Het Panamakanaal is een ruim 81 km lang kanaal in het Centraal-Amerikaanse Panama. Het loopt door de landengte van Panama en verbindt de Caraïbische Zee met de Grote Oceaan. Het kanaal is een belangrijke ader in het intercontinentale transport omdat men anders om Zuid-Amerika heen zou moeten varen. Een schip varend van New York naar San Francisco legt via het kanaal een afstand af van 9500 kilometer, dat is minder dan de helft van de 22.500 kilometer via Kaap Hoorn. De Grote Oceaan ligt ten westen van de Atlantische Oceaan, maar de ligging van het kanaal is eerder omgekeerd: de ingang aan de Atlantische kant van het kanaal is ten noordwesten van die aan de Pacifische kant.[2] Dit houdt verband met de grillige vorm van de landengte. Meestal stelt men dat de grens tussen het Noord- en Zuid-Amerikaanse continent door het kanaal loopt. Die grens kan echter ook over de politieke grens, tussen Panama en Colombia worden getrokken. Spaanse ontdekkingsreizigers zoals Christoffel Columbus en Rodrigo de Bastides hadden begin 16e eeuw al de kust van Panama verkend. Zij waren nog steeds op zoek naar een doorgang naar Indië. Bastides bezocht in 1501 het plaatsje Nombre de Dios, dat acht jaar later de eerste Spaanse uitvalsbasis werd voor de zoektocht naar goud. Vasco Núñez de Balboa had Bastides vergezeld op zijn reizen en naar aanleiding van fantastische verhalen van de plaatselijke bewoners over goud, besloot Balboa in 1513 een expeditie te ondernemen naar de binnenlanden van Panama. Op 25 september 1513 was Balboa de eerste Europeaan die het water van de Stille Oceaan vanaf het Amerikaanse continent zag. Hij reisde nog een aantal keren op en neer tussen Nombre de Dios en de kust van de Stille Oceaan, zelfs met een boot in onderdelen om de kust van de Stille Oceaan te verkennen. In 1519 werd Panama-Stad gesticht. Balboa had ontdekt dat de kortste weg tussen Spanje en de Stille Oceaan over Panama liep. Na de verovering van Peru rond 1530, de ontdekking van zilver en de groeiende Spaanse bevolking werd Panama van groot militair en commercieel belang. Tussen 1540 en 1740 had Panama een sleutelrol in de handel tussen beide gebiedsdelen. Aan de westkust werd het zilver van Peru aangevoerd en door karavanen over een afstand van 80 kilometer vervoerd, door het oerwoud, naar de Panamese oostkust. Aan de oostkust was Portobelo uitgegroeid tot een belangrijke handelsplaats van waaruit de jaarlijkse zilvervloot naar Spanje vertrok. Goederen vanuit Spanje en andere Europese landen maakte gebruik van dezelfde route maar dan richting Peru. Aan het begin van de 18e eeuw werd de route om Kaap Hoorn een belangrijk alternatief. Deze directe vaarweg was veel goedkoper dan de transcontinentale route via Panama. De Spaanse kolonie in Panama verloor veel handel en raakte in een economische depressie die meer dan 100 jaar zou duren. Al in de 16e eeuw werd gesproken over de mogelijkheid om de landengte die de Atlantische van de Stille Oceaan scheidt, met een kanaal te doorsnijden. In 1524 opperde keizer Karel V op advies van Vlaamse ingenieurs dat scheepsreizen tussen Spanje en Peru aanzienlijk verkort zouden kunnen worden door de aanleg van een kanaal. Zijn zoon koning Filips II (1527-1598) verbood echter het graven van een kanaal op straffe des doods, omdat "de mens niet mag scheiden wat God heeft verenigd" (een verwijzing naar Marcus 10:9[
Sandra Kim is de artiestennaam van Sandra Caldarone (Montegnée, 15 oktober 1972), een Belgische zangeres. Haar naam Sandra Kim is een verwijzing naar Kim Wilde. Ze is vooral bekend als jongste winnares ooit van het Eurovisiesongfestival met het lied J'aime la vie, waarmee ze België in 1986 de eerste (en tot nog toe ook de enige) overwinning in het Eurovisiesongfestival bezorgde. Sandra Kim begon al op jonge leeftijd met zingen. Op haar elfde werd ze ontdekt. Twee jaar later stond ze als zangeres van het groepje Musiclub met het liedje Ami Ami al op de wedstrijd "L'ambrogino d'oro" in Milaan. Amper een half jaar later werd ze geselecteerd als Belgische deelneemster voor het Eurovisiesongfestival. Haar optreden was niet geheel onomstreden, omdat sommigen dachten dat ze vijftien jaar oud was terwijl ze in werkelijkheid 13 jaar en 7 maanden was. Wellicht omdat ze zong: "Moi j'ai quinze ans et je te dis, whoa whoa, j'aime la vie." Na het songfestival kwam uit dat ze dertien was, maar de uitslag werd niet gewijzigd. Ze blijft in de boeken staan als jongste winnaar van het songfestival ooit. De regels werden daarna aangescherpt tot de minimale leeftijd van 16 jaar.
Dalida (Caïro, 17 januari 1933 - Parijs, 3 mei 1987), pseudoniem van Iolanda Cristina Gigliotti, was een Egyptisch-Fransezangeres en actrice van Italiaanse afkomst. Met meer dan 170 miljoen verkochte platen is ze een van Frankrijks succesvolste artiesten ooit. In 1954 was Iolanda Cristina Gigliotti Miss Egypte, en op haar eenentwintigste vertrok ze naar Frankrijk voor een carrière als zangeres en actrice. Ze noemde zichzelf toen Dalila, naar de vrouw uit de Bijbel. In Parijs veranderde ze dat op aanraden van Eddie Barclay in Dalida. Ze brak door met een Italiaans getint repertoire, en cultiveerde haar 'exotische' uitstraling met een grote bos zwarte krullen en donker omrande ogen. In 1957 had ze in Frankrijk een hit met het lied Bambino, dat 39 weken lang de hitlijst aanvoerde. Aan het einde van de jaren zestig nam ze haar typerende, blonde kapsel. Aan het begin van de jaren zeventig verdiepte ze haar repertoire door werk van Léo Ferré en Jacques Brel op te nemen. Met "Paroles...Paroles" en "Gigi l'Amoroso", het gezongen verhaal van een Napolitaanse hartenbreker die na een mislukt avontuur in Hollywood terugkeert naar zijn geboortedorp, had ze haar grootste hits. Daarna besloot ze, op aanraden van haar broer Orlando, die tevens haar manager was, zich te richten op de opkomende disco. Met "J'attendrai", een cover van een chanson uit de jaren dertig, had ze de eerste Franstalige discohit. Daarna volgde nog de disco-opvolger van "Gigi l'Amoroso", "Gigi in Paradisco" waarin Gigi na zijn dood in de hemel in het Engels zingt. Ook het nummer "Darla Dirladada" werd internationaal in 1970 een grote hit. Wereldwijd verkocht ze veel singles en albums, vooral in Frankrijk, Italië, België, Zwitserland, Duitsland, Egypte, Canada, het MiddenOosten en Japan was ze razend populair. In de jaren tachtig dwong een oogkwaal, die uit haar jeugd stamde, haar tot enkele operaties die weinig verbetering brachten. Ze zag steeds minder met haar linkeroog, en keek vaak scheel. Ook de relaties met mannen waren weinig gelukkig. Drie mannen met wie ze een al dan niet langdurige, doch erg innige relatie onderhield, pleegden zelfmoord, onder wie Luigi Tenco en Lucien Morisse. Ze speelde nog in een film, genaamd "De Zesde Dag", waarvoor ze terugkeerde naar Egypte. Moe van alle problemen maakte ze in de nacht van 2 op 3 mei 1987 met behulp van pillen in Parijs een eind aan haar leven. Ze liet een briefje na met de woorden: «la vie m'est insupportable, pardonnez-moi» (het leven is ondraaglijk voor mij, vergeef me). Na haar dood werd Dalida een groot voorbeeld voor de nieuwe generatie zangeressen. Dalida wordt samen met Édith Piaf beschouwd als de meest populaire en invloedrijkste Franse zangeres uit de 20e eeuw. Een aantal jaren na haar dood werd onder grote belangstelling de "Place Dalida" plechtig ingehuldigd in Parijs (18e arrondissement), dicht bij haar voormalige woning in de wijk Montmartre en vlak bij Place du Tertre. Op het pleintje staat een bronzen borstbeeld van Dalida. Het is het enige beeld in Montmartre van een kunstenaar. In dezelfde wijk ligt Dalida begraven, namelijk op Cimetière de Montmartre, waar veel bekende personen liggen.
Mary Phelps Jacob (1891-1970) – Uitvindster van de beha In 1914 komt de eerste beha op de markt. De beha, dan vooral brassière genoemd, is ontworpen door de Amerikaanse Mary Phelps Jacob. Ze deed haar uitvinding in 1910 en ontving er twee jaar later patent op. Het eerste beha-model wordt gemaakt van twee zakdoeken die bij elkaar gehouden worden met behulp van een elastiek.Tot die tijd maakten vrouwen nog veel gebruik van korsetten. Er was echter behoefte aan een minder pijnlijk alternatief. Rond het begin van de twintigste eeuw kwamen in Parijs al enkele nieuwe korsetontwerpen op de markt waarbij meer aandacht werd besteed aan draagcomfort. Mary Phelps Jacob startte nadat zij haar uitvinding gedaan had een bedrijf voor de verkoop van beha’s en deed dat onder de naam Caresse Crosby. Het bedrijfsleven trok haar echter niet erg. Het beha-patent verkocht ze daarom al snel aan het bedrijf Warner Brothers Corset Company. Ze ontving hiervoor 1500 dollar.