Zelfs tijdens de vakantie, blijft het schuldgevoel aan m'n geweten kleven. Dolce far niente. Nog steeds zonde. Ledigheid is het oorkussen des duivels, weet je wel.
Gelukkig is er niemand die me attendeert op m'n aangeboren luiheid. Ik sus m'n consciëntie. Seffens ga ik afwassen. En wellicht ook wat stofzuigen. Probeer het in de luren te leggen. Haal het ultieme grof geschut naar boven: de dood.
Naast mij ligt een 'doodsprentje'. Van een dame amper 53 geworden. Gestorven aan een maligne melanoom. Dat herinnert me eraan: woensdag heb ik een afspraak op dermatologie.
Gisteren. Zondagnamiddag. De kraanvogels staan lusteloos op hun poot te turen over het bloeiende beton. Eén van hen vloog hem op haar vleugels naar de dood. Telkens als ik er met de fiets passeer, hou ik even halt bij z'n foto.
Hoelang duurde het jongen eer je op haar rug geklauterd was? Wat dacht je onderweg? Of heb je al die gedachten weg geduwd? Heb je nog even getwijfeld voor je sprong?
Op de foto aan zee met je geliefde zie je er nog zo gelukkig uit. Maar was dat zo?
Willen we het gluk niet vastpinnen op het blauw van water? Het witte zachte zand.
Zou het geluk daar gedijen? Hoe hou ik het vast? En jij? Of moet jij het nog vinden?
Uvi
Ik ga het even opzoeken aan de afwas.
|