Partir sans sortir. - Een Dagboek van Blauwe brieven .
18-08-2007
Pukkels op m'n testosteron
Zesenzestig. Ben ik volgens de Burgerrijke Stand. Ik durf dat te betwijfelen. Het zomert nog volop in m'n hoofd.
Nu en dan, het kan ook meer, puber ik als de beste. Met een door acne geprikkeld verlangen. Pukkels op m'n testosteron.
Als er zo'n zonnebloem op lange stengel voorbij flaneert, word ik nog verblind door de zon. In haar gedecolleteerd cocon.
Ach, de brand van een ouwe schuur is vlug geblust. Het vuur gaat liggen zoals het is opgeflakkerd. De natuur is genieus geschapen. God was ne straffe couturier.
En naast m'n opstandige genen wordt mijn geest vooral gegrepen, door de schoonheid van een intellect.
Dat kan zich elegant verbergen, zonder modieus A'accent, achter elk gelaat, gerimpeld of gladgestreken. Onder wat erudiete schmink kan een bibliotheek schuilen.
Zopas zag ik een flits uit 'Zomergasten', zondag ll. gemist. Rita Levi, nobelprijswinaar geneeskunde, zegt: "Wat wetenschap en kunst gemeen hebben is intuïtie."
Het ontroert me. De huid van mijn ziel bestaat tastbaar uit één vel sensoren. Pure intuiïtie, helaas, zonder wetenschap of kunst.
Alleen een pelletje schmink. Het weten kan leiden tot lijden. Vergeten en aanvaarden is de enige uitweg.
Velen lezen slechts voor het verhaal. Het boek is zoals een Cola-blikje, gewoon een ding om 'het' in te bewaren.
Er zijn er die zich laten verleiden door de cover. En het installeren in hun boekenkast. Een grote naam. Staat goed voor de etalage van hun verstand.
Dàt zijn twee uitersten. Daartussen ligt nog een gamma aan variëteiten. De oogst van het woord is groot.
Ik hou van schrijvers en hun tabernakels. Koester een cover. Kus hem. Bijna. Ruik bij de pluk meteen tussen zijn bladen. Of hij van een goed jaar is. En geurt naar verse letters.
Ik leg hem nu en dan in mijn handen. Te slapen. Vooral in de ochtend. Als ikzelf nog moet ontwaken.
Het is goed een boek binnen leesbereik te hebben. Met een schrijver, ben je nooit alleen.
De akkerwinde krinkelt langs de haag. Als een trage hinde.
Het is vrijdag. Zonder vrijen. Vasten. Het noodlot van onthouding. Door alleen te zijn. Of met twee. Alleen.
In de krant van de buren leeft het land. Verder. Hertoginnendal. Hier tureluurt het provincialistisch. In de keuken. Het niveau van een gepensioneerde man.
Aan de afwas. Een boodschappenlijstje. De Delhaize. En een keramisch vuur.
Ingrediënten voor een banale dag. Diep in mij ligt het wonder nog te slapen.
Wat wensen mensen zoal, dacht ik. En klikte er enkele aan. Gewoon op basis van de naam.
En toen dacht ik : "Is het dit wat deze mens wil voor zich?".
Je krijgt een 'publiek Forum', een speaker's corner zoals in Hyde Park London. Een technisch wonder. Een goddelijk geschenk. Leesbaar over de hele wereld.
En dan zeg je aan die ganse virtuele mensheid : "Dit ben ik dan."
Bij het begin van de autobiografische film, zegt Irish Murdoch: " Niet in de vrijheid, noch in het onderwijs, ligt het geluk. Vrijheid ligt alleen in de geest. En onderwijs dient om ons te leren dat we gelukkig zijn."
Mijn God, hoeveel honger heb Jij in m'n hoofd gestopt? Hoeveel verlangen in mijn ziel?
Dan sla ik m'n ogen dicht. En dek me toe met De Standaard der Letteren. Laat de zon aan m'n voetzolen likken.
Een schone slaper.
En sta ik weer recht uit m'n zetel. Om deze woorden in te tikken. Zo niet zijn ze verdwenen.
En dan weer platte rust.
OK, je mag wat meewarig glimlachen. Maar niet overdrijven. Zonder die zinnen ging het leven ook wel verder. Juist, maar je weet dan nooit tot wat ze zouden leiden.
Zoals het vermoeden de stem en stappen te horen van een geliefde. En dan roept er iemand: 'Koekoek'. Onder je balkon. En het is geen koekoek. Alhoewel.
En de rest vertel ik lekker niet.
Je trekt weer terug naar je basiskamp. Een trouwe zetel. Maar de woorden houden je wakker.
En de slaap staakt. En je vingers jeuken. En hij is niet hier. Maar daar.
Je trekt een lasso over de tijd. En je schrijft ...
Zij schreef een reactie. Vandaag. En toen ik wilde antwoorden stond er als adres: ogentroost. Wat een wauw-woord!
Ik denk natuurlijk aan 'Euphrasia'. Allergie. Een produkt om in je ogen te druppelen als ze jeuken. Maar de turbulente hersenen van mij juichten om wat anders.
Zij hadden iets poëtischer in petto. Ogentroost. 'De definitie van een gedicht'!
Dankjewel, m'n beste grijze kwabben. Ik had het zelf niet kunnen bedenken!
De schrijver is maar een medium. Verhalen zoeken vingers om uit te treden. Toetsen noteren.
De scribent zorgt voor inkt en papier. Hij is de fourir. Maer tevens de bewaarder van de woorden. Een cipier. Sluit hen op in boeken. Of in bundels. Zodat ze niet verdwalen.
Hij koestert ze als kleine kinderen. Dat zijn ze ook. Eigenwijs. Maar meer dan dat.
Het zijn aparte werelden. Ze bestaan op zichzelf. Ze worden groter dan de schepping van de schrijver.
En dan wordt zo'n universum een zwart gat. Een bibliotheek wordt leeg gelepeld. Door de Packman. De tuinman van de hersenen.
Ik heb zopas naar het leven van Iris Murdoch gekeken. Beroemde filosofe en schrijfster. Stierf aan Alzheimer. Plak haar naam in Google. En daar lees je alles.
Er zijn vele merken van opa's. In de speeltuin vind je een aardig assortiment. Vele exemplaren zijn vergezeld van een oma. En van een camera.
Vooral met dat laatste willen ze spelen. In de speeltuin. Zeer secuur verzamelen ze verleden voor later. Alsof je dan nog geen gisteren genoeg hebt. Tenslotte rest er dan nog weinig morgen.
De mama's worden meestal meisje. Ze dragen dan nog vlechtjes in hun tred. Wuiven ze blond naar achteren. Met één betoverende beweging.
Papa's bereiden hun pupillen voor op het échte leven. Een speeltuin is een trainingkamp. Ikken zonder schrikken. Stoer de sterkste spelen. Overleven.
Boven de bomen spelen de wolken verstoppertje. Ik spel wat letters in m'n hand. In mijn hoofd hark ik wat herinneringen samen.
Wat doet een opa-kok zoal om een Afrikaan aan het eten te krijgen? En dàt klinkt zowat als een contradictio in terminis! Het is dan ook een blanke zwarte.
Opa schept verbeelding op een bord. En daaruit eten wij.
La terre - van pommes de terre - puree le soleil - comme un tournesol - halve perziken la lune - twee halve maantjes - filetjes van kip
We praten en we smaken. Maar de dag nadien eet ik vis met rauw witloof. Hoe verbeelden we dat in onze gastronomische literatuur?
Witlof. Ah, c'est le vent. Mmmmm, ik hou van witlof en van de wind. Et le poisson? Ca devient la mer. Ah, on va nager. In ons bord.