Vanmorgen nog voor de ochtenstond het goud opblonk in zijn mond, kreeg ik telefoon. Aan bed. Ik lag er nog in. Alleen.
Mannen alleen hebben een telefoon naast bed. Mannen met een vrouw hebben dat niet nodig.
De oma van m'n kleinzoon sprak gebroken woorden. Haar ma was stervende en 'of ik meteen onze kleinzoon kon komen halen'. Alleen de douche liet ik niet wachten voor de dood. Want ik weet, de dood is steeds gehaast.
Raar maar mensen hebben dàn geen tijd te verliezen. Ze willen op tijd de dood inhalen. Net of ze nog een schuldsaldo moeten vereffenen tov de stervende. Dàt wat ze te weinig gaven aan de levende. Tijd.
Het is zoiets als 'Allerheiligen'. Dan worden de doden bedolven onder de bloemen. Terwijl, als ik mag kiezen, dat liever zou hebben wanneer ik ze nog kan ruiken, bekijken en betasten.
Mensen zijn rare wezens. De doden ook.
Uvi
|