4 mei 1904
Het Panamakanaal is een ruim 81 km lang kanaal in het Centraal-Amerikaanse Panama. Het loopt door de landengte van Panama en verbindt de Caraïbische Zee met de Grote Oceaan. Het kanaal is een belangrijke ader in het intercontinentale transport omdat men anders om Zuid-Amerika heen zou moeten varen. Een schip varend van New York naar San Francisco legt via het kanaal een afstand af van 9500 kilometer, dat is minder dan de helft van de 22.500 kilometer via Kaap Hoorn. De Grote Oceaan ligt ten westen van de Atlantische Oceaan, maar de ligging van het kanaal is eerder omgekeerd: de ingang aan de Atlantische kant van het kanaal is ten noordwesten van die aan de Pacifische kant.[2] Dit houdt verband met de grillige vorm van de landengte. Meestal stelt men dat de grens tussen het Noord- en Zuid-Amerikaanse continent door het kanaal loopt. Die grens kan echter ook over de politieke grens, tussen Panama en Colombia worden getrokken. Spaanse ontdekkingsreizigers zoals Christoffel Columbus en Rodrigo de Bastides hadden begin 16e eeuw al de kust van Panama verkend. Zij waren nog steeds op zoek naar een doorgang naar Indië. Bastides bezocht in 1501 het plaatsje Nombre de Dios, dat acht jaar later de eerste Spaanse uitvalsbasis werd voor de zoektocht naar goud. Vasco Núñez de Balboa had Bastides vergezeld op zijn reizen en naar aanleiding van fantastische verhalen van de plaatselijke bewoners over goud, besloot Balboa in 1513 een expeditie te ondernemen naar de binnenlanden van Panama. Op 25 september 1513 was Balboa de eerste Europeaan die het water van de Stille Oceaan vanaf het Amerikaanse continent zag. Hij reisde nog een aantal keren op en neer tussen Nombre de Dios en de kust van de Stille Oceaan, zelfs met een boot in onderdelen om de kust van de Stille Oceaan te verkennen. In 1519 werd Panama-Stad gesticht. Balboa had ontdekt dat de kortste weg tussen Spanje en de Stille Oceaan over Panama liep. Na de verovering van Peru rond 1530, de ontdekking van zilver en de groeiende Spaanse bevolking werd Panama van groot militair en commercieel belang. Tussen 1540 en 1740 had Panama een sleutelrol in de handel tussen beide gebiedsdelen. Aan de westkust werd het zilver van Peru aangevoerd en door karavanen over een afstand van 80 kilometer vervoerd, door het oerwoud, naar de Panamese oostkust. Aan de oostkust was Portobelo uitgegroeid tot een belangrijke handelsplaats van waaruit de jaarlijkse zilvervloot naar Spanje vertrok. Goederen vanuit Spanje en andere Europese landen maakte gebruik van dezelfde route maar dan richting Peru. Aan het begin van de 18e eeuw werd de route om Kaap Hoorn een belangrijk alternatief. Deze directe vaarweg was veel goedkoper dan de transcontinentale route via Panama. De Spaanse kolonie in Panama verloor veel handel en raakte in een economische depressie die meer dan 100 jaar zou duren. Al in de 16e eeuw werd gesproken over de mogelijkheid om de landengte die de Atlantische van de Stille Oceaan scheidt, met een kanaal te doorsnijden. In 1524 opperde keizer Karel V op advies van Vlaamse ingenieurs dat scheepsreizen tussen Spanje en Peru aanzienlijk verkort zouden kunnen worden door de aanleg van een kanaal. Zijn zoon koning Filips II (1527-1598) verbood echter het graven van een kanaal op straffe des doods, omdat "de mens niet mag scheiden wat God heeft verenigd" (een verwijzing naar Marcus 10:9[
|