Ons vierkoppig gezelschap begaf zich gisteren naar het eiland Wrac’h. Op dat eiland staat een vuurtoren en er wonen marginalen, die zich kunstenaars noemen. Ik voelde meteen nattigheid. Daarom wilde ik mijn vingers niet verbranden en bleef dus op het droge. Onder een lucht vol mystiek begaven de drie zich naar het oord waar de krakers, die zich “artisan” noemen, naar de vuurtoren van île Wrac’h. We waren er niet welkom. Nochtans is de vuurtoren van île Wrac’h een openbaar toegankelijk goed, waarvan een aantal onnozelaars bezit genomen hebben. Voor mijn familie werd het een wandeling al wadend in de zee en ze prezen zich gelukkig met hun laarzen. Op de camping zijn Herman en Gudrun uit het Zwitserse Bern ook aangekomen. Op één week tijd moesten ze hun beide hondjes laten inslapen enkele weken geleden. Met mededogen kon ik hen terug begroeten.
|