De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering 8: de eerste dissident en zijn lot
Het boek van Adam Hochschild is allerminst de eerste aanklacht tegen het Congo-regime van Leopold II: in 1890, nog voor de grote slachtingen begonnen, was er de zwarte Amerikaan en mensenrechtenactivist George Washington Williams. Williams was de schrijver van een lijvig boek over de geschiedenis van de negerslavernij (1) alsook auteur van een boekwerk over de zwarte soldaten tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. (2) Eerder stelde hij aan een medewerker van Leopold II voor om zwarte Amerikanen te rekruteren om te gaan werken in de Congo, en aanvankelijk was hij een zeer enthousiast pleitbezorger voor de erkenning van de Congo-staat door de VS. Hij bezocht de Congo tegen de wens van de koning in, bracht er zes maanden door en ontdekte daar allerminst de goedaardig bestuurde kolonie maar wel wat hij noemt: “'het Siberië van het Afrikaanse werelddeel'” (3), waarop hij in 1890 in een (in Europa en in de VS wijd verspreide) Open brief de koloniale regering van Leopold II in de Congo aanklaagde. Het was “de eerste alomvattende, systematische aanklacht tegen Leopolds koloniale regime die ooit was geschreven.” (4)
Bijzonder respectvol offreert Williams de koning enkele bedenkingen “gebaseerd op zorgvuldig onderzoek” maar hij schrijft tevens dat “de koning der koningen niet tevreden is over wat Hij in de Congo ziet gebeuren.” (5) Williams verwijst naar getuigenissen, documenten, brieven en verslagen en schrijft dat de documenten zouden bewaard worden “'tot op het moment dat een internationale commissie in het leven kan worden geroepen, bekleed met de macht om personen en stukken op te vragen, eden af te nemen en de waarheid of valsheid van deze stukken vast te stellen.'” (6) Een halve eeuw voor de Neurenbergprocessen heeft Williams het inzake het bestuur van de Congo over “misdaden tegen de menselijkheid”. (7) Hij vernoemt onder meer de bedrieglijke wijze waarop Stanley en zijn medewerkers grond aftroggelen van de Afrikaanse stamhoofden, de tirannie van Stanley, zijn militaire bases die een golf van dood en verderf veroorzaken en zijn wreedheid tegen zijn gevangenen. Ook brengt hij de leugenachtige voorwendsels van Leopold te berde: van een wijze regering was geen sprake, scholen en ziekenhuizen waren er niet en de blanke rechtbanken waren misdadig. Blanke handelaars en overheidsfunctionarissen roofden Afrikaanse vrouwen en gebruikten hen als bijzit. Blanken lieten negers dwangarbeid verrichten en terwijl zij voorhielden de slavernij te bestrijden, handelden zij in slaven.
Drie maanden na zijn open brief richtte Williams zich tot de Amerikaanse president Harrison tegenover wie hij deze beschuldigingen herhaalde en hij wees hem op zijn verantwoordelijkheid tegenover de Congo aangezien hij deze Afrikaanse regering eerder had erkend. Hij drong ook aan op een plaatselijk regime dat internationaal zou zijn en rechtvaardig. (8)
De New York Herald, die Stanley naar Afrika had gestuurd, kopte over het pamplet: “Amerikaans staatsburger noemt het bestuur van de Afrikaanse vrijstaat barbaars – onderzoek geëist” en citeerde Stanley “die de Open brief 'een opzettelijke poging tot chantage' noemde”. En ook Williams geldschieter, Collis P. Huntington, koos partij tegen hem. Leopold ging in de tegenaanval en de kranten hadden het over de “'onevenwichtige neger'” (9) en over de “'pseudo-kolonel'” (10) en zij wezen erop dat de Amerikanen niet beter waren geweest voor de inboorlingen aldaar. De Belgische kranten La Réforme alsook Le Courrier de Bruxelles verdedigden Williams en veroordeelden het Congo-regime van Léopold en ook in de buitenlandse pers werd de Open brief besproken. Maar in juni 1891 sprongen het Belgisch parlement en de hoogste ambtenaren de koning bij met een verslag ter weerlegging van de beschuldigingen.
Williams werd op dat ogenblik op het eind van zijn rondreis door Afrika in Egypte in de steek gelaten door zijn geldschieter, bezat toen nog amper 14 pond, werd ernstig ziek en geraakte nog net in Engeland waar hij op 2 augustus 1891 op eenenveertigjarige leeftijd overleed. De koningsgezinde pers “berichtte zijn dood met genoegen.” (11) “Zijn vroege dood redde de Congoregering” (12), aldus diplomaat S.J.S. Cookey en pas in 1975 kreeg de mensenrechtenactivist een grafsteen. Hochschild: “Williams was de enige die volledig en hartstochtelijk en herhaaldelijk sprak over wat anderen ontkenden of negeerden. In de komende jaren zouden zijn woorden steeds profetischer blijken te zijn.” (13)
(Wordt vervolgd)
(J.B., 2 december 2022)
Verwijzingen:
(1) Het betreft het in 1882 en 1883 gepubliceerde, tweedelige boek, getiteld: “De geschiedenis van het negerras in Amerika van 1619 tot 1880. Negers als slaven, als soldaten en als burgers, samen met een inleidende beschouwing over de eenheid van de menselijke familie en een historische schets van Afrika en een verslag van de negerregeringen van Sierra Leone en Liberia.” Voor de volledige tekst, zie:
https://archive.org/details/historynegrorac00willgoog
Zie: Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 110.
(2) Voor de volledige tekst, zie:
https://archive.org/details/ahistorynegrotr00willgoog
(3) Adam Hochschild, o.c., p. 114.
(4) Ib., p. 115.
(5) Ib., p. 114.
(6) Ib., p. 114.
(7) Ib., p. 117.
(8) Ib., p. 117.
(9) Ib., p. 118.
(10) Ib., p. 118.
(11) Ib., p. 119.
(12) Ib., p. 119.
(13) Ib., p. 119.
|