De ochtend is koel open geslagen. Als een blank blad in een boek.
Ik schrijf een brief naar haar. Ze is een week weg. Koken voor kinderen. Op een danskamp. Als ze terugkomt zal ze dag na dag er telkens één openen.
Schrijven is praten met papier ertussen.
Een affiche met die wijsheid, hing jaren voor m'n neus op het werk. Zo wilde ik ook schrijven. De lezer in de ogen kijken. En luisteren. Net ademen.
Ik zie nu letters als ballonnetjes uit een open mond vliegen ... Een scène voor een film van Jaco van Dormael. Of een tekening van Jan de Maesschalck in De Morgen.
Uvi
|