Partir sans sortir. - Een Dagboek van Blauwe brieven .
31-08-2007
Tuindeur
Mijn tuin is de gelukkige bezitter van een deurtje. Wat dromerig van aard. En totaal niet volgens de 'hof-etiquette'. Ik ben ervan overtuigd dat mijn buren het graag zouden vervangen. Ik niet.
Het heeft alle kenmerken van een romantisch poortje. Het kriept in z'n hengsels. Zoekt al leunend wat steun. Hangt scheef om het in directe taal te zeggen. En om het af te sluiten heb ik boven een schopje steken. Tusen een balkje. Een 'schopbalk'. Achter de deur.
Het poortje staat verborgen tussen m'n wuivende beukenhaag. Nog zo'n bron van ergernis voor de beschaafde wereld. Ooit had 'n passant de moeite gedaan om er een brief aan vast te pinnen. Hij zou ze zelf komen kortwieken of de burgemeester erbij halen.
En als je onze bekende burgervader zou kennen dan zou je misschien wel mijn buitensporige reactie begrijpen. Ziedend knipte ik de takken tot tegen de stam weg. Slechts het skelet overleefde. Het werd een kankerhaag. Net terug van een chemokuur.
Als ik er nu aan terugdenk ben ik nog beschaamd en verdrietig. In plaats van de dader aan te pakken koelde ik m'n woede op het slachtoffer. Hing tegen m'n tuindeur een antwoord voor de 'woordenagressor'. Maar ach, ...
Na twee zomers en winters, herstelt ze zich langzaam van haar groene gaten. De wind trekt terug aan haar haren. Ze fezelt en ze frazelt weer. Ik hoor ze praten.
Het ochtendlicht en het avondlicht is familie van elkaar. Traag en teder, opstaan en ondergaan.
Het vroege licht laat mij lezen en schrijven. En met Gruwez aan tafel ook herfstig weemoedig worden. Terwijl het nog volop zomer is.
Zijn letters zijn late tranen over het sepia kleuren van de jeugd. Een zerk op z'n vage idealen. Later moet alles afgelijnd kloppen. Een baan en kinderen zijn nefast voor je dromen.
We all read to know we're not alone. (Shadowlands)
Mijn leven is een perkament. De tijd schreef het vol. Gerimpelde gevoelens.
In een hoekje koestert de zon nog wat vergeten dromen. Papier is een hoffelijke spiegel. Wat blauwe schmink over de rimpels van het leven.
Uvi
PS. " ... tussen droom en daad, tussen alles wat je nog even zijn mag en het weinige wat je uiteindelijk worden zult, ..." " ... dat niemand straffeloos ouder dan twintig wordt." Uit "Een stenen moeder" Luuk Gruwez.
Het licht van september is lankmoedig. Het is trager, valt lager.
Dat voel ik vandaag al. Het hangt als een blonde lok over m'n schouder. Ik zit aan tafel.
Daar wacht ik dan op het verdwijnen van de ochtend. De andere dagen resideer ik in m'n zetel. Zonder haar zachte stralen. Maar vandaag zit de zon met mij aan tafel.
Vakanties, ach, wat zouden ze zijn zonder brochures. En buren bereidwillig om te luisteren naar hun versleten verhalen. Het graniet van 't lange wachten op de havens, voor hun vlucht het land verliet. De verveling daar gelaten.
Het groene ginder dat hen zal verrassen. De tuberculose van hun dromen moet genezen. Met wat zanderig water. En een druppel blauw. Terwijl heel even maar de symptonen worden aangepakt. En diep onder hun bruine vel, de leegte gaapt.
Het eten en de drank. Het bed. En als het kan. Wat seks. En dan de zon om in te slapen. En als de laatste bar stomdronken de brochure dichtslaat, dan wacht weer het doordeweeks verlangen. Thuis. Te vergeten. En het waarom.
Ach, zeg ik dan, in de spiegel, wanneer trek jij nog eens je vleugels aan ...
Uvi
Epiloog
O Heer, geef mij de vakantie van weleer
Moe van het werk in een lege zetel vallen
Geen iele ochtendstond of duister avond, geen baas, gezaag, of hitte, barre koude, geen stof of zwarte longen.
Maar langs het tuinpad van m'n vader, kijken naar het kweken van de slakken en wat frêle sla nog geen september ...
Ze liggen naast mij. Als gestapelde gedichten. De boeken waarmee ik de ochtend opensla. Hun namen lijken mij al verborgen verhalen.
Een stenen moeder. Mijn tweede stem. Lof der lankmoedigheid. Loerhoek. Blauwzieke badkamer. Alle uitbarstigen. Laat alle deuren op een kier. en o, zo levensecht : De prijs van de passie. Trouw aan ontrouw.
Ze liggen op elkaar en lijken zo wel een novelle. Het leven geschreven in titels.
Ik had vanochtend kunnen kijken naar het blauw. En luisteren naar het fluisteren van de wind. Mijn gedachten laten weken op de dauw.
Maar in mijn handen hoor ik schrijvers. Intenser dan ik kijken kan.
Neen, een kopje staat er niet zomaar. Zelfs leeg heeft het een tweede leven. Het bewaart ochtend of verzamelt herinnering.
Zo ook, kan dat gebeuren met het licht. Het ligt dan zonder ogen te wachten op een boek. Gebundelde aarzeling van woorden.
Het betasten van het leven. Wat nog moet komen. De dood. Als een oefening. En het leven. Om te leren verliezen.
Daarom staat er een kopje. Ook al is het leeg. Op de daartoe bestemde plaats. Na genot, een etalage van gemis. En licht. Gevangen om te lezen. Wat een ander reeds wist.
Wat een zin. Van Sam de Graeve in DSL van gisteren, vrijdag. Schrijven, het lijkt eenvoudig.
Vandaag de dag krijg je heel wat publiciteit rond 'Creatief schrijven'. Er zijn handige jongens, ook dames, die brood zien in de 'schrijfdrift' van aanstormende pennenlikkers.
Je kan het hen niet kwalijk nemen. Niet iedereen verkoopt warme broodjes of bloedpens.
Op donderdag 9 september 2004, schreef Gilbert Roox in De Standaard der Letteren, onder de kop 'Schrijfzucht' ondermeer dit: "De bruggepensioneerde in deze contreien die nog geen boekje geschreven heeft, krijgt meteen een prijs."
"Op de persoonlijkheidsmarkt van het Internet is iedereen alleen bezig met zichzelf te promoten, niemand luistert. Eigenlijk stort je je ziel uit in een leegte."
Ook nagels met koppen. Ik ben geen bruggepensioneerde, maar een échte gepensioneerde. Kan dus rustig verder schrijven. Heb immers nog geen cursus gevolgd of boekje gevuld. Ik maak deel uit van "De naakte massa" (Jeffrey Rosen). Hoor het zwarte gat reeds suizen in de leegte.
Een lieve oma schreef me een vertederende reactie. Een stukje:
ik wou dat ik hem kon ontmoeten, dat lieve, flexibile afrikaantje. misschien zijn de geuren van Afrika reeds weggeschrobt. of zit er toch nog een beetje rode aarde, achter zijn linkeroortje.
ik zou hem toefluisteren dat ik ook van Afrika hou, misschien gelooft hij mij wel.
...
een oma
Dag lieve Oma,
Rode aarde. Zou de aarde kleuren van het bloed? Het verdriet van verschroeide tranen?
Geluk in grote ogen, witte lachende tanden. Dat is Afrika in de brochures. Ze dansen voor de gestresseerde blanke man.
Hij komt 'armoede consumeren'. Om nadien, enkele weken terug thuis in het paradijs, minder snel te 'verzuren'.
Afrika, en ik denk aan bootvluchtelingen, mensen die liever sterven op het water dan te verhongeren op de rode aarde.
Een moeder vertelt dat haar zonen zelfmoord pleegden omdat ze haar niet meer konden helpen.
Congo, Rwanda, Soedan, Somalië, Niger, Ethiopië ... Allemaal Afrika ... Aids en verbod op condooms en medicatie ... Corruptie op elk echelon.
Van de gerant in de auberge, die het geld in eigen zak steekt, als er 's nachts nog een toerist over de vloer komt, de boekhouderS die met geld gaan lopen, de aannemer ... de politieman, de dedouanier ... a neverending story van armoede en wanhoop ...
Vergat ik de krijgsheren en de regeringen?
Afrika, wat ben jij mooi tijdens je vakantiedagen. Helaas, willen ze jou allemaal verlaten ...
Lieve oma,
deze woorden mag je me niet kwalijk nemen. Ze zijn niet bitter. Klagen ook niet aan. Ze zijn alleen maar verdrietig ...
Een opa die niet naar Afrika wil die hier het geluk maar voor op te rapen vindt
PS.
Voor alle duidelijkheid: Afrika is een schitterend continent voor mensen met geld. Zelfs voor ontwikkelingshelpers met 'westerse statuten'. Voor 'les nouveaux riches'. O ja, die zijn er ook daar. De kustlijn van het dorp waar m'n dochter woont wordt vol gebouwd met villa's. Haar vennoot noemde me het onlangs 'Blankenberge'.
Afrika is wellicht zo verschillend als elke zandkorrel.
"Actie is de vijand van de gedachte." Dixit Anthony Hopkins tegen Nicole Kidman in "The human Stain". Naar een boek van Philip Roth.
OK. Maar "de vriend van het vergeten", pleit ik pro domo.
Vanmorgen, weer maar eens, ontredderd door een telefoon van ex. Kleinzoon klaagt van hoofdpijn. Dat doet hij nu al weken. De dokter stelde: "dat zal wel van de spanning zijn."
Nu nog, na drie weken?
Dit soort 'incidenten' laat mij, lome reus op lemen voeten, al wankelen. Kan je je inbeelden hoe ik het leven door laveerde? Angst zit in elke gen van mij.
Hoe en waarom?
Vergeten en aanvaarden. Het adagium van een versleten mens.
Ik heb meteen m'n personeel geconfisceerd. Stofzuiger en dweil. En het huis gereinigd van gedachten.
Zesenzestig. Ben ik volgens de Burgerrijke Stand. Ik durf dat te betwijfelen. Het zomert nog volop in m'n hoofd.
Nu en dan, het kan ook meer, puber ik als de beste. Met een door acne geprikkeld verlangen. Pukkels op m'n testosteron.
Als er zo'n zonnebloem op lange stengel voorbij flaneert, word ik nog verblind door de zon. In haar gedecolleteerd cocon.
Ach, de brand van een ouwe schuur is vlug geblust. Het vuur gaat liggen zoals het is opgeflakkerd. De natuur is genieus geschapen. God was ne straffe couturier.
En naast m'n opstandige genen wordt mijn geest vooral gegrepen, door de schoonheid van een intellect.
Dat kan zich elegant verbergen, zonder modieus A'accent, achter elk gelaat, gerimpeld of gladgestreken. Onder wat erudiete schmink kan een bibliotheek schuilen.
Zopas zag ik een flits uit 'Zomergasten', zondag ll. gemist. Rita Levi, nobelprijswinaar geneeskunde, zegt: "Wat wetenschap en kunst gemeen hebben is intuïtie."
Het ontroert me. De huid van mijn ziel bestaat tastbaar uit één vel sensoren. Pure intuiïtie, helaas, zonder wetenschap of kunst.
Alleen een pelletje schmink. Het weten kan leiden tot lijden. Vergeten en aanvaarden is de enige uitweg.
Velen lezen slechts voor het verhaal. Het boek is zoals een Cola-blikje, gewoon een ding om 'het' in te bewaren.
Er zijn er die zich laten verleiden door de cover. En het installeren in hun boekenkast. Een grote naam. Staat goed voor de etalage van hun verstand.
Dàt zijn twee uitersten. Daartussen ligt nog een gamma aan variëteiten. De oogst van het woord is groot.
Ik hou van schrijvers en hun tabernakels. Koester een cover. Kus hem. Bijna. Ruik bij de pluk meteen tussen zijn bladen. Of hij van een goed jaar is. En geurt naar verse letters.
Ik leg hem nu en dan in mijn handen. Te slapen. Vooral in de ochtend. Als ikzelf nog moet ontwaken.
Het is goed een boek binnen leesbereik te hebben. Met een schrijver, ben je nooit alleen.
De akkerwinde krinkelt langs de haag. Als een trage hinde.
Het is vrijdag. Zonder vrijen. Vasten. Het noodlot van onthouding. Door alleen te zijn. Of met twee. Alleen.
In de krant van de buren leeft het land. Verder. Hertoginnendal. Hier tureluurt het provincialistisch. In de keuken. Het niveau van een gepensioneerde man.
Aan de afwas. Een boodschappenlijstje. De Delhaize. En een keramisch vuur.
Ingrediënten voor een banale dag. Diep in mij ligt het wonder nog te slapen.
Wat wensen mensen zoal, dacht ik. En klikte er enkele aan. Gewoon op basis van de naam.
En toen dacht ik : "Is het dit wat deze mens wil voor zich?".
Je krijgt een 'publiek Forum', een speaker's corner zoals in Hyde Park London. Een technisch wonder. Een goddelijk geschenk. Leesbaar over de hele wereld.
En dan zeg je aan die ganse virtuele mensheid : "Dit ben ik dan."
Bij het begin van de autobiografische film, zegt Irish Murdoch: " Niet in de vrijheid, noch in het onderwijs, ligt het geluk. Vrijheid ligt alleen in de geest. En onderwijs dient om ons te leren dat we gelukkig zijn."
Mijn God, hoeveel honger heb Jij in m'n hoofd gestopt? Hoeveel verlangen in mijn ziel?
Dan sla ik m'n ogen dicht. En dek me toe met De Standaard der Letteren. Laat de zon aan m'n voetzolen likken.
Een schone slaper.
En sta ik weer recht uit m'n zetel. Om deze woorden in te tikken. Zo niet zijn ze verdwenen.
En dan weer platte rust.
OK, je mag wat meewarig glimlachen. Maar niet overdrijven. Zonder die zinnen ging het leven ook wel verder. Juist, maar je weet dan nooit tot wat ze zouden leiden.
Zoals het vermoeden de stem en stappen te horen van een geliefde. En dan roept er iemand: 'Koekoek'. Onder je balkon. En het is geen koekoek. Alhoewel.
En de rest vertel ik lekker niet.
Je trekt weer terug naar je basiskamp. Een trouwe zetel. Maar de woorden houden je wakker.
En de slaap staakt. En je vingers jeuken. En hij is niet hier. Maar daar.
Je trekt een lasso over de tijd. En je schrijft ...
Zij schreef een reactie. Vandaag. En toen ik wilde antwoorden stond er als adres: ogentroost. Wat een wauw-woord!
Ik denk natuurlijk aan 'Euphrasia'. Allergie. Een produkt om in je ogen te druppelen als ze jeuken. Maar de turbulente hersenen van mij juichten om wat anders.
Zij hadden iets poëtischer in petto. Ogentroost. 'De definitie van een gedicht'!
Dankjewel, m'n beste grijze kwabben. Ik had het zelf niet kunnen bedenken!
De schrijver is maar een medium. Verhalen zoeken vingers om uit te treden. Toetsen noteren.
De scribent zorgt voor inkt en papier. Hij is de fourir. Maer tevens de bewaarder van de woorden. Een cipier. Sluit hen op in boeken. Of in bundels. Zodat ze niet verdwalen.
Hij koestert ze als kleine kinderen. Dat zijn ze ook. Eigenwijs. Maar meer dan dat.
Het zijn aparte werelden. Ze bestaan op zichzelf. Ze worden groter dan de schepping van de schrijver.
En dan wordt zo'n universum een zwart gat. Een bibliotheek wordt leeg gelepeld. Door de Packman. De tuinman van de hersenen.
Ik heb zopas naar het leven van Iris Murdoch gekeken. Beroemde filosofe en schrijfster. Stierf aan Alzheimer. Plak haar naam in Google. En daar lees je alles.
Er zijn vele merken van opa's. In de speeltuin vind je een aardig assortiment. Vele exemplaren zijn vergezeld van een oma. En van een camera.
Vooral met dat laatste willen ze spelen. In de speeltuin. Zeer secuur verzamelen ze verleden voor later. Alsof je dan nog geen gisteren genoeg hebt. Tenslotte rest er dan nog weinig morgen.
De mama's worden meestal meisje. Ze dragen dan nog vlechtjes in hun tred. Wuiven ze blond naar achteren. Met één betoverende beweging.
Papa's bereiden hun pupillen voor op het échte leven. Een speeltuin is een trainingkamp. Ikken zonder schrikken. Stoer de sterkste spelen. Overleven.
Boven de bomen spelen de wolken verstoppertje. Ik spel wat letters in m'n hand. In mijn hoofd hark ik wat herinneringen samen.
Wat doet een opa-kok zoal om een Afrikaan aan het eten te krijgen? En dàt klinkt zowat als een contradictio in terminis! Het is dan ook een blanke zwarte.
Opa schept verbeelding op een bord. En daaruit eten wij.
La terre - van pommes de terre - puree le soleil - comme un tournesol - halve perziken la lune - twee halve maantjes - filetjes van kip
We praten en we smaken. Maar de dag nadien eet ik vis met rauw witloof. Hoe verbeelden we dat in onze gastronomische literatuur?
Witlof. Ah, c'est le vent. Mmmmm, ik hou van witlof en van de wind. Et le poisson? Ca devient la mer. Ah, on va nager. In ons bord.
Misschien is je jeugd wel de belangrijkste periode van je leven. Laat ons stellen: je zet dan de 'wegwijzers' uit voor de rest van je voortbestaan.
Je maakt een studiekeuze en daaraan kleeft meestal een beroep. Je kiest een geliefde. En wordt ouder. Niet alleen in leeftijd. Kinderen. De meest cruciale verandering in je bestaan.
Ouders moeten lijnen en regels opstellen. Maar vooral trachten ze samen met het gebroed te respecteren. Onvoorstelbaar moeilijk. Ik slaagde niet. En je kan niet bissen.
Je wil je laten leiden door liefde. Het wordt eerder lijden. Vraag is: kies je in de opvoeding niet voor gemakszucht? Eigenliefde? Het zal wel een mengeling moeten wezen. Slaan en zalven. Tegenwoordig binnen het kader van de wet.
Grootouders die zijn op de wereld gezet om te vertroetelen. Zij mogen de gaatjes van de vrije tijd opvullen. En geven wat ze als ouder niet mochten. Buiten de lijntjes kleuren. Daar zijn ze handig in.
"Dat wéten wij allàng!" Ik hoor jullie tot hier. Juist. Maar wat nu volgt ook?
Als opa een mama heeft als minnares wat zie je dan gebeuren? Zij bekijkt opa als een papa.
Hij mag de kleinzoon niet tweemaal per dag een bad geven. Want zo kan de huid van de wonde niet verharden. Hij mag niet elke dag 'kip met perziken' geven. Want er moeten gezonde groenten op het bord. Hij mag niet altijd zalf tussen de billen smeren. (Verzoek oma en dr.). Want er zitten cortisonen in. Hij mag niet steeds Frans praten met dat manneke. Want hij moet z'n Nederlands leren ...
Enfin, een verhaal van 'niet mogen en moeten'.
Tja, beste oma's en opa's, Toch maar oppassen als jullie vlinders de kriebels krijgen. Want voor je het weet zit je weer te kleuren tussen de lijnen. En da's niet altijd handig.
Vanmorgen nog voor de ochtenstond het goud opblonk in zijn mond, kreeg ik telefoon. Aan bed. Ik lag er nog in. Alleen.
Mannen alleen hebben een telefoon naast bed. Mannen met een vrouw hebben dat niet nodig.
De oma van m'n kleinzoon sprak gebroken woorden. Haar ma was stervende en 'of ik meteen onze kleinzoon kon komen halen'. Alleen de douche liet ik niet wachten voor de dood. Want ik weet, de dood is steeds gehaast.
Raar maar mensen hebben dàn geen tijd te verliezen. Ze willen op tijd de dood inhalen. Net of ze nog een schuldsaldo moeten vereffenen tov de stervende. Dàt wat ze te weinig gaven aan de levende. Tijd.
Het is zoiets als 'Allerheiligen'. Dan worden de doden bedolven onder de bloemen. Terwijl, als ik mag kiezen, dat liever zou hebben wanneer ik ze nog kan ruiken, bekijken en betasten.
Laten we niet flauw doen. We kijken allemaal al wel eens met een scheef oog naar ons numeriek bestaan. Ook al klagen we dan het belang of de methode aan die anderen zich veroorloven voor de opwaartse druk van het getal.
Hoe groter, hoe belangrijker. Ik wil de grootste hebben ... (Raymond van het GW). Big is beautiful.
Laat ik deemoedig bekennen: ik onderzoek geregeld de conditie van mijn lezermeter. Heeft hij koorts? Of ligt hij op apegapen?
Een diagnose is dan vlug gesteld. Ik haal de letterdokter er bij. Teel wat frêle frazen, wikkel ze in een boeketje woorden. En zet ze in m'n etalage. Lokvogels.
Maar ik heb het voorzichtige gevoel dat er enkel vrouwelijke vlinders fladderen over m'n bloemrijke parolen.
Hoe kan ik die mannelijke ontbrekende helft inpalmen? Door ze te pakken op hun weke plek, fluistert het (zet)duiveltje in mijn gewillige oren.
Monteer wat rode lampionnekes voor je venster. Ontbloot een bil. Desnoods een ander stuk met een b. En test hun testosteron-kwetsbaarheid.
Ah, wat zou een mens al niet doen om deze labiele teller aan het zwijmelen te krijgen. Ik veeg deze viriele verlangens manmoedig van m'n pc-tafel.
Schermke, schermpje aan de wand, wie heeft het mooiste Blogje van gans het land?
Voel me soms Doornroosje. Voor honderd jaar slaperig. Of Sneeuwwitse. Met één armzalig dwergje. Soms wil ik zelfs een jager wezen ... op zoek naar Roodkapje met een wulpse grootmoeder in bed.
Schiet dan in het grote bos op elke lezer die beweegt. En hang z'n scalp als een trofee aan m'n teller. Ziezo nu ben ik weer Old Shatterhand en Winnetou.
Waar zit hier een nietsvermoedend 'Letterhoofd'? Aha ... daar rinkelt weer m'n "trofeeënkast"!
Uvi
Maar voor de rest hecht ik écht geen belang aan de teller, hoor. Neen, alleen maar aan dat wispelturig getalleken ...
Ergens in Lierneux staat een huis. Het treurt. Zo zonder lichaam, zo zonder ziel.
Dag Meermin,
Tasten in het duister. Misschien doe jij dat nu ook wel. "naar alle waarschijnlijheid een trombose" schreef Ky. En wat betekent dat dan?
Is het stil in je hoofd? Of stormt het daar? En je handen en je vingers bewegen die op maat van je sax? Hoe gaat het met je benen? Niet dat ik ze ooit zag. En die tenen aan je voeten? Vervelen ze zich zat?
En wat met je oren? Horen ze je zoon? Kunnen je ogen nog lachen? En je lippen nog lezen?
Lichaam. Allemaal lichaam.
En de letters in je hoofd? Is het alfabet nog intact? De woorden in je mond? Kunnen ze nog praten.
Niets zal nog zijn zoals iets ooit was.
Gelukkig heb je échte vrienden daar. Ze zorgen wel voor je huis. En als jij terugkomt dan verandert het zich in een thuis. Met een kanjer van een T ! Wees daar maar zeker van.
En hier op de 'Blogs' loopt het leven zo maar verder. Virtueel. Een pc met wat vingers. En dat schrijft en dat leest. En de teller die stijgt volgens het ritme van het visite.
Ik hoop dat die teller van jou daar vlug op nul staat. Desnoods foefel je wat. Vraag het aan Jeanne of Luc of ... Jij trekt je plan wel.
Uvi
PS. Op een dag zat ze plots in m'n dagboek. Een authentieke Meermin. Ik kreeg ze er niet meer uit. Met niets.
Het is net of ze me verlaat. De deur voor m'n neus dicht slaat. Terwijl het slechts de laatste pagina van haar boek is. Ze laat me in de steek. Voor haar is het gedaan. Maar voor mij? Hoe laat ze me achter?
Dit gevoel herken ik. Van de film vroeger. Hoe ik reeds als kind de bioscoop verliet. Wenend. Terwijl hij nog niet gedaan was. En door het café naar buiten moest. Waar op zondagnamiddag mannen achter een pint verdwaasd naar me keken.
Misschien waren ze daar wel aan de drank om terug dichter bij het kind in zichzelf te komen. Verdriet verzuipen voor een verloren jongetje.
Wat is een goed boek? Waarin je leest wat je reeds wist. Maar waarvan je de woorden nog niet gelezen had.
Zou het dat kunnen zijn?
Uvi
We all read to know we're not alone. Anthony Hopkins in Shadowlands.
Hij was leraar literatuur in de film. En deze woorden sprak hij uit voor een student. Einde van de film. Nooit meer vergeten. Waar heb ik die video verloren gelegd?
De stad heeft vele façades, maar geen masker. De anonimiteit laat als een sluier de ruwe realiteit doorschemeren. In een dorp dekt men alles toe. Voor de schone schijn en met de mantel der liefde.
Daarstraks zag ik een koppel waarvan de liefde leeg gelopen was. Donkere sprekende ogen. Monden zonder woorden. Zwijgende handen zonder heupen om op te steunen. Zonder vingers om te verstrengelen.
Twee lichamen in stilte gehuld. Op wandelafstand. Straten duren lang. Vensters zijn vluchtheuvels. En daar tussen een kind. Navelstreng doorgeknipt. Hoe verzamel je de liefde? En hoe bewaar je ze?
Uvi
'Zonder jou ben ik een lege straat ...' zingt mijn liefste nu en dan. Uit de film 'Mira'?
Straks stap ik het leven in. Wil de wind voelen en nat worden van de regen. Leven. Heb ik geleefd? Wat is leven?
Toen ik nog jong was en naar de film ging, wist ik steevast wanneer hij voor mij geslaagd was. Als ik de zaal verlaten had. En in het witte doek dook. Een mentale uittreding. Dan pas.
Met het boek dat ik nu (her)lees "De wetten" van Connie Palmen, heb ik een identiek gevoel. Ik kruip het boek in. Lang geleden dit soort beleving. Ik verlies mezelf tussen twee covers. Muteer in een leeslint.
Je zal met me lachen. Je mag. Ik herken mezelf niet meer sinds ik nu enige maanden Omega 3 inneem. Zij importeerde het hier in huis. Wil me jong houden. Van ziel en lichaam. Van beide geniet ze intens. Een vurig rendement op haar investering.
Deze man is een amoureus aandeel met hoog risico in haar portefeuille.
M'n kopje staat niet zomaar op tafel. Het is geometrisch symmetrisch neergezet. M'n laptop moet ook altijd secuur centraal staan. Een estheet is moeilijk om mee te leven.
Raar, toch. Want in de tuin laat ik God's water en wilde verbeelding onbeheerd. Daar laat ik Moeder natuur haar vrije loop en fantasie. Geen groene vingers. Ik schrijf blauw.
Het positieve aan buren die met vakantie zijn, is dat ik hun post uit de brievenbus 'mag' halen. Twee kwaliteitskranten. De tijdschriften laat ik in hun gesloten omslag.
Het gewijde moment van het openen wil ik hen niet ontnemen. Hoewel een bergje post na een vakantie dat gevoel wellicht zal reduceren tot een snelle scheur.
Woensdag. En zo kon ik een verse Dewulf smaken. Over 'nergens op vakantie gaan' ging het. Was hij niet jonger dan ik, dan zou ik de 'bakervrouw' ervan verdenken een stukje tweeling ontvreemd te hebben.
En vermits ik nog denk en dus besta, kan ik ook nog niet gereïncarneerd zijn. Hoe kan er iemand leven die schrijft wat ik denk en voel?!
Het moet vlug vandaag, want tegen elf uur kleinzoon ophalen bij oma.
Zopas een ochtendwandeling gemaakt door de tederheid van Dewulf. En verdwaald in het intellect van Connie Palmen.
Ze laten me twijfelen. En dat is heerlijk voor een twijfelaar. Ze wakkeren ook m'n verwondering aan. Zo flakkert het vuur van m'n bewondering weer hevig op.
Gaat er iets boven een goed boek?
Een citaat uit de krant dat Dewulf aanhaalt: "God kon niet overal zijn, daarom heeft Hij moeders gemaakt."
En Palmen, ik verander voor het gemak even de zinsconstructie,: " ... u had mij in werkelijkheid beter niet ontmoet. Omdat de driehoeksverhouding tussen schrijver, boek en wereld puur geestelijk had moeten blijven."
" ... hij sprak gloedvol over een papieren bestaan ...".
Hier kan ik me volledig in vinden. De drang om de schrijver te zien. Even met je ogen aan te raken. Het leidt enkel tot demystificatie. Ontmantelt de magie.
Als je dan het ongeluk hebt te dichtbij te komen en je ruikt een onwelriekende adem, tja, ... dan worden z'n boeken misschien wel minder bellettrie.
Ooit fantaseerde ik een vrouw tot een rijzige gestalte met lang zwart ravenhaar, een vel van romige boter en ogen als een ravijn om in te vallen.
Toen ik ze zag was het schrikken. En plein public, debiteerde zij haar liefde voor mij en reduceerde zich tot het niveau van een vrouw als alle anderen. Verliefdheid verdraagt geen veralgemening.
Neen, ik blijf m'n afgod aanbidden daar waar hij thuishoort. In het tabernakel van een boek.
De tijd die vrij kwam door het feit dat m'n geliefde met vakantie is, en m'n kleinzoon bij oma, bracht ik door met Connie.
Hij is goed besteed. Ik weet niet hoe jij tegen vrouwen aankijkt, als jij tenminste een man bent, maar ik hou nogal van de 'van Veense' benadering.
" Een om mee te praten Eentje voor de sier Een om bij te slapen En een om zo nu en dan en dan alleen voor je plezier
Een om mee te schrijven Een lelijke met verstand Een om in te blijven En eentje in reserve onopvallend bij de hand"
Uit een liedje van Herman van Veen.
Natuurlijk, overdrijf ik. Mijn geliefde zal dit lezen als ze terug is. Maar ze kent haar minnaar. Doch laat me dromen en veronderstellen dat ik dit gevonden heb in één vrouw.
Behalve dat ze niet lelijk is, maar een primus perpetuus in de Grieks-Latijnse. Tja, er zijn veeleisende mannen. Voor mezelf ben ik heel wat milder. Juist, dames!
Hoe zouden vrouwen naar mannen kijken?, vraag ik me soms af.
Zouden ze hun slachtoffer kiezen voor de contouren en de wellust van zijn lichaam? Of zouden ze in aanbidding staan voor het weidse panorama van z'n ziel? Of, en er zijn er voorzeker enkelen, zouden ze kiezen in functie van het gewicht van z'n grijze cellen? Ik vrees echter dat er ook een pak zijn die zich koesteren in de weelde van z'n portefeuille onder de hemel van zijn status.
Tja, dames en heren, mannen vallen voor schoonheid en vrouwen voor ...
Ach, ik ben de draad verloren Connie. Ik ben al onderweg naar jou.
Geen Fucidine meer. Maakt de wonde te zacht. Dat is de uitspraak van oma's huisdokter. Eerst wil zij hen doorsturen naar de kliniek. Dan opteert ze voor een tussenstap.
Voetbaden nu. En woensdag op controle. Voetbaden het is wat anders dan z'n geliefkoosd spel: voetballen. Het scheelt slechts enkele letters.
Uvi
PS. Gelukkig heb ik weer een verzekering genomen. Honderdentwee Euro voor één maand! Met franchise van 50 Euro zodat de consultaties buiten de verzekering vallen. Enkel de grote kosten zijn gedekt. En dan nog afgetobd.
Een telefoon heeft bizarre eigenschappen. Hij kan de richting van je dag volledig veranderen. Dat maak ik nu al twee dagen mee. Benieuwd wat het vandaag wordt.
Zaterdag oma en tevens ex aan de lijn. Wonde die genezen was op de voet, beide bracht hij mee uit Afrika, terug ontstoken. Een heuvelende etterbuil op het lopend lichaamsdeel van kleinzoon.
Ik spring m'n auto in (Ik hou het kort) ga hem halen en we rijden naar een wachtdienst van huisartsen. Antibioticum en zalf worden het na de diagnose: wellicht zit er nog een stukje glas in. Moet er vanzelf uit. Daarom verder naar apotheker.
Zondag, beloofd naar 'piscine' te gaan. Krijg verwittiging van verpleegster die stelt: opgepast met die antibioticum in de zon én de vrijzwemmende bacterieën in het water. Ik telefoneer naar de huisarts van wacht. Een andere dan gisteren.
Na kennisname van de medicatie, mag hij wel onder de zon maar niet in het water. Tja, was dat een tegenvaller. Voor hem. Alsof opa de boosdoener is wil hij niet met deze ouwe heer naar de speeltuin en het zand. Dan nog liever bij oma binnen.
Tja, hoe telefoons je een rustige zondag kunnen aanbieden. Met literatuur en Connie op je schoot.
Benieuwd wat oma en haar telefoon me straks zullen vertellen. Ze gaat vandaag naar haar huisarts.
Zelfs de mussen zwegen. De hitte lag loodzwaar te hijgen op de daken. Niets bewoog. Tenzij de wind.
Ik had me terug getrokken binnenskamers. In m'n klamme vingers. Ze hielden amper een boek open. In de zware handen.
Maar het was dan ook een kaliber. Een Connie Palmen. Met dit weer zou je aan wat koeler denken. Een frisse Palm bv. Maar deze filosofe biedt verfrissing voor de geest.
Tussen haar woorden wuift eruditie. Haar letters drink ik als een drunken sailor.
Hoe verkwanselde ik m'n jonge jaren? Wat deed ik met het leven? Geef me geen antwoord op deze oratorische vragen.
Ik zou me slechts schamen.
Uvi
Vandaag geen stap extra muros gezet. Ben een heremiet in het diepst van m'n gedachten.
Als ik me niet zou intomen dan vloog ik voortdurend naar het klavier. Van deze schrijvende piano. Dit is reeds een vierde ouverture.
Mezelf bedwingen is niet m'n sterkste kant. Dat merkte je al.
Sommige mensen, vergeef ik meer dan andere. Dat is onrechtvaardig. Ik bega nog andere zonden.
Connie bv. mag al wat mispeuteren. Zo is zij allergisch voor mensen die er uitzien als een schrijver. Maar het niet zijn.
Zij ziet er zo niet uit. Maar zij IS het, hoorde ik haar ooit orakelen. Aan dat laatste twijfel ik niet. Ik ben zelfs graag een gelovige in dit geval.
Het geciteerde statement ergert mij nogal omdat ik het gevoel heb dat ze het over mij heeft. Maar ook zij mag haar gebreken hebben. Zij is een schrijfster. Trouwens, vraag ik me af, wat zou er fout gelopen zijn in haar jeugd, dat ze zich irriteert voor zo'n bagatel.
Aan haar misprijzen voor 'look a-likes' moest ik denken toen ik haar in Köln zag zigzaggen tussen het verkeer. In, beste lezer-es, be prepared, een BMW Z4.
Kijk Connie, dacht ik toen, was je nu een blonde del, van het type: "Sois belle et tais-toi" dan zou ik je begrijpen. Maar nu ... enfin.
Zo zie je maar dat je bij een ander veel vlugger opmerkt wanneer het imago niet klopt met de realiteit.
Ik kan het weten, want een ervaringsdeskundige: a look-alike.
Meer en meer begin ik de scheiding tussen de schuifjes te wantrouwen. Ze zijn niet meer woorddicht. En lijken eerder communicerende vaten te worden. Ze verweven het verleden.
Vroeger trok ik hen onverhoeds open en elk idee, gedachte of gebeurtenis, lag duidelijk en geordend zo maar klaar om naar boven te halen.
Vandaag lijkt het gisteren te weifelen. Het stof van de twijfel ligt als een verrimpelde huid over het lichaam van m'n geheugen. Erger nog de cellen muteren.
Ze hebben het in eigen beheer overgenomen. Verhaallijnen lopen door elkaar. Mijn harde schijf is gehackt door de tijd.
Lippen zijn de gevoeligste oren die we hebben. Uit 'Loerhoek' van Bernard Dewulf, pagina 182.
Dag lezer-es,
Ben jij van het 'mathematische' type, dan bestaat er veel kans dat jij dit soort zinnen maar 'niets' vindt. Want één plus één is twee en geen drie.
Misschien ben jij dan wel van de categorie: 'de waarheid niets dan de waarheid'. Alsof die te vatten of te bewijzen zou zijn in formules of woorden. Wellicht ben jij dan een 'wat-type'.
Ikzelf ben duidelijk een 'hoe-mens'. Geen interesse voor het 'wat'. Dàt ken ik ondertussen wel op mijn leeftijd. Het is eeuwig en altijd hetzelfde.
Je wordt geboren en je sterft. Dat is het enige wat vastligt. Tot nu toe. En 'wat' daartussen 'ligt' is min of meer voor elke mens hetzelfde. De pijnen van de groei en het afsterven. En het plezier, daar waar het kan.
Van kind naar volwassen. Van verliefdheid naar liefde. Van geluk naar ongeluk. Of andersom. Van begoocheling naar ontgoocheling.
Kortom, het leven zoals het is. Mààr 'het hoe' is voor iedereen ànders. In de beleving en de beschrijving.
En daar herken je volgens mij de échte schrijver. Hij stopt niet bij de realiteit. Neemt geen foto maar schildert een aquarel.
Zelf ben ik een zondagsschilder. Ook in de werkweek. Een amateur. In zijn oorspronkelijke betekenis. Komt van het Latijn 'amare'. Beminnen, liefhebben. Een liefhebber dus.
Een stukje sms. Van haar. Deze dag, zovele jaren terug, toen begon mijn leven aan een nieuwe tijdrekening. Voor en na, haar.
Het is de eerste keer sindsdien dat we dat niet samen kunnen vieren. Geheime liefdes leven uit de handen van het toeval. En de wettelijke voorrangregels.
Ik drink de bubbels dan maar alleen. Om haar te vermenigvuldigen.
Ik laat de ochtend binnen. Hij groet mij koeltjes.
Als je een zittend leven hebt dan is er weinig beweging in je leven. Je chaise longue verslijt op de ene plek al wat meer dan op de andere. Maar alles gebeurt binnen de wereld van je hoofd. Je reismiddel is je magische verbeelding.
Ik troost me, Proust ging op zoek naar 'le temps perdu' in zijn slaapkamer. Had niet meer verbeelding nodig dan een bed. Heb zelf een gans huis ter beschikking. Van nul tot en met de zolder. Vier etages. Ruimtelijke ordening zat dus.
Gisteren verleid door Connie. Meteen naar een boek gehapt. 'De Wetten'. Haar debuut.
Ik blader er wat doorheen. En verstil. Ik citeer: "Ik nam een slok op het leven en op de eenzaamheid van het geluk en opende de knisperende enveloppe met een been van de schaar."
Patsboem. Die ene zin is mijn volledige biografie, dacht ik. En sloeg het boek dicht. Op weg naar de pc. Hier zit ik nu en lees wat m'n vingers mij vertellen. Ook zij zijn behoorlijk geschrokken.
Daarstraks nog dacht ik dat dit citaat uit 'L'étranger' van Camus kwam. Het zou me mooi uitgekomen zijn als illustratie van m'n dagboek over 'de wetten'. Helaas, toen ik het checkte kwam ik uit bij: 'Huis Clos' van Jean-Paul Sartre . Deze titel is nochtans eveneens veelzeggend.
Ik las ook dat Sartre aan deze uitspraak een andere betekenis gaf dan de meeste gebruikers van zijn uitgegroeide oneliner.
"Nous nous jugeons avec les moyens que les autres ont, nous ont donné de nous juger. Quoique je dise sur moi, toujours le jugement d'autrui entre dedans."
Uvi
PS. Weet je wat mij nog het meest verbaasde? Toen ik hem aan tafel uitleg gaf over het 'waarom' dat de kinderen niet met hem wilden spelen, refereerde ik aan de verklaring 'vreemdeling', cfr m'n dagboek.
Ik vroeg hem of hij hét begreep. Hij knikte ja. En maakte mij stil. Een jongetje van acht. Het leven doceert dikwijls buitensporig vroeg. Vooral in het buitenland.
Een allenig blank jongetje in een zwarte klas. In een zwart land. Dat heeft wellicht niet veel uitleg nodig.
"Hij zei dat het geen weten was, maar een manier van kijken." Uit "De Wetten" van Connie Palmen, pagina 13.
'Meten is weten.' Is een gepasseerde oneliner. Maar het leidt tot 'empirische wetenschap'. Wat ik hierna zal schrijven komt van het kijken. Niet van het weten. Is bijgevolg géén wetenschap. Onthou dit aub.
Ik stel het nu reeds voor het tweede jaar op rij vast. Kinderen zijn 'vreemdelingenhaters' (*). O, klim maar in je pen. En sla me om de oren. Maar luister eerst naar wat ik zag.
Die kleine pummel van mij verzet de hele wereld om te mogen spelen met de kinderen van het woonerf hier. Mààr hij is een vreemdeling. Blank van huid doch een buitenlander. Indringer van hun afgeschermd territorium met een taalbarrière.
Zij duwen hem weg, mag niet de tuin betreden waar de anderen vrije toegang hebben. Verleden jaar was het modder en stokslagen.
Dit is géén fictie, beste lezer. Helaas, non fictie. Hij tracht ze dan om te kopen met snoep, boeken of andere pietluttigheden. Tevergeefs.
En nu kom ik tot m'n theorie.
Racisme, xenofobie en daaruit vreemdelingenhaat is, volgens mijn onwetenschappelijke mening, ontstaan toen de nomaden sedentair werden. Vanaf dat ogenblik moesten ze een gebied verdedigen om te overleven.
Ik ben twee dagen met de kleinzoon naar een provinciaal domein geweest. Schitterende plek. Speeltuin en zwembad. Wat stel ik vast: daar spelen de kinderen wél met elkaar.
Logisch. Het zijn allemaal 'vreemdelingen' onder mekaar. Niemand is thuis op eigen grond. Hoeven enkel wat water en zand in te palmen. Tijdelijk.
Wat stel ik ook vast. Dat hier op het woonerf 'het zwakke broertje' plots de initiatiefnemer is om de vreemdeling 'aan te pakken'. In de 'pick-order' heeft hij nu plots iemand beneden zich op de ladder.
Handig om z'n moed te tonen aan de leider. Om in zijn gratie te komen. Ik vraag me af hoe de leider er op reageert. Hij laat het alleszins niet merken. Maar voert blijkbaar ongeïnteresseerd z'n eigen show op. Wil wellicht zich niet verlagen of verzwakken t.o.v. de clan.
Beste lezer-es, dit is een pijnlijke kijkoperatie voor een opa. Ik moest het gezwel even verwijderen. En nu mag u mij aanpakken.
Op m'n terras wacht de avond. Een aquarel uitgestreken over het uitspansel. Als een avondjurk.
Een kerkklok klept negen. Ook als dat niet zo is, dan moet het toch in deze tekst hier. Zo wordt de klankkleur van de zin schoner.
Enige overvliegende eenden en het getjilp van huismussen houden de schemering wakker. De blauwe reiger schreeuwt. Zoals een aap. Het zomert in m'n hoofd.
Zopas één uur lang genoten van Connie Palmen. Heerlijke vrouw. Met haar negatieve kantjes. Zoals jij én ik. Wij samen dus.
Zij kleeft aan biezondere mannen. Hans van Mierlo. Was ik een vrouw, ik zou er ook voor vallen.
Intens genieten kan je pas, vermoed ik, als het geluk op de drempel van verdriet ligt. Dit schreef ik zopas aan een lezeres van m'n dagboek. Ik ben ze erg dankbaar voor haar trouw.
Wij schrijvertjes zijn bedelaars. Luisteren naar de echo van onze eigen woorden. Hengelen naar een 'antwoord'.
Onze gedachten druppelen in gestolde letters. Hoe kan ik je gevangen houden, lezer-es? Waarom lees jij dit? Vertel het mij. Opdat ik je effectiever kan verleiden.
Ik kreeg plots een lege avond cadeau. M'n kleinzoon blijft bij oma slapen. M'n vingers verfomfaaien deze onverwachte ogenblikken.
Ik schenk ze jou.
Uvi
In de verte hoor ik het verdriet aankloppen. Laat ik de deur op een kier? Of doe ik ze op slot?
Op de kerktoren slaat de klok nu negen keer. Zou er nog een haan kraaien?
Tja, het kan letterlijk. Maar ook figuurlijk. Ik hou van wolken. Maar niet als ze op zorgen lijken.
Een Senior, zo lijkt me, zou door de dag mogen komen ingepakt enkel door z'n eigen zorgen. Een scheut pijn in de rug. Of elders. Wat te weinig adem en te veel reuma. Enfin, dàt soort dagdagelijkse verstrooiing.
Zou dat een onbezonnen en onrechtvaardige gedachte zijn?
Gisteren had ik een gesprek van twee lange uren over m'n dochter. Ik hoorde gedonder en zag zwarte wolken. In feite hoefde ik me niet te verwonderen. Hoorde het reeds jaren rommelen. In de verre verte. Nu en dan een bliksemschicht.
Getraind in 'survival' noem ik mezelf 'een gelukkige struisvogel'. Alleen als ik nu en dan m'n kop uit het zand moet trekken doet het pijn. Gisteren twee uur lang getrokken.
Ik zie de wolken dichterbij komen. Luister al naar de donder.
De zon penetreert nogal onbehoorlijk vroeg m'n ochtend. Ik zit nog in mijn 'koekeloeren'-fase. Hij al in m'n chaise longue. Te veel licht in z'n ogen. En daarom drijft de nacht hem uit z'n bed. Mijn stille vroegte binnen.
Even aan de toetsen 'goedenmorgen-voelen'. Ze zijn er nog. Behalve die 'e'. Die is al lang vervlogen onder m'n 'Fingerspitzengefühl'. Een beetje week van karakter. Die 'e'.
Hij denkt al aan straks. Terwijl ik nog moet wakker worden. 'Opa, on va nager.' Heb ik geluk dat hij geen Wolof spreekt. Want dat zou Chinees voor me zijn. 'Oui, cet après-midi, mon amour'. 'Mon amour pour toujours.' Of 'mon petit prince'. Zo spreek ik 'm aan.
Even wat soelaas met een speculoos. Neen, niet in m'n koffie soppen. En ook niet slurpen. Zo iets doe ik alleen stiekem. Als jij niet op m' vingers zit te kijken.