Het is subtropisch warm bij ons in Landéda. Als je de foto’s bekijkt, zou je het nochtans niet zeggen. Er hangt een nevel over de zee en het achterland. Dit is typisch Bretoens. Gehuld in nevelslierten sluit ik nu deze blog af. Morgen rijden we naar Zuid-Finistère, richting Pont-L’Abbé. Daar ontmoeten we een oude bekende. Enkele dagen later trekken we dan richting noordwest, 950 kilometer ver. We rijden over Quimper, Carhaix-Plouer, St.-Brieux, Mont Saint-Michel naar Pontaubault. Daar blijven we een nachtje. Dan gaat de rit over Caen en Le Havre naar Dieppe, waar we weer halt houden voor de nacht. De laatste rit gaat dan over Boulogne en Calais naar Brugge en Aalter, en dan zijn we niet ver meer van onze eindbestemming. Ik dank de lezer voor zijn volharding om alle zinvolle en minder zinvolle bijdragen te willen blijven lezen. Thuis maken we ons klaar voor een volgende trip, eentje naar Duitsland. Je hoort er nog van.
Het uur “apéro” bij Marité was een gezellige babbel met een hapje en een drankje, om 18.30 uur. Uit alles blijkt dat de inwoners van Landéda zich goed voelen in hun dorp en streek. Ze hebben geen last van luchtvervuiling en fabrieksgeluiden. Ze zijn van plan er te wonen tot ze ruim 100 jaar oud zijn. Vandaag is het voor ons wat anders. Bea en Elisabeth trekken naar Brest. Ik ben benieuwd wat ze er zullen vinden aan koopjes. Ik weet toevallig dat er nog een oude verroeste duikboot van 1943 te koop ligt. Wie weet, komen ze daarmee naar huis.
Onze golden retriever Diarmuid en Avel, twee oude honden samen. Avel moet rond 12-13 jaar zijn en heeft haar meester vorig jaar verloren. Zij wordt nu opgevangen door Hubert, de campingeigenaar. Diarmuid is bijna 14 en is aan zijn laatste weken toe. Hij is fel achteruitgegaan de laatste maanden. We mogen blij zijn dat hij zo vitaal en zo lang bij ons geweest is.
Voor ons worden het stilaan de laatste dagen in Les Abers. Zaterdag vertrekken we. We gaan nog niet naar huis, bijlange niet. Zaterdag trekken we richting Pont-l’Abbé in Zuid-Finistère. Ik hoop dat de wifi het dan nog doet, anders is het zonder. Hier nog wat beelden van het ochtendgloren, de zeepret en de onmisbare vlijt bij de dames in onze voortent.
De camping geraakt meer en meer vol. Er komen nu ook meer jongere mensen, die hun jaarlijkse vakantie komen doorbrengen in “Les Abers”. Binnenkort moeten de grijze haren plaats maken voor hardwerkende gezinnen. Ook wij blijven nog een weekje en dan wordt het opkrassen. De tijd hier zal weer veel te kort geweest zijn. Bij ons is het altijd de zoete inval en de twee Duitse vrienden bespreken het dagprogramma aan de “Stammtisch”.