks hetfeit dat de koloniale troepen werden ingezet voor de zwaarste taken en dit vooral nabij Verdun en in 1917 op de Chemin des Dames.
22-05-2008, 00:00 geschreven door DP
20-05-2008
Het rode vierkant
Het rode vierkant
In de geschiedenisboeken over Verdun spreekt men vaak van het rode vierkant. Met het rode vierkant duidt men in feite daarmee een bijna vierkant gebied aan van enkele kilometers in omtrek tussen Douaumont en Vaux in het noordoosten en Thiaumont en Chapelle St. Fine in het zuidwesten. Wat de benaming 'rood' betreft: nergens op aarde is werd de grond zozeer doordrenkt geworden met menselijk bloed als op die plek. In de maanden juni en juli 1916 voltrokken zich daar gevechten die te barbaars zijn om zich voor te stellen. Man tegen man gevechten, waarbij soldaten met handgranaten, bajonetten, scherp geslepen pionierschoppen en zelfs met de blote handen elkaar te lijf gingen, in aantallen, die we ons gewoon niet meer kunnen indenken. Zo trok op 23 juni over een frontvan zes kilometer breed een Duitse legermacht van 50.000 soldaten in 16 linies van elk 3000 man in de richting van de Franse stellingen. Bepakking op de rug en de bajonet op het geweer. Met de simpele opdracht om de Fransen eruit te jagen en de weg naar Verdun open te leggen. Generaal Robert Nivelle (die in mei Pétain als bevelhebber was opgevolgd) schreef in zijn dagorder de gevleugelde woorden: 'Ils ne passeront pas!'. 'Ze zullen er niet doorkomen'. En zijn soldaten hebben dat inderdaad waargemaakt. Onbeschrijfelijke tonelen hebben zich in dat rode vierkant afgespeeld. Tienduizenden militairen zijn daar op de meest vreselijke wijze afgemaakt. Maar de rijen van de Franse poilus, hoe zwak misschien ook op bepaalde momenten, konden niet doorbroken worden.
De laatste aanval van de Duitsers kwam op 11 juli. Ook deze aanval werd voorafgegaan door een gigantisch artilleriebombardement. En vervolgens begonnen 40.000 infanteristen (net als op de 23e juni) aan hun opmars in de richting van Verdun, zwoegend over het kapotgeschoten slagveld, strompelend over de uitrustingsstukken en de lijken van eerder gesneuvelde militairen. En bijna lukte het hen om naar Verdun door te dringen. De Duitse troepen kwamen tot aan het fort Souville, en konden Verdun op enkele kilometers afstand zien liggen. Maar toen werden ze door de verdedigers van het fort weggeschoten. Een deel werd gevangen genomen. Een ander deel vluchtte. En de aanval op Verdun was definitief mislukt.
20-05-2008, 11:55 geschreven door DP
Le Poilu
Le Poilu
Poilu I aj harig, ruig, bebaard; II m P mannetjesputter m; Franse soldaat m (1914 1918
Poilu" is wel het meest gevierde woord van de eerste wereldoorlog. Als de linguïst Albert Dauzat tijdens zijn mobilisatie op 02 augustus 1914 deze term hanteert is dat omdat deze al gebruikt werd. In augustus 1914 betekent "poilu" man. In het leger werden soldaten mannen genoemd.
Deze snelle verklaring ontkracht nog niet de gedachte dat soldaten "poilus" werden genoemd omdat deze zich niet zouden scheren. Een eeuw eerder, in het militaire vakjargon, was een "poilu" iemand die haar had, niet zozeer op zijn kin maar elders, van oudsher een teken van vruchtbaarheid. Balzac, een generaal van Napoleon, vond 42 pontonniers (geniesoldaten) voldoende "poilu" om een brug over de Bérézina te bouwen, dit wil zeggen met durf, moed.
In de kazernes, voor 1914, betekende "poilu" dus moedigof gewoonweg man. Berichten over de oorlog aan het front bereikte ook de burger en men nam de term "poilu", welke tot voor kort voorbehouden was aan het militaire vakjargon, over. Hierbij kreeg "poilu" een nieuwe glans; soms familiair, vriendelijk of met bewondering. Niemand sprak meer van strijder, iedereen sprak van 'nos poilus'!
De Franse infanteriesoldaat, 'fantassin', onderging tijdens het eerste jaar van de oorlog een behoorlijke transformatie. In augustus 1914 trok de soldaat met veel elan ten strijde. Hij was gekleed in zijn zéér opvallende uniform met rode broek, donkerblauwe jas en rode kepie, dat maakte hem een schietschijf voor de in feldgrau gehulde Duitse troepen. Met ingang van 1915 kreeg hij een uniform in 'bleu horizon'. De kepie, korte tijd in 'bleu horizon', werd door de vele hoofdwonden veroorzaakt door allerlei rond vliegende scherven al snel vervangen door de kenmerkende casque (helm) Adrian.
Gedurende de eerste wereldoorlog kreeg de term "poilu" een extra dimensie. De beoogde bewegingsoorlog aan het westelijke front viel stil en alle partijen groeven zich in en de loopgravenoorlog was een feit. De Franse soldaten verbleven een periode van twee weken in de voorste linies, vaak onder zéér erbarmelijke omstandigheden. Onder vuur van de vijand, uitgeput, vervuilt en verhongerd keerden de soldaten terug naar de achterste linies om na een korte rust terug te keren naar de hel van de loopgraven. De naar de achterste linies terugkerende militairen soldaten waren gemakkelijk te onderscheiden van hun collega's van de aflossing. Naast de door modder doordrenkte uniformen camoufleerde een baard van twee weken de gelaten gezichtsuitdrukking. Deze mannen, die zich twee weken nauwelijks hadden geschoren, kwamen terug als 'bebaarden' ofwel 'poilus'.
20-05-2008, 11:43 geschreven door DP
Het grafmonument van Douaumont
LOSSUAIRE: Het grafmonument van Douaumont
Een kenmerk van de strijd om Verdun is, in vele gevallen, het niet kunnen begraven van de doden .Gezien het enorme aantal gesneuvelden is het slagveld van Verdun verzadigd met menselijke overblijfselen.
In het knekelhuis of massagraf van Douaumont rusten de stoffelijke resten van ongeveer 130.000 niet geïdentificeerde Franse en Duitse gesneuvelden! Verzameld uit de in 51 verschrikkelijke oorlogsmaanden veroorzaakte chaos der slagvelden.
Aanvankelijk waren deze lijken, in kisten met de naam van de sectoren waar de betrokkenen waren gesneuveld, geborgen in een voorlopig knekelhuis, een grote in 1919 opgetrokken barak. Thans bevinden zij zich in het monument dat het werk is van de architecten AZEMA, HARDY en EDREl. Dit grafmonument is opgericht op initiatief van een door monseigneur GINISTY, bisschop van Verdun, voorgezeten comité. De prelaat heeft in Frankrijk en in het buitenland door middel van oproepen tot geldelijke steun en conferentiereizen de nodige fondsen opgehaald.
De eerste steen werd gelegd op 22 augustus 1920 en de stoffelijke overschotten werden in 1927 uit het voorlopige ossuaire overgebracht. De inwijding van het volledig afgewerkte monument vond plaats op 07 april 1932. Kannunik NOEL al bedrijvig in het voorlopig ossuaire wordt de eerste kapelaan van het nieuwe monument + kapel
Op de 137 meter lange gevel zijn de schilden aangebracht van de Franse maar ook buitenlandse steden die tot de bouw hebben bijgedragen ( oa Kortrijk). Op de as van de toegangspoort verheft zich een 46 meter hoge toren. Die toren in de vorm van een houwitsergranaat, het projectiel dat zovele lichamen heeft verscheurd, maar voorzien is van het kruis dat aan al die offers zin zou moeten geven. Op de top staat een lantaarn met vier witte en rode schijnwerpers rond een 2.300 kg zware klok. In de maanden juli en augustus zwaait het rood/witte licht van de schijnwerper elke nacht als een vuurtoren over het slagveld. Buiten het "seizoen" enkel tijdens de weekends.
In de gang zijn achttien nissen aangebracht met elk twee granieten graftomben, die door steden of departementen zijn geschonken. Boven elke graftombe is de naam te lezen van de slagveldsector waarop de geraamten zijn aangetroffen. Aan beide uiteinden van de gang heeft men een 150 kubieke meter grote grafkelder moeten inrichten om er de gebeenten uit de te overladen sectoren onder te brengen. Boven elk van die grafkelders staat een schild uit graniet, waarop men bij plechtigheden de herdenkingstoorts ontsteekt.
De vloer van de gang is uitgevoerd in mozaïektegels, die de militaire orden van Frankrijk uitbeelden: in het midden, het erekruis van het Legion d'Honneur, op beide uiteinden de Medaille Militaire en ertussenin een reeks Oorlogskruisen. In het verlengde van de ingangspoort biedt een fraaie deur toegang tot de katholieke kapel, waar een ontroerende piëta boven het hoofdaltaar de pelgrims verwelkomt. De glasramen verbeelden gevechtsscènes. Het zijn schenkingen van de families en zijn het werk van meesterglasschilder Desvallieres.
Monseigneur Gihisty, de stichter van het patronaat van het grafmonument, en kanunnik Noel, zijn op hun eigen verzoek begraven bij de naamloze doden aan wie zij een laatste rustplaats hebben bezorgd.
Het grafmonument is gebouwd op de heuvel van Thiaumont, waarvan de ruines, een paar honderd meter verder westelijk, nog die naam dragen. Ernaast bevindt zich de monumentale muur ter ere van de Israëlitische vrijwilligers die voor Frankrijk zijn gesneuveld, waarop als versiering de bijbel in Hebreeuwse schrifttekens is aangebracht. Lichtjes afhellend voor het grafmonument strekt zich het militaire kerkhof van Douaumont uit, dat 15.000 grafzerken omvat. Alle zijn voorzien van een wit kruis, behalve die van de moslimsoldaten, die een naar Mekka gericht zuiltje als gedenkteken hebben (momenteel is men bezig met er een gebedplaats voor moslims te bouwen). De bij Verdun gestorven Duitse kameraden zijn eveneens voor een groot deel in deze aarde bij de Maas begraven. Zij zijn er in de zone van de slag bij Verdun verzameld in 29 Duitse begraafplaatsen met 54.845 geïdentificeerde lijken.
20-05-2008, 00:00 geschreven door DP
18-05-2008
Brief van soldaat Charles Guinant
Verdun, le 18 mars 1916
Ma chérie, Je t'écris pour te dire que je ne reviendrai pas de la guerre. S'il te plaît, ne pleure pas, sois forte. Le dernier assaut m'a coûté mon pied gauche et ma blessure s'est infectée. Les médecins disent qu'il ne me reste que quelques jours à vivre. Quand cette lettre te parviendra, je serai peut-être déjà mort. Je vais te raconter comment j'ai été blessé. Il y a trois jours, nos généraux nous ont ordonné d'attaquer. Ce fut une boucherie absolument inutile. Au début, nous étions vingt mille. Après avoir passé les barbelés, nous n'étions plus que quinze mille environ. C'est à ce moment-là que je fus touché. Un obus tomba pas très loin de moi et un morceau m'arracha le pied gauche. Je perdis connaissance et je ne me réveillai qu'un jour plus tard, dans une tente d'infirmerie. Plus tard, j'appris que parmi les vingt mille soldats qui étaient partis à l'assaut, seuls cinq mille avaient pu survivre grâce à un repli demandé par le Général Pétain. Dans ta dernière lettre, tu m'as dit que tu étais enceinte depuis ma permission d'il y a deux mois. Quand notre enfant naîtra, tu lui diras que son père est mort en héros pour la France. Et surtout, fais en sorte à ce qu'il n'aille jamais dans l'armée pour qu'il ne meure pas bêtement comme moi. Je t'aime, j'espère qu'on se reverra dans un autre monde, je te remercie pour tous les merveilleux moments que tu m'as fait passer, je t'aimerai toujours. Adieu Soldat Charles Guinant
18-05-2008, 00:00 geschreven door DP
15-05-2008
Duif
Duif
Frankrijk wil geen oorlog zonder helden. Eén van hen is een gevleugelde held, namelijk de duif Le Vaillant. Zij was de laatste postduif waarover de omsingelde verdedigers van het Fort Vaux beschikten om informatie door te geven aan het hoofdkwartier. Toen de verdedigers van dit fort in juni 1916 van geen wijken wilden weten, werden zij met gas, brandende benzine en springladingen bestookt. De commandant liet daarop Le Vaillant los met een laatste oproep om hulp. Het dier slaagde erin om de regen van kogels te ontwijken, bereikte het hoofdkwartier en viel daar dood. De moedige duif werd opgezet en kreeg - als enige soortgenoot - het Legion d'Honneur. Het fort kon niet meer ontzet worden en moest capituleren.
15-05-2008, 15:43 geschreven door DP
La Voie Sacrée
La Voie Sacrée, de navelstreng van Verdun
Gemotoriseerd vervoer komt tot ontwikkeling gedurende de Eerste Wereldoorlog. In 1914 bestaat het vrijwel niet. Aan de vooravond van de mobilisatie bezit het leger slechts 170 voertuigen, maar verkrijgt het nodige aantal door vordering en tot terbeschikkingstelling van de staat. In 1918 zal het gemotoriseerd vervoer één van de voornaamste middelen van oorlogsvoering geworden zijn.De eerste poging tot rationele organisatie van gemotoriseerd vervoer vindt plaats op 01 en 02 september 1914 met de evacuatie van Reims. Dit gebeurt onder leiding van bevelhebber Doumenc, stafofficier, die we later zullen terugvinden in Verdun waar de ervaring met de organisatie van de weg van Bar naar Verdun een grote bijdrage leveren aan de ontwikkeling van ideeën over de vorming en het gebruik van militaire gemotoriseerd vervoer. Deze experimenten in 1914 en 1915 tonen aan, dat om dergelijke operaties te doen slagen het absoluut noodzakelijk is om op tijd over het nodige aantal voertuigen te beschikken en de weg volledig onder controle te hebben. Langzamerhand, dankzij punctuele analyses en met de versterking van het wagenpark door het opzetten van een oorlogsindustrie en bestellingen geplaatst in het buitenland (Italië, Verenigde Staten), worden de contouren van een algemene doctrine zichtbaar. Zo vind het idee ingang om een grote reserve aan te leggen ter beschikking van de opperbevelhebber. Deze reserve bestaat uit secties van 25 voertuigen, samengevoegd tot groepen van vier secties (plus een reparatiewerkplaats). Vijf of zes van die groepen vormen op hun beurt een eenheid. Een eenheid van 600 voertuigen kan in één keer een hele brigade vervoeren. De eerste eenheid wordt samengesteld in april 1915. Aan het einde van hetzelfde jaar zijn er vijf eenheden, in 1916 zijn dat er dertien en in juli 1918 vijfentwintig! Dat betekent dat begin 1916 het gemotoriseerde voertuig, dankzij de uitbreiding van het wagenpark, de opzet van de "reserve" en van reparatiewerkplaatsen en dankzij de vooruitgang geboekt in het gebruik ervan, een opmerkelijk militair hulpmiddel is geworden. De Slag bij Verdun brengtdit plotseling aan het licht. Op spoorlijnen kan men niet rekenen, want die van Lérouville is bij Saint-Mihiel verspert en die van Châlons bij Aubréville. De plaatselijke smalspoorlijn van één meter breed, Le Meusien genoemd, die Bar met Verdun verbind heeft een debiet van maximaal 800 ton per dag, terwijl een vervoerscapaciteit van wel 10 maal die hoeveelheid nodig is. Daarentegen bestaat de Franse verbinding tussen Verdun en het achterland uit een smalspoorbaan en een in zeer slechte staat verkerende 75 km lange en 7 meter brede verkeersweg die voert naar Bar-le-Duc waar de eerste aansluiting met het Franse spoorwegnet te vinden is. Dit is de enige verbinding met het achterland:.
Blijft dus over de wegen de ervaringen opgedaan gedurende de afgelopen jaren kan op deze departementale verkeersader, in 1915 verbreed tot 7 meter, worden toegepast. De weg is echter bochtig en maar gedeeltelijk van een steenlaag voorzien. Op 19 februari, toen de bedreigingen aan het front bij Verdun steeds duidelijker werden, besloot de algemene staf tijdens een werkbijeenkomst in Bar le Duc, kapitein Doumenc, die over de het wagenpark ging, met dit probleem te belasten. Op 20 februari werd de Commission Régulière Automobile in het leven geroepen die tot taak had 2 000 ton per dag aan goederen te vervoeren naar de streek bij Verdun en tegelijkertijd zo'n 15 tot 200.000 manschappen.
Van levensbelang voor de gevechtskracht van het Franse leger is de aanvoer en afvoer van mensen en de aanvoer van voedsel, materialen en munitie. Vooral munitie omdat de slag rond Verdun zich steeds meer zal ontwikkelen tot een artillerieslag, de Duitsers spreken van een 'Materialschlacht'. De Duitsers hebben in hun achterland een goedwerkend spoorwegstelsel tot hun beschikking
Men besluit dus om de weg onder volledige controle te nemen. Hij wordt uitsluitend toegankelijk voor gemotoriseerde voertuigen. Elk voertuig met pech dat niet op sleep kan worden genomen moet in de greppel worden geduwd. De weg zelf wordt verdeeld in zes cantons waarbij elke kantoncommandant de Regelcommissie vertegenwoordigd en de beschikking heeft over de nodige middelen voor verbinding, toezicht op de toegang en reparatie. De automobielafdeling hoeft zich niet te bekommeren over de artillerie of de door paarden voortgetrokken konvooien die zich onafhankelijk verplaatsen en geen gebruik maken van de bewaakte weg. Ook heeft zij niets te maken met het vervoer van proviand dat gebeurt over de plaatselijke spoorlijn. Al de rest, infanterietroepen, munitie en divers materieel moet wel worden vervoerd. Alles arriveert per spoorlijn in de regio van Revigny, Bar-le-Duc en vooral op het station van Baudonvillers ten zuiden van Bar, het vertrekpunt van deze weg die zich uitstrekt over 75 kilometer tot aan het kruispunt van Moulin Brûlé. De Regelcommissie is bedrijfsvaardig op 22 februari. Commandant Girard (waterstaats- en wegenbouwkundig ingenieur) laat steengroeven aanleggen langsheen de weg waar ook vaak Duitse krijgsgevangenen worden ingeschakeld. 1 200 Territorialen gooien ( en dit rechtstreeks dagelijks ) stenen en puin onder de wielen aangevoerd vanuit steengroeven in de buurt. Daarmee worden de gaten in het wegdek voortdurend opgevuld en doen de voertuigen, die met een snelheid van 15 tot 20 km/ uur rijden, zelf dienst als pletwalsen. Commandant Girard wordt (behalve door kapitein Doumenc) bijgestaan door 19 officieren en 250 onderofficieren en soldaten. Tijdens de Slag bij Verdun, zullen de 51 groepen om en nabij de 9000 voertuigen (waarvan er 6000 onafgebroken over deze weg rijden) 90 000 mensen en 50 0000 ton materiaal vervoeren. Er zal een totale afstand afgelegd worden van één miljoen kilometer.
Zeven automobiel- eenheden zijn op deze manier actief geweest.
Als we daar de interne middelen van het leger aan toevoegen, hospitaalvoertuigen enz. gaat het over een totaal van 8 000 voertuigen die elkaar hebben opgevolgd (éénelke 14 seconden) van Bar naar Verdun. Gedurende de maanden maart tot juni 1916, bedraagt het maandelijks verkeer meer dan 500 000 ton en 4000 000 man zonder de 200 000 gewonden mee te tellen die door de hospitaaldiensten zijn afgevoerd. Gedurende de hele Eerste Wereldoorlog zullen nergens elders op één enkele weg en voor een dergelijk lange duur zulke omvangrijke transporten plaats vinden.
Pétain besluit, net als bij de slag aan de Marne in 1914, vrachtauto's in te zetten om het leger te bevoorraden. Een voor die tijd revolutionair plan omdat het gebruik van mechanische tractie, ook bij de Duitsers, nog altijd een zeldzaamheid is..
In de dorpen langsheen de weg worden sleepdiensten en reparatiewerkplaatsen ingericht. Vrachtauto's met pech worden zonder pardon ter zijde geschoven: niets mag de levensader van Verdun blokkeren. Al na korte tijd komt er een onafgebroken stroom voertuigen van allerhande aard op gang die bumper aan bumper rijden. Tussen 24 februari en 6 maart, dus binnen de acht dagen tijd, zijn al 3.500 vrachtauto's ingeschakeld om 190.000 man troepen en 23.000 ton munitie van Bar-le-Duc naar Verdun over te brengen. Men becijfert dat op het hoogtepunt van de slag elke 14 seconden een voertuig passeert (dit zijn meer dan 250 voertuigen per uur) en dat er meer dan 12.000 auto's inzetbaar zijn. Per week worden zo'n 50.000 ton goederen en 90.000 manschappen over de weg vervoerd.
Bij de slag om Verdun zijn meer dan 2.000.000 Franse soldaten en is er meer dan 1.000.000 ton munitie (soms wordt zelfs 2.000.000 ton genoemd) naar het front vervoerd tijdens de Slag bij Verdun ditterwijl de territorialen onvermoeibaar, de ene dag na de anderen, 700 000 ton kalksteen onder de wielen gooien van deze eindeloze ketting die dag en dacht doorrijdt. Aanvankelijk moeten de chauffeurs het 18 uur per dag uithouden aan het stuur. Soms blijven ze meer dan 10 dagen op hun post (met slechts enkele uren slaap achter in hun vrachtwagen). Er ontstaat een zeker trots en wedijver bij deze mannen die hun groepen onderscheidden met insignes zoals een zwaan, een klaverblad of een haan, enz . en de eenheden door kleuren. Op 15 januari 1917, wanneer de taakvolbracht is , wordt de Regelcommissie ontbonden. Het is duidelijk dat zij (veruit) het vitale orgaan is geweest voor de bevoorrading van de Slag bij Verdun.
De Franse auteur Maurice Barrès zal later de naam 'Voie Sacrée' voor deze weg bedenken, een weg die van zo groot belang is geweest voor de strijd om Verdun. De Voie Sacrée is trouwens nooit door de Duitsers gebombardeerd. Het ligt voor de hand hiervoor een tactische reden te verzinnen: om het 'leegbloeden' van het Franse leger te kunnen realiseren moet er een ononderbroken aanvoer van verse troepen gewaarborgd zijn en bombardementen zouden de continue aanvoer immers doen stokken.
Aan het meterspoorwegnet, ook wel de "Meusien" of de "Varinot" genoemd naar de streek en naar de constructeur, wordt in februari 1916 volop gewerkt, rails en ballast worden versterkt over het 78 km lange traject. Het rollend materieel dat (wat tractie betreft) bestaat uit een twintigtal machines met een beperkt vermogen, is onvoldoende. Men laat dus materieel komen van andere dergelijke "boemeltreinspoorwegen" in Frankrijk. Op 22 februari komt uit Florac een eerste locomotief aan in Revigny, afkomstig van het spoorwegnet in Lozère, Deze komt uit de werkplaats Fives in Lille (Rijsel). Daarom heeft hij in Lozère de bijnaam de "Lilloise" gekregen. Enkele dagen later zend de spoorwegmaatschappij uit Lozère twee andere Mallet locomotieven die "Louisette" en "Cecile" worden gedoopt (de "Lilloise" en de "Louisette" zullen in 1919 terug komen in Florac). De machines van de "Meusien" spoorlijn hebben slechts twee trekassen, terwijl die van de Lozériennespoorlijn er vier hebben en belast 40 ton wogen, de "Meusiennes" slechts 15 tot 20 ton. De departementale spoorwegen sturen ook zo'n 800 wagons, zowel voor reizigers - ,vee - of goederenvervoer, die de "Meusien" komen versterken,dit geeft de nodige problemenop het gebied van de remmen (uiteenlopende modellen) en buffers (op verschillende hoogte), verschillende tussenafstand De spoorwegarbeiders van het 5egeniekorps (10eCompagnie) brengen dat allemaal in orde en leggen tegelijkertijd nieuwe sporen aan (bijvoorbeeld van Nixéville naar Dugny), verdubbelen de bestaande sporen, en bouwen instapkades. De gebruikte ballast komt ook uit Lozère (uit Chapeauroux) en door een onverwachte maar efficiënte samenwerking wordt deze tevens gebruikt voor de versterking van de Voie Sacrée. De "Meusien" heeft als voornaamste taak om proviand te vervoeren en mee te werken aan het transport van gewonden.
Wordt vervoerd via de:
Voie Sacrée in maart 1916 : 500 000 ton400. 000 personen
Le Meusien in maart 1916: 54.000 ton 14.175 personen, waaronder 8.388 gewonden
Voie Sacrée in juni1916 : 500.000 ton 400.000 personen
Le Meusien in juni 1916: 10.000 tonnes 73.500 personen, waaronder 27.960 gewonden
Er zijn 800 wagons in dienst die in februari dagelijks 22 treinen vormen met dubbele aandrijving en in april zijn er 35. De afvoer van gewonden (bijna onmogelijk aan het begin van de strijd door gebrek aan materieel) begint met één hospitaaltrein per dag. Later wordt deze gebracht op twee en later drie treinen. Over het algemeen (ondanks deze prestaties) bereikt de Meusien niet volledig het geplande programma. Het totaal van 800 ton proviand per dag in februari loopt op tot 2 650 ton in juni. Het totaal van gewonden van 300 per dag in februari tot 930 in juni. De hospitaaltreinen vervoeren 105 liggende en 150 zittende gewonden, plus het medische en verplegende personeel dat permanent in de wagons is ingekwartierd. De tabel toont aan dat de Voie Sacrée al in maart haar maximumrendement heeft bereikt en dat, ondanks alle zeer opmerkelijke inspanningen de Meusien toch niet meer dan een aanvullende dienst levert. Op 21 juni wordt na 400 000 m3 zwaar grondwerk een extra normaalspoor in dienst genomen dat Sommeilles-Nettancourt met Verdun verbind via Dugny.
Tegenwoordig is de Voie Sacrée afgebakend met grenspalen. Wij hopen dat deze de toeristen, die de bedevaartstocht maken eraan herinneren dat deze weg voor miljoenen mensen de eerste en vaak de laatste fase vormde van een zware lijdensweg.
15-05-2008, 00:00 geschreven door DP
14-05-2008
Fort Vaux
Fort Vaux
Het fort is gebouwd, in metselwerk, tussen 1881 en 1884. In 1888 wordt de kazerne versterkt met een laag beton van 2,5 meter. Tussen 1904 en 1906 wordt de artilleriekoepel met twee 75 mm kanonnen geplaatst dit tesamen met drie waarnemingskoepels. De fortgracht wordt in de hoeken NW - NO - ZW voorzien van een bunker. Twee "Casemate de Bourges" (ZW en ZO) elk met twee 75 mm kanonnen, voltooien het geheel. Tussen 1910 en 1912 worden de onderaardse gangen gegraven die de kazerne met alle belangrijke onderdelen van het fort verbind. Evenals de andere versterkingen wordt het in oktober 1915 gedeeltelijk ontwapend en verwaarloosd.
Het dorp en het fort Vaux worden aangevallen vanaf 08 maart. In tegenstelling met het voorbarige Duitse zegebulletin van 09 maart, is het fort nog NIET in Duitse handen. Het dorp echter gaat verloren tijdens de gevechten van 16, 17 en 19 maart. In de loop van de maand april lukt het de Fransen wat terrein ten Noorden van het fort te heroveren. Op 31 mei beginnen de Duitsers een hevig artilleriebombardement op de ravin de la Caillette en du Bazil, het bos Vaux-chapitre, het fort en zijn omgeving. Op 01 juni bereiken ze de spoorlijn (Fleury-Vaux) naast de ravin du Bazil. R2 (R= Retranhcement ) en R3 versperren hen de weg naar het "Bois Fumin" en de "ravin des Fontaines". Ondanks enorme verliezen veroveren ze R2 en beginnen 's avonds hun opmars in het bois Fumin.
Op 02 juni wordt fort Vaux bedreigd langs drie kanten namelijk: ten Westen via het bois Fumin, ten Noorden via de loopgrachten voor het fort, ten Oosten via Damloup.
De Fransen proberen een tegenaanval naar het bois Fumin en R2 maar tevergeefs. De Duitsers geraken tussen R1 (dat nog stand houdt tot de nacht van 08 op 09 juni) en het fort.Tegen de middag echter hebben een 40-tal Duitse infanteristen ( 50e I.D. = IR 39, IR 53, IR 158 ) zich ingegraven bovenop het fort. 's Nachts krijgen zij versterking en er worden mitrailleurs geplaatst. De Fransen in het fort verdedigen zich hardnekkig. Vanuit de Franse linies onderneemt men tegenaanvallen om het fort te ontzetten.
Het fort kan enkel nog communiceren via zijn duiven en met lichtsignalen richting Souville. De Franse artillerie legt een spervuur op de Duitse aanvalstroepen die daardoor in dekking moeten blijven liggen en niet kunnen oprukken.
Op 03 juni veroveren de Duitsers de NW en NO bunkers en het gevecht gaat door in de twee ondergrondse gangen naar de Kazerne van het fort. Het garnizoen (6ecompagnie 142eRI), onder bevel van commandant Raynal verdedigt zich heldhaftig. General Lebrun, bevelhebber van de sector beveelt de tegenaanval. Maar van die slecht geleide aanval komt niets terecht.
Zondag 04 juni, Duitse vlammenwerpers worden ingezet om de Fransen uit te roken maar dit mislukt omdat door de tocht in het fort de rookwolken naar buiten slaan en de aanvallers belemmeren in hun acties. De Fransen ondernemen opnieuw een aantal tegenaanvallen maar ze worden opgewacht door Duitse versterkingen die in man tegen man gevechten de aanvallers terugdrijven. Het Franse bombardement belemmert de Duitsers opnieuw in hun bewegingen.Raynal verzendt z'n laatste duif met de volgende boodschap :
Nous tenons toujours, maisnous subissons une attaque, par lez gaz et les fumées, très dangereuse. ILy a urgence à nous dégager. Faites-nousdonner de suite communication par Souville qui ne répond pas ànos appels...C' est notre dernier pigeon !
Het gebrek aan water begint ernstig te worden. In de nacht van 4 op 5 juni ontsnapt een deel van de - overtollige - bezetting uit het fort. Maar Aspirant Buffet en sergeant Fretté beslissen om terug te keren naar fort Vaux en er de strijd verder te zetten...
Maandag 05 juni, meter na meter dringen de Duitsers het fort binnen waar de Fransen zich koppig verdedigen vanachter barricades van zandzakken. Majoor Raynal organiseert de verdediging op een meer dan heldhaftige wijze. Zijn voornaamste zorg is de beperkte hoeveelheid drinkwater die in het fort nog beschikbaar is. De inhoud van de watertank is veel minder dan het peilglas aangeeft, het rantsoen van een liter per dag wordt daarop teruggebracht tot 1/8 liter, de gewonden krijgen het dubbele. Ook de Duitsers lijden dorst door gebrek aan drinkwater. De maand juni begint met warm weer en op het slagveld is het drinkbaar water schaars, alles moet worden aangevoerd. Daarnaast bevatten de explosieven op het slagveld de chemische stof lyddiet die zeer dorstverwekkend is. Er zijn zelfs verhalen in omloop dat Duitsers op het slagveld van Verdun sigaretten en sigaren ruilen met de Fransen voor veldflessen met drinkwater.
Er is opnieuw een slecht opgezette Franse tegen- aanval. Raynal seint "... Sommes à foute extremité".Soms ziet een compagnie kans het fort te bereiken, in één van een dergelijk geval is er van de oorspronkelijke 170 man nog 26 man over. Duitse pogingen om het fort op te blazen worden verijdeld door gericht Frans artillerievuur vanuit het nabij gelegen fort Souville.
Dinsdag 06 juni, vier compagnies proberen van het 238e en 321eRI opnieuw het fort te ontzetten.Tevergeefs echter. De toestand in het fort zijn erbarmelijk!Doden, gekwetsten, geen eten, geen drinkwater, gebrek aan verse lucht alle toegangen zijn dichtgemaakt. De lucht is er volkomen verpest door oliedampen en stof en het is er aardedonker. Regelmatig breekt er paniek uit als men vermoedt dat er een gasaanval is gepleegd. De mannen worden gek van dorst. Ze likken zelfs het condenswater van de muren en sommigen onder hen drinken zelf hun eigen urine op. De stank is onverdraaglijk omdat onder andere de latrines niet bereikbaar zijn en er in alle hoeken uitwerpselen en braaksel liggen. Normaal functioneren, blijkt onmogelijk en Raynal besluit om het fort over te geven.
Fort Vaux geeft zich over op 07 juni om 06 uur 's morgens. Er verschijnt een witte vlag op het fort; een Franse ordonnans brengt een brief voor de Duitse aanvalsleider, luitenant Rackow. Majoor Raynal vraagt om een eervolle overgave voor zijn garnizoen. Dit wordt toegestaan en het garnizoen geeft zich over op correct militaire wijze, met gepresenteerd geweer. Brancardier Edmond Poty verhaalt: De Fransen staan opgesteld langs de beide kanten van de centrale gang van het fort. De Duitsers passeren in het midden en groeten hen. Zij behoren tot het 39ste Pruisisch Infanterie Regiment. De evacuatie gebeurt via de noord-westelijke bres De Fransen worden met alle egards behandeld - souvenirs worden uitgewisseld - er worden foto's gemaakt. De Kroonprins ontvangt Raynal om uitdrukking te geven aan zijn bewondering voor de heldhaftige tegenstand en schenkt hem zijn eigen degen bij wijze van eerbetoon. Na Pétain is Raynal nu tesamen met Driant de bekendste held van Verdun. (Wanneer Raynal in 1939 sterft krijgt hij een staatsbegrafenis.)
Donderdag 08 juni: De Fransen beginnen onmiddellijk met tegenaanvallen om het fort te heroveren. In het volledige kapotgeschoten terrein rondom het fort wordt er hevig gevochten in man tegen man gevechten. De Franse kanonnen leggen na elke aanval het fort onder een dusdanig zwaar spervuur dat de Duitsers zich in het fort moeten terugkrabbelen. Dag en nacht gaan de gevechten door. Na tien aanvallen wordt de strijd gestaakt, de Fransen trekken zich terug. Het strijdtoneel is er bedekt met Franse doden. Pétain is razend over deze nutteloze aanvallen en verbiedt Nivelle verdere pogingen te ondernemen om fort Vaux te heroveren.
Zo snel als mogelijk richten de Duitsers het fortin als Duitse uitvalsbasis, compleet met munitiedepots en een eerste hulppost. Doch de bevoorrading verloopt uiterst moeizaam want alles moet met mankracht aangebracht worden en dit onder voortdurende zware beschietingen van de Fransen. Een van de grootste problemen binnenin het fort is het feit dat de latrines in het fort volledig verstopt zijn en een afschuwelijke stank verspreiden. Deze stank probeert men te bestrijden met chloorkalk waarvan de geur zich dan weer vermengd met de ontbindingsstank van het slagveld. De Duitsers doen hun behoeften met hun gasmasker op. Voor gevechtsperiodes krijgen de Duitse soldaten speciale hoge-nood-zakken uitgereikt waarin zij hun behoeften kunnen doen zonder hun post te verlaten.
Woensdag 25 oktober Fort Vaux wordt aangevallen. De eerste Franse aanvalsgolf wordt door het Duitse mitrailleurvuur weggemaaid. De Franse leiding laat zonder enig medelijden nog twee aanvallen uitvoeren zonder enige artilleriesteun en weer bezwijken de Fransen in het moordende mitrailleurvuur. Het hele gevechtsterrein is bedekt met naar schatting 800 tot 1.000 doden, het aantal gewonden is niet te tellen. Er wordt zelfs, en dat is een grote uitzondering, een gevechtspauze ingelast om de doden te bergen en de gewonden te verzorgen. De aanvallen op fort Vaux worden hierna gestaakt.
Het blijkt nu dat het fort bij een nieuwe Franse aanval, vanuit het Bois de la Caillette, afgesneden zal zijn van de Duitse frontlinie die bij Hardoumont wordt aangelegd. Voor het eerst komt aan Duitse zijde het begrip strategische terugtocht ter sprake. Een begrip dat voordien onbespreekbaar was. Generaal Ludendorff is een voorstander van het terugtrekken van troepen uit frontsituaties die geen strategisch belang meer hebben om zodoende onnodige verliezen te voorkomen. Er wordt besloten om fort Vaux te ontruimen en op te blazen. Op 02 november 12.00 uur begint het Duitse garnizoen de afmars en om 13.30 uur komen de springladingen tot ontploffing. In de nacht van 02 op 03 november valt het fort -eerloos - terug in Franse handen! Ze betreden de restanten van het fort. Ze hebben via de Duitse radio gehoord dat het fort ontruimd is.
14-05-2008, 16:14 geschreven door DP
FORT DOUAUMONT
FORT DOUAUMONT
In 1875 begint men met het bouwen van vijf forten rond Verdun. Dit zijn de forten van Landrécourt, Marne, Souville, Tavannes en het fort du Rozelier. Omdat de huidige artillerie de afstand Verdun - Douaumont (7 km) niet aankan, komt laatstgenoemde nog niet voor in programma.
Pas in 1885 wordt begonnen met de constructie van het fort en dit volgens de normen die generaal Séré de Rivières in 1874 had bepaald. Door de snelle evolutie van de artillerie zijn er al vlug diverse aanpassingen noodzakelijk. In 1887 wordt de kazerne versterkt met een laag zand en daar bovenop een laag beton van 2,5 meter dik. Het profiel van de fortgracht wordt gewijzigd en er komt rondom een dubbel ijzeren hekken.
In de jaren 1901-1903 krijgt het fort een casemate de Bourges voor 2 x 75 mm kanonnen en twee koepels voor Hotckiss mitrailleurs.
In 1907-1909 volgt er een artilleriekoepel type Galop-in (1 x 155 mm kanon - 7500 m). Nadien (1911-1914) komen er nog gepantserde waarnemingsposten, een derde mitrailleurkoepel en uiteindelijk nog een artilleriekoepel van 2 x 75 mm kanonnen bij.Na de mobilisatie ontvangt het de 5e compagnie 44 R.T. ( 44e territoriaal regiment) als garnizoen.
Al vanaf eind 1914 wordt er overgegaan tot de geleidelijke ontwapening van het fort.Bij het uitbreken van de slag heeft het dan ook maar een samenraapsel van mannen uit diverse eenheden, hooguit een 67-tal, als garnizoen. Enkel de 155 mm koepel is nog in gevechtsklare toestand.
Het fort wordt "veroverd" op 25 februari 1916 rond 17 uur door het Duitse 24e I.R (Brandenburg).
Wie de eerste Duitser is die het fort heeft betreden zal wel nooit met zekerheid geweten zijn.
Is het Radke (6e compagnie), von Brandis (8e compagnie), Kunze (Pionier) of Haupt (7e compagnie) ? (Tot op de dag van vandaag discussiëren historici nog over dit gebeuren.) Hoe dan ook, het bezit van het fort is voor de Duitsers enorm belangrijk en het vervult dan ook een multifunctionele rol tijdens de slag. De beide artilleriekoepels worden niet gebruikt om te schieten maar men richt ze in als optische seinposten. Fort Douaumont is de uitvalsbasis geworden voor alle Duitse activiteiten in de frontlinie, tegen het Bois de la Caillette, de Thiaumont-linie en later tegen Fleury. In het fort zijn de munitiedepots, de gewonden ontvangen hier de eerste zorgen en de bevoorrading vertrekt van hieruit naar alle fronttroepen. De Fransen beschieten nu dag en nacht het fort. Alle activiteiten vinden 's nachts plaats omdat dan de troepenbewegingen niet waarneembaar zijn vanuit de kabelballonnen en vliegtuigen. De Franse artillerie blijft ook 's nachts de Duitse aanvoerroutes beschieten, daardoor moeten de Duitsers zich tussen de vuurpauzes door verplaatsen.
Maandag 08 mei 's morgens 4.00 uur. In het fort breekt er plots grote paniek uit. De zwarten komen! wordt er geroepen ( met zwarten bedoeld men de gevreesde Franse koloniale troepen die berucht zijn door het feit dat ze zogezegd nooit krijgsgevangenen maken). Kort daarna zijn er drie ontploffingen die een geweldige schokgolf door het fort jagen, veel sterker dan bij een voltreffer. In het fort ontwikkelt er zich een ondoordringbaar rook gordijn met een verstikkend gas. De ontploffingen maken veel slachtoffers die letterlijk drie tot vier rijen dik in de hoeken van het fort liggen neergekwakt; honderden Duitsers komen door verstikking om het leven. Met veel moeite worden 100 mannen gered. Men schat het aantal doden op ongeveer een 700 man, 28 officieren en 650 soldaten? Velen onderhen zijn niet meer te identificeren.
Een aanwezige arts reconstrueert het gebeuren en komt tot de bevinding dater een voltreffer terechtgekomen is op een opslagplaats voor vlammenwerperolie. Die olie is ontvlamd door vuurtjes van het kookgerief. Hierdoor ontstaat brand met een zeer zware rook- en roetontwikkeling. Bijna iedereen is geheel overdekt met een dikke laag roet, vandaar de paniek: de zwarten komen! . In die panieksituatie zijn er handgranaten gegooid naar de vermeende binnendringers. Hierdoor zijn munitiebunkers met granaten en gifgasgranaten tot ontploffing gekomen. De lijken kunnen vanwege de aanhoudende beschietingen niet buiten worden begraven, daarom worden ze opgestapeld in een leeg munitiemagazijn op iedere laag lijken wordt er een laag chloorkalk gestrooid dan terug een laag lijken enz . De munitieopslagplaats wordt dichtgemetseld en is tot vandaag de dag nog aanwezig in heb fort. ( na de oorlog is op deze plaats in het fort een kapel ingericht ) De Fransen hebben merken niets op van deze catastrofe.
Tussen 22 en 24 mei 1916 proberen de Fransen (129e, 36e, 34e R.I.) vruchteloos Douaumont te heroveren.
Maandag 23 oktober, Twee Creusot-Schneider kanonnen beginnen opnieuw te vuren op het fort Douaumont. Twee voltreffers dringen door tot in het binnenste van het fort en richten er grote schade aan. Het licht valt uit, de tweede voltreffer doodt in het lazaret alle aanwezigen en er ontstaat brand. Daarna volgen nog meer voltreffers waaronder ook voltreffers met gasgranaten. Er zijn veel gewonden en gas slachtoffers, er ontstaat paniek. De commandant besluit het fort te ontruimen. Een kleine Duitse bezettingsmacht blijft in het fort achter onder leiding van kapitein Soltau. Op zijn verzoek om versterkingen te sturen wordt niet gereageerd en omdat hij het fort met een handvol soldaten niet kan verdedigen besluit ook hij het fort te ontruimen. Onder de eerste groep die het fort verliet, bevindt zich kapitein Prollius die besluit om terug te keren naar het fort, omdat hij het onjuist acht dat het fort zonder slag of stoot in Franse handen zal vallen. Bij nadere inspectie blijkt het fort weer gasvrij en de branden lijken bedwongen. Met niet meer dan een twintigtal bijeengeraapte manschappen besluit hij het fort weer te bemannen.
24 oktober: De inname van fort Douaumont wordt toevertrouwd aan het Regiment d'Infanterie Coloniale du Maroc (R.I.C.M.,1e bataljon) onder leiding van majoor Nicolaï. Na een korte schermutseling besluit kapitein Prollius het fort over te dragen aan majoor Nicaloï. Om 10 uur in de voormiddag, onder leiding van commandant Nicolai, betreden de Franse kolonialen zonder verdere tegenstand Douaumont. De Duitsers verliezen zodoende hun belangrijkste steunpunt aan het Verdunfront.
14-05-2008, 15:47 geschreven door DP
13-05-2008
Het laatste Duitse offensief deel 2
Het laatste Duitse offensief deel 2
Op ongeveer 600 meter ten zuiden van Fleury ligt het magazijn M8 La Poudrière de Fleury, dat tijdens de aanval dient als commandopost van de 255e brigade. Op tien meter afstand van het magazijn ligt ook nog een bunker dat dient als wachtpost. Het lukt het Bayerse Leib Regiment om, ondersteunt door vlammenwerpers en machinegeweervuur, de Poudrière van Fleury in te nemen. Bij de aanval geven 250 Fransen en hun officieren zich over.
In het magazijn vinden de Duitsers 6.000 granaten, 300 vaten kruit, 200 geweren, munitie, conserven en levensmiddelen. Het magazijn wordt onmiddellijk ingericht als eerste hulppost. In de ruimtes en gangen liggen er overal gewonden. Water is schaars en het kleine magazijn kan door de zware beschietingen maar moeilijk bevoorraadt worden. De kleine kazemat in het magazijn dient als verblijfsruimte voor de bataljonscommandant Wilke.Tegen het einde van de dag loopt het front ongeveer 150 meter om het magazijn heen. Nadat de Fransen het verlies van het magazijn vernemen, leggen de Fransen het magazijn direct onder artillerievuur.
Ten noordwesten van het kruispunt van La Chapelle Sainte Fine wordt een bataljon Fransen gevangengenomen en afgevoerd.Door de snelle inname van het magazijn en de gebeurtenissen bij het kruispunt La Chapelle Sainte Fine ontstaat tussen de Franse 128e en 131e divisie een bres van ongeveer 350 meter.De 131e divisie onder leiding van generaal Duport geeft alle batterijen van zijn divisie opdracht om de bres onder vuur te nemen. Door de beschieting en door de hulp van twee infanterie regimenten gelukt het de Fransen de Duitsers enigszins te vertragen.Tegen de middag zijn de Fransen niet zeker waar hun stellingen aan de rechterkant en aan de linkerkant liggen. De Duitsers zijn ervan overtuigd zowel links als rechts te zijn doorgebroken. Daarom nemen zij Froideterre, Ravin des Vignes, fort Souville, fort St. Michel en Belleville onder vuur.De Franse generaal Mangin geeft zijn troepen opdracht een geïmproviseerde tegenaanval te doen. Dit heeft enig succes aan de rechterkant op La Montagne.
De 3ecompagnie van het 7e regiment en fort Souville
Fort Souville ligt in de tweede fortenlinie van de in totaal drie fortenlinies van Verdun. Achter fort Souville liggen in de derde fortenlinie nog twee forten namelijk de forten Belleville en St. Michel. Deze forten werden echter niet in staat geacht zich te kunnen verdedigen.Fort Souville ligt al vele maanden onder vuur. Van het fort is dan ook weinig over. Alle delen die boven de grond uitsteken zijn ingestort. Door de beschietingen en de gasgranaten die op het fort zijn gevallen zijn er bijna geen gevechtsklare soldaten meer in het fort.
Bij de aanvang van de Duitse aanval heeft de 3e compagnie van het 7e regiment opdracht gekregen om de lijn te gaan versterken. Om 05u30, ruim een half uur nadat de aanval van de Duitsers is gestart komt de 3e compagnie van het 7e regiment met ongeveer 60 man onder bevel van luitenant Dupuy en overste d'Orgemont langs het fort. Zijn opdracht is om naar de Carrières te gaan. Maar door de enorme verliezen, die hij al heeft geleden op weg naar het fort, besluit hij om een schuilplaats te zoeken in het fort. Doorgaan zou waarschijnlijk de ondergang van de gehele compagnie betekenen. Luitenant Dupuy treft er een bijna geheel uitgeschakelde teritorialecompagnie aan. Een Duits bataljon zou zeker geen moeite hebben om het fort op dat moment in te nemen. De commandant van het fort op dat moment is luitenant-kolonel Astruc. Hij is gewond en vergiftigd door het gas maar hij weigert om het fort te verlaten.
Luitenant Dupuy begint meteen met zijn overste d' Orgemont de organisatie van de verdediging van het fort te regelen. Hij stuurt het volgende bericht naar overste Borius, bevelhebber van het 7e regiment: " Souville, op 11 juli, 6 uur 's morgens. - kapitein Soucarre, die wegens gasvergiftiging uitgevallen is, heeft mij het commando over de compagnie overgegeven en bevolen om mij naar Carrières te gaan. Na veel spervuur en gas, bereikten we met veel moeite Souville die in nood verkeerd. Hier gaat het niet goed. De commandant van het fort heeft een gasvergiftiging en het garnizoen is gevechtsonklaar. Indien er geen ander bevel gegeven wordt, blijf ik in het fort en onderneem de verdediging.
Commandant Piffre de Vaubon van het 7e regiment vertelt hoe luitenant Dupuy de verdediging regelde:
"Luitenant Dupuy liet allereerst de onderaardse gangen openen en vrijmaken en stelde daar zijn met handgranaten bewapende mensen op, die bij het minste of geringste konden ingrijpen. De noordoost ingang van de centrale gangen in het bijzonder werd gebarricadeerd en met zandzakken en prikkeldraad volledig versperd. Terwijl wachtpostgroepen de omgeving van het fort bewaakten, wees hij gevechtsklare territoriale mannen hun plaats toe.Van de zieken en gewonden laat hij er zoveel mogelijk afvoeren.
Om 09:00 uur gelukt het kapitein Decap, adjudant van overste Borius, commandant van het 7e regiment, doorgang te vinden. Hij moet op bevel van overste Goubeau, commandant van de 262e brigade, het commando overnemen. Luitenant Dupuy, die hij bij de ingang van de gewelven aantreft, waar de bezetting zich ophield, bericht hem over de maatregelen, die hij getroffen heeft. Kapitein Decap treft nog meer maatregelen. Kort daarop worden de bewaking en de verdediging op de volgende manier gewaarborgd:
1.De gehele bruikbare rest van de 3e compagnie, 35 man en drie machinegeweren, die nog worden aangevuld door enkele overgebleven territorialen, bezetten de uitgang van de gewelven aan de noordwest zijde van het fort. Luitenant Dupuy voert deze groep aan. Boven op de gewelven worden wachtposten opgesteld.
2.Aan de zuidingang stellen enkele territorialen onder luitenant d' Orgemont van de 3ecompagnie zich op.
3.Binnen in het fort onderhoudt luitenant Barreau, die weer is bij gekomen, (onderweg naar fort Souville had hij en luitenant Roger, beiden van de 3e compagnie gasvergiftiging opgelopen. ) met enige, gevechtsklare mannen het contact tussen het fort en Batterie Tourelle (262e brigade).
Tegen de avond liggen de mannen van de 3e compagnie 24 uur onder vuur en zijn zij uitgedund tot 35 gevechtsklare soldaten. Aangevuld met enige territorialen is het toch gelukt de verdediging van het fort te organiseren.
Anton Steiger
In een brief naar huis beschrijft de infanterist Anton Steiger, een twintigjarige student in de theologie, zijn belevenissen:
"De laatste dag voor Verdun en de verschrikkelijkste! Op 11 juli marcheerde onze compagnie af naar het bos van Fosses. Om twaalf uur verder tot de kloof van Ablain. Daar bleven het tweede peloton en een groep van het derde peloton achter. De eerste en tweede groep van het derde peloton, zeventien man, twee onderofficieren en een sergeant-majoor, marcheerden door. Daarbij ik en mijn twee schoolkameraden Steiner en Reidser. Ongeveer 600 m voor onze plaats van bestemming hielden we stil in een granaattrechter om op krachten te komen, omdat we het traject zo snel mogelijk, op zijn vort-vort moesten afleggen: er was immers een verschrikkelijk spervuur. Een granaattrechter kunnen jullie je het best voorstellen als je denkt aan een met wortel en al uitgerukte grote boom. Ik was nauwelijks gaan liggen, of - ssstt - daar slaat een granaat vlak voor ons in. Geschreeuw, gekerm, gehuil, tegelijk ook de kreet: "Op, op vooruit, vooruit, wie dat nog kan!" Ik verzamelde mijn laatste krachten en sprong op (wij waren natuurlijk allemaal bepakt); ik ben die 600 m niet meer gelopen, maar gevallen, van de ene granaattrechter naar de andere. In onze schuilplaats verloren we zes van onze zeventien man; drie waren dood, onder wie Reiser, met wie ik in mijn schooltijd negen jaar lang ben opgetrokken. Van de drie gewonden wist er een nog de volgende dag vroeg kruipend onze schuilplaats te bereiken. Hij werd 's nachts door onze mensen meegenomen. Een granaat sloeg onder hen in en de gewonde met zijn vier dragers waren dood. Onze schuilplaats was een oude, al half in elkaar geschoten Franse kazemat 150 m van de artilleriestelling Thiaumont verwijderd. In onze ogen was het slechts een hoopje aarde; als een vossehol was de ingang. Daarachter leidde een helemaal door aarde bedolven trap naar de ruimte waarin we vier dagen lang hebben gelegen. Er lagen doden onder het puin, van een ervan staken de benen naar buiten tot aan de knieën. Beneden waren er drie ruimtes, één vol met Franse lichtkogels en vuurpijlen; een ruimte zo groot als onze keuken, die waarin we verbleven, lag ten dele vol met Franse munitie, de derde was gevuld met Franse explosieven. Heel de tijd was het stikdonker, omdat we maar een paar kaarsen hadden. Dan was er nog die verschrikkelijke stank, een bedorven lucht van doden. Ik heb die vier dagen bijna niets door mijn keel kunnen krijgen. Op de derde dag schoot de Franse artillerie met 28'ers zo op onze schuilplaats, dat wij dachten dat alles in elkaar zou storten. Op de vierde dag, een vrijdag, ging het al vroeg erop los met die zware artillerie, tot 's avonds half 10.Dat wil zeggen, tien uur in een schuilplaats liggen onder granaatvuur, tien uur de dood van levend worden begraven, onder ogen zien of het vooruitzicht in de lucht te vliegen voor het geval een granaat daar inslaat waar de explosieven liggen; maar het zou nog anders gaan: één gat was al helemaal in elkaar geschoten, het ander zozeer bedolven, dat er ternauwernood een man door kon kruipen. Wij kregen dus, doordat onze kelder 6 m achter het gat lag en daarna nog 2 m in de diepte, bijna geen lucht meer. Tot slot schoten de Fransen waarschijnlijk gasgranaten op ons af. Opeens kijkt de sergeant-majoor op, hij wordt niet goed; nog een paar staan op en vallen flauw. Dan schreeuwt ook de sergeant-majoor: "Eruit, naar boven, wie dat nog kan!". Ik en de andere liggen op onze ransels. Als we opstaan, vallen we zonder meer om. Er ontstond een onbeschrijflijke wirwar. Iedereen snakte naar lucht. Iedereen wilde eruit. Iemand viel en dan bleven allen steken. Velen hadden niet meer de kracht zich naar boven te werken. Ik had die kracht nog wel. God zij dank, en hielp nog iemand naar buiten. Buiten gekomen, doken we de volgende granaattrechter in! We waren allemaal krijtwit. We bleven er liggen en verroerden ons niet meer, ondanks de granaten die links en rechts insloegen. Een paar kwamen vrij gauw weer op krachten en haalde de anderen, die niet meer naar boven konden komen. Ze werden allemaal gered. Bij drie of vier moesten we kunstmatige ademhaling toepassen. Na een half uur, om tien uur 's avonds, begonnen we aan de terugweg, dat wil zeggen wij wankelden terug. Niemand kon er meer lopen, om de vijf minuten stopten we."
Het onderkomen waar zij hoogstwaarschijnlijk verbleven is hoogstwaarschijnlijk T.D. 1. De resten van dit onderkomen bevinden zich onder het Ossuaire. Anton Steiger zou kort daarop ingezet worden bij de slag aan de Somme. Op 14 oktober 1916 zou hij sterven te Sailly-Saillisel. Hij rust op het Duitse oorlogskerkhof in Rancourt in een "Kameradengrab".
Woensdag 12 juli: De aanval van de Duitsers gaat door alleen waren er geen versterkingen meer om de aanval daadkracht bij te zetten. Ook is er onduidelijkheid over waar de lijn nou precies lag.Het bevel voor de aanval op het fort Souville wordt gegeven. Er zijn slechts twee compagnieën van het Duitse140e Infanterie Regiment beschikbaar om de aanval in te zetten. In de vroege ochtend wordt het kruispunt La Chapelle Sainte Fine ingenomen door de Duitsers van waaruit zij tegen 06:00 uur doortrekken. Vanaf La Chapelle Sainte Fine is het 400 meter naar fort Souville. Tegen 06:00 uur worden de Duitsers door de Fransen in fort Souville waargenomen. Ze zijn ongeveer met 150 man. De troepen zijn twee compagnies van het I.R.140. De ene helft uitgerust met steelhandgranaten de andere met geweren met bajonet erop . De aanval wordt geleid door een vuurwals een kruipende beschieting waarachter de mannen optrekken. De ingevallen gracht wordt direct overgestoken. Zodoende klimmen zij op de bovenbouw van het fort. Duitse observatoren nemen, niet veel later, op het fort van Souville soldaten waar die met een Duitse vlag zwaaien. Dit betekende dus dat er zich tussen de Duitse infanterie en het fort geen Franse soldaten meer bevinden. Er is echter geen enkel regiment beschikbaar om deze situatie uit te buiten. Meteen wordt het gebied ten zuiden van het fort onder vuur genomen.
Commandant Piffre de Vaubon noteerde;
"Fort Souville werd de hele dag van de 11e op de 12e onder zwaar vuur genomen. Onophoudelijk sloegen de 21 cm projectielen in. Luitenant Dupuy had het goede idee gehad, bij de uitgang van de gewelven, waar de dappere mensen van het 7eregiment en de territoriale soldaten verzameld waren, en waar zij een voorraad handgranaten hadden klaargezet. Op 12 juli tegen 3 uur 's morgens liet ik alarm slaan, verklaard hoofdman Decap in zijn bericht. Het grootste deel van de 3e compagnie bevond zich op de bovenbouw van het fort met de drie machinegeweren van de landweersoldaten. Tegen 05:00 uur versterkt het Duitse vuur op het fort zich tot een ongelooflijke kracht. Om verliezen te vermijden, besloot kapitein Decap zijn mensen in de gewelven terug te trekken. Een paar wachtposten liet hij op hun plaats. Zij stierven allemaal! Tegen 06:00 uur, zo melde kapitein Popis mij, dat de Duitsers vanaf Sainte Fine naar het fort doortrokken. Hoofdman Popis, adjudant van de majoor Darré, die twee machinegeweergroepen van de 3ecompagnie van het 7e regiment aanvoer, bevond zich met twee colonnes in de buurt van een ten oosten van fort Souville liggende Batterij. Ik stuurde met het oog hierop een verkenningspatrouille erop uit: luitenant d'Orgemont, onderofficier Guisnier met 8 mensen richting Sainte Fine.
De ongeveer 30 Duitse soldaten, van het I.R.140, die zich op het dak van fort Souville bevinden zijn hoogstwaarschijnlijk de eerste en laatste vrije Duitse soldaten die in de Eerste Wereldoorlog de stad Verdun zullen zien liggen. Zij zien Verdun in de verte liggen maar er komen geen versterkingen! Tot op dat moment houden de Franse soldaten op de bovenbouw zich stil. Dit tot dat luitenant Dupuy samen met onderofficier Guisnier het teken geeft om de bovenbouw te bestormen. Tegelijkertijd begint een geschut ergens anders vandaan op de bovenbouw te schieten. Er volgt een fel gevecht met handgranaten. De Duitse soldaten houden een ogenblik in. Dan beginnen de drie machinegeweren te schieten. De Duitse soldaten moeten dekking zoeken. Nu vallen alle Poilus aan. Er volgt een gevecht waarbij beide partijen constant met handgranaten gooien. Ten oosten van het fort ligt een batterij die de tegenaanval doeltreffend ondersteund.
Plotseling geven drie Duitse soldaten zich over waarop de anderen terugwijken. De Fransen krijgen de overhand, dit bemerken zij zelf ook. Daarom wordt er, door onderofficier Guisnier en luitenant d' Orgemont, een aanval uitgevoerd om de Duitse soldaten van de bovenbouw te verdrijven. De aanval slaagt en tien Duitse soldaten geven zich over.Om 08u30 is er geen Duitser meer boven op het fort. Het lukt enkele mannen van I.R. 140 nog wel wat om stand te houden in de gracht en de daaromheen liggende trechters. Maar de situatie wordt alsmaar zwaarder, vooral omdat de Fransen nu steeds meer versterking krijgen en de Duitsers geen.
De Duitse observatoren zien ook dat de soldaten van de bovenbouw weg zijn en dat de beschieting van het fort weer begint. Vreemd is dat de Fransen nu ook de bovenbouw beginnen te beschieten. Luitenant Dupuy neemt onmiddellijk contact op met batterij Tourelle en verzoekt hen om het vuur naar voren te leggen.
Het volgende gesprek vindt plaats:
Hallo, Hallo, batterie Tourelle?
Ja! Hier Dupuy, we worden door de eigen artillerie beschoten, het vuur naar voren leggen! Waar ben je? In het fort. In het fort! En de Duitsers? Die zijn van het fort geslagen! Enkele gevangenen... We houden vol!... Verleg het vuur naar voren!... naar voren leggen!...
De Duitse soldaten van I.R. 140, die ondanks dat zij onder vuur liggen van zowel de Franse als de Duitse kanonnen, toch nog de gracht weten te behouden. Worden nu met behulp van handgranaten door de Fransen verdreven. 23 Duitse soldaten geven zich over, de rest van de soldaten sneuvelt.De aanval op fort Souville is definitief afgeslagen. Andermaal is de Duitse aanval op Verdun mislukt.
Achteraf zal blijken dat de aanvallen van 11 en 12 juli 1916 niet hadden hoeven plaats te vinden. Want op 11 juli 1916 had generaal Falkenhayn zich immers bedacht en gaf hij het order in de verdediging te gaan. Het was echter al te laat om dit bevel nog op tijd bij de bevelhebbers van de divisies te krijgen!Op 14 juli 1916 krijgen de Duitsers alsnog het bevel de aanval te staken!
Generaal Nivelle vaardigt op deze dag een ontroerende dagorder uit waarin de Franse troepen worden geprezen voor hun doorzettings- vermogen en hun standvastigheid. Hij besluit met de beroemde passage: 'Ils ne passeront pas!'.
De Duitse opperbevelhebber Falkenhayn meldt aan het Ve Leger dat er een periode van rust aan het front moet intreden. De veroverde linies moeten wel worden verdedigd, ook tegen zware Franse tegenaanvallen. Er wordt opdracht gegeven zuinig om te springen met munitie. Nog steeds worden manschappen en artillerie overgeplaatst naar het Sommefront en naar het oostelijke front. De strijd aan het Verdunfront gaat op kleinere schaal onverminderd door en speelt zich vooral af rond de versterkingen en bunkers die behoren tot het oorspronkelijke Franse verdedigingsysteem rond Verdun. Hier wordt dagelijks vurig gevochten waardoor de frontlijn van dag tot dag verandert. Generaal Mangin zet op 15 juli nog een grote aanval in op Fleury. De 37e Afrikaanse Divisie wordt hierbij ingezet maar slaagt er niet in het dorp in te veroveren. Opnieuw is er sprake van een overhaaste aanval zonder artillerieondersteuning en de Franse verliezen zijn enorm.
13-05-2008, 16:14 geschreven door DP
HET FRANS TEGENOFFENSIEF
HET FRANS TEGENOFFENSIEF
De Franse de legerleiding is vastbesloten de om Duitsers voorgoed terug te slaan. De grote aanval wordt grondig voorbereid. De rechteroever van de Maas verandert in een enorme bouwput!Er worden wegen aangelegd, artilleriestellingen worden gebouwd en er worden ook grote munitievoorraden opgeslagen. Generaal Mangin heeft acht divisies beschikbaar die in het achterland worden getraind in een nagebootst slagveld compleet met forten. Ondertussen ontwikkelt Generaal Nivelle een nieuwe artillerietactiek, namelijk het voortkruipende vuurscherm. Hierbij rukken de infanteristen op vlak achter het dichte artillerievuur dat met sprongen van 100 meter per vier minuten naar voren wordt verlegd. Aanvalstroepen en granaatvuur bereiken dan bijna gelijktijdig de vijandelijke linies waar de verdediging dan niet meer de tijd krijgt om uit hun bunkers tevoorschijn te komen. Deze nieuwe methode vereist een optimale coördinatie tussen artillerie en infanterie, hiervoor wordt er een speciaal ondergronds telefoonnet aangelegd. Nivelle krijgt ook de beschikking over twee 400 mm Creusot-Schneider kanonnen met een zeer groot doordringend vermogen. Zij staan 6 kilometer achter Verdun op rails geplaatst en moeten de forten onder vuur nemen.
Zaterdag 21 oktober: De Franse aanval begint met een bombardement, met veel zware kalibers, over een frontbreedte van 7 kilometer. Tegelijkertijd wordt het fort Douaumont beschoten met de nieuwe 400 mm kanonnen. Het vuur wordt geleid vanuit een verkenningsvliegtuig dat boven het fort cirkelt.
22 Oktober plotseling zwijgt de Franse artillerie. De Duitsers verwachten de aanval, hun artilleriebatterijen beginnen te vuren en verraden zo hun posities. Er komt echter geen aanval! De Fransen hervatten het bombardement en kunnen 70 van de 158 Duitse batterijen uit te schakelen!
Maandag 23 oktober, beide Creusot-Schneider kanonnen beginnen opnieuw te vuren op het fort Douaumont.
Dinsdag - 24 oktober 12.00 uur . Niettegenstaande het feit dat er op het slagveld een dikke mist hangt komen de Franse aanvallers, onder bevel van generaal Mangin, in actie. Gedurende vier dagen hebben 650 artilleriestukken deze actie voorbereid De attaque vindt plaats over een front tussen het ouvrage de Thiaumont en het ouvrage de la Laufée, de 38e , 74een 133eFranse infanterie divisie bestormen de zeven (verzwakte) Duitse divisies Het systeem van het voortkruipende vuurscherm werkt uitstekend! De afstemming tussen de infanterie en de artillerie blijkt voortreffelijk te werken en het Duitse front wordt opgerold. Fleury en het Bois de Chapitre worden ingenomen ook de Thiaumont-fortificatie en fort Douaumont worden bereikt. Hier en daar houden de Duitsers stand o.a. bij Haudromont met behulp van strategisch geplaatste mitrailleurnesten. Het fort Douaumont wordt nog dezelfde dag heroverd!( er worden in de dagen vlak voor de Franse aanval 240.000 artilleriegranaten per dag afgeschoten, op eengewone dag is dit aantal 100.000. In de afgelopen 7 maanden hebben de Fransen naar schatting 23.000.000 granaten gebruikt.)De Duitse linkervleugel biedt veel tegenstand in de linie tussen fort Vaux en het Bois de Fumin waar de Franse regimenten grote verliezen moeten incasseren. Pas laat in de avond wordt het verzet opgegeven. Vele Duitsers geven zich over en slijtende rest van de oorlog in gevangenschap. Fort Vaux is nu het volgende aanvalsdoel van de Fransen.
Woensdag 25 oktober,Fort Vaux wordt aangevallen maar pas op02 november zal het fort Vaux teruggenomenworden!
Het laatste Franse offensief
Na de val van fort Vaux blijft het meerdere weken rustig in de sector vanverdun. Generaal Nivelle is inmiddels benoemd tot opperbevelhebber van het Franse leger en generaal Mangin tot opperbevelhebber van het Verdunfront. Mangin besluit om nog één aanval uit te voeren die de Duitsers moet terugdringen tot de eigen uitgangsstellingen van februari 1916.
Maandag 11 december: De Franse beschieting begint weer in volle hevigheid!
13 -15 december: hetvuurscherm komtweer in beweging. De Duitsers geven zich nog steeds niet gewonnen en de Franse verliezen zijn groot maar uiteindelijk breekt het front. Bezonvaux, het Bois de Hassoule, het Bois de Chauffour en Louvemont worden veroverd door de Franse troepen.Inderhaast aangevoerde Duitse versterkingen houden stand in een linie die bestaat uit met elkaar verbonden granaattrechters waarin de Duitsers, rillend van de vrieskou, tot over de knieën in het water staan.
Zondag 19 december: De Duitse legerleiding komt tot de besluit dat er een volledige nederlaag is geleden bij Verdun. In deze laatste periode geven meer dan 11.000 Duitse soldaten en officieren zich over! Daarbij komen ze zelfs vaak niet meer uit hun onderkomens om te vechten. Het Duitse leger is definitief teruggeworpen in zijn oorspronkelijke stellingen van 21/02.
De de eerste slagSlag bij Verdun is voorbij!
In een geheime zitting van de Kamer van Afgevaardigden wordt de schuld van de militaire rampen bij Verdun in de schoenen van Joffre geschoven. In december 1916 wordt Joseph 'papa' Joffre opgevolgd door de charismatische en bij de Franse politici geliefde artillerist Robert Nivelle.
40.000.000 artilleriegranaten doden 165.000 Fransen en 145.000 Duitsers en zorgen voor meer dan 400.000 gekwetsten. Over het aantal verminkte zielen zijn geen cijfers voorhanden.
13-05-2008, 16:11 geschreven door DP
De aflossing van Knobelsdorf en Falkenhayn.
De aflossing van Knobelsdorf en Falkenhayn. Naargelang de Franse druk op het front groter wordt geraken de Duitse troepen steeds meer en meer gedemoraliseerd. Het aantal overlopers neemt toe! Vele frontsoldaten zijn afgestompt door het voortdurende zien van lijken zonder hoofd, zonder benen, door de buik geschoten, met kapot geschoten voorhoofd, met een gat in de borst! Het grootste deel van de kadavers zijn niet meer herkenbaar ze liggen aan flarden geschoten, bleek en vuil, in de taaie geelbruine blubber die het slagveld bedekt. Een soldaat vertelt: 'wie dekking zoekt in een granaattrechter valt bovenop glibberige, in ontbinding verkerende lijken en moet met stinkende handen en stinkende kleding verder'.
Om de moraal te versterken geeft generaal von Lochow opdracht streng op te treden tegen deserteurs, lafheid en insubordinatie. Meerdere malen worden aan het front standrechtelijke executies uitgevoerd. Een soldaat vertelt: 'in het trommelvuur bestaat geen dapperheid meer: alleen maar zenuwen, zenuwen, zenuwen. Als iemand dagenlang aan zulke beproevingenwordt blootgesteld is hij niets meer waard als aanvaller of verdediger!'
Woensdag 23 augustus: In het Duitse hoofdkwartier te Stenay ontvangt men het bericht dat generaal von Knobelsdorf wordt vervangen. Hij krijgt de verantwoordelijkheid voor het mislukte Verdun-offensief, dat op een nederlaag dreigt uit te lopen, op zijn nek.De kritiek op opperbevelhebber von Falkenhayn neemt ook toe. Hij wordt aansprakelijk gesteld voor het feit dat de slag om Verdun, die de Fransen moest laten doodbloeden, in feite een vleesmolen is geworden die ook evenzeer de Duitse troepen heeft getroffen! Hierdoor zijn alle offensieve mogelijkheden verloren gegaan.
Als op zondag 27 augustus blijkt dat Roemenië zich aansluit bij de geallieerden in plaats van neutraal te blijven, ontstaat er een crisissituatie het Duitse oppercommando te Charleville-Mèzieres. De Duitse Keizer besluit dat bij Ludendorff en Von Hindenburg, die al hun waarde hebben bewezen aan het oostelijke front, de nieuwe opperbevelhebbers moeten worden. von Falkenhayn wordt naar Roemenië overgeplaatst.
De eerste maatregel van generaal Ludendorff, op aandringen van de Kroonprins, is het beëindigen van de Duitse gevechtsactiviteiten bij Verdun, maar de ingenomen linies mogen niet worden opgegeven. De Fransen denken nog lang niet aan het stopzetten van de strijd. Zij blijven aanvallen uitvoeren op de Duitse stellingen die vaak slecht verdedigbaar zijn en daardoor de Duitsers grotere verliezen opleveren dan de Fransen.
13-05-2008, 16:05 geschreven door DP
De derde Duitse aanval de strijd om Fleury
De derde Duitse aanval de strijd om Fleury
De Duitse legerleiding besluit nog éénmaal aan te vallen, om het front te consolideren tussen Fleury en de Thiaumont-fortificatie. Dinsdag 01 augustus. De aanval wordt ingezet. De Duitse linkervleugel bereikt bijna fort Tavannes maar op de rechtervleugel wordt er geen succes geboekt. Tot zaterdag 12 augustus golft de strijd heen en weer maar er worden aan beide zijden geen successen geboekt. De Thiaumont-fortificatie wordt meerdere keren veroverd en heroverd. Op 12 augustus is ze weer in Duitse handen. Het gevechtsterrein is het gebied tussen fort Souville en de Froideterre-fortificatie dat veranderd is in een groot modderveld met granaattrechters waarin Fransen en Duitsers om beurten aanvallen en tegenaanvallen uitvoeren. Het slagveld is bedekt met doden en gewonden. Er Is geen sprake meer van een frontlinie. De troepen leven aan beide kanten in beestachtige omstandigheden. Er is zoals steeds een groot tekort aan drinkwater, munitie en voedsel. De verliezen zijn aan beide kanten enorm. Vanaf 06 september zal er een voorlopige rust intreden op het slagveld van Verdun
13-05-2008, 16:00 geschreven door DP
Het laatste Duitse offensief
Het laatste Duitse offensief, de bezetting van Fleury
Het volgende grote Duitse offensief is gericht op het veroveren van het dorpje Fleury en de verovering van fort Souville. Van daaruit wil het Duitse leger dan doorstoten naar Verdun. Voordat de grote aanval plaatsvindt moeten de drie Duitse divisies die gelegen zijn tussen de Côte du Poivre en het fort Douaumont wel hun uitgangspositie versterken en daarbij de Thiaumont-fortificatie innemen. Dit is een klein fort met een gepantserde geschutstoren, dat op de heuvelrug vanuit een allesoverheersende positie veel schade toebrengt aan de Duitse troepen.
Donderdag 08 juni De aanval begint maar wordt afgeslagen. De volgende aanvallen op maandag 12 en dinsdag 13 juni leveren enige kleine successen op dat wil zeggen dat een aantal Franse versterkingen en mitrailleurposten in dit gebied worden ingenomen. De Thiaumont-fortificatie is nog steeds Frans bezit.
Woensdag 21 juni 15.50 uur Drie Duitse Legerkorpsen bestaande uit zes divisies, met in totaal 60.000 man, komen in beweging als voorbereiding op de geplande aanval die twee dagen later zal plaatshebben. Het inleidende bombardement levert minder verlies en beschadiging op dan algemeen verwacht wordt, maar het heeft wel weeral de Fransen gewaarschuwd voor de komende aanval. Hier en daar geven de Poilus zich over maar in de meeste gevallen worden de Duitsers opgewacht door mitrailleurvuur. Net zoals bij andere dergelijk aanvallen proberen Franse scherpschutters om de Duitse officieren uit te schakelen. Ook deze attaque is weinig succesvol. Enkel op de linkervleugel, tussen fort Vaux en fort Tavannes, worden er twee Franse versterkingen veroverd. Deze aanval is de voorloper van het grote offensief dat gepland is op 23 juni.
Op 22 juni om 22.00 uur krijgt de Duitse artillerie het signaal om te vuren, 230 stukken geschut schieten in totaal 110.000 gifgasgranaten af. Eén voor één verstommen de Franse kanonnen! Het gifgas schijnt zijn werk te doen. Bij deze aanval gebruiken de Duitsers wordt voor het eerst een nieuw soort gifgas gebruikt. Het is fosgeengas! Dit gas heeft een dodelijke uitwerking die pas na enkele dagen en onder afschuwelijke omstandigheden intreedt. Men rekent er op dat de Franse gasmaskers niet bestand zullen zijn tegen dit nieuwe gifgas. Het is door de Duitse geleerden zo getest op Franse gasmaskers dat het er deels doorheen gaat. Dit is voldoende om ernstige schade, aan het lichaam, aan te richten en degene die het inademde te doden
Vrijdag 23 juni, wordt zowel letterlijk als figuurlijk een gloeiend hete zomerdag. 06.00 uur de aanval begint 17 Duitse regimenten vallen aan in de richting Fleury-Souville maar de aanval zal uitsterven op het Ouvrage de Froideterre.Het offensief is gericht op de verovering van het dorp Fleury en de inname van fort Souville. Van daaruit wil het Duitse leger dan doorstoten naar Verdun. Het fosgeengas heeft minder effect dan werd verwacht en de Duitse aanval stagneert al in een vroeg stadium. Het gas heeft wel de Franse geschutsbatterijen in het achterland tot zwijgen gebracht maar de voorste Franse linies hebben nauwelijks geleden onder de gasaanval. Om 9.00 uur komt de Franse artillerie weer tot leven. Zij richten hun vuur, net als de Duitsers, op het dorp Fleury waar Duitsers en Fransen man tegen man vechten om elke meter grond. Ondertussen is de versterking Froideterre veroverd en wordt de Franse commandopost in Quatre Cheminées belegerd en later veroverd. Aan het einde van de middag luwt de strijd. De hitte en de dorst eisen hun tol! De troepen raken uitgeput en hebben gebrek aan water en munitie. De aanval op fort Souville is volledig mislukt. Alleen de Thiaumont-fortificatie en het dorp Fleury wordt gedeeltelijk bezet. Dit dorp is nu een vooruitgeschoven positie in het Duitse front dorp. De aanval op Verdun is andermaal mislukt. De Duitse legerleiding is zeer teleurgesteld! Doch de Franse verdediging verkeert in deze periode in een crisissituatie. Verdun word ernstig bedreigd
De crisis bij de Franse verdediging: De Franse verdediging verkeert deze dag in een crisissituatie. In paniek vluchten Franse troepen door de straten van Verdun. In de stad legt men al verdedigingsloopgraven aan. Overal ziet men kermende soldaten op de grond liggen die enorme pijnen doorstaan, het zijn allemaal slachtoffers van het nieuwe gas. In paniek begint men met de evacuatie van legeronderdelen en voorraden. Elke coördinatie vanuit de legerleiding ontbreekt en niemand heeft nog enig overzicht van de situatie. Men overweegt zelfs, ook Pétain en Nivelle, de rechter Maasoever te ontruimen. Pétain gebruikt hiervoor als motief dat de Duitsers, bij een eventuele doorbraak, een groot deel van de totale Franse artillerie in handen zouden krijgen, wat een geweldige slag zou beteken voor de gevechtskracht van het Franse leger. Maar men durft het risico niet aan, dit vanwege de invloed die de ontruiming zou hebben op het moreel van het Franse volk. Het volk zou het opperbevel zeker verwijten dat de immense verliezen dan zinloos geweest zijn en dat het opgeven van Verdun een nederlaag is voor het gehele Franse volk. op het Hoofdkwartier heerst er ook een panieksituatie Joffre en De Castelnau zijn ten einde raad. Joffre belooft 's avonds om vier nieuwe divisies te sturen, dit ondanks het feit dat deze troepen nodig zijn bij het nakende offensief aan het Somme-front. Ook de weggestuurde Mangin wordt teruggeroepen.
Dat de Duitsers niet bij machte zijn een doorbraak forceren is te danken aan individuele acties van heldhaftige Franse officieren! Zij organiseren zelfstandig de verdediging aan het front. Maar ook de Franse artillerie, die zonder ophouden doorgaat met het spervuur dat de Duitsers vastpint in hun stellingen, helpt de benarde situatie redden.
Op 24 juni ontvangt het hoofdkwartier van het Duitse Ve Leger het verzoek zuinig te zijn met mensen, materialen en munitie. Het Duitse opperbevel verwacht immers een groot geallieerd offensief aan de Somme en het op 04 juni is een groot Russisch offensief begonnen aan het oostelijke front eist ook mankracht en materiaal op. Maar generaal von Knobelsdorf wil toch nog een allerlaatste aanval op Verdun inzetten. Het stopzetten van de aanvalsactiviteiten zou immers betekenen dat de Duitse troepen zich moeten terugtrekken omdat het tot dusverre veroverd terrein zeer moeilijk te verdedigen is. De vraag is echter hoe moet of kan men ooit die verschrikkelijke Duitse offers rechtvaardigen als het veroverde gebied terug vrijwillig wordt afgestaan? Maar voor het zover is zullen de Fransen op 25 juni een grote tegenaanval in zetten waardoor de Duitse voorbereidingen voor de geplande aanval zullen moeten worden uitgesteld.
Zondag 25 juni: De Fransen zetten onverwacht, na een korte inleidende beschieting, een grote tegenaanval in. Hierbij wordt de Thiaumont-fortificatie bijna ingenomen. Ook in de daarop volgende dagen blijft het Franse leger aanvallen.
Zaterdag 01 juli: De gevechten aan de Somme beginnen. Er worden troepen, artillerie en vliegtuigen van het Verdunfront overgebracht naar de Somme. Daardoor loopt het Verdunfront gevaar om op de achtergrond te verzeilen. Dat wil echter niet zeggen dat de strijd daardoor minder hevig zal worden. Nog steeds wordt verbeten gevochten om Fleury en dit onder onbeschrijfelijke helse, vreselijke omstandigheden. Dag en nacht volgen beschietingen, aanvallen en tegenaanvallen elkaar daar op. Het dorp zou in de loop van de strijd zestien maal van bezetter zijn gewisseld. De omstandigheden zijn er erbarmelijk: drinkwater is niet beschikbaar, de dorpspomp ligt zwaar onder vuur. De soldaten halen 's nachts water uit granaattrechters waarin al dagenlang lijken drijven. Ook de Thiaumont-fortificatie wordt keer op keer bestormd en wisselt regelmatig van bezetter. De Duitse troepen blijven vooruitgang boeken, maar uiteindelijk zal ook de pas afgesneden worden. Vanwege de grote verliezen die het Duitse leger al geleden heeft zal Erich von Falkenhayn van zijn functie afgezet worden. Generaal Paul von Hindenburg zal hem opvolgen.
De tweede Duitse aanval: de strijd om fort Souville
De Duitse aanval zal plaatsvinden op een smal front, dit om het artillerievuur zo sterk mogelijk te kunnen concentreren. De hoofdaanval ligt tussen het Bois de Chapitre en Fleury en er wordt ook een aanval ingezet vanaf de linkervleugel die gericht is op het fort Tavannes. De aanval zal weer ingeleid worden met het afvuren van gifgasgranaten, hiervan zijn er 63.000 stuks beschikbaar. Tijdens deze beschieting zal weer, net als bij de aanvallen van 23 juni 1916, gebruik gemaakt worden van één van de dodelijkste gassen die tijdens de Eerste Wereldoorlog is gebruikt. Dit gas was de sterkste variant van het "groene kruis", ( groen kruis is het herkenningsteken aangebracht op de artilleriegranaten) dit betekende dat het chloor of fosgeen is. In dit geval is het fosgeengas. De op 07 juli geplande aanval moet echter wegens slecht weer worden uitgesteld tot 11 juli.
Op 11 juli. Om 00.00 uur begint het bombardement, maar het gifgas heeft weinig invloed op de Fransen. Zij zijn nu wel voorbereid en hebben de beschikking over goed werkende gasmaskers. Wanneer de Duitse aanvalstroepen in beweging komen, is het Franse vuur zo hevig dat er de grootste verwarring ontstaat: door het te smalle front raken aanvaltroepen en reservetroepen zonder coördinatie door elkaar. Eén van de bataljonscommandanten van het 3e Regiment Jäger weigert de aanval verder door te zetten want het zou tot zinloos bloedvergieten leiden bij de onervaren nieuwelingen in zijn bataljon. Elementen van de Beierse Garde geraken tot boven op het fort Souville. Een ultieme Franse tegenaanval met waarachtige lijf aan lijf gevechten kan hen verdrijven.. De Duitsers boeken toch nog een succes, het dorp Fleury wordt eindelijk geheel ingenomen. Op 500 meter afstand ligt fort Souville. De bezetters van Fleury wachten op de reservetroepen die uit fort Douaumont moeten oprukken zodat er een doorbraak naar Verdun kan worden gemaakt. De reservetroepen verschijnen niet evenmin als de bevoorrading; er is zoals gewoonte een groot tekort aan munitie, eten en drinken.De Fransen kunnen op het laatste moment versterkingen aanvoeren om de Duitsers tegen te houden. Er verschijnen ook Franse versterkingen op de Belville heuvelrug die onmiddellijk veldgeschut inzetten op Fleury, waardoor de Duitsers in dekking moeten.Er wordt nog een poging ondernomen fort Souville in te nemen maar ook die mislukt. Opnieuw is de Duitse aanval op Verdun mislukt. Als gevolg van de Slag bij de Somme worden de activiteiten aan het frontvan Verdun verder getemporiseerd. De strijd aan het Verdunfront gaat weliswaar op kleinere schaal maar toch onverminderd door.
Een soldaat vertelt: ..modder, hitte, dorst, smerigheid, ratten, de zoetige geur van lijken, de walgelijke stank van uit- werpselen en de vreselijke angst. Het ziet ernaar uit dat we moeten aanvallen, en dat terwijl we al aan het einde van onze krachten zijn .
Een soldaat vertelt ..en in de zomermaanden die zwermen aasvliegen rond de lijken en dan die stank, die vreselijke stank. Als we loopgraven moeten aanleggen steken we knoflooktenen in onze neusgaten
De Duitse aanval op de linkervleugel mislukt. De Duitse troepen worden zo zwaar onder vuur genomen dat ze fort Vaux niet kunnen verlaten. Na een beschieting van acht uur is er een vuurpauze. Slechts de helft van de dan uitgerukte aanvalstroepen zien kans om de Batterie de Damloup te bereiken. Het aanvaldoel, de Laufée-fortificatie, wordt niet bereikt maar onderweg worden toch nog een paar versterkingen ingenomen. In plaats van door te breken naar Verdun, door het gat dat is geslagen bij Fleury, besluit de Duitse legerleiding de aanval te openen op het fort Souville waar een verdwaalde Franse compagnie het garnizoen toevallig heeft versterkt. Vanaf 01 juli is het fort dagelijks beschoten door de Duitsers in het totaal zou in deze periode meer dan 38.000 artilleriegranaten afgeschoten zijn.
Het Franse 217e regiment dat ten zuidwesten van de Batterie de Damloup ligt is door de aanval van de jagertroepen compleet verrast.
Onderofficier Bonfils verteld hierover:
"Van de 35 Poilus, die ik bij de aflossing had, op de rechtervleugel zijn zij allen gevallen en liggen tussen het puin. Geheel automatisch haal ik het slijk van een aantal oude handgranaten die uit de omwoelde grond staken en doe een nieuw magazijn in mijn pistool. De honger kwelt me niet, maar sinds lange tijd zijn mijn lippen niet door druppels vochtigheid opgefrist; ze zijn opgezwollen, net als mijn tong. Ik heb een afschuwelijke smaak van knoflook en lijken in mijn mond, een reuk, die zelfs in de kleding trekt. "Volhouden of sterven", had men ons opdracht gegeven, alvorens men ons naar de stellingen zond. Nu, wat dat volhouden betreft, we houden nog steeds stand. Maar leven we eigenlijk nog wel? Wat zie ik? Een man, een officier springt waanzinnig van trechter naar trechter... Het is onze bataljonsadjudant, Valençon. Zijn gezicht is geheel verminkt. Als hij mij ziet, komt hij naar me toe. Hij heeft zware verwondingen, zijn jas zit onder het bloed. Van pijnen gekweld bericht hij mij stotterend de gehele draagwijdte van de catastrofe, die over het VI. bataljon uitgebroken is. Sinds gisteravond geen bevel meer. Geen van de uitgezonden ordonnansen is teruggekomen; de verbinding is door de beschieting volledig verbroken; de frontlinie is op meerdere plaatsen doorgebroken!... Doordat hij het van de pijn niet meer uithoudt, verlaat hij mij en zegt, hij verzoekt, de tunnel te bereiken. Nauwelijks is hij in de chaos van granaattrechters verdwenen, als ik al spijt heb, hem niet begeleid te hebben. Ik overwin dit gevoel bij de gedachte, dat we nog met zijn vijven zijn, met de leiding meegerekend. Die volhouden..."
Het Duitse Infanterie Regiment 99 (I.R. 99) valt het infanteriewerk V.L.L. 1. (door de Duitsers Infanterie-raum 780 genoemd) aan, dat door het Franse 217e regiment onder andere wordt verdedigd. V.L.L. 1. dient als versterking voor de Batterie de Damloup. Een directe verovering van de bunker mislukt. Het infanteriewerk wordt uitgerookt.Door het verrassende effect wordt een heel bataljon van het 217e regiment, bestaande uit 1.300 man en 33 officieren, uitgeschakeld of gevangengenomen. De bataljonsadjudant, Valençon, wordt tijdens zijn tocht naar de tunnel van Tavannes gevangengenomen.
Door het wegvallen van het VI. bataljon van het 217e regiment ontstaat een bres waardoor de Duitse troepen doortrekken. Zij vallen het aan de rechterkant gelegen IV. bataljon van het 358e regiment onder majoor Roman in de rechterflank en van voren aan.
Majoor Roman vertelt:
"Het terrein, dat het bataljon houden moet, strekt zich uit van de Ravin des Fontaines (bekend als dodenravijn), waar de linkerflank met een bataljon van het 7e regiment in verbinding staat, tot de steenbrug ten westen van fort Vaux. Nergens een schuilplaats, nergens een loopgraaf. Alleen de ene trechter op de andere. Plotseling om 4u45 wordt het artillerievuur naar voren gelegd. Op het oorverdovende lawaai volgt volledige stilte. Nu komt de aanval!... Iedereen eruit, ieder op zijn post. Na het barsten en knallen van granaten wordt het nu een waanzinnige schietpartij, het geknetter van het machinegeweer neemt dit over, een groots schouwspel. Bij de schuilplaats staand hoor ik de aanvalsgolven, maar ik zie ze niet vanwege de gesteldheid van het terrein. Over ons bataljon ben ik terstond gerustgesteld. Het slagen of mislukken van een aanval openbaart zich binnen enkele minuten, of zelfs seconden. Ik kan mijn linie niet zien, doordat de afzonderlijke silhouetten in de wirwar van granaattrechters verdwijnen, maar ik zie ze niet terugwijken en dat is het belangrijkste; ze houden stand. Het ratelen van onze machinegeweren is daar nog een bewijs van. Men moet zo een moment beleeft hebben, om het ongewone genoegen te begrijpen, die bij zo een zekerheid door je stroomt. Zij wordt spoedig daarop door ordonnansen bevestigd, die door de compagnieleider werden gestuurd. Deze ordonnansen! Wat een kerels, zijn dat! En wat een helden, zonder het zelf te weten.! Één van hen, Sourdais, ordonnans van de 15e compagnie, is volledig elektronisch, gehypnotiseerd door de slag. Op het moment van een aanval schiet hij met zijn kameraden, schreeuwend, in het rond zwaaiend, iedereen aanvurend, om vervolgens rechtop op de borstwering te staan, zonder op de kogelregen te letten. Hij loopt van het ene einde van een compagnie naar de andere. Dan als de aanval afgeslagen is, haast hij zich, om de leider in te lichten om vervolgens een order naar mij te brengen. Nauwelijks heeft hij mij in een koortsdroom de zaak verteld, als hij mij voorstelt, daarheen te gaan om te kijken... en zonder mijn antwoord af te wachten, loopt hij weer weg. Het bataljon van het 7e regiment, dat aan mijn linkerkant is en dat de rechtervleugel van het Bois des Vaux- Chapitre gekregen heeft, is ook niet van de stellingen geweken. De linkervleugel van VI. bataljon, dat met mij in verbinding staat, heeft ook stand gehouden. Ik ben erg blij, bij de zekerheid, dat de Duitse aanval op alle stellingen mislukt is!... Het wordt nog beter, men brengt mij drie gevangenen, die in hun tempo tot in onze linies doorgelopen zijn. Ik verhoor één van hen en vraag hem, of de Duitsers nog steeds denken Verdun in te nemen. "O nee, antwoord hij op een toon, die hopeloos klinkt. We weten dat er nog vijf betonmuren te nemen zijn. Dat is teveel! We komen daar nooit doorheen!" Ik hoed mezelf, hem van zijn mening af te brengen. Vijf betonmuren, grote god! Hoe kom je daarbij? We hebben geen goede afweerstelling meer, niets. Nadat dit genoegen voorbij is, haast ik mezelf, overste Chanson in te lichten, die iedere seconde aan ons denkt, of ik zijn order wel heb gehad. Ons genoegen is echter maar van korte duur. Allereerst, omdat de verliezen door het artillerievuur en door de aanval zeer hoog zijn. En dan horen wij, dat de aanval van de Duitsers op Fleury, Sainte Fine, Souville, succesvol was. In de loop van de voormiddag zie ik geheel foutloos voor het eerst duidelijk achter mij links, dan rechts achter mij Duitse vuurpeilen opstijgen en ik begrijp... dat de aanval in het zuiden eveneens slaagt... waarschijnlijk ben ik ingesloten. Maar ik hou deze ontdekking voor mezelf, daar ik het onnodig vind, het bataljon te verontrusten. Wanneer we ingesloten zijn, zullen wij ons verdedigen, totdat we allen gewond of dood zijn. Daartoe ben ik bijna vastbesloten. Maar de terugtocht beginnen, nooit! Me overgeven, nog minder!"
In de tunnel van Tavannes zit assistent-arts Louis Baros.Baros vertelt:
"Dinsdag, 11 juli 1916. Tunnel van Tavannes. De Duitsers dringen ons terug en dringen tot voor de grote zaal. Van alle kanten komen geschrokken mensen, verwarde gewonden; allen vluchten ze naar de tunnel terug; verschrikkelijke scènes worden aan ons beschreven; de Duitsers vallen massaal aan, werpen handgranaten en zetten vlammenwerpers in, overal slaan granaten in. Vele granaten exploderen geluidloos, waarop een fles breekt, en daarbij een zeer vluchtig, zwaar ruikend gas vrijlaat, dat stekend op ogen en keel werkt en een brandend gevoel in de longen opwekt. Plotseling is er een schreeuw te horen: "Gas!" Een kruidige geur naar bittere amandelen maakt zich kenbaar, dringt in de kelen en de longen. We zetten snel onze gasmaskers op, maar het is al te laat, de ogen tranen, de neus brand en in de keel jeukt het ondraaglijk. Het was al een verstikkende lucht in deze tunnel, die lucht had ons nu nog bevallen.Gewonde en verwarde soldaten vluchten verder terug, vele storten zich in de tunnel, ze hoesten, braken, bijna stikkend door het gas, zijn verstoord, hun ogen puilen uit, bij enkele komt schuim uit de mond, een fale bleekheid is op hun gezicht te zien. Het Duitse spervuur op de beide uitgangen van de tunnel is heftig. Al naar voren gebrachte reserves ondersteunen de schommelende linies.... Geniesoldaten bereiden alles voor, om de tunnel op te blazen, wanneer de vijandelijke opmars voortduurt.
Door een ontstane bres stoten de Jagers door tot op enkele meters van de oostelijke ingang van de tunnel van Tavannes. Het Duitse I.R. 143 dat naast I.R. 126 ligt weet ook een stuk door te stoten naar "Batterie 6-2 de Bourvaux". Nadat enkele "Stielhandgranaten" in de ingang zijn verdwenen, geeft de uit 250 man bestaande Franse bezetting zich over. Het Duitse I.R. 143 krijgt het bevel om aan te vallen tot onder de tunnel van Tavannes, maar doordat er maar een aanvalsgroep van ongeveer 50 man kan worden samengesteld besluit men niet verder aan te vallen. De Batterij wordt dan ook op de verdediging ingericht en de gewonden worden in één van de ruimtes neergelegd. In dezelfde ruimte liggen ook Franse gewonden die door een Franse arts worden verzorgd. De Franse arts helpt ook de Duitse soldaten. In de namiddag vallen de Fransen aan en met succes wordt de batterij herverovert. Alle Duitse soldaten in de batterij worden hierbij gevangengenomen.
Aan de linkerzijde is aanval begonnen de om 04u55 . Dit is de hoofdaanval die uitgevoerd zal worden door het Duitse I.R. 140 en het Bayerse infanterie Leib Regiment. Het doel van de aanval is de verovering van fort Souville. Ook hier heeft de Franse artillerie het bombardement overleefd. I.R. 140 verliest, die eerste minuten, bijna al haar officieren. De gevechten gaan onder andere om het dorp Fleury, dat bij het begin van de dag al voor de helft in Duitse handen is. De eerste aanval verstomt in Frans (machine)geweervuur. Maar uiteindelijk lukt het de Duitsers toch om ten oosten van het Franse 217e regiment tussen het dorp Fleury en het Ravin des Vignes door te stoten. Twee Franse bataljons die opdracht hebben de Fransen te komen ondersteunen lopen verkeerd en worden zodoende door de Duitsers met vlammenwerpers in het nauw gedreven.
13-05-2008, 15:39 geschreven door DP
Gevecht aan de rechter Maasoever en de strijd om fort Vaux
Gevecht aan de rechter Maasoever en de strijd om fort Vaux
Op de rechteroever begint de slag pas op woensdag 8 maart; het aanvaldoel is fort Vaux. Deze aanval is twee dagen uitgesteld omdat de Duitsers, vanwege de abominabele terreinomstandigheden, de grootste moeite hebben om hun artillerie in stelling te brengen. De Fransen hebben intussen de overgebleven forten weer voor honderd procent bemand en hun verdedigingslinies versterkt. De linies bij fort Vaux zijn op dit moment de sterkste stellingen aan het front. Aan Duitse zijde overweegt men even om een speciaal demontabel berggeschut in te zetten. Het idee wordt verworpen want voor het transport van 12 stukken heeftmen 1.200 man nodig en meer dan 900 paarden. Een dergelijke karavaan zou onder de heersende barre weersomstandigheden te kwetsbaar zijn.
Woensdag - 8 maart De aanval op de rechteroever begint op gebruikelijke wijze, eerst trommelvuur van de artillerie waarbij ook gasgranaten worden gebruikt en daarna volgt een massale infanterieaanval. Het Ve Reserve Legerkorps onder generaal von Guretzky en het IIIe Legerkorps onder generaal Von Lochow moeten de aanval uitvoeren. Fort Vauxligt schijnbaar voor het grijpen maar tussen Hardoumont en Fort Vaux loopt een 100 meter diep dal. Op de bodem van dit dal ligt het dorp Vaux dat doorsneden wordt door een beek die in het westen uitmondt in een grote vijver. De aanval loopt onmiddellijk vast door het hevige vuur van de Fransen vanuit de hoger gelegen verdediging van fort Vaux. Toch krijgt het Ve Reserve Legerkorps de opdracht om opnieuw in de aanval te gaan. Deze Duitse nachtaanval kent een onverwacht succes omdat de Fransen geen aanval meer verwachten en worden overrompeld. Het dorp Vaux is in Duitse handen en de troepen zijn gevorderd tot de verdedigingslinies halverwege de hellingen van het fort. Aan Duitse kant ontaardt de aanval echter in een rotzooi. In de stikdonkere nacht raken compagnieën verdwaald, officieren verdwijnen en elke communicatie ontbreekt. De Duitse troepen zijn gedwongen zich in te graven om zich te beschermen tegen het goed gericht vuur vanuit de Franse linies. In de loop van de volgende ochtend krijgt het Duitse 64e Infanterie Regiment opdracht om het naast het fort gelegen Bois Fumin te bezetten, zogezegd omdat fort Vaux al in Duitse handen zou zijn. De geruchtenmolen begint te draaien. Men meldt zelfs dat er Duitse infanteristen boven op het fort te zien zijn en men meent een rood gele Duitse vlag op het fort te zien wapperen. In de loop van de ochtend komt de volgende telefonische mededeling: 'heb met drie compagnieën fort Vaux bereikt, dit wordt verkeerdelijk geïnterpreteerd als: 'heb fort Vaux ingenomen'.Dit bericht gaat de wereld in en generaal Von Guretzky ontvangt de hoogste Duitse onderscheiding, de Pour le Mérite. Als blijkt dat het bericht incorrect is moet het de volgende dag herroepen worden. Alom wordt gesproken over een beschamende vertoning. Het IIIe Legerkorps onder generaal Von Lochow moet deze mislukking te niet doen en krijgt bevel om het fort Vaux onmiddellijk en definitief in te nemen. Het ondenkbare gebeurt: twee regimentscommandanten leggen het bevel naast zich neer: 'een aanval zonder artillerie ondersteuning op de flanken is immers zinloos'. Het reservekorps van generaal Von Guretzky wordt daarna aangewezen om het fort aan te vallen en dit eveneens zonder de onmisbare artillerieondersteuning. Deze zinloze aanval wordt een bloedige afslachting.
Zaterdag 11 maart: De troepen van het IIIe en XVIIIe Legerkorps worden eindelijk afgelost. Een ooggetuige verteld: De mannen zijn volledig uitgeput. De verliezen worden geregistreerd, doden, gewonden, vermisten, nerveuze wrakken, zieken, uitgeputte mannen. Bijna iedereen, lijdt aan dysenterie. Door een uiterst gebrekkige bevoorrading vanuit het achterland zijn ze verplicht om hun noodrantsoenen van gezouten vlees te gebruiken, hun dorst lessen ze met water uit de granaattrechters. Ze worden ondergebracht in het dorp Villewaar nagenoeg elke verzorging ontbreekt. Ze moeten er hun eigen onderkomens bouwen en krijgen een beetje cacao om de diarree te stoppen. De latrines, houten balken boven open kuilen, zijn dag en nacht bezet, de kuilen liggen vol slijm en bloed.
De eerste aanval op rechter oever is mislukt
Zondag 19 maart: Het leger op de rechter Maasoever wordt gereorganiseerd: de drie Legerkorpsen worden samengevoegd tot één Legerkorps (Angriffsgruppe Ost) en staan onder de leiding van generaal von Mudra (een vestingspecialist). De strijd om het fort Vaux gaat door. de Duitsers boeken kleine successen maar hun verliezen zijn enorm. In de voorste linies is men niet meer gewillig om aan te vallen. Divisiegeneraal Von Bahrfelt meldt aan het hoofdkwartier: 'een aanval door de Xe Divisie is uitgesloten. Mijn mannen zijn volledig lusteloos en volkomen uitgeput'. Dit bericht bereikt ook de opperbevelhebber von Knobelsdorf. Deze moet uiteindelijk zwichten voor de druk van zijn officieren. De aanval op fort Vaux wordt opgeschort dit tot dat er verse troepen zijn aangevoerd. Generaal Von Bahrfelt wordt uiteraard vervangen.
Vrijdag - 14 april De 50e Infanteriedivisie komt het Ve Reserve Legerkorps bij fort Vaux versterken. Eind april zijn alle voorbereidingen getroffen voor de voortzetting van de slag. Generaal von Mudra is ondertussen vervangen door generaal von Lochow als bevelhebber van Angriffsgruppe Ost. Hij was tot nu commandant van het IIIe (Brandenburgse) Legerkorps, de veroveraars van fort Douaumont. Von Mudra waarschuwt hem zich niet te laten verleiden tot overhaaste offensieven want die zullen leiden tot nog meer zinloze offers. De volgende grote aanval wordt vastgesteld op zondag 7 mei, de geboortedag van de Kroonprins. De codenaam luidt: mei-beker ('Maibowle').
Bij de Duitse legertop begint men zich ernstig zorgen te maken over de slechter wordende kwaliteit van de fronttroepen. De Duitsers hebben immers de gewoonte om hun divisies aan het front te brengen in een sector waar zij dan maandenlang verblijven. De verliezen worden aangevuld met jonge soldaten, vaak niet ouder dan 18 jaar, zonder enige frontervaring. De compagnieaanvoerders smeken hun officieren om ervaren soldaten als aanvulling te zenden want die onervaren kinderen hebben aan het front meestal geen schijn van kans.
De Fransen hebben onder Pétain een ander systeem, hun divisies worden ingezet aan het front en na kortere tijd in zijn geheel vervangen door verse divisies. Dit zogenaamde Noria-systeem heeft als voordeel dat de divisies veel minder uitgeput zijn dan die van de Duitsers. Op deze manier is de betrokkenheid van de Fransen bij de Slag om Verdun zeer groot. Ongeveer 70 procent van de Franse troepen hebben kennis gemaakt met de 'vleesmolen van Verdun'. Aan Franse zijde ontstaat in de loop van april een crisissituatie in de legerleiding. Joffre verwijt Pétain een te voorzichtige en verdedigende houding. Wanneer Pétain ook nog eist dat zijn divisies een langere rustperiode krijgen komt Joffre tot de conclusie dat daardoor het geplande zomeroffensief aan de Somme in gevaar zou komen. Pétain word weggepromoveerd naar een hogere functie als opperbevelhebber van de Legergroep Midden waartoe ook Verdun behoort. Zijn vervanger vanaf 01 mei is generaal Robert Nivelle, hij staat bekend als een meedogenloze vechtjas met een voorkeur voor de frontale aanval l attaque á outrance. Eén van zijn ondergeschikten, zijn rechterhand, is generaal Charles Mangin, een keiharde frontgeneraal, die al bevelhebber aan het Verdun-front is geweest als commandant van de Ve Divisie en die door zijn nietsontziende aanvalsdrift bekend staat als Le Boucher (de slachter). Mangin ziet het heroveren van het fort Douaumont als zijn voornaamste taak.
Großes Hauptquartier, 19. April. Westlicher Kriegsschauplatz: Östlich der Maas nahmen unsere Truppen in Vervollständigung des vorgestrigen Erfolges heute nacht den Steinbruch südlich des Gehöftes Haudromont. Ein großer Teil seiner Besatzung fiel im erbitterten Bajonettkampf, über 100 Mann wurden gefangengenommen, mehrere Maschinengewehre erbeutet. Ein französischer Gegenangriff gegen die neuen deutschen Linien nordwestlich des Gehöftes Thiaumont scheiterte. Kleinere feindliche Infanterieabteilungen, die sich an verschiedenen Stellen der Front unseren Gräben zu nähern versuchten, wurden durch Infanterie- und Handgranatenfeuer abgewiesen. Deutsche Patrouillen drangen auf der Combreshöhe in die feindliche Stellung vor und brachten 1 Offizier und 76 Manngefangen
Maandag 01 mei: De beschieting van fort Vaux wordt ingezet. De Duitse legerleiding wil voordat de aanval op het fort begint, liever eerst de Franse linies in het Bois de la Caillette opruimen omdat van daaruit de aanvallers zwaar gehinderd zullen worden bij de bestorming. Het Hoofdkwartier beslist echter dat eerst fort Vaux moet worden aangevallen. Op zondag 7 mei blijkt de Duitse aanval opnieuw mislukt; het Franse artillerievuur, geleid door kabelballonnen en vliegtuigen is te hevig, de Duitsers worden weer terug gedreven. Ook de op die dag ingezette aanval op de Thiaumont-fortificatie mislukt door het zware Franse artillerievuur. Er is die dag geen Duitse luchtbescherming aanwezig; de vliegtuigen zijn niet opgestegen om de Fransen niet op het spoor te zetten van een verrassingsaanval. Door het hevige Franse verzet nabij het fort Vaux, in het Bois de la Caillette en in de Thiaumont-fortificatie maar ook door de catastrofe van 08 mei in het fort Douaumont, is de operatie Mei-Beke al van in het begin gedoemd om te mislukken!
Zaterdag 13 mei: Er is een stafbijeenkomst van de Duitse legerleiding. Men komt er tot de conclusie dat de beide divisies van het IIIe Legerkorps nog beschikken over voldoende kracht om een korte aanval uit te voeren. Maar eerst moeten er versterkingen komen en men besluit ook te wachten op de aanvoer van een nieuwe soort gifgasgranaten. De aanval op de rechter Maasoever wordt voorlopig opgeschort en de aanval wordt nu vooreerst geconcentreerd op de linker Maasoever. Bij deze bespreking bepleit de Kroonprins het volledig staken van de aanval op Verdun maar von Knobelsdorf wil echter doorgaan. De reactie van de Kroonprins duidelijk en luidt: Ik geef dat bevel niet! Als het hoofdkwartier dat beveelt moet ik gehoorzamen, maar de verantwoordelijkheid wijs ik uitdrukkelijk van de hand.
Uiteindelijk beslist opperbevelhebber von Falkenhayn op woensdag 17 mei dat de aanval moet worden verlegd van de rechteroever naar de linkeroever. Maar eerst moet de Thiaumont-fortificatie worden ingenomen omdat van daaruit alles aan het Duitse front in elkaar geschoten wordt. Ook Fort Vaux moet in dezelfde aanval worden veroverd.
Maar voordat de Duitsers kunnen aanvallen ondernemen de Fransen, tot grote verwondering van de Duitsers, een tegenaanval op fort Douaumont. Van dinsdag 16 mei tot en met zondag 21 mei wordt het fort hevig beschoten met zware kalibers en met gifgasgranaten. Op maandag 22 mei vallen twee regimenten onder bevel van generaal Mangin het fort aan. De Fransen zien kans de bovenkant te bezetten (elementen van de 5e D.I. ) en zelfs om hier en daar het fort binnen te dringen. De Franse artillerie verlegt het vuur tot voor het fort zodat de Duitsers geen versterkingen kunnen aanvoeren. De Duitsers verleggen nu ook hun artillerievuur dit tot achter het fort waardoor de Fransen nu geen voldoende versterkingen meer kunnen aanvoeren. Het Duitse vuur is zo hevig dat van een Franse aanvalscompagnie van 200 man er slechts 40 het fort weten te bereiken. Twee dagen lang wordt er verbitterd gevochten. De Franse geraken numeriek in de minderheid, omdat er tijdens de aanval toch Duitse versterkingen in het fort zijn aangekomen. De Fransen raken door hun munitie heen en nadat de Duitsers een zware mijnenwerper op het fort laten vuren wordt de strijd in een verschrikkelijk handgemeen beslecht. Slechts een paar Fransen keren terug naar Verdun.
De Franse tegenaanval is uitgevoerd onder leiding van generaal Mangin. Mangin die zelfs halverwege de strijd wereldkundig heeft gemaakt dat het fort in Franse handen is gevallen moet die mededeling later herroepen. De overhaaste aanval is slecht voorbereid geweest. Mangin heeft zijn complete regimenten naar voren gejaagd op een zeer smal front en ook al zijn reserves ingezet. Hierdoor is tijdens de aanval in de Franse linies een gat ontstaan van 500 meter breed waardoor het Franse front ernstig verzwakt is. De Franse troepen worden letterlijk in de pan gehakt, meer dan 1.000 Fransen worden gevangen genomen en er is geen enkele compagnie meer in reserve. Generaal Mangin wordt door zijn commandant Pétain van zijn functie ontheven. (naar het schijnt biedt Mangin zelfs het voorstel aan om weer als gewoon soldaat te dienen.) De mislukte aanval heeft zeker een demoraliserende werking op de Franse troepen en worden er daarna meerdere gevallen van insubordinatie gemeld.
Een neutrale persoon geeft het volgende commentaar: dat ze in het kader van deze wereldoorlog betrokken zijn bij een gebeurtenis waar over 100 jaar nog met afschuw en ontzetting zal over worden gesproken. Het is deze Hel van Verdun. Sedert 100 dagen - dag en nacht - wordt daar met de grootste hardnekkigheid en verbittering gevochten om elke meter grond tussen de zonen van twee Europese cultuurvolkeren. Het is de meest helse massamoord uit onze geschiedenis '
Donderdag 01 juni: Na een langdurig inleidend bombardement en de inzet van een groot aantal vlammenwerpers veroveren de Duitsers eindelijk het Bois de la Caillette. Ook het Bois Fumin dat vlak achter het dorp Vaux is gelegen wordt grotendeels veroverd maar dat gaat wel gepaard met zware verliezen. Eén van de loopgraven ligt zo vol met doden en gewonden dat de aanvallers al over de borstwering moeten rennen om verder te komen. De grote winst van deze aanval is dat de Duitse troepen voor fort Vaux niet langer vastgepind liggen door het flankerend Franse vuur vanuit het Bois de la Caillette en het Bois Fumin. De Duitse aanval richt zich hierna op fort Vaux, een middelgroot fort dat normaal een garnizoen telt van 250 man maar waar nu 600 man aanwezig zijn. De commandant is majoor Sylvain Raynal. Hij vermoedt dat de grote aanval zal beginnen. In de morgen regent het granaten op het fort. Hij telt 1.500 tot 2.000 inslagen per uur.
07 juni, de verdedigers van het fort Vaux geven zich over na een heldhaftige weerstand onder leiding van Cdt. Raynal. Pogingen het fort te heroveren lopen uit op zinloze slachtpartijen.
13-05-2008, 15:05 geschreven door DP
Franse propaganda en sfeerbeelden
Franse propaganda en sfeerbeelden
13-05-2008, 14:24 geschreven door DP
DE UITPUTTINGSSLAG
2. DE UITPUTTINGSSLAG
De Duitse doorbraakpoging is mislukt. Er ontstaat een zeker evenwicht dit komt vooral dank zij de aanzienlijke versterking van de Franse artillerie. De verliezen aan Duitse zijde worden belangrijk en evenaren de Franse, en dat is zeker niet de bedoeling!!
Om het Duitse offensief te redden blijft er maar één mogelijkheid over en dit isde uitbreiding van het front over de linker Maasoever om zodoende de Franse versterkingen te verspreiden en het voordeel van de Duitse (zware) artillerie ten volle te benutten (groter front = grotere afstand). Indien men succes heeft zou dit een rechtstreekse bedreiging voor de Franse aanvoerlijnen kunnen vormen. De Duitsers willen de hoogten 304 en Le-Mort-Homme veroveren.
De aanval op de linkeroever wordt uitgevoerd door het VIeDuitse Reserve Legerkorps. Gelijktijdig wordt op de rechteroever de aanval op fort Vaux ingezet. Het belangrijkste aanvalsdoel op de linkeroever is een heuvel genaamd Le Mort-Homme (hoogte 295 meter), dit is een waardevolle uitkijkpost voor de Franse artilleriewaarneming. Als Le Mort-Homme eenmaal genomen is kan dan de aanval worden ingezet op het Bois Bourrus waar de Franse artillerie is geconcentreerd. De aanvalsvoorbereidingen zijn aan de Fransen niet onopgemerkt voorbijgegaan en er liggen op 6 maart dan ook vier Franse divisies in de verdedigingslinies.
Gevecht aan de linker Maasoever
Maandag 6 maart - De aanval begint met een zwaar inleidend artilleriebombardement, dat komt terechtop de onervaren Franse 67e divisie die de eerste verdedigingslinie inneemt. De Duitse aanval met twee divisies tussen Béthincourt en Forges begint.De Duitsers trekken vrij moeiteloos de Maas over nabij Brabant en Champneuville. Er is wel Frans artillerievuur vanuit Bois Bourrus maar dit heeft weinig effect omdat de artilleriegranaten niet tot ontploffing komen want ze stranden in de moerassige bodem. De Franse verdediging is ontmoedigd en verzwakt. Aanvankelijk maken de Duitsers goede vorderingen maar de Fransen verdedigen Le Mort-Homme hardnekkig en de Duitsers ondervinden steeds meer hinder van flankerend artillerievuur vanaf een nabijgelegen heuvel, Côte 304. Daarom besluit de legerleiding eerst Côte 304 te veroveren.tegen de avond zijn de dorpen Forges en Regneville inDuitse handen. Ook het westelijke gedeelte van de heuvelrug Côte de l'Oie is in Duitse handen.
Dinsdag 7 maart: De Duitsers stoten door naar het Bois de Corbeaux en veroveren ditonder de dekking van hun artillerie. De Franse verdediging begint te wankelelen en tegen het einde van de dag hebben meer dan 3.000 Fransen zich overgegeven. Le Mort-Homme lijkt nu wel binnen handbereik te liggen.
Woensdag 8 maart: Vroeg in de ochtend zetten de Fransen meteen tegenaanval in. De Duitsers hebben hun op 7 maart veroverde posities nog niet geconsolideerd en daardoor valt in de loop van de ochtend het Bois de Corbeaux weer in Franse handen. De geplande Duitse aanval op Le Mort-Homme wordt afgelast en de Duitsers worden in het defensief gedrukt.
Donderdag 9 maart: Een Duitse aanval op Le Mort-Homme wordt ingezet vanaf Béthincourt maar de Fransen hebben hun verdedigingslinie weer ingenomen en slaan de Duitse aanval af.
Vrijdag 10 maart : De Duitsers weer woest ten aanval en heroveren het Bois de Corbeaux , dit ten koste van zware verliezen. In de hierop volgende dagen ontspint er zich een dagenlange durende strijd die voortdurend heen en weer golft. Elke aanval wordt beantwoord met een tegenaanval. Niets of niemand wordt gespaard. Uiteindelijk stabiliseert het front zich rond de lijn Béthincourt - Cumières. De verliescijfers na deze periode zijn voor de beide partijen enorm! Er zijn 89.000 Fransen dood, gewond of vermist en 82.000 Duitsers gewond, gedood of vermist.
Dinsdag 14 maart: Opnieuw zetten de Duitsers een grootscheepse aanval in op Le Mort-Homme. Maar de oprukkende Duitse hoofdmacht wordt onder moordend vuur genomen door de Franse kanonnen en dit vanaf de nabijgelegen heuvel Côte 304. Daar is een grote Franse artillerieconcentratie samengebracht. Wanneer de Duitse aanval, met grote verliezen, vastloopt op de hellingen van Le Mort-Homme besluit de Duitse legerleiding de aanvalsconcentratie te verleggen naar Côte 304. Die wordt vanaf nu beschouwd als de sleutel tot de verovering van Le Mort-Homme.
Maandag 20 maart: De Duitse hoofd- aanval wordt nu ingezet vanuit het westen al over de frontlijn Malancourt - Avocourt.
Bij Avocourt wordt er snel doorgestoten naar het Bois d' Ávocourt waar de Franse 29edivisie is gelegen dieer volledig in de pan wordt gehakt. Boze tongen spreken zelfs over verraad van Franse zijde, over- lopers zouden de Franse stellingen hebben verraden aan de Duitsers. Er worden 3.000 Poilus krijgsgevangen gemaakt, onder hen een brigadegeneraal en twee regimentcommandanten. In Frankrijk beschouwt men deze nederlaag als een nationale ramp.
Hierna concentreren alle gevechten zich rond het Bois d'Avocourt, vanaf 21 maart wordt er zwaar gestreden om elke meter grond. Dit gaat gepaard met grote verliezen langs beide kanten. Het is een ware slachting, de weersomstandigheden zijn verschrikkelijk slecht. Het regent hevig, vele gewonden verdrinken in de blubber. Soldaten raken hun schoeisel kwijt in de zuigende leembodem. Kannonen en mortieren zakken tot aan hun assen in de bodem en kunnen niet meer verplaatst worden. Hele bataljons worden afgemaakt, soms tot de laatste man, door verdekt opgesteld Frans mitrailleurvuur. De Franse artilleriebeschietingen zijn net zo hevig als de Duitse. Op 23 maart wordt de strijd voorlopig gestaakt. Eind maart wordt vanuit het noorden een Duitse aanval ingezet op Côte 304. De dorpen Malancourt (31 maart), Haucourt (5 april) en Béthincourt (8 april) komen in Duitse handen. Côte 304 blijft echter in Franse handen.
Aan beide zijden worden er gevallen van oorlogsmoeheid gemeld. Duitse en Franse eenheden weigeren de loopgraven te verlaten, insubordinatie komt nu veelvuldig voor. Troepen geven zich vrijwillig over. Het einde van het menselijke uithoudingsvermogen lijkt bereikt te zijn!
Zondag 9 april - De Duitsers gaan hun aanvalstactiek veranderen. Ze hebben besloten om tegelijkertijd op beide Maasoevers aan te vallen. Op de linkeroever worden Côte 304 en Le Mort-Homme simultaan aangevallen. Generaal Von Gallwitz krijgt het commando over alle troepen op de linkeroever ('Angriffsgruppe West'). De Duitsers werpen extra materieel en manschappen in de strijd. Aan de Franse kant zijn er op dat moment nog nauwelijks reservetroepen beschikbaar. De aanval begint weer met een zware inleidende beschieting (men teltvijf inslagen per minuut). De gehele top van Le Mort-Homme is gehuld in rook en stof. De Duitse aanval boekt terreinwinst. Met een groot verlies aan manschappen bereiken ze de lagere top van Le Mort-Homme. De hogere top is een paar honderd meter verder gelegen, een top die 30 meter hoger is dan de eerste top (hoogte 265 en hoogte 295). De Duitse linies liggen nu onder aanhoudend vuur vanaf de Côte 304.,De strijd golft de hele dag heen en weer tussen deze beide heuveltoppen. Het is een gruwelijke strijd. Langs beide kanten worden compagnieën gedecimeerd. Een Franse compagnie van 165 man keert terug van het front met 35 man. Eten en drinken is dagenlang niet beschikbaar, gewonden worden niet afgevoerd, doden worden niet begraven.
De Duitsers slagen er alweer niet in om Le Mort-Homme en de Côte 304 in te nemen. De Fransen houden heldhaftig stand. Pétain vaardigt de volgende dag zijn beroemde dagorder uit: 'Courage! On les aura!'. ( een uitspraak die uit een frontblaadje afkomstig schijnt te zijn.)
Vanaf de Côte 304 voorkomen de Fransen met hun artillerievuur, geleid vanuit kabelballonnen en vliegtuigen, dat de Duitsers artilleriestellingen en waarnemingsposten inrichten. De Duitse infanteristen kunnen zich nauwelijks ingraven want hun stellingen liggen dag en nacht onder spervuur. Een ooggetuige schrijft: al spoedig zijn er meer en meer verliezen. In stille berusting wacht elke soldaat stompzinnig op de granaat die voor hem bestemd is. En overal is er geschreeuw en gekreun, geloei en geknetter, vuil en bloed, dood en sterven.
Generaal Von Gallwitz slaagt er nu in om zijn opperbevelhebber von Knobelsdorf ervan te overtuigen dat het zinloos is Le Mort-Homme te bestormen voordat de Côte 304 definitief is veroverd. In de periode na 09 april regent het 12 dagen achtereen. De troepen staan er letterlijk tot over hun knieën in het water. Niemand heeft nog een droog uniform aan het lijf. Na deze regenperiode volgen er Franse tegenaanvallen waardoor de Duitsers van de hellingen van Le Mort-Homme verdreven worden. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de aanval op Côte 304 begonnen. Generaal Von Gallwitz, een artillerie-officier, besluit om de zaak op grootschalig manier aan te pakken. 500 zware kanonnen nemen een front van nauwelijks twee kilometer breed onder vuur.
Woensdag 3 mei: Op deze hete dag begint een beschieting die met de grootst mogelijke intensiteit 36 uur aanhoudt. De Fransen troepen lijden verbijsterende verliezen. Aan het front is het een absolute chaos, mannen worden er levend begraven en dagenlang is er geen eten of drinken. Overal liggen er gillende gewonden die niet verzorgd kunnen worden. Er hangt een ondraaglijke geur van rottende lijken, men spreekt over meer dan 10.000 gesneuvelden. In de nacht volgend op de tweede dag wordt de Côte 304 bestormd en veroverd op de volledig murw gebeukte Fransen. Daarna duurt het nog drie dagen, met verbeten man tegen man gevechten, voordat Côte 304 definitief in Duitse handen is. De beschietingen zou zo hevig geweest zijn dat Côte 304 in de loop van de tijd zeven meter lager zou zijn geworden.
Eindelijk is de weg naar Le Mort-Homme vrij. Ook hier wordt er nu weer een zwaar bombardement ingezet. Le Mort-Homme lijkt op een vulkanische uitbarsting. De lucht en de aarde trillen onder de duizenden exploderende artilleriegranaten. Aan beide kanten heerst er chaos. Aan de Duitse kant liggen er op een gegeven moment dertien regimenten zonder enige leiding of coördinatie in de linies. Verkenningsvliegtuigen melden een stofkolom van 800 meter hoogte. De Fransen bieden er koppig verweer maar zij moeten op het einde van de maand mei het hoofd buigen. Le Mort-Homme is nu eindelijk in Duitse handen. Ook de dorpen Cumières en Chattancourt worden nog ingenomen. Eindelijk na drie maanden onafgebroken strijd is het Bois Bourrus nu toch bereikt. De Duitse en Franse legers zijn totaal uitgeput, niet alleen de Franse, maar ook de Duitse regimenten bloeden dood in de strijd.