Partir sans sortir. - Een Dagboek van Blauwe brieven .
17-08-2007
Het banale wonder
De dag is wakker. Schalt in een ver geluid.
De akkerwinde krinkelt langs de haag. Als een trage hinde.
Het is vrijdag. Zonder vrijen. Vasten. Het noodlot van onthouding. Door alleen te zijn. Of met twee. Alleen.
In de krant van de buren leeft het land. Verder. Hertoginnendal. Hier tureluurt het provincialistisch. In de keuken. Het niveau van een gepensioneerde man.
Aan de afwas. Een boodschappenlijstje. De Delhaize. En een keramisch vuur.
Ingrediënten voor een banale dag. Diep in mij ligt het wonder nog te slapen.
Wat wensen mensen zoal, dacht ik. En klikte er enkele aan. Gewoon op basis van de naam.
En toen dacht ik : "Is het dit wat deze mens wil voor zich?".
Je krijgt een 'publiek Forum', een speaker's corner zoals in Hyde Park London. Een technisch wonder. Een goddelijk geschenk. Leesbaar over de hele wereld.
En dan zeg je aan die ganse virtuele mensheid : "Dit ben ik dan."
Bij het begin van de autobiografische film, zegt Irish Murdoch: " Niet in de vrijheid, noch in het onderwijs, ligt het geluk. Vrijheid ligt alleen in de geest. En onderwijs dient om ons te leren dat we gelukkig zijn."
Mijn God, hoeveel honger heb Jij in m'n hoofd gestopt? Hoeveel verlangen in mijn ziel?
Dan sla ik m'n ogen dicht. En dek me toe met De Standaard der Letteren. Laat de zon aan m'n voetzolen likken.
Een schone slaper.
En sta ik weer recht uit m'n zetel. Om deze woorden in te tikken. Zo niet zijn ze verdwenen.
En dan weer platte rust.
OK, je mag wat meewarig glimlachen. Maar niet overdrijven. Zonder die zinnen ging het leven ook wel verder. Juist, maar je weet dan nooit tot wat ze zouden leiden.
Zoals het vermoeden de stem en stappen te horen van een geliefde. En dan roept er iemand: 'Koekoek'. Onder je balkon. En het is geen koekoek. Alhoewel.
En de rest vertel ik lekker niet.
Je trekt weer terug naar je basiskamp. Een trouwe zetel. Maar de woorden houden je wakker.
En de slaap staakt. En je vingers jeuken. En hij is niet hier. Maar daar.
Je trekt een lasso over de tijd. En je schrijft ...
Zij schreef een reactie. Vandaag. En toen ik wilde antwoorden stond er als adres: ogentroost. Wat een wauw-woord!
Ik denk natuurlijk aan 'Euphrasia'. Allergie. Een produkt om in je ogen te druppelen als ze jeuken. Maar de turbulente hersenen van mij juichten om wat anders.
Zij hadden iets poëtischer in petto. Ogentroost. 'De definitie van een gedicht'!
Dankjewel, m'n beste grijze kwabben. Ik had het zelf niet kunnen bedenken!
De schrijver is maar een medium. Verhalen zoeken vingers om uit te treden. Toetsen noteren.
De scribent zorgt voor inkt en papier. Hij is de fourir. Maer tevens de bewaarder van de woorden. Een cipier. Sluit hen op in boeken. Of in bundels. Zodat ze niet verdwalen.
Hij koestert ze als kleine kinderen. Dat zijn ze ook. Eigenwijs. Maar meer dan dat.
Het zijn aparte werelden. Ze bestaan op zichzelf. Ze worden groter dan de schepping van de schrijver.
En dan wordt zo'n universum een zwart gat. Een bibliotheek wordt leeg gelepeld. Door de Packman. De tuinman van de hersenen.
Ik heb zopas naar het leven van Iris Murdoch gekeken. Beroemde filosofe en schrijfster. Stierf aan Alzheimer. Plak haar naam in Google. En daar lees je alles.
Er zijn vele merken van opa's. In de speeltuin vind je een aardig assortiment. Vele exemplaren zijn vergezeld van een oma. En van een camera.
Vooral met dat laatste willen ze spelen. In de speeltuin. Zeer secuur verzamelen ze verleden voor later. Alsof je dan nog geen gisteren genoeg hebt. Tenslotte rest er dan nog weinig morgen.
De mama's worden meestal meisje. Ze dragen dan nog vlechtjes in hun tred. Wuiven ze blond naar achteren. Met één betoverende beweging.
Papa's bereiden hun pupillen voor op het échte leven. Een speeltuin is een trainingkamp. Ikken zonder schrikken. Stoer de sterkste spelen. Overleven.
Boven de bomen spelen de wolken verstoppertje. Ik spel wat letters in m'n hand. In mijn hoofd hark ik wat herinneringen samen.
Wat doet een opa-kok zoal om een Afrikaan aan het eten te krijgen? En dàt klinkt zowat als een contradictio in terminis! Het is dan ook een blanke zwarte.
Opa schept verbeelding op een bord. En daaruit eten wij.
La terre - van pommes de terre - puree le soleil - comme un tournesol - halve perziken la lune - twee halve maantjes - filetjes van kip
We praten en we smaken. Maar de dag nadien eet ik vis met rauw witloof. Hoe verbeelden we dat in onze gastronomische literatuur?
Witlof. Ah, c'est le vent. Mmmmm, ik hou van witlof en van de wind. Et le poisson? Ca devient la mer. Ah, on va nager. In ons bord.
Misschien is je jeugd wel de belangrijkste periode van je leven. Laat ons stellen: je zet dan de 'wegwijzers' uit voor de rest van je voortbestaan.
Je maakt een studiekeuze en daaraan kleeft meestal een beroep. Je kiest een geliefde. En wordt ouder. Niet alleen in leeftijd. Kinderen. De meest cruciale verandering in je bestaan.
Ouders moeten lijnen en regels opstellen. Maar vooral trachten ze samen met het gebroed te respecteren. Onvoorstelbaar moeilijk. Ik slaagde niet. En je kan niet bissen.
Je wil je laten leiden door liefde. Het wordt eerder lijden. Vraag is: kies je in de opvoeding niet voor gemakszucht? Eigenliefde? Het zal wel een mengeling moeten wezen. Slaan en zalven. Tegenwoordig binnen het kader van de wet.
Grootouders die zijn op de wereld gezet om te vertroetelen. Zij mogen de gaatjes van de vrije tijd opvullen. En geven wat ze als ouder niet mochten. Buiten de lijntjes kleuren. Daar zijn ze handig in.
"Dat wéten wij allàng!" Ik hoor jullie tot hier. Juist. Maar wat nu volgt ook?
Als opa een mama heeft als minnares wat zie je dan gebeuren? Zij bekijkt opa als een papa.
Hij mag de kleinzoon niet tweemaal per dag een bad geven. Want zo kan de huid van de wonde niet verharden. Hij mag niet elke dag 'kip met perziken' geven. Want er moeten gezonde groenten op het bord. Hij mag niet altijd zalf tussen de billen smeren. (Verzoek oma en dr.). Want er zitten cortisonen in. Hij mag niet steeds Frans praten met dat manneke. Want hij moet z'n Nederlands leren ...
Enfin, een verhaal van 'niet mogen en moeten'.
Tja, beste oma's en opa's, Toch maar oppassen als jullie vlinders de kriebels krijgen. Want voor je het weet zit je weer te kleuren tussen de lijnen. En da's niet altijd handig.
Vanmorgen nog voor de ochtenstond het goud opblonk in zijn mond, kreeg ik telefoon. Aan bed. Ik lag er nog in. Alleen.
Mannen alleen hebben een telefoon naast bed. Mannen met een vrouw hebben dat niet nodig.
De oma van m'n kleinzoon sprak gebroken woorden. Haar ma was stervende en 'of ik meteen onze kleinzoon kon komen halen'. Alleen de douche liet ik niet wachten voor de dood. Want ik weet, de dood is steeds gehaast.
Raar maar mensen hebben dàn geen tijd te verliezen. Ze willen op tijd de dood inhalen. Net of ze nog een schuldsaldo moeten vereffenen tov de stervende. Dàt wat ze te weinig gaven aan de levende. Tijd.
Het is zoiets als 'Allerheiligen'. Dan worden de doden bedolven onder de bloemen. Terwijl, als ik mag kiezen, dat liever zou hebben wanneer ik ze nog kan ruiken, bekijken en betasten.
Laten we niet flauw doen. We kijken allemaal al wel eens met een scheef oog naar ons numeriek bestaan. Ook al klagen we dan het belang of de methode aan die anderen zich veroorloven voor de opwaartse druk van het getal.
Hoe groter, hoe belangrijker. Ik wil de grootste hebben ... (Raymond van het GW). Big is beautiful.
Laat ik deemoedig bekennen: ik onderzoek geregeld de conditie van mijn lezermeter. Heeft hij koorts? Of ligt hij op apegapen?
Een diagnose is dan vlug gesteld. Ik haal de letterdokter er bij. Teel wat frêle frazen, wikkel ze in een boeketje woorden. En zet ze in m'n etalage. Lokvogels.
Maar ik heb het voorzichtige gevoel dat er enkel vrouwelijke vlinders fladderen over m'n bloemrijke parolen.
Hoe kan ik die mannelijke ontbrekende helft inpalmen? Door ze te pakken op hun weke plek, fluistert het (zet)duiveltje in mijn gewillige oren.
Monteer wat rode lampionnekes voor je venster. Ontbloot een bil. Desnoods een ander stuk met een b. En test hun testosteron-kwetsbaarheid.
Ah, wat zou een mens al niet doen om deze labiele teller aan het zwijmelen te krijgen. Ik veeg deze viriele verlangens manmoedig van m'n pc-tafel.
Schermke, schermpje aan de wand, wie heeft het mooiste Blogje van gans het land?
Voel me soms Doornroosje. Voor honderd jaar slaperig. Of Sneeuwwitse. Met één armzalig dwergje. Soms wil ik zelfs een jager wezen ... op zoek naar Roodkapje met een wulpse grootmoeder in bed.
Schiet dan in het grote bos op elke lezer die beweegt. En hang z'n scalp als een trofee aan m'n teller. Ziezo nu ben ik weer Old Shatterhand en Winnetou.
Waar zit hier een nietsvermoedend 'Letterhoofd'? Aha ... daar rinkelt weer m'n "trofeeënkast"!
Uvi
Maar voor de rest hecht ik écht geen belang aan de teller, hoor. Neen, alleen maar aan dat wispelturig getalleken ...