Foto
Inhoud blog
  • verjaardagen
  • 2 juni
  • 2 juni
  • 2 jui
  • 1 juni
  • mei 31
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • WAT WEET JE OVER VOETBAL
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    toen

    08-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 8 juli 1982 sadam

    8 juli 1982 In het Sjiïtische dorp Dujail in Irak wordt een aanslag gepleegd op de Iraakse president Saddam Hoessein. De aanslag mislukt. Kort hierna wordt er door presidentiële troepen een grootse wraakactie ondernomen tegen het dorp: een 140-tal mannen wordt daarbij vermoord. Een 1500-tal personen wordt gevangengenomen, gefolterd of gedeporteerd naar een strafkamp in de woestijn. Het is deze vergelding waarvoor Saddam Hoessein in 2006 ter dood wordt veroordeeld in een door de Verenigde Staten geinitiëerd proces. Saddam Hoessein Abdu al-Majid al-Tikriti (Arabisch: ) (صدام حسيي ي عبد المجيد التكريت Al-Auja, 28 april 1937 - Bagdad, 30 december 2006) was van 16 juli 1979 tot 9 april 2003 de vijfde (niet democratisch gekozen) president van Irak. Hij was een vooraanstaand lid van de Ba'ath-partij, die een mix van Arabisch nationalisme en Arabisch socialismeomhelsde, en speelde een belangrijke rol in de staatsgreep van 1968 die de partij aan de macht bracht. Als vicepresident onder generaal Ahmad Hassan al-Bakr en op een moment waarop veel groepen in staat werden beschouwd om de regering omver te werpen, creëerde Hoessein veiligheidstroepen waardoor hij de conflicten tussen de regering en de gewapende krachten in de hand hield. In de vroege jaren zeventig nationaliseerde Hoessein olie en andere industrieën. De staatsbanken werden onder zijn controle geplaatst, waardoor het systeem uiteindelijk failliet ging. Gedurende de jaren zeventig cementeerde Hoessein zijn gezag over de apparaten van de overheid. Het oliegeld hielp de Iraakse economie in een snel tempo te groeien. Machtsposities in het land werden bekleed door Arabische soennieten, een minderheid van 20% van de bevolking. Hoessein onderdrukte meerdere groeperingen, vooral sjiitische en Koerdische bewegingen die de regering omver wilden werpen respectievelijk onafhankelijk wilden worden. Hoessein behield de macht tijdens de Irak-Iranoorlog van 1980 tot 1988. In 1990 viel hij Koeweit binnen en plunderde hij dat land. Er kwam een internationale coalitie om Koeweit te bevrijden in de Golfoorlog van 1990-1991, maar die beëindigde niet Hoesseins bewind. Terwijl sommigen hem vereerden voor zijn agressieve houding tegen Israël, inclusief het vuren van raketten naar Israëlische doelen, werd hij alom veroordeeld voor de wreedheid van zijn dictatuur. In maart 2003 viel een coalitie van landen onder leiding van de VS en het VK Irak binnen om Hoessein af te zetten, controversieel onder het vermoeden van massavernietigingswapens en banden met terroristen. Zijn Ba'ath-partij werd ontbonden en het land stapte over op een parlementair democratisch systeem. Hoessein werd gevangen op 13 december 2003 en berecht onder de Iraakse interimregering. Op 5 november 2006 werd hij in verband met de moord op 148 Iraakse sjiieten in 1982 veroordeeld tot de dood door ophanging. Het vonnis werd voltrokken op 30 december 2006. Saddam Hoessein werd in Irak geboren in het toen zeer arme dorp Al-Auja, nabij de stad Tikrit in de provincie Salah ad Din. Hoesseins officiële geboortedatum is 28 april 1937, maar aangezien de bevolkingsadministratie in die tijd zeer primitief was, is zijn werkelijke geboortedatum mogelijk enkele jaren eerder of later.[1] Zijn vader verliet het gezin voordat Saddam werd geboren. Saddam werd naar eigen zeggen mishandeld door zijn stiefvader. Hij mocht niet naar school en bracht zijn vroege jeugd als schaapherder door. Vanaf zijn tiende werd hij opgevoed door zijn xenofobe oom Khairullah Talfah, een van de weinige geletterden in Tikrit en auteur van het pamflet Drie dingen die God niet had moeten scheppen: Perzen, joden en vliegen. Behalve door zijn oom werd de jonge Saddam tot politiek activisme geïnspireerd door Nassers panarabisme. Veel van Saddam Hoesseins latere vertrouwelingen waren familie- of stamleden uit de regio rond Tikrit. In 1957 werd Hoessein lid van de Arabisch socialistische Ba'ath-partij. In hetzelfde jaar pleegde hij zijn eerste politieke moord; hij liquideerde zijn zwager, een communistische activist.
    In 1959 werd Saddam Hoessein, na een mislukte poging tot liquidatie van de Iraakse premier Abdul Karim Qassem, bij verstek ter dood veroordeeld, waarna hij onderdook in het dorpje Ad-Dawr (Adwar) en vervolgens via Syrië naar Egyptevluchtte. Een deel van zijn opleiding ontving Hoessein, door bemiddeling van Nasser (met wie hij in Egypte kennis maakte), aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Caïro. Na de 14e Ramadanrevolutie van 8 februari 1963 keerde hij naar Irak terug. Hoessein werd na een machtswisseling gevangengezet, maar wist de gevangenis in 1967 te ontvluchten. In 1968 deed hij actief mee aan de geweldloze coup door de Ba'ath-partij. In datzelfde jaar studeerde hij af in rechten aan de Universiteit van Bagdad. Hij werd prompt benoemd tot vicevoorzitter van de Revolutionaire Commandoraad en was vanaf 1973 generaal in de krijgsmacht. Gedurende deze tijd was hij ondanks zijn zeer jonge leeftijd de werkelijke machthebber in Irak. In 1978 brak de Iraanse Revolutie uit, die evolueerde van een brede volksopstand tot een religieus revolutionair bewind dat trachtte te appelleren aan alle moslims ter wereld. Wellicht was dit de katalysator die Saddam Hoessein ertoe bracht de macht geheel naar zich toe te trekken. In 1979 kondigde president Ahmad Hassan al-Bakr (op 65-jarige leeftijd) zijn aftreden aan, vrijwel zeker hiertoe geprest door Saddam Hoessein. Hoessein kon zich nu, op 42-jarige leeftijd, zowel het voorzitterschap van de partij als het presidentschap toe-eigenen. Hierna volgde een grote zuivering van de partij, waarbij Saddam Hoessein de namen van personen op televisie opnoemde, waarna ze door veiligheidsbeambten de zaal uit werden geleid, waarschijnlijk gevangenschap en de dood tegemoet.[2] De staatsgreep van 1968 was hoogstwaarschijnlijk gesteund of goedgekeurd door de Amerikanen, die zich zorgen maakten over de Iraakse vriendschap met de Sovjet-Unie. Saddam Hoessein wist van 1968 tot 1990 beide grootmachten tegen elkaar uit te spelen. Hij onderdrukte de communistische partij in Irak, maar sloot wel een vriendschapsverdrag met de Sovjet-Unie. Verder bekritiseerde hij ook het Amerikaanse 'imperialisme', maar accepteerde wel Amerikaanse hulp in de Irak-Iranoorlog.
    Circa 10 meter hoge bustes van Saddam Hoessein die oorspronkelijk op het dak van zijn paleis stonden (2005) Hoessein verkreeg de absolute macht in Irak en benoemde leden van zijn Al-Tikriticlan op bijna alle belangrijke posten in zijn regering. Hij overleefde tal van couppogingen en aanslagen. Ter consolidatie van zijn macht liet hij vele opponenten ombrengen, waaronder leden van zijn eigen familie. Een uitgebreid veiligheids- en inlichtingensysteem, de geheime politie en zeer waarschijnlijk het gebruik van dubbelgangers, hebben hem behoed voor liquidatie. Onder zijn dictatoriale regime gebruikte hij de oliereserves om van zijn land een belangrijke regionale militaire macht te maken. Tijdens dit regime werden de Koerden, die vooral in het noorden van het land wonen, zwaar onderdrukt. In totaal werden naar schatting 200.000 Koerden vermoord door middel van conventionele en chemische wapens, alsmede dodenmarsen waarbij mensen werden uitgebuit en verhongerd. Tegen de tijd van zijn dood waren er een paar boeken gepubliceerd onder zijn naam (hoewel zijn werkelijke bijdrage twijfelachtig was), inclusief meerdere romans. Saddam Hoessein was gehuwd met Sajida Talfah. Het echtpaar heeft drie dochters, Raghat, Rana en Chrisnia en had twee zonen. De echtgenoten van twee dochters werden vermoord door aanhangers van Hoessein, nadat zij in ongenade vielen bij hun schoonvader. Beide zonen - Oedai Saddam Hoessein, die de post van minister van defensie bekleedde, en Koesai Hoessein - kwamen om in een vuurgevecht met Amerikaanse troepen in Mosoel. Iran vormde ondertussen nog steeds een bedreiging. In 1980 besloot Saddam Hoessein met deze dreiging af te rekenen door een oorlog tegen Iran te beginnen. Hij hoopte een aantal grenscorrecties in zijn voordeel te verkrijgen, maar bovenal wilde hij export van de Islamitische Revolutie verhinderen. Ook meende hij Iran makkelijk te kunnen verslaan nu het land na de revolutie in chaos verwikkeld was.
    Formeel was het twistpunt de grenslocatie met betrekking tot de Sjatt al-Arab, de samenloop van de Eufraat en de Tigris naar de Perzische Golf. Saddam Hoessein zag zich gesteund door de Arabische Golfstaten die eveneens beducht waren voor Iraanse overheersing. Ook de Verenigde Staten en andere Westerse mogendheden gaven de voorkeur voor de seculiere Saddam Hoessein boven het islamistische Iraanse bewind. Hoewel Saddam Hoessein de internationale opinie derhalve goed had ingeschat, had hij zich verkeken op de militaire situatie, met name de geografie en de wil tot verzet van Iran. Wat begon als een invasie mondde uit in een afmattende loopgravenoorlog die 8 jaar zou duren. Tot 1988 voerde Saddam Hoessein een bloedige oorlog met het buurland Iran, hierbij zowel materieel als politiek gesteund door de Verenigde Staten. Hoessein zette in deze oorlog verschillende chemische massavernietigingswapens in (bevestigd door inspecteurs van de Verenigde Naties). De grondstoffen en blauwdrukken voor de productiefabrieken had Saddam Hoessein verkregen van het Westen, dat de aanvallen weliswaar veroordeelde, maar verder niets deed. De Arabische Golfstaten verschaften Irak leningen waarmee het op de internationale wapenmarkt tevens conventionele wapens kon kopen. Aan het eind van de oorlog stond Saddam Hoessein er feitelijk beter voor dan aan het begin. Zijn troepen hadden veel minder verliezen geleden dan die van Iran en zijn leger was sterk gemoderniseerd en tot de tanden toe bewapend.[2] Slechts door pure mankracht had Iran zich staande kunnen houden. In 1988 kwam het ten slotte tot een wapenstilstand tussen beide landen.
    Na de Irak-Iranoorlog was Irak weliswaar goed bewapend, maar zat het economisch aan de grond. De olieprijs was echter laag en bleef laag door overproductie van Koeweit, waardoor Irak inkomsten misliep. Bovendien wilde Irak graag dat de schulden aan met name Koeweit en Saoedi-Arabië zouden worden kwijtgescholden. Deze landen wilden hier echter niets van weten. Verder beschuldigde Irak Koeweit ervan aardolie te stelen uit bronnen in het grensgebied door vanaf de Koeweitse zijde schuin naar beneden te boren. De voorwaarden voor een nieuw conflict waren aldus gelegd: Irak had dringend geld nodig om de economie te herstellen en de leningen terug te betalen, maar voelde zich hierin gefnuikt door de Arabische staten en met name Koeweit, terwijl dit laatste land door overproductie de olieprijs drukte en bovendien Iraakse olie zou stelen. Verder meende Irak een historische claim op Koeweit te hebben omdat dit in de Ottomaanse tijd deel uitmaakte van de Ottomaanse provincie Basra. In augustus 1990 bezette Irak Koeweit in een korte invasie die 2 dagen duurde. Deze keer had Saddam Hoessein de juiste militaire inschatting gemaakt (Koeweit was inderdaad militair zwak), maar een verkeerde inschatting van de internationale opinie. Hij hoopte dat de Amerikanen en andere Arabische staten de invasie over zich heen zouden gaan zolang de olie-export maar in stand zou blijven. Er was nu echter geen andere grote mogendheid meer om Irak te steunen en Saddam Hoessein had de internationale reactie volkomen verkeerd ingeschat. In rap tempo werd Irak economisch en diplomatiek geïsoleerd, werden import- en exportsancties opgelegd en vormde zich onder leiding van de VS een coalitie die in Saoedi-Arabie een door generaal Norman Schwarzkopf geleide invasiemacht begon op te bouwen. De enige partijen met enige sympathie voor de Iraakse zaak waren Jemen, de PLO en Jordanië. Pogingen om met deze landen een Arabisch front te vormen en de oorlog te presenteren als een Arabische oorlog tegen de Amerikaanse 'imperialisten' faalden echter. Dit was het begin van de Golfoorlog van 1990-1991. Tijdens de oorlog vuurde Irak Scud-raketten af op Israël en Saoedi-Arabië. De bezetting werd begin 1991 met Operatie Desert Storm door geallieerde strijdkrachten onder aanvoering van de Verenigde Staten ongedaan gemaakt. Desert Storm bestond uit een 40-daagse luchtoorlog gevolgd door een grondoorlog van 100 uur. In deze oorlog werd de Iraakse luchtmacht eerst vleugellam gemaakt en werd vervolgens de (militaire) infrastructuur gebombardeerd, waarna grondtroepen de verzwakte Iraakse troepen konden overweldigen. Het werd een groot militair fiasco voor Hoessein; hij werd uit Koeweit verdreven, geallieerde troepen trokken Zuid-Irak binnen en in zowel het zuiden als het Koerdische noorden kwam de bevolking in opstand.
    Omdat de coalitie uiteindelijk weigerde mee te werken aan het omverwerpen van Saddam Hoessein, kreeg deze de kans zijn machtspositie enigszins te herstellen. Zonder steun waren de opstandelingen machteloos tegen het Iraakse leger, dat met harde hand de orde herstelde. Wel werden er no-fly zones afgekondigd waarin de Iraakse luchtmacht niet mocht opereren. De Koerden konden, nu de Iraakse luchtmacht hen niet uit de lucht kon bestoken, hierdoor in afgelegen gebieden stand houden. Irak werd een internationale paria. Er werd een handelsembargo van de Verenigde Naties afgekondigd. Hoewel het oorspronkelijk bedoeld was als strafmaatregel wegens Hoesseins weigering om mee te werken met de VN op het gebied van wapeninspecties in Irak, gaven de Verenigde Staten aan de sancties te willen handhaven, zelfs al zou Hoessein volledig aan de inspecties meewerken. In 1996 aanvaardde het Iraakse parlement een plan van de VN-Veiligheidsraad om Irak toe te staan een beperkte hoeveelheid aardolie te verkopen met de opbrengst waarvan iets aan de meest urgente humanitaire noden zou kunnen worden gedaan. Critici van de sancties, waaronder vele humanitaire belangengroepen, stellen dat de sancties miljoenen onnodige slachtoffers hebben geëist. Vooral het tekort aan geneesmiddelen zou veel Irakezen, ook en vooral kinderen, het leven gekost hebben. Bovendien hebben Amerikaanse en Britse troepen tussen de eerste en de tweede Golfoorlog bijna dagelijks elektriciteits- en drinkwaterinstallaties gebombardeerd. Dat leidde tot een acuut tekort aan zuiver drinkwater. Volgens hulporganisaties is het aantal misvormingen bij pasgeboren baby's, kankergevallen en andere aandoeningen spectaculair toegenomen sinds de Eerste Golfoorlog. Dat zou te wijten zijn aan het gebruik van verarmd uranium door de geallieerde troepen in 1991. Amerikanen en Britten hebben het gebruik hiervan altijd ontkend. Anderen menen dat de vele doden het gevolg zijn van Hoesseins onbuigzaamheid en economisch mismanagement en stellen dat de noodzaak om Irak in bedwang te houden van meer belang is dan humanitaire overweginge De Veiligheidsraad van de VN riep Hoessein in november 2002 unaniem en onder ultimatum op volledig en onvoorwaardelijk mee te werken aan wapeninspecties. In maart 2003 oordeelden de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en een aantal bondgenoten dat Irak niet aan deze VNoproep voldeed en openden de aanval: het begin van de Irakoorlog. Ondertussen hebben zowel de Amerikaanse als de Britse regering toegegeven dat de hoofdreden voor de oorlog, het bezit door Irak van massavernietigingswapens, berustte op foutieve informatie. Zowel de Verenigde Staten als het Verenigd Koninkrijk houden echter vol dat de oorlog - die vandaag volgens critici is ontaard in een bloedige burgeroorlog tussen sjiieten, soennieten, aanhangers van Hoessein en moslimfundamentalisten (gelinkt aan Al Qaida) - nodig was en is om van Irak een democratie te maken. Het regime was in april verslagen; Hoessein werd, tot zijn plotselinge gevangenneming in december, niet meer gezien. Wel liet de televisiezender Al Arabiya enkele malen een geluidsopname horen van een man die opriep tot verzet tegen de Amerikaanse indringers. Volgens de CIA is het zeer waarschijnlijk dat het hierbij ging om de stem van Saddam Hoessein.
    Volgens de Amerikaanse versie van het verhaal werd Saddam Hoessein op 13 december 2003 (rond 20.00 uur) gearresteerd door Koerdische troepen van de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) en Amerikaanse speciale eenheden. De operatie heette Red Dawn (Rode Dageraad). Hoessein werd aangetroffen in een onderaardse ruimte bij een boerderij in het dorp Ad-Dawr, 15 kilometer ten zuiden van de stad Tikrit. De toegang tot de ruimte, nauwelijks groot genoeg voor een volwassen man maar voorzien van luchtkanalen, was afgesloten door een stuk schuimrubber en afgedekt met aarde. Omdat Hoessein een geweer bij zich droeg wilden de militairen een handgranaat naar binnen gooien, maar ze lieten dit achterwege toen Hoessein zich bekendmaakte. Saddam Hoessein zag er onverzorgd uit, hij had zijn baard en haren laten groeien, wellicht gedwongen door zijn primitieve schuilplaats, maar waarschijnlijk ook in de hoop onherkenbaar te worden.[3] Ondanks de door de VS uitgeloofde hoge prijs op zijn hoofd en de intensieve zoekacties, heeft Hoessein zich ruim 8 maanden schuil kunnen houden.
    Saddam Hoessein werd waarschijnlijk verhoord op een Amerikaans marineschip en begin 2004 teruggebracht naar Irak. Hij was krijgsgevangene van de Coalitie tot hij op 1 juli werd overgedragen aan het op 29 juni aangetreden Iraakse interim-bewind.
    Op 1 juli 2004 werd Hoessein voorgeleid aan het gerechtshof. Hij erkende de rechtbank niet en weigerde de aanklacht, die zeven punten bevatte, te ondertekenen. Op 19 oktober 2005 begon de rechtszitting tegen Hoessein. Hij claimde tijdens de rechtszaak dat hij op ieder deel van zijn lichaam geslagen was. De sporen daarvan waren volgens hem nog zichtbaar. Op 19 juni 2006 eiste de openbaar aanklager de doodstraf tegen hem en 2 medeverdachten (Awad Hamed al-Bandar en Saddams halfbroer Barzan Ibrahim al-Tikriti). Zij werden aangeklaagd voor de moord op 143 inwoners van Dujail, na de mislukte aanslag op de president op 8 juli 1982.[4] Op 21 augustus 2006 moest Hoessein zich verder verantwoorden voor de moord op bijna 100.000 Koerden, tijdens zijn Anfal-campagne. Hij moest samen met zijn halfbroer Ali Hassan al-Majid, ook wel bekend als "Ali Chemicali", voorkomen. Uiteindelijk werd Hoessein in de Dujail-zaak beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid. Hoessein werd op 5 november 2006 veroordeeld tot de dood door ophanging. Ook Awad Hamed alBandar en Saddams halfbroer Barzan Ibrahim al-Tikriti werden tot deze straf veroordeeld.[5] De Koerd Rizgar Mohammed Amin werd na klachten van sjiitische zijde dat hij te mild was voor de verdachte, eerder als voorzitter van het tribunaal verwijderd. Volgens het Iraakse recht volgde een automatische beroepsprocedure op het doodvonnis.[5] Op 26 december 2006 werd Saddam Hoessein ook in hoger beroep ter dood veroordeeld. Daarop was geen verder beroep of gratieverlening meer mogelijk. Het doodvonnis moest volgens de Iraakse wet binnen een maand voltrokken worden.
    Op vrijdag 29 december 2006 droegen de Amerikanen Hoessein over aan de Iraakse overheid. Hoessein zou tot vlak voor zijn executie worden vastgehouden door de Amerikanen, een maatregel waarvoor als reden werd opgegeven dat hij niet onnodig vernederd of verminkt zou worden door de Irakezen. Veel Irakezen hadden zich ongevraagd gemeld als vrijwillige beul om persoonlijk het doodvonnis te mogen voltrekken. Uiteindelijk werden drie familieleden van slachtoffers als beulen geselecteerd. De executie vond plaats op zaterdag 30 december om 06:07 lokale tijd in een gevangenis in Camp Justice ("Camp Al-Adala") in de sjiitische wijk Khadimiya. De Iraakse staatstelevisie verspreidde een filmpje zonder geluid, waarop te zien was hoe Hoessein voor de executie door drie gemaskerde beulen naar de executieplaats gebracht werd. Hoessein weigerde een zak over zijn hoofd. Een van de beulen legde eerst een das om de nek van Hoessein en bracht vervolgens de strop aan. Zijn laatste woorden waren de recitatie van de sjahada. Na de ophanging werd de dood van Hoessein bevestigd en werd zijn lichaam getoond, gewikkeld in een wit laken. Saddam Hoessein werd 69 jaar. Korte tijd later echter werd er een filmpje via het internet verspreid dat met behulp van een mobiele telefoon was gemaakt. Bij dit filmpje was wel geluid. Te zien en te horen was dat Hoessein zijn laatste woorden uitsprak. Ook kreeg hij verwensingen naar zijn hoofd geslingerd en schreeuwden gemaskerde beulen "Muqtada! Muqtada! Muqtada!", waarmee ze verwezen naar Muqtada al-Sadr, een radicale sjiitische geestelijke wiens vader en oom door de geheime dienst van Hoessein werden vermoord. Het filmpje was opgenomen met de mobiele telefoon van een bewaker. Volgens de Iraakse president Nouri al-Maliki is de maker van de beelden inmiddels opgepakt. Er zou zijn gezegd dat het verboden was om de executie te filmen. Op 9 januari 2007 kwam er nog een filmpje naar buiten, waarop te zien is hoe de hals van Hoessein na de ophanging in een hoek van 90 graden is afgebogen en gescheurd.[6]
    Als getuigen van de executie waren er een dokter, veiligheidsadviseur, een advocaat en 12 andere mensen aanwezig. Het doodvonnis is op de eerste dag van het offerfeest voltrokken, hoewel de islam en de Iraakse wet dat verbieden. Het tijdstip van de executie is daarom bij verschillende islamitische landen in het verkeerde keelgat geschoten, bijvoorbeeld bij Saoedi-Arabië. Ook volgens Rizgar Mohammed Amin, de eerste rechter in het Dujail-proces was de voltrekking van het doodvonnis tijdens het offerfeest in strijd met de Iraakse wet.[7] Mouaffak al-Roubai, een lid van de Regeringsraad die bij de executie aanwezig was, zei voor de Iraakse zender Iraqia dat Hoessein kalm het schavot was opgeklommen en dat hij "vastbesloten en moedig" was. "Hij heeft niet geprobeerd zich te verzetten, heeft niets gevraagd. Hij had een koran in zijn hand die hij aan iemand schonk. Zijn handen waren gebonden toen hij werd opgehangen".[8] Later beweerde de Iraakse regering dat infiltranten de executie van Saddam Hoessein hadden uitgevoerd. Het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken stelde dat de eigen beulen aan de kant geschoven werden. De infiltranten zouden als doel gehad hebben een wig te drijven tussen sjiieten en soennieten.[9] De Amerikaanse president George Bush liet zijn goedkeuring blijken over het voltrekken van het vonnis[10]. Mensenrechtenorganisaties Amnesty International [11] en Human Rights Watch [12] lieten weten het vonnis te betreuren en geven aan dat Saddam Hoessein volgens hen geen eerlijk proces gekregen heeft. Ook de Europese Unie spreekt teleurstelling uit over het uitvoeren van de doodstraf. Direct na de executie is het stoffelijk overschot van Hoessein met een Amerikaanse legerhelikopter overgebracht naar zijn geboorteplaats Al-Auja bij Tikrit. Daar is hij op 31 december 2006 begraven in de buurt van zijn zonen Oedai en Koesai die in 2003 bij een vuurgevecht met de Amerikanen waren omgekomen.[13] In januari 2014 hebben getrouwen het stoffelijk overschot weggehaald uit het graf en herbegraven op een onbekende plaats. Ze wilden daarmee voorkomen dat het in handen van Sjiieten zou vallen.[14]





    08-07-2018 om 09:15 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 8 juli 1838 zeppeling

     

    08-07-2018 om 09:14 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 8 juli 1838 zeppeling

    8 juli 1838 Een zeppelin is een stijf, sigaarvormig luchtschip bestaande uit een lichtgewicht (aluminium) skelet met daarin zakken die zijn gevuld met een licht gas. Hij is genoemd naar de grote pionier van het luchtschip, graaf Ferdinand von Zeppelin. Kenmerk van een zeppelin is dat het omhulsel stijf is. De vorm is daardoor niet afhankelijk van de gasdruk in de draagcellen. In de praktijk worden slappe luchtschepen in het algemeen ook wel zeppelins genoemd. Zelfs kleine kabelballonnen die de vorm van een luchtschip hebben, worden vaak aangeduid als zeppelin. De met gas gevulde zakken, draaggascellen genoemd, werden in de meeste zeppelins gevuld met waterstofgas. Het skelet van een zeppelin is door een stoffen bekleding beschermd tegen weersinvloeden. Onder het skelet hangen een commandogondel en een aantal motoren voorzien van propellers waardoor het zich actief kan verplaatsen. Door deze motoren is een zeppelin veel minder afhankelijk van de wind dan een ballon, die alleen met de wind kan meedrijven. Aan de staart van de zeppelin bevinden zich de hoogte- en richtingsroeren. De eventuele passagiersverblijven bevinden zich ofwel in een aparte gondel onder het midden van de romp of zijn gecombineerd met de commandogondel. In latere zeppelins bevonden de passagiersverblijven zich in het inwendige van de romp waardoor de zeppelin een betere stroomlijn kreeg.
    Ferdinand graf von Zeppelin lijkt interesse te hebben opgevat in het ontwerp van een "bestuurbare ballon" na de Frans-Duitse Oorlog van 1870-71, waar hij tijdens het beleg van Parijs zag dat de Fransen met ballonnen de stad verlieten. Ook had hij militair gebruik van ballonnen gezien tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, waarin hij als militair waarnemer aan de kant van de Noordelijke staten deelnam. Na zijn vervroegde pensionering uit het leger in 1890 begon hij aan het project te werken. Op 31 augustus 1895 verkreeg hij een patent waarin de meeste van de eigenschappen van de zeppelin al opgenomen waren. Een idee uit het patent om diverse ballonnen als een trein aan elkaar te koppelen is echter nooit gerealiseerd. In het patent werd gesproken over een "Lenkbarer Luftfahrzug" (bestuurbare luchttrein). Het comité waaraan hij zijn plannen in 1894 voorlegde toonde weinig belangstelling, waardoor de graaf op zichzelf was aangewezen om het project te realiseren. In 1898 richtte hij het Gesellschaft zur Förderung der Luftschiffahrt (maatschappij ter bevordering van de luchtscheepvaart), waarbij hij zelf meer dan de helft van het kapitaal van 800 000 mark inbracht. Hij delegeerde de technische verwezenlijking aan de ingenieurs Theodor Kober en Ludwig Dürr. In 1899 begon de constructie van de eerste zeppelin in een drijvende montagehal op het Bodenmeer nabij Friedrichshafen. Deze locatie was gekozen om het opstijgen te vereenvoudigen. Omdat de hal dreef kon hij op de wind worden gedraaid. Het prototype LZ1 (Luftschiff Zeppelin) had een lengte van 128 m, werd aangedreven door twee Daimler-motoren van 14,2 pk (10,6 kW) en werd in evenwicht gehouden door een gewicht tussen voor- en achtersteven te verplaatsen. De eerste luchtreis van een zeppelin vond plaats op 2 juli 1900. De vlucht duurde slechts 18 minuten, waarna de LZ1 moest landen doordat het mechanisme waarmee het gewicht werd verplaatst, essentieel voor het verkrijgen van de juiste balans, was afgebroken. Na reparatie bewees de techniek haar mogelijkheden in diverse vluchten, waarin het snelheidsrecord van het Franse luchtschip La France van 6 m/s werd overtroffen met 3 m/s. Maar dit was niet voldoende om investeerders te overtuigen. De graaf had onvoldoende middelen om de ontwikkeling voort te zetten. Het prototype werd gesloopt en de fabriek werd gesloten.
    Hoofdzakelijk dankzij de steun van luchtvaart-enthousiastelingen kregen de plannen van Von Zeppelin een tweede (en derde) kans en kon een redelijk betrouwbare technologie worden ontwikkeld. Pas daarna konden luchtschepen worden ingezet voor de burgerluchtvaart en voor militair gebruik. Dankzij giften, de opbrengst van een speciale loterij, overheidsinvesteringen en nog 100 000 mark van graaf von Zeppelin zelf kon de LZ2 gebouwd worden, die op 17 januari 1906 opsteeg voor zijn eerste en enige vaart. Nadat beide motoren uitvielen moest het luchtschip in de bergen van Allgäu landen, waar het provisorisch aangemeerde luchtschip door een storm onherstelbaar werd beschadig Zijn opvolger LZ3, waarin alle nog bruikbare delen van de LZ2 waren verwerkt, werd de eerste echt succesvolle zeppelin. In 1908 had hij 4398 km afgelegd tijdens 45 vaarten. De Duitse krijgsmacht toonde nu belangstelling voor deze techniek. De LZ3 werd gekocht door het leger en hernoemd naar Z I. Tot 1913 was deze zeppelin in gebruik als opleidingsschip. Tegen deze tijd was hij technisch verouderd en werd de Z I buiten gebruik gesteld Het leger wilde ook de LZ4 aanschaffen, maar eiste eerst een demonstratie om te kunnen vaststellen dat het luchtschip in staat was gedurende 24 uur in de lucht te blijven. Tijdens deze demonstratie werd een tussenlanding in Echterdingen bij Stuttgart gemaakt, waar het in de middag van 5 augustus 1908 door een storm van zijn ankers werd losgeslagen en in een boom terechtkwam. In de hieropvolgende brand verging de LZ4. Hoewel niemand ernstig gewond raakte, moesten twee technici die aan de motoren werkten, een flinke sprong maken. Dit incident had het einde kunnen zijn van het zeppelinproject, ware het niet dat één van de toeschouwers van het ongeluk spontaan een inzameling hield die een opbrengst van 6 096 555 mark opleverde. Van dit geld konden de Luftschiffbau Zeppelin GmbH en een zeppelin-stichting worden opgericht. Zo herrees het zeppelinproject niet alleen als een feniks uit zijn as, maar kreeg het ook een stevige financiële basis
    Tijdens de Eerste Wereldoorlog zette het Duitse leger zeppelins in om Engeland(Londen en het omliggende land) te bombarderen. Er zijn honderden missies geweest waarbij vanuit Duitse zeppelins tienduizenden kilo's bommen op Engeland en andere vijandelijke gebieden zijn afgeworpen. Omdat de Britse verdedigers al snel bedreven raakten in het in brand schieten van deze grote en kwetsbare luchtschepen bleken bombardementen vanuit luchtschepen niet bijzonder effectief. De LZ37 werd boven Sint-Amandsberg op 7 juni 1915 uit de lucht gehaald door Reginald Warneford. Toch bereikten de vaarten hun doel: angst zaaien onder de bevolking. Van deze angst werd weer gebruikgemaakt om vrijwilligers te rekruteren, zie de poster.
    Tussen 1932 en 1937 ontstond een uitgebreide dienstregeling van vaarten over de Atlantische Oceaan met de LZ-127 Graf Zeppelin en de LZ-129 Hindenburg. De Duitsers wilden het brandbare waterstof liever vervangen door helium. Het grootste bezwaar was echter dat helium alleen door de Verenigde Staten geleverd kon worden, en de Amerikanen weigerden het gas te leveren omdat ze er in het interbellum - men keek al met argusogen naar Adolf Hitler - niet van overtuigd waren dat het gas alleen voor vredelievende doeleinden gebruikt zou worden. Uiteindelijk, na de hieronder beschreven ramp met de Hindenburg, zou dit de doodssteek voor de zeppelins worden.
    Na de successen van Amerikaanse blimps, slappe sigaarvormige luchtballonnen, zijn er al decennialang vergevorderde plannen om de luchtschepen opnieuw in gebruik te gaan nemen. Zeppelin NT (waarbij NT staat voor New Technology) is een moderne variant die zijn oorsprong heeft in de oude Zeppelin-fabrieken en waarmee sinds enige jaren commercieel rondvluchten worden gemaakt. De
    zeppelin NT-luchtschepen hebben een frame van met koolstofvezel versterkt plastic en aluminium binnen de eenkamerige ballon. Op 1 augustus 2005 vloog een 75 meter lange Zeppelin NT van Friedrichshafen naar Amsterdam en landde aldaar in de haven. Het luchtschip werd ingescheept om naar Zuid-Afrika te worden vervoerd. Daar wordt het nu ingezet bij het zoeken naar diamanten.
    Toen op 6 mei 1937 de met waterstof gevulde zeppelin Hindenburg (LZ-129) tijdens de landing op Lakehurst (Bij New York, Verenigde Staten) in brand vloog, waarbij 36 mensen omkwamen, onder wie de bekende zeppelinpromotor Ernst Lehmann, viel het doek voor de zeppelins. De overgebleven schepen LZ-127, LZ-130 en de onvoltooide LZ-131 werden gesloopt. De indrukwekkende foto's van de ramp zijn welbekend. Interessant detail hierbij is dat de vlammen op de foto's gele vlammen aangeven terwijl waterstof op zichzelf kleurloos brandt. Een moderne, veel aangehangen, theorie is dat de brand ontstond in het omhulsel van de ballon, dat bestond uit katoen dat onder andere geïmpregneerd was met aluminiumpoeder. Volgens deze theorie zou een statische ontlading tussen het omhulsel en de natte ankertouwen het omhulsel in brand hebben gezet. Er zou zo een gat zijn ontstaan, waardoor de waterstof kon weglekken, en de vlam kon aanwakkeren. Het is ook mogelijk dat een van de ankertouwen losbrak en als een zweep het omhulsel lekprikte, waarna de eerder genoemde statische ontlading het gas ontstak. Men is het erover eens dat de ramp zich met moderne materialen niet op dezelfde wijze zou herhalen.
    Tegenwoordig worden kleinere zeppelins nog wel gebruikt om van daaruit filmopnamen te maken, of om reclame te maken bij grote evenementen. Sinds het ongeluk met de Hindenburg is een commercieel vliegbedrijf van enig belang met zeppelins niet meer van de grond gekomen, hoewel er sindsdien veel mensen aan hebben gewerkt en nog werken. Er bestaan in Duitsland en de Verenigde Staten nog wel enige grote en kleine firma's die aan het project werken. In Nederland was het bedrijf Aerwin enkele jaren actief in het zelf bouwen en exploiteren van draadloos bestuurde zeppelins. Zij konden worden ingezet voor reclamedoeleinden, foto- en filmwerk, detectie en surveillance. Inmiddels is Aerwin failliet.







    08-07-2018 om 09:12 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 7 juli 2006 rudi carell

     

    07-07-2018 om 09:11 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 7 juli 2006 rudi carell

    7 juli 2006 Rudi Carrell, artiestennaam van Rudolf Wijbrand Kesselaar (Alkmaar, 19 december 1934 – Bremen, 7 juli 2006), was een Nederlands entertainer, zanger, showmaster, filmproducent en acteur. Als tv-persoonlijkheid werd hij voornamelijk in Duitslandzeer populair. Hij woonde sinds 1974 in Syke, een plaats ten zuiden van Bremen. De vader en de grootvader van Carrell waren beiden werkzaam in de showbusiness. Zijn vader gebruikte daarbij de naam André Carrell. Op 17 oktober 1953 verving de jonge Rudolf zijn vader tijdens een feestavond voor ambtenaren in Arnhem, waarna hij werd opgenomen in diens gezelschap. Daarmee deed Carrell zijn intrede in de showbusiness. In 1955 trad hij voor de AVROwekelijks op in het radioprogramma De bonte dinsdagavondtrein en in 1959 brak hij ook op de televisie door met de Rudi Carrell Show. Hij werd nationaal bekend toen hij met het liedje Wat een geluk meedeed aan het Eurovisiesongfestival van 1960. Het liedje werd in Nederland wel populair, maar werd op het festival voorlaatste: alleen dat van Luxemburg eindigde nog onder hem. Andere liedjes waarmee hij in Nederland populair werd zijn Een ballonnetje, Een muis in een molen, De hoogste tijd en Samen een straatje om. Zijn optreden in de Rudi Carrell Show als bewoner van een onbewoond eiland met het aapje Vrijdag en Esther Ofarim als zeemeermin is beroemd.[bron?] Met deze show won Carrell in 1964 de Zilveren Roos van Montreux.[1] Eén jaar eerder, dus in 1963, heeft hij ook al de Nipkowschijf van de Nederlandse televisiecritici mogen ontvangen. De Duitse carrière van Carrell begon in 1965, toen Radio Bremen interesse toonde voor zijn werk. Na het radiowerk begon hij daar al snel met de televisieshow Am laufenden Band, de Duitse versie van Eén van de acht. In de jaren zeventig werd de Rudi Carrell Showin Duitsland uitgebracht. Carrell maakte in Duitsland ook een aantal speelfilms, zij het niet allemaal met evenveel succes: Wenn die tollen Tanten kommen, Tante Trude aus Buxtehude en in 1971 Rudi, benimm dich. Rudi Carrell had als persoonlijk adviseur de Nederlander Dick Harris, die de show ook regisseerde. In 1971 en 1972 speelde Carrell in de shows van Bobbejaan Schoepen in Bobbejaanland (België), een toenmalige trekpleister voor (inter)nationale variété-artiesten. Hij werd diens buur en vriend (later deden ze ook duetten in de televisieshows van Carrell, 1974). Na zijn verblijf in België keerde Carrell terug naar Duitsland, waar hij ook succes oogstte als zanger. Zo had hij in 1975 veel succes met het lied Wann wird's mal wieder richtig Sommer?: een vertaling van het lied 't Is weer voorbij die mooie zomer, dat in Nederland in 1973 met Gerard Cox een hit werd. In februari 1987 ontstond een opstootje rond Carrell. In zijn Rudis Tagesshow presenteerde hij toen een filmpje waarin een menigte vrouwen te zien is die damesslipjes gooiden naar de Iraanse ayatollah Khomeini. Dit filmpje werd wereldnieuws en in Teheran werd daarop met woedende betogingen gereageerd. In Nederland werd dit fragment pas twee jaar later op de televisie uitgezonden, en in het programma Farce Majeure ook nog eens geparodieerd. Een andere, wat kleinere, rel ontstond in 2002, toen Carrell een grap maakte over de homoseksualiteit van de burgemeester van Berlijn en de door Carrell gesuggereerde onmogelijkheid die dat impliceerde om moskeeën te bezoeken. Sinds 1996 produceerde hij voor RTL de show 7 Tage, 7 Köpfe, waarin hij zelf ook te zien was. Sinds eind 2002 trad Carrell niet meer voor de camera op, maar op de achtergrond was hij nog steeds actief. In 2005 werd er echter bij hem, naar eigen zeggen een kettingroker, terminale longkanker vastgesteld. Hierdoor kreeg hij onder meer moeite met praten. Zijn voorlaatste optreden op de Duitse televisie, op 30 december 2005 (in 7 Tage, 7 Köpfe), vond dan ook plaats zonder dat hij een woord zei. Rudi Carrell overleed uiteindelijk ook aan de gevolgen van die longkanker. Hij werd 71 jaar oud.[2] Carrell, die al eerder gehuwd is geweest en twee dochters had, trad in 1974 opnieuw in het huwelijk. Uit dat huwelijk werd een zoon geboren.[3] Na het overlijden van zijn vrouw, op 59-jarige leeftijd, [4] trouwde hij op 7 februari 2001 opnieuw, met een zesendertig jaar jongere vrouw.[5] In 2000 kreeg Carrell de penning van verdienste van de stad Alkmaar.
    Carrell werd in 2001 in Nederland onderscheiden tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, dit vanwege zijn verdiensten voor de Nederlands-Duitse betrekkingen. In Duitsland kreeg hij al in 1985 om dezelfde reden het Bundesverdienstkreuz. De Duitse deelstaat Nedersaksen reikte in 2005 de Münchhausenprijs uit aan Carrell, een prijs bedoeld voor personen of organisaties die de fantasie levendig houden. Op 2 februari 2006 ontving hij de Goldene Kamera uitgereikt voor zijn gehele oeuvre. Deze uitreiking werd tevens zijn emotionele afscheid van het Duitse televisiepubliek.





    07-07-2018 om 09:09 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 7 juli 2007 werelwonderen

     

    07-07-2018 om 09:07 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 7 juli 2007 werelwonderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    7 juli 1927 Wereldwonder is een benaming voor opmerkelijke natuurlijke of door de mens geconstrueerde bouwwerken of gebieden, die door diverse instanties of personen worden onderscheiden. De wereldwonderen worden meestal niet afzonderlijk benoemd, maar gepresenteerd in een overzicht van zeven bouwwerken of gebieden, de zeven wereldwonderen. Een bekende en meestgebruikte lijst is die van de Griek Antipater van Sidon, die rond 140 voor Christus leefde.[1] Hij noemde zeven bouwwerken op zijn lijst, waarna het gebruikelijk werd om dit aantal voor toekomstige lijsten aan te houden.[ Van Antipaters wereldwonderen bestaat alleen de Piramide van Cheops nog. Deels om die reden hebben verschillende auteurs in de loop van de tijd aangepaste lijsten opgesteld. Daarnaast ontstonden specifiekere lijsten met bijvoorbeeld de (bouwkundige) wereldwonderen van de Middeleeuwen of van de moderne tijd, evenals lijsten met natuurlijke wereldwonderen. De New7Wonders Foundation nam begin 21e eeuw het initiatief om met verkiezingen via internet nieuwe wereldwonderen vast te stellen, de New7Wonders of the World (2007) en New7Wonders of Nature (2011). Daarnaast bestaan er overzichten per land of stad, die door nationale overheden of particuliere organisaties worden opgesteld. Enkele van deze lijsten staan hieronder opgesomd. Toen de faam van de zeven wereldwonderen eenmaal gevestigd was, kwam het idee op om andere bezienswaardigheden ermee te vergelijken. Mogelijk was Gregorius van Nazianze (4e eeuw na Chr.) de eerste die het had over een ‘achtste wereldwonder’, in een epigram over een groot grafmonument. Hij greep daarmee terug op een al langer bestaande traditie om iets toe te voegen aan reeds bekende rijtjes (bijv. de tiende Muze of de vierde Gratie). Dit kon uitdrukken dat de bestaande, bij iedere ontwikkelde Griek bekende elementen werden geëvenaard of zelfs overtroffen. Zo schreef Martialis in 80 na Chr. dat het Colosseum de oude zeven wereldwonderen deed verbleken. Cassiodorus noemde in de zesde eeuw de complete stad Rome een 'wonder' dat het oude zevental overtrof. Een anonieme auteur uit de Byzantijnse tijd noemde de Hagia Sophia in Constantinopel het achtste wereldwonder.[3] In de zestiende eeuw pakten Huijgens en Vondel deze traditie op. Zij betitelden beiden het Stadhuis op de Dam als ‘achtste (wereld)wonder’. Andere Nederlanders namen deze benaming in de loop van de eeuwen over.[4] In dezelfde tijd als het Amsterdamse stadhuis kwam ook de hertogelijke bibliotheek van Wolfenbüttel zo bekend te staan. Ook verschillende andere bezienswaardigheden zijn in de eeuwen daarna betiteld als 'achtste wereldwonder'. Naast menselijke objecten zoals de Taj Mahal, Angkor Wat en het Chinese Terracottaleger ook modernere constructies, bijzondere landschappen zoals Milford Sound in Nieuw-Zeeland (aldus Rudyard Kipling), onstoffelijke zaken en zelfs (wellicht schertsend) mensen. De zeven wereldwonderen (van de antieke wereld) is een eretitel voor opmerkelijke constructies uit de klassieke oudheid.[1] Deze zeven bewondering en soms ontzag oproepende bouw- of kunstwerken uit de klassieke oudheid werden aangewezen door verschillende schrijvers, zoals Philon van Byzantium (±280-210 v.Chr.) en Antipater van Sidon (2e eeuw v.Chr.). Alle zeven wereldwonderen bevinden zich binnen de grenzen van het rijk dat Alexander de Grote met hulp van de Grieken wist te veroveren. De meeste, maar niet alle, waren bovendien door Grieken gebouwd. Van de oorspronkelijke zeven wereldwonderen staat er nog slechts één overeind: de Piramide van Cheops, tevens het oudste bouwwerk van de wereldwonderen.
    De Griekse verovering van een groot deel van de toentertijd bekende wereld in de 4e eeuw voor Christus gaf Hellenistische reizigers toegang tot de beschavingen van de Egyptenaren, Perzen en Babyloniërs. Onder de indruk en gefascineerd door de bezienswaardigheden en wonderen van de verschillende landen, documenteerden reizigers alle bezienswaardigheden van de tijd. Hierdoor ontstonden veel verschillende lijsten met toonaangevende gebouwen, beeldhouwwerken en andere monumenten. Het idee van een erelijst met zeven bouwwerken wordt soms toegeschreven aan Ktesias, maar diens werk is grotendeels verloren gegaan. Dat de lijsten sindsdien steevast uit zeven elementen bestonden,
    sluit aan bij de bijzondere ('magische') betekenis die dit getal had voor de Grieken (evenals voor veel anderen): ze kenden zeven planeten, zeven kleuren, zeven weekdagen, zeven wetenschappen enzovoorts. Een bekende lijst is die van de Griekse Antipater van Sidon, die rond 140 voor Christus leefde.[1] Hij noemde in een lofdicht zeven bezienswaardigen, maar was vooral onder de indruk geweest van de tempel van Artemis in Efeze:[1] [2]
    Ik heb lang gestaard naar de muur van het stenen Babylon, geschikt voor wagenrennen, en op het standbeeld van Zeus bij de Alpheus, en de hangende tuinen, de Kolossos van de Helios, de grote door mensen gemaakte toppen van de hoge piramides en het gigantische graf van Mausolos, maar toen ik het heilige huis van Artemis zag, met torens die boven de wolken uitstaken, werden de anderen in een schaduw geplaatst. — Antipater
    Er was overigens geen overeenstemming tussen de Griekse schrijvers over de exacte invulling van het zevental. Alleen over de Kolossos van Rhodos schijnt men unaniem te zijn geweest. Op andere versies kwam bijvoorbeeld een paleis van Cyrus in Ekbatana voor. Uiteindelijk kwam er een 'gecanoniseerde' versie waarin de vuurtoren van Alexandrië ten opzichte van Antipaters lijst de plaats van de muren van Babylon innam. In moderne versies hiervan wordt in plaats van de Egyptische piramiden in het algemeen soms exclusief de piramide van Cheops (de grootste piramide) genoemd. Geografisch gezien heeft de lijst slechts betrekking op het Middellandse Zeegebied, met inbegrip van het Nabije Oosten – toentertijd de "bekende" wereld voor de Grieken. Vandaar dat reeds bestaande plekken buiten dit rijk niet op de lijst kwamen. Hoewel een deel van de 'wonderen' typisch Grieks was (zoals standbeelden van Griekse goden), werden ook enkele prestaties van andere volken erkend, zoals de piramiden en de hangende tuinen van Babylon. Babylon was op Antipaters lijst zelfs dubbel vertegenwoordigd: ook met de stadsmuren.
    Overzicht
    Wonder Constructiedatum Architect Vernietigingsdatum Oorzaak Piramide van Cheops en de andere piramiden van Gizeh(soms worden de gezamenlijke Egyptische piramiden als wereldwonder genoemd) 2584-2561 voor Christus Egyptenaren Bestaat nog steeds, wel beschadigd Vandalisme Hangende tuinen van Babylon Circa 600 voor Christus Babyloniërs Na de 1e eeuw voor Christus zandstormen? Tempel van Artemis in Efeze Circa 550 voor Christus Lydiërs, Perzen, Grieken 356 voor Christus 262 (door Goten) Brandstichtingdoor Herostratos Plundering
    Beeld van Zeus te Olympia
    466–456 voor Christus (Tempel), 435 voor Christus (Standbeelden)
    Grieken Vijfde en zesde eeuw na Christus Brandstichting
    Mausoleum van 351 voor Christus Cariërs, Perzen, Grieken 1494 De originele structuur werd
    Halicarnassus vernietigd door overstroming. Kolossus van Rhodos 292–280 voor Christus Grieken 226 voor Christus Aardbeving Pharos van Alexandrië Circa 280 voor Christus Macedonische Rijk, (Macedoniërs, Grieken) 1303–1480 Aardbeving te Kreta
    De zeven wonderen op de lijst van Antipater ontvingen lof door hun opvallende kenmerken, variërend van superlatieven van de hoogste of de grootste in hun soort tot de artisticiteit waarmee ze werden uitgevoerd. Hun architecturale en artistieke kenmerken werden geïmiteerd in de Hellenistische wereld en daarbuiten. De Griekse invloed in de Romeinse cultuur, en de heropleving van de Grieks-Romeinse artistieke stijlen in de Renaissance raakte de creativiteit van Europese kunstenaars en reizigers.[3] Honderden schilderijen en sculpturen, die verwezen naar de lijst van de Antipater, werden gemaakt, terwijl de avonturiers naar de werkelijke locaties trokken om persoonlijk getuige te zijn van de wondere Van de originele lijst met wereldwonderen staat alleen de Piramide van Cheops/Khufu nog overeind. Het feitelijke bestaan van de hangende tuinen is niet bewezen, hoewel er theorieën in overvloed zijn. Documenten en archeologische vondsten bevestigen het bestaan van de andere vijf wonderen. De Tempel van Artemis en het standbeeld van Zeus werden door brand verwoest, terwijl de vuurtoren van Alexandrië, de Kolossos, en het Mausoleum van Halicarnassus vernietigd werden door aardbevingen. Onder de artefacten die het hebben overleefd, zijn beelden uit het graf van Mausolos en de Tempel van Artemis in het British Museum in Londen te zien. Het overzicht van de meest architecturale en artistieke menselijke verworvenheden heeft een grote vinger in de pap gehad bij de ontwikkeling voorbij de Griekse oudheid, tot aan het Romeinse Rijk, de Middeleeuwen, de Renaissance en de moderne tijd. Door de eeuwen heen begonnen Romeinse en Christelijke plaatsen op herziene lijsten te staan. In de loop van de 6e eeuw werd er een nieuwe lijst van zeven wereldwonderen samengesteld door bisschop Gregorius van Tours,[4] waarop onder andere het Colosseum, de Ark van Noach en Salomo's tempel stonden.[1] [5] In 2007 werd een nieuwe officiële lijst van wereldwonderen opgesteld, de New7Wonders of the World. Dit overzicht zou het overzicht van de zeven wereldwonderen van de antieke wereld, waarvan er nog slechts één overeind staat, moeten vervangen. De Piramide van Cheops werd bekroond met een erepositie in de lijst.

    07-07-2018 om 09:05 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 7 juli 1850 gustav mahler

     

    07-07-2018 om 09:04 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 7 juli 1850 gustav mahler

    7 juli 1850 gustav Mahler (Kaliště [ , 7 juli 1860 – Wenen, 18 mei 1911) was een in Bohemen geboren en opgegroeide Oostenrijkse componist en dirigent van joodse afkomst. Mahler gold als een van de belangrijkste dirigenten van zijn tijd, maar wordt tegenwoordig vooral gezien als componist die de late romantiek verbonden heeft met de moderne periode van de klassieke muziek die met name in de Tweede Weense Schoolgestalte kreeg. Als dirigent was hij onder andere actief aan de operahuizen van Boedapest en Hamburg en aan de hofopera te Wenen. In Wenen was hij tevens dirigent van de Wiener Philharmoniker. Typerend voor Mahlers werk is de unieke wijze waarop hij zang kon verbinden met instrumentale muziek. Verder maakte hij het aspect klankkleur steeds belangrijker door het tot onderdeel van de muzikale structuur te maken. Het eerste deel van de 9e symfonie is hiervan een goed voorbeeld. Er is verondersteld dat zijn vroege kennismaking met de militaire muziektraditie van de Oostenrijkse militaire kapellen in de garnizoensstad Iglau (Jihlava) de hybride bronnen van zijn muziek heeft beïnvloed. Mahler onderzocht de symfonische vorm en instrumentatie tot het uiterste; hij schrok er niet voor terug om zeer persoonlijke elementen in zijn muziek te verwerken. Een symfonie zou een 'hele wereld' moeten omvatten, zoals hij het zelf eens aangaf. Deze doelstellingen stuitten echter op veel weerstand en onbegrip, niet alleen bij het publiek maar ook bij vakgenoten. Mahler voelde zich al vroeg genoodzaakt te dirigeren als broodwinning. Hij werd een zeer gerespecteerde dirigent. Men zag hem in zijn tijd in de eerste plaats als dirigent, niet als componist. Veel van zijn werken zijn in de vakantietijd, in de zomermaanden, gecomponeerd. Door de musicale elite en vooral ook de muziekcritici werd hij niet van harte beloond, waarbij zijn Joodse achtergrond als een negatieve omstandigheid gold. Bekeerd tot het katholicisme was hij uiteindelijk aanvaardbaar als dirigent in Wenen en daarmee kon hij zijn reputatie vestigen. Hij trok zich in de zomermaanden geheel terug in zijn afgelegen 'componeerhuisjes', waar hij zijn symfonieën in alle rust kon schrijven. In 1902 huwde Mahler met Alma Schindler, die twintig jaar jonger was dan hij. Ze kregen twee dochters, Maria Anna (1902-1907) en Anna (1904-1988), die later beeldhouwer zou worden. Mahler heeft Sigmund Freud bezocht om over de oorzaken van het slechte huwelijk te praten. Tijdens hun wandeling door de Breestraat in Leiden op 10 augustus 1910 zou Freud hem gezegd hebben dat hij in elke vrouw zijn moeder zocht. Op 24 augustus daaropvolgend zou hij met Sigmund Freud een lange wandeling naar Leiden gemaakt hebben vanaf het strand bij Huis ter Duin in Noordwijk aan Zee. Hij verkende de grenzen van de klassieke symfonievorm, maar overschreed die uiteindelijk niet. Zijn houding tot de symfonische vorm heeft zijn gehele leven en tot op heden grote bewondering gekregen, maar ook tegenstand gekend. De meeste van zijn symfonieën zijn groots van structuur, hebben een tijdsduur van minstens een vol uur en doen een beroep op maximale orkestrale middelen. In navolging van Beethovens 9de symfonie maakte hij gebruik van zangstemmen in de 2de, 3de, 4de en 8ste symfonie en in zijn orkestrale liederencyclus Das Lied von der Erde, die hij ook "eine Sinfonie" noemde. De 8ste symfonie vereist een groot aantal uitvoerenden en wordt daarom wel "Sinfonie der Tausend" genoemd. In zijn late werk bracht hij zijn muziek tot aan de rand van de tonaliteit. De 10de symfonie bleef onvoltooid maar diverse musicologen, onder wie Deryck Cooke, hebben er 'uitvoeringsversies' van gemaakt. Dit geldt met name voor de nagelaten schetsen van het vierde en vijfde deel van deze symfonie waarin vrijwel alleen enkelvoudige melodielijnen voorkomen. Op uitnodiging van Willem Mengelberg dirigeerde Mahler het Concertgebouworkest in 1903, 1904, 1906 en 1909 bij de uitvoering van eigen werk. Mahler, die de reputatie genoot een lastig en despotisch dirigent te zijn, was vol lof over het orkest en zijn dirigent. In 1920 mondde deze samenwerking uit in het Mahler-feest, dat de artistiek directeur van het Concertgebouw Rudolf Mengelberg ter gelegenheid van het 25-jarig dirigeerjubileum van zijn neef Willem had georganiseerd. Het was een overweldigend succes.
    Via Mengelberg raakte hij bevriend met Alphons Diepenbrock die hij 'een interessante Hollandse musicus' vond die 'eigenaardige kerkmuziek' schreef. Dankzij Mengelberg en andere bevriende dirigenten als Bruno Walter en Otto Klemperer en, na de Tweede Wereldoorlog de Amerikaanse dirigent Leonard Bernstein, groeide langzaam de waardering en belangstelling voor het oeuvre van Mahler. Tegenwoordig hebben zijn werken een vaste plaats in de programmering van menige concertzaal en in het concertrepertoire van elk symfonieorkest. Hij wordt daarbij beschouwd als de directe voorloper van Arnold Schönberg, Alban Berg (deze componist werd sterk beïnvloed door Gustav Mahlers unieke instrumentatie) en Anton Webern. Mahler maakte ook bewerkingen van symfonieën van Beethoven en Schumann en voerde die zelf uit. Ook voltooide hij, op verzoek van de familie Von Weber, de opera "Die drei Pintos" van Carl Maria von Weber (première 20 januari 1888 te Leipzig) Mahler was joods opgevoed, zij het niet orthodox. Dit belette hem niet, om in Iglau in een kerkkoor mee te kunnen zingen. In 1896 bekeerde hij zich tot het katholicisme, ook om aan de vereisten te kunnen voldoen die de geambieerde positie aan de Weense Hofoper stelde. Katholieke invloeden zijn te vinden in o.m. de hymne Veni Creator Spiritus en 'Blicket Auf Zum Retterblick' (waarin de 'Jungfrau' wordt bezongen) van zijn achtste symfonie. Ook de 2e Symfonie (bijgenaamd de verrijzenis) en de 3e en 4e bevatten christelijke motieven, maar ondanks zijn fascinatie ten tijde van zijn jeugd, zijn aanwijzingen voor een daadwerkelijke katholieke overtuiging er moeilijk in te vinden. Zijn latere werk "Das Lied von der Erde" wijst eerder op een soort 'pantheïsme', wat ook tot uiting komt in zijn levenslange bewondering voor de natuur. De nationaalsocialisten verboden de uitvoering van zijn werken en lieten zijn naam verwijderen waar deze monumentaal was aangebracht. Gustav Mahler had gedurende zijn leven veel last van keelontstekingen. Het is zeer waarschijnlijk dat hij gestorven is aan een (erfelijke) hartklepziekte, die in de laatste fase van zijn leven werd gecompliceerd door een infectie van de hartklep (endocarditis) door de streptokokkenbacterie, die vastgesteld werd door het afnemen van een bloedkweektijdens een van zijn reizen in de Verenigde Staten. Vóór het ontdekken van antibiotica betekende de diagnose endocarditis dat iemand nog maar kort te leven had. Deze geschiedenis is gedetailleerd beschreven.[ Op 9 maart 1912 speelde het Concertgebouworkest de Nederlandse première van Mahlers Achtste symfonie. Op hetzelfde moment werd er door de Nederlandse consul in Wenen een krans gelegd op Mahlers graf, 'ten teken van de liefde, verering en dankbaarheid van zijn Amsterdamse vrienden'. Drie huisjes waarin hij zomers componeerde zijn nu ingericht als kleine musea. Dat zijn de huisjes aan de Attersee, aan de Wörthersee en nabij het Trenkenhof 'Symfonisch gedicht in twee delen: Der Titan' (1884); vijfdelige compositie, gebaseerd op de gelijknamige roman van Jean Paul. Het werd door de componist later omgewerkt tot zijn (officiële) Eerste Symfonie. 'Symfonisch gedicht: Totenfeier' (1888); eendelige compositie, werd door de componist later, in aangepaste vorm, opgenomen in zijn Tweede Symfonie als openingsdeel.
    Voorafgaande aan de compositie van wat later zijn officiële eerste symfonie zou worden, had Mahler zich reeds aan het componeren van twee, mogelijk zelfs drie orkestsymfonieën gezet. De laatste verblijfplaats van de manuscripten van deze (nimmer gepubliceerde) orkestwerken was de woning van de familie Von Weber - nazaten van de grote componist Carl Maria von Weber - in Dresden. Tijdens zijn werkzaamheden in Leipzig als operadirigent onderhield Mahler nauwe vriendschappelijke banden met leden van de familie Von Weber, met name met Freiherrin Marion von Weber. Ten gevolge van het luchtbombardement van Dresden (begin 1945) ging de aloude familiewoning van de Von Webers in vlammen op. Aangenomen wordt dat hierbij de betreffende manuscripten - die de Nederlandse dirigent Willem Mengelberg nog in handen heeft gehad - zijn verbrand.
    Van Mahlers symfonieën bestaan verschillende versies, die tot op heden niet (alle) nauwkeurig in kaart zijn gebracht. De dirigent Mahler wijzigde niet zelden de partituur van een symfonie wanneer hij die voor het eerst (en ook later) zelf tot klinken had gebracht of had laten brengen (bijvoorbeeld door Willem Mengelberg). En zelfs in latere instanties, bij eigen dirigeerbeurten, wijzigde hij (de omvang van) de door hem aanvankelijk nauwkeurig aangegeven numerieke bezettingen van orkestpartijen, afhankelijk van omstandigheden ter plaatse. Echte wijzigingen van zijn symfonieën hadden aanvankelijk vooral betrekking op het vormprobleem-symfonie (zie de Eerste en Tweede) en later vooral met de gehele instrumentatie (Vijfde, Zesde en Zevende).





    07-07-2018 om 09:02 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 7 juli 1922 pierre cardin

     

    07-07-2018 om 09:01 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 7 juli 1922 pierre cardin

    7 juli 1922 Pierre Cardin (San Biagio di Callalta (Italië), 7 juli 1922) is een invloedrijk Frans modeontwerper. Cardin was ook actief als sieraadontwerper. Cardin werd geboren in San Biagio di Callalta buiten Venetië. Zijn Franse ouders, een wijnproducent en zijn vrouw, leefden in Italië. Zij keerden spoedig terug naar Frankrijk. Hun zoon die indertijd daar op school zat, was gefascineerd door het ontwerpen van kostuums en door architectuur. Al in 1936, 14 jaar oud, was hij leerling van een modezaak en leerde daar de basis van modeontwerp en -bouw. In 1939 verliet hij zijn thuis om voor een kleermaker in Vichy te gaan werken. Tijdens de oorlog werkte hij voor het Rode Kruis. Na de bevrijding van Frankrijkging Cardin naar Parijs.
    In 1945 werkte Cardin aan het huis van 'Madame Paquin' dat hij later verliet om met haar assistente 'Marcelle Chaumont' te gaan samenwerken. Daarna werkte hij met Schiaparelli samen gevolgd door Jean Cocteau en Christian Bernard. Uiteindelijk werkte hij 3 jaar samen met Christian Dior, van 1947 tot 1950. In 1950 opende Cardin zijn eigen winkel en in 1953 begon hij met haute couture, en opende hij zijn Maison de Couture in Rue Richepanse.
    In 1991 werd hij benoemd tot UNESCO Goodwill Ambassadeur en nam hij de taak op zich van het Tsjernobyl Programma te bevorderen. In 1995 hield hij zich in deze functie bezig de Zes Vlaggen van Tolerantie te ontwikkelen en te verspreiden in lidstaten van de UNESCO





    07-07-2018 om 08:59 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 6 juli 1971 louis armstrong

     

    06-07-2018 om 09:41 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 6 juli 1971 louis armstrong

    6 juli 1971 Louis Daniel Armstrong (New Orleans, 4 augustus 1901 – New York, 6 juli 1971) was een Amerikaans jazz trompettist , zangeren entertainer. Zijn bijnaam was Satchmo of Satch, een afkorting voor Satchelmouth (buidelmond). Hij was ook bekend als Dippermouth, net als Satchmo een referentie aan zijn grote mond. Door vrienden en collega's werd hij meestal aangesproken met Pops, een naam die hij zelf ook voor anderen gebruikte (met uitzondering van Pops Foster, die hij steevast George noemde). Hoewel zijn carrière begon in de jaren twintig, kennen zelfs huidige generaties hem nog van nummers als What a Wonderful World, Hello Dolly en It Takes Two to Tango, die hij met zijn karakteristieke, rauwe stem vertolkte. Armstrong beweerde publiekelijk altijd dat hij niet wist wanneer hij jarig was, maar dat hij het altijd vierde op 4 juli (de Amerikaanse Onafhankelijkheidsdag). Armstrong gaf als jaar van zijn geboorte meestal 1900 op, behalve op officiële overheidsdocumenten (daarin staat 1901). Zijn geboortedatum (4 augustus) werd later teruggevonden door muziekhistoricus Tad Jones in de dooparchieven van de rooms-katholieke kerk waar Armstrongs grootmoeder hem had laten dopen. Deze datum, ondersteund door andere documenten, wordt tegenwoordig door Armstrong-kenners als juist geaccepteerd. Armstrong was een telg van een arme familie in New Orleans. Ten tijde van zijn overlijden in 1971 werd hij beschouwd als een van de belangrijkste musici van de twintigste eeuw. In een eerbetoon aan Armstrong zei Bing Crosby "Hij was de enige musicus aller tijden, die niet door iemand anders vervangen kon worden". Miles Davis zei over hem "Je kunt niets op een blaasinstrument spelen dat Louis niet al gespeeld heeft". En Duke Ellington zei "Hij werd arm geboren, stierf rijk, en heeft in de tussentijd niemand benadeeld".
    De door Armstrong bereikte mijlpalen vallen in drie categorieën: Zijn talenten als instrumentaal virtuoos omvatten een unieke, eigen stijl van spelen en een buitengewoon talent voor melodische improvisatie. Als neveneffect van zijn talentontwikkelde de trompet zich tot solo-instrument binnen de jazz. Hij begon zijn carrière op een kornet (een op een trompet gelijkend instrument met een zachtere klank - zeer populair bij de musici van New Orleans en tegenwoordig gebruikt in Brass Bands) maar stapte later over op trompet, om in zijn tijd bij het Fletcher HendersonOrchestra niet uit de toon te vallen bij de andere instrumentalisten in zijn sectie. Naast zijn talenten als solist was hij een uitmuntend muzikaal begeleider en ensemble-speler. Met alles wat hij bereikte, legde hij de lat hoger voor zijn opvolgers. Zijn zangkunst. Bekend om zijn rauwe, raspende stem was hij ook hier een meester der improvisatie in melodie en liedtekst om deze aan te passen aan de noden van zijn uitvoering. Beroemd is zijn introductie van het woordeloos vocaliseren, later bekend als scat. Vóór Armstrong zongen zangers altijd het lied; na hem werd het geaccepteerd om als uitvoerder een eigen stempel op het nummer te drukken. Zijn indrukwekkende persoonlijkheid, zowel als entertainer als later als publiek figuur. Zijn persoonlijkheid was zo sterk dat deze soms zijn bijdragen als musicus en zanger overschaduwde. Als acteur speelde hij in een aantal bijrollen in Hollywood-producties en was hij de eerste Afro-Amerikaan die in de Verenigde Staten een nationaal uitgezonden radioprogramma presenteerde Armstrong bracht zijn armoedige jeugd door in een ruwe wijk in het centrum van New Orleans. Zijn vader, William (Willie) Armstrong, was reeds vertrokken toen Louis geboren werd.[1] Zijn moeder, Mary Ann (Mayann) Albert zorgde in eerste instantie voor Louis en zijn halfzus Beatrice Armstrong Collins (*1903). Enige tijd na de geboorte van Beatrice vertrok ook de moeder van Armstrong: ze ging terug werken in de prostitutie. In tegenstelling tot met zijn vader, die hij nooit gekend heeft, had Louis
    Armstrong wel een goede band met zijn moeder. Later zou hij haar ook regelmatig uitnodigen. Mogelijk is zijn vader snel vertrokken omdat hij vermoedde dat hij niet de echte vader was - Mary Ann werkte toen waarschijnlijk ook reeds in de prostitutie. Willie Armstrong stichtte een nieuw gezin waarmee hij wel normale banden had.
    Louis Armstrong trouwde vier maal. In 1918 huwde hij de 21-jarige Daisy Parker. Zij was een knappe prostituee, die agressief kon reageren. Het koppel werd dan ook meermaals gearresteerd voor geweld. Nog in het eerste jaar van hun huwelijk adopteerde Armstrong het driejarige kind van zijn nicht Flora, die in 1915 kort na de geboorte van het kind stierf. De zoon, Clarence Hatfield Armstrong (Louis Armstrong gaf hem zijn familienaam) was geestelijk gehandicapt. Louis Armstrong zorgde levenslang voor de jongen. Clarence overleefde hem, hij stierf in 1998.[2] In 1923 scheidde Armstrong van Daisy Parker, nadat ze reeds geruime tijd uit elkaar waren. In 1924 trouwde Armstrong met de pianiste Lil Hardin. Eind jaren 1920 gingen ze elk hun eigen weg. In 1931 gingen ze uit elkaar, maar pas in 1938 volgde de officiële scheiding. Datzelfde jaar, in 1938, trouwde Armstrong met Alpha Smith, waarmee hij reeds een tiental jaren een relatie had. In 1942 scheidden ze. Armstrong was toen een relatie begonnen met Lucille Wilson, een danseres uit de Cotton Club. In 1942 trouwden ze. Ze bleven samen tot de dood van Louis Armstrong. Lucille Wilson overleed in 1983. Officieel had Armstrong geen eigen kinderen. In 2012 beweerde een 55-jarige vrouw wel dat ze de dochter was van Armstrong.[ Armstrong leerde de kornet bespelen in de band van het New Orleans tehuis voor Jonge, Verwaarloosde Kleurlingen, waar hij heen gezonden werd omdat hij bij een Nieuwjaarsviering een pistoolschot gelost had. Hij volgde brassband parades en luisterde wanneer hij maar kon naar oudere musici, pikte het vak op van Bunk Johnson, Buddy Petit en vooral van "King" Joe Oliver, die de rol van mentor (en bijna van vader) voor de jonge Armstrong op zich nam. Later speelde Armstrong in diezelfde brassbands op de rivierboten van New Orleans en begon voor het eerst rond te reizen toen hij bij de vooraanstaande band van Fate Marablekwam, die rondtoerde op stoomboten op de Mississippi; hij beschreef later zijn tijd bij Marable als zijn "studententijd", omdat hij hier een enorme ervaring opdeed met uitgeschreven orkestraties. Toen Joe Oliver in 1919 uit New Orleans vertrok, nam Armstrong zijn plaats in in de band van Kid Ory, destijds de meest swingende jazzband in de stad. In 1922 ging Armstrong mee met de grote exodus naar Chicago, waar hij door Joe Oliver uitgenodigd was om mee te doen in diens Creole Jazz Band. In het begin van de jaren twintig, in een tijd waarin Chicago op jazzgebied het centrum van de wereld was, was Olivers band de beste, "hotste" en meest toonaangevende jazzband van heel Chicago. Hun opnamen uit 1923 worden nog steeds beschouwd als schoolvoorbeelden van New Orleans Jazz in ensemblestijl. Armstrong had het naar zijn zin bij Oliver, maar zijn vrouw, Lil Hardin Armstrong, vond dat hij hoger gewaardeerd moest worden. Armstrong en Oliver gingen in 1924vriendschappelijk uit elkaar en Armstrong vertrok naar New York om bij de Fletcher Henderson Orchestra - in die dagen de crème de la crème van zwarte bands - te gaan spelen. Daarnaast maakte hij solo-opnamen die verzorgd werden door zijn oude vriend uit New Orleans, de pianist Clarence Williams. In 1925 keerde hij terug naar Chicago en begon onder zijn eigen naam opnamen te maken met zijn beroemde Hot Five en Hot Seven bands. Zij scoorden hits als Potato Head Blues, Muggles (een referentie aan Armstrongs levenslange hobby, marihuana) en West End Blues, de muziek waarvan hij in de daaropvolgende jaren de standaard en de toon zette. Melancholy Blues, uitgevoerd door Armstrong en zijn Hot Seven band, was bij de muziekstukken die op de gouden plaat meegingen met de Voyager-sonde als een van de grootste mijlpalen der mensheid.
    In 1929 keerde Armstrong terug naar New York, verhuisde in 1930 naar Los Angeles en toerde daarna door Europa. Hij spendeerde jaren achter elkaar aan de ene tournee na de andere tot hij in 1943 uiteindelijk permanent neerstreek in Queens in New York. Als live performer bleef hij groeien en zijn optredens in nachtclubs werden enorm populair. Hoewel hij onderhevig was aan de wisselvalligheden van Tin Pan Alley, en de van gangsters doordrenkte muziekindustrie, bleef hij zich ontwikkelen en het publiek aanspreken. Hij bleef de volgende 30 jaar rondreizen en one-night-stand optredens geven in een slopend schema van 300+ dagen per jaar. Hij trad op in meer dan 30 films. Zijn meeste tournees na het eind van de jaren veertig werden begeleid door zijn band de All Stars, waarin Barney Bigard, Jack Teagarden, Earl Hines, Trummy Young en Barrett Deems meespeelden. Ook bleef hij veelvuldig opnamen maken. Tegen het advies van zijn arts in, speelde Armstrong in maart 1971 gedurende twee weken in de Waldorf-Astoria Empire Room. Aan het einde hiervan werd hij opgenomen in het ziekenhuis vanwege een hartaanval. Hij werd ontslagen uit het ziekenhuis in mei, en speelde al snel weer op zijn trompet. Armstrong stierf aan een hartaanval in zijn slaap op 6 juli 1971, een maand voor zijn 70e verjaardag. Hij werd begraven op Flushing Cemetery, Flushing te Queens, New York.
    In zijn vroege jaren was Louis Armstrong het bekendst om zijn meesterschap op kornet en trompet. Het summum van zijn trompetwerk uit zijn vroege jaren is te horen op zijn Hot Five en Hot Seven platen. Zijn op deze platen vastgelegde improvisaties van New Orleans jazzstandards en populaire werken van die tijd zijn ook tegenwoordig nog briljant, ook in vergelijking met enig werk dat later gemaakt is. Ze zitten vol met geïnspireerde melodieën, creatieve sprongen en subtiele, ontspannen of gedreven ritmes. Het pure genie van deze creatieve passages wordt geëvenaard door de techniek van Armstrong die, gescherpt door constante oefening, de reikwijdte, toon en mogelijkheden van de trompet uitbreidde. Op deze platen schiep Armstrong vrijwel in zijn eentje de rol van de jazzsolist, nam hij iets dat in feite een collectieve volksmuziekvorm was en vormde deze om tot een vorm van kunst en individuele expressie die de klassieke muziek naar de kroon stak. Naarmate zijn muziek groeide en zijn populariteit toenam, werd ook zijn zang belangrijker. Armstrong was niet de eerste die opnamen maakte van scat als zangvorm, maar hij was er wel de heer en meester van - en degene die het populair maakte. Met zijn spel en zang had hij de hit Heebie Jeebies en terwijl hij I'm A Ding Dong Daddy From Dumas opnam, zong hij luidkeels "I done forgot the words" ("Ik ben de woorden kwijt"). Dergelijke platen werden hits en scat werd een belangrijk onderdeel van zijn optredens. Armstrong was echter al veel eerder aan het experimenteren met zijn vocale arsenaal door het strekken en inkrimpen van uitdrukkingen, het inbrengen van improvisaties, het even creatief gebruiken van zijn stem als zijn trompet. Armstrong was eclectisch, met interesses die zich uitstrekten van de meest aardse blues tot de mierzoete arrangementen van Guy Lombardo, tot Latijns-Amerikaanse volksliedjes tot klassieke symfonieën en opera. Armstrong bracht al deze invloeden samen in zijn optredens, waarbij hij soms fans verbijsterde en verwarde die liever hadden dat hij zich beperkte tot makkelijke, gelimiteerde categorieën. Gedurende zijn carrière trad hij op met de grootste en belangrijkste instrumentalisten en vocalisten van de jazz en blues; onder hen waren Jimmy Rodgers, Bing Crosby, Duke Ellington, Fletcher Henderson, Bessie Smith en bovenal Ella Fitzgerald. Met Fitzgerald nam hij drie albums op: Ella & Louis, Ella & Louis Again en voor Verve Records van Norman Granz de muziek van de moderne opera Porgy and Bess.
    Zijn platen Satch Plays Fats—een verzameling nummers van Fats Waller—en Louis Armstrong Plays W.C. Handy in de jaren vijftig waren wellicht de laatste van zijn echt creatieve werken, maar zelfs rariteiten als Disney Songs the Satchmo Way hebben hun muzikale momenten.
    Gesponsord door het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken ondernam hij een succesvolle wereldtournee door Afrika, Europaen Azië. Tegen het einde werd hij wereldwijd aanbeden als Ambassadeur Satch en had hij internationaal succes met nummers als Stardust, What a Wonderful World, When the Saints Go Marchin' In, Dream a Little Dream of Me, Ain't Misbehavin' en Stompin' at the Savoy. Met Hello, Dolly stootte hij zelfs even The Beatles van de top van de hitlijsten. Tot een paar jaar voor zijn dood hield hij een druk toerschema aan. Hoewel hij in later jaren zijn "standaardnummers" van tijd tot tijd wat mechanisch en houterig begon te spelen, kon hij soms ook de saaiste liedjes verlevendigen met een stroom aan noten die zijn band versteld deed staan. In 1968 had Armstrong nog een laatste wereldhit met het nummer What A Wonderful World. Dit nummer kreeg nog een extra boost onder het wereldwijde publiek toen het in 1987 gebruikt werd in de kaskraker Good Morning, Vietnam. Na opnieuw uitgebracht te zijn voor deze film stond dit nummer wereldwijd een tijdlang nummer 1 op de hitlijsten en het is daarom waarschijnlijk het nummer dat het brede publiek van hem het beste kent. Vreemd genoeg was dit nummer er een van de 150 die radio conglomeraat Clear Channel Communications na de aanslagen op het World Trade Center in New York op 11 september 2001 aanraadde om van de radio te weren. Armstrong is, onder de noemer vroege invloeden, opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. Een aantal van zijn solo's uit de jaren vijftig, zoals zijn hard rockende versie van Saint Louis Blues op het W. C. Handy album[bron?] tonen aan dat de invloed wederzijds was. De bijnaam Satchmo en Armstrongs persoonlijkheid resulteerden, samen met zijn natuurlijke drang tot het vermaken en het uitdagen tot reacties van zijn publiek, in een persoonlijkheid - de grijns, het zweet, de handdoek - die gemaakt leek en later in zijn loopbaan een soort van racistisch karakter kreeg. Volgens critici was hij een Uncle Tom. Hij kreeg ook zware kritiek te verduren omdat hij de titel Koning der Zulu's accepteerde (een erebaan binnen de zwarte gemeenschap van New Orleans als hoofd van een leidende, zwarte carnaval krewe, maar een die voor ongeïnformeerde buitenstaanders verbijsterend en aanstootgevend kan zijn - zeker gegeven het traditionele kostuum bestaande uit een kilt van gras en blackface-make-up die diende als satire van de blanke attitude in het Zuiden der Verenigde Staten) tijdens de Mardi Gras van 1949. Veel van deze gedragingen zijn echter te begrijpen als men bedenkt dat er onbegrip aan ten grondslag ligt, alsmede de tijd en plaats waarin Armstrong opgroeide (het Zuiden van de VS voor 1964 was niet een goede plaats voor een zwarte man om zich politiek correct te gedragen) en het feit dat veel van zijn gedragingen horen bij zijn beroep van entertainer - een beroep waarin zelfspot ook tegenwoordig nog aan de orde van de dag is. Ook stak Armstrong zijn politieke visie niet onder stoelen of banken, zeker niet toen hij een uitlating van President Eisenhower aangaande de schuld voor raciale spanningen - "extremisten aan beide zijden" - afdeed als lafheid van de president ("He's got no guts"). Veel van Armstrongs werken zijn nog altijd razend populair en heden ten dage, decennia na zijn overlijden, zijn er meer exemplaren van zijn werken - uit alle jaren - in omloop dan ooit tijdens zijn leven. Louis Armstrong heeft een ster op de Hollywood Walk of Fame bij 7601 Hollywood Blvd. Het Louis Armstrong New Orleans International Airport in Kenner in de staat Louisiana is naar hem vernoemd, evenals de tweede stadium baan van de USTA National Tennis Center in Flushing Meadows Park in Queens, waar de US Open wordt gespeeld.
    Hij richtte een fonds op om benadeelde kinderen een opleiding in de muziek te verschaffen, en liet zijn huis en een immens archief aan geschriften, boeken, opnamen en memorabilia achter aan het Queens College in New York, in te gaan na de dood van zijn vrouw Lucille. De archieven van Louis Armstrong zijn toegankelijk voor muziekhistorici en zijn huis in Corona, in Queens, is opengesteld als museum op 15 oktober 2003.





    06-07-2018 om 09:39 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 6 juli 1927 bill haley

     

    06-07-2018 om 09:38 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 6 juli 1927 bill haley

    6 juli 1925 William John Clifton (Bill) Haley; Highland Park (Michigan), 6 juli 1925 – Harlingen (Texas), 9 februari 1981) was een Amerikaans rock-'n-rollzanger. Hij is, samen met zijn groep Bill Haley & His Comets, vooral bekend van het nummer Rock Around the Clock dat in 1954 werd uitgebracht. Haley werd als kind thuis omringd met muziek: zijn vader speelde banjo en zijn moeder speelde piano. In 1938 begon hij met optreden. Toen zong hij en speelde daar gitaar bij. Op 22-jarige leeftijd trouwde hij met Dorothy Crowe. Met zijn begeleidingsband speelde Haley aanvankelijk zuidelijke country (hillbilly). Maar vanaf begin jaren vijftig vermengde hij steeds meer zwarte rhythm & blues-elementen in zijn muziek, waardoor een nieuwe, opzwepende sound ontstond. Die stijl bleek onverwachts aan te slaan bij blanke (en rijkere) jongeren in het noorden. Haley vertrok naar New York waar hij op 12 april 1954met zijn band The Comets het nummer Rock around the clock opnam. Het werd de eerste nummer 1 hit voor een rock 'n' roll-nummer. Door de controversiële film Blackboard Jungle uit 1955, waarin Haleys nummer was opgenomen, verspreidde de rock-'n-roll zich snel over de wereld. Met zijn herkenbare geluid scoorde Haley in de jaren erna aan de lopende band hits.
    De optredens van Bill Haley en zijn band in de jaren 1954 tot 1958 in Europa werden als sensationeel ervaren en leidden soms zelfs tot gewelddadigheden. Maar tijdens deze optredens kwam ook het zwakke punt van Haley aan het licht: hij bleek een stuk ouder (30) dan zijn fans hadden verwacht, was licht kalend en had geen sexappeal, zoals de nieuwe ster Elvis Presley. Mede om die reden daalde de populariteit van Haley snel en het lukte hem nooit om na het einde van de rock 'n' roll rage een comeback te maken. Bill Haley was in de jaren 70 verslaafd aan alcohol. Hij overleed in 1981 aan een hersentumor. In alles overvleugeld door de mythe van Elvis dreigde Haley een voetnoot in de muziekgeschiedenis te worden. Maar in de popliteratuur geldt hij vandaag de dag weer als een van de belangrijkste schakels in het ontstaan van rock 'n' roll, en daarmee van een rebelse jongerencultuur waarop de jaren zestig wortel konden schieten. In februari 2006 werd door de International Astronomical Union ter gelegenheid van de 25ste herdenking van Haleys sterfdag een planetoïde naar hem genoemd: 79896 Billhaley.[





    06-07-2018 om 09:35 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 6 juli 1946 sylvester stalone

    6 juli 1946 Sylvester Gardenzio Stallone (New York, 6 juli 1946), bijgenaamd Sly, is een Amerikaans acteur, scenarist en filmregisseur Zijn naam wekt bij velen een associatie op met zijn twee bekendste rollen: de bokser Rocky Balboa en de Vietnamveteraan John Rambo. Bij zijn geboorte traden complicaties op, waardoor een gedeelte van Stallones lippen, tong en kin verlamd raakten.[1] Hier hield Stallone een typerende spraak aan over, die vaak wordt geïmiteerd. Tijdens een lastige jeugd kwam hij in aanraking met acteren en sport. Zijn eerste film was een softpornofilm genaamd The Party at Kitty and Stud's, in 1970. Vanaf 1977, na de doorbraak van Stallone bij het grote publiek, zou deze film beter bekendstaan onder de naam The Italian Stallion. Na een rol te hebben gespeeld in Woody Allens Bananas speelde hij kleine rolletjes in films en televisieseries als Kojak. Hij begon zich ook meer te richten op het schrijven van scenario's.
    In 1974 trouwde hij met de actrice Sasha Czack, met wie hij naar Californië verhuisde. Hier schreef hij het script voor Rocky, het verhaal van de onbekende bokser die tegen de kampioen mocht vechten. In 1976 werd Stallones script verfilmd door John G. Avildsen, en mocht hij de hoofdrol spelen. De film was een groot succes die meer dan 100 miljoen dollar opleverde en 10 Oscarnominaties kreeg, waaronder twee voor Stallone. De film zou er drie winnen, voor Beste Film, Beste Regie (voor Avildsen) en Beste Montage. Na zijn grote doorbraak volgden meer successen. Hij schreef en speelde in vijf vervolgen van Rocky. Ook ging hij meer films regisseren, waaronder Rocky II tot Rocky V, en Staying Alive, de sequel op Saturday Night Fever. In 1982 kwam First Blood uit, waarin Stallone voor het eerst de rol van John Rambo speelde. Ook voor deze film schreef Stallone het script. Er volgden nog drie Rambofilms, en ook andere succesvolle actiefilms, waaronder Nighthawks, het Hollywood-debuut van Rutger Hauer, en Cobra uit 1986. In 2008 speelde Stallone nogmaals de rol van Rambo, in een film welke hij zelf regisseerde. In 1985 scheidde Stallone van Czack. Het daaropvolgende jaar trouwde hij met model Brigitte Nielsen. Het huwelijk duurde achttien maanden. In de jaren negentig probeerde Stallone het op een breder terrein. Behalve grote actiefilms speelde hij ook in komedies als Oscaren Stop! Or My Mom will Shoot (1992) met Estelle Getty (bekend van The Golden Girls). Verder was hij de stem van werkmier Weaver in de CGI-tekenfilm Antz (1998). Ook begon hij in 1991 samen met onder andere Arnold Schwarzenegger, Bruce Willisen Demi Moore de restaurantketen Planet Hollywood. In 1997 trouwde hij voor de derde keer, nu met model Jennifer Flavin. Na 2000 deed hij het rustiger aan. In 2010 kwam de film The Expendables in de bioscoop, een film waarin Stallone de rol van zowel acteur als regisseur op zich nam. De film werd vooral bekend vanwege de grote hoeveelheid bekende actie-acteurs als Jet Li, Jason Statham, Bruce Willis, Dolph Lundgren, Mickey Rourke en Arnold Schwarzenegger. In een interview vlak na de première van The Expendables gaf Stallone aan in de volgende film Bruce Willis graag als op opperschurk te willen zien. Het gerucht ging dat Stallone ook in deel 2 van The Expendables de rol van acteur en regisseur op zich zou nemen, echter in maart 2011 maakte Stallone bekend niet bereid te zijn om The Expendables 2 te regisseren, wel speelde hij opnieuw de hoofdrol. in 2014 kwam The Expendables 3 uit waarin Stallone opnieuw de hoofdrol had en Mel Gibson de Schurk speelde. In 2015 keerde Stallone nog een keer terug in de rol van Rocky Balboa in de film Creed. De film oogstte veel positieve kritieken en leverde Stallone onder andere een Oscarnominatie voor beste mannelijke bijrol en een Golden Globe Award voor beste mannelijke bijrol op. Door zijn succesvolle boksfilms raakte Stallone betrokken bij de actie om de naam van de zwarte bokslegende Jack Johnsonna meer dan een eeuw te zuiveren. Hij belde daartoe in april 2018 zijn vriend Donald Trump. Hij haalde de president over, en op 24 mei 2018 ondertekende deze het document.
    Met zijn eerste echtgenote heeft Stallone twee zoons, met zijn derde vrouw kreeg hij drie dochters. Zijn oudste zoon Sage overleed in 2012. Stallone woont in Beverly Hills.





    06-07-2018 om 09:34 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 6 juli 1957 the beatles

     

    06-07-2018 om 09:32 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 6 juli 1957

    Op 6 juli 1957 wordt in Woolton het jaarlijkse tuinfeest van de Quarry Bank Grammar School uit Liverpool gehouden. Op aandringen van student John Lennon mag zijn skifflegroepje The Quarry Men spelen. Na het optreden komt Lennon in contact met een andere leerling van de school: Paul McCartney. Het klikt niet meteen en deze twee kunnen noten lezen noch schrijven maar zullen het gezicht van de popmuziek voorgoed veranderen. Als enkele maanden later George Harrison erbij betrokken wordt vormen ze de band Johnny and the Moondogs. John Stu Sutcliff komt erbij als basgitarist, ze noemen zich de The Silver Beetles en dan duurt het even en The Beatles zijn een feit. The Beatles was een popgroep uit de Engelse stad Liverpool. De groep was actief van 1960 tot 1970 en wordt algemeen beschouwd als de meest invloedrijke band uit de geschiedenis van de popmuziek. [ De bezetting bestond uit John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr; andere vroege leden waren Stuart Sutcliffe en Pete Best. Al vrij snel na hun doorbraak kregen de leden van The Beatles te maken met hysterische reacties van voornamelijk jonge tienermeisjes, die tijdens concerten de muziek met hun gegil overstemden. Voor dit gedrag raakte de term "Beatlemania" in zwang. Tijdens hun carrière verrichtten ze pionierswerk in de geluidsstudio, waarvoor ze in brede kring lof oogstten. Onder hun invloed groeide de popmuziek uit van een op Amerikaanse rhythm-andblues gebaseerd genre tot een veel breder georiënteerde muzieksoort. Met de ontwikkeling en de verfijning van hun muziek, geleid door het songwritersduo Lennon-McCartney, werd The Beatles steeds meer beschouwd als belichaming van de gezamenlijke idealen van de sociaal-culturele revoluties tijdens de jaren zestig. The Beatles-leden John Lennon en Paul McCartney waren de belangrijkste liedjesschrijvers van het viertal. De Amerikaanse artiesten die ze bewonderden en die ze als inspiratiebronnen beschouwden waren Chuck Berry, Little Richard, Fats Domino, Elvis Presley, The Everly Brothers, Buddy Holly, de songwriter Smokey Robinson en, na 1964, de folksinger-songwriter Bob Dylan maar ook Harry Nilsson.Tot de bekendste nummers van The Beatles behoren: I Want to Hold Your Hand, She Loves You, Yesterday, Michelle, Yellow Submarine, Lucy in the Sky with Diamonds, All You Need Is Love, Hey Jude, Let It Be, Help!, Penny Lane, In My Life en Strawberry Fields Forever. The Beatles zijn tot nu toe de bestverkopende band in de geschiedenis, met een geschatte omzet van meer dan 600 miljoen platen wereldwijd.[ ] De groep staat bovenaan de lijst van de meest succesvolle ‘Hot 100’ kunstenaars aller tijden van het Amerikaanse Billboard Magazine; in 2015 houdt de groep het record voor de meeste nummers-een op de Billboard Hot 100-lijst met twintig. The Beatles kreeg tien Grammy Awards, een Oscar voor beste originele muziek en vijftien Ivor Novello Awards. Collectief is The Beatles opgenomen in de 'Time 100: The Most Important People of the Century', een compilatie van de 100 meest invloedrijke personen van de twintigste eeuw van het tijdschrift Time. The Beatles staat nummer 1 op de lijst van de 100 invloedrijkste artiesten dat door het Amerikaanse muziektijdschrift Rolling Stone werd samengesteld. De groep werd ingewijd in de Rock and Roll Hall of Fame in 1988 en alle vier leden individueel tussen 1994 en 2015. Als echte hoogtepunten in het repertoire gelden de albums A Hard Day's Night (1964, soundtrack van de klassieke film), Rubber Soul (1965), Revolver (1966), Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band (1967), The Beatles (1968) en Abbey Road (1969). Hun album Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band uit 1967 geldt als een mijlpaal in de popgeschiedenis.[ De basis voor The Beatles werd op 6 juli 1957 gelegd, toen John Lennon op een festival in Woolton, Liverpool, tussen de optredens van zijn groep The Quarrymen door Paul McCartney ontmoette.[5] Die bracht op zijn beurt enige maanden later weer schoolvriend George Harrison mee[6] die in eerste instantie door John Lennon te jong werd bevonden om tot de groep toe te treden. Harrison was toen 14, Lennon 17 en McCartney 15 jaar oud.
    In 1960 wijzigden ze op voorstel van Stuart Sutcliffe de groepsnaam eerst in Beatals, waarna nog enkele wijzigingen volgden (een maand heetten ze de Silver Beetles) en ze in augustus op de definitieve groepsnaam stuitten, een woordspelige combinatie van de woorden "beat" en "beetles", dat kevers betekent en een eerbetoon was aan de naar insecten vernoemde begeleidingsband van Buddy Holly, de Crickets (krekels).
    John Lennon, Stuart Sutcliffe en Paul McCartney waren regelmatig te vinden in club Jacaranda in Slater Street. The Beatles begonnen te spelen in de Jac in de zomer van 1960. De eigenaar van de club, Allan Williams kon tussen mei en augustus 1960 ook een aantal boekingen regelen voor optredens op andere locaties en werd zo de eerste manager van de band. Hij regelde ook optredens in Hamburg, waar hij ze persoonlijk naar toe reed. [7]. Ze leerden in Hamburg de zanger Tony Sheridan kennen, die daar ook in het clubcircuit optrad. In juni 1961 maakten ze als zijn begeleidingsgroep hun eerste platenopnamen.[ Twee van de liedjes die daarbij werden opgenomen, My Bonnie en The Saints, werden op single uitgebracht. Die werd in Duitsland een klein hitje, maar dat leverde voor The Beatles geen naamsbekendheid op: op de hoes werden ze helemaal niet vermeld en op het etiket heetten ze The Beat Brothers. De overige liedjes van de Hamburgse opnamesessies bleven op de plank liggen tot 1964, toen The Beatles beroemd waren geworden en platenmaatschappij Polydor probeerde mee te liften op het succes door ze op een lp (The Beatles' First) en een paar singles uit te brengen. In november 1961 maakte de groep kennis met Brian Epstein, die aanbood hun manager te worden. [10] Toen The Beatles daarmee akkoord gingen, begon Epstein verwoede pogingen te doen om voor hen een platencontract in de wacht te slepen. Op 1 januari 1962 deed de groep auditie bij Decca Records. Ze werd afgewezen. Pas op 6 juni 1962 leverde een auditie bij producer George Martin van Parlophone een platencontract op.[ Tot aan de definitieve samenstelling vonden nog diverse personeelswisselingen plaats; bekende exleden zijn bassist Stuart Sutcliffe die kort na het verlaten van de groep op 21-jarige leeftijd overleed in het ziekenhuis van Hamburg, en drummer Pete Best, die ook nog eens onder een keur van namen optrad. Best werd bedankt voor zijn diensten op 16 augustus 1962 door Beatles-manager Brian Epstein.[12] [13] Reden hiervoor was dat George Martin bij hun auditie niet tevreden was over Bests drumwerk op de eerste versie van Love Me Do, het liedje dat later de eerste echte single van The Beatles zou worden.[14] Toen de overige Beatles dit hoorden, drongen ze bij manager Epstein aan op het ontslag van Best.[15] Ten slotte werd Ringo Starr gevraagd om bij de band te komen.[ ] Starr, wiens echte naam Richard Starkey is, speelde daarvoor bij Rory Storm and the Hurricanes, eveneens afkomstig uit Liverpool. Love Me Do werd bespeeld door Andy White, een sessiedrummer, omdat George Martin ook bij Ringo Starr niet tevreden was bij dit nummer, de tweede versie, waardoor de derde versie uiteindelijk de originele single werd. De muziek van The Beatles, die oorspronkelijk deel uitmaakte van de Merseybeat, ontwikkelde zich vanaf 1961 explosief. Waren de eerste singles zoals Love Me Dogebaseerd op een drietal akkoorden en inhoudelijk nogal mager, al snel werden nieuwe instrumenten en akkoorden ingebracht en werden de muziek en liedteksten complexer. Op She Loves You sloegen The Beatles een nieuwe weg in door zich niet meer in de eerste persoon direct tot de (vrouwelijke) luisteraar te richten, maar de derde persoon te gebruiken.[16] Muzikaal gezien was het einde van She Loves You, waarbij The Beatles gebruik maakten van een sextinterval, ook een progressie.[ ] Later maakten The Beatles onder andere als eerste popgroep gebruik van de sitar in Norwegian Wood (This Bird Has Flown) (1965)[ en gebruikten ze voor het eerst een strijkorkest voor McCartneys Yesterday (1965). De B-kanten van hun singles kregen vaak dezelfde 'hitpotentie' als de A-kant. Ook werden meerdere singles uitgebracht met een dubbele A-kant, zoals We Can Work It Out/Day Tripper en Penny Lane/Strawberry Fields Forever.
    De eerste succesjaren kenmerkten zich door een ongekende massahysterie, door de Britse pers in 1963 heel treffend Beatlemaniagenoemd. Hadden The Beatles in dat jaar alleen nog maar succes in eigen land en vanaf het najaar in Zweden, vanaf januari 1964 veroverde de groep ook de rest van de wereld. In Australië, de Verenigde Staten, Europa en Azië werden The Beatles immens populair. In deze tijd begonnen The Beatles films te maken, zoals de zwart-wit-komedie A Hard Day's Night (1964). Verder verschenen Help!(1965), Magical Mystery Tour (1967), Yellow Submarine (1968) en Let It Be (1970).
    De Amerikaanse media kregen in 1963 lucht van The Beatles. Hun reactie was in eerste instantie schamper. In februari 1964 traden The Beatles op in de Ed Sullivan Show, waar 73 miljoen mensen naar keken. In april 1964 bezetten The Beatles de eerste vijf plaatsen van de Billboard Top 100. De eerste drie lp's van de groep vertonen een duidelijke progressie. Please Please Me (1963) is een verzameling van covers, maar ook van eigen werk, waaronder klassiekers als I Saw Her Standing There en Do You Want To Know A Secret. Het tweede album, With the Beatles kan opgevat worden als een productioneel beter verzorgde kopie van de debuut-lp, maar was anderzijds ook een grote stap voorwaarts. EMI (de platenmaatschappij) had onderhand al meer vertrouwen in de groep, er hoefden geen geheide hits meer op en de hoesfoto mocht al wat onconventioneler. A Hard Day's Night wordt beschouwd als de beste vroege plaat van de groep. Het geluid erop wordt sterk gedomineerd door de twaalfsnarige gitaar van Rickenbacker, een revolutionair instrument in die dagen.
    Gedurende 1964 en 1965 hadden The Beatles het zeer druk met reizen en optreden. Tournees in Azië, Europa, Australië en de Verenigde Staten werden afgewisseld met studiowerk in Londen en met filmopnames voor A Hard Day's Night en Help!. Op het gelijknamige album, maar vooral op Beatles for Sale vertoonde de groep tekenen van vermoeidheid. Deze tijdelijke artistieke stilstand werd, zoals gezegd, wel gecompenseerd door enorme commerciële successen. Vanaf eind 1965 waren de artistieke krachten helemaal terug, mede onder de invloed van marihuana. En waar A Hard Day's Night een hoogtepunt vormde voor wat de ontwikkeling in de hoogte betrof, begon nu een andere ontwikkeling: die in diepte. Het klassieke album Rubber Soul, eind 1965 afgeraffeld om de deadline voor de kerstmarktte halen,[21] was hier het resultaat van. Vanwege de tijdsdruk, het feit dat de steeds geraffineerder geworden lp's niet live gereproduceerd konden worden en omdat de fans toch maar door hun muziek heen schreeuwden, stopten The Beatles in 1966 met toeren. Op 29 augustus 1966 was het laatste concert (Candlestick Park, San Francisco). Ook de druk van het reizen viel de leden uiteindelijk te zwaar. Zo waren er problemen in Amerika na de uitspraak van Lennon dat The Beatles populairder waren dan Jezus, werden The Beatles in de Filipijnenvrijwel gemolesteerd en afgeperst nadat ze hadden geweigerd om presidentsvrouw Imelda Marcos te ontmoeten en werden ze in Japan behandeld alsof ze gevangenen waren. Bovendien hadden The Beatles inmiddels muzikale ideeën ontwikkeld die niet op het podium konden worden uitgevoerd. Zo zijn de liedjes van het album Revolver, dat in de zomer van 1966 uitkwam nooit live uitgevoerd, hoewel ze tussen de tournees door wel werden opgenomen. 'Paperback Writer', opgenomen tijdens de Revolver-sessies is overigens wel een aantal keer live gespeeld. De studiojaren braken aan. In een volumineus boekwerk Recording The Beatles verklaren twee geluidstechnici omstandig hoe het kwam dat The Beatles in de studio klonken zoals zij klonken. De studiojaren waren in feite al aangevangen met het album Rubber Soul (1965). Vanaf eind 1965 ging de artistieke ontwikkeling van The Beatles steeds sneller. Vele fans konden de ontwikkeling van de groep niet bijhouden; zo duurde het langer dan normaal voor de single Paperback Writer/Rain de eerste plaats van de hitparade had bereikt. Het intensieve gebruik van studio-effecten (strijkers, tapeloops, gitaren waarvan het geluid achterwaarts weergegeven werd, versnelde of vertraagde nummers enz.) was al begonnen op Revolver, maar deze technieken kregen pas echt hun beslag op het volgende album.
    Op 1 juni 1967 verscheen het album Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band, dat algemeen beschouwd wordt als het hoogtepunt uit hun artistieke loopbaan. De elpee stelt The Beatles voor als een andere groep, Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band. De extravagante hoes met liedteksten op de achterste hoes − een noviteit in de popmuziek − is beroemd om zijn fotocollage van beroemdheden, waaronder The Beatles zelf (in de vorm van wassen beelden in keurig maatpak die hun 'oude' alter ego voorstellen), die de fictieve groep Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band bewonderen. Met dit album werd de rock-'n-roll, een genre dat tot dan toe nog steeds als iets voor de jongere generaties beschouwd was, verheven tot een voor iedereen toegankelijke kunstvorm. Een van de directe gevolgen
    was dat vanaf dat moment het album dominant werd in de popmuziek, daar waar vroeger het succes en de populariteit van artiesten werden afgemeten aan de singles. In de gerespecteerde Londense Times beschreef muziekcriticus Kennet Tynan de plaat als een "beslissend moment in de geschiedenis van de westerse beschaving"[24] en in de editie van het bekende weekblad Time van 22 september 1967 vergeleken eminente musicologen en 'klassieke componisten' onder wie Leonard Bernstein de composities van de groep met muzikale grootheden uit het verleden als Schumann of Schubert. Kosten noch moeite werden gespaard om van dit album iets speciaals te maken. Dat ging dan van het aanschrijven van tientallen beroemdheden om op de hoes te worden afgebeeld (door middel van sterk vergrote en uitgesneden afbeeldingen) tot het gebruiken van een heel strijkorkest (uiterst ongewoon in die dagen). De plaat begint eenvoudigweg waar Revolver stopte, bij Tomorrow Never knows. Het is een aaneenschakeling van muziek, hallucinerende bellen, sociale kritiek, droomvisioenen, cryptische boodschappen, Indiase invloeden, studio-gepraat en geluidscollages. Hoewel er geen sprake is van een thematisch concept, is de sfeer zo eenduidig dat deze plaat als het eerste conceptalbum uit de geschiedenis kan worden beschouwd. Groot is de invloed van chemische substanties (lsd), groot is ook de invloed van producer George Martin die de complexe geluidscollages maandenlang aaneensmeedde. Hoogtepunt is A Day in the Life, volgens sommigen een visie op de dag des oordeels. Hoewel van het album geen singles werden uitgebracht, werd het een doorslaand succes. De opnames van de nummers Strawberry Fields Forever en Penny Lane werden gebruikt om deze vroeg in 1967 op single met dubbele A-kant uit te brengen en kwamen niet op de elpee. George Martin verklaarde in de tv-documentaire The Making of Sgt. Pepper dat het ontbreken van deze nummers op de elpee de grootste blunder uit zijn artistieke loopbaan was. Toen in de zomer van 1967 manager Epstein overleed, luidde dat het begin van het einde voor The Beatles in. Ze wilden voortaan zelf hun zaken regelen. Met Kerstmis 1967 brachten ze Magical Mystery Tour uit, als een televisiefilm en een bijbehorende ep, waar de psychedelische klanken van Sgt. Pepper's een magere nagalm beleefden. De film flopte. Bovendien zond de BBC de film in zwart-wit uit, een blunder in een tijd waarin alles om kleur draaide. Ook gingen The Beatles in zaken. Apple Corps werd opgericht, met onder meer een kleding- en een filmafdeling en een muzieklabel. Apple Corps was matig succesvol. The Beatles verloren al snel de interesse in het zakendoen, ze maakten liever muziek. De kledingafdeling werd wegens enorme verliezen opgeheven door de complete inventaris weg te geven. Op het Apple-label verscheen Hey Jude als eerste single en werden namen als James Taylor, Badfinger, Mary Hopkin en Jacky Lomax binnengehaald. De filmafdeling maakte nog wel enige winst. Yellow Submarine (1968), een film gebaseerd op de gelijknamige hit uit 1966, was een redelijk succes, hoewel The Beatles zich er amper mee bemoeiden. De nummers op de soundtrack van Yellow Submarine brachten weinig enthousiasme teweeg, al wist de groep in deze periode met ander werk — zoals Hello, Goodbye (alleen op de Amerikaanse lp Magical Mystery Tour verschenen, waarbij de ep aangevuld werd met singles, later werd dit de standaard cdeditie), Hey Bulldog, Lady Madonna (alleen op single uitgebracht), The Fool On The Hill, All You Need Is Love en I Am The Walrus — nog genoeg respect af te dwingen.
    In 1968 gingen The Beatles echter weer de andere kant op en brachten ze het dubbelalbum The Beatles uit, beter bekend als The White Album, vanwege de minimalistische witte hoes. De groep heeft hierop minder overdadig gebruikgemaakt van de mogelijkheden die de studio bood. Op dit voor veel muzikanten belangrijke dubbelalbum (de trendsetter voor alle rock-dubbelalbums tot vandaag aan toe) staan liedjes als Back in the U.S.S.R., Revolution 1, Ob-La-Di, Ob-La-Da, Blackbird en Dear Prudence. Een van de bekendste composities op het dubbelalbum is Harrisons While My Guitar Gently Weeps, met Eric Clapton op gitaar. Dit was de eerste maal dat een popmuzikant die geen deel uitmaakte van The Beatles op een album meespeelde. Er waren tientallen takes nodig om dit nummer op te nemen. Gegeven de omstandigheden zou het heel wat zelfdiscipline van de groep vereist hebben − waarover
    ze toen niet beschikten − om, zoals George Martin voorgesteld had, de plaat te beperken tot de beste 14 of 16 nummers, om zo een "superelpee" te maken. Verder bevat het album de avantgardistische muzikale collage Revolution 9 van Lennon, een minutenlang durende chaos van geluiden. Het album kenmerkt zich door een breed scala aan verschillende stijlen, van rock, country en ska tot hardrock en musical.
    Terwijl The Beatles bezig waren met de opnames voor het 'witte' dubbelalbum 'The Beatles', viel de groep verder uit elkaar. McCartney had zich sinds het overlijden van Epstein officieus opgeworpen als de leider van de groep. Hij streek daarmee Lennon tegen de haren in, die de groep had opgericht. Lennon op zijn beurt nam zijn nieuwe geliefde Yoko Ono mee de studio in, waar haar aanwezigheid niet werd gewaardeerd door de overige Beatles. Verder werd Lennons muziek door Ono's invloed extravaganter en had hij liedjes en singlevoorstellen die voor de overige Beatles te apart waren (What's The New Mary Jane werd door hen voor release tegengehouden, Give Peace A Chance en Cold Turkey zou Lennon later met zijn eigen Plastic Ono Band buiten The Beatles om uitbrengen). Ringo Starr kon niet tegen de ruzies, stopte ermee en kwam pas na twee weken en op aandringen van de overige leden weer terug. Op initiatief van McCartney werd in januari 1969 begonnen met de opnames van het Get Back-project, bedoeld om weer terug te keren naar de eenvoud van vroeger. Er zou een eenvoudige tournee komen, een film daarvan, een single en een album. Dat project faalde eveneens. Er werd niet getoerd; in plaats daarvan verzorgden ze op 30 januari 1969 een onaangekondigd optreden op het dak van het Applekantoor in Londen, waar na een paar nummers door de politie een einde aan werd gemaakt. Ontevreden over het materiaal bleef de release van een lp voorlopig uit; alleen een single (Get Back) werd uitgebracht. De later uitgebrachte film Let It Be laat zien hoe de groep uit elkaar valt, geïllustreerd door de ruzie tussen Harrison en McCartney. Harrison gooide ook tijdelijk het bijltje erbij neer.
    Met Abbey Road, dat in september 1969 verscheen, brachten The Beatles hun laatste succesvolle elpee uit. Hun ruzies hadden ze hiervoor even opzij gezet. Een deel van kant twee bevat een medley van onvoltooide liedjes die aan elkaar zijn geregen. De plaat eindigt heel veelzeggend met The End (latere uitgaven vermelden Her Majesty als laatste nummer; dat korte liedje kwam door een fout van een geluidstechnicus op de plaat terecht, waarmee de eerste hidden track uit de rockgeschiedenis een feit was. Deze persing werd gehandhaafd en de hoes werd aangepast). John Lennon kondigde vervolgens aan uit de groep te willen stappen, maar het nieuws werd stilgehouden. Na een promotionele fotosessie in september 1969 werden de leden echter niet meer samen gezien. In april 1970 verscheen nog Let It Be, een door producer Phil Spector opgepoetst en opgeleukt album met opnames van de Get Back-sessies waar The Beatles geen interesse meer voor hadden, tegelijk met de film. Het voor dit album op 3 januari 1970 opgenomen I me mine was de laatste opname-sessie van The Beatles. Lennon was echter niet bij deze sessie aanwezig. Geen van The Beatles kwam opdagen bij de première. Op hetzelfde moment bracht McCartney zijn eerste solo-elpee uit, McCartney, met een zelf afgenomen interview in de hoes gestoken waarin hij verklaarde dat The Beatles voorbij waren. "I didn't leave the Beatles. The Beatles have left The Beatles, but no one wants to be the one to say the party's over", zou McCartney later verklaren.[ Er werd in de jaren zeventig nog meermalen gepoogd om de groep weer bij elkaar te krijgen. McCartney en Lennon waren in 1974 nog bij elkaar om (samen met onder anderen Harry Nilsson en Stevie Wonder) wat te jammen, maar van blijvende samenwerking was geen sprake meer. Toen John Lennon op 8 december 1980 voor zijn huis (Dakota Building aan 72nd street, New York) door Mark David Chapman werd vermoord, was de tijd van The Beatles echt voorbij.
    In 1995 en 1996 brachten George Harrison, Paul McCartney, Ringo Starr en Yoko Ono drie albums uit, Anthology getiteld, die speciale versies en outtakes bevatten van Beatlesnummers. De nieuwe singles Free as a Bird en Real Love, waarvoor audiocassettes van John Lennon als basis dienden, brachten The Beatles opnieuw onder de aandacht van het grote publiek. De Anthology-albums werden in 1996 gevolgd door een documentaire (waarvan een deel als televisiedocumentaire werd uitgebracht) en in 2000 door een boek waarin "het verhaal van The Beatles wordt verteld door The Beatles zelf". In 2003 werd de documentaire op een dvd-box uitgebracht die bestaat uit vijf dvd's. De documentaire is verspreid over vier dvd's. Op de vijfde dvd staan extra's, waaronder een jamsessie van Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr in 1994, en extra interviews in de Abbey Road Studio's. George Harrison overleed aan de gevolgen van kanker op 29 november 2001 in Los Angeles. Zowel McCartney als Starr werkten mee aan een benefietconcert ter nagedachtenis van de gitarist. In november 2003 werd het album Let it Be opnieuw uitgebracht onder de titel Let it Be.... Naked, dit aan de hand van de opnames van het oude album Let it Be, een remix en dus dit keer zonder Phil Spectors inbreng (onder andere diverse orkestraties). Een samenwerking met Cirque du Soleil leidde ertoe dat George Martin samen met zijn zoon Giles Martin het gehele archief aan mastertapes afkomstig van de Abbey Road Studios doorwerkte om een experimentele pro-tools-mix van Beatles-geluiden te creëren. Tegen de bedoelingen in (de geluiden zouden gebruikt worden in de Las Vegas show Love, die wordt gespeeld in The Mirage) werd dit werk november 2006 uitgebracht op cd en dvd-audio onder de naam Love. Het album bevat liedjes met daaronder diverse partijen die in andere liedjes gebruikt werden. In 2008 was er sprake van het verschijnen van een nieuwe single, Now And Then. Uit het archief wordt er materiaal van een oude Lennon-track gebruikt voor een nieuwe Beatles-track, die Sir Paul McCartney van Lennons weduwe Yoko Ono had gekregen.[26] Hoewel deze release uitbleef, was er op 16 november van dat jaar sprake van een release van een experimentele Beatles-track. McCartney vertelde tijdens een radio-interview met de BBC dat hij het veertien minuten durende Carnival Of Light uit 1967 uit wilde brengen.[ Op 17 januari 2008 maakte het Amerikaanse label Fuego Records bekend te beschikken over liveopnames uit 1962 die niet eerder zijn uitgebracht. De dj had destijds de gespeelde nummers van de beatgroep opgenomen op tapes en deze verstuurd aan het label, dat ze nu graag wilde uitbrengen op cd. De nummers waar het om ging waren onder meer Twist and Shout, I Saw Her Standing There en Money.[ Op 13 december 2013 werd bekend dat nooit eerder uitgebrachte 59 opnames uit opnamesessies en radio-uitzendingen zouden verschijnen op het album Bootleg Recordings 1963.
    Alle albums van The Beatles, inclusief Past Masters, Volume One en Past Masters, Volume Two, werden op 9 september 2009 geremasterd uitgebracht op cd. Op die dag werden de albums ook in twee verschillende cd-boxen uitgebracht; zowel een cd-box met de stereoversies van de albums als een cd-box met de albums in mono. In de monobox ontbreken de albums Yellow Submarine, Abbey Road en Let It Be, omdat er van die albums geen monomix gemaakt is. De geremasterde cd's bevatten videomateriaal met daarin onder andere op elke cd een korte documentaire over het tot stand komen van het album. De stereobox bevat ook de extra dvd The Documentaries, waarop door The Beatles zelf wordt uitgelegd hoe hun albums tot stand zijn gekomen. Ook bevat de box replica's van de originele platenhoezen. Begin december 2009 werden de geremasterde albums ook in een beperkte oplage in MP3-formaat uitgebracht op een USB-stick in de vorm van een appel.[ Mat Snow, journalist bij Mojo Magazine, was voor het verschijnen van de geremasterde albums uitgenodigd om tien geremasterde tracks van The White Album te komen beluisteren en kwam toen tot de conclusie dat het beter klonk dan hij ooit had kunnen hopen.[30] Ook in Nederland waren de recensies van de nieuwe uitgave positief, waarbij werd genoemd dat de muziek "minder dof", "kraakhelder" en "krachtiger en voller" klonk dan op de oude uitgave.[
    In oktober 2008 werd bekend dat er een overeenkomst was gesloten met Viacom, waaraan de licentie van de liedjes van The Beatles zijn verkocht. Hierdoor mochten de nummers van The Beatles gebruikt worden in de videogame The Beatles: Rock Band. Op 9 september 2009, dezelfde dag waarop ook de bovengenoemde remasters uit werden gebracht, verscheen er een speciale editie van Rockband waarin de muziek van The Beatles centraal staat. In het spel kunnen fans zich als lid van de popgroep voordoen. The Beatles behoorden lange tijd tot de weinige artiesten van wie de liedjes niet via iTunes te downloaden waren. Dit kwam mede door het conflict tussen het computerbedrijf Apple Inc. en Apple Records, het label van The Beatles. Sinds dinsdag 16 november 2010 zijn alle albums van de band te downloaden via iTunes. Op 20 november 2010 zijn 7 singles binnengekomen in de Single Top 100. Het eerste museum over The Beatles was Cavern Mecca (1981-1984) in Liverpool dat enkele jaren heeft bestaan. In 1990 verkreeg de stad van herkomst opnieuw een museum, The Beatles Story genaamd. In 1981 werd het Beatles Museum in Krommenie gestart. Later verhuisde deze naar verschillende locaties in Alkmaar waar het nu nog steeds gevestigd is. In Halle in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt staat sinds 2000 het Beatles Museum. In Hamburg, de stad waar The Beatles in de beginjaren veel hebben gespeeld, was van 2009 tot 2012 Beatlemania Hamburg gevestigd. Andere musea zijn het Egri Road Beatles Múzeum in het Hongaarse Eger en het Museo Beatle in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Over de hele wereld zijn monumenten van The Beatles te zien, waaronder meerdere in Liverpool en verder nog op allerlei andere plaatsen, van Jekaterinenburg in Rusland tot Ulan Bator in Mongolië. Daarnaast zijn er monumenten voor individuele leden, in het bijzonder voor John Lennon. Aan hem is bijvoorbeeld het John Lennon Park in Havannagewijd en Strawberry Fields in Manhattan. In 2007 is in de stad Hamburg in de uitgaanswijk St. Pauli een stalen sculptuur geplaatst, ter herinnering aan de Fab Four. De initiatiefnemer, het radiostation Oldie 95, kreeg de voor het gedenkteken benodigde 460.000 euro door schenkingen bij elkaar en begon in 2007 met de bouw.[] The Beatles hebben in Nederland 22 nummer 1-hits gehad, meer dan welke andere artiest of groep ook.[ In de herfst van 1969 deden geruchten de ronde dat McCartney in 1966 bij een auto-ongeluk om het leven zou zijn gekomen. Sindsdien zou een dubbelganger zijn plaats binnen The Beatles zou hebben ingenomen. Diverse complottheorieën werden gesterkt door vele mogelijke aanwijzingen op hoezen, publicaties en in de muziek. Journalisten reisden speciaal af naar McCartneys boerderij in Schotland om te polsen wat er van waar was.
    Een verfilming van The Lord of the Rings door The Beatles werd door regisseur Stanley Kubrick afgewezen als 'onverfilmbaar'. Paul McCartney zou Frodo Baggins spelen, Ringo Starr als Sam Gamgee, George Harrison als Gandalf en John Lennon zou Gollum voor zijn rekening nemen.









    06-07-2018 om 09:30 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 5 juli 1886 felix timmermans

     

    05-07-2018 om 09:07 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 5 juli 1886 felix timmermans

    5 juli 1886 Leopoldus Maximilianus Felix Timmermans (Lier, 5 juli 1886 – aldaar, 24 januari 1947) was een Vlaams schrijveren dichter. Hij was een van Vlaanderens meest vertaalde en productieve auteurs. Zijn bekendste werk is zijn roman Pallieter. Hij schreef ook onder het pseudoniem Polleke van Mher en een enkele keer als Stelijn Koldijs.[ Hij was autodidact en schreef toneelstukken, romans met een historisch karakter, novellen, religieus getinte werken, en gedichten. Naast schrijver was Timmermans ook schilder en tekenaar. Hij illustreerde zijn eigen boeken alsook sommige boeken van zijn collega en vriend Ernest Claes. Hij was ook de boekbandontwerper van de meeste van zijn boeken. Timmermans werd op 5 juli 1886 om 23u geboren als dertiende in een gezin met veertien kinderen.[2] [] Zijn vader, Joannes Gummarus, was een reizende koopman in kant. Zijn moeder, Angelina van Nueten, woonde tegenover het ouderlijk huis van Joannes Gummarus. Ze wisselden liefdesbrieven uit doorheen het raam en huwden op 7 februari 1866.[ Een dag na zijn geboorte werd Timmermans gedoopt in de Lierse Sint-Gummaruskerk. Zijn 17-jarige zus Valeria werd zijn meter, haar vriend Felix van der Slagmeulen zijn peter. De naam Felix, waaronder Timmermans het bekendst is geworden, heeft hij dus aan zijn dooppeter te danken. Als kind tekende Felix al patronen. Zijn schoolcarrière verliep niet vlekkeloos. Zo moest hij zijn vierde leerjaar dubbelen. Hij verliet de school op zijn vijftiende na zijn zesde leerjaar, nadat in de zomer van 1901 tyfus werd vastgesteld. Hij kreeg zelfs de laatste sacramenten toegediend, maar herstelde na lange tijd toch. Nadien ging hij niet meer naar school, maar volgde wel avond- en zondagslessen in de tekenschool. In Antwerpen maakt hij kennis met werk van Rubens en Bruegel. Vanaf zijn zeventiende begon hij gedichten te schrijven die ook regelmatig werden gepubliceerd in Lier Vooruit. Deze gedichten werden gebundeld en in 1907 uitgegeven onder de titel Door de dagen. In 1906 werden een aantal verzen gepubliceerd in Dietsche Warande & Belfort.[5] Gestimuleerd door de lectuur van Stijn Streuvels schreef hij vervolgens enkele naturalistische werken. In 1910 brak hij als schrijver door met het zwartgallige Schemeringen van de dood, dat mee ontstond onder invloed van Raymond de la Haye, een bevriend kunstschilder, en van geestesgenoot Flor Van Reeth, die de verhalenbundel illustreerde en aan wie het boek werd opgedragen.
    Door een breuk werd Felix Timmermans opgenomen in het ziekenhuis. Hij vreesde voor zijn leven doordat er allerlei complicaties optraden. Op 12 oktober 1912 trouwde hij met Marieke Janssens. Ze hadden drie dochters: Cecilia, ook bekend als Lia (1920), Clara (1922) en Tonet (1926) en een zoon Gommaar (1930). Deze kinderen werden ook actief in de kunstwereld. Ze illustreerden onder andere werken van hun vader en schreven diverse biografieën over hem. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog schreef hij zijn bekendste werk, Pallieter, dat in 1916 werd uitgegeven. Het wordt door velen als zijn meesterwerk gezien. In 1921 werd het in het Duits vertaald en uitgegeven.
    De Vlaamse sfeer en de breugeliaanse taferelen in Pallieter wekten het enthousiasme van de Nederlandse kunstschilder Anton Pieck op en die zou aan een map met op de roman gebaseerde tekeningen zijn begonnen, ware het niet dat hij Vlaanderen nog nooit zelf gezien had. In deze tijd nam de Haagse kunsthandelaar Cox contact met Pieck op, die ook in Den Haag woonde: Timmermans was bij Cox op bezoek en had assistentie nodig bij het afdrukken van een ets. Tussen Timmermans en Pieck ontstond een hechte, jarenlange vriendschap.[
    Op Timmermans' initiatief vroeg uitgever Van Kampen Pieck de tiende druk van Pallieter te illustreren. Timmermans wijdde Pieck in in Vlaamse zaken door schetsen bij zijn brieven aan Pieck te voegen: klederdrachten, karren, huisgevels, een kapel met een Madonnabeeld. De schetsen waren vaak antwoorden op vragen van Pieck, maar de illustraties verschillen te veel van Timmermans' schetsen om te kunnen worden beschouwd als uitwerkingen daarvan. De tiende druk verscheen in 1921.[ Op 8 november 1997 had in Lier de wereldpremière plaats van "Pallieter" de musical, geschreven door Willy Van Couwenberghe. In 1998 kreeg deze musical de cultuurprijs van de Stad Lier uit handen van minister Marleen Vanderpoorten. ] Felix Timmermans was een activist. Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij naar Nederland om een veroordeling te ontlopen. Hij keerde begin 1920 ongehinderd terug. In 1922 kreeg hij de Staatsprijs voor Literatuur. In 1936 werd zijn vijftigste verjaardag zowel in Vlaanderen, Nederland als Duitsland met veel aandacht gevierd. Tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was Timmermans redacteur van het Vlaamsnationalistische Volk. In 1942 ontving hij aan de Hamburgseuniversiteit de Rembrandtprijs. Als Vlaamsnationalist en in Duitsland bekende schrijver was hij een graag geziene figuur bij Duitse officieren tijdens de Duitse bezetting. Na de bevrijding van Lier op 4 september 1944 werd hij beschuldigd van culturele collaboratie en werd bijgevolg onder huisarrest geplaatst. De aanklacht werd geseponeerd op 22 december 1946. De reacties hierop uit de literaire wereld waren uiteenlopend. Als luidste klonk de stem van Toussaint van Boelaere. De criticus, die aanvankelijk een grote fan was van Timmermans, viel hem af omwille van zijn verdenking van culturele collaboratie.[8] Op 6 augustus 1944 werd Timmermans getroffen door een kransslagadertrombose (hartinfarct). Hij stierf in Lier op 24 januari 1947. De begrafenisdienst vond plaats in de Sint-Gummaruskerk, waar hij ook was gedoopt. Timmermans werd begraven op het kerkhof Kloosterheide te Lier. Als aanwezigen op zijn begrafenis vermelden kranten onder andere Lode Baekelmans, Gerard Walschap, Maurice Gilliams, Antoon Thiry, Lode Monteyne en Willem Elsschot.[9] Stijn Streuvels, genoemd als een "intiemen vriend" van Timmermans, werd ook verwacht, maar werd thuis gehouden door een zware verkoudheid.[10] In 1997, bij de herdenking van de 50e verjaardag van het overlijden van Felix Timmermans, werd in Lier een bronzen buste onthuld (beeldhouwster Anne-Marie Volders).









    05-07-2018 om 09:06 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief
  • Alle berichten

    Hoofdpunten blog blankenbergsstadsbeeld
  • fotowandeling 20
  • HARMONIE
  • WORDING
  • fotowandeling 20
  • LIPPENS & DE BRUYNE

    Hoofdpunten blog einstein
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG

    Hoofdpunten blog mijnroots
  • Van al diegenen die niets te zeggen hebben, zijn de meest aangename mensen diegenen die zwijgen
  • Ik heb geconstateerd dat mensen van gedachten houden die niet tot denken dwingen.
  • Tijd hebben alleen diegenen, die het tot niets gebracht hebben en daarmee hebben ze het verder gebracht dan alle anderen.
  • Depressies kan je bestrijden door op je arm geleund in het niets te staren. Bij zware depressies van arm wisselen.
  • Een kus is een mooie truc van de natuur om het praten te stoppen als woorden overbodig zijn.

    Hoofdpunten blog automobile
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • mclaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!