Het is een namiddag in een doordeweekse week. De wind frutselt wat in de beukenhaag. Verveelt zich. Aan de hemel ontsluiert een zon haar boerka. En bereidt zich voor op een striptease. De weervrouw voorspelt immers een hittegolfje.
De julitoeristen hopen. Ik begin te wanhopen. Vooraleer m'n vingers aan de toetsen kleven, hap ik nog wat lucht. Op een luchtig klavier.
Zopas gevoeld aan 'Het geslepen potlood' van Benno Barnard in Knack. Nog altijd even scherp. Bewust van m'n infantiele kennis geniet ik van de eruditie van dat soort biezondere columnisten.
Zijn collega's zijn verbannen naar de virtuele site. Volgens mij weigert hij pertinent. Eist papier onder z'n pen. En terecht.
Sedert de anderen gedwee opgeofferd werden aan de virtuele vooruitgang, lees ik hen niet meer. Ook ik wil nog altijd papier voelen. Betasten zelfs. Het klinkt bijna obsceen. Ongewenste intimiteiten.
Ach, ze komen daar nog van terug. Hoe zeldzamer, hoe meer begeringswaardig. Denk aan het handschrift. Je geliefde zal het meer appreciƫren dan een 'Comic Sans MS'.
Maar we zijn te lui om op papier te krassen. Moeizaam als Dinska Bronska. De tong lichtjes tussen de lippen gekneld.
Ooit bedelen ze nog om een vodje papier. Ondertussen tik ik hier verder een slot aan.
Uvi
|