Foto
Inhoud blog
  • verjaardagen
  • 2 juni
  • 2 juni
  • 2 jui
  • 1 juni
  • mei 31
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • WAT WEET JE OVER VOETBAL
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    toen

    13-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 13 juli 1930 wk voetbal

     

    13-07-2018 om 09:02 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 13 juli 1930

    13 juli 1930 Op zondag 13 juli 1930 begint in Uruguay het eerste officiële wereldkampioenschap voetbal. Alle duels worden gespeeld in de hoofdstad Montevideo, dat drie stadions ter beschikking heeft: Estadio Parque Central, Estadio Pocitas en Estadio Centenario. Fransman Lucien Laurent scoort het eerste WKdoelpunt ooit(tegen Mexico). De finale, tussen Uruguay en Argentinië wordt voor de eerste en enige keer gefloten door een Belg, Jean Langenus. Uruguay wint het duel met 4-2. Omdat de meeste Europese landen de reis naar Zuid-Amerika te ver vonden weigert Uruguay in 1934 naar het WK in Italië te komen. Het is daarmee het enige land dat zijn wereldtitel voetbal nooit heeft verdedigd. Het FIFA-wereldkampioenschap voetbal (Engels: FIFA World Cup, Frans: Coupe du monde de la FIFA), meestal wereldkampioenschap voetbal of WK voetbal genoemd, is een om de vier jaar terugkerend toernooi tussen de nationale mannenteams die bij de FIFA aangesloten zijn. Naast het gastland plaatsen zich via de continentale voorronden uiteindelijk nog 31 landenteams voor de eindronde. Op 10 januari 2017 werd besloten dat het WK vanaf 2026 uitgebreid wordt naar 48 landen. Tot aan het WK 2002 was ook de regerend wereldkampioen (toen Frankrijk) automatisch geplaatst, maar sindsdien dient ook dat landenteam kwalificatieronden te spelen om zich te plaatsen voor de eindronde. Het kampioenschap, inclusief voorronden, valt geheel onder toezicht van de Wereldvoetbalbond FIFA, maar wordt georganiseerd door de continentale bonden. Aanvankelijk waren de Olympische Spelen het podium voor het belangrijkste mondiale voetbaltoernooi. Voetbal was een IOC-erkende sport in 1900 (in Parijs), 1904 (in St. Louis) en 1906 (in Athene), waarbij drie of vier amateurclubs enkele wedstrijden speelden en het klassement bepaald werd aan de hand van de doelsaldo's. Door de in 1904 opgerichte FIFA was een poging gedaan om in 1906 een internationaal voetbaltoernooi tussen landen te organiseren, buiten het olympische kader om. Dit toernooi zou bestaan uit vier groepen van de beste clubteams uit Europa. Zwitserland zou de halve finales en finale organiseren. De moeilijkheden stapelden zich echter op: diverse nationale bonden hadden grote bezwaren, en het draaide uit op een mislukking. Vanaf 1908 werden de olympische toernooien groter, maar naar olympische traditie werden alleen amateurspelers toegelaten. Mede daarom werden in die jaren ook toernooien voor professionele voetbalteams georganiseerd. De Torneo Internazionale Stampa Sportiva, gehouden in Turijn in 1908, was een van de eerste, en in 1909 en 1911 organiseerde de Schot Thomas Lipton de Sir Thomas Lipton Trophy, eveneens in Turijn. Op alle drie toernooien werd gestreden tussen vier individuele clubs (geen nationale ploegen), die elk een hele natie vertegenwoordigden – de clubs op deze drie toernooien kwamen uit Italië, Zwitserland, Engelanden Duitsland. In 1908 werd voetbal een officiële olympische competitie onder toezicht van de FIFA. Het toernooi werd georganiseerd door de Engelse voetbalbond, ging tussen nationale teams en had de vorm van een knock-outsysteem, maar diende nog steeds slechts als demonstratiesport. In 1908 (in Londen) en 1912 (in Stockholm) deden respectievelijk 8[] en 11[] Europese teams mee, en beide keren won het Engelse nationale amateurvoetbalteam. In 1914 besloot de FIFA het olympische toernooi te erkennen als een "wereldkampioenschap voetbal voor amateurs", en nam de verantwoordelijkheid voor de organisatie van het evenement. Dit leidde tot 's werelds eerste intercontinentale voetbaltoernooi, op de Olympische Zomerspelen van 1920 (in Antwerpen). Er deden 14 nationale teams mee[, waarvan één van buiten Europa, namelijk Egypte. Dit toernooi werd gewonnen door België. Voor de daaropvolgende twee Olympische Zomerspelen staken er ook teams de Atlantische Oceaan over om deel te nemen aan de voetbaltoernooien. In 1924 (in Parijs) waren 22 teams ], waarvan vier van buiten Europa: Egypte, Turkije, Uruguay en de Verenigde Staten. In 1928 (in Amsterdam) waren 17 teams[6], waarvan zeven van buiten Europa: naast de vier die ook in 1924 meededen, waren dat ook Argentinië, Chili en Mexico. Beide toernooien werden gewonnen door Uruguay. In de tweede helft van de jaren 1920 werd besloten om voetbal niet op te nemen als onderdeel van het programma van de Olympische Zomerspelen van 1932 in Los Angeles, vanwege de op dat ogenblik geringe populariteit van voetbal in de Verenigde Staten en meningsverschillen tussen de FIFA en het IOC over de status van amateurspelers. In 1928 stelde FIFA-voorzitter Jules Rimet daarom voor om een eigen internationaal toernooi te organiseren, waarop de sterkste nationale voetbalploegen om de titel World Champion zouden gaan spelen. Op maandag 28 mei 1928 werd in Amsterdam besloten
    dat Uruguay gastland zou worden van het eerste officiële wereldkampioenschap voetbal, in 1930, om het eeuwfeest van de Uruguayaanse onafhankelijkheid te vieren en omdat Uruguay dubbele olympische titelhouder en dus een van de betere voetballanden was. Het eerste wereldkampioenschap voetbal was tevens het enige waarvoor de landen zich niet hoefden te kwalificeren: ze werden uitgenodigd door de FIFA om aan het eerste WK mee te doen. De animo uit Europa was echter nihil: op 28 februari 1930, de einddatum van inschrijving, had zich nog geen enkel Europees land aangemeld vanwege de lange reisduur en de hoge reiskosten. Uiteindelijk wist Rimet, met hulp van de regering van Uruguay, vier teams zo ver te krijgen om de oversteek te maken: België, Roemenië, Joegoslavië en Frankrijk. Met zeven teams uit Zuid-Amerika en twee uit Noord-Amerika kwam het aantal deelnemende landen op 13. Uruguay werd de eerste officiële wereldkampioen.
    Als trofee voor het winnende team werd de "Victoire aux Ailes d'Or" ontworpen: een beker gedragen door Nikè, de Griekse godin van de overwinning. Deze wisselbeker werd in 1946 als eerbetoon aan de initiatiefnemer van het WK voetbal omgedoopt naar "Jules Rimet-beker". In 1970 ging deze trofee definitief naar Brazilië: dat was het derde WK dat door Brazilië werd gewonnen, en de regel was toen nog dat indien één land drie keer wereldkampioen werd, het de trofee mocht houden. In 1983 werd de beker gestolen en nooit meer teruggevonden, waarna de Braziliaanse voetbalbond een replica liet maken. De huidige trofee, FIFA Wereldbeker, bestaat uit twee figuren op een sokkel die een wereldbol omhoog houden, en is wederom een wisseltrofee. De FIFA Wereldbeker werd voor het eerst uitgereikt in 1974 aan het toenmalige West-Duitsland. In de toernooien tot en met 1978 streden 16 teams in elk toernooi, behalve zoals gezegd in 1930 (13 teams), en in 1938 (15 teams – Oostenrijk was na kwalificatie in verband met de Anschluss opgegaan in Duitsland) en 1950 (13 teams – India, Schotland en Turkije trokken zich terug).[] De meeste van de deelnemende landen kwamen uit Europa en Zuid-Amerika. De enkele teams uit Noord-Amerika, Afrika, Azië en Oceanië werden meestal eenvoudig verslagen door de Europese en Zuid-Amerikaanse ploegen: de enigen die tot 1978 de tweede ronde bereikten, waren de Verenigde Staten (halve finale in 1930), Cuba (kwartfinale in 1938), Noord-Korea (kwartfinale in 1966) en Mexico (kwartfinale in 1970). Het toernooi werd uitgebreid naar 24 teams in 1982 [] en vervolgens naar 32 in 1998 [] , waardoor meer teams uit Afrika, Azië en Noord-Amerika konden deelnemen. Vanaf 2026 zullen er 48 landen meedoen aan het WK.





    13-07-2018 om 08:59 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 13 juli 1967 tom simpson

    13 juli 1967 Tom Simpson (Haswell, graafschap Durham, 30 november 1937 – Mont Ventoux, 13 juli 1967) was een Brits wielrenner. Hij overleed tijdens de Ronde van Frankrijk 1967 bij de beklimming van de Mont Ventoux. Simpson (van beroep technisch tekenaar) kwam zoals zovele Britse en Australische wielrenners destijds (Barry Hoban, Vic Denson, Graeme Gilmore, e.a.), naar Vlaanderen om het wielrenvak te leren. Hij nestelde zich in Gent en huwde later met Helen, een Engelse au pair, zij kregen twee dochters: Jane en Joanne. Hij was de oom van Matthew Gilmore, de Belgische baanwielrenner. Simpson won de Ronde van Vlaanderen in 1961, Milaan-San Remo in 1964, de Ronde van Lombardije in 1965 en Parijs-Nice in 1967. In 1965 werd hij in Lasarte (Spanje) wereldkampioen. Hij reed de Tour de France driemaal uit. In 1962 behaalde hij zijn beste klassering: de zesde plaats, in deze Tour droeg hij als eerste Brit na de 12e etappe de gele trui. Tijdens de zeer warme 13e juli 1967, met een temperatuur tot wel 42 °C, viel Simpson 1,4 km voor de top van de berg van zijn fiets. Zijn sportbestuurder zette hem er weer op, maar Simpson viel opnieuw. Hij raakte bewusteloos, werd met een helikopter naar het ziekenhuis in Avignon gevlogen, maar overleed onderweg. Toenmalig Tourdirecteur Felix Lévitan werd bekritiseerd wegens het uitzetten van een te zwaar parcours. Later werden echter vier niet gebruikte ampullen in het shirt van Simpson gevonden, waarvan er één amfetamine bevatte. Simpson zou zijn overleden aan een combinatie van hitte en uitputting. Toch was niet alleen het gebruik van doping de oorzaak van zijn dood. Het was de combinatie van grote hitte, uitdroging, zijn karaktertrek van het nooit willen opgeven, alcohol en het gebruik van amfetamine, waar men roekeloos van kan worden, die hem fataal werd. De dood van Simpson zorgde voor aangescherpte dopingcontroles tijdens de Ronde van Frankrijk





    13-07-2018 om 08:58 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 13 juli 1934 walter de buck

     

    13-07-2018 om 08:55 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 13 juli 1934 walter de buck

    13 juli 1934 Walter De Buck (Gent, 13 juli 1934 – aldaar, 21 december 2014) was een Vlaams kunstenaar. Hij hield zich met verschillende kunsten bezig, zowel tekenen, schilderen, beeldhouwen, volksmuziek als toneel. Hij blies met zijn volksliederen, waarvan "'t Vliegerke" zijn bekendste werd, die hij zong bij SintJacobs de Gentse Feesten nieuw leven in.[ ] Hij haalde liedjes van Karel Waeri uit de vergetelheid en schreef er ook zelf. De Buck was de zoon van Johanna Collumbien en Leonard De Buck. Zijn vader was een kunstschilder, die aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Gent leraar tekenkunst was. Aan deze academie volgde Walter De Buck ook een opleiding, die hij in 1954 met grootste onderscheiding voltooide. De Buck debuteerde op de wereldtentoonstelling van 1958 als beeldhouwer. Hij kreeg verscheidene prijzen voor zijn beeldhouwkunst, een ervan leverde hem een beurs voor een studiereis van een jaar naar India op. Hij zou verdere tochten naar India en het Nabije Oosten ondernemen, waardoor zijn beeldende kunst, zijn muziek en zijn maatschappijvisie behoorlijk werden beïnvloed. In 1962 stichtte hij met enkele vrienden de vzw Trefpunt, een ontmoetingsplaats voor kunstenaars en een organisatie voor promotie en verspreiding van de kunst. Deze vzw is tegenwoordig organisator van de Gentse Feesten. In 1968 werden onder de socialistische minister van Justitie Alfons Vranckx in een tentoonstelling te Gent 9 tekeningen van hem in beslag genomen wegens onzedelijkheid; hij werd ervoor veroordeeld. In 1969 lag hij mee aan de nieuwe start van de Gentse Feesten, aanvankelijk rond Sint-Jacobs.] Later zou dit gebeuren tot het grote festival uitgroeien dat het tegenwoordig is. Hij legde zich opnieuw toe op het zingen. In 1984 trok hij zich terug uit vzw Trefpunt om opnieuw meer aandacht aan het beeldhouwen te besteden. De daaropvolgende periode was hij actief in diverse Gentse beeldhouwprojecten, zoals de brug der Keizerlijke Geneugten, en werkte hij regelmatig voor de stad Gent. De kunstenaar ontwierp het beeldje dat jaarlijks op de Gentse Feesten uitgereikt wordt bij de "Prijs voor de Democratie" van Democratie 2000. In de zomer van 2014 werd hij gehuldigd voor zijn 80e verjaardag en opende hij de 45e uitgave van de Gentse Feesten.[ Walter De Buck leed al sedert 2013 aan de ziekte van Alzheimer, maar is op 80-jarige leeftijd aan de gevolgen van slokdarmkanker overleden.[





    13-07-2018 om 08:54 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 12 juli 1910 charles rolls

     

    12-07-2018 om 10:04 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 12 juli 1910 charles rolls

    12 juli 1910 Charles Stewart Rolls (Londen, 27 augustus 1877 - Bournemouth, 12 juli 1910) was een automobiel- en luchtvaartpionier, die samen met Frederick Henry Royce het bedrijf RollsRoyce Limited heeft opgericht. Als piloot was hij in 1910 de eerste die een non-stop dubbele oversteek over het Kanaal volbracht. Rolls verloor het leven op 12 juli 1910 tijdens een ongeluk met zijn vliegtuig, de staart van zijn vliegtuig (een Wright Flyer) brak af tijdens een vliegdemonstratie in Bournemouth







    12-07-2018 om 10:02 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 12 juli 1932 eddy wally

     

    12-07-2018 om 09:59 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 12 juli 1932 eddy wally

    12 juli 1932 Eddy Wally, artiestennaam van Eduard René Van De Walle (Zelzate, 12 juli 1932 – aldaar, 6 februari 2016), was een Belgische zanger die bekend was om hits als Chérie (1966), Dans met mij die laatste tango! (1969), Ik spring uit een vliegmachien (1996) en Dans mi amor (2003). Eddy's vader Henri, woonachtig in volkswijk De Katte in Zelzate, werkte als arbeider in een teerfabriek van Zelzate. In zijn vrije tijd trad hij in de streek regelmatig en met succes op als een begenadigd accordeonspeler. Hij leerde zoon 'Wardje' al vroeg accordeon, gitaar en mondharp spelen. Toen Henri op 49-jarige leeftijd overleed, moest de 14-jarige Eddy zelf de kost gaan verdienen als textielarbeider in een weverij in Sas van Gent. Naar het voorbeeld van zijn vader ging Eddy na zijn werkuren optreden in cafés als zanger en gitaarspeler. Tijdens een 'crochet' (een talentenjacht) leerde hij Mariëtte Roegiers kennen, met wie hij in 1956 in het huwelijk trad.[1] In 1957 kregen ze hun enige dochter, Marina Wally. Zij werd later zelf ook actief als zangeres.[2] Hij opende in de vroege jaren 60 dancing 'Paris-Las Vegas' in Ertvelde (Oost-Vlaanderen) en verkocht samen met zijn vrouw en zijn schoonmoeder jarenlang handtassen op diverse Vlaamse markten. In 1966 leerde hij de Nederlandse producer Johnny Hoeskennen. Onder diens leiding nam Eddy Wally zijn eerste nummer Chérie (1966) op, dat een grote hit werd. Wally haalde er de eerste plaats mee in de Vlaamse hitparade en een gouden plaat (goed voor 50.000 verkochte exemplaren). Tot op de dag van vandaag is dit zijn bekendste nummer. Het succes leidde een lange carrière in, waarbij Eddy Wally meer dan 500 nummers opnam. Zeer opmerkelijk waren zijn pogingen om ook in het buitenland aan te slaan. Hij heeft een fanclub in Nederland[bron?] en is via zijn regelmatige verschijningen in het programma Eurotrash (Eurorommel) zelfs bekend in het Verenigd Koninkrijk. Hij trad ook verschillende keren op in China (waarvoor hij Chérie in het Chinees vertaalde naar Baobei), Duitsland, Australië, Zuid-Afrika en Rusland. In de jaren zeventig trad hij verschillende keren op in hotels in Las Vegas en in Canada. Bij thuiskomst uit de Verenigde Staten merkte hij op: "ze liken Eddy Wally in America, de Belgian peoples en de Amerikaanse peoples liken me"[3]. Vanwege zijn zelfverklaarde "succes" in het buitenland noemt Wally zich al jaren The Voice of Europe ('De Stem van Europa'), in navolging van Frank Sinatra, met wie hij zichzelf graag vergelijkt. De oudste zoon van Johnny Hoes, Adri-Jan Hoes, zorgde in 2005 voor een comeback met de hit Shanghai. Medio jaren 70 tot de jaren 80 presenteerde Wally op Radio 2 Oost-Vlaanderen het programma Onvergetelijk.[4] Wally kreeg juni 2006 in Ertvelde een standbeeld ter ere van zijn œuvre. Het heeft als opschrift "Ode aan Eddy Wally - The voice of Europe" en laat de titel van zijn grootste hit Chérie zien. Daarnaast is in het geheel een marktkramerstas opgenomen, een verwijzing naar Wally's afkomst. Dit kunstwerk is gemaakt door Adi Verbeke.[5] Wally werd op 6 maart 2011 in het ziekenhuis opgenomen met een hersenbloeding. Hij raakte door de hersenbloeding licht verlamd.[6] De volgende dag werd hij overgebracht naar het AZ Sint-Lucas in Gent.[7] De dag daarna, op 8 maart, werd Wally van daaruit overbracht naar het UZ in Jette.[8] Volgens zijn echtgenote was Wally aan de linkerkant verlamd en was de kans klein dat hij nog terug zou keren als zanger.[9] In juli 2011 verhuisde hij van het ziekenhuis naar een rusthuis in Zelzate. Op 6 oktober 2012 overleed zijn echtgenote Mariëtte Roegiers op 80-jarige leeftijd.[10] Op 14 en 15 december 2012 maakte Eddy Wally een comeback tijdens de Nacht van de Schlagers in Kortrijk, die zijn definitieve afscheid van het podium betekende.[11] Op 6 februari 2016 overleed Eddy Wally in het rusthuis van Zelzate ten gevolge van een nieuwe hersenbloeding.[12] Op 13 februari vond de uitvaartplechtigheid van Wally plaats in de SintLaurentiuskerk in Zelzat
    Eddy Wally had zijn bekendheid niet zozeer aan zijn muzikale talenten te danken, dan wel aan zijn excentrieke gedrag en uitspraken. Wally kleedde zich graag in glitterkostuums zoals Liberace en gedroeg zich als een naïeve, onverstoorbare optimist. Zijn typische stopwoorden ("gewéldig", "wauw",
    "onvoorstelbaar", "oh my god") en zijn vreemde manier van praten werden door komieken vaak geïmiteerd. Vanwege zijn faam en komische imago was hij vaak te gast in verschillende amusementsprogramma's. Zo had hij een gastrol in FC De Kampioenen in de aflevering Chérie en in een aflevering van Wie ben ik, waar hij in de betreffende uitzending een ploeg vormde met Daisy Van Cauwenbergh en Urbanus. Een vraag die velen zich stelden, is of Eddy Wally een typetje was of niet. Jan Van Rompaey heeft Eddy Wally in het verleden meermaals geïnterviewd voor diverse programma's waaronder Echo. Volgens hem had Eddy een beperkte woordenschat en speelde hij geen typetje, hoewel hij er mogelijk wel een schepje bovenop deed. Kamagurka had ongeveer eenzelfde mening hierover, maar insinueerde dat Eddy Wally zich ook excentriek gedroeg "omdat men dat verwachtte van een beroemdheid". Uit de diverse samenwerkingen tussen Kamagurka en Eddy Wally concludeerde Kamagurka dat Wally een soort dyslexie had: hij schreef veel zaken fonetisch op en had het enorm moeilijk met het onthouden van de tekst van eenvoudige scenario's.[13] Zijn bekendste televisieoptreden was zijn rol als Kapitein Wally in Kamagurka en Herr Seeles comedyreeks Lava (1989). In de rubriek Wally in space (een parodie op Star Trek) speelde Wally de rol van ruimtekapitein. Een running gag in Wally in space was dat Kapitein Wally telkens begon te zingen wanneer de bemanning bedreigd werd, want "als de kapitein zingt wijkt het gevaar." Later presenteerde Wally ook samen met Kamagurka en Herr Seele het radioprogramma Studio Kafka op Studio Brussel. Wally presenteerde vanaf de tweede helft van de jaren 70 tot de jaren 80 zijn eigen radioshow Onvergetelijk bij Omroep Oost-Vlaanderen. In de jaren 2000 had hij ook een wekelijks rubriekje in het programma van Erwin Deckers en Sven Ornelis op radiozender Q-music.





    12-07-2018 om 09:58 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 12 juli 1961stef bos

     

    12-07-2018 om 09:49 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 12 juli 1961stef bos

     

    12-07-2018 om 09:47 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 12 juli 1961stef bos

     

    12-07-2018 om 09:45 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 12 juli 1961stef bos

    12 juli 1961 Steven (Stef) Bos (Veenendaal, 12 juli 1961) is een Nederlandse zanger en acteur, vooral bekend van zijn nummer Papa. Stef groeide op in zijn geboorteplaats Veenendaal. Op zijn 18e (1979) vertrok hij richting Utrecht om aan de lerarenopleiding te studeren. Hij rondde deze vijfjarige studie af en vertrok vervolgens naar Antwerpen om aan de theateropleiding 'Studio Herman Teirlinck' de kleinkunstrichting te volgen. Hij studeerde in 1988 af. De eerste twee jaar na zijn studie speelde hij toneel bij Oud Huis Stekelbees in Gent, schreef songs voor anderen (onder andere Ingeborg en Clouseau) en maakte in België deel uit van het satirische BRT-radioprogramma 'de Ochtendploeg'. Vanaf 1990 besloot hij zich vooral bezig te houden met het schrijven en uitvoeren van eigen teksten en muziek. Stef had tussen 1990 en 1992 de rol van Joop Mengelmoes (de buurman van Samson en Gert en een manusje-van-alles die veel klusjes uitvoerde) in Samson & Gert. Sinds 2012 heeft hij met zijn Zuid-Afrikaanse vrouw (kunstenares Varenka Paschke) twee kinderen en ze wonen in Kaapstad en in Wachtebeke. De eerste twee singles die hij in 1990 uitbracht Is dit nu later en Gek zijn is gezond, van het album Is dit nu later braken niet veel potten, maar Papa werd een grote hit en blijft tot vandaag de dag onlosmakelijk met zijn naam verbonden. Het album verkocht hierdoor dubbel platina en datzelfde jaar mocht hij twee prijzen in ontvangst nemen: een Edison en de Zilveren Harp. Bos toerde nu regelmatig in België en Nederland met een theaterconcert dat aanvankelijk vooral in België, maar later ook in Nederland een succes werd. Geleidelijk kwam Stef Bos ook in aanraking met de Afrikaanse cultuur. Eerst vertrok hij naar West-Afrika. Hier heeft hij veel inspiratie opgedaan. Even later ging hij naar ZuidAfrika. Dit uitte zich in een samenwerking met Johannes Kerkorrel en Tandie Klaassen voor het album Together As One. Ook hierna zijn de Afrikaanse invloeden duidelijk merkbaar op de albums die Stef Bos uitbracht. Op de cd's Vuur tot en met De Onderstroom zijn nummers te vinden die opgenomen zijn met Afrikaanse musici of ontstaan zijn dankzij de samenwerking met hen. Met het album Vuur verdiende Bos een nominatie voor de Edison, maar won deze uiteindelijk niet. In 2000 kreeg Stef Bos voor zijn album Zien, een tweede Edison en een Gouden Harp. Voor deze cd kwam er niet alleen een theatertour doorheen België en Nederland, maar ook door Zuid-Afrika. In 2001 was Bos de centrale gast op Nekka-Nacht in het Antwerpse Sportpaleis. Voor het eerst in de geschiedenis van de Nekka-Nacht was het Sportpaleis uitverkocht. De ongeveer 15.000 toeschouwers zagen een gevarieerde avond waarbij Bos zelf de gastheer was en hij musiceerde met Johan Verminnen, Raymond van het Groenewoud, Clouseau, Boudewijn de Groot en anderen met wie hij in het verleden had gewerkt. De nieuwe cd Van Mpumalanga Tot Die Kaap bevatte diepgaande Afrikaanse invloeden en was ook opgenomen met de hulp van een aantal Afrikaanse muzikanten. Na de release van weer een nieuwe cd, Donker en Licht, en de bijbehorende theatertour Niemandsland, begon Bos in 2004 met een korte solo-tour, Dichtbij, waarbij hij zichzelf met de piano begeleidde. Deze tour diende vooral om nieuwe nummers in het theater uit te proberen vooraleer ze op cd gezet werden. In november van hetzelfde jaar begon hij aan een langere tournee met een band deze keer, Licht. In 2005 verscheen de cd Ruimtevaarder met vooral nieuwe liederen die op de Licht-tour gespeeld waren. In 2009 kreeg hij een opdracht van de NCRV om 12 nieuwe liederen te schrijven op basis van personen uit de Bijbel die werden opgenomen met het Metropole orkest. Het project kreeg de titel In een ander licht. Tegelijkertijd werden twee nieuwe albums opgenomen die in het verloop van 2010 het licht zullen zien. Het eerste album Kloofstraat is voornamelijk geschreven in het Afrikaans en verscheen maart 2010. Het tweede album Minder meer kwam uit in het najaar en bevatte nieuw Nederlandstalig materiaal.
    In februari 2010 kreeg Stef Bos in Zuid-Afrika als eerste buitenlandse singer-songwriter een prijs voor zijn bijdrage aan de Afrikaanse taal en muziek in de afgelopen 15 jaar. Stef Bos bracht niet alleen cd’s uit, maar ook vier boeken, Gebroken Zinnen, Alles wat was, Ja! en Stillewe. Het eerste boek is een boek waarin een variëteit aan teksten van Stefs hand gepubliceerd werden, met daarin gedachten, gedichten en ongezongen liedteksten. De teksten werden afgewisseld met bijzondere illustraties van de Zuid-Afrikaanse schilderes Mariana Booyens. Dit boek is ook in het Afrikaans verschenen, onder de titel Gebroke Sinne. In het boek Alles wat was, met daarbij ook een bonus-cd met onuitgegeven nummers, staan een verzameling liedteksten van 1980 tot 2005 gelardeerd met foto’s, brieven, schetsen en commentaar. Ja! is een vervolg op Gebroken Zinnen, dit keer met illustraties van kunstenaar Eric de Bruijn. Stillewe is een vervolg op JA dit keer in samenwerking met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Het boek is ontstaan tijdens Het feest van de dood in Mexico. In 2009 werkte hij samen met het Metropole Orkest voor met multi media project 'In een ander licht',een opdracht van de NCRV om twaalf nieuwe liederen te schrijven geïnspireerd op de Bijbel als onze mythologie. In 2010 kwam zijn cd 'Kloofstraat' uit waarvoor hij grotendeels Afrikaanse songteksten schreef. In 2011 volgde 'Minder Meer', een puur Nederlandstalig album. Op 26 januari 2011 was Stef Bos deelnemer aan het TROS-programma Ali B op volle toeren, waarbij een Nederlandse rapper gekoppeld wordt aan een Nederlandse artiest en ze vervolgens elk een nieuwe versie maken van een hit van de ander. Rapper Negativ was gekoppeld aan Stef, en schreef - samen met Ali B- een zeer persoonlijke versie van de hit Papa (1991). Stef maakte vervolgens een autobiografische versie van Dingen Gedaan (2005) van Negativ. In april 2011 speelde hij tijdens de officiële herdenking van de schietpartij in Alphen aan den Rijn het lied "De Omgekeerde Tijd". In oktober 2014 zag zijn cd Mooie Waanzinnige Wereld het licht. Hiervoor werd bij het nummer "Maskerman" een videoclip geproduceerd. Hakim Traïdia speelt hierin de hoofdrol.





    12-07-2018 om 09:43 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 11 juli 1302 gulden sporenslag

     

    11-07-2018 om 08:39 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 11 juli 1302 gulden sporenslag

    11 juli 1302 De Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap is een Vlaamse feestdag die op 11 juli valt.] De feestdag is voor Vlaamse ambtenaren een verplichte vrije dag.[ Op de dag wordt sinds 1973 herinnerd aan de slag in 11 juli 1302, waarbij milities van de Vlaamse steden en gemeenten een leger van Franse ridders te paard versloegen, aan de Groeningekouter bij Kortrijk. De Vlaamse milities bestonden voornamelijk uit een burgerleger van ambachtslieden en boeren. Deze veldslag is de geschiedenis ingegaan als de Guldensporenslag,[ naar de vele gulden sporen die na de slag teruggevonden werden op de Groeningekouter te Kortrijk. Later werden deze sporen als trofee opgehangen in de kruisgewelven van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Op voordracht van de Vlaamse regering worden op de feestdag eretekens van de Vlaamse Gemeenschap toegekend.De Slag bij Kortrijk, beter bekend onder de naam: Guldensporenslag, vond plaats op het Groeningheslagveld (een kouter te Kortrijk) op 11 juli 1302 tussen milities van het graafschap Vlaanderen (dit betrof het gebied rond het huidige Frans-Vlaanderen, OostVlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen) en het leger van de koning van Frankrijk. De slag was in militair opzicht opmerkelijk, omdat piekeniers en boogschutters in staat bleken een ridderleger te weerstaan. Dit betekende nog niet het einde van deze ridderlegers, zoals onder meer bleek bij Kassel(1328) en Westrozebeke (1382). In historiografisch opzicht is de slag van belang door de rol die deze vanaf de negentiende eeuw speelde in de Belgische bewustwording en de groei van de Vlaamse Beweging die daarop volgde. Hierbij raakten de feodale, sociale en economische motieven op de achtergrond en kreeg het conflict een nationalistisch karakter. Een belangrijke bijdrage tot de collectieve bewustwording van deze gebeurtenis in Vlaanderen werd ook geleverd door Hendrik Conscience' roman De leeuw van Vlaanderen (1838), die een geromantiseerd beeld van deze strijd schetst. Dit werk was een vorm van Belgicistische literatuur die verscheen om de nieuwe Belgische staat historisch te ondersteunen. Vlaanderen had al lang een speciale status binnen het Franse koninkrijk: het was weliswaar in naam afhankelijk van Frankrijk, maar voer sinds graaf Boudewijn II een onafhankelijke koers (einde 9e eeuw). Economisch was het immers veel meer afhankelijk van de handel met Engeland, voornamelijk door de wolhandel voor de lakenindustrie. Het feodale systeem was al lang ondermijnd sinds de opkomst van de macht van de drie grote Vlaamse steden Brugge, Gent en Ieper. Sinds 1294 was koning Filips IV van Frankrijk van het huis Capet in oorlog met koning Eduard I van Engeland van het huis Plantagenet over Engelse gebieden in het hertogdom Aquitanië. De Vlaamse steden kozen de kant van Engeland. De graaf van Vlaanderen Gwijde van Dampierre schaarde zich aan hun kant. In 1294 kwam Gwijde met Eduard overeen zijn dochter Filippina aan Eduard uit te huwelijken. Gwijde en Filippina werden gevangengenomen door Filips. Gwijde kwam vrij in 1297 en zegde zijn leenheerschap bij de koning op (door het verdrag uit 7 januari 1297 met Eduard). Frankrijk viel daarop Vlaanderen binnen. Een voor een vielen de Vlaamse steden in Franse handen. Eduard I van Engeland zond hulptroepen, maar trok zich in maart 1298 uit Vlaanderen terug nadat hij, ondanks het verdrag met graaf, opnieuw vrede had gesloten met de Franse koning. Het kleine Vlaamse leger vormde geen partij voor de Fransen en op 6 januari 1300 werd een wapenstilstandondertekend. Frankrijk had zijn gezag over Vlaanderen hersteld en zette een aantal belangrijke ridders, onder andere de graaf Gwijde van Dampierre en zijn zonen, Robrecht III van Vlaanderen en Willem van Dendermonde gevangen. Een Franse landvoogd, Jacques de Châtillon, werd aangesteld. In mei 1301 hield de Franse koning Filips IV een Blijde intrede in de Vlaamse steden. Een deel van de hoge belastingen werd afgeschaft. De afschaffing was echter vooral in het voordeel van de patriciërs (vooral Fransgezinde leliaards) en niet zozeer van de ambachten en volksklasse, de liebaards, later ook klauwaerts genoemd, aanhangers van de graaf.
    Een populaire wever uit Brugge, Pieter de Coninck, probeerde voor de zaak van de ambachtslieden op te komen. Als gevaarlijke opjutter werd hij door het Brugse stadsbestuur in 1301 gevangengezet en later verbannen.
    In maart 1302 kwamen de liebaards van Gent in opstand na het opnieuw verhogen van de belastingen. Als gevolg daarvan werden de Fransgezinde leliaards uit de stad gezet. Ook in Brugge grepen de liebaards opnieuw de macht. De landvoogd organiseerde zijn leger in Kortrijk om Gent en Brugge weer in zijn greep te krijgen. Uit vrees voor represailles gaf het Gentse stadsbestuur toe en zegde het toe zich verder afzijdig te houden. Toen het kleine leger van de landvoogd echter Brugge bezette, werd het in de nacht van 18 mei 1302 (Goede Vrijdag) door de liebaards onder leiding van Pieter de Coninck en Jan Breydel massaal afgeslacht in de Brugse Metten. De landvoogd zelf kon maar op het nippertje ontsnappen. Het werd toen duidelijk voor alle aanhangers van de graaf dat een gewapend optreden van Frankrijk onvermijdelijk was geworden. Willem van Gulik, een kleinzoon van Gwijde van Dampierre, en Gwijde van Namen, een zoon, organiseerden het verzet. Het leger bestond vooral uit boeren, ambachtslieden en poorters, samen met enkele stedelijke milities en ridders. Het werd vooral door het stadsbestuur van Brugge gefinancierd. De leliaards werden uit de meeste Vlaamse steden verjaagd. Arnold V van Loon, leenman van Gwijde, graaf van Loon, die waarschijnlijk niet geloofde in een Vlaamse overwinning, verkoos een ommetje te maken langs hertog Jan II van Brabant. Twee van Arnolds leenmannen, Willem en Jan van Pietersheim, namen wel deel aan de Guldensporenslag.
    Het Franse leger trok rond juni 1302 naar het graafschap Vlaanderen om de slachting in Brugge te wreken en Vlaanderen weer onder Franse controle te brengen. Het Franse leger bestond uit 2700 man adellijke cavalerie (schildknapen inbegrepen) 1000 kruisboogschutters 2000 piekeniers 3000 andere soldaten. In totaal 8500 man met krijgservaring en zware wapens. Het stond onder de leiding van Robert II van Artesië(Artois). Dit leger was in aantal ongeveer even groot als de Vlaamse strijdmacht, maar kwalitatief stonden ze veel sterker door hun aantal gepantserde ruiters. Op 8 juli kwamen ze aan in Kortrijk.[ Het Vlaamse leger bestond uit troepen uit Brugge (volgens de Brugse stadsrekeningen tussen 2600 en 3700 krijgers, waaronder 320 kruisboogschutters) onder leiding van Willem van Gulik, bijgestaan door Hendrik van Lontzen. het Brugse ommeland van de kust (het Brugse Vrije), zo'n 2500 man geleid door Gwijde van Namen, zoon van Gwijde van Dampierre. Ieper, 500 man onder leiding van Phillipus Baelde en Pieter van Belle, en 500 man werden in reserve gehouden onder bevel van Jan III van Renesse. "Oost-Vlaanderen" 2500 man, onder andere van Oudenaarde en Aalst (Rijks-Vlaanderen) en 700 uit Gent, geleid door Jan Borluut. Het stadsbestuur van Gent daarentegen had de kant gekozen van de Franse koning tegen de daar residerende graaf van Vlaanderen. In totaal waren er zo'n 9000 man (in elk geval tussen 8500 en 11000 man) waarvan vermoedelijk slechts 350 ridders te paard. Er waren ook Brabantse troepen, Duitse ridders, troepen uit Zeeland, troepen uit graafschap Namen en Loonse troepen aanwezig die aan Vlaamse zijde meevochten.
    Sommige verhalen, bijvoorbeeld De leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience, vertellen over 60 000 Fransen en 32 000 Vlamingen. Het Vlaamse leger stelde zich op in een uitgerekte U-vorm achter de Grote Beek en de Groeningebeek, met aan zijn rechterkant de stad Kortrijk en achter zich de Leie, die daar een bocht maakte. Er werden drie vleugels opgesteld: de "Oost-Vlamingen" de linkerflank (onder leiding van Gwijde van Namen), de Bruggelingen de rechterflank en in het midden, bij de samenvloeiing van de Grote Beek en Groeningebeek, de andere "West-Vlamingen". Het leger van Ieper (ongeveer 500 man) bewaakte de burcht van Kortrijk waar zich nog een klein garnizoen met 334 Franse soldaten bevond. Het Zeeuwse reserveleger van Jan van Renesse werd achter de drie linies opgesteld. Zij moesten in eerste instantie ervoor zorgen dat niemand week of wegvluchtte en hen desnoods doden.] Het bevel van de Vlaamse legerleiding luidde "Dood de vijanden. Sla vooral naar de paarden". "Vlaanderen ende Leu" is onze strijdkreet.[4] Hoewel er 350 Vlaamse ruiters waren (waarvan een aantal geleverd werden door Jan I van Namen, zoon van Gwijde van Dampierre, en enkele ingehuurde ridders uit de Maaskant en de Rijnstreek), vochten alle Vlaamse strijders te voet. Zelfs Willem van Gulik en Gwijde van Namen stegen van hun paard af, namen een goedendag en een piek en stelden zich op tussen hun krijgers. Enkel Jan van Renesse overschouwde vanop zijn paard het strijdgewoel van uit de achterhoede.[1] Veel Vlaamse krijgers zonnen op wraak: boeren die zwaar geleden hadden onder de plundertochten van het Franse leger in 1297-1300; ridders, in het bijzonder Gwijde van Namen, met gevangen familieleden; Willem van Gulik wiens oudere broer gesneuveld was in 1297 nabij Veurne bij gevechten tussen het Engelse leger en de Fransen onder leiding van Robert van Artesië. Robert van Artesië moest deze omgeving goed kennen, want hij was opgevoed in Kortrijk door zijn tante Beatrijs, de weduwe van de oudere broer van Gwijde van Dampierre. Ook Raoul de Nesle had hem gemaand tot voorzichtigheid en aangeraden de Vlamingen uit hun gunstige positie te lokken. [bron?] Jean de Burlats, de aanvoerder van de Franse kruisboogschutters, stelde voor de hele dag de Vlaamse stellingen te bestoken. Ook Godevaart van Brabant (die zich onderscheidde in de Slag bij Woeringen in 1288) sloot zich aan bij deze meningen en stelde dat de Vlamingen vermoeid en ontmoedigd zouden geraken. Robert van Artesië, met zijn reputatie van geduchte aanvoerder, trad deze stellingen niet bij en stelde dat zijn leger de tegenstand gerust aankon, waarbij een beetje weerstand pas een uitdaging vormde.[ Robert van Artesië liet daarop zijn troepen oprukken van de Pottelberg naar de Grote Beek en de Groeningebeek. Tegenover de Bruggelingen langs de Grote Beek stelden zich riddereenheden (bataelge) en kruisboogschutters van Jean de Burlats op, evenals de Brabantse eenheden. De troepen van Raoul de Nesle en Mathieu de Trie stonden tegenover de eenheden van het Brugse Vrije en andere West-Vlamingen. De eenheden uit hertogdom Normandië, Picardië, graafschap Henegouwen (onder leiding van Jacques de Châtillon), Lorreinen (Lotharingen) en graafschap Champagne stonden langs de Groeningebeek, onder rechtstreeks bevel van Robert van Artois. Hij hield zijn eigen troepen in reserve achter de eenheden uit Lorreinen.[1] Rond de middag van 11 juli begon de strijd. Eerst werden er van beide zijden pijlen afgeschoten. De Vlaamse boogschutters raakten snel door hun voorraad pijlen heen. Het omvangrijke Franse voetvolk (de bidauts) rukte op en stak de beide beken over en wierpen stenen en speren op de Vlaamse voorlinie. Deze werden opgevangen door de grote schilden en brachten geen ernstige verliezen aan bij de Vlamingen. Hierop rukten de Vlamingen op en dreigden het Frans voetvolk in de beek te drijven. Omdat dit de aanval van de ruiterij zou bemoeilijken, gaf Robert van Artois het bevel tot terugtrekking van het voetvolk en de trompetten bliezen ten aanval. Onmiddellijk vielen de Franse ridders aan. Maar een deel van het voetvolk had het bevel niet gehoord. De mythe dat de Franse ridders hun eigen voetvolk hebben vertrappeld, blijkt overdreven. De meesten hebben kunnen uitwijken naar de flanken. [bron?] De linkervleugel, onder leiding van Raoul de Nesle, snelde naar de Grote Beek, maar moest daar afremmen om over de drie meter brede beek te geraken. Nadat de meeste paarden de overkant hadden bereikt, was de aanloop te kort om een bres in de Vlaamse linies te kunnen maken. Een charge van een dergelijke ridderschaar was een indrukwekkend schouwspel. Maar het is vooral een psychologische proef met de bedoeling de tegenstander op de vlucht te doen slaan. Maar ditmaal
    weken de Vlamingen niet. Een vernieuwing voor die tijd was dat veel voetvolk in deze slag uitgerust was met goedendags. Ze stonden in gesloten gelederen met naast hen telkens een man met een lans of een piek. De piek werd in de grond geplant en schuin naar voor gericht om de aanstormende paarden ten val te brengen. De goedendags sloegen dan toe om de paarden en de ridders te doden. Het voetvolk behield zijn gesloten slagorde en ving met succes de ruiterij op. Er wordt geslagen en gehakt op de paarden en de ruiters. Godevaart van Brabantprobeerde een doorbraak te forceren maar kwam ten val en sneuvelde. Raoul de Nesle, de aanvoerder van de linkervleugel, werd eveneens gedood in deze eerste aanval. Nog veel andere Franse ruiters en edelknapen sneuvelden bij deze eerste aanval. Langs Vlaamse zijde werd de aanvoerder Willem van Gulik zwaar verwond door een pijl doorheen zijn maliënkolder en werd weggeleid uit de eerste linies. De aanval van de linkervleugel was tot staan gebracht. De Franse ruiters op hun stilstaand paard konden zich met hun zwaard niet verdedigen tegen het Vlaams voetvolk met hun lange pieken. Ze werden een na een afgemaakt. Het centrum van de Vlamingen, iets verder gelegen van de beken, kwam wel in problemen: de Franse ruiterij had daar een langere aanloop en brak hier en daar door de Vlaamse linies. Een aantal Vlamingen sloeg op de vlucht waarop de toestand er kritiek werd. De kans bestond dan dat het Franse leger door de Vlaamse linies zou breken en dan konden ze andere Vlaamse troepen in de flank en in de rug aanvallen. Het reserveleger van Jan van Renesse kwam hierop te hulp. Over de hele linie werd er op korte afstand strijd geleverd. De ruiterij was daardoor weinig slagkrachtig en werd afgeslacht. De troepen van Renesse stopten niet alleen de aanval, maar deden de Fransen wijken. De strijd werd in het voordeel van de Vlamingen beslecht toen de Franse opperbevelhebber Robert II van Artois sneuvelde toen hij met zijn reservetroepen, bestaande uit drie batailles, te hulp snelde. Hij werd door Willem van Saeftinghe, een lekenbroeder uit de abdij Ter Doest in Lissewege, van zijn strijdros geslagen en daarna door de Vlamingen met een goedendag gedood.[ Aan de rechterzijde speelde zich hetzelfde scenario af. De Franse ruiters met de graven van Eu en van Aumale, Mathieu de Trie en Jacques de Châtillon konden wat dieper doordringen maar hun aanval werd toch afgeslagen. De Franse ruiters worden ook hier een na een afgemaakt met de goedendags. Waarschijnlijk kwam Jacques de Châtillon hier om het leven, maar geen enkele kroniekschrijver vond dit de moeite waard om te vermelden. Langs Vlaamse zijde onderscheidden zich, volgens Velthem, Boudewijn van Popperode (de burggraaf van Aalst) en de Zeeuws-Vlaming Willem van Boenhem.[ Het Franse garnizoen van Kortrijk, onder leiding van de burggraaf van Lens, probeerde nog een uitval met een aantal ridders, maar die werd door het leger van Ieper opgevangen en ze werden terug in het kasteel gedreven. Het Franse voetvolk en de overgebleven ridders werden teruggedreven naar de beken. De ruiters stonden zo dicht op elkaar dat de achterste rijen in de beken werden gedreven door hun eigen mensen. Ten slotte probeerden ze te vluchten. Veel ridders te paard bleven door hun zware wapenuitrusting steken in de beken en werden er afgemaakt. De Vlamingen weigerden hun overgave te aanvaarden, tegen de gebruiken van de tijd in. Het werd een slachting: naast Robert van Artois en Pierre Flote (raadgever van de Franse koning), sneuvelden zeven van de acht Franse aanvoerders. Vooraf was onder de Vlamingen afgesproken geen gevangenen te maken en ook geen oorlogsbuit te verzamelen. Dit was voor deze tijd een uitzonderlijke instelling. Volgens de regels van de toenmalige oorlogsvoering werd een ridder, die van zijn paard geslagen was, gevangengenomen maar niet gedood. Gevangen ridders brachten immers heel wat losgeld op. Toen de Fransen zagen dat hun ridders werden afgeslacht, sloegen zij op de vlucht. Slechts op het einde werden enkele Franse ridders, zoals Raoul de Grantcourt, gevangengenomen uit respect voor zijn dapperheid en in bescherming genomen door een Vlaamse ridder. Hij werd door Willem van Gulik overgedragen aan de Gentenaar Jan Borluut, die dan het losgeld kon innen. De laatste Franse reservetroepen, onder leiding van de graaf van Saint-Pol, de graaf van Boulogne en Louis van Clermont konden de beken niet meer oversteken omdat de Vlamingen er alweer klaar stonden in gesloten gelederen. Maar ze vielen niet meer aan. De Bruggelingen zagen dit, staken de Grote Beek over en vielen de Franse ruiters aan. Sommigen, onder leiding van Jean le Brun de
    Brunembert verdedigden zich maar werden afgemaakt. De rest sloeg op de vlucht. Velen werd de pas afgesneden en zij werden gedood. Anderen, zoals de leliaard Willem van Mosscher, werden tot aan hun kamp aan de Pottelberg achtervolgd en afgemaakt. De enkele Brabantse ridders, die onder de opstandige Godevaart aan de zijde van de Fransen hadden meegevochten, probeerden nog hun leven te redden door te roepen "Vlaanderen ende Leu", maar Gwijde van Namen beval ze allen te doden. Hun lijken werden verminkt. De overgebleven Fransen vluchtten nu in paniek. Velthem beschreef dat ze gevolgd werden tot tien kilometer van het slagveld. Ze werden opgejaagd tot Dottenijs, Zwevegem en Sint-Denijs met nog talrijke doden, zowel voetvolk als ruiters, tot gevolg. De poorten van Doornik werden gesloten, zodat de Fransen er geen toevlucht konden zoeken. Graaf Guy de Saint-Pol moest in de nabijgelegen SintNiklaasabdij overnachten. In die tijd gold diegene die overnachtte op het slagveld, als de winnaar. De Abdij van Ename leverde broden voor de hongerige strijders. De volgende dag werd het verbod opgeheven om de lijken te plunderen. De Vlamingen vonden op het slagveld – volgens de versie van Hendrik Conscience – minstens vijfhonderd vergulde sporen, vandaar de (moderne) naam van de slag. Enkel adellijke ridders konden zich de aankoop van vergulde sporen veroorloven. Andere ruiters droegen gewone ijzeren of verzilverde sporen. Maar ook nog tot in 1382 hingen er 500 paar gulden sporen in de Onze-LieveVrouwekerk in Kortrijk, samen met de buitgemaakte banieren en wimpels.[6] Ze werden na de Slag bij Westrozebeke in 1382 meegenomen door Bretoense huurlingen en tentoongesteld in de kathedraal van Saint-Denis. Ze zijn nu vervangen door kopieën. Het naakte lijk van Robert van Artesië bleef drie dagen op het slagveld liggen. Het lijk werd gevonden door een minderbroeder uit Atrecht, die het begroef in het klooster van Groeninge. Hij had dertig verwondingen vastgesteld op het lijk. Zelfs zijn tong was uit de mond gesneden. Op Kerstmis 1304 werd Robert van Artois plechtig begraven in de cisterciënzerabdij van Maubuisson door zijn dochter Mahaut.[ Robert II van Artesië, kleinzoon van de Franse koning Lodewijk VIII, aanvoerder van het koninklijke leger Raoul de Nesle, connétable van Frankrijk diens broer Gui de Nesle, maarschalk van Frankrijk Simon de Melun, maarschalk van Frankrijk Godevaart van Brabant, oom van hertog Jan II van Brabant (die hoopte om na de overwinning, met Franse steun zijn neef Jan II van Brabant van de troon te stoten) Jean de Burlats, grootmeester van de kruisboogschutters Renaud de Trie Jan I van Aumale, graaf van Aumale Jan II van Eu, graaf van Eu Robert de Tancarville Pierre Flote, juridisch adviseur van koning Filips de Schone Jacques de Châtillon, landvoogd van Vlaanderen Jan, graaf van Oostervant, de oudste zoon van Jan II van Avesnes, graaf van Henegouwen De Franse adel verloor een zestigtal baronnen en heren, honderden ridders en meer dan duizend schildknapen. Ook de Franse tros viel in Vlaamse handen. Er zijn ten minste vijftien eigentijdse kronieken bekend die deze veldslag beschrijven, waarbij er belangrijke verschillen zijn naargelang de Vlaamse of de Franse versie. Deze gebeurtenissen werden vanaf 1315 uitvoerig beschreven in ongeveer 1200 verzen in het Middelnederlands door de Brabantse geestelijke Lodewijk van Velthem in het vierde boek van het vijfde deel van het boek Spiegel Historiael. Dit boek werd eind dertiende eeuw in het Middelnederlands vertaald en bewerkt door de Damse dichter Jacob van Maerlant en bijgestaan door een lokale klerk Filip Utenbroeke.[8] Aan de hand van computationele stylometrie (de studie van linguïstische stijl in tekst, waardoor men het auteurschap kan toewijzen bij betwiste teksten) wordt betwijfeld of hij de oorspronkelijke auteur is van deze teksten over de Guldensporenslag. Het is goed mogelijk dat hij een
    eerdere bron heeft gebruikt en bewerkt zonder de auteur te vernoemen. In die tijden werd geen belang gehecht aan auteursrecht of plagiaat. Lodewijk van Velthem wijst er trouwens op dat voor het vierde boek ook ooggetuigenverklaringen werden gebruikt. Dit draagt bij tot de authenticiteit van zijn verslag. Anderzijds werden er in Frankrijk verschillende teksten geschreven waarin er werd gereageerd op de "leugens" in de Vlaamse teksten om aldus hun nederlaag wat te verbloemen. Een andere eigentijdse bron, geschreven in de periode tussen 1308 en 1311, zijn de Annales Gandenses van een anonieme auteur die zich een "Gentse minderbroeder" noemt. Deze annalen behandelen met een grote zin voor nauwkeurigheid de periode 1297-1310, met hierin belangrijke gebeurtenissen zoals de Brugse Metten (18 mei 1302), de Guldensporenslag (11 juli 1302), de Slag bij Pevelenberg (18 augustus 1304) en de Slag bij Zierikzee (10-11 augustus 1304). Er zijn van de Annalen vier kopieën bekend. Deze minderbroeder was waarschijnlijk een rechtstreekse getuige van deze gebeurtenissen omdat minderbroeders vaak aanwezig waren op het slagveld.[ De Florentijn Giovanni Villani beschreef deze veldslag in zijn Historie Fiorentine, geschreven voor 1348 (datum van zijn overlijden door de pest). Hij was aanwezig in Vlaanderen als agent van het machtig huis der Peruzzi's in Florence, waarschijnlijk om de boeten te innen, opgelegd door het Verdrag van Athis-sur-Orge in 1305. Hij heeft misprijzen voor de Vlaamse ambachtslieden. Hij noemt ze 'konijnen gevuld met boter' (Conigli pieni di burro), het laagste gespuis dat slechts denkt aan eten en drinken. Maar hij heeft evenmin goede woorden voor Filips de Schone of de Dampierres. Hij noemt deze veldslag een "onmogelijke gebeurtenis" (= een straf van God).[ Jacobus Meyerus schreef voor zijn Historiae een levendig, volgens de humanistische conventies gesteld verslag van de 'Slag bij Kortrijk' uit 1302. Tijdgenoten hadden het over de slag bij Kortrijk (la journée de Courtrai) of de slag van Groeninge. Meerdere kronieken vermeldden de dood van talrijke 'vergulde sporen' (als synoniem van ridders). Jean Froissart was omstreeks 1390 de eerste die vertelde over de aanwezigheid van 500 vergulde sporen in de Onze-Lieve-Vrouwekerk.[15] Pas eind 17e eeuw raakten de sporen geassocieerd met de naam van de slag.[16] Dit gebeurde in Les Délices des Pays-Bas (1697).[17] Een vertaling uit 1785 gaf dit als de "Slag der vergulde Sporen". Vanaf dan kwam deze benaming courant voor. De definitieve doorbraak kwam er in 1838 door Hendrik Conscience, wiens boek De Leeuw van Vlaanderen als ondertitel "De Slag der Gulden Sporen" droeg. Hierna vond de benaming "Guldensporenslag" algemeen ingang.
    Militair-strategisch belang: Zeven dagen later werd paus Bonifatius VIII 's nachts te Rome gewekt om hem mee te delen dat voor de eerste maal in de geschiedenis een leger van bijna uitsluitend voetvolk een leger van ridders had verslagen. Deze overwinning op het sterkste ridderleger van Europa door voetvolk betekende het begin van het einde voor ridders als militaire kaste.[18] Dit had ook sociale effecten in heel Europa. In de 13de en 14de eeuw werden meerdere conflicten tussen adel en opkomende burgerijen uitgevochten. Een eerder wapenfeit, hoewel op kleinere schaal, vond plaats in Noord-Nederland als de Slag bij Ane in 1227, waarin Drentse boeren het leger van de bisschop van Utrecht versloegen. Later in die eeuw volgden de overwinningen van het infanterieleger van het Zwitserse Eedgenootschap in 1291, op het Habsburgse ridderleger. In 1297 versloegen Schotten onder William Wallace een Engels ridderleger bij Stirling, en in 1314 onder Robert Bruce bij Bannockburn. In 1345 versloegen Friese boeren een Hollands-Henegouws ridderleger onder graaf Willem IV dat met een invasie Friesland wilde bezetten, in de Slag bij Warns, eigenlijk bij Stavoren. In 1346, in de Slag bij Crécy werd een Frans ridderleger opnieuw gedecimeerd, ditmaal door het vernuftige inzetten van Engelse boogschutters. Leenroerig belang voor het graafschap Vlaanderen: Vlaanderen herwon zijn zelfstandigheid van vroeger, maar werd bij de Slag bij Pevelenberg in 1304 tijdens de onderhandelingen tot zware toegevingen gedwongen nadat die slag onbeslist was geëeindigd. De graaf van Vlaanderen bleef onafhankelijker dan de andere Franse leenmannen, maar de Franse koning verstevigde zijn gezag en de graaf boette een deel van oude verworvenheden in. Het is pas na de Bourgondische eenmaking en de Honderdjarige Oorlog dat
    Vlaanderen uit het Frans leenverband werd gelicht, wat een definitief beslag vond in 1548 met de Vrede van Augsburg. Politiek belang: De overwinning op de edelen droeg bij aan de groeiende macht van de burgerij. Gilden eisten, en kregen, het stadsbestuur in handen. In Utrecht gebeurde dat op 8 mei 1304. (Er bestonden veel contacten tussen Vlaanderen en Utrecht.) Cultureel belang: Het jaarlijks opnieuw vieren van deze veldslag verspreidde zich vanuit het oorspronkelijke "Vlaanderen" (De Vlaanders) naar de rest van het huidige Vlaanderen (met Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg) die historisch gezien een kleinere rol speelden in de slag. Het conflict was veel complexer dan enkel de Vlamingen tegen de Fransen zoals vaak gedacht wordt. De viering van de Vlaamse Feestdag veranderde verschillende malen van betekenis: zo was het vroeger het feest waarop men de overwinning op Frankrijk vierde, maar profileert zich nu meer als een soort van eendrachtsfeest tussen alle Vlamingen. In 1838 schreef Hendrik Conscience de roman De Leeuw van Vlaanderen. Dit boek leverde een belangrijke bijdrage tot de grotere bekendheid van de Guldensporenslag bij het grote publiek. Nochtans schetst het werk een zeer geromantiseerd beeld van de strijd en inmiddels zijn via historisch onderzoek bepaalde elementen uit het boek foutief gebleken. Alhoewel de Vlaamse Beweging de roman vaak als een symbool voor de Vlaamse ontvoogdingsstrijd gebruikt schreef Conscience het boek destijds in feite om het Belgisch patriottisme aan te wakkeren. In het bekende 'Voorwoord' van het boek vraagt Conscience respect voor de Nederlandse taal en voor de Vlamingen binnen de Belgische staat, 'die men niet tot Walen mag maken.' Hoewel Conscience als Belgische patriot zelf had meegestreden voor de onafhankelijkheid van België (zie ook zijn boek 'De omwenteling van 1830'), nam hij dus geen blad voor de mond om de achterstelling van de Vlamingen aan te klagen. Tot op vandaag geldt in vele Vlaams-nationalistische kringen de Guldensporenslag als symbool voor de vele taalstrijden tussen Vlamingen en Franstaligen. De Vlaamse Gemeenschap heeft in 1973 11 juli als officiële Feestdag van Vlaanderenuitgeroepen. Nochtans stonden in 1302 de troepen van het Graafschap Namen, nu in Wallonië gelegen, aan de Vlaamse kant. Van een taalkwestie was in die tijd nog geen sprake. Het was dus zoals reeds vermeld een louter feodaal geschil. De allianties en rivaliteit van toen zijn dus helemaal niet te vergelijken met die van vandaag. Maar het enigszins aangepaste verhaal paste in de negentiende-eeuwse romantiek van een jong land op zoek naar helden in een lang en glorieus verleden. Er moet echter gewezen worden op het feit dat het hertogdom Brabant niet aan Franse zijde meevocht. Bronnen die het hertogdom Brabant als Franse bondgenoot vertegenwoordigen, hebben het eigenlijk op een kleine groep Brabantse ridders onder leiding van Godevaart van Brabant en zijn zoon Jan Van Vierson. Godevaart, die een zeer slechte relatie had met zijn neef, hertog Jan II van Brabant, was van plan om na de Guldensporenslag met Franse steun Jan II van de troon te stoten en zo het Hertogdom Brabant onder Franse invloed te brengen. Godevaart sneuvelde echter in de slag. Er moet ook opgemerkt worden dat er Brabantse ridders meestreden met de Vlamingen, waaronder Goswin van Gossenhoven die afkomstig was uit de streek van Tienen. Ook Walen en troepen uit het graafschap Loon waren van de partij. Bovendien sloot Brabant zich acht jaar eerder, in 1296 aan bij het anti-Franse verbond. Onmiddellijk na de Guldensporenslag trokken Vlamingen en Brabanders zij aan zij op tegen Henegouwen en belegerden ze samen de stad Dordrecht van het Graafschap Holland, omdat Holland wel een bondgenoot was van Frankrijk. Indien de Vlamingen de slag te Kortrijk verloren hadden, was het lot van Brabant op termijn ook beslist (in het nadeel van Brabant). Jan II van Brabant steunde achter de schermen wel degelijk de Vlamingen en niet de Fransen. De feestelijkheden ter gelegenheid van de 600e verjaardag van de slag in 1902 waren zowel een landelijke als Vlaamse aangelegenheid. 467 groepen uit alle hoeken van België namen deel aan het evenement. In het België van toen, dat nog op zoek was naar een eigen nationale geschiedenis, werd
    de slag ook gezien als een teken van het 'eeuwenoude' streven naar onafhankelijkheid van een land, dat pas in 1830 begon te bestaan. Het Groeningemonument van de hand van de beeldhouwer Godfried Devreese, dat oorspronkelijk in 1902 zou ingehuldigd worden, was pas vier jaar later klaar en werd op 5 augustus 1906 plechtig onthuld. In 1902 was er alleen een proefbeeld te zien. De Groeningepoort werd in 1908 in Andense steen opgetrokken en draagt als opschrift '1302 – Groeningheveld'. Pas na de Tweede Wereldoorlog kreeg de datum gaandeweg een exclusief Vlaamse betekenis. De animositeit nam toe in het begin van de jaren zestig, toen de taalgrens vastgelegd werd. Van 1960 tot 1962 werd er in Kortrijk elk jaar een taalstoet georganiseerd.







    11-07-2018 om 08:38 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 11 juli 1934 georgio armani

     

    11-07-2018 om 08:35 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 11 juli 1934 georgio armani

    11 juli 1934 Giorgio Armani (Piacenza, 11 juli 1934) is een Italiaans modeontwerper Oorspronkelijk studeerde Armani medicijnen, maar hij verruilde deze studie voor fotografie. Ook werkte hij als etaleur bij een groot warenhuis in Milaan. Armani begon zijn loopbaan in de jaren zestig bij Nino Cerruti, in 1970 opende hij zijn eerste eigen bedrijf. De gestileerde adelaar werd zijn handelsmerk. In 1980 volgde er een vestiging in de Verenigde Staten. Hij is vooral bekend van zijn modemerken "Giorgio Armani" en "Emporio Armani". Zijn streven is om een tijdloze, elegante mode te ontwerpen. Giorgio Armani als merk is beroemd. In 2001 noemde het tijdschrift Forbes Giorgio Armani de succesvolste ontwerper van Italië en schatte het de waarde van zijn bedrijf op 1,8 miljard dollar. Zijn imperium omvat onder andere: kleding cosmetica parfums juwelen horloges zonnebrillen (mode)accessoires Armani Fiori (designvazen, bloemsierkunst) Armani Dolci (chocolade, sinds 2002) Emporio Armani Café (10 wereldwijd) interieurbenodigdheden en design-meubels (Armani Casa) in 2008 werd het eerste 'Armani-Hotel' geopend in de Burj Khalifa, wereldwijd zullen er nog meer volgen. Mania (parfum) Emporio Armani Armani Jeans Giorgio Armani Armani Collezioni Armani Privé Armani Junior Black Armani Armani Exchange Armani Baby (sinds begin 2006) Reportage Armani EA7
    Giorgio Armani heeft momenteel ruim 300 vestigingen in 25 landen en 61 steden in alle werelddelen behalve Afrika. De komende twee jaar komen er wereldwijd minstens 40 vestigingen bij.
    In 1985 heeft Giorgio Armani zijn huis in de bergen van Rimini, Italië verkocht. Dit is midden 1985 gekocht en omgebouwd tot een van de grootste discotheken van Europa Baia Imperiale. In 1996 werd Armani samen met verschillende andere modeontwerpers veroordeeld wegens corruptie. Hij herstelde van die tegenslag en werd in 2002 benoemd tot Goodwill Ambassador voor het vluchtelingenprogramma van de Verenigde Naties.
    Tijdens de Olympische Winterspelen van 2006 in Italië ontwierp hij de kleding van de deelnemers die de Italiaanse vlag binnendroegen. Ter gelegenheid van het WK 2006 heeft Armani voor het Italiaanse voetbalteam klassieke pakken gemaakt maar ook vrijetijdskleding, compleet met sokken, horloges, zonnebrillen en manchetknopen. Voor de Italiaanse luchtvaartmaatschappij Alitalia ontwierp hij uniformen voor het personeel. Op verzoek van Mercedes-Benz werkte hij in 2005 mee aan het in- en exterieur voor een speciale versie van de CLK500 cabriolet. Armani ontwierp designapparatuur voor Sony. Armani werd in september 2003 in Beverly Hills gelauwerd met de eerste Walk of Style Award voor zijn bijdragen aan de mode en entertainmentwereld. De ontwerper kreeg een stoeptegel met zijn naam op de nieuwe boulevard Rodeo Drive Walk of Style. Armani ontwierp ook de outfit van Phil Collins voor zijn First Final Farewell Tour. Het is vrij bijzonder dat Armani na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zo actief blijft, ook in de modewereld. Het vermogen van Giorgio Armani is door Forbes geschat op 6,6 miljard dollar in 2016, waarmee hij bij de 200 rijksten der aarde behoort







    11-07-2018 om 08:34 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 10 juli 1851 louis daguerre

     

    10-07-2018 om 09:04 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 10 juli 1851 louis daguerro

    10 juli 1851 De Fransman Louis Jacques Mandé Daguerre (Cormeilles (bij Parijs), 18 november 1787 - Bry-surMarne, 10 juli 1851) wordt beschouwd als een van de uitvinders van de fotografie. Hij vond het diorama uit en in 1826 maakte hij samen met de Fransman Nicéphore Niépce de eerste succesvolle foto. Daarna nam hij de ontwikkeling van een methode om op snellere wijze foto's te maken ter hand. In 1837 (na de dood van Niépce) vond Daguerre de daguerreotypie uit, een methode waarbij op grote schaal foto's konden worden ontwikkeld. Het procedé waarbij een gepolijste, met kwikdampen geprepareerde plaat werd gebruikt leverde positieve, gespiegelde beelden die niet gereproduceerd konden worden. De beelden waren wel zeer gedetailleerd. Louis Daguerre werd opgenomen in de exclusieve Orde "Pour le Mérite". Hij is een van de 72 Fransen wier namen op de Eiffeltorengegrift staan





    10-07-2018 om 09:02 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 10 juli 1943 arthur ashe

    10 juli 1943 Arthur Robert Ashe, Jr. (Richmond (Virginia), 10 juli 1943 - New York, 6 februari 1993) was een Amerikaanse tennisser. Ashe groeide op in Richmond (Virginia). Hij werd in 1963 als eerste zwarte Amerikaan geselecteerd voor het Amerikaanse Davis Cup-team. In 1968 won hij de US Open. Vervolgens werd hij een van de drijvende krachten achter de oprichting van de Association of Tennis Professionals (ATP). In 1969 weigerde het apartheidsregime van Zuid-Afrika hem een visum, waardoor hij niet kon deelnemen aan de South African Open. Ashe won in 1975 op Wimbledon. In 1980 kwam een eind aan zijn tenniscarrière. Ashe ging schrijven voor Time Magazine, en werd commentator voor ABC Sports. Zowel in 1979 als in 1983 onderging Ashe een hartoperatie. In 1988 werd ontdekt dat Ashe als gevolg van de bloedtransfusies tijdens een van deze operaties hiv had opgelopen. Ashe en zijn vrouw hielden dit geheim tot 8 april 1992, toen hij zich als gevolg van geruchten genoodzaakt zag opening van zaken te geven. Ashe richtte kort voor zijn dood het Arthur Ashe Institute for Urban Health op, en werd uitgeroepen tot sportman van het jaar. Ashe overleed op 49-jarige leeftijd aan complicaties die het gevolg waren van aids. In 1985 werd hij opgenomen in de prestigieuze Tennis Hall of Fame.





    10-07-2018 om 09:00 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief
  • Alle berichten

    Hoofdpunten blog blankenbergsstadsbeeld
  • fotowandeling 20
  • HARMONIE
  • WORDING
  • fotowandeling 20
  • LIPPENS & DE BRUYNE

    Hoofdpunten blog einstein
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG

    Hoofdpunten blog mijnroots
  • Van al diegenen die niets te zeggen hebben, zijn de meest aangename mensen diegenen die zwijgen
  • Ik heb geconstateerd dat mensen van gedachten houden die niet tot denken dwingen.
  • Tijd hebben alleen diegenen, die het tot niets gebracht hebben en daarmee hebben ze het verder gebracht dan alle anderen.
  • Depressies kan je bestrijden door op je arm geleund in het niets te staren. Bij zware depressies van arm wisselen.
  • Een kus is een mooie truc van de natuur om het praten te stoppen als woorden overbodig zijn.

    Hoofdpunten blog automobile
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • mclaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!