Dan sla ik m'n ogen dicht.
En dek me toe met De Standaard der Letteren.
Laat de zon aan m'n voetzolen likken.
Een schone slaper.
En sta ik weer recht uit m'n zetel.
Om deze woorden in te tikken.
Zo niet zijn ze verdwenen.
En dan weer platte rust.
OK, je mag wat meewarig glimlachen. Maar niet overdrijven.
Zonder die zinnen ging het leven ook wel verder.
Juist, maar je weet dan nooit tot wat ze zouden leiden.
Zoals het vermoeden
de stem en stappen te horen van een geliefde.
En dan roept er iemand: 'Koekoek'. Onder je balkon.
En het is geen koekoek. Alhoewel.
En de rest vertel ik lekker niet.
Je trekt weer terug naar je basiskamp.
Een trouwe zetel.
Maar de woorden houden je wakker.
En de slaap staakt.
En je vingers jeuken.
En hij is niet hier. Maar daar.
Je trekt een lasso over de tijd.
En je schrijft ...
Uvi