Foto
Inhoud blog
  • verjaardagen
  • 2 juni
  • 2 juni
  • 2 jui
  • 1 juni
  • mei 31
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • WAT WEET JE OVER VOETBAL
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    toen

    08-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 08 aug 1982 ferre grignard

     

    08-08-2018 om 09:21 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 08 aug 1982 ferre grignard

    8 aug 1982 Ferre Grignard (Antwerpen, 13 maart 1939 - 8 augustus 1982) was een Belgische zanger en gitarist. Hij verwierf faam tijdens de jaren 60 van de vorige eeuw met nummers als "Ring, Ring, I've Got To Sing", "Drunken Sailor", "Captain Disaster" en "My Crucified Jesus". Ferre werd geboren in een burgerlijk milieu waar hij later weinig mee te maken zou willen hebben. Tijdens zijn jeugd bij de scouts leerde hij gitaar spelen en met zijn broer en een vriend vormde hij een mondharmonicatrio. Hun optredens vonden plaats in echte skifflestijl met het typische wasbord. Toen hij eind jaren 50 van de vorige eeuw kunstonderwijs ging volgen aan het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten in de Cadixstraat in Antwerpen, kreeg hij bekendheid in de Antwerpse artiestenwereld. Niet omdat zijn schilderijen zo goed verkochten, maar omdat hij gitaar speelde en zong als een blanke zwarte. "Hij heeft de blues, al spreekt hij geen woord Engels", zei men[bron?] weleens. In 1964 werd in Antwerpen het muziekcafé "De Muze" geopend en Ferre Grignard mocht er elke donderdag optreden met George Smits op gitaar en mondharmonica en Miel De Somer op wasboard. Zijn song "Ring Ring I've Got To Sing" kende er zoveel succes dat Walter Masselis, één van de eigenaars van "De Muze", er een single van liet persen. De eerste 500 exemplaren waren onmiddellijk uitverkocht. Hans Kusters, een talentscout van het Philipslabel, liet een nieuwe opname maken en de single werd een hit. Met zijn hippie-achtige imago, zijn lange haar en nonchalante uiterlijk, werd hij ook weleens de Vlaamse Bob Dylangenoemd. Een hoogtepunt was een optreden in de Olympia in Parijs in april 1966. Kort daarop klaagde hij de Franse vedette Johnny Hallyday aan, die een bewerking had gemaakt van zijn tweede hit "My Crucified Jesus" met als titel "Cheveux longs idées courtes". Het plagiaat zelf kon hem niet zoveel schelen, wel het feit dat Halliday er een tekst op had gemaakt, die beledigend was voor hippies in het algemeen en Grignard in het bijzonder. In oktober 1966 mocht hij zelfs optreden in de Star-Club in Hamburg, waar ooit The Beatles hadden opgetreden. Zelfs in Londen stonden er optredens geprogrammeerd. Ferre verdiende groot geld, maar jammer genoeg wist hij het niet te beheren. Grignard leefde overeenkomstig zijn imago: wild en nonchalant. Bovendien waren er problemen met zijn platencontract en na een jaar van stilte verscheen in 1968 een nieuwe elpee: "Captain's Disaster". Intussen was de motivatie er bij Ferre uit en zijn optredens werden slechter. Dat deed zijn carrière geen goed en de fans waren hem snel vergeten. De elpees die intussen nog verschenen, flopten en omdat Ferre nooit belastingen had betaald, werd in 1979 zijn inboedel openbaar verkocht. Ferre Grignard werd weer cafézanger. Vlak voordat hij in 1982 aan keelkanker zou overlijden, probeerde hij een comeback te maken, "met beklemmend werk, indringend als een lange doodskreet".[bron?] Ferre Grignard ligt begraven op de begraafplaats Schoonselhof te Wilrijk.
    Discografie
    Albums Jaar Titel Referentie 1966 Ring, Ring, I've Got To Sing Fontana - 858 088 FPY 1968 Ferre Grignard Philips - 12837 1969 Captain Disaster Disques Barclay - 920 117 1972 Ferre Grignard (1972) Disques Motors - MT 44011 1978 I Warned You Philips - 6320 042 Singles Jaar Titel Referentie 1965 Ring, Ring, I Have To Sing / Maureen De Muse - S 50116 1966 Hash Bamboo Shuffle 1702 / Drunken Sailor Philips - 319 880
    1966 My Crucified Jesus / She's Gone Philips - 319 875 1966 Ring, Ring, I've Got To Sing / We Want War Philips - 319870 bf 1966 Drunken Sailor / Hash Bamboo Shuffle 1702 Philips - 319 880 1967 A Worried Man / Maureen Philips - 319 892 1968 Captain Disaster / Tell Me Now Barclay - 60 956 1968 La, Si, Do / Yellow You, Yellow Me Barclay - 60 847 1968 Yellow You, Yellow Me / Close Your Noses … If La, Si, Do / Old Joe Clarck Barclay - 71 199 1969 Close Your Noses … If / Old Joe Clarck Barclay - 60 868 1969 Yama, Yama, Hey / I Won't Have A Dance Barclay - 61 044 1971 Railroad Bill / Maybe Tomorrow 6013 909 1972 Lazy John / She's Back Disques Motors - 4022 1973 Knockin' Me Down / When I'm Down Ssm - 001 1978 I Warned You / All Right







    08-08-2018 om 09:20 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 08 aug 1937 louis neefs

     

    08-08-2018 om 09:19 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 08 aug 1937 louis neefs

     

    08-08-2018 om 09:17 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 08 aug 1937 louis neefs

    8 aug 1937 Ludwig Adèle Maria Jozef (Louis) Neefs (Gierle, 8 augustus 1937 – Lier, 25 december 1980) was een Belgische zanger en een voorvechter van het Vlaamse lied en de Vlaamse kleinkunst. Neefs' voeling voor sterke nummers en kwaliteit, en zijn karakteristieke diepe, warme stem maakten hem tot een van de bekendste Vlaamse zangers ooit. Zijn bekendste liedjes zijn Mijn vriend Benjamin, Margrietje, (Oh oh) Ik heb zorgen, Aan het strand van Oostende, Jennifer Jennings, Martine, Laat ons een bloem en Annelies uit Sas van Gent.
    Neefs heeft een groot deel van zijn kindertijd doorgebracht in de lagere school te Gierle, waar hij zelfs les kreeg van zijn eigen vader. In het middelbaar onderwijs heeft hij verschillende scholen doorlopen, waaronder de Jezuïetenschool in Turnhout, het Sint-Romboutscollege in Mechelen en de Technische Scholen Mechelen en ten slotte het Technisch Instituut van Borgerhout. Zijn betrachting was technisch tekenaar te worden met als specialiteit bruggenbouw. Tijdens zijn collegetijd kwam zijn zangtalent aan het licht en zijn eerste muzikale vorming kreeg hij in het collegekoortje. Tijdens zijn studies aan de Technische School leerde Neefs gitaarspelen. Tijdens zijn studententijd waren zang en muziek slechts een hobby naast het voetbal. Neefs begeleidde zichzelf op de gitaar bij het zingen van liedjes onder het pseudoniem Ludwig Künner, van Jo Erens en Frits Rademacher. Neefs trad aanvankelijk op voor familie en kennissen en werd uiteindelijk zanger in het groepje Sun Spot (Einde van de jaren 1950). Via optredens en talentenjachten kreeg hij een platencontract aangeboden Door toedoen van talentscout Marieke Wuyts[1], alias Ke Riema, kwam Louis Neefs in contact met Jacques Kluger en Bobbejaan Schoepen. Zij zorgden ervoor dat Neefs onder de aandacht kwam van de platenmaatschappijen, wat liedjes als Anita my love, Margrietje en Ein kleines Kompliment opleverde. De eerste hit kwam in 1960: Ein kleines Kompliment. Deze single betekende de doorbraak in zijn carrière en er volgden vele singles en langspeelplaten. Veel van zijn hits zoals Mijn vriend Benjamin, Annelies uit Sas van Gent, Aan het strand van Oostende, Zondagmiddag Lilian en Laat ons een bloem waren Nederlandstalig en vaak door Phil van Cauwenbergh geschreven bewerkingen van zorgvuldig gekozen Amerikaanse songs. Neefs nam platen op in verschillende talen, maar uiteindelijk had hij toch het meest verkoopsucces in Vlaanderen en Nederland. Een van zijn grootste hits Margrietje, geproduceerd door Peter Koelewijn, belandde in Nederland in de top 10. In 1959 stond Neefs in de Belgische ploeg tijdens de Europabeker te Knokke. In 1965 won hij met Wat een leven de eerste plaats op het Vlaams Schlagerfestival. Neefs nam deel aan vele liedwedstrijden, ook internationaal en met succes. Zo nam hij in 1968 in Athene ook deel aan de internationale "Olympiade van het lichte lied", en behaalde hij een glansrijke overwinning met het liedje Iris. Hij vertegenwoordigde België tweemaal op het Eurovisiesongfestival, in 1967 te Wenen met Oh oh ik heb zorgen en in 1969 te Madrid met Jennifer Jennings. Beide keren eindigde hij als zevende. In 1970 kaapte hij de hoofdprijs weg met De Duivels van Loudun op het liedjesfestival "Costa del Sol" in Almeria, Spanje. Hij nam ook deel aan wedstrijden tot in Zuid-Amerika en Joegoslavië toe. Naast zanger was Neefs presentator bij de BRT en was hij, samen met Rocco Granata, impresario voor diverse artiesten. In Vlaanderen was Neefs presentator van televisieprogramma's als Binnen en Buiten en Tienerklanken. Hij verleende zijn stem aan de Nederlandse versie van de Disney- film De Aristokatten. Louis Neefs was sociaal geëngageerd. Behalve gevoelig voor het opkomende milieu-thema (zie het lied Laat ons een bloem uit 1970), streed de zanger tijdens zijn carrière ook voor een betere behandeling van het Vlaamse lied. Hij vond dat de nationale zenders 20 tot 25% Nederlandstalig werk
    moesten draaien en pleitte voor een beter sociaal statuut voor artiesten. Hierdoor kwam hij in conflict met de toenmalige BRT-radioproducers Jan Schoukens en Jan Van Rompaey. Daarnaast was Neefs politiek actief, als CVP-gemeenteraadslid in Mechelen. Neefs en zijn vrouw Liliane kwamen, beiden op 43-jarige leeftijd, op kerstdag 1980 om het leven bij een verkeersongeval in Lier, waarbij hun toen 15-jarige zoon Güntherzwaargewond raakte. Hun andere zoon Ludwig was op dat moment op skivakantie. Günther werd later naar zijn vaders evenbeeld een bekend zange In 1982 werd er een huldeprogramma uitgezonden Nooit zonder jou, met interviews over Neefs aangevuld met archiefbeelden. Op 19 december 2000 vond in het Antwerpse Sportpaleis, in navolging van de gelijknamige cd, het groots opgezette concert 'Louis Neefs -ann 20 jaar later' plaats.[2] Het eerbetoon lokte twaalfduizend toeschouwers en werd georganiseerd door Louis' zus Connie Neefs en zijn zoon Günther. Artiesten zoals Paul Michiels, Toots Thielemans, René Froger, Bart Peeters, Raymond van't Groenewoud en Stef Bos brachten hun eigen interpretatie van de oude hits van Neefs.[3] Laat ons een bloem van Neefs werd op 2 juni 2006 verkozen tot het mooiste Nederlandstalige lied in het programma Zo is er maar één op de Vlaamse zender één. Het nummer werd toen uitgevoerd door de op dat ogenblik nog relatief onbekende band Yevgueni. Neefs' nummer "Wat Een Leven (Als Ik Ooit Eens 5 Minuten Tijd Heb)" werd in 1965 gebruikt in het televisieprogramma "Echo" op beelden van een groep wegwerkers die uitgebreid hun tijd nemen om een weg aan te leggen. Dit filmpje is een klassieker geworden en wordt nog regelmatig herhaald. In 2005 eindigde Neefs op nr. 323 in de Vlaamse versie van De Grootste Belg, buiten de officiële nominatielijst. Op 5 augustus 2007 werd in Gierle, zijn geboortedorp, een borstbeeld onthuld. Op 8 augustus 2007 zou Neefs zeventig geworden zijn. In 2010 werd zijn nummer Jennifer Jennings opgenomen in de eregalerij van de Vlaamse klassiekers van Radio 2. Op 19 september 2010 zongen Helmut Lotti en Stef Kamil Carlens het lied Laat ons een bloem als een protestsong op de trappen van het Antwerpse gerechtshof om aandacht te vestigen op de negatieve gevolgen van de bouw van de Oosterweelverbinding en de verbreding van de R1 voor de stadsontwikkeling van Antwerpen. In 2012 werd er een aflevering van Belpop aan Louis Neefs gewijd. In april 2013 werd de Golden Lifetime Award Postuum van de gemeente Aarschot aan hem opgedragen en overhandigd aan zijn zus Connie Neefs. 1958: Het Peloton 1960: Ein kleines Kompliment (met onder meer Mijn dorpje in de Kempen) 1961: Tango Für Einsame Herzen 1962: Louis Neefs (met onder meer Wat een leven, Ik lees in je ogen, Sixteen tons en Een gitaar in de nacht) 1963: Liedjes voor kleine en grote mensen (met onder meer De poppenstoet en Ik zag twee beren) 1969: Eurovision (waarop ondanks de titel niet zijn twee Eurovisie-inzendingen staan) 1971: Het beste van Louis Neefs (met onder meer Laat ons een bloem, Jennifer Jennings en Mijn vriend Benjamin) 1971: Hallo met Louis Neefs (verzamelalbum) 197?: Tijl, ulieden spieghel 1976: Mijn dorp in de Kempen (met onder meer Mijn dorp in de Kempen en Hé lieve mensen) 1980: Nooit zonder jou (met onder meer Martine, Annelies uit Sas van Gent en Aan het strand van Oostende) 1982: Louis (verzamelplaat) 1982: 38 Gouden successen (verzamelalbum) 1990: Een carrière (verzamelalbum) 2000: 20 jaar later
    2010: Goud van hier





    08-08-2018 om 09:15 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 08 aug 1937 dustin hoffman

     

    08-08-2018 om 09:14 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 08 aug 1937 dustin hoffman

    8 aug 1937 Dustin Lee Hoffman (Los Angeles (Californië), 8 augustus 1937) is een Amerikaanse filmacteur. Hij is tweevoudig Oscarwinnaar. Het was zijn ambitie om concertpianist te worden, reden om na zijn middelbareschooltijd te gaan studeren aan het Los Angeles Conservatory of Music, maar hij haakte vroegtijdig af. Vervolgens studeerde hij een jaar aan het Santa Monica City College, maar ook daar stopte hij vanwege weinig bemoedigende resultaten. Dat jaar echter volgde hij een acteercursus, omdat hem was verteld dat "niemand acteren kan verprutsen". Hij speelde twee jaar in het Pasadena Playhouse met collegaacteur Gene Hackman, die ook een tijdje zijn kamergenoot was. Vervolgens verhuisde hij naar New York, waar hij een periode van 12 ambachten en 13 ongelukken had, inclusief een incidentele rol in een televisieprogramma. Om in zijn levensonderhoud te voorzien was hij een poosje leraar. In 1961 kreeg hij een rol in een Broadway-productie. Daarna verliet hij het acteren weer een poosje, studeerde samen met Lee Strasberg en werd een overtuigd method actor. In 1967 maakt hij zijn filmdebuut in The Tiger Makes Out. In datzelfde jaar vestigde hij zijn naam met The Graduate, waarin hij een afstuderende student speelde, hoewel hij bijna 30 jaar was. Voor zijn rol in The Graduate ontving hij een nominatie voor de Academy Award. Ook kreeg hij een Oscarnominatie voor zijn rol in Midnight Cowboy (1969). Hoffman staat in de filmwereld bekend als perfectionist. Dit levert hem bij tijd en wijle conflicten op met regisseurs en andere acteurs, maar ook beloningen zoals de Academy Award voor zijn rollen in de films Kramer vs. Kramer (1979) en Rain Man(1988). In 1983 keerde Hoffman terug naar Broadway, in de rol van Willy Loman in Death of a Salesman. Hoffman heeft zijn eigen productiemaatschappij, Punch Productions, waarmee hij films heeft geproduceerd met hemzelf in de hoofdrol, zoals Tootsie (1982), Hero (1992), en Wag the Dog (1997). Hoffman heeft twee kinderen uit zijn eerste huwelijk met Anne Byrne (huwelijk van 1969 tot 1980) en vier uit zijn huidige huwelijk met Lisa Gottsegen (getrouwd in 1980).





    08-08-2018 om 09:12 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 07 aug 1957 oliver hardy

     

    07-08-2018 om 09:01 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 07 aug 1957 oliver hardy

    7 aug 1957 Oliver Hardy, echte naam Norvell Hardy (Harlem, Georgia, 18 januari 1892 – Hollywood, 7 augustus 1957), was een Amerikaansfilmacteur. Hij is in het bijzonder bekend geworden als de 'dikke' helft van het komische duo Laurel en Hardy. Tussen 1914 en 1951 maakte hij furore in meer dan 400 films. Bekende titels zijn The Flying Deuces, Tit for Tat, Big Business, “Perfect Day” en The Bohemian Girl. Hardys vader, Oliver, was een oorlogsveteraan die gewond was geraakt bij de Slag bij Antietam. Zijn familie was in 1891 naar Madison verhuisd. Norvell Hardy werd vermoedelijk geboren in Harlem, maar sommige bronnen spreken van Covington. Zijn vader stierf minder dan een jaar na zijn geboorte. Hardy was de jongste van vijf kinderen. Hij was als kind soms erg lastig. Zo werd hij naar de militaire academie van Milledgeville gestuurd. Op zijn 13e ging hij naar het Young Harris College in NoordGeorgia. Hij had echter maar weinig belangstelling voor zijn studie. Wel kreeg hij al op jonge leeftijd interesse in muziek en theater. Hij sloot zich aan bij een theatergroep en liep zelfs weg van een kostschool bij Atlanta om met dit gezelschap mee te kunnen gaan. Hij studeerde muziek en stemtraining bij Adolf Dahm Patterson. Ergens voor 1910 nam Hardy reeds de naam "Oliver Norvell Hardy" aan, waarbij “Oliver” bedoeld was als eerbetoon aan zijn vader. Hardy’s moeder wilde dat hij rechten zou gaan studeren aan de Universiteit van Georgia, maar het is niet bekend of Hardy dit ook gedaan heeft.
    In 1910 werd er een bioscoop geopend in Hardy’s thuisstad Milledgeville. Hardy kreeg hier werk als projectionist, kaartverkoper, conciërge en manager. Zo raakte hij betrokken bij de filmindustrie, en hij was ervan overtuigd dat hij beter werk kon afleveren dan de acteurs die hij in de films zag. Een vriend gaf hem de tip om naar Jacksonville in Florida te gaan, omdat daar films werden opgenomen. In 1913 volgde Hardy dit advies op. Hij verdiende in deze periode de kost als zanger en cabaretier in vaudevilletheaters. Hij ontmoette in deze tijd ook zijn eerste vrouw, de pianiste Madelyn Saloshin. In 1914 maakte Hardy zijn eerste film: Outwitting Dad van Lubin. Hij werd op de aftiteling vermeld als O. N. Hardy. In zijn persoonlijke leven kreeg hij de bijnaam “Babe” Hardy, een naam bedacht door een Italiaanse kapper. Hardy’s grote omvang beperkte echter wel het aantal rollen dat hij kon spelen. Hij werd vaak gecast als de zwaarlijvige schurk. Rond 1915 had Hardy reeds 50 korte films gemaakt voor Lubin. Hij verhuisde naar New York om te gaan werken voor Pathé, Casino en Edison Studios. Hij keerde nadien terug naar Jacksonville om te gaan werken voor de Vim Comedy Company. Deze studio sloot toen Hardy ontdekte dat de eigenaren geld stalen van het personeel.[1] In de jaren erop werkte Hardy samen met Charlie Chaplinimitator Billy West en Ethel Burton Palmer. In 1917 verhuisde Hardy naar Los Angeles om te gaan werken als freelance acteur. Tussen 1918 en 1921 maakte Hardy meer dan 40 films voor Vitagraph. In 1921 was hij voor het eerst samen te zien met zijn latere partner Stan Laurel in The Lucky Dog. In 1919 scheidde hij van zijn vrouw. Op 24 november 1921 trouwde hij met actrice Myrtle Reeves. In 1924 kwam Hardy te werken voor Hal Roach, waar hij onder meer optrad in de Our Gang-films en Charley Chase. In 1925 speelde hij de tinnen man in de Wizard of Oz. In 1926 zou Hardy optreden in Get ’Em Young, maar hij belandde onverwacht in het ziekenhuis na zich te hebben verbrand aan een hete lamsbout. Laurel nam daarom de rol van hem over.[2
    In 1926 (zij het pas echt in 1927) begon zijn samenwerking met Stan Laurel bij Hal Roach. Al snel werden zij bekend als komisch duo en speelden zij samen in veel stomme films. Later speelden zij ook, aanvankelijk met tegenzin, in gesproken films.
    Hardy en Laurel bleven een duo tot aan Hardy’s dood. Officieel had Hardy een hekel aan zijn omvangrijke postuur, maar de studio drong erop aan dat hij niet op dieet zou gaan om zo het contrast tussen hem en de magere Laurel te behouden. In 1937 scheidde hij van Reeves. In 1940 trouwde hij met Virginia Lucille Jones. In 1949 trad Hardy nog eenmaal zonder Laurel op in een film, te weten The Fighting Kentuckian.
    De laatste jaren van zijn leven ging Hardy’s gezondheid snel achteruit. In 1954 kreeg hij een lichte hartaanval, in 1955 gevolgd door een beroerte. Daar herstelde hij nooit geheel van. In 1956 ging hij meer aandacht aan zijn gezondheid besteden. Hij ging op dieet, wat zijn uiterlijk drastisch veranderde. Uit brieven tussen Hardy en Laurel blijkt echter dat Hardy mogelijk aan een vorm van terminale kanker leed, wat de oorzaak zou zijn van zijn plotselinge gewichtsverlies. In september 1956 kreeg Hardy opnieuw een beroerte waardoor hij maanden te bed moest blijven en niet meer kon praten. Begin augustus 1957 volgden nog twee beroertes, waardoor hij in een coma belandde waaruit hij niet meer zou ontwaken. Hij overleed in 1957 op 65-jarige leeftijd.[3] Oliver Hardy ligt begraven op het Valhalla Memorial Park Cemetery in Noord-Hollywood.





    07-08-2018 om 09:00 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 07 aug 1876 mata hari

     

    07-08-2018 om 08:58 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 07 aug 1876 mata hari

    7 aug 1876 Mata Hari, pseudoniem van Margaretha Geertruida (Griet) Zelle (Leeuwarden, 7 augustus 1876 - Vincennes, 15 oktober 1917), was een Nederlandse exotische danseres. Ze werd door de Fransen schuldig bevonden aan spionage en gefusilleerd. Margaretha Zelle werd geboren aan de Kelders in Leeuwarden als dochter van Adam Zelle (18401910), een winkelier in hoeden, en Antje van der Meulen (1842-1891).[1] Tot haar 13e kreeg ze Franse, Duitse en Engelse privélessen. In de periode 1883-1889 woonde ze in de Grote Kerkstraat. Haar vader ging in 1889 echter failliet, en kort daarna scheidden haar ouders van tafel en bed.[2] Twee jaar later verloor ze haar moeder, waarna Margaretha op 15-jarige leeftijd bij haar peetoom in Sneek moest gaan wonen.[3] Haar vader hertrouwde in Amsterdam op 9 februari 1893 met Susanna Catharina ten Hoove. Zelle kwam na de scheiding in Leiden terecht. Daarna woonde ze bij een oom in Den Haag. Ze volgde in Leiden een opleiding tot kleuterleidster, maar toen de directeur avances begon te maken, werd ze door haar oom van de opleiding gehaald.[2] [4] Zij was de tante van de dominee Johannes Hendrikus Zelle. Op haar 18e reageerde Zelle op een contactadvertentie [5] in de krant van de KNIL-kapitein Rudolph MacLeod. Zelle had, naar eigen zeggen, van jongs af aan al een voorliefde voor mannen in uniform gehad en mannen die niet tot het leger behoorden hadden haar nooit geïnteresseerd. Letterlijk zei ze: “de officier is in mijn ogen een hoger wezen, een held, steeds bereid tot het trotseren van allerlei gevaren en tot het beleven van avonturen.”[6] MacLeod was een lid van de Nederlandse tak van de Schotse familie MacLeod, waarvan de stamreeks in Nederland begint met Norman MacLeod (circa 1690-1739). Hij was op 1 maart 1856 geboren te Heukelum, als zoon van kapitein John Brienen MacLeod en Dina Louise barones Sweerts de Landas. Ze trouwde met hem op 11 juli 1895 in Amsterdam; MacLeod was twintig jaar ouder[7] en werd in de latere beeldvorming vaak voorgesteld als een dronkaard en een halve gek (in Het liefdesleven van Mata Hari en haar dood, 1925, door E. Gamez Carillo); ook daarna werd hij voorgesteld als een bruut die het leven van zijn echtgenote tot een hel had gemaakt. Met name Pat Shipman, in Femme Fatale, love, life and the unknown lies of Mata Hari (2007) gaf hem expliciet weer als een jaloerse, drankzuchtige en financieel weinig daadkrachtige lomperik. De vader van Zelle zelf had echter eerder, in 1906, met zijn boek Mata Hari. Mevrouw M.G. MacLeod Zelle, de levensgeschiedenis van mijn dochter en mijn grieven tegen haar vroegere echtgenoot de basis voor al deze negativiteit ten aanzien van MacLeod gelegd. Dit boek was min of meer uit financiële overwegingen geschreven en een regelrechte haatcampagne tegen MacLeod, die in het boek door de modder gesleurd werd.[6] Dit huwelijk was in twee opzichten zeer belangrijk voor Zelle - het bracht haar in de Haagse 'betere standen' en ze verwierf meteen een financiële stabiliteit. In 1897 vertrok het gezin MacLeod naar Nederlands-Indië. Inmiddels was hun zoon Norman-John MacLeod geboren. In 1898 werd te Malang (Java, Indonesië) hun dochter Louise Jeanne MacLeod geboren.[8] Zelle trok tijdelijk in bij de familie Van Rheede, een ander Nederlands officiersgezin. Maandenlang bestudeerde ze de Indische tradities en cultuur. Ze werd ook lid van een lokale dansgroep. In 1897 gebruikte ze voor het eerst de artiestennaam 'Mata Hari', Maleis voor Oog van de dageraad ofwel zon. In 1899 overleed hun zoon Norman-John, waarschijnlijk door vergiftiging. Wegens toenemende huwelijksproblemen besloot het echtpaar MacLeod in 1902 naar Nederland terug te keren. Nog datzelfde jaar volgde een scheiding van tafel en bed. De echtscheiding werd voltrokken in Rheden op 10 juni 1907 In 1902 vertrok Zelle naar Parijs, waar ze een tijdje als amazone optrad in een circus onder de naam Lady MacLeod en waar ze de kost verdiende als schildersmodel. Begin 1905 begon ze met het opvoeren van de exotische dansen waarmee ze uiteindelijk beroemd zou worden. Ze nam nu permanent de naam Mata Hari aan. Ze debuteerde op 13 maart 1905 met haar act in Musée Guimet [9] en haar optredens werden meteen een succes. Die voorstellingen hielden in dat Mata Hari danste, begeleid door gamelanmuziek, en zich vervolgens van het ene na het andere kledingstuk ontdeed; voor een ogenblik zag men haar dan ronddraaien, slechts bedekt door de zware gouden munten van haar collier. Vervolgens zonk zij ineen aan de voeten van een gouden boeddha en wierpen haar dienaressen een grote zwarte sluier over haar heen.[10] De dans werd in 1906 beschreven als: “haar naaktheid is bewonderenswaardig en kuis, omdat hij schoon is. De volmaaktheid der vormen schenkt hoog kunstgenot aan hen die het voorrecht hebben deze dansen te aanschouwen en geen enkel idee dat niet zuiver-esthetisch was, kwam daarbij bij hen op.”[11]
    Een ooggetuige schreef hierover: “Ik heb haar gezien, jaren geleden, in haar bloeitijd, als je het zo mag noemen. Zij was toen een verblindend mooie vrouw en zij maakte een parodie van de karaktervolle Indische dans, maar dat merkten de Fransen niet eens. Zij was een rijpe vrouw, mooi, van een wellustige zinnenbedwelmende schoonheid.”[12] Mata Hari verscheen op kunstenaarsfeesten te Montmartre en in voorname salons van de internationale wijk (tussen de Champs-Élysées, de Arc de Triomphe en de Bois de Boulogne), waarbij zij met een zwaar accent sprak en vaak de conversatie begon met de zin: “In mijn jeugd, toen ik voor de radja's danste, aan de oevers van de Ganges...” Zij werd beschreven als: slank, groot en weelderig van vormen, met een klassiek profiel en met te grote zwarte ogen, haar huid van een lichte goudachtige bronskleur.[13] Nadat de Gil Blas een lovende beschrijving van haar danskunst had gegeven, begon Mata Hari spoedig daarna op te treden in de Ambassadeurs, een variététheater, en vervolgens in allerlei Parijse cafés; tussendoor gaf zij gastvoorstellingen in enkele steden in Europa en Amerika, waaronder optredens in Wenen, Monaco, Madrid en zelfs de Scala in Milaan. In 1915 trad zij in Nederland op bij een opvoering van de Franse opera op het Leidsche Plein in Amsterdam. In deze tijd hadden de geruchten over haar fabelachtige rijkdom, dat zij leefde in een kasteel dat eens aan Madame de Pompadour had toebehoord, en dat zij bij het uitbreken van de oorlog in Berlijn was geweest, waar zij in moeilijkheden zou zijn gekomen, het publiek in Amsterdam al bereikt. Mata Hari zou tijdens de voorstelling verschijnen in een oude Franse menuet met muziek van Couperin en trad op in een laat-achttiende-eeuwse japon. De dans stelde verschillende liefdesscènes voor, maar het publiek was enigszins teleurgesteld dat zij niet had opgetreden in de gewaden die men uit de verhalen uit Parijs kende.[14]
    Over Mata Hari, de exotische danseres, deden talloze geruchten de ronde. Zo zou zij een financier, geparenteerd aan een politicus, die herhaaldelijk minister was geweest, als slachtoffer hebben gehad. Deze financier zou binnen enkele maanden voor Mata Hari zijn vrouw en kinderen tot armoede hebben gebracht en uiteindelijk malversaties hebben gepleegd, waarvoor hij tien jaar gevangenisstraf kreeg. Mata Hari stond aldus bekend als een vrouw die, om haar spilzucht de vrije teugel te kunnen laten, de rijken tot haar slachtoffers maakte en die geen scrupules kende om haar ijdelheid, haar honger naar weelde en al haar impulsen te bevredigen.[15]Geruchten deden de ronde dat zij een zeer kostbare renstal met paarden had bezeten en toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, deze stal verkocht had. Omdat zij niet zou hebben gewild dat haar lievelingsrenpaard in handen zou vallen van de vijand, zou zij het dier, Vischnu, met een gouden stilet in het hart gedood hebben.[13] De gedachte dat zij een spion zou zijn, was eerder al bij de Engelsen opgekomen. In mei 1916 vertrok Mata Hari met het schipZeelandia naar Spanje; zij had door bemiddeling van haar impresario in San Sebastian en ook elders een engagement aangenomen. Op reis van Vigo, waar zij aan boord gekomen was, naar Falmouth per Hollandia, van de Koninklijke Hollandsche Mail, werd zij te Falmouth gevisiteerd. Men gaf haar geen verlof om verder te reizen, maar bracht haar onder geleide naar de wal, waar zij en haar bagage aan een ernstig onderzoek werden onderworpen. Zelfs de panelen van haar hut werden losgemaakt. Mata Hari zelf zei dat een mannelijke begeleider, die zij gedurende de reis aan boord onaardig behandeld zou hebben, haar had aangegeven bij de douane.[16] Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef Nederland neutraal. Dit betekende voor Mata Hari dat ze, gezien haar Nederlandse nationaliteit, vrij over de grenzen mocht reizen. Op het moment van de oorlogsverklaring aan Frankrijk verbleef zij te Berlijn, waar zij in politieke, militaire en politiekringen verkeerde. Uiteindelijk ging ze naar Frankrijk via het Verenigd Koninkrijk en Spanje. Haar vele reizen trokken de aandacht, evenals het feit dat ze relaties had met veel hoge militairen. In een aantal interviews met de officieren van de British intelligence beweerde ze zelfs een geheim agente te zijn voor de Franse militaire geheime dienst. In januari 1917 zond de Duitse militaire attaché in Madrid een radiobericht naar Berlijn, waarin hij sprak van waardevolle informatie die hij zou hebben gekregen van een spion met de codenaam H-21, ofwel Mata Hari. Opvallend genoeg werd dit bericht verzonden in een code waarvan de Duitsers wisten dat de Fransen hem reeds hadden gebroken, en het bericht dus makkelijk konden onderscheppen. Dit is voor sommige hedendaagse historici een bewijs dat het bericht vals was, en alleen was bedoeld om de Fransen op het verkeerde been te zetten. Volgens de Franse justitie in 1917 stond Mata Hari onder een rangnummer ingeschreven bij de Duitse spionagedienst en stond ze buiten Frans grondgebied in
    directe mondelinge verbinding met hooggeplaatste buitenlandse personen en bekende leiders der spionage. Sinds langere tijd zou ze uit Duitsland belangrijke sommen geld hebben verkregen als loon voor door haar verstrekte inlichtingen.[17] Een en ander was reden dat de Franse justitie haar al sinds twee jaar in het oog hield maar kennelijk, naar eigen zeggen, door haar buitengewone behendigheid werd verhinderd afdoende bewijzen in te zamelen om de aanhouding van Mata Hari te wettigen.[18] De Fransen namen alle berichten echter zeer serieus. Op 13 februari 1917 werd Mata Hari in haar hotelkamer in Plaza Athénée gearresteerd op de beschuldiging van spionage en verstandhouding met de vijand.[19] Dat was op het moment dat zij voor de tweede maal tijdens de oorlog in Frankrijk kwam. De verhoren duurden twee dagen. Volgens de Franse justitie bleek al snel dat men hier met een zeer gevaarlijke spion te doen had. Volgens hen bekende Mata Hari niet minder dan 30 belangrijke feiten en was het aantal van de door haar gemaakte slachtoffers zeer groot.[12] Belangrijk onderdeel van de aanklacht was de beschuldiging dat zij zich in 1916 toegang had verschaft tot een versterkt kamp bij Parijs, met de bedoeling er inlichtingen te verzamelen ten behoeve van de vijandelijke staat Duitsland; ook dat zij zowel in Frankrijk als in den vreemde deze staat inlichtingen had verschaft die het Franse leger in zijn operaties had kunnen belemmeren. Daarnaast dat zij in den vreemde relaties onderhield met Duitse diplomatieke agenten met het doel om de ondernemingen van de vijand te vergemakkelijken, door hen mededelingen te doen over de binnenlandse politiek van Frankrijk, het offensief en vele andere zaken.[20] Mata Hari, die ten tijde van de oorlogsverklaring te Berlijn in politieke, militaire en politiekringen bekend en thuis zou zijn, zou aldus in dienst van Duitsland hebben gestaan. Daarnaast zou ze van Duitsland bij herhaling grote sommen geld hebben gekregen in ruil voor de aanwijzingen die zij zou hebben gegeven. Volgens de Franse justitie was Mata Hari niet een spion zonder meer, maar vormde zij het centrum van spionage. Zij zou inlichtingen verzameld hebben, haar gebracht door talloze agenten, van wie het merendeel later eveneens ontmaskerd was. De informatie zou zij via geheimzinnige wegen naar Berlijn overgebracht hebben.[21] Betreffende haar privé-leven sprak de rechtbank onder meer over de ontelbare op hol gebrachte hoofden van Russische bankiers en villa's aan de Rivièra, van invloedrijke vrienden in de politiek, van een zekere beruchtheid in "het Montmartre de la haute nose" en van een aantal andere zaken, die lieten zien dat het niet alleen de "kunst" was, "waaraan Mata Hari haar bekendheid en kortstondige roem te danken had gehad."[22] Mata Hari diende zich op 7 punten te verantwoorden, waaronder:[22] 1.Verstandhouding met de vijand in 1916 in Spanje, Holland en Frankrijk; 2.Ter handstelling aan Duitse agenten in Spanje van militaire inlichtingen betreffende het Franse leger; 3.Mededeling aan de vijand van een ontdekking op chemisch gebied, van belang voor het Franse leger; 4.Oponthoud in het versterkte kamp van Parijs ter verkrijging van inlichtingen; 5.Mededeling aan de vijand van een op handen zijnde Frans offensief in het voorjaar van 1916.
    Vanuit de gevangenis deed Mata Hari pogingen om de buitenwereld te overtuigen van haar onschuld. Zo schreef ze aan de Nederlandse consul in Parijs: "Ik heb niets misdaan. Mijn internationale betrekkingen zijn het gevolg van mijn werk als danseres en niet anders (...) Aangezien ik werkelijk niet heb gespioneerd, is het verschrikkelijk dat ik me niet kan verdedigen."[23] Ze werd na een kort proces op 24 juli 1917 met algemene stemmen door de derde krijgsraad te Parijs ter dood veroordeeld op beschuldiging van spionage voor de Duitsers en verstandhouding met de vijand. Volgens de Franse justitie hadden de stukken de schuld der beklaagde en de waarde van de inlichtingen, die zij de vijand verstrekt zou hebben, duidelijk aangetoond.[24] Volgens ooggetuigen kon Mata Hari tegenover al deze tastbare bewijzen niets anders doen dan deze feiten toegeven.[25] Er werd een lange reeks van getuigen gehoord, kapitein Moret sprak een vernietigend requisitoir uit en advocaat Clunet gaf een schitterende verdediging; deze laatste overtuigde de jury echter niet van de reinheid van Mata Hari's bedoelingen. Na afloop van de uitspraak mompelde zij c'est impossible! Impossible![26] Zij tekende na afloop van het proces het hogere beroep, verliet met vaste tred het gebouw van de krijgsraad en nam onbewogen plaats in het rijtuig, dat haar terugvoerde naar de vrouwengevangenis van Saint-Lazare. [22] Op 18 augustus 1917 verwierp de Conseil de Revision de aanvraag tot revisie van de uitspraak.[27] De Nederlandse regering droeg haar gezant te Parijs op om, mocht het cassatieberoep van Mata Hari verworpen worden, gratie aan te vragen.[28] De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken had aan Frankrijk gevraagd om de doodstraf in een vrijheidsstraf om te zetten maar had geen succes met zijn
    verzoek.[29] Mata Hari zelf had gevraagd of het mogelijk was om persoonlijk bij deze zitting aanwezig te zijn om haar bezwaren en opmerkingen over de rechtskwestie persoonlijk te mogen geven maar dit was haar geweigerd.[30] In de Sumatra Post stond over het mogelijke succes van het hogere beroep: “Over het succes van het hogere beroep kan Mata Hari zich geen illusies maken. Talrijke spionnen zijn reeds betrapt, veroordeeld en gefusilleerd. De in het spel zijnde belangen zijn te hoog, dan dat een kwalijk begrepen toegeeflijkheid de kansen zou verhogen van nieuwe aanslagen op de veiligheid van de staat. En daarom zal meer dan vermoedelijk de mooie Mata Hari de moordende geweermonden op zich gericht zien, op de polygoon van Vincennes.”[22] Op de morgen van haar executie, de 15de oktober, werd Mata Hari om tien minuten over vijf gewekt en vervolgens verschenen de commissaris rapporteur van de krijgsraad, die het veroordelende vonnis had uitgesproken, de kapitein-griffier, de directeur van de gevangenis, de advocaat van de veroordeelde, mr. Clunet, en dominee Arboux. Mata Hari zelf vertoonde geen of weinig emotie, maar zorgde dat zij zeer goed gekleed was. Zij droeg een grijze, zijden japon, kostbaar bont om de schouders, opengewerkte kousen en een parelketting om haar hals. Op het met zorg gekapte hoofd droeg zij een grote vilten hoed met kersrood lint. Met een rustige stem had ze gezegd: Ik ben gereed.Zonder te wankelen liep zij door de flauw verlichte gangen naar de auto, die haar uit de gevangenis van SaintLazare kwam ophalen.[31] Samen met twee nonnen en een pastoor en twee inspecteurs van politie werd Mata Hari in het voertuig geplaatst, dat haar naar de plaats van terechtstelling, de Polygon van Vincennes, bracht. Voordat zij de gevangenis verliet gaf zij nog een pakje brieven af voor haar verdedigers.[32] Te Vincennes volgden de gewone formaliteiten van overgave aan het militaire gezag. Zij kreeg daar verlof om twee brieven te schrijven, waarvan één gericht was aan haar in Nederland wonende dochter en vervolgens vertrok de grijze militaire auto naar de plaats der executie. Aldaar stapte Mata Hari uit en liep, vergezeld door de militaire rechter-commissaris, kapitein Bourchardon, Mr. Clunet en dr. Socquet, die de latere lijkschouwing moest doen, langs de wachtende gelederen van het carré der troepen naar de open zijde daarvan, de paal der executie. Mata Hari weigerde een blinddoek, was doodsbleek maar beefde niet. Een zuster en haar advocaat begeleidden haar naar de paal. Zij gaf beiden nog een hand en stak vervolgens haar polsen uit naar de adjudant, om ze te laten samenbinden. Het executiepeloton, twaalf zoeaven onder een officier, plaatste zich tegenover haar, en de geweren werden op haar borst gericht. De officier liet vervolgens de punt van zijn degen zakken en er volgde een salvo; Mata Hari was voorover gevallen, terwijl haar lichaam zich nog draaide en haar gezicht zich naar boven richtte. Een adjudant naderde en vuurde het reglementaire revolverschot, de coup de grâce, in de slaap af.[31] De begrafenis vond plaats op het kerkhof van Vincennes. Later werd het doodvonnis heftig bekritiseerd. Ook uit Nederland kwamen protesten. Mede doordat de publiciteit over Mata Hari en haar tragische einde ook na 1917 doorging heeft Mata Hari's naam over de hele wereld bekendheid gekregen. In een Franse krant stond indertijd over het doodvonnis: “Later zal blijken dat de figuur van deze "hindoedanseres" een der weerzinwekkenste was en dat haar tuchtiging alleszins rechtvaardig is geweest.”[33] Een Nederlandse krant schreef: “Reclamehelden, rond zichzelf tollende egoïsten, voor niets terugdeinzend als het gaat om henzelf, al zouden naties ervoor in het ongeluk gestort worden. In lusteloze tijden als vóór de grote oorlog hebben dit soort mensen succes; in grote perioden, als waarin wij thans leven, waarin in de smeltkroes van het wereldgebeuren de mensheid wordt gezuiverd van het schuim, en alleen het zuivere goud overblijft, komt een Mata Hari tot het Judas-einde, dat zij verdiende.”[34] De Javapost schreef: “Mata Hari gefusilleerd om spionage in het belang van Duitsland! Wat heeft zij vroeger niet een kabaal geschopt. De slotscène van een onchristelijke tragicomediante.” Journalist Leo Faust schreef in De Hofstad: “Indien we nog enig vertrouwen hebben in het beleid en geweten van de rechters van Mata Hari - en hoe zouden wij eraan kunnen twijfelen - dan is zij viervoudig de dood schuldig. - ofwel zij was zo onbetekenend, zij die de begeerte der mannen en de afgunst der vrouwen was, dat zij slechts ons medelijden verdient, ofwel had zij een aparte moraal, waarbij zij een parelketting en kleding van 800 francs stelde boven een paar maanden verlenging van de oorlog. Aan de lezer om uit te maken of deze laatste mogelijkheid misschien dezelfde is als de eerste. Het is alles wat ik voor Mata Hari tot verontschuldiging kan vinden”.[35] Een andere journalist schreef: “Mata Hari heeft als een avonturierster geleefd en is als een avonturierster gestorven. De wereld, die zij in een roes der zinnen heeft gezocht is haar verderf geworden.”[15] In een artikel in Het Nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië schreef een journalist: “Als zij verstandelijk meer ontwikkeld was geweest had zij wellicht een grote rol kunnen spelen. Thans is zij op ignobele wijze als een
    afschuwelijk dier uit het leven gestoten, met afschuw en walging als lijkkleed, met vervloekingen als oraison funèbre; een banale spion!”[36] Mata Hari's lot werd door haar medestanders wel vergeleken met dat van de door de Duitsers geëxecuteerde verpleegster Edith Cavell. Er waren echter grote verschillen, waarop dan ook de nadruk werd gelegd en die ten nadele van Mata Hari uitvielen. De laatste was, in tegenstelling tot de eerste, een courtisane, die niet spioneerde voor eigen land maar was, volgens de dan geldende opinie, een vrouw uit de Parijse demi-monde, die niet meer buiten de luxe kon, waaraan zij verslaafd was geraakt en die, door het Duitse goud verlokt, het land en volk verried, dat haar jarenlang gastvrijheid had geschonken. In de woorden van een journalist: “één uit de lange rij der vrouwen die gebruikt werden om door haar lichamelijke schoon Franse officieren en andere autoriteiten in haar netten te verstrikken en uit hen te halen wat de Duitse organisatie gebruiken kon; aldus een verrader omwille van het geld, een volk dienend waartoe zij niet behoorde, een natie versjacherend die haar met weldaden overladen had.”[37 Al tijdens het proces begon de legendevorming. In de Amerikaanse krant San Francisco Examiner van 5 augustus 1917 stond onder de kop: “Idol of stage to die as spy” (1917) het nu volgend geromantiseerde en gefantaseerde levensverhaal van Mata Hari. “Haar meisjesnaam was Marguerite Zelle, dochter van een vermogende Javaanse planter. Zij werd op Java geboren uit een inboorlinge en nadat haar vader was gestorven besloot haar moeder het vierjarige kind aan de dienst van Boeddha te wijden. Op deze wijze werd het kind een gewijde danseres der goden. Maar de verbeelding van het jonge meisje was vol van de romantiek naar de westerse wereld. Op veertienjarige leeftijd werd zij naar een groot kerkelijk feest te Birma gebracht, waar zich onder de aanwezigen de Schotse edelman Sir Campbell bevond. Hoewel het gevaar voor beiden groot was ontvluchtten zij deze plaats en reisden voortaan samen in de Brits-Indische bezittingen. Er werden twee kinderen geboren, waarvan er één werd vermoord door de ontslagen tuinman. Mata Hari nam de revolver van haar echtgenoot en schoot de moordenaar door de hersenen; hierop moest zij naar Parijs vluchten, waarheen Sir Campbell haar volgde en later stierf aan verdriet en liefdespijn.”[38] Het beeld dat bij het grote publiek al snel van Mata Hari bestond was dat van exotische danseres die als dubbelspionne gebruik maakte van haar verleidingskunsten om militaire geheimen van haar vele geliefden te ontfutselen. Het feit dat meteen na haar dood veel mensen twijfelden aan haar schuld droeg ertoe bij dat Mata Hari wereldberoemd werd. Dit beeld van Mata Hari werd versterkt door de vele verfilmingen van haar leven. In een vroege biografische film over haar, Mata Hari uit 1931 met Greta Garbo in de hoofdrol, zijn veel zaken echter verdraaid of aangedikt om beter aan te sluiten bij het beeld dat veel mensen destijds al van haar hadden. Deze films droegen bij aan haar populariteit en versterkten het beeld dat velen al van haar hadden; Mata Hari werd het archetype van de femme fatale.
    Tot in de jaren zestig werd Mata Hari beschouwd als een femme fatale, die geheel terecht ter dood veroordeeld was. In 1963 kreeg de in Nederland geboren Amerikaanse fotograaf Sam Waagenaar, die (ter voorbereiding op de MGM-verfilming met Greta Garbo) in 1931 van Zelles voormalige dienstbode enkele persoonlijk bijgehouden fotoalbums had ontvangen, inzage in een deel van het rechtbankdossier, en oordeelde op basis hiervan in zijn boek De moord op Mata Hari (1964) dat zij niet schuldig was aan spionage voor de Duitsers. Ook volgens Pat Shipman´s biografie Femme Fatale was Mata Hari nooit een dubbelspion, maar werd ze slechts als zondebok gebruikt door de Franse militaire overheid voor het falen van het commando aan het front.[39] Nieuwe Duitse documenten bewezen echter dat zij wel degelijk ingeschakeld was geweest ten behoeve van de Duitse spionagedienst. Waagenaar schreef vervolgens een nieuw boek met de titel Mata Hari, niet zo onschuldig (1976), waarin hij betoogde dat zij weliswaar een spion was geweest maar geen zinvolle informatie had geleverd. De boeken van Waagenaar en het boek van Jan C. Brokken, Mata Hari, de waarheid achter de legende(1975) droegen veel bij aan de latere, meer positieve beeldvorming van Mata Hari.[6] Volgens de in de jaren 70 vrijgekomen Duitse documenten trad Mata Hari in de herfst van 1915 in dienst van de Duitsers. Op bevel van Walter Nicolai, B-chef van sectie III, kreeg ze bij een verblijf in Keulen van majoor Röpell instructies over haar taken. Ze moest rapporteren aan de Kriegsnachrichtenstelle West in Düsseldorf die ook onder leiding stond van Röpell. Verder rapporteerde ze aan de missie-agent in de Duitse ambassade in Madrid, majoor Arnold Kalle en rechtstreeks aan haar militaire ambtenaar kapitein Hoffmann, die haar de codenaam H-21 gaf.[40]
    Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef Nederland neutraal. Dit betekende voor Mata Hari dat ze, gezien haar Nederlandse nationaliteit, vrij over de grenzen mocht reizen. Op het moment van de oorlogsverklaring aan Frankrijk verbleef zij te Berlijn, waar zij in politieke, militaire en politiekringen verkeerde. Uiteindelijk ging ze naar Frankrijk via het Verenigd Koninkrijk en Spanje. Haar vele reizen trokken de aandacht, evenals het feit dat ze relaties had met veel hoge militairen. In een aantal interviews met de officieren van de British intelligence beweerde ze zelfs een geheim agente te zijn voor de Franse militaire geheime dienst. In januari 1917 zond de Duitse militaire attaché in Madrid een radiobericht naar Berlijn, waarin hij sprak van waardevolle informatie die hij zou hebben gekregen van een spion met de codenaam H-21, ofwel Mata Hari. Opvallend genoeg werd dit bericht verzonden in een code waarvan de Duitsers wisten dat de Fransen hem reeds hadden gebroken, en het bericht dus makkelijk konden onderscheppen. Dit is voor sommige hedendaagse historici een bewijs dat het bericht vals was, en alleen was bedoeld om de Fransen op het verkeerde been te zetten. Volgens de Franse justitie in 1917 stond Mata Hari onder een rangnummer ingeschreven bij de Duitse spionagedienst en stond ze buiten Frans grondgebied in directe mondelinge verbinding met hooggeplaatste buitenlandse personen en bekende leiders der spionage. Sinds langere tijd zou ze uit Duitsland belangrijke sommen geld hebben verkregen als loon voor door haar verstrekte inlichtingen.[17] Een en ander was reden dat de Franse justitie haar al sinds twee jaar in het oog hield maar kennelijk, naar eigen zeggen, door haar buitengewone behendigheid werd verhinderd afdoende bewijzen in te zamelen om de aanhouding van Mata Hari te wettigen.[18]
    De Fransen namen alle berichten echter zeer serieus. Op 13 februari 1917 werd Mata Hari in haar hotelkamer in Plaza Athénée gearresteerd op de beschuldiging van spionage en verstandhouding met de vijand.[19] Dat was op het moment dat zij voor de tweede maal tijdens de oorlog in Frankrijk kwam. De verhoren duurden twee dagen. Volgens de Franse justitie bleek al snel dat men hier met een zeer gevaarlijke spion te doen had. Volgens hen bekende Mata Hari niet minder dan 30 belangrijke feiten en was het aantal van de door haar gemaakte slachtoffers zeer groot.[12] Belangrijk onderdeel van de aanklacht was de beschuldiging dat zij zich in 1916 toegang had verschaft tot een versterkt kamp bij Parijs, met de bedoeling er inlichtingen te verzamelen ten behoeve van de vijandelijke staat Duitsland; ook dat zij zowel in Frankrijk als in den vreemde deze staat inlichtingen had verschaft die het Franse leger in zijn operaties had kunnen belemmeren. Daarnaast dat zij in den vreemde relaties onderhield met Duitse diplomatieke agenten met het doel om de ondernemingen van de vijand te vergemakkelijken, door hen mededelingen te doen over de binnenlandse politiek van Frankrijk, het offensief en vele andere zaken.[20] Mata Hari, die ten tijde van de oorlogsverklaring te Berlijn in politieke, militaire en politiekringen bekend en thuis zou zijn, zou aldus in dienst van Duitsland hebben gestaan. Daarnaast zou ze van Duitsland bij herhaling grote sommen geld hebben gekregen in ruil voor de aanwijzingen die zij zou hebben gegeven. Volgens de Franse justitie was Mata Hari niet een spion zonder meer, maar vormde zij het centrum van spionage. Zij zou inlichtingen verzameld hebben, haar gebracht door talloze agenten, van wie het merendeel later eveneens ontmaskerd was. De informatie zou zij via geheimzinnige wegen naar Berlijn overgebracht hebben.[21] Betreffende haar privé-leven sprak de rechtbank onder meer over de ontelbare op hol gebrachte hoofden van Russische bankiers en villa's aan de Rivièra, van invloedrijke vrienden in de politiek, van een zekere beruchtheid in "het Montmartre de la haute nose" en van een aantal andere zaken, die lieten zien dat het niet alleen de "kunst" was, "waaraan Mata Hari haar bekendheid en kortstondige roem te danken had gehad."[22] Mata Hari diende zich op 7 punten te verantwoorden, waaronder:[22] 1.Verstandhouding met de vijand in 1916 in Spanje, Holland en Frankrijk; 2.Ter handstelling aan Duitse agenten in Spanje van militaire inlichtingen betreffende het Franse leger; 3.Mededeling aan de vijand van een ontdekking op chemisch gebied, van belang voor het Franse leger; 4.Oponthoud in het versterkte kamp van Parijs ter verkrijging van inlichtingen; 5.Mededeling aan de vijand van een op handen zijnde Frans offensief in het voorjaar van 1916.
    Vanuit de gevangenis deed Mata Hari pogingen om de buitenwereld te overtuigen van haar onschuld. Zo schreef ze aan de Nederlandse consul in Parijs: "Ik heb niets misdaan. Mijn internationale betrekkingen zijn het gevolg van mijn werk als danseres en niet anders (...) Aangezien ik werkelijk niet heb gespioneerd, is het verschrikkelijk dat ik me niet kan verdedigen."[23] Ze werd na een kort proces op 24 juli 1917 met algemene stemmen door de derde krijgsraad te Parijs ter dood veroordeeld op beschuldiging van spionage voor de Duitsers en verstandhouding met de vijand. Volgens de Franse justitie hadden de stukken de schuld der beklaagde en de waarde van de inlichtingen, die zij de vijand verstrekt zou hebben, duidelijk aangetoond.[24] Volgens ooggetuigen kon Mata Hari tegenover al deze tastbare bewijzen niets anders doen dan deze feiten toegeven.[25] Er werd een lange reeks van getuigen gehoord, kapitein Moret sprak een vernietigend requisitoir uit en advocaat Clunet gaf een schitterende verdediging; deze laatste overtuigde de jury echter niet van de reinheid van Mata Hari's bedoelingen. Na afloop van de uitspraak mompelde zij c'est impossible! Impossible![26] Zij tekende na afloop van het proces het hogere beroep, verliet met vaste tred het gebouw van de krijgsraad en nam onbewogen plaats in het rijtuig, dat haar terugvoerde naar de vrouwengevangenis van Saint-Lazare. [22] Op 18 augustus 1917 verwierp de Conseil de Revision de aanvraag tot revisie van de uitspraak.[27] De Nederlandse regering droeg haar gezant te Parijs op om, mocht het cassatieberoep van Mata Hari verworpen worden, gratie aan te vragen.[28] De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken had aan Frankrijk gevraagd om de doodstraf in een vrijheidsstraf om te zetten maar had geen succes met zijn verzoek.[29] Mata Hari zelf had gevraagd of het mogelijk was om persoonlijk bij deze zitting aanwezig te zijn om haar bezwaren en opmerkingen over de rechtskwestie persoonlijk te mogen geven maar dit was haar geweigerd.[30] In de Sumatra Post stond over het mogelijke succes van het hogere beroep: “Over het succes van het hogere beroep kan Mata Hari zich geen illusies maken. Talrijke spionnen zijn reeds betrapt, veroordeeld en gefusilleerd. De in het spel zijnde belangen zijn te hoog, dan dat een kwalijk begrepen toegeeflijkheid de kansen zou verhogen van nieuwe aanslagen op de veiligheid van de staat. En daarom zal meer dan vermoedelijk de mooie Mata Hari de moordende geweermonden op zich gericht zien, op de polygoon van Vincennes.”[22]
    Op de morgen van haar executie, de 15de oktober, werd Mata Hari om tien minuten over vijf gewekt en vervolgens verschenen de commissaris rapporteur van de krijgsraad, die het veroordelende vonnis had uitgesproken, de kapitein-griffier, de directeur van de gevangenis, de advocaat van de veroordeelde, mr. Clunet, en dominee Arboux. Mata Hari zelf vertoonde geen of weinig emotie, maar zorgde dat zij zeer goed gekleed was. Zij droeg een grijze, zijden japon, kostbaar bont om de schouders, opengewerkte kousen en een parelketting om haar hals. Op het met zorg gekapte hoofd droeg zij een grote vilten hoed met kersrood lint. Met een rustige stem had ze gezegd: Ik ben gereed.Zonder te wankelen liep zij door de flauw verlichte gangen naar de auto, die haar uit de gevangenis van SaintLazare kwam ophalen.[31] Samen met twee nonnen en een pastoor en twee inspecteurs van politie werd Mata Hari in het voertuig geplaatst, dat haar naar de plaats van terechtstelling, de Polygon van Vincennes, bracht. Voordat zij de gevangenis verliet gaf zij nog een pakje brieven af voor haar verdedigers.[32] Te Vincennes volgden de gewone formaliteiten van overgave aan het militaire gezag. Zij kreeg daar verlof om twee brieven te schrijven, waarvan één gericht was aan haar in Nederland wonende dochter en vervolgens vertrok de grijze militaire auto naar de plaats der executie. Aldaar stapte Mata Hari uit en liep, vergezeld door de militaire rechter-commissaris, kapitein Bourchardon, Mr. Clunet en dr. Socquet, die de latere lijkschouwing moest doen, langs de wachtende gelederen van het carré der troepen naar de open zijde daarvan, de paal der executie. Mata Hari weigerde een blinddoek, was doodsbleek maar beefde niet. Een zuster en haar advocaat begeleidden haar naar de paal. Zij gaf beiden nog een hand en stak vervolgens haar polsen uit naar de adjudant, om ze te laten samenbinden. Het executiepeloton, twaalf zoeaven onder een officier, plaatste zich tegenover haar, en de geweren werden op haar borst gericht. De officier liet vervolgens de punt van zijn degen zakken en er volgde een salvo; Mata Hari was voorover gevallen, terwijl haar lichaam zich nog draaide en haar gezicht zich naar boven richtte. Een adjudant naderde en vuurde het reglementaire revolverschot, de coup de grâce, in de slaap af.[31] De begrafenis vond plaats op het kerkhof van Vincennes. Later werd het doodvonnis heftig bekritiseerd. Ook uit Nederland kwamen protesten. Mede doordat de publiciteit over Mata Hari en haar tragische einde ook na 1917 doorging heeft Mata Hari's naam over de hele wereld bekendheid gekregen. In een Franse krant stond indertijd over het doodvonnis: “Later
    zal blijken dat de figuur van deze "hindoedanseres" een der weerzinwekkenste was en dat haar tuchtiging alleszins rechtvaardig is geweest.”[33] Een Nederlandse krant schreef: “Reclamehelden, rond zichzelf tollende egoïsten, voor niets terugdeinzend als het gaat om henzelf, al zouden naties ervoor in het ongeluk gestort worden. In lusteloze tijden als vóór de grote oorlog hebben dit soort mensen succes; in grote perioden, als waarin wij thans leven, waarin in de smeltkroes van het wereldgebeuren de mensheid wordt gezuiverd van het schuim, en alleen het zuivere goud overblijft, komt een Mata Hari tot het Judas-einde, dat zij verdiende.”[34] De Javapost schreef: “Mata Hari gefusilleerd om spionage in het belang van Duitsland! Wat heeft zij vroeger niet een kabaal geschopt. De slotscène van een onchristelijke tragicomediante.” Journalist Leo Faust schreef in De Hofstad: “Indien we nog enig vertrouwen hebben in het beleid en geweten van de rechters van Mata Hari - en hoe zouden wij eraan kunnen twijfelen - dan is zij viervoudig de dood schuldig. - ofwel zij was zo onbetekenend, zij die de begeerte der mannen en de afgunst der vrouwen was, dat zij slechts ons medelijden verdient, ofwel had zij een aparte moraal, waarbij zij een parelketting en kleding van 800 francs stelde boven een paar maanden verlenging van de oorlog. Aan de lezer om uit te maken of deze laatste mogelijkheid misschien dezelfde is als de eerste. Het is alles wat ik voor Mata Hari tot verontschuldiging kan vinden”.[35] Een andere journalist schreef: “Mata Hari heeft als een avonturierster geleefd en is als een avonturierster gestorven. De wereld, die zij in een roes der zinnen heeft gezocht is haar verderf geworden.”[15] In een artikel in Het Nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië schreef een journalist: “Als zij verstandelijk meer ontwikkeld was geweest had zij wellicht een grote rol kunnen spelen. Thans is zij op ignobele wijze als een afschuwelijk dier uit het leven gestoten, met afschuw en walging als lijkkleed, met vervloekingen als oraison funèbre; een banale spion!”[36] Mata Hari's lot werd door haar medestanders wel vergeleken met dat van de door de Duitsers geëxecuteerde verpleegster Edith Cavell. Er waren echter grote verschillen, waarop dan ook de nadruk werd gelegd en die ten nadele van Mata Hari uitvielen. De laatste was, in tegenstelling tot de eerste, een courtisane, die niet spioneerde voor eigen land maar was, volgens de dan geldende opinie, een vrouw uit de Parijse demi-monde, die niet meer buiten de luxe kon, waaraan zij verslaafd was geraakt en die, door het Duitse goud verlokt, het land en volk verried, dat haar jarenlang gastvrijheid had geschonken. In de woorden van een journalist: “één uit de lange rij der vrouwen die gebruikt werden om door haar lichamelijke schoon Franse officieren en andere autoriteiten in haar netten te verstrikken en uit hen te halen wat de Duitse organisatie gebruiken kon; aldus een verrader omwille van het geld, een volk dienend waartoe zij niet behoorde, een natie versjacherend die haar met weldaden overladen had.”[ Al tijdens het proces begon de legendevorming. In de Amerikaanse krant San Francisco Examiner van 5 augustus 1917 stond onder de kop: “Idol of stage to die as spy” (1917) het nu volgend geromantiseerde en gefantaseerde levensverhaal van Mata Hari. “Haar meisjesnaam was Marguerite Zelle, dochter van een vermogende Javaanse planter. Zij werd op Java geboren uit een inboorlinge en nadat haar vader was gestorven besloot haar moeder het vierjarige kind aan de dienst van Boeddha te wijden. Op deze wijze werd het kind een gewijde danseres der goden. Maar de verbeelding van het jonge meisje was vol van de romantiek naar de westerse wereld. Op veertienjarige leeftijd werd zij naar een groot kerkelijk feest te Birma gebracht, waar zich onder de aanwezigen de Schotse edelman Sir Campbell bevond. Hoewel het gevaar voor beiden groot was ontvluchtten zij deze plaats en reisden voortaan samen in de Brits-Indische bezittingen. Er werden twee kinderen geboren, waarvan er één werd vermoord door de ontslagen tuinman. Mata Hari nam de revolver van haar echtgenoot en schoot de moordenaar door de hersenen; hierop moest zij naar Parijs vluchten, waarheen Sir Campbell haar volgde en later stierf aan verdriet en liefdespijn.”[38] Het beeld dat bij het grote publiek al snel van Mata Hari bestond was dat van exotische danseres die als dubbelspionne gebruik maakte van haar verleidingskunsten om militaire geheimen van haar vele geliefden te ontfutselen. Het feit dat meteen na haar dood veel mensen twijfelden aan haar schuld droeg ertoe bij dat Mata Hari wereldberoemd werd. Dit beeld van Mata Hari werd versterkt door de vele verfilmingen van haar leven. In een vroege biografische film over haar, Mata Hari uit 1931 met Greta Garbo in de hoofdrol, zijn veel zaken echter verdraaid of aangedikt om beter aan te sluiten bij het beeld dat veel mensen destijds al van haar hadden. Deze films droegen bij aan haar populariteit en versterkten het beeld dat velen al van haar hadden; Mata Hari werd het archetype van de femme fatale.
    Tot in de jaren zestig werd Mata Hari beschouwd als een femme fatale, die geheel terecht ter dood veroordeeld was. In 1963 kreeg de in Nederland geboren Amerikaanse fotograaf Sam Waagenaar, die (ter voorbereiding op de MGM-verfilming met Greta Garbo) in 1931 van Zelles voormalige dienstbode enkele persoonlijk bijgehouden fotoalbums had ontvangen, inzage in een deel van het rechtbankdossier, en oordeelde op basis hiervan in zijn boek De moord op Mata Hari (1964) dat zij niet schuldig was aan spionage voor de Duitsers. Ook volgens Pat Shipman´s biografie Femme Fatale was Mata Hari nooit een dubbelspion, maar werd ze slechts als zondebok gebruikt door de Franse militaire overheid voor het falen van het commando aan het front.[39] Nieuwe Duitse documenten bewezen echter dat zij wel degelijk ingeschakeld was geweest ten behoeve van de Duitse spionagedienst. Waagenaar schreef vervolgens een nieuw boek met de titel Mata Hari, niet zo onschuldig (1976), waarin hij betoogde dat zij weliswaar een spion was geweest maar geen zinvolle informatie had geleverd. De boeken van Waagenaar en het boek van Jan C. Brokken, Mata Hari, de waarheid achter de legende(1975) droegen veel bij aan de latere, meer positieve beeldvorming van Mata Hari.[6] Volgens de in de jaren 70 vrijgekomen Duitse documenten trad Mata Hari in de herfst van 1915 in dienst van de Duitsers. Op bevel van Walter Nicolai, B-chef van sectie III, kreeg ze bij een verblijf in Keulen van majoor Röpell instructies over haar taken. Ze moest rapporteren aan de Kriegsnachrichtenstelle West in Düsseldorf die ook onder leiding stond van Röpell. Verder rapporteerde ze aan de missie-agent in de Duitse ambassade in Madrid, majoor Arnold Kalle en rechtstreeks aan haar militaire ambtenaar kapitein Hoffmann, die haar de codenaam H-21 gaf.[40 Het leven van Mata Hari werd in verschillende landen verfilmd, met onder andere Magda Sonja, Greta Garbo, Zsa Zsa Gábor, Jeanne Moreau en Sylvia Kristel in de hoofdrol. Fie Carelsen (bij haar vijfentwintigjarig jubileum in 1931) en Els van Rooden (bij Toneelgroep Centrum) brachten haar op het Nederlandse toneel tot leven en Josine van Dalsum gaf haar in 1980 gestalte in een 4delige televisieserie. Zelfs werd er ooit een grote Broadwaymusical aan haar opgedragen. Al deze producties hadden één ding gemeen: ze hadden nauwelijks succes.
    In 2016 maakte choreograaf Ted Brandsen bij Het Nationale Ballet de avondvullende balletvoorstelling Mata Hari met in de titelrol wisselende ballerina's onder wie Anna Tsygankova en Igone de Jongh. De Braziliaanse auteur Paulo Coelho schreef in 2016 de historische roman De spion (La Espía) over Mata Hari. Het boek brengt haar laatste dagen in beeld, met vele flashbacks naar haar eerdere leven. Coelho's werk werd een bestseller die in 46 talen werd vertaald. Mata Hari heeft zich in 1916 door Isaac Israëls laten schilderen. Het kunstwerk hangt in het KröllerMüller Museum te Otterlo. Zij werd ook geportretteerd door de Amerikaanse schilder John Singer Sargent (1856-1925). Al tijdens haar leven was Mata Hari een dankbare bron voor publicaties van uiteenlopende aard en kwaliteit. Dit duurt tot op de dag van vandaag voort. In oktober 2007 bracht thrillerauteur Tomas Ross het boek De Tranen van Mata Hari uit, waarin hij in zijn eigen kenmerkende fictiestijl de geheimen rond haar dood beschrijft. Ook is in 2007 het boek Het parfum van Mata Hari van Geertje Gort verschenen. Dit gaat over haar dochter Jeanne Louise (roepnaam 'Non'). Marijke Huisman schreef Mata Hari (1876-1917): de levende legende (1998), deel 2 in de serie Verloren Verleden, van Uitgeverij Verloren BV te Hilversum. ISBN 90-6550-442-7. Herman van Veen schreef in 2004 een theaterstuk over het leven van Mata Hari. De voorstelling Mata Hari - Schuldig of naïef was in diverse Europese landen te zien, waaronder Oostenrijk, België en Duitsland.[41] Tevens was het stuk te zien in Frankrijk onder andere in het Théâtre du Renard. [42] Begin 2006 was de voorstelling voor het eerst te zien in Soest. Mata Hari - Schuldig of naïef werd uitgevoerd door Gaëtane Bouchez, Martine De Kok, Silke Mehler en Wendel Spier. Geïnspireerd door het leven van Mata Hari schilderde Herman van Veen ook nog een aantal doeken. Een daarvan hangt in het ROC Friese Poort in Leeuwarden. In het kader van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 zal er
    vanaf 14 oktober, 100 jaar na haar dood, in het Fries Museum een expositie over haar leven worden geopend, waar ook de dossiers een plek zullen krijgen. Het leven van Mata Hari werd in verschillende landen verfilmd, met onder andere Magda Sonja, Greta Garbo, Zsa Zsa Gábor, Jeanne Moreau en Sylvia Kristel in de hoofdrol. Fie Carelsen (bij haar vijfentwintigjarig jubileum in 1931) en Els van Rooden (bij Toneelgroep Centrum) brachten haar op het Nederlandse toneel tot leven en Josine van Dalsum gaf haar in 1980 gestalte in een 4delige televisieserie. Zelfs werd er ooit een grote Broadwaymusical aan haar opgedragen. Al deze producties hadden één ding gemeen: ze hadden nauwelijks succMargaretha Zelle werd geboren aan de Kelders in Leeuwarden als dochter van Adam Zelle (1840-1910), een winkelier in hoeden, en Antje van der Meulen (1842-1891).[1] Tot haar 13e kreeg ze Franse, Duitse en Engelse privélessen. In de periode 1883-1889 woonde ze in de Grote Kerkstraat. Haar vader ging in 1889 echter failliet, en kort daarna scheidden haar ouders van tafel en bed.[2] Twee jaar later verloor ze haar moeder, waarna Margaretha op 15-jarige leeftijd bij haar peetoom in Sneek moest gaan wonen.[3] Haar vader hertrouwde in Amsterdam op 9 februari 1893 met Susanna Catharina ten Hoove. Zelle kwam na de scheiding in Leiden terecht. Daarna woonde ze bij een oom in Den Haag. Ze volgde in Leiden een opleiding tot kleuterleidster, maar toen de directeur avances begon te maken, werd ze door haar oom van de opleiding gehaald.[2] [4] Op haar 18e reageerde Zelle op een contactadvertentie [5] in de krant van de KNIL-kapitein Rudolph MacLeod. Zelle had, naar eigen zeggen, van jongs af aan al een voorliefde voor mannen in uniform gehad en mannen die niet tot het leger behoorden hadden haar nooit geïnteresseerd. Letterlijk zei ze: “de officier is in mijn ogen een hoger wezen, een held, steeds bereid tot het trotseren van allerlei gevaren en tot het beleven van avonturen.”[6] MacLeod was een lid van de Nederlandse tak van de Schotse familie MacLeod, waarvan de stamreeks in Nederland begint met Norman MacLeod (circa 1690-1739). Hij was op 1 maart 1856 geboren te Heukelum, als zoon van kapitein John Brienen MacLeod en Dina Louise barones Sweerts de Landas. Ze trouwde met hem op 11 juli 1895 in Amsterdam; MacLeod was twintig jaar ouder[7] en werd in de latere beeldvorming vaak voorgesteld als een dronkaard en een halve gek (in Het liefdesleven van Mata Hari en haar dood, 1925, door E. Gamez Carillo); ook daarna werd hij voorgesteld als een bruut die het leven van zijn echtgenote tot een hel had gemaakt. Met name Pat Shipman, in Femme Fatale, love, life and the unknown lies of Mata Hari (2007) gaf hem expliciet weer als een jaloerse, drankzuchtige en financieel weinig daadkrachtige lomperik. De vader van Zelle zelf had echter eerder, in 1906, met zijn boek Mata Hari. Mevrouw M.G. MacLeod Zelle, de levensgeschiedenis van mijn dochter en mijn grieven tegen haar vroegere echtgenoot de basis voor al deze negativiteit ten aanzien van MacLeod gelegd. Dit boek was min of meer uit financiële overwegingen geschreven en een regelrechte haatcampagne tegen MacLeod, die in het boek door de modder gesleurd werd.[6] Dit huwelijk was in twee opzichten zeer belangrijk voor Zelle - het bracht haar in de Haagse 'betere standen' en ze verwierf meteen een financiële stabiliteit. In 1897 vertrok het gezin MacLeod naar Nederlands-Indië. Inmiddels was hun zoon Norman-John MacLeod geboren. In 1898 werd te Malang (Java, Indonesië) hun dochter Louise Jeanne MacLeod geboren.[8] Zelle trok tijdelijk in bij de familie Van Rheede, een ander Nederlands officiersgezin. Maandenlang bestudeerde ze de Indische tradities en cultuur. Ze werd ook lid van een lokale dansgroep. In 1897 gebruikte ze voor het eerst de artiestennaam 'Mata Hari', Maleis voor Oog van de dageraad ofwel zon. In 1899 overleed hun zoon Norman-John, waarschijnlijk door vergiftiging. Wegens toenemende huwelijksproblemen besloot het echtpaar MacLeod in 1902 naar Nederland terug te keren. Nog datzelfde jaar volgde een scheiding van tafel en bed. De echtscheiding werd voltrokken in Rheden op 10 juni 1907.
    In 1902 vertrok Zelle naar Parijs, waar ze een tijdje als amazone optrad in een circus onder de naam Lady MacLeod en waar ze de kost verdiende als schildersmodel. Begin 1905 begon ze met het opvoeren van de exotische dansen waarmee ze uiteindelijk beroemd zou worden. Ze nam nu permanent de naam Mata Hari aan. Ze debuteerde op 13 maart 1905 met haar act in Musée Guimet [9] en haar optredens werden meteen een succes. Die voorstellingen hielden in dat Mata Hari danste, begeleid door gamelanmuziek, en zich vervolgens van het ene na het andere kledingstuk
    ontdeed; voor een ogenblik zag men haar dan ronddraaien, slechts bedekt door de zware gouden munten van haar collier. Vervolgens zonk zij ineen aan de voeten van een gouden boeddha en wierpen haar dienaressen een grote zwarte sluier over haar heen.[10] De dans werd in 1906 beschreven als: “haar naaktheid is bewonderenswaardig en kuis, omdat hij schoon is. De volmaaktheid der vormen schenkt hoog kunstgenot aan hen die het voorrecht hebben deze dansen te aanschouwen en geen enkel idee dat niet zuiver-esthetisch was, kwam daarbij bij hen op.”[11] Een ooggetuige schreef hierover: “Ik heb haar gezien, jaren geleden, in haar bloeitijd, als je het zo mag noemen. Zij was toen een verblindend mooie vrouw en zij maakte een parodie van de karaktervolle Indische dans, maar dat merkten de Fransen niet eens. Zij was een rijpe vrouw, mooi, van een wellustige zinnenbedwelmende schoonheid.”[12] Mata Hari verscheen op kunstenaarsfeesten te Montmartre en in voorname salons van de internationale wijk (tussen de Champs-Élysées, de Arc de Triomphe en de Bois de Boulogne), waarbij zij met een zwaar accent sprak en vaak de conversatie begon met de zin: “In mijn jeugd, toen ik voor de radja's danste, aan de oevers van de Ganges...” Zij werd beschreven als: slank, groot en weelderig van vormen, met een klassiek profiel en met te grote zwarte ogen, haar huid van een lichte goudachtige bronskleur.[13] Nadat de Gil Blas een lovende beschrijving van haar danskunst had gegeven, begon Mata Hari spoedig daarna op te treden in de Ambassadeurs, een variététheater, en vervolgens in allerlei Parijse cafés; tussendoor gaf zij gastvoorstellingen in enkele steden in Europa en Amerika, waaronder optredens in Wenen, Monaco, Madrid en zelfs de Scala in Milaan. In 1915 trad zij in Nederland op bij een opvoering van de Franse opera op het Leidsche Plein in Amsterdam. In deze tijd hadden de geruchten over haar fabelachtige rijkdom, dat zij leefde in een kasteel dat eens aan Madame de Pompadour had toebehoord, en dat zij bij het uitbreken van de oorlog in Berlijn was geweest, waar zij in moeilijkheden zou zijn gekomen, het publiek in Amsterdam al bereikt. Mata Hari zou tijdens de voorstelling verschijnen in een oude Franse menuet met muziek van Couperin en trad op in een laat-achttiende-eeuwse japon. De dans stelde verschillende liefdesscènes voor, maar het publiek was enigszins teleurgesteld dat zij niet had opgetreden in de gewaden die men uit de verhalen uit Parijs kende.[14] Over Mata Hari, de exotische danseres, deden talloze geruchten de ronde. Zo zou zij een financier, geparenteerd aan een politicus, die herhaaldelijk minister was geweest, als slachtoffer hebben gehad. Deze financier zou binnen enkele maanden voor Mata Hari zijn vrouw en kinderen tot armoede hebben gebracht en uiteindelijk malversaties hebben gepleegd, waarvoor hij tien jaar gevangenisstraf kreeg. Mata Hari stond aldus bekend als een vrouw die, om haar spilzucht de vrije teugel te kunnen laten, de rijken tot haar slachtoffers maakte en die geen scrupules kende om haar ijdelheid, haar honger naar weelde en al haar impulsen te bevredigen.[15]Geruchten deden de ronde dat zij een zeer kostbare renstal met paarden had bezeten en toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, deze stal verkocht had. Omdat zij niet zou hebben gewild dat haar lievelingsrenpaard in handen zou vallen van de vijand, zou zij het dier, Vischnu, met een gouden stilet in het hart gedood hebben.[13] De gedachte dat zij een spion zou zijn, was eerder al bij de Engelsen opgekomen. In mei 1916 vertrok Mata Hari met het schipZeelandia naar Spanje; zij had door bemiddeling van haar impresario in San Sebastian en ook elders een engagement aangenomen. Op reis van Vigo, waar zij aan boord gekomen was, naar Falmouth per Hollandia, van de Koninklijke Hollandsche Mail, werd zij te Falmouth gevisiteerd. Men gaf haar geen verlof om verder te reizen, maar bracht haar onder geleide naar de wal, waar zij en haar bagage aan een ernstig onderzoek werden onderworpen. Zelfs de panelen van haar hut werden losgemaakt. Mata Hari zelf zei dat een mannelijke begeleider, die zij gedurende de reis aan boord onaardig behandeld zou hebben, haar had aangegeven bij de douane.[16]
    In 2016 maakte choreograaf Ted Brandsen bij Het Nationale Ballet de avondvullende balletvoorstelling Mata Hari met in de titelrol wisselende ballerina's onder wie Anna Tsygankova en Igone de Jongh. De Braziliaanse auteur Paulo Coelho schreef in 2016 de historische roman De spion (La Espía) over Mata Hari. Het boek brengt haar laatste dagen in beeld, met vele flashbacks naar haar eerdere leven. Coelho's werk werd een bestseller die in 46 talen werd vertaald.
    Mata Hari heeft zich in 1916 door Isaac Israëls laten schilderen. Het kunstwerk hangt in het KröllerMüller Museum te Otterlo. Zij werd ook geportretteerd door de Amerikaanse schilder John Singer Sargent (1856-1925). Al tijdens haar leven was Mata Hari een dankbare bron voor publicaties van uiteenlopende aard en kwaliteit. Dit duurt tot op de dag van vandaag voort. In oktober 2007 bracht thrillerauteur Tomas Ross het boek De Tranen van Mata Hari uit, waarin hij in zijn eigen kenmerkende fictiestijl de geheimen rond haar dood beschrijft. Ook is in 2007 het boek Het parfum van Mata Hari van Geertje Gort verschenen. Dit gaat over haar dochter Jeanne Louise (roepnaam 'Non'). Marijke Huisman schreef Mata Hari (1876-1917): de levende legende (1998), deel 2 in de serie Verloren Verleden, van Uitgeverij Verloren BV te Hilversum. ISBN 90-6550-442-7. Herman van Veen schreef in 2004 een theaterstuk over het leven van Mata Hari. De voorstelling Mata Hari - Schuldig of naïef was in diverse Europese landen te zien, waaronder Oostenrijk, België en Duitsland.[41] Tevens was het stuk te zien in Frankrijk onder andere in het Théâtre du Renard. [42] Begin 2006 was de voorstelling voor het eerst te zien in Soest. Mata Hari - Schuldig of naïef werd uitgevoerd door Gaëtane Bouchez, Martine De Kok, Silke Mehler en Wendel Spier. Geïnspireerd door het leven van Mata Hari schilderde Herman van Veen ook nog een aantal doeken. Een daarvan hangt in het ROC Friese Poort in Leeuwarden. In het kader van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 zal er vanaf 14 oktober, 100 jaar na haar dood, in het Fries Museum een expositie over haar leven worden geopend, waar ook de dossiers een plek zullen krijgen.





    07-08-2018 om 08:57 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 06 aug 1972 geri hallwill

     

    06-08-2018 om 09:23 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 06 aug 1972 geri hallwill




    06-08-2018 om 09:20 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 06 aug 1972 geri hallwill

    6 aug 1972 Geraldine Estelle (Geri) Halliwell (Watford (Hertfordshire), 6 augustus 1972) is een Britse zangeres. Ze is vooral bekend als Ginger Spice van de groep Spice Girls. Sinds haar huwelijk met Christian Horner in 2015 gebruikt ze de naam Geri Horner.
    Ze werd geboren als dochter van een Spaanse moeder en een Zweeds-Engelse vader. Geri Halliwell werkte aanvankelijk als danseres, televisiepresentatrice in Turkije, aerobics-instructeur, schoonmaakster, barmeisje en (naakt-)model. Ze reageerde op een advertentie waarin leden voor een meisjesgroep werden gezocht en werd zo lid van de Spice Girls. Met de Spice Girls bracht ze twee succesvolle albums Spice en Spice World uit, gevolgd door een speelfilm Spiceworld: The Movie. De groep was de popsensatie van de laatste helft van de jaren 1990. Geri had in de groep de bijnaam Sexy Spice of Ginger Spice, en was de wulpse roodharige van de vijf. Nadat haar zang- en danskwaliteiten al te openlijk in twijfel werden getrokken, verliet ze de Spice Girls in 1998. Dit mede naar aanleiding van conflicten binnen de groep. Geri ging solo verder. De overige vier Spice Girls hadden geen denderend succes meer als groep. Ze scoorde haar eerste solohit met Look At Me in 1999 van de cd Schizophonic. Haar grootste hit was de cover van The Weather Girls It's Raining Men, dat tevens de titelsong was van de film Bridget Jones's Diary. In deze periode raakte Geri veel gewicht kwijt, waardoor er geruchten de ronde deden dat de zangeres zou lijden aan de eetstoornis boulimia. De tweede single van haar daaropvolgende album Scream if you wanna go faster (de titelsong van het album) flopte, net als de opvolger Calling. In 2004 werkte ze vooral aan haar acteercarrière, die echter niet van de grond kwam, ondanks haar gastrol als Phoebe in de Amerikaanse hitserie Sex and the City. In december 2004 kwam in Engeland een nieuw nummer uit: Ride It, deze behaalde de vierde plaats in de Britse top 40. In mei 2005 werd er een tweede nummer uitgebracht in Engeland. Desire, was anders dan voorheen. De electropopdeuntjes en teksten als I'm a sure fine pussycat, I ain't gonna tell you that zorgde ervoor dat Desire de enige hit van Geri was die slechts een teleurstellende 23e plaats in de top 40 bereikte. Op 6 juni 2005 werd na drie jaar werk eindelijk Geri's derde solo-album uitgebracht: Passion. In eerdere instantie was het album vertraagd doordat de kwaliteit door de platenmaatschappij, Innocent Records (EMI), in twijfel werd getrokken. In de eerste week verkocht Passion slechts 8000 stuks. Dit zorgde ervoor dat Geri debuteerde op plaats 43 in de album top 100. (inmiddels was Desire al gezakt naar plaats 72). Binnen 3 weken stond Passion buiten de album top 100. De volgende single, Love never Loved me, werd uitgesteld vanwege onzekere tijden. Er kwamen geen nieuwe singles meer uit van het album Passion. Eind 2005 gaf Geri te kennen aan voorlopig geen nieuw materiaal te willen opnemen voor een eventueel nieuw album. Op 3 oktober 2013 maakte Geri haar comeback als artiest. Ze trad op met haar nieuwe single Half Of Me tijdens de Australische The Footy Show. Het optreden viel slecht in de smaak bij het aanwezige publiek, dat er flink op los twitterde. Half Of Me werd vooralsnog alleen uitgebracht in Australië, waar ze een deal had gesloten met platenmaatschappij Sony. Van Half of Me werden maar 393 exemplaren verkocht in heel Australië. In de bijbehorende videoclip danste Geri samen met levensgrote knuffelberen en mannen met ontblote bovenlichamen. Critici waren aanvankelijk weinig enthousiast over de clip en de teksten van het nummer zoals Just like an apple / Cut down the middle I only have one matching half / I gave you the finger / You took me to dinner / And you made me laugh. Tijdens de finales van Australia's Got Talent besloot Halliwell op het laatste moment een ander nummer te zingen. Eigenlijk stond haar comebacknummer Half of Me op de setlist, maar de zangeres besloot de geflopte single over te slaan. De BBC schreef dat Geri tijdens de show op de Australische tv Wannabe zong. Dat was de eerste hit van de Spice Girls, waar de Britse bekend en succesvol mee werd. Op 22 november 2016 werd Halliwells vierde soloalbum "Man On The Mountain" zonder officiële aankondiging gelekt op YouTube. Het album bevat 13 nieuwe tracks.[1]
    In 2017 bracht Halliwell de single Angels In Chains uit, een eerbetoon aan haar overleden boezemvriend George Michael. De downloadopbrengsten gaan volledig naar Childline, het goede doel dat George Michael nauw aan het hart lag.
    In 2006 kreeg Halliwell een dochter. Ze huwde op 15 mei 2015 met Christian Horner, hoofd van het Red Bull Racing Formula One team. Begin 2017 kregen zij een zoon

    06-08-2018 om 09:20 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 06 aug 1928 andy warhol

    6 aug 1928 Andy Warhol (Pittsburgh, 6 augustus 1928 – New York, 22 februari 1987) was een Amerikaans kunstenaar, filmregisseur en auteur. Warhol werkte tevens als muziekproducent en acteur. Vanuit zijn achtergrond en ervaring in de toegepaste kunst was Warhol een van de protagonisten van de popart in de Verenigde Staten in de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw. Warhol wordt ook wel the silver prince of the pop genoemd. Warhol is vooral beroemd om zijn 'vlakke' en contrastrijke schilderijen en zeefdrukken van verpakte producten en alledaagse objecten zoals Campbell's-soepblikken, bloemen en de banaan op de cover van het album The Velvet Underground & Nico(1967), alsook voor zijn gestileerde portretten van 20eeeuwse beroemdheden als Marilyn Monroe, Grace Jones. Elvis Presley, Judy Garland, en Elizabeth Taylor. Andy Warhol werd als Andrew Warhola geboren in Pittsburgh (Verenigde Staten). Zijn ouders waren Ondrej (Andrew) Warhola en Júlia Justyna Zavacká, Roetheense immigranten uit het dorp Miková in het huidige Slowakije. Ondrej, wiens familienaam oorspronkelijk als Varhola werd geschreven, veranderde de schrijfwijze naar Warhola toen hij naar de VS emigreerde. Hij werkte in de kolenmijnen van Pennsylvania. Andy toonde reeds vroeg artistiek talent en ging toegepaste kunst studeren in Pittsburgh aan het Carnegie Institute of Technology, de tegenwoordige Carnegie Mellon University. Daar viel hij op door het tekenen van twee zelfportretten waarop hij in zijn neus aan het peuteren was (Upper Torso Boy Picking Nose en Full Figure Boy Picking Nose). In 1949 verhuisde Warhol naar New York, waar hij een bescheiden carrière opbouwde in de reclame- en tijdschriftenwereld.
    In de jaren zestig startte Warhol met het op groot formaat schilderen van beroemde Amerikaanse producten als Campbell's-soepblikken en Coca-Cola-flessen. Hij wist de invloedrijke galeriehouder en kunstverzamelaar Leo Castelli te interesseren voor zijn werk. Hij ging de zeefdruktechniek gebruiken, om niet louter kunst te maken met alledaagse commerciële massaproducten als motief, maar om zelfs zijn eigen kunst als massaproduct te creëren. Warhol wilde het liefst een emotieloze machine worden. Hij stelde zich op als chef van een team van kunstarbeiders die zich bezighielden met het maken van zeefdrukken, films, boeken en tijdschriften. Dit team was actief in een studio in de buurt van Union Square in New York. De studio werd the Factory genoemd omdat er werkelijk een productielijn van schilderijen in gehuisvest was. Deze studio groeide uit tot een ontmoetingsplaats voor artiesten, homo's, travestieten, junks en fotomodellen. Iedereen met enige artistieke pretentie was er welkom. De oorspronkelijke Factory was gevestigd in een oude pettenfabriek op 231 East 47th street (vierde verdieping). Na een aantal jaren verplaatste Andy Warhol zijn entourage naar een kantoorpand aan de overkant van de straat; 33 Union street West (zesde verdieping). Deze tweede Factory werd door Warhol zelf the Office genoemd want er was niet uitsluitend een atelier gevestigd, maar ook de redactie van het door Warhol opgerichte blad Interview. Warhol werd in de jaren van de Factory wereldwijd bekend met zijn zeefdrukken. Hij maakte zeefdrukken van elk onderwerp dat zich ervoor leende. Warhols oeuvre baseert zich grotendeels op de Amerikaanse populaire cultuur. Hij schilderde en tekende bankbiljetten, stripafbeeldingen, voedsel, vrouwenschoenen, beroemdheden en alledaagse objecten. Voor hem vertegenwoordigden deze motieven de Amerikaanse culturele waarden. Op 3 juni 1968 kwam Valerie Solanas, een radicaalfeministisch auteur die van tijd tot tijd rondhing in de Factory, in de studio opdagen en schoot Warhol en kunstcriticus Mario Amaya neer. Solanas was eerder op die dag afgewezen in de Factory nadat ze een script had teruggevraagd dat ze aan Warhol ter inzage gegeven had. Het script was blijkbaar zoekgeraakt. Warhol werd zwaar verwond door de schietpartij en werd in het ziekenhuis zelfs klinisch dood verklaard. Hij leed voor de rest van zijn leven aan de fysieke gevolgen van de aanslag. Zo moest hij bijvoorbeeld steeds een korset dragen om zijn onderbuik te ondersteunen. De schietpartij had een grote nawerking op Warhols leven en zijn kunst. De
    Factory werd strenger afgeschermd en voor velen betekende deze gebeurtenis het einde van de wilde jaren van de Factory. Diezelfde dag gaf Solanas zichzelf aan bij de politie en werd ze gearresteerd. Haar verklaring voor deze misdaad was dat Warhol te veel invloed op haar leven had gekregen.
    In vergelijking met Warhols provocerende werk in de jaren zestig waren de jaren zeventig artistiek gezien minder productief, hoewel Warhol veel zakelijker werd. Volgens zijn toenmalige assistent Bob Colacello zocht Warhol in die jaren vooral naar gefortuneerde mensen bij wie hij een portretopdracht in de wacht kon slepen, zoals Mick Jagger, Liza Minnelli, John Lennon, Diana Ross, Brigitte Bardot en Michael Jackson en ook minder bekende bankdirecteuren en verzamelaars. Hij richtte het magazine Interview op en publiceerde in 1975 zijn boek The Philosophy of Andy Warhol, waarin hij zijn nuchtere ideeën omtrent kunst en leven uit de doeken deed. Van hem zijn de volgende uitspraken bekend: "Geld verdienen is kunst, werken is kunst, en goede zaken doen is de allerbeste kunst".
    Warhol overleed op 22 februari 1987 om 6.32 uur op 58-jarige leeftijd in New York. Hij was herstellende van een routineoperatie aan zijn galblaas toen hij in zijn slaap stierf aan een hartstilstand. Het ziekenhuispersoneel had hem na de operatie slaapmiddelen toegediend en had zijn welbevinden onvoldoende gevolgd. Daarom klaagden advocaten van Warhols nabestaanden het ziekenhuis aan wegens nalatigheid. Warhol had een medische behandeling almaar uitgesteld omdat hij bang was voor ziekenhuizen en een grote hekel had aan dokters. Warhol werd begraven op de katholieke begraafplaats van St. John the Baptist Byzantine in Bethel Park, ten zuiden van Pittsburgh. Yoko Ono was een van de mensen die een afscheidsrede uitsprak op zijn begrafenis. Het internationale veilinghuis Sotheby's had negen dagen nodig om Warhols immense verzameling van kunst en 'prullaria' te veilen. De bruto-opbrengst van deze veiling was ca. 20 miljoen Amerikaanse dollar Warhol had reeds een reputatie opgebouwd als commercieel illustrator, vooral voor schoenenwinkels, toen hij besloot een carrière als beeldend kunstenaar te starten. Hij werd daartoe aangespoord door onder andere Emile de Antonio, die vond dat hij betere ideeën had dan vele van zijn tijdgenoten. Op de kunstacademie had hij schilderijen gemaakt, maar daarna maakte hij vooral illustraties met tekeninkt onder andere voor warenhuizen en tijdschriften. Door overtrekken van zijn onderwerpen in inkt en afdrukken daarvan op aquarelpapier maakte hij meerdere variaties op zijn thema's. Als illustrator voelde hij zich niet voldoende serieus genomen en hij wilde een echte kunstenaar worden. Toen Warhol weer begon te schilderen, koos hij een eigen aanpak. Hij begon te schilderen met gesloten luiken, en steeds dezelfde single op zijn platenspeler. Op dat moment was popart, zoals de benaming later zou worden, reeds in opkomst. Warhol adapteerde deze nieuwe stijl, waarbij alledaagse voorwerpen deel konden uitmaken van het repertoire van de kunstenaar. All is pretty (alles is mooi) was daarbij zijn devies. Zijn eerste werken tonen afbeeldingen naar krantenadvertenties, voor korsetten, cola, likdoornpleisters en stofzuigers. Later begon hij met afbeeldingen uit strips, zoals Superman, Popeye en Dick Tracy. Deze vroege werken waren handgeschilderd met opzettelijk aangebrachte verfdruipers. De druipers verwezen naar de op dat moment populaire stijl van het abstract expressionisme; die bijvoorbeeld door Jackson Pollock en Willem de Kooning werd toegepast. Hij wilde 'erbij horen' en succesvol zijn. Na de eerste handgemaakte schilderijen begon hij al snel met de meer afstandelijke zeefdrukken op doek waarmee hij beroemd werd. Strips, typografie en dergelijke werden echter al gebruikt door artiesten als Roy Lichtenstein en Jasper Johns; Warhol zocht als onderwerp een persoonlijk kenmerk dat hem zou onderscheiden van de anderen. Een binnenhuisarchitecte, Muriel Latow stelde hem voor dat hij de dingen zou schilderen
    waarvan hij het meeste hield. In eerste instantie noemde hij "geld". Toen ze zei dat hij iets moest schilderen wat mensen herkennen, een blik soep bijvoorbeeld, vatte Warhol dit letterlijk op, zoals hij wel vaker deed, en voor zijn eerste grote tentoonstelling schilderde hij zijn roemruchte Campbell'ssoepblikken. Hij schilderde alle tweeëndertig varianten van Campbell's-soup. De blikken verschillen alleen in de titel van de soep (zoals Chicken, of Cream of Asparagus). Warhol hield ook van geld en schilderde dus ook bankbiljetten. Hij adoreerde beroemdheden (en aspireerde beroemdheid); dus schilderde hij ze.
    De soepschilderijen kreeg Warhol in New York niet geëxposeerd, maar Irving Blum, die een galerie had in Los Angeles wilde ze wel exposeren. Sommige toeschouwers werden boos, anderen barstten in lachen uit. Een andere galeriehouder bij Blum in de straat, zette de soepblikken in de etalage en verkocht ze voor 20 cent. Vanuit de soepblikschilderijen ontwikkelde Warhol zijn latere stijl. Hij verving het schilderen van een kenmerkend onderwerp door het schilderen volgens een kenmerkende stijl, waarbij het handgemaakte stilaan op de achtergrond raakte. Warhol ging varianten van de zeefdruktechniek toepassen en werd meer en meer de bedenker van schilderijen in plaats van de schilder die zelf de kwast vasthoudt. Op het hoogtepunt van zijn roem had hij meerdere assistenten in dienst, die volgens zijn aanwijzingen zeefdrukken produceerden in verschillende variaties wat betreft kleuren en afmetingen. Zijn belangrijkste assistent was Gerard Malanga, die enigszins bang was dat Warhol hem wilde versieren. Warhol maakte zowel 'humoristische' (zoals de soepblikken) als 'ernstige' (de elektrische stoel) werken. Typisch aan zijn werk is zijn koele afstandelijkheid, waardoor de kijker zelf moet interpreteren wat de 'echte Andy' denkt. Is de kunstenaar gechoqueerd door dood of denkt hij dat het grappig is? Zijn afbeeldingen van soepblikken een boodschap over de goedkoopheid van de massacultuur, een grap over kunstverzamelaars die de schilderijen willen hebben, of hebben ze te maken met zijn oprechte liefde voor zijn moeder, die in zijn jeugd Campbell's soep voor hem maakte? Warhols kunst werd meer en meer conceptueel. Zijn serie Do-It-Yourself-schilderijen en doeken in de vorm van de vlekken op een Rorschachtest zijn bedoeld als populair commentaar op kunst en wat kunst zou kunnen zijn. Zijn behangpapier met koemotief en zijn oxidatie-schilderijen (met koperverf voorbereide doeken waarop geoxideerde urinevlekken te zien zijn) behoren ook tot deze context. Belangrijk is hoe deze werken en de manier waarop ze werden geproduceerd, de zeden en sfeer in Warhols Factory weerspiegelden. Er werd gespeculeerd dat Warhol gewoon afbeeldingen maakte van objecten die in zijn tijd hip en modern waren maar voor Warhol was er altijd een persoonlijke relatie tussen hem en zijn onderwerpen. De Campbell's Soup-blikken, als voorbeeld, functioneerden niet louter als illustratie van de commerciële industrie en publiciteit, maar maakten ook inherent deel uit van Warhols eigen leven en herinneringen. Als kind kreeg hij deze soep van zijn moeder wanneer hij ziek was en hij hield er nog altijd van als volwassene. Voor hem (en voor vele Amerikanen) representeerde de soep een thuisgevoel. Een ander criterium voor Warhols onderwerpkeuze was dat de onderwerpen een zekere filosofische notie moesten vertegenwoordigen en metaforische kwaliteit moesten bevatten. Als Warhol geld schilderde, was dat omdat hij dat wou bezitten - doeken vol geld. Hij maakte zijn werk deels om dit geld (en succes, roem en misschien zelfs liefde) op te brengen. Tegelijkertijd beschouwden deze schilderijen kunst als een commercieel artikel: de schilderijen van dollarbiljetten stelden zowel monetaire waarde als investering voor. Op die manier hadden de schilderijen, in plaats van louter bankbiljetten voor te stellen, impact op ideeën als artistieke waarde of op de kunstpraktijk. Op deze manier schilderde Warhol afbeeldingen van catastrofes in felle kleuren (Red Car Crash, Purple Jumping Man, Orange Disaster), omdat ze zowel de gruwel van de gebeurtenis op de foto en diens mediawaarde toonden als de manier waarop ze in de media werden gebagatelliseerd.
    Door van deze "willekeurige" krantenknipsels schilderijen te maken, veranderde Warhol ze in gedenktekens van persoonlijke tragediën. Zo tonen ze een persoonlijke ervaring én geven sociaal commentaar op een tijd waarin de media groeide in relevantie. Op 4 augustus 1962 stierf Marilyn Monroe, waarna Warhol een grote serie portretten in zeefdruk van haar maakte, op grond van één oude foto. In de portretten gebruikt hij soms gedekte kleuren, of juist fluorescerende kleuren om bijvoorbeeld de mond te accentueren, dan wel goudverf. In april 2012 werd een jeugdwerk van de twaalfjarige Warhol ontdekt. De tekening bleek verborgen in de lijst van een ander schilderij dat door de vinder op een rommelmarkt in Las Vegas gekocht was.[1] Naast het beoefenen van verschillende kunstvormen als schilderen, fotografie, tekenkunst en beeldhouwkunst, was Warhol een productief filmmaker. Tussen 1963 en 1968 maakte hij meer dan honderdzestig films, waarvan er 60 toegankelijk zijn. De films vertonen overeenkomsten met zijn schilderijen, die ook veel herhalingen vertonen, en subtiele variaties van beeld. In de jaren zeventig verbood Warhol de distributie van zijn films, maar in de jaren 80 gaf hij na veel aandringen toestemming om de films te restaureren. In veel van zijn films werd de gebruikelijke projectiesnelheid gereduceerd van 24 beelden tot 16 beelden per seconde. Dit is net iets anders dan gebruikelijke slow-motion, waarbij de film juist op hogere snelheid wordt opgenomen, en op normale snelheid afgedraaid. Door de techniek van Warhol krijgen de afzonderlijke beelden meer nadruk. Een van zijn beroemdste films, en tevens zijn eerste, Sleep (1963), toont acht uur lang een slapende man, John Giorno, met wie hij een relatie had. Warhol filmde telkens ongeveer drie uur, tot om vijf uur 's ochtends de zon opkwam. Het filmen duurde een maand. Blow Job (1963) is een voortdurende closeup van het gezicht van een man (DeVeren Bookwalter) die buiten beeld oraal bevredigd wordt. Volgens Gerard Malanga was in de onzichtbare rol de dichter en filmmaker Willard Maas actief, hoewel Warhol hierover in zijn memoires (Popism) een andere lezing gaf. De film Kiss (1963) toont gedurende 55 minuten close-ups van kussende paren. In 1964 maakte Warhol een 99 minuten durend portret van de beroemde conservator van het Metropolitan Museum of Art, Henry Geldzahler. Tijdens de opnames liep Warhol gewoon weg. Op de film is goed te zien hoe Geldzahler zich verveelde en oncomfortabel was door de camera. Aan het eind van de film is hij geheel ingezakt. Uit 1964 stamt ook de film Eat met Warhols collega en vriend Robert Indiana, die heel bedaard en in close-up een paddenstoel zit te eten. Een andere film, Empire (1964), bestaat uit een acht uur durende opname van het Empire State Building in New York bij avondschemering. Warhols rolprent Vinyl is een bewerking van de dystopische Anthony Burgess-roman A Clockwork Orange. Verdere films beelden geïmproviseerde ontmoetingen uit van Factory-habitués als Brigid Berlin, Viva, Edie Sedgwick, Candy Darling, Holly Woodlawn, Ondine, Nico en Jackie Curtis. In de film Camp verschijnt de binnen de subcultuur legendarische kunstenaar Jack Smith. Veel beroemde bezoekers van de Factory werden in de periode 1963-1966 voor de camera gezet, en gedurende 2 minuten en 45 seconden gefilmd, de lengte van de standaard filmrol. Meestal zijn dat statische portretten. Door de filmpjes langzamer af te draaien worden de uitdrukkingen van de gezichten sterk uitvergroot. Het resultaat van deze opnames zijn ongeveer 500 films, door Warhol Screentests genoemd. Onder de geportretteerden zijn filmster Dennis Hopper en popster Lou Reed. De films werden in diverse samenstellingen gemonteerd en op exposities van Warhol en in filmhuizen getoond. Warhols meest succesvolle film was Chelsea Girls (1966); de film was innovatief aangezien hij bestond uit twee simultaan geprojecteerde 16-mm-filmrollen met uiteenlopende verhalen. Vanuit de projectiecabine werd het geluidsniveau voor één film verhoogd om dat verhaal te verduidelijken terwijl het voor de andere film werd verlaagd, waarna de rollen werden omgekeerd. Deze wijze van verdubbeling van de afbeelding gebruikte Warhol ook in zijn zeefdrukken van het begin van de jaren
    zestig. De invloed van de film met meerdere gelijktijdige lagen en verhalen is merkbaar in moderne producties als Timecode van Mike Figgis en, indirect, de eerste seizoenen van 24. Andere belangrijke films zijn My Hustler (1965) en Lonesome Cowboys (1968); een homo-erotische pseudowestern. Blue Movie, een film waarin Warhols 'superster' Viva gedurende 33 minuten seks heeft met een man, was Warhols laatste eigen film. Viva wist, nadat de film een schandaal had veroorzaakt vanwege de vrijzinnige benadering van seksualiteit, de openbare vertoning van deze film lang tegen te houden. De film werd in 2005 pas, voor het eerst sinds 30 jaar, opnieuw vertoond in New York. Nadat Warhol op 3 juni 1968 was neergeschoten door Valerie Solanas trok hij zich terug als regisseur en liet het maken van films over aan Paul Morrissey. Deze stuurde de aanpak van de Warhol-films meer en meer in de richting van gewone B-movies met een duidelijk verhaaltje (bijvoorbeeld: Flesh, Trash en Heat). Deze films en ook de later gemaakte films Blood for Dracula en Flesh for Frankenstein waren veel normaler dan alles wat Warhol als regisseur ooit zelf had gemaakt. De ster in deze films was Joe Dallesandro, die eigenlijk eerder een Morrissey-ster was dan een echte Andy Warhol superstar. Een andere film die veel furore maakte als Warhol-film heette Bad. Deze film werd in feite geregisseerd door Jed Johnson. De sterren van deze film waren Carroll Baker en Perry King. Om het succes van de latere films te vergroten werden rond 1972 al Warhols' eerdere avant-garde films uit de roulatie gehaald. Warhol leverde van 1979 tot 1987 het artistieke concept voor een serie televisieprogramma's, 42 in totaal, die werden uitgezonden door commerciële zenders. Een droom van Warhol was een Hollywood-film te maken, maar daar is hij nooit aan toegekomen. In de jaren zestig ontdekte Warhol de groep The Velvet Underground en nam hen aan als een van zijn projecten. Hij was de producer van hun eerste album The Velvet Underground and Nico en ontwierp er ook de albumillustraties voor. Zijn échte aandeel in de productie kwam er uiteindelijk op neer dat hij betaalde voor de studiotijd. Na het eerste album werden Warhol en bandleider Lou Reed het meer en meer oneens over de richting die de band uit zou moeten gaan. Het contact tussen de twee vervaagde. Warhol ontwierp de coverillustratie voor het Rolling Stones-album Sticky Fingers (1971) en Love You Live (1977). In 1975 werd aan Warhol gevraagd verschillende portretten te maken van Stoneszanger Mick Jagger. In 1990 namen Lou Reed en John Cale het album Songs for Drella op. Een van Warhols bijnamen was Drella, een combinatie van Dracula en Cinderella (Assepoester). Op Drella verontschuldigt Reed zich ten opzichte van Warhol. Warhol was bevriend met vele muzikanten waaronder Bob Dylan, John Lennon en Jim Morrison. Hij ontwierp de cover van Lennons Menlove Avenue (postuum 1986). Warhol verscheen als een barman in de video voor de The Cars-single Hello Again, en in een Curiosity Killed The Cat-video voor hun Misfitsingle. Beide video's werden geproduceerd door Warhols productiebedrijf. Hij 'had een boontje' voor Nick Rhodes van Duran Duran, die hij relatief vaak ontmoette.
    Hoewel Andy Warhol de meeste bekendheid bereikte met zijn schilderijen en films, was hij actief in verschillende andere media, zoals: Mode — Van Warhol is bekend dat hij gezegd heeft dat hij liever een jurk koopt en aan de muur hangt, dan daar een schilderij op te hangen ("I'd rather buy a dress and put it up on the wall, than put a painting, wouldn't you?"). Een van zijn bekendste supersterren, Edie Sedgwick, wilde modeontwerper worden, en zijn goede vriend Halston was er een. Warhols modewerk omvat gezeefdrukte kledij, een incidentele bijverdienste als catwalkmodel en zowel boeken over mode als schilderijen met modieuze onderwerpen (schoenen).
    Performances — Warhol en zijn entourage organiseerden happenings: theatrale multimediapresentaties tijdens feestjes met muziek, film, diaprojecties en Gerard Malanga in een S&Moutfit met een zweep slaand. Het hoogtepunt in deze periode van Warhols leven was de The Exploding Plastic Inevitable. Fax-art - Op 12 januari 1985 werkten Warhol, Joseph Beuys en de Japanse kunstenaar Kaii Higashiyama mee aan het Global-Art-Fusion project. Dit was een door de concept-kunstenaar Ueli Fuchser geïnitieerd intercontinentaal performance fax-art project, waarbij een fax met tekeningen van de drie kunstenaars in 32 minuten om de wereld werd gestuurd - van Düsseldorf via New York en Tokio naar Palais Liechtenstein, het museum voor de moderne kunst in Wenen. De fax was bedoeld als statement voor de vrede. Het was een van de eerste werken in een wereldwijde context.[2] Fotografie — Om zijn zeefdrukken te produceren maakte Warhol zelf foto's of liet deze door anderen maken. De foto's werden meestal gemaakt met een specifiek type Polaroid-camera, dat deze firma speciaal voor Warhol bleef produceren. De fotografische benadering van schilderen en zijn grote hoeveelheden snapshots, hadden hun effect op de artistieke fotografie van die dagen. Warhols' late oeuvre omvat aan elkaar genaaide zwart-witfoto's. Daarnaast gooide hij niets weg, en bewaarde jarenlang alledaagse voorwerpen uit zijn studio in systematisch gedateerde dozen, die hij "tijdcapsules" noemde.
    Het Andy Warhol Museum in Pittsburgh, Pennsylvania is het grootste Amerikaanse museum opgedragen aan een enkele kunstenaar; het bevat meer dan 12.000 werken van Warhol. In de Slowaakse gemeente Medzilaborce, vlak bij het dorpje waarvan Warhol zijn ouders afkomstig zijn, is het Andy Warhol Museum voor Moderne Kunst te vinden. Het stelt een 160-tal werken van de kunstenaar en een groot aantal memorabilia van Warhol en zijn familie tentoon. Werk in openbare collecties (selectie) Berardo Collectie Museum, Lissabon Fine Arts Museums of San Francisco, San Francisco Metropolitan Museum of Art, New York Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam[3] The Kiss (Bela Lugosi) [4] Museum of Modern Art, New York Campbell's Soup Cans [5] Rijksmuseum Amsterdam [6] Queen Beatrix of the Netherlands[7] Stedelijk Museum Amsterdam Bellevue II[8] TATE Modern Londen Marilyn Diptych[9] Een van de beroemdste citaten van Andy Warhol is In the future everyone will be famous for fifteen minutes., vertaald: In de toekomst zal iedereen gedurende 15 minuten wereldberoemd zijn. Nadien zei hij over deze quote: I'm bored with that line. I never use it anymore. My new line is "In 15 minutes everybody will be famous." Begin april 2007 raakte bekend dat de New Yorkse verzamelaar José Mugrabi zijn 600 Warhols van de hand doet voor 1 miljard dollar aan een onbekende sjeik. De sjeik is zinnens een "Andy Warhol Museum" te bouwen in Abu Dhabi of Dubai. De familie Mugrabi bezit ook Warhols "Twenty Marilyns" (1962). In Jommekes-album 242 "De puddingkoningin" wordt er naar Warhol verwezen. In Groningen is een nachtcafé vernoemd naar deze artiest (nachtcafé Warhol). In het café zijn verschillende van zijn kunstvormen verwerkt in het interieur.





    06-08-2018 om 09:18 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 aug 1919 zangeres zondernaam

     

    05-08-2018 om 09:04 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 aug 1919 zangeres zondernaam

    5 aug 1919 Maria (Mary) Servaes-Bey (Leiden, 5 augustus 1919 – Horn, 23 oktober 1998) was een Nederlands zangeres. Zij vertolkte onder de artiestennaam Zangeres Zonder Naam decennialang het Nederlandse levenslied, hetgeen haar de bijnaam 'Koningin van het Levenslied' opleverde. Tot haar grootste successen behoren: Ach vaderlief, toe drink niet meer (1959), De blinde soldaat (1962), Mexico (1969, 1986), Het soldaatje (de vier raadsels) (1971), Mandolinen in Nicosia (1972), Keetje Tippel (1975), Rock around the clock (met Normaal, 1987), 't Was aan de Costa del Sol (1975) en Vragende kinderogen (1982). In totaal nam ze meer dan 550 liedjes op. Mary Servaes werd geboren in Leiden als Maria (Rietje) Bey. Ze was de achtste in een arbeidersgezin van tien kinderen en had geen gemakkelijke jeugd. Toen ze drie was, maakte ze een lelijke val waardoor ze een heup brak. Het breukherstel bleef tien jaar lang aanslepen en ze hield de rest van haar leven last van haar heupen. Haar bekering tot het rooms-katholicisme leidde tot een breuk met haar ouders. Ze woonde in de oorlogsjaren een tijdje bij haar zus in Kampen en later bij haar broer in Maastricht, waar ze haar echtgenoot de Maastrichtenaar Sjo Servaes ontmoette die werkzaam was als metaalbewerker en later chauffeur zou worden. Zij trouwden in 1948.[1] [2] [3] In Maastricht trad ze als zangeres op in cafés. Voor een bevriende zanger verzorgde ze in 1957 de achtergrondzang op een demo die uiteindelijk bij Johnny Hoes belandde. Van de zanger op de opname was Hoes niet erg onder de indruk maar hij vond het kinderstemmetje op de achtergrond erg bijzonder. [4] Nadat hem werd verteld dat de stem op de demo niet die van een kind is, maar van een 37-jarige vrouw, nodigde hij Mary uit voor een auditie, waarna ze een platencontract kreeg. Ze zong hierop haar eerste single, Kindergebed, die niet slecht verkocht voor een eerste single. Vanwege haar stemgeluid waar Hoes geen naam voor had, verzon hij voor Mary de artiestennaam de Zangeres Zonder Naam. Wellicht vond hij daarvoor inspiratie bij de Franse zanger Roland Avellis, reeds voor de Tweede Wereldoorlog bekend als "Le chanteur sans nom".[5] Verder was er in die jaren ook een Orkest Zonder Naam. De eerste gouden single van de Zangeres verscheen in 1959: Ach vaderlief, toe drink niet meer. Het is de eerste uit een lange rij hits die de Zangeres tot in de jaren tachtig scoorde. De bemoeienis van cultuurdragers als Gerard Reve en Lucebert zorgde er in de jaren zeventig voor dat ze, behalve onder het traditionele levensliedpubliek, ook in kunstenaarskringen werd geroemd, zij het met de nodige camp-ironie. Toen Reve in oktober 1969 in de Allerheiligst Hart van Jezuskerk de P.C. Hooftprijs ontving vroeg hij de zangeres voor een optreden tijdens de huldiging.[6]
    Ook protestliederen waren de Zangeres niet vreemd. Zo nam ze in 1965 Hij was maar een neger (over racisme) op en vertolkte ze in 1969 De soldatenmoeder, door Lucebert geschreven voor het experimentele schouwspel Poppetgom, dat kritiek leverde op de Vietnamoorlog.[7] Toen ze het in 1977 in een zelfgeschreven tekst tegen de Amerikaanse anti-homorechtenactiviste Anita Bryantopnam (Luister Anita), was ook haar status als "Moeder aller homo's" in Nederland definitief gevestigd: "Maar beste vent hou gerust van je vriend, en strijd voor je rechten, desnoods ervoor vechten. Waar ze jou van beschuldigt heb jij niet verdiend." In 1975 brak de Zangeres met Johnny Hoes. Het leverde een lang juridisch proces op waarin ze financieel aan het kortste eind trok. Ze zou na die tijd alleen nog in verbitterde termen over Hoes spreken. Gedurende de jaren tachtig bleef ze bescheiden hits scoren tot ze in 1986 een inmiddels legendarisch optreden verzorgde in de Amsterdamse rocktempel Paradiso. De op die avond opgenomen versie van haar jaren-zestighit Mexico werd een groot succes en leverde de Zangeres een nieuwe generatie fans op. Ze verzorgde hierna ook optredens in discotheken en nam een single op met de groep Normaal. Beide singles behaalden een top-10 notering. Voor haar lp Live in Paradiso ontving ze in 1987 een Edison. Dit alles vormde de opmaat tot haar afscheidsconcert in Tilburg op 31 december van dat jaar. Haar afscheidsalbum Bedankt lieve mensen werd goud en ook de singles Mijn leven en Braziliaanse nachten werden bescheiden hits. In juni 1988 kreeg ze de erepenning van de stad Leiden, wegens haar onnavolgbare vertolkingen van het levenslied.[8] [9]
    De Zangeres wilde na haar afscheid samen met Jo Servaes van haar oude dag genieten, wat echter werd verhinderd door de plotselinge dood van haar echtgenoot in 1990. Servaes bracht de laatste jaren van haar leven door in haar huis in Stramproy en liet herhaaldelijk merken hoezeer ze haar echtgenoot en haar publiek miste. In 1993 kwam ze daarom nog een keer terug op de bühne. De single Eenmaal in je leven werd haar laatste hit. In 1994 werd nog eenmaal een feest gehouden, ter gelegenheid van haar 75ste verjaardag. Ze moest vanwege Parkinson opgenomen worden in een verzorgingstehuis in Horn, waar ze op 79-jarige leeftijd aan een hartstilstand overleed.[10] Servaes-Bey werd in hetzelfde stapelgraf als haar man begraven in de Sint-Willibrorduskerk in Stramproy.[11] Later werd bekend dat de zangeres berooid is overleden, testamenten en spaarbankboekjes waren verdwenen.[12 Tijdens haar lange carrière was de Zangeres voor veel mensen uitgegroeid tot een symbool van hoop en liefde. Haar dood kwam voor fans dan ook hard aan. Duizenden mensen reisden naar Stramproy om afscheid van haar te nemen. Onder de gasten in de kerk bevond zich een aantal bekende collega's, waaronder Albert West, Trea Dobbs, Pierre Kartner en de Vlaamse ster Eddy Wally. Zevenhonderd aanwezigen gaven haar een minutenlange staande ovatie. Marianne Weber vertolkte het lied waarmee de Zangeres in 1987 afscheid nam: Mijn Leven (My Way). De Zangeres Zonder Naam wordt beschouwd als een van de belangrijkste iconen die het Nederlandse levenslied heeft opgeleverd.[13] In 1999 werd een groot deel van haar inboedel geveild ten bate van diverse goede doelen.[14]
    Op 18 mei 2007 werd in haar geboorteplaats Leiden de Mary Beystraat officieel geopend. Het straatje in de Leidse nieuwbouwwijk (2007 – 2008) ontbeerde lange tijd een straatnaambordje, hoewel deze 'Straat Zonder Naam' wellicht erg toepasselijk was. Neef Willem Bey nam het voortouw voor de opening, die werd verricht door oud-minister en oud-wethouder van Leiden Alexander Pechtold.[15] In januari 2010 verscheen het boek "Sterven Zonder Naam" van Ben Holthuis en co-auteur Frank Wouters (ISBN 978-90-8510-901-3). Het handelt over de trieste laatste jaren van de Zangeres Zonder Naam.[16] Naar aanleiding van het boek werden door kamerleden Pechtold en Ine AastedMadsen kamervragen gesteld over het falende beschermingsbewind.[12] [17] In 2011 maakte De Graaf & Cornelissen Producties een musical over het leven van de Zangeres Zonder Naam.[18] De musical liep tot april 2012.





    05-08-2018 om 09:02 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 aug 1992 tante leen

     

    05-08-2018 om 09:00 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 aug 1992 tante leen

    5 aug 1992 Tante Leen (Amsterdam, 28 januari 1912 – Amsterdam, 5 augustus 1992), werkelijke naam Helena Kok-Polder, later Helena Jansen-Polder, was een Nederlands volkszangeres. Samen met haar gabber Johnny Jordaan mag zij aanspraak doen gelden op de titel "de Beste Stem van de Jordaan". Tante Leen trad pas op 43-jarige leeftijd voor het eerst op. Daarvoor verdiende ze de kost als schoonmaakster en garnalenpelster. Bezoekers van het café waar ze werkte en zong om de gasten te vermaken schreven haar in voor een talentenjacht die platenmaatschappij Bovema had uitgeschreven om de Beste Stem van de Jordaan te vinden. Ze behaalde de tweede plaats achter Johnny Jordaan. Vanaf dat moment luidde haar bijnaam de nachtegaal van de Willemsstraat. Tante Leen trad vaak op samen met Johnny Jordaan en werd vaak begeleid door accordeonisten als Jan Schallig .Veel van haar teksten waren van de hand van Jaap Valkhoff. Haar grootste hit had ze met het nummer Oh, Johnny dat gericht is aan Johnny Jordaan. Die antwoordde hierop met het lied Tante Leen, Tante Leen, Tante Leen, ik ga een liedje over je zingen van Harry de Groot. Vanaf 1960 had Tante Leen samen met haar tweede echtgenoot (haar eerste echtgenoot kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog om bij een bombardement) 'Ome' Bram Jansen een eigen café aan de Nieuwendijk 103, waar ze iedere dag optrad. In 1947 krijgen ze een zoon Freddie genaamd. Haar lied 'Ook kleine kinderen worden groot' is aan hem gericht. In 1968 werd ze uitgenodigd om Nederland te vertegenwoordigen op het Eurovisiesongfestival, maar ze sloeg de uitnodiging af. Zij beëindigde haar zangcarrière in 1975 en bracht de laatste jaren van haar leven door in een verzorgingshuis. In 1994 werd voor haar een borstbeeld opgericht op het pleintje aan het begin van de Elandsgracht. Haar beeld kwam naast dat van Johnny Jordaan te staan. Het plein heet tegenwoordig Johnny Jordaanplein.





    05-08-2018 om 08:58 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 aug 1962 marleen monroe

     

    05-08-2018 om 08:57 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief
  • Alle berichten

    Hoofdpunten blog blankenbergsstadsbeeld
  • fotowandeling 20
  • HARMONIE
  • WORDING
  • fotowandeling 20
  • LIPPENS & DE BRUYNE

    Hoofdpunten blog einstein
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG

    Hoofdpunten blog mijnroots
  • Van al diegenen die niets te zeggen hebben, zijn de meest aangename mensen diegenen die zwijgen
  • Ik heb geconstateerd dat mensen van gedachten houden die niet tot denken dwingen.
  • Tijd hebben alleen diegenen, die het tot niets gebracht hebben en daarmee hebben ze het verder gebracht dan alle anderen.
  • Depressies kan je bestrijden door op je arm geleund in het niets te staren. Bij zware depressies van arm wisselen.
  • Een kus is een mooie truc van de natuur om het praten te stoppen als woorden overbodig zijn.

    Hoofdpunten blog automobile
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • mclaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!